Candy CBG6250X Handleiding

Categorie
Afzuigkappen
Type
Handleiding
Istruzioni per l’uso
Instructions for use
Betriebsanleitung
Mode d’emploi
Instrucciones de uso
Instruções de uso
Gebruiksaanwijzingen
Руководство по эксплуатации
Käyttöohjeet
Ïäçãßåò ÷ñÞóçò
Návod k použití
IT
EN
DE
FR
ES
PT
NL
RU
Italiano
English
Deutsch
Français
Español
Português
Nederlands
Русский
Suomi
ÅëëçíéêÜ
Čeština
CZ
FI
GR
Solo per certi modelli
Only certain models
Nur für bestimmte Modelle
Seulement pour des modèles
Sólo en ciertos modelos
Apenas para determinados modelos
Alleen voor bepaalde modellen
Tодко для опредеренньx модепей
Vain joissakin malleissa
ÁöïñÜ ìüíï óå ïñéóìÝíá ìïíôÝëá
Pouze u některých modelů
!
EXT
Fissaggio di tipo B (secondo i modelli).
Fixing B (depending on models).
Fixing B (je Nach modell).
Fixation B (selon les modèles).
Fijación B (según los modelos).
Fixação B (dependendo do modelo).
Fixing B (afhankelijk van het model).
Фикcации B завиcимocти мoдели).
Kiinnittäminen B (joissain malleissa).
ÅãêáôÜóôáóç ôïõ ôýðïõ B (óýìöùíá ìå ôá
ìïíôÝëá).
Upevňovací B (v závislosti na modelu).
3,2 x 13 mm
Smontaggio dell’apparecchio (per modelli con fissaggio di tipo C).
Durante le operazioni seguenti sostenere sempre l’apparecchio.
Device disassembly (for models with mounting type C). During the
following operations always support the device.
Abmontieren des Gerätes (für Modelle mit Montage Typ C).
Während der folgenden Arbeiten immer das Gerät abstützen.
Démontage de l’appareil (pour les modèles avec montage type
C). Pendant les opérations suivantes veuillez toujours soutenir
l’appareil.
Para desmontar el aparato (para los modelos con tipo de montaje C).
Durante las operaciones siguientes sostener siempre el aparato.
Desmontagem do aparelho (para modelos com montagem tipo C).
Durante as seguintes operações apoiar sempre o aparelho.
Demontage van het apparaat (voor modellen met type montage C).
Ondersteun het apparaat altijd tijdens de volgende handelingen.
ДЕМОНТДЕМОНТ
ДЕМОНТДЕМОНТ
ДЕМОНТ
АЖ ПРИБОРАЖ ПРИБОР
АЖ ПРИБОРАЖ ПРИБОР
АЖ ПРИБОР
АА
АА
А (для мoдeлeй c Tип Moнтaжa C). При
последующих операциях все время поддерживайте прибор.
Irrotettaessa laitettaIrrotettaessa laitetta
Irrotettaessa laitettaIrrotettaessa laitetta
Irrotettaessa laitetta (asennustavan C mukaiset mallit), laite tulee
tukea seuraavien työvaiheiden aikana.
ÁðåãêáôÜóôáóç ôçò óõóêåõÞò (áöïñÜ óå ìïíôÝëá ìå åãêáôÜóôáóç
ôýðïõ C). Óôçí äéÜñêåéá ôçò åêôÝëåóçò ôùí ðáñáêÜôù åñãáóéþí ç
óõóêåõÞ ðñÝðåé íá óôçñßæåôáé.
Demontáž zarízení (pro modely s typem montáže C). Během
následujících operací zařízení stále přidržujte.
EXT
Nederlands
!!
!!
! De installatie moet worden uitgevoerd door een bevoegde
installateur en volgens de instructies van de fabrikant.
!
Gebruik altijd handschoenen tijdens alle installatie- en
onderhoudswerkzaamheden.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet deze door de fabrikant of de
technische assistentie of door een persoon met soortgelijke kwalificatie
worden vervangen om elk risico te vermijden.
Waarschuwing: Als u de schroeven of bevestiging apparaat te installeren in
overeenstemming met deze instructies kan leiden tot elektrische gevaren.
LET OP: om uw product niet te beschadigen, dienen tijdens de installatie
uitsluitend de bijgeleverde schroeven te worden gebruikt, en wel op de
juiste manier, zoals aangegeven in de volgende instructies.
Bereid de voeding (zie blad “Opgelet”).
Voor Afvoer versie of versie met externe motor uitvoeringen, de
voorbereiding van de pijp voor de luchtafvoer (zie blad “Opgelet”).
AFVOER OF RECIRCULATIE?
De afzuigkap is beschikbaar in verschillende afvoer, recirculatie of versie
met externe motor uitvoeringen. Beslis op voorhand welke installatie u
verkiest. Voor het beste rendement, is het raadzaam (indien mogelijk) een
afvoer of versie met externe motor afzuigkap te installeren.
Afvoer afzuigkap
De kap filtert de afgezogen lucht en voert die af door een afvoerbuis.
Versie met externe motor
De kap filtert de afgezogen lucht en voert die af door een afvoerbuis. Moet
het toestel aan een afzonderlijke afzuigingsdampkap worden aangesloten
Recirculatie afzuigkap
De kap filtert en recirculeert de gezuiverde lucht in de binnenruimte.
BEDIENINGSELEMENTEN
Uitsluitend voor kappen met elektronische bediening:
(modellen verkocht in Scandinavië, de volgende functies niet aanwezig zijn)
De 4e (intensieve) snelheid wordt automatisch na 5' functionering verlaagd naar
de 3e snelheid om het energieverbruik te optimaliseren; in kappen met spanning
120V/60Hz is deze functie niet actief en de 4de versnelling wordt aangeduid
met de letter b (Booster).
- Als de afzuigkap ingeschakeld blijft (licht en/of de motor), dan wordt deze na
10 uur, als er geen opdracht van de gebruiker komt, automatisch in de OFF-
stand gezet, en alle functies worden uitgeschakeld. In kappen met spanning
120V/60Hz is deze functie niet actief.
- Elke keer als er een opdracht wordt ingevoerd via het toetsenbord of de
afstandsbediening (optioneel), wordt er een geluidssignaal “beep” gegeven door
de zoemer.
- Als er tijdens de werking van de afzuigkap de stroomtoevoer wordt
onderbroken, zet de afzuigkap zich automatisch uit, en de knop gaat over in
de OFF-stand. De motor moet dan weer handmatig aangezet worden.
Bedieningselementen van Fig. 1:
A) ON/OFF lampen. Deze toets wordt ook gebruikt voor de functie alarm
vetfilter en koolstoffilter.
Filteralarm: Na 30 uren werking van de motor, licht de RODE led L1
ROSSO op en blijft branden (de vetfilter moet worden gereinigd). Na 120
uren werking van de motor, knippert de RODE led L1 (de koolstoffilter
moet worden vervangen, voor zover de afzuigkap hiervan voorzien is).
Het filteralarm is ALLEEN merkbaar wanneer de motor UIT is. Het
filteralarm wordt teruggesteld (reset URENTELLER) door de toets A
gedurende 2" ingedrukt te houden.
B) Door de toets B in te drukken, start de motor op de eerste snelheid.
De snelheid wordt aangegeven door de brandende GROENE Led L1. Als
hij 2" ingedrukt gehouden wordt, stopt de motor. Wanneer er één keer
op wordt gedrukt, met brandende led, treedt de timerfunctie in werking
(motor aan gedurende 5'), wat wordt aangegeven door de knipperende
led. Om de timerfunctie uit te schakelen, nogmaals drukken.
C) Door de toets C in te drukken, start de motor op de tweede snelheid.
De snelheid wordt aangegeven door de brandende GROENE Led L2.
Wanneer er één keer op wordt gedrukt, met brandende led, treedt de
timerfunctie in werking (motor aan gedurende 5'), wat wordt aangegeven
door de knipperende led. Om de timerfunctie uit te schakelen, nogmaals
drukken.
