MARYNEN CMC60R Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding
Gas-elektrofornuis
CMC 50
CMC 60
GEBRUIKSAANWIJZING NL
2
Belangrijke informatie m.b.t. de veiligheid
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben,
voordat u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
NEDERLANDS
Installatie
Het apparaat mag alleen door een erkend installateur
worden geïnstalleerd, met inachtneming van de
geldende normen.
Wijzigingen in de elektrische huisinstallatie, nodig voor
de installatie van dit apparaat, mogen alleen door een
erkend installateur worden uitgevoerd.
Zorg ervoor dat er voldoende luchtcirculatie rond het
apparaat is. Onvoldoende ventilatie kan gebrek aan
zuurstof veroorzaken.
WAARSCHUWING: gebruik van een gasapparaat
veroorzaakt hitte en vochtigheid in de ruimte
waarin het is geïnstalleerd. Zorg voor goede
ventilatie in de ruimte door natuurlijke ventilatie-
openingen vrij te houden of door een afzuigkap
te installeren. Vraag in geval van twijfel een
installateur om advies.
Zet het apparaat niet in de buurt van brandbare
materialen (gordijnen, handdoeken, theedoeken enz.).
Sluit het apparaat aan op het juiste type gas, zoals
vermeld op de sticker bij de gasaansluiting van de
kookplaat.
Veiligheid van kinderen
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het gebruik
door volwassenen. Het is gevaarlijk om kinderen het
apparaat te laten bedienen of als speelgoed te laten
gebruiken.
Het apparaat blijft lange tijd nadat het is uitgeschakeld
heet. Let altijd op kinderen, zorg ervoor dat ze geen
hete oppervlakken kunnen aanraken en blijf in de buurt
als het apparaat in gebruik of nog niet geheel afgekoeld
is..
Tijdens het gebruik
Dit apparaat is bedoeld voor het bereiden van voedsel
en mag niet voor andere doeleinden worden gebruikt.
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit
apparaat of de eigenschappen daarvan te veranderen.
Zet geen onstabiele of vervormde pannen op de
branders om ongelukken door omvallen of overkoken
te voorkomen.
Let extra goed op als u gerechten in olie of vet bereidt.
Als het apparaat is uitgerust met een deksel, is dit
bedoeld om het apparaat te beschermen tegen stof
als het gesloten is en om vetspatten op te vangen als
het open is. Gebruik het deksel niet voor andere
doeleinden.
Maak het deksel na elk gebruik schoon en laat de
branders afkoelen voordat u het deksel sluit.
Het deksel is afneembaar om het schoonmaken te
vereenvoudigen.
Controleer altijd of de bedieningsknoppen op de
uit-stand staan als het apparaat niet in gebruik
is.
Gebruik altijd de braadslede als u grilleert of vlees op
het rooster braadt. Giet wat water in de braadslede
om te voorkomen dat vet inbrandt en onaangename
luchtjes veroorzaakt.
Draag altijd ovenwanten als u gerechten uit de oven
neemt.
Maak de accessoires (rooster en braadslede) schoon
voordat u ze de eerste keer gaat gebruiken.
Voorzichtig bij het gebruik van reinigingsmiddelen in
spuitbussen: richt de spuitbus nooit op het grillelement
of de ovenlamp.
Als u bij het inzetten of uitnemen van gerechten in de
oven een grote hoeveelheid olie, saus enz. op de
bodem van de oven morst, maak de oven dan schoon
voordat u hem weer in gebruik neemt. Zo voorkomt u
onaangename rook en ook de mogelijkheid dat deze
stoffen vlam vatten.
Houd het apparaat om hygiënische en
veiligheidsredenen altijd schoon. Een opeenhoping van
vet of andere levensmiddelen kan brand veroorzaken.
Bekleed de ovenwanden, vooral de achterwand, nooit
met aluminiumfolie.
Het apparaat is zwaar, verplaats het voorzichtig.
Laat het apparaat afkoelen voordat u het gaat
schoonmaken en trek de stekker uit het stopcontact.
Steek een gasbrander eerst aan en zet er dan pas
een pan op. Controleer of de vlam regelmatig brandt.
Zet de brander altijd lager of uit voordat u de pan
wegneemt.
Controleer of de ovenrichels goed geplaatst zijn.
In de bergruimte onder de oven alleen vuurvast servies
bewaren, geen brandbare materialen.
Service
Tracht, in geval van storing of een defect, dit apparaat
niet zelf te repareren. Reparaties die door niet-
deskundige personen worden uitgevoerd, kunnen tot
schade of letsel leiden.
Laat reparaties uitvoeren door ELECTROLUX
SERVICE en laat alleen originele DISTRIPARTS
onderdelen plaatsen.
Informatie m.b.t. het milieu
Houd bij het weggooien van het verpakkingsmateriaal
rekening met veiligheid en milieu.
Als u een oud apparaat afdankt, maak het dan
onbruikbaar door het aansluitsnoer af te snijden.
Het is uiterst belangrijk deze gebruiksaanwijzing
te bewaren, zodat u nog eens iets kunt nalezen.
Als u het apparaat verkoopt of aan iemand
anders geeft, zorg er dan voor dat de nieuwe
gebruiker over deze gebruiksaanwijzing kan
beschikken.
3
Inhoud
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen:
73/23-90/683 (laagspanningsrichtlijn)
89/336 (EMC-richtlijn)
90/396 (richtlijn voor gasapparaten)
93/68 (algemene richtlijnen)
en de daarop volgende wijzigingen
Algemene Waarschuwingen en
adviezen
Aanwijzingen voor de
Installateur
Deze instructies gelden alleen voor de landen
waarvan het identificatiesymbool is
aangebracht op de titelpagina van deze
gebruiksaanwijzing en op het apparaat zelf.
