Aeg-Electrolux LAV46270 Handleiding

Type
Handleiding
LAVAMAT 46270
De wasautomaat die het milieu ontziet
Informatie voor de gebruiker
PERFEKT IN FORM UND FUNKTION
2
Geachte klant,
Lees deze gebruiksaanwijzing a.u.b. zorgvuldig door en bewaar dezehet
boekje zodat u nog eens iets kunt nalezen.
Geeft u deze gebruikersinformatie a.u.b. aan de eventuele volgende ei-
genaar van het apparaat door.
De volgen symbolen worden in de tekst gebruikt :
Veiligheidsaanwijzingen
Waarschuwing! Aanwijzingen die voor uw eigen veiligheid dienen.
Let op! Aanwijzingen die ter voorkoming van schade aan het apparaat
dienen.
Aanwijzingen en praktische tips
Milieu-informatie
Mocht er een storing optreden, dan vindt u in dit boekje aanwijzingen
om kleine storingen zelf op te heffen, zie hoofdstuk "Wat te doen als...".
Bij technische problemen kunt u altijd contact opnemen met de AEG
fabrieksservice, zie hoofdstuk "Service".
Gedrukt op milieuvriendelijk geproduceerd papier.
Wie milieubewust denkt, handelt ook zo
Informatie voor de gebruiker
3
INHOUD
Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid .........................................................5
Vóór het in gebruik nemen ......................................................................5
Gebruik volgens de voorschriften .........................................................5
Veiligheid van kinderen ............................................................................6
Algemene veiligheid ...................................................................................6
Afvalverwerking ..........................................................................................7
Milieutips .......................................................................................................7
Beschrijving van het apparaat ................................................................9
Was- en nabehandelingsmiddelbox ......................................................9
Bedieningspaneel ..................................................................................... 10
Programmakiezer ..................................................................................... 10
Toetsen voor extra programma’s ........................................................ 12
Toets CENTRIFUGETOERENTAL / SPOELSTOP..................................... 12
Multidisplay ............................................................................................... 13
Toets START / PAUZE ............................................................................... 14
Machinedeksel openen en sluiten ...................................................... 14
Indicatie van het programmaverloop ................................................ 15
Verbruikswaarden en tijdsduur voor gekozen
programma’s (richtlijnen) ...................................................................... 16
Voordat u gaat wassen .......................................................................... 17
Wasgoed sorterne en voorbereiden .................................................... 17
Hoeveelheid wagoed................................................................................ 17
Wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen ...................................... 18
Internationale behandelingsetiketten................................................ 19
Een was doen ............................................................................................ 20
Wasgoed in de machine doen .............................................................. 20
Was-/nabehandelingsmiddel doseren: .............................................. 20
Programma kiezen ................................................................................... 21
Centrifugetoerental kiezen ................................................................... 21
Extra functies kiezen .............................................................................. 21
Wasprogramma starten ......................................................................... 22
Afloop van het wasprogramma ........................................................... 22
Einde van het programma .................................................................... 23
Programmatabellen ................................................................................. 24
Wassen ........................................................................................................ 24
Apart spoelen ............................................................................................ 25
Apart centrifugeren ................................................................................ 25
Informatie voor de gebruiker
4
Reiniging en onderhoud ........................................................................ 26
In het dagelijks gebruik ......................................................................... 26
Als u de wasautomaat langere tijd niet gebruikt .......................... 26
Bedieningspaneel ..................................................................................... 26
Wasmiddelbox ........................................................................................... 26
Wastrommel .............................................................................................. 27
Pluizenzeef reinigen / Water aftappen ............................................. 27
Was te doen als ........................................................................................ 29
Kleine storingen zelf oplossen .............................................................. 29
Opstel-en aansluitaanwijzing .............................................................. 32
Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid voor de installatie ................... 32
Afmetingen van het apparaat............................................................... 33
Opstelling van het apparaat.................................................................. 34
Transportbeveiliging verwijderen ........................................................ 34
Plaats van opstelling voorbereiden ..................................................... 36
Nivellering ................................................................................................... 37
Wateraansluiting ..................................................................................... 38
Waterdruk .................................................................................................. 38
Watertoevoer ............................................................................................ 38
Waterafvoer ............................................................................................... 39
Elektrische aansluiting ........................................................................... 40
Technische gegevens ............................................................................... 41
Garantievoorwaarden ............................................................................. 42
Reparatievoorwaarden ........................................................................... 45
Service ......................................................................................................... 47
Adres service-afdeling ............................................................................ 48
Informatie voor de gebruiker
5
Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
De veiligheid van elektrische apparaten van AEG voldoet aan de
Europese en Nederlandse normen. Toch zien wij ons als fabrikant
genoodzaakt, u op het volgende te wijzen.
Vóór het in gebruik nemen
Lees de "Opstel- en aansluitaanwijzing" achter in dit boekje.
Gebruik volgens de voorschriften
De wasautomaat is alleen bedoeld voor huishoudelijk gebruik,
voor het wassen van wasgoed. Als het apparaat voor verkeerde
doeleinden wordt gebruikt of foutief wordt bediend, wordt
eventuele schade niet door de garantiebepalingen gedekt.
Constructieve wijzigingen of veranderingen aan het apparaat zijn
uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
Gebruik alleen wasmiddelen die geschikt zijn voor wasautomaten.
Let op de aanwijzingen van de wasmiddelfabrikant.
Het wasgoed mag geen ontvlambare oplosmiddelen bevatten. Let
hier ook op bij het wassen van voorbehandeld wasgoed.
Gebruik de wasautomaat niet voor chemische reiniging.
Kleur- en ontkleuringsmiddelen mogen alleen in de wasautomaat
gebruikt worden, als de fabrikant van deze producten
uitdrukkelijk aangeeft dat dat mogelijk is. Voor eventuele schade
zijn wij niet verantwoordelijk.
Gebruik alleen leidingwater. Gebruik regenwater alleen als dat
aan de voorschriften volgens DIN 1986 en DIN 1988 voldoet.
Beschadigingen ten gevolge van vorst worden niet door de
garantiebepalingen gedekt! Als de wasautomaat in een ruimte
staat waar het kan gaan vriezen, moet bij kans op vorst het water
worden afgetapt (zie hoofdstuk "Water aftappen").
Informatie voor de gebruiker
6
Veiligheid van kinderen
Kinderen zien vaak de gevaren niet die de omgang met elektrische
apparaten met zich meebrengt. Zorg daarom voor het nodige
toezicht als het apparaat aanstaat en laat kinderen niet met de
wasautomaat spelen.
Delen van de verpakking (bijv. folie, styropor) kunnen gevaarlijk
zijn voor kinderen. Verstikkingsgevaar! Verpakkingsonderdelen uit
de buurt van kinderen houden.
Zorg ervoor dat kinderen of kleine huisdieren niet in de trommel
van de wasautomaat klimmen.
Als u het apparaat afdankt: trek de stekker uit het stopcontact, maak
het deurslot onbruikbaar, snijd het aansluitsnoer af en gooi stekker
en snoer weg. Zo kunnen kinderen zichzelf of andere
kinderen niet in
het apparaat opsluiten en niet in levensgevaar komen.
Algemene veiligheid
Reparaties aan de wasautomaat mogen alleen door vakmensen
worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot
aanzienlijke risico's leiden. Wend u bij reparaties altijd tot onze
service-afdeling of de vakhandelaar.
Neem de wasautomaat nooit in gebruik, als het aansluitsnoer
beschadigd is of als bedieningspaneel, bovenblad of sokkel zo
beschadigd zijn, dat de binnenkant van het apparaat toegankelijk is.
Schakel de wasautomaat uit voordat u hem gaat schoonmaken.