D) Door de toets D in te drukken, start de motor op de derde snelheid.
De snelheid wordt aangegeven door de brandende GROENE Led L3.
Wanneer er één keer op wordt gedrukt, met brandende led, treedt de
timerfunctie in werking (motor aan gedurende 5'), wat wordt aangegeven
door de knipperende led. Om de timerfunctie uit te schakelen, nogmaals
drukken.
E) Door op de toets E te drukken, start de motor op de vierde snelheid.
De snelheid wordt aangegeven door de brandende GROENE Led L4.
Wanneer er één keer op wordt gedrukt, met brandende led, treedt de
timerfunctie in werking (motor aan gedurende 5'), wat wordt aangegeven
door de knipperende led. Om de timerfunctie uit te schakelen, nogmaals
drukken.
Bedieningselementen van Fig. 2:
A) ON/OFF lampen. Deze toets wordt ook gebruikt voor de functie alarm
vetfilter en koolstoffilter.
Filteralarm: Na 30 uren werking van de motor, licht de RODE led L1
op en blijft branden (de vetfilter moet worden gereinigd). Na 120 uren
werking van de motor, knippert de led L1 (de koolstoffilter moet worden
vervangen, voor zover de afzuigkap hiervan voorzien is). Het filteralarm
is ALLEEN merkbaar wanneer de motor UIT is. Het filteralarm wordt
teruggesteld (reset URENTELLER) door de toets A gedurende 2" ingedrukt
te houden.
B) Door de toets B in te drukken, start de motor op de eerste snelheid.
De snelheid wordt aangegeven door de brandende Led L2. Als hij 2"
ingedrukt gehouden wordt, stopt de motor. Wanneer er één keer op wordt
gedrukt, met brandende led, treedt de timerfunctie in werking (motor aan
gedurende 5'), wat wordt aangegeven door de knipperende led. Om de
timerfunctie uit te schakelen, nogmaals drukken.
C) Door de toets C in te drukken, start de motor op de tweede snelheid.
De snelheid wordt aangegeven door de brandende Led L3. Wanneer er
één keer op wordt gedrukt, met brandende led, treedt de timerfunctie
in werking (motor aan gedurende 5'), wat wordt aangegeven door de
knipperende led. Om de timerfunctie uit te schakelen, nogmaals drukken.
D) Door de toets D in te drukken, start de motor op de derde snelheid.
De snelheid wordt aangegeven door de brandende Led L4. Wanneer er
één keer op wordt gedrukt, met brandende led, treedt de timerfunctie
in werking (motor aan gedurende 5'), wat wordt aangegeven door de
knipperende led. Om de timerfunctie uit te schakelen, nogmaals drukken.
E) Door op de toets E te drukken, start de motor op de vierde snelheid.
De snelheid wordt aangegeven door de brandende Led L5. Wanneer er
één keer op wordt gedrukt, met brandende led, treedt de timerfunctie
in werking (motor aan gedurende 5'), wat wordt aangegeven door de
knipperende led. Om de timerfunctie uit te schakelen, nogmaals drukken.
Bedieningselementen van Fig. 3:
A) ON/OFF lampen. Deze toets wordt ook gebruikt voor de functie alarm
vetfilter en koolstoffilter.
Filteralarm: Na 30 uren werking van de motor, licht de RODE led L1 op
en blijft branden gedurende 30" (de vetfilter moet worden gereinigd). Na
120 uren werking van de motor, knippert de led L1 gedurende 30" (de
koolstoffilter moet worden vervangen, voor zover de afzuigkap hiervan
voorzien is). Het filteralarm is ALLEEN merkbaar wanneer de motor UIT
is. Het filteralarm wordt teruggesteld (reset URENTELLER) door de toets
A gedurende 2" ingedrukt te houden.
B) De toets B schakelt de sensorfunctie in/uit (wanneer de sensorfunctie
ingeschakeld is, licht de led L2 op).
C) Door de toets C in te drukken, start de motor op de eerste snelheid.
De snelheid wordt aangegeven door de brandende Led L3. Als hij 2"
ingedrukt gehouden wordt, stopt de motor.
D) Door de toets D in te drukken, start de motor op de tweede snelheid.
De snelheid wordt aangegeven door de brandende Led L4.
E) Door de toets E in te drukken, start de motor op de derde snelheid.
De snelheid wordt aangegeven door de brandende Led L5.
F) Door op de toets F te drukken, start de motor op de vierde snelheid.
De snelheid wordt aangegeven door de brandende Led L6.
SENSIBILITEIT VAN DE SENSOR: de sensibiliteit van de sensor kan
gewijzigd worden naar eigen behoefte. De sensibiliteit wijzigen door
tegelijkertijd de toets A en de toets B in te drukken. De tot stand gebrachte
sensibiliteit zal duidelijk gemaakt worden door de 4 knipperende led L3, L4,
L5, L6. Door middel van de toetsen C, D, E of F, de gewenste sensibiliteit
tot stand brengen (toets C: minimum sensibiliteit, toets F: maximum
sensibiliteit). Voor de gaskookplaten de laagste gevoeligheid, voor de
vuurvaste kookplaten de matige gevoeligheid en voor de inductieplaten
de hoogste gevoeligheid instellen.
OPGELET: WANNEER DE LED L1 OPLICHT WIL DIT ZEGGEN DAT MEN
DE ANTI-VETFILTERS MOET SCHOONMAKEN OF DAT MEN DE
KOOLSTOFFILTER MOET VERVANGEN.
SENSORFUNCTIE (inschakeling d.m.v. toets B): dit toestel is uitgerust
met een volledig automatisch systeem (Advanced Sensor Control) om alle
functies van de wasemkap te beheren. Het is te danken aan het systeem
Advanced Sensor Control dat de lucht in de keuken steeds zuiver en
geurloos blijft, zonder dat de gebruiker enige ingreep moet uitoefenen. De
gesofisticeerde sensors slagen erin om het even welke geur, wasem, rook
of warmte veroorzaakt door het koken, op te vangen. Het ASC vangt
eveneens eventuele en abnormale aanwezigheid van GAS in de omgeving
op.
Wanneer de sensorfunctie ingeschakeld is, zullen de toetsen C, D, E, F
de snelheid alleen voorlopig regelen, nadien is het de sensor die de
snelheid automatisch regelt.
Let op: om te voorkomen dat de sensor beschadigd wordt, dient men geen
siliconenhoudende producten in de buurt van de afzuigkap te gebruiken!
Bedieningselementen van Fig. 4:
Dit toestel is uitgerust met een volledig automatisch systeem (Advanced
Sensor Control) om alle functies van de wasemkap te beheren. Het is
te danken aan het systeem Advanced Sensor Control dat de lucht in de
keuken steeds zuiver en geurloos blijft, zonder dat de gebruiker enige
ingreep moet uitoefenen. De gesofisticeerde sensors slagen erin om het
even welke geur, wasem, rook of warmte veroorzaakt door het koken, op
te vangen. Het ASC vangt eveneens eventuele en abnormale aanwezigheid
van GAS in de omgeving op.
A) verlichting uit.
B) verlichting aan.
C) Mindert de snelheid van de motor, tot de nulsnelheid wordt bekomen. Indien
hij 2" lang wordt ingedrukt wanneer het Filteralarm actief is, zet hij de UREN-
telling terug op nul.
D) Schakelt de motor in (op de laatst gebruikte snelheid) en verhoogt de snelheid
van de motor tot de maximale snelheid wordt bereikt.
E) Activeert/deactiveert de Sensor (AUTOMATISCH of HANDBEDIENING).
In de Automatische bediening is de sensor actief en verschijnt op de Display
(L) de letter “A”.
L) Display:
- geeft de huidige snelheid weer
- geeft de Automatische bediening weer aan de hand van de letter “A”. Indien
de snelheid van de motor wordt gewijzigd, wordt de huidige snelheid 3-maal
knipperend weergegeven, waarna opnieuw de letter “A” verschijnt.