F
Onderstaande symbolen in de tekst hebben de volgende
betekenis:
Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Aanwijzingen m.b.t. het gebruik
Adviezen en tips
Informatie m.b.t. het milieu
Over deze gebruiksaanwijzing
Belangrijke informatie m.b.t. de veiligheid 2
Over deze gebruiksaanwijzing 3
Beschrijving van het apparaat 4
Gebruik van de kookplaat 5
Adviezen en tips 6
Kookwekker 6
Vóór het in gebruik nemen van de oven 6
Gebruik van de oven 7
Tips voor het gebruik van de gasbranders 9
Tips voor het gebruik van de oven 9
Tabel bakken en braden (CMC 50) 10
Tabel bakken en braden (CMC 60) 11
Reiniging en onderhoud 12
Als er iets niet werkt 15
Technische gegevens 16
Aanwijzingen voor de installateur 17
4
Beschrijving van het apparaat
1
2
3
4
6
1. kookplaat
2. bedieningspaneel
3. ovendeurgreep
4. ovendeur
5. bergruimte met klep (afhankelijk van model)
6. stelvoeten
5
Bergruimte
Bewaar in de bergruimte geen brandbare
materialen.
5
Gebruik van de kookplaat
Bedieningsknoppen van de
kookplaat (afb. 1)
De bedieningsknoppen voor de gasbranders bevinden zich
op het bedieningspaneel. Draai de knoppen tegen de
wijzers van de klok in op het symbool kleine vlam en
dan met de wijzers van de klok mee op het symbool
grote vlam.
Symbolen
l uit-stand (geen gastoevoer)
grote vlam (maximale gastoevoer)
kleine vlam (minimale gastoevoer)
Aansteken van de branders
Druk de knop in en draai hem linksom op symbool
grote vlam. Houd de knop ingedrukt.
Druk tegelijk de elektronische ontstekingsknop ( )
in. Houd de knop ingedrukt totdat de brander aangaat.
Voor modellen met thermokoppel (afb. 2-D): houd
als de vlam brandt de knop nog ca. 5 seconden
ingedrukt om het thermokoppel in te schakelen. Mocht
de vlam uitgaan, herhaal dan de procedure, maar houd
de knop nu 15 seconden ingedrukt.
Bij aansteken met een lucifer: houd een
brandende lucifer bij de brander. Draai dan pas de
bedieningsknop op symbool grote vlam.
Om de gastoevoer te stoppen de bedieningsknop met
de wijzers van de klok mee op de uit-stand draaien.
Let goed op als u gerechten in vet of olie
bereidt. Deze stoffen kunnen bij oververhitting
vlam vatten.
Wokbrander (afhankelijk van
model)
Steek altijd de brander aan voordat u de pan
eropzet.
Mocht de brander na een paar pogingen nog niet
aangaan, controleer dan of alle onderdelen van de
brander goed op hun plaats zitten (zie afb. 2).
Als u de sudderbrander gebruikt (met pannen die
een diameter van 50 mm of meer hebben) plaats
dan het speciale rooster op de pannendrager (zie
afb. 3).
F
Afb. 1
FO 2063
Afb. 2
FO 0204
A = branderdeksel
B = vlamverdeler
C = vonkontsteking
D = thermokoppel (afhankelijk van model)
A
B
D
C
snelbrander, normaalbrander en
sudderbrander
wokbrander
speciaal rooster
Afb. 3
6
Denk eraan dat een brede pan een groter warmte-
oppervlak heeft en dus sneller kookt dan een smalle pan.
Gebruik altijd een pan die geschikt is voor de
levensmiddelen die u bereidt.
Gebruik vooral niet te kleine pannen voor vloeistoffen die
kunnen overkoken.
Gebruik echter ook geen te grote pannen. Vet en jus
kunnen zich over de bodem verspreiden en makkelijk
aanbranden.
Gebruik altijd pannen met de juiste diameter, op die
manier reduceert u het gasverbruik (zie afb. 4).
Zet een deksel op de pan en draai de knop op een lagere
stand, zodra de levensmiddelen koken.
Gebruik voor het bakken van gebak ovenvormen die niet
open kunnen gaan. Anders kunnen vruchtensap en suiker
op de bodem van de oven lekken en daar inbranden. Zulke
vlekken zijn moeilijk te verwijderen.
Zet geen schalen met kunststof handgrepen in de oven,
deze grepen zijn niet hittebestendig.
Afb. 4
Adviezen en tips
FO 2562
Afb. 5
35
0
5
01
51
0
3
04
05
0
2
45
35
Met de kookwekker (afb. 5) kunt u een tijd van maximaal
60 minuten instellen.
Draai de wekker rechtsom op 60 en dan linksom terug
op de gewenste tijd.
Als de tijd om is, klinkt een signaal. De kookwekker
schakelt de oven echter niet automatisch uit.
Kookwekker
Vóór het in gebruik nemen van de
oven
Als het fornuis is geïnstalleerd, gaat u als volgt te werk:
a) Draai de temperatuurkiezer op MAX (250).
b) (CMC 60) Draai de functieschakelaar op boven- en
onderwarmte ( ).
c) Laat de lege oven 45 minuten lang werken.
d) Zet een raam of deur open om te ventileren.
De eerste paar minuten ontstaan rook en een
onaangename lucht, veroorzaakt door het
isolatiemateriaal en vettige restanten die tijdens de
productie zijn ontstaan.
