Documenttranscriptie
LFF 8M116
EN
English
NL
Nederlands
Operating instructions
Gebruiksaanwijzing
Operating instructions,1
Precautions and advice, 2-3
Assistance, 9
Product Data, 10
Installation, 13-14
Description of the appliance, 15
Refined salt and rinse aid, 16
Loading the racks, 17-18
Detergent and dishwasher use, 19
Wash cycles, 20
Special wash cycles and options, 21
Care and maintenance, 22
Troubleshooting, 23
Gebruiksaanwijzingen, 1
Voorzorgsmaatregelen en advies, 4-5
Service, 9
Productkaart, 11
Installatie, 36-37
Beschrijving van het apparaat, 38
Onthardingszout en glansmiddel, 39
Het laden van de rekken, 40-41
Vaatwasmiddel en gebruik van de afwasautomaat, 42
Programma’s, 43
Speciale programma's en opties, 44
Onderhoud en verzorging, 45
Storingen en oplossingen, 46
DISHWASHER - Contents
FR
Français
Mode d’emploi
LAVE-VAISSELLE - Sommaire
Mode d’emploi, 1
Précautions et conseils, 3-4
Service, 9
Fiche produit, 10
Installation, 24-25
Description de l’appareil, 26
Sel régénérant et Produit de rinçage, 27
Charger les paniers, 28-29
Produit de lavage et utilisation du lave-vaisselle, 30
Programmes, 31
Programmes spéciaux et Options, 32
Entretien et soin, 33
Anomalies et remèdes, 34
AFWASAUTOMAAT - Inhoud
ES
Español
Manual de instrucciones
LAVAVAJILLAS - Índice
Instrucciones de uso, 1
Precauciones y consejos, 5-6-7
Asistencia, 9
Ficha producto, 11
Instalación, 47-48
Descripción del aparato, 49
Sal regeneradora y abrillantador, 50
Cargar los cestos, 51-52
Detergente y uso del lavavajillas, 53
Programas, 54
Programas especiales y opciones, 55
Mantenimiento y cuidados, 56
Anomalías y soluciones, 57
PT
Português
Instruções de uso
MÁQUINA DE LAVAR LOUÇA - Índice
Instruções de uso, 1
Precauções e conselhos, 7-8
Assistência, 9
Ficha do produto, 12
Instalação, 58-59
Descrição do aparelho, 60
Sal, regenerador e abrilhantador, 61
Carregar os cestos, 62-63
Detergente e uso da máquina de lavar louça, 64
Programas, 65
Programas especiais e opções, 66
Manutenção e cuidados, 67
Anomalias e soluções, 68
d’arrivée. L’ancien tuyau d’arrivée ne doit
pas être réutilisé.
• Si le lave-vaisselle est en libre pose, le côté
arrière de ce dernier doit être placé contre
le mur.
Mise au rebut
• Mise au rebut du matériel d’emballage : se
conformer aux réglementations locales de
manière à ce que les emballages puissent
être recyclés.
• La directive européenne 2012/19/EU sur
les déchets d’équipements électriques
et électroniques (DEEE), prévoit que les
électroménagers ne peuvent pas être
traités comme des déchets solides urbains
normaux. Les appareils usagés doivent
être collectés séparément afin d’optimiser
le taux de récupération et le recyclage
des matériaux qui les composent et
réduire l’impact sur la santé humaine et
l’environnement Le symbole de la poubelle
barrée est appliqué sur tous les produits
pour rappeler qu’ils font l’objet d’une
collecte sélective.
Pour tout autre renseignement sur la
collecte des électroménagers usés, prière
de s’adresser au service public préposé
ou au vendeur.
Economies et respect de
l’environnement
Faire des économies d’eau et d’électricité
• Ne faire fonctionner le lave-vaisselle
que quand il est rempli au maximum de
sa capacité. Dans l’attente de remplir
l’appareil, lancer le cycle de Trempage
pour éviter la formation de mauvaises
odeurs (si disponible - voir Programmes).