- meldt het Filteralarm (motor uitgeschakeld) door het centraal segment 30" lang
weer te geven.
FILTERALARM: wordt aangegeven met Uitgeschakelde Motor, gedurende 30":
Na 30u werking, verschijnt op de display het centraal segment; betekent dat
de vetfilters moeten worden gereinigd.
Na 120u werking, knippert op de display het centraal segment; betekent dat
de vetfilters moeten worden gereinigd en de koolstoffilters moeten worden
vervangen.
Wanneer de vetfilters gereinigd zijn (en/of de koolstoffilters vervangen zijn),
wordt tijdens de weergave van het filteralarm gedrukt op de knop C om de
UREN-telling opnieuw te starten (RESET).
Let op: om te voorkomen dat de sensor beschadigd wordt, dient men geen
siliconenhoudende producten in de buurt van de afzuigkap te gebruiken!
GEVOELIGHEID VAN DE GASSENSOR: de gevoeligheid van de sensor kan
volgens de eigen behoefte worden gewijzigd. Om de gevoeligheid te wijzigen,
dient het apparaat zich in de handbediening te vinden (op de display mag niet
de letter “A” maar moet de huidige snelheid weergegeven zijn); zo niet, druk op
de knop E.
Wijzig de gevoeligheid van de sensor door tegelijk te drukken op de knoppen
D en E. De ingestelde gevoeligheid wordt weergegeven op de display. Met de
knoppen C(-) en D(+) wordt de gevoeligheid ingesteld Bewaar de “nieuwe”
gevoeligheid door te drukken op de knop E.
Bedieningselementen van Fig. 5:
Knop A: Lampjes uit. Knop B: Lampjes aan. Knop C : mindert de snelheid van
de motor, tot de minimumsnelheid wordt bereikt. Indien de knop gedurende 2"
ingedrukt wordt gehouden, valt de motor stil en wordt de snelheid in het
geheugen bewaard.
Knop D : schakelt de motor in (op de laatst gebruikte
snelheid) en verhoogt de snelheid van de motor tot de maximale snelheid wordt
bereikt.
Display L:
- geeft de huidige snelheid weer.
- meldt het Filteralarm (motor uitgeschakeld) door het centraal segment weer
te geven.
- meldt de activering van de Timer aan de hand van het knipperend cijfer.
Knop E: activeert de TIMER (motor ingeschakeld), waarbij de kap na 5'
vanzelf uitgaat. Bovendien,
wordt bij een actief Filteralarm de telling van de uren teruggesteld (motor
uitgeschakeld).
FILTERALARM: wordt aangegeven met Uitgeschakelde Motor:
Na 30u werking, licht op de display het centraal segment op; Dit betekent
dat de vetfilters moeten worden gereinigd.
Na 120u werking, knippert op de display het centraal segment; Dit betekent
dat de vetfilters moeten worden gereinigd en de koolstoffilters moeten
worden vervangen.
Wanneer de vetfilters gereinigd zijn (en/of de koolstoffilters vervangen zijn),
wordt tijdens de weergave van het filteralarm gedrukt op de knop E om de
UREN-telling opnieuw te starten (RESET).
Bedieningselementen van Fig. 6:
A): lampjes aan/uit.
B): TIMER inschakelen/uitschakelen: door 1 keer op deze toets te drukken wordt
de timer ingeschakeld, zodat na 5 minuten de motor stopt (tegelijkertijd zal op
het display het nummer van de gekozen snelheid knipperen); de timer blijft
werken als de snelheid van de motor veranderd word.
Display C:
- laat de gekozen motorsnelheid zien (van 1 tot 4);
- laat als het nummer knippert zien dat de timer ingeschakeld is;
- geeft als het middelste gedeelte brandt of knippert aan dat de filters in alarm
zijn.
D): schakelt de motor in ( in de laatst gebruikte snelheid). Door de toets
nogmaals in te drukken, worden de motor-snelheden gekozen van 1 tot en met
4 in opeenvolgende orde. Houdt u de toets circa 2 seconden dan zal de motor
stoppen.
R): reset van de vetfilters en koolstoffilters. Als het filteralarm verschijnt
(d.w.z. als het middelste gedeelte van het display gaat branden) dan moeten
de vetfilters gereinigd worden (er zijn 30 werkingsuren verstreken). Als het
middelste gedeelte daarentegen knippert dan moeten de vetfilters gereinigd
worden en de koolstoffilters vervangen worden (er zijn 120 werkingsuren
verstreken). Is uw afzuigkap niet in de filterversie en zijn de koolstoffilters niet
aanwezig dan hoeft u uiteraard alleen de vetfilters te reinigen, dit geldt zowel
als het middelste gedeelte brandt danwel als het middelste gedeelte knippert.
Het filteralarm verschijnt wanneer de motor uitgeschakeld is en is ongeveer
30 seconden zichtbaar. Om opnieuw te beginnen moet u de toets 2 seconden
gedurende het zichtbaar zijn van het alarm.
Bedieningselementen van Fig. 7:
Dit toestel is uitgerust met een volledig automatisch systeem (Advanced
Sensor Control) om alle functies van de wasemkap te beheren. Het is
te danken aan het systeem Advanced Sensor Control dat de lucht in de
keuken steeds zuiver en geurloos blijft, zonder dat de gebruiker enige
ingreep moet uitoefenen. De gesofisticeerde sensors slagen erin om het
even welke geur, wasem, rook of warmte veroorzaakt door het koken, op
te vangen. Het ASC vangt eveneens eventuele en abnormale aanwezigheid
van GAS in de omgeving op.
A) : schakelt de verlichting in/ uit.
B) : schakelt de “Automatische” functie in / uit. Door deze functie in te
schakelen verschijnt een “A” op het display C en wordt de snelheid van de
motor automatisch hoger of lager, afhankelijk van de dampen, luchtjes en
gas in de keuken.
Display C) : - duidt de automatische werking van de sensor aan (de letter
“A” verschijnt);- het duidt de snelheid van de motor aan die automatisch door
de sensor gekozen is ; - het duidt het filteralarm aan, wanneer het middelste
gedeelte gaat branden of knippert.
D) : deze vermindert de snelheid van de motor / Reset; deze vermindert de
snelheid van de motor tot nul (stop), desalniettemin gaat de afzuigkap na
ongeveer 1 minuut weer automatisch werken op de snelheid die door de
sensor bepaald is. Door tijdens het tonen van het filteralarm op de toets te
drukken, wordt de RESET verkregen, waardoor de uurtelling opnieuw begint.
Toets E : verhoogt de snelheid van de motor, desalniettemin gaat de
afzuigkap na ongeveer 1 minuut weer automatisch werken op de snelheid die
door de sensor bepaald is.
Dit toestel is uitgerust met een volledig automatisch systeem (Advanced
Sensor Control) om alle functies van de wasemkap te beheren. Het is
te danken aan het systeem Advanced Sensor Control dat de lucht in de
keuken steeds zuiver en geurloos blijft, zonder dat de gebruiker enige
ingreep moet uitoefenen. De gesofisticeerde sensors slagen erin om het
even welke geur, wasem, rook of warmte veroorzaakt door het koken, op
te vangen. Het ASC vangt eveneens eventuele en abnormale aanwezigheid
van GAS in de omgeving op.
Wijziging van de gevoeligheid van de sensor: het is mogelijk de gevoeligheid
van de sensor te veranderen, door als volgt te werk te gaan: - stop de
afzuigkap door op toets B te drukken. – Druk tegelijkertijd op de toetsen D
en E (op het display verschijnt de gevoeligheidsindex van de sensor). –
Verhoog of verlaag de gevoeligheidsindex door op de toetsen D of E te
drukken (1 : minimum gevoeligheid / 9: maximum gevoeligheid). – wanneer
de stroomvoorziening onderbroken wordt, gaat de sensor weer met gevoeligheid
5 werken.
Let op: om te voorkomen dat de sensor beschadigd wordt, dient men geen
siliconenhoudende producten in de buurt van de afzuigkap te gebruiken!