Bovendien de stekker uit het stopcontact trekken of - bij vaste
aansluiting - automatische zekering in de huisinstallatie
uitschakelen of zekering geheel uitdraaien.
Stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact trekken, maar aan
de stekker.
Sproei de wasautomaat niet met een waterstraal af. Kans op
kortsluiting!
Laat het sop afkoelen voordat u water gaat aftappen, de pomp
gaat reinigen of noodontgrendeling van het deksel gaat toepassen.
Meerwegstekkers, koppelingen en verlengsnoeren mogen niet
worden gebruikt.
Informatie voor de gebruiker
7
Brandgevaar door oververhitting!
Kleine huisdieren kunnen aan snoeren en slangen knagen. Kans op
kortsluiting en overstroming! Kleine dieren uit de buurt van de
wasautomaat houden.
Afvalverwerking
Verpakkingsmateriaal verwijderen!
Verwijder de verpakking van de wasautomaat op de juiste manier.
Alle verpakkingsmaterialen zijn niet milieu-onvriendelijk en kunnen
zonder gevaar bij het afval worden gezet en bij de vuilverbranding
worden verbrand.
De kunststoffen kunnen ook hergebruikt worden en hebben de
volgende aanduidingen:
>PE< voor polyethyleen
>PS< voor polystyreen
>PP< voor polypropyleen
Het karton is van oud papier gemaakt en wij adviseren u dit ook weer
in een container voor oud papier te deponeren.
Oud apparaat verwijderen!
Als u het apparaat afdankt, lever het dan in bij uw vakhandelaar of
informeer bij uw gemeente naar de mogelijkheden voor
afvalverwerking in uw woonplaats.
Milieutips
Voor normaal verontreinigd wasgoed zijn de programma's zonder
voorwas bedoeld. Zo bespaart u wasmiddel, water en tijd (en u
ontziet het milieu!).
Het zuinigst wast u met een volle trommel.
Doseer bij kleine hoeveelheden wasgoed slechts de helft tot twee
derde van de aangegeven hoeveelheid wasmiddel.
Informatie voor de gebruiker
8
Door een geschikte voorbehandeling kunnen vlekken en lichte
verontreinigingen verwijderd worden. Dan kunt u op een lagere
temperatuur wassen.
Was licht tot normaal verontreinigde witte was met het
energiespaarprogramma.
Vaak is wasverzachter niet nodig. Probeert u het eens! Als u een
wasdroger gebruikt, wordt uw wasgoed ook zonder wasverzachter
zacht en wollig.
Bij gemiddelde tot hoge waterhardheid (vanaf hardheid II, zie
"Was- en nabehandelingsmiddelen) moet u waterontharder
gebruiken. Het wasmiddel kunt u dan voor hardheid I (=zacht)
doseren.
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop
dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld,
maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar
elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u
ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd,
voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die
zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het
recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de
gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product
hebt gekocht.
Informatie voor de gebruiker
9
Beschrijving van het apparaat
1 - Bedieningspaneel
2 - Greep om het deksel te openen
3 - Filterdeurtje
4 - Stelvoeten
5 - Hendel voor de wielen
Was- en nabehandelingsmiddelbox
1 - vak
voorwasmiddel of ontharder of
vlekkenzout
2 - vak
hoofdwasmiddel (poedervormig) en evt.
ontharder
3 - vak
vloeibare nabehandelingsmiddelen
(wasverzachter, stijfsel)
5
3
1
2
4
1
2
3
Informatie voor de gebruiker
10
Bedieningspaneel
Programmakiezer
De programmakiezer bepaalt hoe het
wasproces gaat verlopen (bijv.
waterniveau, trommelbeweging, aantal
spoelgangen, centrifugetoerental)
aangepast aan de betreffende
textielsoort, en de soptemperatuur. De
verschillende instellingen werken als
volgt :
UIT
Schakelt de wasautomaat uit, op alle andere standen is de wasautomaat
ingeschakeld.
WITTE WAS / BONTE WAS
Hoofdwas voor witte/bonte was (katoen/linnen) op 30°C tot 95°C.
Toets centrifugetoerental/
SPOELSTOP
Indicatie DEKSEL
Indicatie van het
programmaverloop
Programmakiezer
Multidisplay
Toets
START/PAUZE
Toetsen voor extra
programma’s
Informatie voor de gebruiker
11
40 - 60 MIX
Programma voor witte/bonte was, die op verschillende temperaturen
moet worden gewassen.
Verschillende soorten textiel, die volgens het wasetiket gewoonlijk
gescheiden op 40°C of op 60°C gewassen moeten worden, kunnen met
het programma 40-60 MIX samen gewassen worden. Zo wordt de
capaciteit van de trommel beter benut en daardoor wordt energie
bespaard. Vanwege de langere wasduur wordt het wasresultaat van een
normaal programma op 60°C bereikt (kan niet gecombineerd worden
met KORT).
KREUKHERSTELLEND
Hoofdwas voor kreukherstellend goed (mengweefsels) op 30°C tot 60°C.
STRIJKVRIJ
Hoofdwas op 40°C voor kreukherstellend goed dat m.b.v. dit programma
nog slechts licht of helemaal niet gestreken hoeft te worden.
FIJNE WAS
Hoofdwas voor fijne was op 30°C of 40°C.
WOL / HANDWAS
Hoofdwas (koud tot 30°C) voor in de machine wasbare wol en voor
wasbare wol en zijde met het wasetiket " " (handwas).
SPOELEN
Apart voorzichtig spoelen, bijv. voor het spoelen van met de hand
gewassen goed (2 spoelgangen en centrifugeren).
POMPEN
Wegpompen van het water na spoelstop (zonder centrifugeren).
CENTRIFUGEREN
Wegpompen van het water na spoelstop en centrifugeren, resp. apart
centrifugeren van met de hand gewassen witte/bonte was.
Spoelstop betekent
: het wasgoed blijft in het laatste spoelwater liggen,
het wordt niet gecentrifugeerd.
Informatie voor de gebruiker
12
SNELWAS
Verkorte hoofdwas voor licht verontreinigd wasgoed (kan niet gekozen
worden bij instelling WOL en ECO en in combinatie met VLEKKEN).
ECO
Energiebesparend programma op ca. 67°C voor licht tot normaal
verontreinigde witte was, verlengde wastijd (niet te combineren met
KORT).
Toetsen voor extra programma’s
Met deze toetsen kunt u het wasprogramma
aanpassen aan de mate van verontreiniging
van het wasgoed. Voor normaal verontreinigd
goed zijn extra programma's niet nodig.
Afhankelijk van het programma kunnen de
verschillende functies met elkaar
gecombineerd worden.
Deze kunt u kiezen na het instellen van het
programma en vóór het indrukken van toets START/PAUZE. Als u een toets
indrukt, gaat het betreffende lampje branden. Als u de toets nogmaals
indrukt, gaat het lampje uit.
SPOELEN PLUS
Bij de programma's voor katoen, synthetica en fijne was wordt een extra
spoelgang toegevoegd.
KORT
Verkorte hoofdwas voor licht verontreinigd wasgoed (kan niet gekozen
worden bij instelling WOL en ECO).
VOORWAS
Ca. 15 minuten bij 30°C. Warm voorwassen voor de automatisch volgende
hoofdwas (kan niet gekozen worden bij instelling WOL en in combinatie
met VLEKKEN); met tussendoor centrifugeren bij WITTE WAS/ BONTE WAS
of KREUKHERSTELLEND, zonder tussendoor centrifugeren bij FIJNE WAS.