• Sélectionner un programme adapté
au type de vaisselle et à son degré de
salissure, consulter pour cela le Tableau
des programmes :
- pour de la vaisselle normalement sale,
choisir le programme Eco (économique),
il limite la quantité d’eau et d’électricité
utilisée.
- pour une quantité réduite de vaisselle,
choisir l’option Demi-charge (si disponible voir
Programmes Spéciaux et Options).
• Si le contrat de fourniture d’électricité
prévoit des tranches horaires à prix réduit,
effectuer les lavages pendant ces heures
creuses. L’option Départ différé peut aider
à organiser les lavages dans ce sens (si
disponible voir Programmes Spéciaux et Options).
4
NL
Voorzorgsmaatregelen en
advies
HET apparaat is ontworpen en gebouwd
o v e r e e n k o m s t ig d e in t e r n a t i o n a l e
veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn
geschreven om veiligheidsredenen en
moeten zorgvuldig worden doorgenomen.
Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele
toekomstige raadpleging. Wanneer u het
product weggeeft, verkoopt of wanneer u
verhuist, dient u dit boekje bij het apparaat
te bewaren.
Lees de aanwijzingen zorgvuldig door: er
staat belangrijke informatie in over installatie,
gebruik en veiligheid.
Dit apparaat is ontworpen voor huishoudelijk
gebruik of gelijksoortige toepassingen,
bijvoorbeeld:
- boerderijen;
- gebruik door klanten in hotels, motels en
andersoortige verblijfsmogelijkheden;
- bed and breakfasts.
Haal het apparaat uit de verpakking en
controleer dat het geen schade heeft geleden
tijdens het transport. Als het apparaat
beschadigd is, moet u het niet aansluiten
maar de dealer inschakelen.
Algemene veiligheid
• Dit apparaat mag worden gebruikt door
kinderen van 8 jaar en ouder en door
personen met een beperkt lichamelijk,
sensorisch of mentaal vermogen, ofwel
personen die geen ervaring hebben of de
nodige kennis, mits zij onder strikt toezicht
staan van een persoon die verantwoordelijk
is voor hen, ofwel nadat zij de nodige
instructies hebben gekregen betreffende
het veilig gebruik van het apparaat en zij
begrijpen wat de gevaren zijn die ermee
verbonden zijn.
• Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen.
• De reiniging en het onderhoud van het
apparaat moeten door de gebruiker worden
uitgevoerd. Deze twee handelingen dienen
niet te worden uitgevoerd door kinderen
zonder toezicht.
• Dit apparaat is ontwikkeld voor nietprofessioneel gebruik binnenshuis.
• Dit apparaat moet worden gebruikt voor het
wassen van huishoudelijke vaat en volgens
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
de aanwijzingen die terug zijn te vinden in
dit boekje.
De afwasautomaat mag niet buitenshuis
worden geïnstalleerd, ook niet in overdekte
toestand. Het is zeer gevaarlijk hem bloot
te stellen aan regen en onweer.
Raak de afwasautomaat niet blootsvoets
aan.
Haal de stekker niet uit het stopcontact
door eraan te trekken, maar door hem beet
te pakken.
Aan het eind van iedere cyclus en voordat
u de afwasautomaat reinigt of onderhoud
uitvoert, moet u de waterkraan afsluiten en
de stekker uit het stopcontact halen.
Het maximale aantal couverts wordt
aangegeven in de productfiche.
Bij een storing mag u in geen geval aan
de interne mechanismen sleutelen om een
reparatie trachten uit te voeren.
Leun niet tegen de open deur aan en ga
er niet op zitten. Het apparaat zou om
kunnenvallen.
De deur dient niet in openstaande stand
gelaten te worden omdat men erover zou
kunnen struikelen.
Houd het was- en glansmiddel buiten het
bereik van kinderen.
Het verpakkingsmateriaal is geen
speelgoed voor kinderen.
Messen en gebruiksvoorwerpen met
scherpe randen moeten in de bestekkorf
worden geplaatst met de punt/het
lemmet naar beneden toe gericht of in
horizontale stand op de opklaprekjes of in
de besteklade/het derde rek bij modellen
waar dit voorkomt.