Bedieningselementen van Fig. 8:
Schakelaar A: VERLICHTING; stand 0: lampje uit; stand 1: lampje aan.
Schakelaar B - MOTORSNELHEID: Hiermee is het mogelijk om de
werkingssnelheden van de motor te regelen; stand 0: motor staat stil.
C: Controlelampje dat aangeeft dat de motor in werking is.
Bedieningselementen van Fig. 9:
A): schakelt de verlichting in/uit; om de 30 bedrijfsuren gaat het corresponderende
lampje branden om aan te geven dat de vetfilters moeten worden schoongemaakt;
P
om de 120 bedrijfsuren gaat het corresponderende lampje branden om aan te
geven dat de vetfilters moeten worden schoongemaakt en het koolstoffilter
moet worden vervangen. Om de telling van de uren weer te laten starten
(RESET), moet de toets A ongeveer 1” ingedrukt gehouden worden (terwijl het
lampje in werking is).
B): schakelt de motor in op de 1
e
snelheid (het corresponderende lampje gaat
branden); als hij ongeveer 1” ingedrukt gehouden wordt, gaat de motor uit; door
nogmaals op de toets te drukken (terwijl het lampje brandt) wordt de TIMER
geactiveerd, zodat de motor na 5’ stopt (het corresponderende lampje knippert).
C): schakelt de motor in op de 2
e
snelheid (het corresponderende lampje gaat
branden); door nogmaals op de toets te drukken (terwijl het lampje brandt) wordt
de TIMER geactiveerd, zodat de motor na 5’ stopt (het corresponderende lampje
knippert).
D): schakelt de motor in op de 3
e
snelheid (het corresponderende lampje gaat
branden); door de toets nogmaals in te drukken (terwijl het lampje brandt) wordt
de TIMER geactiveerd, zodat de motor na 5’ stopt (het corresponderende lampje
knippert).
E): schakelt de motor in op de 4
e
snelheid (het corresponderende lampje gaat
branden); door de toets nogmaals in te drukken (terwijl het lampje brandt) wordt
de TIMER geactiveerd, zodat de motor na 5’ stopt (het corresponderende lampje
knippert).
ONDERHOUD
! Stroomvoorziening uitschakelen alvorens de afzuigkap te reinigen of
onderhouden.
Reiniging van de afzuigkap
WANNEER: reinigen betreft het gebruik, ten minste om de 2 maanden
brandgevaar te voorkomen.
REINIGING VAN DE BUITENKANT: maak gelakte oppervlakken schoon
m.b.v. een zachte doek, bevochtigd met lauw water en neutraal
reinigingsmiddel; Gebruik specifieke reinigingsmiddelen bestemd voor RVS,
koper of messing.
REINIGING VAN DE BINNENKANT: gebruik een doek/kwast gedrenkt in
gedenatureerde ethylalcohol.
WAARSCHUWING: Gebruik geen schuur- of bijtende middelen (zoals
metaalspons, te harde borstel of agressieve schoonmaakmiddel enz.)
Reiniging van de vetfilters (F)
WANNEER: reinigen betreft het gebruik, ten minste om de 2 maanden
brandgevaar te voorkomen.
REINIGING VAN DE FILTERS: Was de filters met de hand of in de
vaatwasser met een neutraal reinigingsmiddel. De vaatwasser kan de kleur van
de filters iets doen vervagen; dit heeft echter geen invloed op de goede werking
van de filters.
Vervanging van de koolstoffilter
(Alleen voor recirculatie)
WANNEER: vervangen elke 6 maanden afhankelijk van gebruik.
AFNEMEN VAN DE FILTER: Al naar gelang het model dat u heeft
aangeschaft, is de wasemkap voorzien van ronde of rechthoekige
koolstoffilters. Als de wasemkap ronde koolstoffilters (R) heeft, moet
het koolstoffilter worden losgemaakt met een draaiende beweging.
Als de wasemkap een rechthoekig koolstoffilter heeft (P), moet de pal naar
binnen worden geduwd en moet het filter naar beneden worden gedraaid
totdat de 2 lipjes uit hun behuizingen komen.
F
F
R
Verlichting
Bij het vervangen van de lampen van hetzelfde type - als deze lamp niet in
de tabel in het werkblad “OPGELET” staat - neem dan contact op met het
steunpunt.
STORINGEN
Indien er iets niet correct werkt, voordat de technische dienst op te
roepen, voer de eenvoudige onderstaande controles:
Afzuigkap werkt niet
Mogelijke oorzaak (1): De voedingskabel niet aangesloten of niet correct
aangesloten.
Oplossing: De elektrische installatie van de afzuigkap werd niet correct
door de installateur aangesloten. Roep een elektricien/installateur op.
Mogelijke oorzaak (2): Geen snelheid gekozen.
Oplossing: Kies de snelheid in het besturingspaneel.
Indien de deksel zet zich tijdens de normale werking uit, controleer of de
spanning wel aangesloten is en of de meerpolige schakelaar niet
ingeschakeld is.
De afzuiging werkt niet, maar de verlichting wel
Mogelijke oorzaak: De kabel van de afzuigingsmotor is niet aangesloten.
Oplossing: Vind de kabel van de afzuigingsmotor en sluit deze aan.
Controleer of de ventilator werkt. Indien het probleem aanhoudt, roep de
technische dienst op.
Afzuigkap werkt niet correct
Mogelijke oorzaak: Vuile filters/afscheidingen.
Oplossing: Controleer of de filter schoon is.
In het geval van afzuigkappen met kanaalsysteem en afzuigkappen met
externe motor
Mogelijke oorzaak (1): Het kanaalsysteem werd niet conform de eisen
uitgevoerd. Indien de lengte van het kanaal de eisen van de producent
overschrijdt, gaat de afzuigkap niet optimaal werken. Indien de diameter
van het kanaal te klein is of in het systeem te veel elleboog koppelingen
zijn, gaat ook de doorstroom van de lucht langzamer zijn.
Tijdens de montage van het afvoerkanaal dienen de officiële instructies
van de bevoegde organen te worden opgevolgd (bv. de afgezogen lucht
mag niet naar het kanaal gaan dat als deel van de centrale
verwarmingsinstallatie of thermosifon ezv. gebruikt wordt). De ruimte
heeft ventilatieopeningen.
neem contact met de installateur op.
Mogelijke oorzaak (2): Het kanaal is verstopt.
Oplossing: controleer of het ventilatiekanaal niet geblokkeerd is
(vogelnesten of gordels).
Mogelijke oorzaak (3): De klep van het ventiel opent niet.
Oplossing: Controleer of de band uit de kleppen van het ventiel
verwijderd werd en of deze vrij bewegen.
Bij afzuigkappen met filter
Mogelijke oorzaak: koolstoffilter is volledig vol.
Oplossing: vervang ge koolstoffilter.
De verlichting werkt niet
Reflectoren (LED):
Indien deze soort verlichting niet in de onderstaande tabel met “Opgelet”
zich bevindt, neem contact met de technische dienst op.
Gloeilampen:
Mogelijke oorzaak: Beschadigde gloeilamp of de behuizing of de
voedingskabel niet aangesloten is.
Oplossing: plaats de gloeilamp in een andere behuizing; indien deze
steeds niet werkt, vervang de gloeilamp; indien wel werkt, is de
behuizing beschadigd of de voedingskabel niet aangesloten is. Roep de
technische dienst op.
Halogeenlampen:
Mogelijke oorzaak: Beschadigde halogeenlamp of de behuizing of de
voedingskabel niet aangesloten is.
Oplossing: vervang de halogeenlamp. Indien het probleem aanhoudt,
roep de technische dienst op.
Afstandsbediening werkt niet (indien in de set)
Mogelijke oorzaak (1): Geen verbinding tussen de afstandsbediening en
afzuigkap.
Oplossing: Controleer of de bedieningsknoppen op de afzuigkap correct
werken.
Zet de spanning van de afzuigkap met gebruik van de circuitonderbreker
uit; vervolgens zet deze opnieuw aan. Maak opnieuw de verbinding tussen
de afstandsbediening en afzuigkap, volg daarbij de gebruiksaanwijzing van
de afstandsbediening op.