Reinig de accessoires goed met warm water en
schoonmaakmiddel voordat u de oven in gebruik neemt.
7
FO 1196
Afb. 6
F
Gebruik van de oven
0
0
10
0
5
5
1
0
0
2
0
Afb. 7
FO 2124
FO 0375
Afb. 8
Elektrische oven (CMC 50)
Bedieningsknop (afb. 6)
Om de gewenste temperatuur in te stellen en de
verwarmingselementen één voor één in te schakelen.
Betekenis van de symbolen:
0 oven uitgeschakeld
ovenverlichting
50-max temperatuurregeling
onderste verwarmingselement
bovenste verwarmingselement
grillelement
U stelt de temperatuur (van 50°C tot max) in door de
knop rechtsom op de gewenste temperatuur te draaien.
Dankzij de thermostaat blijft de ingestelde temperatuur
behouden.
Als u de verwarming wilt veranderen, d.w.z. als u meer
bovenwarmte of meer onderwarmte wilt, draait u de knop
op symbool (onderwarmte) of (bovenwarmte).
In dit geval wordt de temperatuur niet hoger dan ca. 220°C
voor en 180°C voor .
Als u de grill wilt gebruiken, draait u de knop op symbool
.
Tijdens het grilleren moet de ovendeur half
geopend zijn en moet u de beschermplaat
voor de bedieningsknoppen aanbrengen (afb.
7-8).
Als u de oven gebruikt, moet het deksel van
de kookplaat (indien aanwezig) geopend zijn
om oververhitting te voorkomen.
Controlelampje thermostaat
(°C)
Dit lampje brandt als de oven wordt ingeschakeld. Het
gaat uit als de ingestelde temperatuur is bereikt en gaat
weer aan als de oven opwarmt.
8
F
Elektrische oven (CMC 60)
Functieschakelaar (afb. 9)
Met deze knop kiest u de volgende ovenfuncties:
0 uit
boven- en onderwarmte
grillelement 1750 W
onderwarmte
hetelucht
circulatieventilator
Doordat u bij deze oven uit verschillende systemen kunt
kiezen, kunt u optimale resultaten bereiken. Een paar
voorbeelden:
Boven- en onderwarmte: voor bakken en braden
op traditionele wijze.
Onderwarmte: voor het warmhouden van gerechten.
Hetelucht: voor bakken en braden van meerdere
gerechten tegelijk. De hetelucht circuleert gelijkmatig
door de ovenruimte.
Grillelement 1750 W: voor het grilleren van snacks
en kleine porties.
Ventilator: voor het ontdooien van diepvriesproducten.
Door de circulerende lucht gaat dat sneller. Alleen
ventilatormotor en verlichting zijn ingeschakeld.
Natuurlijk kunt u brood e.d. ook met temperatuur
ontdooien.
Attentie: zet geen schalen op de bodem van de oven en
bedek de bodem niet met aluminiumfolie. Daardoor kan
een warmtestuwing ontstaan, die het resultaat nadelig
beïnvloedt en schade aan het email kan veroorzaken.
Temperatuurkiezer (afb. 9)
Met deze knop stelt u de gewenste oventemperatuur
tussen 50°C en 250°C (max) in.
Draai de knop na gebruik altijd op de uit-stand terug.
Controlelampje thermostaat
(°C)
Dit lampje brandt als de oven wordt ingeschakeld. Het
gaat uit als de ingestelde temperatuur is bereikt en gaat
weer aan als de oven opwarmt.
Braadslede
De oven is uitgerust met een geëmailleerde braadslede
om bakvocht van gegrild vlees of vlees aan het spit e.d.
op te vangen en met een rooster voor gerechten die in
een ovenschotel klaargemaakt worden.
l Model CMC 60 R: Bij gebruik van de grill raden wij u
aan de braadslede (A - afb. 10) onder het rooster (B -
afb. 10) te schuiven. Zo voorkomt u dat de oven vuil
wordt.
U kunt ook de braadslede op het rooster plaatsen,
zie afb. 10, detail.
FO 2580
Afb. 9
0
Afb. 10
0
5
0
1
0
5
1
0
0
2
0
FO 0190
Temperatuurkiezer
Functieschakelaar
FO 1098
Model CMC 60 R
9
Tips voor het gebruik van de oven
Tips voor het gebruik van de
gasbranders
Draai om te beginnen de knop altijd op symbool grote
vlam ( ) en kies daarna de gewenste stand.
De buitenkant van de vlam is veel heter dan de binnenkant.
Daarom moeten de punten van de vlam de bodem van de
pan raken. Te grote vlammen betekenen gasverspilling.
Voor het koken op gasbranders hoeven de pannen geen
vlakke bodem te hebben; de vlam raakt de bodem en
verdeelt de hitte over het gehele oppervlak.
Pannen met een dunne wand geven de warmte sneller
aan de inhoud door dan pannen met een dikke wand.
Omdat de hitte niet gelijkmatig over de panbodem wordt
verdeeld, worden de levensmiddelen soms slechts
gedeeltelijk verhit. Daarom dient u regelmatig te roeren.
Een dikke panbodem voorkomt gedeeltelijke oververhitting
omdat deze voldoende thermische compensatie biedt.
Gebruik geen al te kleine pannen. Brede en lage pannen
zijn geschikter dan smalle en hoge pannen omdat ze
voor snellere opwarming zorgen. Het koken gaat niet
sneller als u een smalle pan op een grote brander zet.