Informatie voor de gebruiker
13
VLEKKEN
Voor het behandelen van sterk verontreinigd wasgoed of van wasgoed met
vlekken (verlengde hoofdwas, waarbij vlekkenzout op het juiste moment
wordt ingespoeld, kan niet gekozen worden bij instelling WOL en in
combinatie met KORT en VOORWAS en bij temperaturen beneden 40°C).
Toets CENTRIFUGETOERENTAL / SPOELSTOP
Door indrukken van deze toets kunt u het
maximale centrifugetoerental voor het
ingestelde programma reduceren of
SPOELSTOP instellen.
De maximale centrifugetoerentallen zijn
aangepast aan de betreffende soort
wasgoed.
Multidisplay
In dit display wordt de volgende informatie
aangegeven:
Duur van het gekozen programma (in minuten)
Een oplichtende nul aan het einde van het programma.
Foutcode. Treden storingen aan het apparaat op, dan worden deze
m.b.v. een speciale foutcode in het display aangegeven.
Informatie voor de gebruiker
14
Toets START / PAUZE
Deze toets heeft drie functies :
•Start
Door indrukken van de toets wordt het ingestelde
programma gestart. Als starttijdkeuze is ingesteld,
wordt deze gestart.
•Pauze
Om een lopend programma te onderbreken, toets START/PAUZE
indrukken: de indicatie in het multidisplay knippert
U zet het programma voort door de toets opnieuw in te drukken.
Wijzigen van de extra programma's
Machinedeksel openen en sluiten
.De indicaties DEKSEL en START/PAUZE geven aan of
de deksel geopend kan worden :
Indien:
- het lampje EINDE CYCLUS knippert,
- en/of wanneer de foutcode E40 in het vernster verschijnt,
geeft dit aan dat u hebt geprobeerd een wasprogramma te starten zonder
dat de deksel op de juiste manier is gesloten. Druk in dit geval stevig op
de deksel en start het wasprogramma nogmaals.
Lampje
DEKSEL
Lampje
START/PAUZE
Openen van de
deksel mogelijk?
Brandt groen Knippert rood Ja, ontgrendelen van de
deksel
Brandt groen Brandt rood Ja, maar toets eerst
START/PAUZE
Brandt rood Knippert rood of blijft
rood branden
Nee
Informatie voor de gebruiker
15
Indicatie van het programmaverloop
Geeft vóór de start van het programma aan welke
programmaonderdelen zijn gekozen. Tijdens het
programma brandt de indicatie van het onderdeel
waarmee de machine bezig is.
Wasprogramma annuleren
Als een reeds lopend programma moet worden
geannuleerd, draait u de programmakiezer op UIT.
Attentie! Na een programma met SPOELSTOP eerst UIT instellen en dan
programma POMPEN kiezen.
Lopend programma wijzigen
Om een gekozen extra programma te wijzigen, eerst toets START/PAUZE
indrukken.
Alle extra programma's kunnen, voordat het programma ze uitvoert,
gewijzigd worden. Na inschakelen van de gewenste extra programma's
toets START/PAUZE nogmaals indrukken.
Om een programma te wijzigen eerst de programmakiezer op UIT en dan
op een ander programma draaien.
Het water blijft in de trommel en na opnieuw indrukken van toets
START/PAUZE loopt het programma verder.
Informatie voor de gebruiker
16
Verbruikswaarden en tijdsduur voor
gekozen programma’s (richtlijnen)
Programmakiezer/
Temperatuur in °C
Vulgewic
ht in kg
Water
in liter
Stroom
in kWh
Tijd in
minuten
WITTE WAS/BONTE
WAS 95
5,0 59 2,00 140 - 155
ECO
*
*Aanwijzing : programma-instelling voor een test volgens EN 60
456. Afhankelijk van waterdruk, -hardheid, -temperatuur, omge-
vingstemperatuur, textielsoort en - hoeveelheid, gebruikt wasmid-
del, schommelingen in de netspanning en gekozen extra functies
wijken de verbruikswaarden van de aangegeven waarden af.
5,0 45 0,95 140 - 155
WITTE WAS/BONTE
WAS 40
5,0 55 0,70 115 - 130
KREUKHERSTELLEND 60 2,5 52 1,10 85 - 100
STRIJKVRIJ 40 1,0 60 0,60 90 - 105
FIJNE WAS 30 2,5 53 0,35 55 - 70
WOL 40 1,0 50 0,40 50 - 65
Informatie voor de gebruiker
17
Voordat u gaat wassen
Wasgoed sorterne en voorbereiden
Wasgoed volgens soort en behandelingsetiket sorteren : normale
was voor sterk wasgoed dat krachtig wassen en centrifugeren kan
verdragen; fijne was voor teer wasgoed dat voorzichtiger moet
worden behandeld. Kies voor gemengde ladingen programma en
temperatuur passend bij het teerste textiel.
Wit en gekleurd wasgoed apart wassen. Anders kan het witte
goed verkleuren resp. vergrauwen.
Nieuw wasgoed geeft vaak af. Zulke stukken daar-om de eerste
keer liever apart wassen. Houd u aan de aanwijzingen "apart was-
sen" en "enkele keren apart wassen" op het behandelingsetiket.
Zakken leegmaken en het wasgoed uit elkaar vouwen.
Alle losse knopen, haken en ogen verwijderen. Ritsen sluiten, een
knoop leggen in veters en riempjes.
Kleding die uit meer lagen bestaat (slaapzakken, anoraks enz.),
gebreid gekleurd textiel en wol en textiel met applicaties bin-
nenste buiten keren.
Kleine en tere stukken wasgoed (sokken, panty's, beha's enz.) in
een wasnetje wassen.
Vitrages bijzonder voorzichtig behandelen. Haken verwijderen en
de vitrages in een net of zak binden
Hoeveelheid wagoed
De hoeveelheid wasgoed die u in de trommel doet mag het maximale
vulgewicht van de wasautomaat niet overschrijden. Dit vulgewicht
hangt af van het soort wasgoed. Doe minder wasgoed in de machine
als het erg vuil is.
Niet alle textielsoorten hebben hetzelfde volume en hetzelfde
opnemend vermogen. Daarom moet de trommel in het algemeen als
volgt gevuld worden:
vol, maar niet overvol voor katoen en linnen,
halfvol voor weefsels gemengd met katoen en synthetische weef-
sels,
voor een derde gevuld voor tere artikelen zoals vitrages en wol.
Bij een gemengde was het vulgewicht van het teerste materiaal
aanhouden.
Informatie voor de gebruiker
18
Wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen
Gebruik alleen wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen die geschikt
zijn voor gebruik in een wasautomaat. Lees de aanwijzingen van de
fabrikant.
Wasmiddelen in poedervorm kunnen zonder beperkingen worden
gebruikt. Vloeibaar wasmiddel doseert u in de doseerbol direct in de
trommel of in het wasmiddelbakje; in dat geval moet u direct een
programma starten. Wasmiddelen in tabletvorm legt u in het vakje
voor hoofdwasmiddel.
De hoeveelheid wasmiddel hangt af van de hoeveelheid wasgoed, de
waterhardheid en de mate van ver-ontreiniging van het wasgoed.
Als het water zacht is, kunt u wat minder doseren. Doseer wat meer als
het water hard is (of gebruik liever een waterontharder) of als het
wasgoed erg vuil of gevlekt is.
Informatie over de waterhardheid in uw woonplaats kunt u bij het
waterleidingbedrijf krijgen.
Informatie voor de gebruiker
19
Internationale behandelingsetiketten
Informatie voor de gebruiker
20
Een was doen
Voordat u de machine in gebruik neemt, raden wij u aan een wasgang
op 90°C zonder wasgoed uit te voeren om de kuip schoon te maken.
Wasgoed in de machine doen
Maximaal vulgewicht: zie "Programmatabellen". Aanwijzingen m.b.t.
een juiste voorbereiding van het wasgoed: zie "Wasgoed sorteren en
voorbereiden".