Mogelijke oorzaak (2): Lege de batterij in afstandsbediening.
Oplossing: Vervang de batterij.
Vergrendeling van het verticale telescopische blad (indien in de
set)
Indien alle LED-diodes knipperen, is het telescopische blad vergrendeld.
Wacht 30 seconden en druk op de knop boven of beneden om het blad
te ontgrendelen.
Indien de knop boven/beneden knippert, bevindt zich de smeerfilter niet
in de juiste positie. Plaats deze in de juiste positie.
Indien het blad vergrendeld is, controleer of de voedingskabel wel
aangesloten is. Indien het probleem aanhoudt, roep de technische dienst
op.

Documenttranscriptie

IT Italiano EN English DE Deutsch FR Français ES Español PT Português NL Nederlands RU Русский FI Suomi GR ÅëëçíéêÜ CZ Čeština Istruzioni per l’uso Instructions for use Betriebsanleitung Mode d’emploi Instrucciones de uso Instruções de uso Gebruiksaanwijzingen Руководство по эксплуатации Käyttöohjeet Ïäçãßåò ÷ñÞóçò Návod k použití ! EXT Solo per certi modelli Only certain models Nur für bestimmte Modelle Seulement pour des modèles Sólo en ciertos modelos Apenas para determinados modelos Alleen voor bepaalde modellen Tодко для опредеренньx модепей Vain joissakin malleissa ÁöïñÜ ìüíï óå ïñéóìÝíá ìïíôÝëá Pouze u některých modelů Fissaggio di tipo B (secondo i modelli). Fixing B (depending on models). Fixing B (je Nach modell). Fixation B (selon les modèles). Fijación B (según los modelos). Fixação B (dependendo do modelo). Fixing B (afhankelijk van het model). Фикcации B (в завиcимocти oт мoдели). Kiinnittäminen B (joissain malleissa). ÅãêáôÜóôáóç ôïõ ôýðïõ B (óýìöùíá ìå ôá ìïíôÝëá). Upevňovací B (v závislosti na modelu). 3,2 x 13 mm EXT Smontaggio dell’apparecchio (per modelli con fissaggio di tipo C). Durante le operazioni seguenti sostenere sempre l’apparecchio. Device disassembly (for models with mounting type C). During the following operations always support the device. Abmontieren des Gerätes (für Modelle mit Montage Typ C). Während der folgenden Arbeiten immer das Gerät abstützen. Démontage de l’appareil (pour les modèles avec montage type C). Pendant les opérations suivantes veuillez toujours soutenir l’appareil. Para desmontar el aparato (para los modelos con tipo de montaje C). Durante las operaciones siguientes sostener siempre el aparato. Desmontagem do aparelho (para modelos com montagem tipo C). Durante as seguintes operações apoiar sempre o aparelho. Demontage van het apparaat (voor modellen met type montage C). Ondersteun het apparaat altijd tijdens de volgende handelingen. ДЕМОНТ АЖ ПРИБОР А (для мoдeлeй c Tип Moнтaжa C). При ДЕМОНТАЖ ПРИБОРА последующих операциях все время поддерживайте прибор. Irrotettaessa laitetta (asennustavan C mukaiset mallit), laite tulee tukea seuraavien työvaiheiden aikana. ÁðåãêáôÜóôáóç ôçò óõóêåõÞò (áöïñÜ óå ìïíôÝëá ìå åãêáôÜóôáóç ôýðïõ C). Óôçí äéÜñêåéá ôçò åêôÝëåóçò ôùí ðáñáêÜôù åñãáóéþí ç óõóêåõÞ ðñÝðåé íá óôçñßæåôáé. Demontáž zarízení (pro modely s typem montáže C). Během následujících operací zařízení stále přidržujte. Nederlands ! De installatie moet worden uitgevoerd door een bevoegde installateur en volgens de instructies van de fabrikant. ! Gebruik altijd handschoenen tijdens alle installatie- en onderhoudswerkzaamheden. Als de voedingskabel beschadigd is, moet deze door de fabrikant of de technische assistentie of door een persoon met soortgelijke kwalificatie worden vervangen om elk risico te vermijden. Waarschuwing: Als u de schroeven of bevestiging apparaat te installeren in overeenstemming met deze instructies kan leiden tot elektrische gevaren. LET OP: om uw product niet te beschadigen, dienen tijdens de installatie uitsluitend de bijgeleverde schroeven te worden gebruikt, en wel op de juiste manier, zoals aangegeven in de volgende instructies. Bereid de voeding (zie blad “Opgelet”). Voor Afvoer versie of versie met externe motor uitvoeringen, de voorbereiding van de pijp voor de luchtafvoer (zie blad “Opgelet”). AFVOER OF RECIRCULATIE? De afzuigkap is beschikbaar in verschillende afvoer, recirculatie of versie met externe motor uitvoeringen. Beslis op voorhand welke installatie u verkiest. Voor het beste rendement, is het raadzaam (indien mogelijk) een afvoer of versie met externe motor afzuigkap te installeren. Afvoer afzuigkap De kap filtert de afgezogen lucht en voert die af door een afvoerbuis. Versie met externe motor De kap filtert de afgezogen lucht en voert die af door een afvoerbuis. Moet het toestel aan een afzonderlijke afzuigingsdampkap worden aangesloten Recirculatie afzuigkap De kap filtert en recirculeert de gezuiverde lucht in de binnenruimte. BEDIENINGSELEMENTEN Uitsluitend voor kappen met elektronische bediening: (modellen verkocht in Scandinavië, de volgende functies niet aanwezig zijn) De 4e (intensieve) snelheid wordt automatisch na 5' functionering verlaagd naar de 3e snelheid om het energieverbruik te optimaliseren; in kappen met spanning 120V/60Hz is deze functie niet actief en de 4de versnelling wordt aangeduid met de letter b (Booster). - Als de afzuigkap ingeschakeld blijft (licht en/of de motor), dan wordt deze na 10 uur, als er geen opdracht van de gebruiker komt, automatisch in de OFFstand gezet, en alle functies worden uitgeschakeld. In kappen met spanning 120V/60Hz is deze functie niet actief. - Elke keer als er een opdracht wordt ingevoerd via het toetsenbord of de afstandsbediening (optioneel), wordt er een geluidssignaal “beep” gegeven door de zoemer. - Als er tijdens de werking van de afzuigkap de stroomtoevoer wordt onderbroken, zet de afzuigkap zich automatisch uit, en de knop gaat over in de OFF-stand. De motor moet dan weer handmatig aangezet worden. Bedieningselementen van Fig. 1: A) ON/OFF lampen. Deze toets wordt ook gebruikt voor de functie alarm vetfilter en koolstoffilter. Filteralarm: Na 30 uren werking van de motor, licht de RODE led L1 ROSSO op en blijft branden (de vetfilter moet worden gereinigd). Na 120 uren werking van de motor, knippert de RODE led L1 (de koolstoffilter moet worden vervangen, voor zover de afzuigkap hiervan voorzien is). Het filteralarm is ALLEEN merkbaar wanneer de motor UIT is. Het filteralarm wordt teruggesteld (reset URENTELLER) door de toets A gedurende 2" ingedrukt te houden. B) Door de toets B in te drukken, start de motor op de eerste snelheid. De snelheid wordt aangegeven door de brandende GROENE Led L1. Als hij 2" ingedrukt gehouden wordt, stopt de motor. Wanneer er één keer op wordt gedrukt, met brandende led, treedt de timerfunctie in werking (motor aan gedurende 5'), wat wordt aangegeven door de knipperende led. Om de timerfunctie uit te schakelen, nogmaals drukken. C) Door de toets C in te drukken, start de motor op de tweede snelheid. De snelheid wordt aangegeven door de brandende GROENE Led L2. Wanneer er één keer op wordt gedrukt, met brandende led, treedt de timerfunctie in werking (motor aan gedurende 5'), wat wordt aangegeven door de knipperende led. Om de timerfunctie uit te schakelen, nogmaals drukken. D) Door de toets D in te drukken, start de motor op de derde snelheid. De snelheid wordt aangegeven door de brandende GROENE Led L3. Wanneer er één keer op wordt gedrukt, met brandende led, treedt