Het resultaat is alleen gasverspilling. Zet kleine pannen
op een kleine brander en grote pannen op een grote
brander.
Plaats een deksel op de pan om het gasverbruik te
reduceren.
Gebak
Verwarm de oven minstens 10 minuten voor, tenzij anders
wordt aangegeven.
Open de ovendeur niet als u gerechten bereidt die moeten
rijzen (bijv. gistdeeg); de straal koude lucht stopt het
rijzingsproces.
Om te controleren of gebak gaar is, steekt u er een
cocktailprikker in: als deze er schoon uitkomt, is het
gebak klaar. Wacht tot minstens 3/4 van de baktijd om
is voordat u deze controle uitvoert.
Als gebak aan de buitenkant gaar is, maar aan de
binnenkant nog niet, zijn een lagere temperatuur en een
langere baktijd nodig. Als het gebak droog is, zijn een
hogere temperatuur en een kortere baktijd nodig.
Vlees
Vlees dat u in de oven wilt braden moet minstens 1 kg
wegen, anders wordt het te droog.
Als u vlees met een lekker kleurtje wilt, gebruik dan heel
weinig olie. Als het vlees mager is, gebruik dan olie of
boter of beide. Als het vlees een reep vet heeft, zijn boter
of olie niet nodig. Als het vlees slechts aan één kant een
reep vet heeft, leg deze kant dan naar boven; als het vet
smelt, verspreidt het zich over de rest van het vlees.
Rood vlees dient u een uur van te voren uit de koelkast te
halen, anders kan het door de plotselinge
temperatuurwisseling taai worden.
Het vlees, vooral rood vlees, niet vóór het braden al zouten;
zout onttrekt sap en bloed aan het vlees, waardoor er
geen bruin korstje kan ontstaan. Haal het vlees na de
helft van de braadtijd even uit de oven om het te zouten.
Zet het vlees in een lage schaal in de oven; een hoge
schaal houdt de warmte tegen.
U kunt het vlees in een ovenvaste schaal of direct op het
rooster leggen. Zet dan de braadslede onder het rooster
om het braadvocht op te vangen. Ingrediënten voor jus
voegt u direct toe als het vlees een korte braadtijd nodig
heeft, anders gedurende de laatste 30 minuten van de
braadtijd.
Vlees dat van binnen rood moet blijven braadt u eerst op
een hoge temperatuur, daarna verlaagt u de temperatuur.
De braadtemperatuur voor wit vlees kan van begin tot
einde gematigd zijn.
U kunt controleren hoe gaar het vlees is door er met een
vork op te drukken: als het vlees niet meegeeft, is het
gaar.
Wacht na het braden minstens 15 minuten voordat u
vlees gaat snijden, zo gaat er geen braadvocht verloren.
U kunt borden en schalen op de laagste temperatuur in
de oven warmhouden.
Vis
Kies voor kleine hoeveelheden vis altijd een hoge
temperatuur. Kies voor middelgrote hoeveelheden vis eerst
een hoge en dan geleidelijk een lagere temperatuur. Kies
voor grote hoeveelheden vis een gematigde temperatuur.
Controleer of gebakken vis gaar is door voorzichtig een
stukje op te tillen; het visvlees moet gelijkmatig wit en
ondoorschijnend zijn, behalve natuurlijk bij zalm, forel
e.d.
Grilleren
Onderstaande levensmiddelen zijn geschikt om te
grilleren:
- vlees in plakken of stukken in verschillende maten,
maar niet al te dik;
- gevogelte in tweeën gesneden en plat gedrukt;
- vis;
- sommige soorten groente, bijv. courgettes,
aubergines, tomaten;
- spiezen met vlees of vis en zeevruchten.
Vlees en vis met wat olie bestrijken en op het rooster
leggen. Vlees pas tegen het einde van de grilltijd zouten;
vis vóór het grilleren aan de binnenkant zouten.
Afhankelijk van de dikte van het vlees plaatst u het rooster
dicht bij of ver van het grillelement. Zo voorkomt u dat het
10
Tabel bakken en braden (CMC 50)
Niveau*
Gerecht
Tijd in minuten
Temperatuur
in °C
* De niveaus tellen van onder naar boven (afb. 11), ovenbodem en braadslede niet meegerekend.
Afb. 11
FO 0019
4
3
2
1
Afb. 12
4
3
2
1
hetelucht
FO 0061
vlees verbrandt en de binnenkant onvoldoende gaar wordt.
Rookvorming veroorzaakt door vleesvocht en vet kunt u
voorkomen door 1 of 2 glazen water in de braadslede te
gieten.
U kunt de grill ook gebruiken om te gratineren, brood te
roosteren en sommige soorten fruit, bijv. bananen, halve
grapefruits, plakken ananas, appels enz. te grilleren. Leg
het fruit niet te dicht bij het grillelement.
Hetelucht (CMC 60)
Omdat de gerechten elkaars geur nauwelijks overnemen,
kunt u verschillende gerechten tegelijk bereiden (afb. 12).
Ook kunt u bijv. koekjes op twee niveaus tegelijk bakken.
Bak- en braadtijden
Baktijden variëren afhankelijk van soort gerecht, structuur
en hoeveelheid. Wij raden u aan de eerste keer dat u
een gerecht bereidt goed op te letten en de resultaten te
noteren. Aan de hand van deze gegevens kunt u andere
gerechten bereiden.
In de tabel vindt u richtlijnen m.b.t. tijd en temperatuur.