•Wasgoed sorteren en voorbereiden.
•Machine- en trommeldeksel openen.
•Wasgoed in de machine doen.
Attentie! Bij het sluiten van het
trommeldeksel opletten dat er geen
wasgoed tussen het deksel wordt geklemd!
Wasgoed en apparaat zouden kunnen
beschadigen!
•Trommel- en machinedeksel goed sluiten.
Was-/nabehandelingsmiddel doseren:
Vak voor vloeibaar nabehandelingsmiddel:
(wasverzachter, stijfsel) Attentie! Vak niet verder dan markering MAX
vullen. Dikvloeibare middelen eventueel tot markering MAX met water
verdunnen, poedervormig stijfsel eerst oplossen.
Vak voor vlekkenzout:
Vak voor voorwasmiddel
*
/inweekmiddel*
alleen voor extra programma's (VOORWAS*/INWEKEN*) of voor
ontharder
Vak voor poedervormig hoofdwasmiddel:
Als u waterontharder gebruikt en het linker vak voor voorwas-*/
inweekmiddel* nodig hebt, de waterontharder op het hoofdwasmiddel
in het rechter vak doseren.
*. afhankelijk van model
A
Informatie voor de gebruiker
21
Bij gebruik van vloeibare wasmiddelen/tabletten:
Vloeibare wasmiddelen resp. tabletten met door de
wasmiddelindustrie aangeboden doseerhulpjes doseren. Let op de
aanwijzingen op de wasmiddelverpakking.
Programma kiezen
In de programmatabel ziet u, welk programma geschikt is voor uw
wasgoed.
Draai de programmakiezer op het gewenste programma, de lampjes
van de betreffende programma-onderdelen gaan branden.
Het display laat zien hoe lang het gekozen programma ongeveer gaat
duren.
De tijd in het display wordt tijdens het programma automatisch
aangepast.
Centrifugetoerental kiezen
Het maximale centrifugetoerental (aangepast aan het soort wasgoed)
wordt aangegeven als u het programma kiest en als de machine op
pauze staat. Door toets "centrifugetoerental verlagen" in te drukken
kunt u echter het toerental verlagen of spoelstop (alleen pompen)
kiezen.
Extra functies kiezen
De verschillende extra functies kunt u kiezen nadat u het programma
hebt gekozen en voordat u toets "Start/Pauze" indrukt.
Druk de gewenste toets(en) in, de betreffende lampjes gaan branden.
Als u een toets nogmaals indrukt, gaat het lampje uit. Als een functie
niet kan worden gecombineerd met het gekozen programma, gaat
het betreffende lampje knipperen en verschijnt "Err" in het display
(zie programmatabel).
Informatie voor de gebruiker
22
Wasprogramma starten
Controleren of de waterkraan open is.
Wasprogramma starten: toets START/PAUZE indrukken. Het pro-
gramma wordt gestart.
Het machinedeksel is niet goed gesloten als bij indrukken van toets
START/PAUZE
de indicatie DEKSEL rood knippert
daarna de foutcode E40 in het multidisplay knippert,
en de indicatie EINDE knippert.
In dat geval deksel stevig dichtdrukken en toets START/PAUZE
nogmaals indrukken.
Wasgoed in de machine doen: toets START/PAUZE indrukken, het
deksel kan worden geopend. Dan machinedeksel sluiten en toets
START/PAUZE weer indrukken.
Afloop van het wasprogramma
Indicatie van het programmaverloop
Vóór de start worden de verschillende programma-onderdelen op de
indicatie van het programmaverloop aangegeven.
Tijdens het wasprogramma wordt aangegeven met welk onderdeel de
machine bezig is.
Multidisplay :
De te verwachten resterende looptijd (in minuten) wordt tot het einde
van het programma in het multidisplay aangegeven.
Bij automatische programma-aanpassing door de sturing van de
wasautomaat (hoeveelheid wasgoed, soort wasgoed,
onbalansherkenning, extra spoelgang enz.) kan de telling van de
resterende looptijd stilgezet of gecorrigeerd worden.
Informatie voor de gebruiker
23
Einde van het programma/Wasgoed uit de machine
nemen
Als een wasprogramma is beëindigd, gaat EINDE in de indicatie van
het programmaverloop branden.
Als u spoelstop hebt gekozen, moet eerst het water worden
weggepompt:
- Programmakiezer op UIT draaien.
- Programmakiezer op POMPEN draaien en toets START/PAUZE
indrukken (het water wordt zonder centrifugeren weggepompt),
of
- Programmakiezer op CENTRIFUGEREN draaien en toets START/
PAUZE indrukken (het water wordt weggepompt en het wasgoed
wordt gecentrifugeerd of voorzichtig gecentrifugeerd).
Na beëindiging van dit programma-onderdeel brandt de indicatie
EINDE.
Deksel openen.
Zodra de indicatie DEKSEL groen brandt, kan het machinedeksel
worden geopend.
De indicatie PARKEERSTAND in de indicatie van het
programmaverloop wijst erop, dat de trommel vastgezet is en direct
kan worden geopend.
Wasgoed uit de machine nemen.
Programmakiezer op UIT draaien.
Na het wassen het machinedeksel een tijd open laten staat zodat
de wasautomaat kan luchten.
Attentie! Als de wasautomaat langere tijd niet wordt gebruikt:
waterkraan dichtdraaien en de wasautomaat spanningloos maken.
Informatie voor de gebruiker
24
Programmatabellen
Wassen
Hier vindt u een overzicht van niet alle mogelijke, maar alleen de in het
dagelijks gebruik zinvolle instellingen.
Soort
wasgoed
wasetiket
Max.
vulgewicht
Programmakiezer
Temperatuur
(°C)
Mogelijke
extra’s
Witte was 5 kg WITTE WAS /
BONTE WAS
95
KORT
*
VOORWAS
VLEKKEN
*Kan niet worden gebruikt in combinatie met ECO, 40-60 MIX en met VLEKKEN.
Energiespaarprog.
ECO
**
**Het programma «ECO 60°» is het referentieprogrammma voor de informatie op het ener-
gielabel, volgens richtlijn 92/75/EG.
Bonte was 4,5 kg 40-60 MIX
5,0 kg WITTE WAS /
BONTE WAS
30 - 60
KORT
VOORWAS
VLEKKEN
***
***Bij VLEKKEN is een temperatuur van minimaal 40°C nodig, opdat het viekkenzout effec-
tief kan worden. Daarom geen functie met 30°C-programma’s.
Kreukherstel-
lend
2,5 kg
KREUKHERSTELLEND
30 - 60
1,0 kg STRIJKVRIJ
40
Fijne was 2,5 kg FIJNE WAS
30 - 40
Wol/Zijde/
Handwas
1,0 kg WOL
Koud - 40
Informatie voor de gebruiker
25
Apart spoelen
Apart centrifugeren
Soort wasgoed Max. vulgewicht Programmakiezer
Witte was / bonte was 5,0 kg
SPOELEN
Kreukherstellend 2,5 kg
Fijne was 2,5 kg
Wol / zijde / handwas 1,0 kg
Soort wasgoed Max. vulgewicht Programmakiezer
Witte was / bonte was 5,0 kg
CENTRIFUGEREN
Kreukherstellend 2,5 kg
Fijne was 2,5 kg
Wol / zijde / handwas 1,0 kg
Informatie voor de gebruiker
26
Reiniging en onderhoud
In het dagelijks gebruik
Deksel na het wassen open laten staan, opdat de wasautomaat kan
drogen.
Als u de wasautomaat langere tijd niet gebruikt:
Waterkraan dichtdraaien en de wasautomaat spanningloos maken.