de timerfunctie in werking (motor aan gedurende 5'), wat wordt aangegeven door de knipperende led. Om de timerfunctie uit te schakelen, nogmaals drukken. E) Door op de toets E te drukken, start de motor op de vierde snelheid. De snelheid wordt aangegeven door de brandende GROENE Led L4. Wanneer er één keer op wordt gedrukt, met brandende led, treedt de timerfunctie in werking (motor aan gedurende 5'), wat wordt aangegeven door de knipperende led. Om de timerfunctie uit te schakelen, nogmaals drukken. Bedieningselementen van Fig. 2: A) ON/OFF lampen. Deze toets wordt ook gebruikt voor de functie alarm vetfilter en koolstoffilter. Filteralarm: Na 30 uren werking van de motor, licht de RODE led L1 op en blijft branden (de vetfilter moet worden gereinigd). Na 120 uren werking van de motor, knippert de led L1 (de koolstoffilter moet worden vervangen, voor zover de afzuigkap hiervan voorzien is). Het filteralarm is ALLEEN merkbaar wanneer de motor UIT is. Het filteralarm wordt teruggesteld (reset URENTELLER) door de toets A gedurende 2" ingedrukt te houden. B) Door de toets B in te drukken, start de motor op de eerste snelheid. De snelheid wordt aangegeven door de brandende Led L2. Als hij 2" ingedrukt gehouden wordt, stopt de motor. Wanneer er één keer op wordt gedrukt, met brandende led, treedt de timerfunctie in werking (motor aan gedurende 5'), wat wordt aangegeven door de knipperende led. Om de timerfunctie uit te schakelen, nogmaals drukken. C) Door de toets C in te drukken, start de motor op de tweede snelheid. De snelheid wordt aangegeven door de brandende Led L3. Wanneer er één keer op wordt gedrukt, met brandende led, treedt de timerfunctie in werking (motor aan gedurende 5'), wat wordt aangegeven door de knipperende led. Om de timerfunctie uit te schakelen, nogmaals drukken. D) Door de toets D in te drukken, start de motor op de derde snelheid. De snelheid wordt aangegeven door de brandende Led L4. Wanneer er één keer op wordt gedrukt, met brandende led, treedt de timerfunctie in werking (motor aan gedurende 5'), wat wordt aangegeven door de knipperende led. Om de timerfunctie uit te schakelen, nogmaals drukken. E) Door op de toets E te drukken, start de motor op de vierde snelheid. De snelheid wordt aangegeven door de brandende Led L5. Wanneer er één keer op wordt gedrukt, met brandende led, treedt de timerfunctie in werking (motor aan gedurende 5'), wat wordt aangegeven door de knipperende led. Om de timerfunctie uit te schakelen, nogmaals drukken. Bedieningselementen van Fig. 3: A) ON/OFF lampen. Deze toets wordt ook gebruikt voor de functie alarm vetfilter en koolstoffilter. Filteralarm: Na 30 uren werking van de motor, licht de RODE led L1 op en blijft branden gedurende 30" (de vetfilter moet worden gereinigd). Na 120 uren werking van de motor, knippert de led L1 gedurende 30" (de koolstoffilter moet worden vervangen, voor zover de afzuigkap hiervan voorzien is). Het filteralarm is ALLEEN merkbaar wanneer de motor UIT is. Het filteralarm wordt teruggesteld (reset URENTELLER) door de toets A gedurende 2" ingedrukt te houden. B) De toets B schakelt de sensorfunctie in/uit (wanneer de sensorfunctie ingeschakeld is, licht de led L2 op). C) Door de toets C in te drukken, start de motor op de eerste snelheid. De snelheid wordt aangegeven door de brandende Led L3. Als hij 2" ingedrukt gehouden wordt, stopt de motor. D) Door de toets D in te drukken, start de motor op de tweede snelheid. De snelheid wordt aangegeven door de brandende Led L4. E) Door de toets E in te drukken, start de motor op de derde snelheid. De snelheid wordt aangegeven door de brandende Led L5. F) Door op de toets F te drukken, start de motor op de vierde snelheid. De snelheid wordt aangegeven door de brandende Led L6. SENSIBILITEIT VAN DE SENSOR: de sensibiliteit van de sensor kan gewijzigd worden naar eigen behoefte. De sensibiliteit wijzigen door tegelijkertijd de toets A en de toets B in te drukken. De tot stand gebrachte sensibiliteit zal duidelijk gemaakt worden door de 4 knipperende led L3, L4, L5, L6. Door middel van de toetsen C, D, E of F, de gewenste sensibiliteit tot stand brengen (toets C: minimum sensibiliteit, toets F: maximum sensibiliteit). Voor de gaskookplaten de laagste gevoeligheid, voor de vuurvaste kookplaten de matige gevoeligheid en voor de inductieplaten de hoogste gevoeligheid instellen. OPGELET: WANNEER DE LED L1 OPLICHT WIL DIT ZEGGEN DAT MEN DE ANTI-VETFILTERS MOET SCHOONMAKEN OF DAT MEN DE KOOLSTOFFILTER MOET VERVANGEN. SENSORFUNCTIE (inschakeling d.m.v. toets B): dit toestel is uitgerust met een volledig automatisch systeem (Advanced Sensor Control) om alle functies van de wasemkap te beheren. Het is te danken aan het systeem Advanced Sensor Control dat de lucht in de keuken steeds zuiver en geurloos blijft, zonder dat de gebruiker enige ingreep moet uitoefenen. De gesofisticeerde sensors slagen erin om het even welke geur, wasem, rook of warmte veroorzaakt door het koken, op te vangen. Het ASC vangt eveneens eventuele en abnormale aanwezigheid van GAS in de omgeving op. Wanneer de sensorfunctie ingeschakeld is, zullen de toetsen C, D, E, F de snelheid alleen voorlopig regelen, nadien is het de sensor die de snelheid automatisch regelt. Let op: om te voorkomen dat de sensor beschadigd wordt, dient men geen siliconenhoudende producten in de buurt van de afzuigkap te gebruiken! Bedieningselementen van Fig. 4: Dit toestel is uitgerust met een volledig automatisch systeem (Advanced Sensor Control) om alle functies van de wasemkap te beheren. Het is te danken aan het systeem Advanced Sensor Control dat de lucht in de keuken steeds zuiver en geurloos blijft, zonder dat de gebruiker enige ingreep moet uitoefenen. De gesofisticeerde sensors slagen erin om het even welke geur, wasem, rook of warmte veroorzaakt door het koken, op te vangen. Het ASC vangt eveneens eventuele en abnormale aanwezigheid van GAS in de omgeving op. A) verlichting uit. B) verlichting aan. C) Mindert de snelheid van de motor, tot de nulsnelheid wordt bekomen. Indien hij 2" lang wordt ingedrukt wanneer het Filteralarm actief is, zet hij de URENtelling terug op nul. D) Schakelt de motor in (op de laatst gebruikte snelheid) en verhoogt de snelheid van de motor tot de maximale snelheid wordt bereikt. E) Activeert/deactiveert de Sensor (AUTOMATISCH of HANDBEDIENING). In de Automatische bediening is de sensor actief en verschijnt op de Display (L) de letter “A”. L) Display: - geeft de huidige snelheid weer - geeft de Automatische bediening weer aan de hand van de letter “A”. Indien de snelheid van de motor wordt gewijzigd, wordt de huidige snelheid 3-maal knipperend weergegeven, waarna opnieuw de letter “A” verschijnt. - meldt het Filteralarm (motor uitgeschakeld) door het centraal segment 30" lang weer te geven. FILTERALARM: wordt aangegeven met Uitgeschakelde Motor, gedurende 30": Na 30u werking, verschijnt op de display het centraal segment; betekent dat de vetfilters moeten worden gereinigd. Na 120u werking, knippert op de display het centraal segment; betekent dat de vetfilters moeten worden gereinigd en de koolstoffilters moeten worden vervangen. Wanneer de vetfilters gereinigd zijn (en/of de koolstoffilters vervangen zijn), wordt tijdens de weergave van het filteralarm gedrukt op de knop C om de UREN-telling opnieuw te starten (RESET). Let op: om te voorkomen dat de sensor beschadigd wordt, dient men geen siliconenhoudende producten in de buurt van de afzuigkap te gebruiken! GEVOELIGHEID VAN DE GASSENSOR: de gevoeligheid van de sensor kan volgens de eigen behoefte worden gewijzigd. Om de gevoeligheid te wijzigen, dient het apparaat zich in de handbediening te vinden (op de display mag niet de letter “A” maar moet de huidige snelheid weergegeven zijn); zo niet, druk op de knop E. Wijzig de gevoeligheid van de sensor door tegelijk te drukken op de knoppen D en E. De ingestelde gevoeligheid wordt weergegeven op de display. Met de knoppen C(-) en D(+) wordt de gevoeligheid ingesteld Bewaar de “nieuwe” gevoeligheid door te drukken op de knop E. Bedieningselementen van Fig. 5: Knop A: Lampjes uit. Knop B: Lampjes aan. Knop C : mindert de snelheid van de motor, tot de minimumsnelheid wordt bereikt. Indien de knop gedurende 2" ingedrukt wordt gehouden, valt de motor stil en wordt de snelheid in het geheugen bewaard. Knop D : schakelt de motor in (op de laatst gebruikte snelheid) en verhoogt de snelheid van de motor tot de maximale snelheid wordt bereikt. Display L: - geeft de huidige snelheid weer. - meldt het Filteralarm (motor uitgeschakeld) door het centraal segment weer te geven. - meldt de activering van de Timer aan de hand van het knipperend cijfer. Knop E: activeert de TIMER (motor ingeschakeld), waarbij de kap na 5' vanzelf uitgaat. Bovendien, wordt bij een actief Filteralarm de telling van de uren teruggesteld (motor uitgeschakeld). FILTERALARM: wordt aangegeven met Uitgeschakelde Motor: Na 30u werking, licht op de display het centraal segment op; Dit betekent dat de vetfilters moeten worden gereinigd. Na 120u werking, knippert op de display het centraal segment; Dit betekent dat de vetfilters moeten worden gereinigd en de koolstoffilters moeten worden vervangen. Wanneer de vetfilters gereinigd zijn (en/of de koolstoffilters vervangen zijn), wordt tijdens de weergave van het filteralarm gedrukt op de knop E om de UREN-telling opnieuw te starten (RESET). Bedieningselementen van Fig. 6: A): lampjes aan/uit. B): TIMER inschakelen/uitschakelen: door 1 keer op deze toets te drukken wordt de timer ingeschakeld, zodat na 5 minuten de motor stopt (tegelijkertijd zal op het display het nummer van de gekozen snelheid knipperen); de timer blijft werken als de snelheid van de motor veranderd word. Display C: - laat de gekozen motorsnelheid zien (van 1 tot 4); - laat als het nummer knippert zien dat de timer ingeschakeld is; - geeft als het middelste gedeelte brandt of knippert aan dat de filters in alarm zijn. D): schakelt de motor in ( in de laatst gebruikte snelheid). Door de toets nogmaals in te drukken, worden de motor-snelheden gekozen van 1 tot en met 4 in opeenvolgende orde. Houdt u de toets circa 2 seconden dan zal de motor stoppen. R): reset van de vetfilters en koolstoffilters. Als het filteralarm verschijnt (d.w.z. als het middelste gedeelte van het display gaat branden) dan moeten de vetfilters gereinigd worden (er zijn 30 werkingsuren verstreken). Als het middelste gedeelte daarentegen knippert dan moeten de vetfilters gereinigd worden en de koolstoffilters vervangen worden (er zijn 120 werkingsuren verstreken). Is uw afzuigkap niet in de filterversie en zijn de koolstoffilters niet aanwezig dan hoeft u uiteraard alleen de vetfilters te reinigen, dit geldt zowel als het middelste gedeelte brandt danwel als het middelste gedeelte knippert. Het filteralarm verschijnt wanneer de motor uitgeschakeld is en is ongeveer 30 seconden zichtbaar. Om opnieuw te beginnen moet u de toets 2 seconden gedurende het zichtbaar zijn van het alarm. Bedieningselementen van Fig. 7: Dit toestel is uitgerust met een volledig automatisch systeem (Advanced Sensor Control) om alle functies van de wasemkap te beheren. Het is te danken aan het systeem Advanced Sensor Control dat de lucht in de keuken steeds zuiver en geurloos blijft, zonder dat de gebruiker enige ingreep moet uitoefenen. De gesofisticeerde sensors slagen erin om het even welke geur, wasem, rook of warmte veroorzaakt door het koken, op te vangen. Het ASC vangt eveneens eventuele en abnormale aanwezigheid van GAS in de omgeving op. A) : schakelt de verlichting in/ uit. B) : schakelt de “Automatische” functie in / uit. Door deze functie in te schakelen verschijnt een “A” op het display C en wordt de snelheid van de motor automatisch hoger of lager, afhankelijk van de dampen, luchtjes en gas in de keuken. Display C) : - duidt de automatische werking van de sensor aan (de letter “A” verschijnt);- het duidt de snelheid van de motor aan die automatisch door de sensor gekozen is ; - het duidt het filteralarm aan, wanneer het middelste gedeelte gaat branden of knippert. D) : deze vermindert de snelheid van de motor / Reset; deze vermindert de snelheid van de motor tot nul (stop), desalniettemin gaat de afzuigkap na ongeveer 1 minuut weer automatisch werken op de snelheid die door de sensor bepaald is. Door tijdens het tonen van het filteralarm op de toets te drukken, wordt de RESET verkregen, waardoor de uurtelling opnieuw begint. Toets E : verhoogt de snelheid van de motor, desalniettemin gaat de afzuigkap na ongeveer 1 minuut weer automatisch werken op de snelheid die door de sensor bepaald is. Dit toestel is uitgerust met een volledig automatisch systeem (Advanced Sensor Control) om alle functies van de wasemkap te beheren. Het is te danken aan het systeem Advanced Sensor Control dat de lucht in de keuken steeds zuiver en geurloos blijft, zonder dat de gebruiker enige ingreep moet uitoefenen. De gesofisticeerde sensors slagen erin om het even welke geur, wasem, rook of warmte veroorzaakt door het koken, op te vangen. Het ASC vangt eveneens eventuele en abnormale aanwezigheid van GAS in de omgeving op. Wijziging van de gevoeligheid van de sensor: het is mogelijk de gevoeligheid van de sensor te veranderen, door als volgt te werk te gaan: - stop de afzuigkap door op toets B te drukken. – Druk tegelijkertijd op de toetsen D en E (op het display verschijnt de gevoeligheidsindex van de sensor). – Verhoog of verlaag de gevoeligheidsindex door op de toetsen D of E te drukken (1 : minimum gevoeligheid / 9: maximum gevoeligheid). – wanneer de stroomvoorziening onderbroken wordt, gaat de sensor weer met gevoeligheid 5 werken. Let op: om te voorkomen dat de sensor beschadigd wordt, dient men geen siliconenhoudende producten in de buurt van de afzuigkap te gebruiken! Bedieningselementen van Fig. 8: Schakelaar A: VERLICHTING; stand 0: lampje uit; stand 1: lampje aan. Schakelaar B - MOTORSNELHEID: Hiermee is het mogelijk om de werkingssnelheden van de motor te regelen; stand 0: motor staat stil. C: Controlelampje dat aangeeft dat de motor in werking is. Bedieningselementen van Fig. 9: A): schakelt de verlichting in/uit; om de 30 bedrijfsuren gaat het corresponderende lampje branden om aan te geven dat de vetfilters moeten worden schoongemaakt; om de 120 bedrijfsuren gaat het corresponderende lampje branden