Gebak in vormen
tulband 175 2 60-70
zandgebak 175 2 60-70
biscuitdeeg 175 2 35-40
Gebak op de bakplaat
vruchtengebak 200 1 35-40
opgerolde cake 190 1 20-30
soezen 200 2 30-40
Koekjes
zanddeeg 170 2 10-15
schuimpjes 140 2 120
Lasagne 225 2 40-50
Vlees (braadtijd per cm hoogte)
vlees met lange braadtijd 175 2 12-15
vlees met korte braadtijd 200 2 10-12
Gevogelte
eend 1,5-2 kg 200 2 120-180
gans 3 kg 200 2 150-210
kip 1 kg 200 2 60-90
kalkoen 5 kg 175 2 220-240
Wild
haas 200 2 60-90
reebout 200 2 90-150
hertenbout 175 2 90-180
Vis
hele vis 200 2 40-50
Pizza 240 1 20-25
11
Niveau
van
onderen
Temp.
in °C
Opmerkingen
Temp.
in °C
Gerecht
Gewicht
in gram
Hetelucht
Boven- en
onderwarmte
* Ca. 10 minuten voorverwarmen.
U kunt in de oven uitstekend borden warmen. Kies hetelucht en een lage temperatuur.
Tabel bakken en braden (CMC 60)
Tabel grilleren
Niveau
van
onderen
Tijd in
minuten
* 1500 rosbief 2 220 2 200 40-60 op het rooster
* 1200 rundvlees 2 200 2 175 50-70 op het rooster
* 1200 varkensvlees 2 200 2 175 100-130 op het rooster
* 1200 kalfsvlees 2 20 2 175 90-120 op het rooster
2000 lamsbout 2 175 2 160 120-140 1 bout
3000 gans 2 190 2 170 140-180 in zn geheel
1800 eend 2 180 2 160 120-150 in zn geheel
3500 kalkoen 1 190 1 175 120-150 in zn geheel
1200 kip 2 200 2 180 80-100 in zn geheel
1200 konijn 2 190 2 175 60-80 in zn geheel
1500 forel 2 200 2 (1+3) 175 40-60 3 stuks
* lasagne 2 200 2 (1+3) 175 40-60
* taartbodem 2 190 2 (1+3) 170 25-35 in bakvorm
* kwarktaart 1 170 2 150 60-80 in bakvorm
* zandgebak 1 180 2 170 40-50 in bakvorm
* cake 1 175 1 160 40-50 in bakvorm
* apfelstrudel 1 175 2 (1+3) 160 60-80 in bakvorm
* 500 koekjes 1 180 2 (1+3) 160 10-20
* 500 vlaai 1 220 2 (1+3) 200 10-25 in bakvorm
* 1000 wit brood 1 200 2 180 45-65 in bakvorm
* 500 broodjes 1 210 2 (1+3) 190 20-30
Gerecht Aantal Gewicht Niveau Temp. Bovenkant Onderkant
in gram van onder in °C in min. in min.
biefstuk 4 800 4 max 10 8
karbonade 4 600 4 max 12 8
worstjes 8 500 4 max 10 6
kippenbout 6 800 3 max 30 20
kipfilet 4 400 4 max 13 10
sjasliek 4 700 4 max 12 10
visfilet 4 400 4 max 8 6
oesters 6 - 4 max 12 -
halve tomaten 8 500 4 max 12 -
toast met ham en kaas 4 - 4 max 8 -
sneetjes brood 4 - 4 max 2-3 1
12
Altijd eerst de stekker uit het stopcontact
trekken.
De kookplaat
Druppels saus, vruchtensap e.d. moeten zo snel mogelijk
met een zachte doek en een warm sopje worden
verwijderd. Gebruik geen staalwol of messen om
aangekoekte vlekken te verwijderen. Verwijder
hardnekkige plekken met een speciaal zeepsponsje,
maar zorg ervoor dat u het email niet krast.
Reinig de geëmailleerde pannendragers met water en
schoonmaakmiddel; ze kunnen ook in de afwasautomaat
worden gereinigd.
Reinig de branders voorzichtig met warm water en
schoonmaakmiddel. Droog de onderdelen goed af voordat
u ze weer terugzet. Controleer of ze goed op hun plek
zitten. De branders kunt u schuren met staalwol of een
mild schuurmiddel.
De oven
Reinig de oven na elk gebruik als hij nog warm is. U kunt
dan vetresten of andere substanties zoals vruchtensap
of suiker nog makkelijk verwijderen. Gebruik een warm
sopje of een speciale ovenreiniger. Richt een spuitbus
niet direct op mat metalen onderdelen, dit kan de
onderdelen beschadigen. Volg altijd de aanwijzingen van
de fabrikant op.
Reinig de accessoires (rooster, braadslede enz.) met
warm water en schoonmaakmiddel. Verwijder
aangekoekte vlekken met een mild schuurmiddel.
Reinig de ovendeur alleen met warm water en gebruik
geen ruwe doeken of schuurmiddel.
Bedek de ovenwanden of de bodem van de
oven nooit met aluminiumfolie. Dat
veroorzaakt een warmtestuwing die de bak-
en braadresultaten nadelig kan beïnvloeden
en beschadigt bovendien het email.
Periodiek onderhoud
Controleer regelmatig de flexibele buis van de
gasaansluiting en laat de buis door onze service-afdeling
vervangen als hij afwijkingen vertoont. Wij raden u aan
de buis elk jaar te laten vervangen.
Laat regelmatig door een vakman de gasregelkranen
smeren. Als de kranen niet goed werken, laat het apparaat
dan door een vakman nakijken.
Vervangen van de ovenlamp
Schakel het apparaat uit.