Bedieningspaneel
Attentie! Het paneel en de bedieningselementen in geen geval met
middelen voor het onderhoud van meubelen of agressieve
reinigingsmiddelen schoonmaken.
Het bedieningspaneel en de bedieningselementen met een vochtig
doekje reinigen. Alleen warm water gebruiken.
Wasmiddelbox
Van tijd tot tijd moet u de wasmiddelbox schoonmaken om eventuele
resten van wasmiddel te verwijderen en functiestoringen te
voorkomen. U kunt het bakje makkelijk losnemen.
Druk op de lipjes links en rechts en trek de
wasmiddelbox naar boven los.
.Wasmiddelbox schoonmaken. Gebruik
hiervoor geen metalen voorwerpen, een
borstel en heet water (niet kokend) zijn
voldoende.
Ook de hevels aan de achterkant van de
wasmiddelbox moeten losgenomen en
gereinigd worden.
Informatie voor de gebruiker
27
Bij het weer inzetten en vergrendelen van de
wasmiddelbox de randjes aan de zijkant in de
uitsparingen in het machinedeksel leiden en de
box naar beneden drukken.
Wastrommel
De wastrommel is van roestvrij edelstaal. Door roestende vreemde
voorwerpen in het wasgoed kunnen roestvlekken op de trommel
ontstaan.
De trommel niet met zuurhoudende ontkalkingsmiddelen, chloor- of
ijzerhoudende schuurmiddelen of staalwol reinigen.
Geschikte ontkalkingsmiddelen zijn verkrijgbaar bij onze service-
afdeling.
Roestvlekken op de trommel met een reinigingsmiddel voor roestvrij
staal verwijderen.
Pluizenzeef reinigen / Water aftappen
Wasautomaat uitschakelen voordat u de pluizenzeef gaat reinigen!
De pluizenzeef moet regelmatig gereinigd worden. Als lampje
PLUIZENZEEF
*
brandt, direct de pluizenzeef schoonmaken. Reinig de
zeef ook direct als u pluizig goed hebt gewassen.
Klepje openen (bijv. met een schroevendraaier)
* afhankelijk van model
Informatie voor de gebruiker
28
Restwater laten weglopen:
Zet een platte bak op de grond. Draai de dop
van de zeef tegen de wijzers van de klok in
(linksom) in de verticale stand en laat het
water weglopen.
Pluizenzeef losnemen:
Dop van de zeef losschroeven en zeef uitnemen.
Onder stromend water goed schoon maken. Weer
inzetten en rechtsom vastschroeven.
Na het reinigen van de pluizenzeef moet het klepje
weer gesloten worden.
Attentie: om veiligheidsredenen moet het klepje tijdens het gebruik
gesloten zijn!
Informatie voor de gebruiker
29
Was te doen als...
Kleine storingen zelf oplossen.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Wasautomaat
werkt niet :
stekker zit niet in het sto-
pcontact,
zekering in de huisinstal-
latie is niet in orde,
deksel is niet goed geslo-
ten,
toests Start/Pauze niet
lang genoeg ingedrukt,
de kleppen van het trom-
meldeksel zijn open,
stekker in het stopcon-
tact steken,
zekering vervangen of
inschakelen,
deksel sluiten; sluiting
moet hoorbaar dichtval-
len
•toests Start/Pauze zo
lang indrukken, tot het
programma begint
kleppen sluiten
Wasautomaat
vibreert tijdens
het gebruik of
staat onrustig :
er zit erg weinig wasgoed
in de trommel (bijv.
slechts een badjas).
water kon voor het centri-
fugeren niet geheel weg-
gepompt worden, ombat
-de afvoerslang geknikt is
of
-de afvoerpomp verstopt
is
de in hoogte verstelbare
schroefvoeten zijn niet
goed ingesteld
transportbeveiliging is
niet geheel verwijderd
dit heeft geen invloed
op de werking van de
machine
afvoerslang controleren
en evt. recht leggen of
afvoerpomp reinigen en
evt. vreemde voorwer-
pen uit de pomp verwi-
jderen
voeten volgens de ops-
tel- en aansluitaanwij-
zing afstellen
zie opstel- en aanslui-
taanwijzing
Sop in de
hoofdwas
schuimt te
sterk :
er is te veel wasmiddel
gedoseerd
wasmiddel precies vol-
gens de aanwijzingen
van de wasmiddelfabri-
kant doseren
Probeer in geval van storing aan de hand van onderstaande aanwijzingen
het probleem zelf op te lossen. Als u voor één van de hier vermelde storingen
of vanwege bedieningsfouten de service-afdeling inschakelt, wordt dit
bezoek ook tijdens de garantietermijn niet door onze garantiebepalingen
gedekt
Informatie voor de gebruiker
30
Onder de
wasautomaat
komt water te
voorschijn :
•slangkoppeling van de
toevoerslang is lek
afvoerslang is lek
deksel van de pluizenzeef
is niet goed gesloten
wasmiddelbox is verstopt
toevoerslang vasts-
chroeven
afvoerslang controleren
en eventueel vervangen
deksel goed sluiten
box reinigen
Wasgoed is erg
gekreukeld :
waarschijnlijk hebt u te
veel wasgoed in de
machine gedaan
let op het maximale vul-
gewicht (zie program-
mataballen). Bij
kreukherstellend goed
programma Strijkvrij
kiezen
Vloeibaar
nabehandelings
middel (bijv.
wasverzachter)
wordt niet
ingespoeld :
de hevels van de wasmid-
delbox zijn verstopt
wasmiddelbox reinigen
(zie hoofdstuk «reini-
ging en onderhoud»)
Bij het
indrukken van
een toets voor
een extra
programma
gaat de
betreffende
indicatie niet
branden :
het gekozen extra pro-
gramma kan niet met het
ingestelde programma
gecombineerd worden
maak een andere keuze
Spoelwater is
troebel :
oorzaak is vermoedelijk
wasmiddel met hoog sili-
caatgehalte
geen negatieve invloed
op het spoelresultaat,
evt. vloeibaar wasmiddel
gebruiken
Deksel kan bij
ingeschakeld
apparaat niet
geopend wor-
den :
deksel is vanwege hoog
waterniveau resp. hoge
temperatuur vergren-
deld.
wachten tot het pro-
gramma klaar is, indica-
tie EINDE brandt
als openen van het dek-
sel toch noodzakelijk is:
toets Start/Pauze
indrukken. Als het water
is weggepompt, kan het
deksel worden geopend
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Informatie voor de gebruiker
31
In de wasmid-
delbox vormen
zich wasmid-
delresten :
waterkraan is niet hele-
maal opengedraaid
zeef in de koppeling van
de toevoerslang is vers-
topt
waterkraan helemaal
opendraaien
waterkraan
dichtdraaien. Slang van
de waterkraan en van
het apparaat losschroe-
ven. Zeef reinigen
Foutcode E40
verschijnt en
indicatie
EINDE
*
knippert
4 maal
**
:
deksel is niet goed geslo-
ten.
deksel goed sluiten. Pro-
gramma nogmaals star-
ten
Foutcode E20
verschijnt en
indicatie
EINDE*
knippert 2
maal
**:
er zit een knik in de
afvoerslang
maximale pomphoogte
(uitloophoogte 1 meter
vanaf de onderkant van
de machine) is overschre-
den
afvoerpomp is verstopt
bij sifonaansluiting: sifon
is verstopt
afvoerslang controleren
en knik verwijderen
uitloophoogte onder 1
meter inrichten
• apparaat uitschakelen,
stekker uit het stopcon-
tact trekken, afvoer-
pomp schoonmaken
sifon schoonmaken
Foutcode E10
verschijnt en
indicatie
EINDE*
knippert 1
maal
**:
waterkraan is dicht
zeef in de koppeling van
de toevoerslang is vers-
topt
waterkraan controleren,
eventueel laten repareren
waterkraan opendraaien
slang van de waterkraan
losschroeven, zeef
uitnemen en onder stro-
mend water reinigen
waterkraan controleren,
eventueel laten repare-
ren
Foutcode EA0
verschijnt en
indicatie
EINDE*
knippert 10
maal
**:
De kleppen van de trom-
mel zijn open.
kleppen sluiten
* Afhankelijk van het model kunnen akoestische signalen klinken.