om aan te geven dat de vetfilters moeten worden schoongemaakt en het koolstoffilter moet worden vervangen. Om de telling van de uren weer te laten starten (RESET), moet de toets A ongeveer 1” ingedrukt gehouden worden (terwijl het lampje in werking is). B): schakelt de motor in op de 1e snelheid (het corresponderende lampje gaat branden); als hij ongeveer 1” ingedrukt gehouden wordt, gaat de motor uit; door nogmaals op de toets te drukken (terwijl het lampje brandt) wordt de TIMER geactiveerd, zodat de motor na 5’ stopt (het corresponderende lampje knippert). C): schakelt de motor in op de 2e snelheid (het corresponderende lampje gaat branden); door nogmaals op de toets te drukken (terwijl het lampje brandt) wordt de TIMER geactiveerd, zodat de motor na 5’ stopt (het corresponderende lampje knippert). D): schakelt de motor in op de 3e snelheid (het corresponderende lampje gaat branden); door de toets nogmaals in te drukken (terwijl het lampje brandt) wordt de TIMER geactiveerd, zodat de motor na 5’ stopt (het corresponderende lampje knippert). E): schakelt de motor in op de 4e snelheid (het corresponderende lampje gaat branden); door de toets nogmaals in te drukken (terwijl het lampje brandt) wordt de TIMER geactiveerd, zodat de motor na 5’ stopt (het corresponderende lampje knippert). Vervanging van de koolstoffilter (Alleen voor recirculatie) WANNEER: vervangen elke 6 maanden afhankelijk van gebruik. AFNEMEN VAN DE FILTER: Al naar gelang het model dat u heeft aangeschaft, is de wasemkap voorzien van ronde of rechthoekige koolstoffilters. Als de wasemkap ronde koolstoffilters (R) heeft, moet het koolstoffilter worden losgemaakt met een draaiende beweging. Als de wasemkap een rechthoekig koolstoffilter heeft (P), moet de pal naar binnen worden geduwd en moet het filter naar beneden worden gedraaid totdat de 2 lipjes uit hun behuizingen komen. R ONDERHOUD ! Stroomvoorziening uitschakelen alvorens de afzuigkap te reinigen of onderhouden. Reiniging van de afzuigkap WANNEER: reinigen betreft het gebruik, ten minste om de 2 maanden brandgevaar te voorkomen. REINIGING VAN DE BUITENKANT: maak gelakte oppervlakken schoon m.b.v. een zachte doek, bevochtigd met lauw water en neutraal reinigingsmiddel; Gebruik specifieke reinigingsmiddelen bestemd voor RVS, koper of messing. REINIGING VAN DE BINNENKANT: gebruik een doek/kwast gedrenkt in gedenatureerde ethylalcohol. WAARSCHUWING: Gebruik geen schuur- of bijtende middelen (zoals metaalspons, te harde borstel of agressieve schoonmaakmiddel enz.) Reiniging van de vetfilters (F) WANNEER: reinigen betreft het gebruik, ten minste om de 2 maanden brandgevaar te voorkomen. REINIGING VAN DE FILTERS: Was de filters met de hand of in de vaatwasser met een neutraal reinigingsmiddel. De vaatwasser kan de kleur van de filters iets doen vervagen; dit heeft echter geen invloed op de goede werking van de filters. F F P Verlichting Bij het vervangen van de lampen van hetzelfde type - als deze lamp niet in de tabel in het werkblad “OPGELET” staat - neem dan contact op met het steunpunt. STORINGEN Indien er iets niet correct werkt, voordat de technische dienst op te roepen, voer de eenvoudige onderstaande controles: • Afzuigkap werkt niet Mogelijke oorzaak (1): De voedingskabel niet aangesloten of niet correct aangesloten. Oplossing: De elektrische installatie van de afzuigkap werd niet correct door de installateur aangesloten. Roep een elektricien/installateur op. Mogelijke oorzaak (2): Geen snelheid gekozen. Oplossing: Kies de snelheid in het besturingspaneel. Indien de deksel zet zich tijdens de normale werking uit, controleer of de spanning wel aangesloten is en of de meerpolige schakelaar niet ingeschakeld is. • De afzuiging werkt niet, maar de verlichting wel Mogelijke oorzaak: De kabel van de afzuigingsmotor is niet aangesloten. Oplossing: Vind de kabel van de afzuigingsmotor en sluit deze aan. Controleer of de ventilator werkt. Indien het probleem aanhoudt, roep de technische dienst op. • Afzuigkap werkt niet correct Mogelijke oorzaak: Vuile filters/afscheidingen. Oplossing: Controleer of de filter schoon is. In het geval van afzuigkappen met kanaalsysteem en afzuigkappen met externe motor Mogelijke oorzaak (1): Het kanaalsysteem werd niet conform de eisen uitgevoerd. Indien de lengte van het kanaal de eisen van de producent overschrijdt, gaat de afzuigkap niet optimaal werken. Indien de diameter van het kanaal te klein is of in het systeem te veel elleboog koppelingen zijn, gaat ook de doorstroom van de lucht langzamer zijn. Tijdens de montage van het afvoerkanaal dienen de officiële instructies van de bevoegde organen te worden opgevolgd (bv. de afgezogen lucht mag niet naar het kanaal gaan dat als deel van de centrale verwarmingsinstallatie of thermosifon ezv. gebruikt wordt). De ruimte heeft ventilatieopeningen. neem contact met de installateur op. Mogelijke oorzaak (2): Het kanaal is verstopt. Oplossing: controleer of het ventilatiekanaal niet geblokkeerd is (vogelnesten of gordels). Mogelijke oorzaak (3): De klep van het ventiel opent niet. Oplossing: Controleer of de band uit de kleppen van het ventiel verwijderd werd en of deze vrij bewegen. Bij afzuigkappen met filter Mogelijke oorzaak: koolstoffilter is volledig vol. Oplossing: vervang ge koolstoffilter. • De verlichting werkt niet Reflectoren (LED): Indien deze soort verlichting niet in de onderstaande tabel met “Opgelet” zich bevindt, neem contact met de technische dienst op. Gloeilampen: Mogelijke oorzaak: Beschadigde gloeilamp of de behuizing of de voedingskabel niet aangesloten is. Oplossing: plaats de gloeilamp in een andere behuizing; indien deze steeds niet werkt, vervang de gloeilamp; indien wel werkt, is de behuizing beschadigd of de voedingskabel niet aangesloten is. Roep de technische dienst op. Halogeenlampen: Mogelijke oorzaak: Beschadigde halogeenlamp of de behuizing of de voedingskabel niet aangesloten is. Oplossing: vervang de halogeenlamp. Indien het probleem aanhoudt, roep de technische dienst op. • Afstandsbediening werkt niet (indien in de set) Mogelijke oorzaak (1): Geen verbinding tussen de afstandsbediening en afzuigkap. Oplossing: Controleer of de bedieningsknoppen op de afzuigkap correct werken. Zet de spanning van de afzuigkap met gebruik van de circuitonderbreker uit; vervolgens zet deze opnieuw aan. Maak opnieuw de verbinding tussen de afstandsbediening en afzuigkap, volg daarbij de gebruiksaanwijzing van de afstandsbediening op. Mogelijke oorzaak (2): Lege de batterij in afstandsbediening. Oplossing: Vervang de batterij. • Vergrendeling van het verticale telescopische blad (indien in de set) Indien alle LED-diodes knipperen, is het telescopische blad vergrendeld. Wacht 30 seconden en druk op de knop boven of beneden om het blad te ontgrendelen. Indien de knop boven/beneden knippert, bevindt zich de smeerfilter niet in de juiste positie. Plaats deze in de juiste positie. Indien het blad vergrendeld is, controleer of de voedingskabel wel aangesloten is. Indien het probleem aanhoudt, roep de technische dienst op.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

Candy CBG6250X Handleiding

Categorie
Afzuigkappen
Type
Handleiding