Schroef de lamp (afb. 14) los en vervang hem door een
gelijkwaardige lamp die geschikt is voor hoge
temperaturen (300°C) en de volgende eigenschappen
heeft: spanning: 230 V (50 Hz) - aansluitwaarde 15 W -
fitting: E 14.
FO 0424
FO 0287
Afb. 14
CMC 50
CMC 60
Afb. 13
Reiniging en onderhoud
Aanbrengen van het
spatscherm (CMC 60 PR)
Het fornuis is voorzien van een spatscherm dat aan de
achterkant van de kookplaat moet worden aangebracht.
Plaats de twee pennen van het spatscherm in de steunen
aan de achterkant van de kookplaat (afb. 13).
13
Reinigen van de ovendeur
Om de ovendeur beter te kunnen reinigen, kunt u hem
als volgt demonteren (afb. 15):
Open de deur helemaal. Draai de twee hendels op de
scharnierarm 180°. Sluit de deur tot een hoek van 30°.
Til de deur op en neem hem los.
Om de deur weer te monteren gaat u in omgekeerde
volgorde te werk.
Deksel uitbalanceren
Alle glazen deksels kunnen worden gedemonteerd om
ze beter te kunnen reinigen (afb. 16).
Glazen deksels zijn voorzien van speciaal gebalanceerde
veren in de scharnieren aan de achterkant van het
apparaat, die ervoor zorgen dat het deksel soepel en
makkelijk kan worden gesloten. U kunt een
schroevendraaier gebruiken om de sluiting van het deksel
te verstellen. De benodigde kracht voor openen en sluiten
van het deksel kan worden verhoogd door de stelschroef
2 of 3 maal te draaien, zie afb. 17.
Waarschuwing! Het glazen deksel kan
versplinteren als het oververhit raakt.
Controleer altijd of de gasbranders uit zijn
voordat u het deksel sluit.
Afb. 15
FO 0967
Afb. 17
FO 0064
Afb. 16
FO 2200
14
Oven met geëmailleerde wanden
reinigen
De wanden van de oven zijn geëmailleerd en moeten met
de hand worden gereinigd.
Na elk gebruik (vooral na het braden van vlees) dient u
vetspatten e.d. met een zachte doek en een
schoonmaakmiddel te verwijderen; zo produceert de oven
bij het volgende gebruik minder rook en blijft hij langer
schoon.
Overgekookte levensmiddelen op de bodem van de oven
kunt u makkelijker verwijderen door de bodemplaat uit te
oven te nemen.
Maak de oven regelmatig met een speciaal
reinigingsmiddel schoon.
Stelvoeten
Voordat u het fornuis installeert, moeten de meegeleverde
voeten worden gemonteerd.
1. Verwijder de pannendragers, de branders en de
ovenaccessoires.
2. Leg de oven voorzichtig op zn achterkant (afb. 18) en
let erop dat er niets beschadigd raakt.
3. Verstel de hoogte van de voeten door het onderste
gedeelte van de voeten los te schroeven, totdat u de
gewenste hoogte bereikt (de hoogte kan van 850 tot
880 mm worden versteld).
4. Plaats de voeten in de daarvoor bestemde openingen
(zie afb. 18).
5. Zet het fornuis weer rechtop. Plaats branders,
pannendragers en ovenaccesoires terug.
6. Indien nodig, kunt u het fornuis waterpas stellen door
het onderste deel van de voeten te verdraaien, tot het
apparaat volkomen stabiel staat.
FO 2283
Afb. 18
15
l De gasstroom lijkt abnormaal
l U ruikt een gaslucht
l De oven wordt niet warm
l De bereidingstijd is te lang
l Er komt rook uit de oven
l De ovenlamp werkt niet
Controleer of:
- de openingen in de vlamverdeler niet verstopt zijn:
- de drukregelaar werkt;
- de gaskraan helemaal geopend is.
Controleer of:
- de gaskraan niet open staat;
- de gastoevoerbuis goed op zn plek zit en in goede
staat verkeert; laat deze buis elk jaar vervangen.
Zoek nooit m.b.v. een lucifer naar een gaslek;
gebruik hiervoor zeepsop.
Controleer of u de bedieningsknoppen goed hebt
ingesteld.
Controleer of u de juiste temperatuur voor het
gerecht hebt gekozen.
Reinig de oven na elk gebruik. Bij het braden van
vlees kunnen vetspatten ontstaan; als de oven niet
goed wordt schoongemaakt, veroorzaken deze
vetspatten rook en onaangename geur. Zie
hoofdstuk Reiniging en onderhoud.
Misschien is de lamp stuk. Zie paragraaf
Vervangen van de ovenlamp.
Als er iets niet werkt
Als het apparaat niet naar behoren werkt, dient u onderstaande punten te controleren voordat u contact opneemt met
onze service-afdeling:
Kunt u de storing niet zelf lokaliseren en verhelpen, raadpleeg dan onze service-afdeling.
Geef daarbij altijd het model en het typenummer van het apparaat op.
Onderhoud
Om een goede en veilige werking te waarborgen, moeten
de gasregelkranen regelmatig door een erkend
installateur worden gesmeerd.
Dit dient als volgt te gebeuren:
Draai de bevestigingsschroeven los en verwijder dan
knop en plaat.
Draai de twee schroeven aan de zijkanten van de
kraanstang los.
Verwijder de kegel en maak deze zorgvuldig schoon.
Breng dan een dunne laag vet aan, onoplosbaar in
water en geschikt voor gaskranen. Zorg ervoor dat de
gastoevoeropeningen niet door een teveel aan vet
verstopt raken.