** Probleem indien mogelijk oplossen en dan toets "start/pauze" indrukken om het
onderbroken programma opnieuw te starten.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Informatie voor de gebruiker
32
Opstel-en aansluitaanwijzing
Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid voor de installatie
Kantel de wasautomaat niet op z'n voorzijde en niet op z'n
linkerzijde (van voren gezien).
Elektrische onderdelen zouden nat kunnen worden!
Controleer de wasautomaat op transportschade. Een beschadigd
apparaat in geen geval aansluiten. Neem in geval van
transportschade contact op met de leverancier.
Verwijder de transportbeveiliging geheel en zorg ervoor dat de
spatwaterbescherming gemonteerd is, zie "Transportbeveiliging
verwijderen". Een niet verwijderde transportbeveiliging kan tijdens
het centrifugeren leiden tot beschadiging van het apparaat en
meubelen die ernaast staan.
Stekker altijd in een volgens de voorschriften geïnstalleerd
stopcontact met randaarde steken. Geen verlengsnoeren,
meervoudige stopcontacten of adapters gebruiken.
Bij vaste aansluiting moet het apparaat d.m.v. een schakelaar in de
installatie (zekering, automatische zekering, aardlekschakelaar of
iets dergelijks) met een contactopening van minstens 3 mm van
het net gescheiden kunnen worden. Vaste aansluiting mag alleen
door een erkend elektro-installateur worden uitgevoerd.
Let er vóór het in gebruik nemen op dat de op het typeplaatje
aangegeven stroomsoort en netspanning overeenkomen met
stroomsoort en netspanning op de plek van opstelling.
Op het typeplaatje is ook te zien welke zekering nodig is.
Het aansluitsnoer mag alleen door onze service-afdeling of door
een erkend installateur worden vervangen.
Informatie voor de gebruiker
33
Afmetingen van het apparaat
Afmetingen in mm
Informatie voor de gebruiker
34
Opstelling van het apparaat
Transportbeveiliging verwijderen
Attentie! Voordat u het apparaat voor de eerste keer inschakelt,
moeten beslist de transportbeveiligingen als volgt verwijderd wor-
den.
Verwijder al het verpakkingsmateriaal van de
machine. Kantel de machine naar opzij, verwij-
der dan de verpakking onder de motor en zet de
machine weer rechtop.
Kantel de machine naar achteren en draai hem
een kwart slag op één van de hoeken om de
transportbodem te verwijderen.
Open het machinedeksel en ve
r-wijder de
transportbeveiliging en het plastic. Sluit het
deksel.
Gebruik een 10 mm moersleutel om de twee
schroeven en af-standhouders achterop te ver-
wijderen.
Informatie voor de gebruiker
35
U kunt nu de openingen zien die moeten
worden afgesloten met de meegeleverde
dopjes; vergeet niet de dopjes te sluiten.
Controleer of u al deze onderdelen uit de
machine hebt ver-wijderd en bewaar ze zodat
u ze indien nodig in de toekomst weer kunt
gebruiken.
Als u het apparaat weer gaat verpakken, dient
u alle transportbeveiligingen weer te
gebruiken.
Bij het vastschroeven van de afstandshouders
moet de veer worden samengedrukt tot een
lengte van ca. 21 - 24 mm.
Als u wilt dat de wasautomaat op één lijn
staat met de keukenmeubelen ernaast, kunt u
de slanghouder achterop de was-automaat
afsnijden. Laat de twee plaatjes op hun plek.
Informatie voor de gebruiker
36
Plaats van opstelling voorbereiden
De vloer moet schoon en droog zijn, vrij van resten van boenwas of
andere vettige aanslag, zodat de machine niet kan wegglijden.
Geen vettige stoffen als glijmiddel gebruiken!
Apparaat niet op hoogpolig tapijt en op tapijt met een rug van
zacht schuim opstellen, omdat daardoor de stabiliteit van de
machine niet meer gewaarborgd is. Als opstelling op tapijt niet te
vermijden is, moeten de openingen onderin het apparaat vrij
blijven. Deze openingen garanderen een goede ventilatie van het apparaat.
Als de machine op kleine tegels wordt opgesteld, een rubber mat
onder de machine leggen.
Bij verende vloeren, vooral houten vloeren, een minstens 15 mm
dikke, waterbestendige houten plaat op minstens 2 vloerbalken
vastschroeven. Indien mogelijk, het apparaat in een hoek van de
kamer opstellen; daar is een houten vloer het stevigst en het minst
geneigd tot trillen.
Kleine oneffenheden in de vloer nooit compenseren d.m.v. hout,
karton of iets dergelijks.
Als vanwege ruimtegebrek opstelling van de wasautomaat direct
naast een fornuis onvermijdelijk is, moet tussen fornuis en
wasautomaat een warmte-isolerende plaat (85x57 cm) worden
geplaatst, die aan de kant van het fornuis van aluminiumfolie
voorzien moet zijn.
De wasautomaat niet plaatsen in een ruimte waar het kan gaan
vriezen. Kans op beschadiging!
Toevoer- en afvoerslang mogen niet geknikt of platgedrukt
worden.
Informatie voor de gebruiker
37
Nivellering
Attentie! Door de voorste rol, die bediend wordt d.m.v. een hef-
boommechanisme, kan de machine verplaatst worden.
Het apparaat alleen in gebruik nemen, als de hefboom in de
"gebruiksstand" staat (afb. 1).
Met de in hoogte verstelbare voeten (afb. 4) kan het apparaat zodanig
worden opgesteld, dat het met de rol in de gebruiksstand veilig staat
en niet wankelt.
hefboom voor rol
gebruiksstand
Abb.1
hefboom voor rol
rijdstand
stelvoeten in hoogte
verstelbaar
Abb.4
Informatie voor de gebruiker
38
Wateraansluiting
De wasautomaat bezit veiligheidsinrichtingen die ervoor zorgen
dat het drinkwater niet door terugstromen verontreinigd kan
worden en die voldoen aan de voorschriften van de
waterleidingbedrijven. Verdere beschermende maatregelen in de
installatie zijn daarom niet nodig.
Apparaten voor aansluiting aan koud water mogen niet aan
warm water worden aangesloten!
Watertoevoer
Het aqua-controlsysteem beschermt tegen
waterschade. De watertoevoerslang kan door
natuurlijke veroudering beschadigd raken: als
dat gebeurt, blokkeert het systeem de
watertoevoer naar het apparaat.
In geval van storing verschijnt een rode
markering in venster "A". Draai de waterkraan
dicht en neem contact op met onze service-
afdeling.
Installeer de watertoevoerslang op de achterkant van de wasautomaat:
- Schroef de onderste fitting van de
watertoevoerslang vast zoals aangegeven in
afb. 1 en 2.
Informatie voor de gebruiker
39
- Sluit het koppelstuk aan de waterkraan aan.
- Draai de waterkraan open.
De watertoevoerslang mag niet verlengd worden. Als de slang te kort
is, neem dan contact op met onze service-afdeling.
Waterafvoer
Voor het wegpompen van het sop bezit de wasautomaat een
afvoerpomp die via de afvoerslang vloeistof transporteert tot een
hoogte van 1 meter, gerekend vanaf de onderkant van de machine.
De afvoerslang kan worden aangesloten op een afvoerpijp of sifon of
in een wastafel, gootsteen of badkuip worden gehangen.
Waterafvoer op een afvoerpijp of sifon
U hangt de afvoerslang zodanig in het
meegeleverde kunststof bochtstuk, dat
alleen de rubber tuit er uitsteekt. Dit uiteinde
hangt u in de afvoerpijp of sifon. Het
bochtstuk kunt u m.b.v. de gaten eventueel
aan bijv. de muur vastmaken.
- Monteer de slanghouder op de afvoerslang.
- Plaats de slang in een afvoerpijp (of in een
gootsteen) op een hoogte tussen 70 en 100
cm. Zorg ervoor dat de slang niet kan
wegglijden.
Het uiteinde van de afvoerslang moet altijd
belucht zijn om te voorkomen dat er water
wordt overgeheveld.
Belangrijk: de afvoerslang mag in geen geval verlengd worden.Als de
slang te kort is, neem dan contact op met een erkend installateur.
Informatie voor de gebruiker
40
Waterafvoer in een wastafel, gootsteen of badkuip
Om wegglijden van de slang in een wastafel,
gootsteen of badkuip te voorkomen, moet de
afvoerslang met het meegeleverde bochtstuk
worden vastgezet.
De slang zou anders door de terugslagkracht
van het uitstromende water uit de wastafel
kunnen worden gedrukt.
Een kleine gootsteen is niet geschikt!
Het bochtstuk m.b.v. de gaten aan de waterkraan of de muur
vastmaken.
Houd een minimale afvoerhoogte van 70 cm aan.
Elektrische aansluiting
Aanwijzingen m.b.t. netspanning,
stroomsoort en benodigde zekering
staan op het typeplaatje. Het
typeplaatje vindt u aan de achterzijde
van het apparaat. Bovendien vindt u op
de binnenkant van het klepje voor de
pluizenzeef een sticker met
productnummer en serienummer.
Bij vaste aansluiting moet het apparaat d.m.v. een schakelaar in de
installatie (zekering, automatische zekering, aardlekschakelaar of iets
dergelijks) met een contactopening van minstens 3 mm van het net
gescheiden kunnen worden. Vaste aansluiting mag alleen door een
erkend elektro-installateur worden uitgevoerd.
Het stopcontact moet na opstelling van het apparaat makkelijk te
bereiken zijn.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen:
- "laagspanningsrichtlijn" 73/23/EEG van 19.2.1973
- "EMC-richtlijn" 89/336/EEG van 3.5.1989, incl.
wijzigingsrichtlijn 92/31/EEG.
Informatie voor de gebruiker
41
Technische gegevens
AFMETINGEN Hoogte
Breedte
Diepte
850 mm
400 mm
600 mm
NETSPANNING/FREQUENTIE
AANSLUITWAARDE
230 V / 50 Hz
2300 W
WATERDRUK
Aansluiting aan waternet
Minimaal
Maximaal
0,05 MPa (0,5 bar)
0,8 MPa (8 bars)
Type 20x27
Dit apparaat voldoet aan EG-richtlijn 89-336 (EMC-
richtlijn) en EG-richtlijn 73-23 EG (laagspanningsrichtlijn).
Informatie voor de gebruiker
42
Garantievoorwaarden
Onze producten worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid
geproduceerd. Desondanks kan het voorkomen dat er een defect
optreedt. Onze servicedienst zal dit op verzoek herstellen, zowel binnen
als buiten de garantietermijn. De levensduur van het product wordt
daardoor niet negatief beïnvloed. Onderstaande garantievoorwaarden
zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk Wetboek. De
daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet. Ook de
garantieverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven
onaangetast.
Voor dit product verlenen wij garantie volgens onderstaande
voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2
tot en met 15 gebreken aan het product die zich openbaren binnen
24 maanden vanaf de datum van levering aan de eindgebruiker. In
geval van professioneel of daarmee gelijk te stellen gebruik is de
garantie beperkt tot 12 maanden. Voor tweedehands producten
geldt eveneens een termijn van 12 maanden.
2. De garantieprestatie houdt in dat het product kosteloos wordt
teruggebracht in de toestand die het had voor het defect optrad.
Gebrekkige onderdelen worden hersteld of vervangen. Kosteloos
vervangen onderdelen worden ons eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden om mogelijke verdere
schade te voorkomen. De garantieaanspraak vervalt indien het
gebrek niet binnen twee maanden na vaststelling is gemeld.
4. Voor een beroep op garantie dient het aankoopbewijs met aankoop-
en/of leveringsdatum te worden overlegd. Bij ontbreken daarvan
dient ander overtuigend bewijs te worden overlegd.
5. De garantie heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onder-
delen, zoals (vitrokeramisch) glas, kunststof, rubber, die ontstaan is
door onzorgvuldig gebruik.
6. De garantie heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de ge-
stelde kwaliteit die voor de waarde en deugdelijkheid van het pro-
duct onbeduidend zijn.
7. De garantie geldt evenmin voor schade veroorzaakt door:
chemische en elektrochemische inwerking van water,
abnormale milieuomstandigheden in het algemeen,
voor het product oneigenlijke bedrijfsomstandigheden,
contact met agressieve stoffen.
Informatie voor de gebruiker
43
8. De garantie heeft geen betrekking op gebreken door transportschade
die buiten onze verantwoordelijkheid is ontstaan, niet-vakkundige
installatie of montage, verkeerd gebruik, gebrekkig onderhoud, of het
niet in acht nemen van de gebruiks- of montageaanwijzingen.
9. Het recht op garantie vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt
door herstelling of ingrepen door derden die niet bevoegd of niet
deskundig zijn, of wanneer het product voorzien werd van toebeho-
ren of onderdelen die niet origineel zijn en daardoor een defect
veroorzaken.
10. Producten die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden
overhandigd aan of gezonden naar onze servicedienst. Herstelling ter
plaatse kan slechts worden gevraagd voor grote of ingebouwde pro-
ducten.
11. Indien het product zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehan-
gen of geplaatst dat de benodigde tijd voor het in- en uitbouwen
samen meer dan 30 minuten bedraagt, worden de hierdoor ontstane
extra kosten aan de gebruiker in rekening gebracht. Schade die onts-
taat door abnormale in- of uitbouw komt ten laste van de gebruiker.
12. Indien binnen de garantieperiode de herstelling van hetzelfde defect
herhaaldelijk mislukt of de herstellingkosten disproportioneel zijn
wordt in overleg met de gebruiker een gelijkwaardige vervanging
geleverd. In geval van vervanging behouden we ons het recht voor
om een vergoeding te rekenen naar rato van de verstreken gebruiks-
periode.
13. Herstelling onder garantie heeft geen verlenging van de garantieter-
mijn noch aanvang van een nieuwe garantietermijn tot gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een garantie van 12 maanden, uitsluitend
op hetzelfde gebrek.
15. Verdere of andere aanspraken, in het bijzonder vergoeding van schade
ontstaan buiten het product, zijn uitgesloten voor zover een aanspra-
kelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
16. In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoopwaarde
van het product niet overtreffen, tenzij wettelijk anders is bepaald.
Deze garantievoorwaarden gelden voor in Nederland gekochte en/of in
gebruik zijnde producten. Indien een product naar het buitenland wordt
gebracht dient de gebruiker na te gaan of het product voldoet aan de
technische voorwaarden (o.a. spanning, frequentie, installatievoorschriften,
gassoort, klimaatomstandigheden) in het betreffende land. Voor in het
Informatie voor de gebruiker
44
buitenland aangeschafte producten dient de gebruiker zich te
vergewissen van de bepalingen in Nederland. Noodzakelijke of gewenste
aanpassingen vallen niet onder de garantie, en kunnen niet altijd
worden aangebracht.