Monteer voorzichtig de onderdelen in omgekeerde
volgorde
Originele onderdelen
Reparaties aan het apparaat mogen alleen door
vakmensen worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties
kunnen tot aanzienlijke risicos leiden. Laat reparaties
uitvoeren door ELECTROLUX SERVICE en laat alleen
originele DISTRIPARTS onderdelen plaatsen.
16
Elektrische oven
CMC 50 CMC 60
Grillelement 1800 W 1750 W
Onderste verwarmingselement
1200 W 1000 W
Bovenste verwarmingselement
1000 W 800 W
Onderste + bovenste verwarmingselement
2200 W 1800 W
Circulatieventilator - 30 W
Ovenverlichting 15 W 15 W
Aansluitwaarde oven 2215 W 1845 W
Spanning 230 V (50 Hz) 230 V (50 Hz)
Technische gegevens
Afmetingen
Hoogte 850 mm
Breedte CMC 50 500 mm
CMC 60 R / W / PR 600 mm
Diepte CMC 50 - CMC 60 R 500 mm
CMC 60 W / PR 600 mm
Apparaat klasse 1 en klasse 2 sub-klasse 1
CATEGORIE I 2L
Voeding gas aardgas G25 / 25 mbar
Inspuitstukken
Maximale
warmte-afgifte
Minimale
warmte-afgifte
Aardgas 25 mbar
Sproeiers
Verbruik
m
3
/h
kW
kW
normaalbrander
sudderbrander
1
2
3
3.5
0,30
0,40
0,55
1,2
71
100
124
140
0,111
0,221
0,332
0,387
0,42
0,47
0,56
0,85
sterkbrander
wokbrander
Type brander
Spaarstand-
boring
Kookplaat
Sudderbrander 1 kW
Normaalbranders 2 kW
Snelbrander 3 kW
Wokbrander 3,5 kW
Elektronische ontsteking van de branders: afhankelijk van
model
Thermokoppel: afhankelijk van model
17
A) aansluitpijp
B) ringetje
Afb. 19
A
B
Ventilatie
Bij gebruik van het apparaat wordt er bij de verbranding
van aardgas zuurstof aan de lucht onttrokken. Zorg
daarom voor voldoende ventilatie.
Gasaansluiting
De aansluiting moet volgens NEN 1078 worden gemaakt.
Het fornuis is vanuit de fabriek gemaakt en ingesteld voor
de gassoort zoals aangegeven op het typeplaatje.
Controleer of deze gegevens overeenkomen met de
geleverde gassoort in de woning.
De aansluiting dient van een GIVEG-goedgekeurde
aansluitgaskraan met koppeling te worden voorzien (afb.
19).
Waarschuwing!
Controleren of alle verbindingen naar het apparaat
goed gasdicht zijn, dient te geschieden met een
zeep-oplossing, nooit met een vlam.
Het installeren en aansluiten van het apparaat
dient te geschieden door een erkend
installateur, met inachtneming van de
geldende wetten en normen. Altijd eerst de
stekker uit het stopcontact trekken!
Elektrische aansluiting
De aansluiting moet volgens NEN 1010 en eventuele
speciale voorschriften van het plaatselijke
energiebedrijf worden uitgevoerd.
Controleer of de zekeringen en de huisinstallatie de
belasting van het apparaat kunnen verdragen (zie
typeplaatje).
Het stopcontact moet geaard zijn.
Het stopcontact of de meerpolige schakelaar moeten
makkelijk toegankelijk zijn.
De meerpolige schakelaar moet tussen de
schakelcontacten een minimale ruimte van 3 mm
hebben. De aardleiding (geel/groen) mag nooit worden
onderbroken.
Het aansluitsnoer moet zodanig worden geïnstalleerd
dat het snoer niet heter kan worden dan 90°C boven
de kamertemperatuur.
Het fornuis is voorzien van een 3-aderig aansluitsnoer
met randaardestekker.
De netspanning moet 230 V ~ 50 Hz zijn.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of letsel,
als het apparaat niet volgens de betreffende normen is
geïnstalleerd.
Aanwijzingen voor de installateur
FO 2413
18
Bij aanspraak op kosteloos herstel dient het origineel van
de betreffende aankoopnota of kwitantie te worden
getoond of meegezonden.
Algemene garantiebepalingen
1 De fabrikant verleent één jaar garantie op het op de
bijbehorende koopnota vermelde apparaat, gerekend
vanaf de koopdatum. Indien zich binnen deze periode een
storing voordoet, welke het gevolg is van een materiaal-
en/of constructiefout, heeft de koper het recht op kosteloos
herstel.
1a Voor stofzuigers, bedoeld voor huishoudelijk gebruik,
geldt een algemene garantieperiode van twee jaar.
Accessoires zijn aan directe slijtage onderhevig; deze
verbruiksartikelen zijn derhalve van garantie uitgesloten.
2 Indien binnen de garantietermijn door Marynen
reparaties
worden verricht, wordt de oorspronkelijke garantietermijn
niet verlengd. Op reparaties buiten de garantietermijn door
Marynen verricht, en op de hierbij geleverde, betaalde en
gemonteerde onderdelen wordt 1 jaar garantie verleend.
Indien na drie maal uitvoeren van eenzelfde reparatie,
hetzelfde defect opnieuw optreedt en geen resultaat van
een opnieuw uitvoeren van een reparatie verwacht mag
worden, zal een nieuw exemplaar of soortgelijk toestel
worden aangeboden. De aanbieding geschiedt tegen
bijbetaling op basis van een te bepalen jaarlijks
afschrijvingspercentage.