Ook na afloop van de garantietermijn staat onze servicedienst u ter
beschikking.
Adres Servicedienst:
Electrolux Service
Vennootsweg 1
2404 CG ALPHEN AAN DEN RIJN
Informatie voor de gebruiker
45
Reparatievoorwaarden
Onze reparatievoorwaarden zijn conform de afspraak tussen de
Consumentenbond en Vlehan*.
Art. 1 Aan de consument zal na een melding van een storing zo mogelijk
direct, doch uiterlijk binnen één werkdag worden medegedeeld op
welke dag het bezoek van de technicus zal plaatsvinden. De
reparatie zal als regel binnen zeven werkdagen na de melding zijn
uitgevoerd.
Art. 2 a) Alvorens de reparatie wordt verricht zal de technicus een
onderzoek uitvoeren naar de vermoedelijke oorzaak van de gemelde
storing. Aan de hand hiervan zal hij een zo nauwkeurig mogelijke,
gespecificeerde begroting maken van de totale reparatiekosten
inclusief voorrijkosten en diagnose-kosten. Desgevraagd zal deze
begroting door de technicus schriftelijk worden vastgelegd.
b) Indien de consument met het begrote bedrag niet akkoord gaat, zal
op verzoek het te repareren toestel worden teruggebracht in de
staat waarin het aan de technicus werd aangeboden. Nadat dit is
geschied, zullen alleen de kosten van voorrijden en arbeidsloon in
rekening worden gebracht op basis van de werkelijke bestede tijd,
danwel van een vooraf vastgesteld tarief.
Art. 3 Indien tijdens het uitvoeren van de reparatie duidelijk wordt dat:
a) de oorspronkelijke reparatie door redelijkerwijs niet te voorziene
omstandigheden niet tegen het begrote bedrag kan worden
uitgevoerd, of
b) ook andere dan in de begroting voorziene reparaties noodzakelijk
zijn, zal overleg met de consument plaatsvinden en een herziene
kostenbegroting worden gemaakt.
In geval de consument daarmee alsnog niet akkoord gaat, geldt
eveneens het in artikel 2b bepaalde.
Art. 4 De reparatie zal zoveel mogelijk tijdens het eerste bezoek worden
uitgevoerd. Indien om het toestel in werkende staat te brengen een
tweede bezoek noodzakelijk is, zal:
a) direct, doch uiterlijk binnen één werkdag door de betreffende
service-organisatie of door de technicus met de consument de
datum voor een tweede bezoek worden afgesproken.
b) een herhalingsbezoek zal als regel binnen tien werkdagen na de
melding plaatsvinden.
c) voor een tweede of daaropvolgend bezoek zal geen voorrijtarief in
Informatie voor de gebruiker
46
rekening worden gebracht, tenzij de noodzaak voor een
herhalingsbezoek aan de consument is toe te schrijven.
Art. 5 De consument ontvangt een gespecificeerde rekening met
vermelding van type en serienummer van het apparaat,
omschrijving van de diagnose, toegepaste tarieven, gebruikte
onderdelen en materialen en een korte omschrijving van de
verrichte werkzaamheden. De betaling van de rekening dient
tegen afgifte van een reparatienota direct contant of door
middel van een gegarandeerd betaalmiddel plaats te vinden.
Art. 6 Op elke uitgevoerde en betaalde reparatie zal bij normaal
huishoudelijk gebruik een volledige garantie van minimaal 3
maanden worden gegeven. Deze garantie omvat het kosteloos
uitvoeren van een hernieuwde reparatie. Op de uitgewisselde en
betaalde onderdelen geldt een garantietermijn van 12 maanden.
Bij een beroep op garantie op de reparatie dient de consument
op verzoek de gespecificeerde rekening van de voorgaande
reparatie aan de technicus te overleggen.
Art. 7 Indien na driemaal uitvoeren van eenzelfde reparatie hetzelfde
defect bij normaal huishoudelijk gebruik opnieuw optreedt
binnen de onder art. 6 bedoelde garantietermijn en
redelijkerwijs een afdoend resultaat bij het opnieuw uitvoeren
van de reparatie niet verwacht kan worden, zal aan de
consument een nieuw exemplaar of soortgelijk toestel van
hetzelfde merk worden aangeboden tegen bijbetaling op basis
van een per product te bepalen jaarlijks afschrijvingspercentage.
Art. 8 Vervangen onderdelen stelt de technicus weer ter beschikking
van de consument, met uitzondering van de onder garantie of
tegen een gereduceerde prijs vervangen onderdelen.
Art. 9 Een reparatie dient op zodanige wijze te worden uitgevoerd, dat
een toestel daarna weer volledig voldoet aan de
veiligheidsvoorschriften, die op grond van een van fabriekswege
aangebracht veiligheidskeurmerk gelden, danwel bij het
ontbreken daarvan, aan de wettelijke vereisten terzake. Dit
houdt ondermeer in, dat reparaties moeten worden uitgevoerd
met originele en door de fabrikant ook terzake van
veiligheidskeurmerken en -voorschriften gegarandeerde
onderdelen.
*) Vereniging Leveranciers van Huishoudelijke Apparaten in Nederland.
Informatie voor de gebruiker
47
Service
In het hoofdstuk "Wat te doen als ..." zijn enkele storingen beschreven die
u zelf kunt opheffen. Lees in geval van storing eerst dit hoofdstuk. Als u
daar geen aanwijzingen vindt, neemt u contact op met onze service-
afdeling.
Bereid het gesprek altijd goed voor. Zo vergemakkelijkt u de diagnose en de
beslissing of bezoek van een servicetechnicus nodig is.
Noteer PNC/Enummer en Fert-nummer. Deze nummers vindt u op het
typeplaatje en op de binnenkant van het deurtje voor de pluizenzeef.
E-nr. ........... .........................................
Fert-nr........ ........................................
Geef onze service-afdeling ook het volgende op:
Hoe doet de storing zich voor?
Onder welke omstandigheden treedt de storing op?
Geeft het multidisplay een foutcode aan?
Wanneer ontstaan er voor u ook tijdens de garantietermijn kosten?
als u de storing m.b.v. de storingstabel (zie hoofdstuk "Wat te doen
als...") zelf had kunnen opheffen,
als onze service-technicus u verschillende malen moet bezoeken, omdat
hij voor zijn bezoek niet alle belangrijke informatie heeft gekregen en
nu bijv. onderdelen moet halen. Dit kunt u voorkomen als u uw
telefoongesprek goed voorbereidt zoals boven beschreven.
Informatie voor de gebruiker
48
Adres service-afdeling
AEG fabrieksservice
Postbus 120
2400 AC Alphen aan den Rijn
Service-informatielijn tel. (0172) 468 300
(voor bezoek servicetechnicus en onderdelen)
Consumentenbelangen tel. (0172) 468 172
(voor algemene, product- of gebruiksinformatie)
www.aeg.nl
From the Electrolux Group. The world’s No.1 Choice.
The Electrolux Group is the world largest producer of powered appliances for kitchen, cleaning and outdoor use. More than
55 million Electrolux Group products (such as refrigerators, cookers, washing machines, vaccum cleaners, chain saws and
lawn mowers) are sold each year to a value of approx. USD 14 billion in more than 150 countries around the world.
AEG Hausgeräte GmbH
Postfach 1036
D-90327 Nürnberg
http: //www.aeg.hausgeraete.de
©
Copyright by AEG
146 7828 02 - 10/05
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49

Aeg-Electrolux LAV46270 Handleiding

Type
Handleiding