3 Servicebezoeken aan huis worden alleen gebracht voor
grote, moeilijk transporteerbare apparaten, per definitie:
wasautomaten, droogtrommelautomaten,
afwasautomaten, koelkasten, diepvrieskasten/-kisten,
ovens, fornuizen en inbouwapparaten.
3a De regeling als bedoeld onder punt 3 geldt ook voor
caravankoelkasten, mits de plaats waar zich het apparaat
bevindt binnen de landsgrenzen ligt en over normale, voor
het autoverkeer opengestelde wegen bereikbaar is. Voorts
dient ten tijde van het bezoek het apparaat en de eigenaar,
of diens gemachtigde plaatsvervanger, op de afgesproken
bezoekplaats aanwezig te zijn.
4 Indien, naar het oordeel van de fabrikant, het apparaat
zoals bedoeld onder punt 3 naar haar servicewerkplaats
getransporteerd moet worden, dan geschiedt dit transport
op de door de fabrikant vastgestelde wijze en voor rekening
en risico van de fabrikant.
5 Alle niet onder punt 3 en punt 3a genoemde apparaten,
alsmede apparaten welke wel de betreffende functionele
eigenschappen hebben maar daarnaast juist bedoeld zijn
voor gemakkelijk transport, dienen franco aan het adres
van de servicedienst verzonden of aangeboden te worden.
Binnen de algemene garantieperiode vindt terugzending
voor rekening van de fabrikant plaats.
6 Indien een onder garantie en binnen de algemene
garantieperiode vallend defect aan een apparaat niet
hersteld kan worden, vindt kosteloze vervanging van het
apparaat plaats.
Garantie-uitbreidingen
7 Voor koel-/vries-motorcompressoren (exclusief
startrelais en motorbeveiliging) geldt een aflopende
garantieperiode, in gelijke percentages van twintig procent
per jaar, van vijf jaar na koopdatum van het op de
bijbehorende koopnota vermelde apparaat, met
inachtname van volledig kosteloos herstel binnen de
algemene garantieperiode. Na de algemene
garantieperiode worden bezoek-, arbeidsloon- en
bijkomende materiaalkosten in rekening gebracht.
GARANTIEBEPALINGEN EN SERVICE VOOR DE BENELUX
Garantie-uitsluitingen
8 Het kosteloos uitvoeren van herstel- en/of
vervangingswerkzaamheden, zoals bedoeld in de
betreffende hieraan voorafgaande punten, is niet van
toepassing indien:
- de aankoopnota of kwitantie, waaruit tenminste de
aankoopdatum en de identificatie van het apparaat blijkt,
niet getoond kan worden of meegezonden werd;
- het apparaat voor andere, of óók voor andere dan de
huishoudelijke doeleinden waarvoor het apparaat
bestemd is, gebruikt wordt;
- het apparaat niet volgens de aanwijzingen in het
installatievoorschrift of de gebruiksaanwijzing
geinstalleerd, bediend, behandeld of gebruikt wordt;
- het apparaat op ondeskundige wijze door daartoe niet
bevoegde personen hersteld of gewijzigd werd.
8a Indien het apparaat zodanig ingebouwd,
ondergebouwd, opgehangen of geplaatst is dat de
benodigde tijd voor het uit- en inbouwen samen meer dan
dertig minuten bedraagt, dan worden de hierdoor ontstane
extra kosten aan de eigenaar in rekening gebracht.
8b Schade welke ontstaat door het, met toestemming van
de eigenaar, op abnormale wijze uit- of inbouwen van een
apparaat, kan niet op de fabrikant of haar servicedienst
verhaald worden.
8c Beschadigingen, zoals krassen en deuken of zoals
breuk van uit- of afneembare delen, welke niet ten tijde
van de aflevering ter kennis van de fabrikant gebracht
worden, vallen niet onder garantie.
Belangrijk advies
De constructie van dit apparaat is zodanig, dat de veiligheid
daarvan gewaarborgd is. Ondeskundige reparaties
kunnen echter de veiligheid in gevaar brengen. Terwille
van een blijvende veiligheid, en ook om mogelijke schade
te voorkomen, is het raadzaam dat reparaties uitsluitend
verricht worden door personen die daarvoor de vereiste
vakbekwaamheid bezitten. Wij adviseren u herstel- en/of
controlewerkzaamheden door uw vakhandelaar of door
ELECTROLUX
SERVICE te laten
uitvoeren en
uitsluitend originele
D I S T R I P A R T S
onderdelen te laten
plaatsen.
Nederland
Vennootsweg 1 - 2404 CG Alphen aan den Rijn
Postbus 120 - 2400 AC Alphen aan den Rijn
Storingsmeldingen op werkdagen
tijdens kantooruren:
Tel.: (0172) 46 83 00
Fax.: (0172) 46 82 55
Onderdelenverkoop op werkdagen tijdens kantooruren:
Tel.: (0172) 46 84 00
Fax.: (0172) 46 83 76
Luxembourg/
Luxemburg
7, Rue de Bitbourg
L-1273 Luxembourg-Hamm
Service après vente:
Kundendienst:
Tel.: 42 43 11
Fax: 42 43 13 60
België
Bergensesteenweg 719
1502 Halle (Lembeek)
Thuisherstellingen:
Tel.: 02-3630444
Fax.: 02-3630400
Wisselstukken:
Tel.: 02-3630555
Fax.: 02-3630500
35676-7201 12/01
Grafiche MDM - Forlì
1 / 1