Het apparaat dient op de waterleiding te
worden aangesloten m.b.v. de nieuwe
toevoerbuis. De oude toevoerbuis mag niet
meer worden gebruikt.
Als de vaatwasser vrijstaand is, moet
de achterzijde tegen een muur worden
geplaatst.
Afvalverwijdering
• Houd u aan de lokale normen, zodat
het verpakkingsmateriaal kan worden
hergebruikt.
• De Europese richtlijn 2012/19/EU
betreffende afgedankte elektrische
en elektronische apparatuur (AEEA)
voorziet dat elektrische apparaten niet
met het gewone huisvuil mogen worden
meegegeven. Afgedankte apparaten
moeten gescheiden worden ingezameld
om het recyclen en herwinnen van de
gebruikte materialen te optimaliseren en
potentiële schade voor de gezondheid
en het milieu te voorkomen. Het symbool
van de afvalemmer met een kruis staat op
alle producten om de consument eraan te
herinneren dit product gescheiden in te
zamelen.
Voor meer informatie betreffende het
verwijderen van elektronische apparatuur
kan de consument zich wenden tot de
gemeentelijke reinigingsdienst of de
verkoper.
Energiebesparing en respect voor
het milieu
Water en energie besparen
• Start de afwasautomaat alleen als hij
volgeladen is. Als u moet wachten totdat de
afwasautomaat gevuld is, kunt u vervelende luchtjes
vermijden door het programma Inweken te
gebruiken (waar beschikbaar - zie Programma’s).
• Selecteer een geschikt programma voor
het type vaat en het soort vuil door de
Programmatabel te raadplegen:
- voor een gemiddeld vuile vaat gebruikt u
het programma Eco, dat een laag energieen waterverbruik garandeert;
- als u een kleine vaat heeft, activeert u
de optie Halve lading (waar beschikbaar - zie
Speciale programma’s en opties).
• Als uw elektriciteitsbedrijf op bepaalde
tijden of dagen goedkopere tarieven heeft,
kunt u de afwasautomaat op deze tijden
gebruiken. De optie Uitgestelde start kan
helpen om het wassen op deze wijze te
organiseren (waar beschikbaar - zie Speciale
programma’s en opties).
ES
Precauciones y consejos
El aparato ha sido proyectado y fabricado
en conformidad con las normas internacionales
de seguridad Estas advertencias se
suministran por razones de seguridad y
deben ser leídas atentamente.
Es importante conservar este manual para
poder consultarlo en cualquier momento. En
caso de venta, de cesión o de traslado, el
manual debe permanecer junto al aparato.
Lea atentamente las instrucciones: contienen
información importante sobre la instalación,
sobre el uso y sobre la seguridad.
5
EN
Assistance
Before contacting Assistance:
• Check whether the problem can be resolved using the
Troubleshooting guide (see Troubleshooting).
• Restart the programme to check whether the problem
has ceased to exist.
• If the problem persists, contact the Authorised Technical
Assistance Service.
Never use the services of unauthorised technicians.
Please have the following information to hand:
• The type of malfunction.
• The appliance model (Mod.).
• The serial number (S/N).
This information can be found on the appliance data plate
(see Description of the appliance).
FR
Service
Avant d’appeler le service d’assistance technique:
• Vérifier s’il est possible de résoudre l’anomalie soi-même
(voir Anomalies et remèdes).
• Faire repartir le programme pour s’assurer que
l’inconvénient a été résolu.
• Si ce n’est pas le cas, contacter un Service d’Assistance
Technique agréé.
Ne jamais faire appel à des techniciens non agréés.
Communiquer:
• le type d’anomalie;
• le modèle de l’appareil (Mod.);
• le numéro de série (S/N).
Ces informations figurent sur la plaque signalétique
apposée sur l’appareil (voir Description de l’appareil).
ES Asistencia Técnica
Antes de llamar al Servicio de Asistencia Técnica:
• Verifique si la anomalía puede ser resuelta por Ud.
mismo (ver Anomalías y Soluciones).
• Vuelva a poner en funcionamiento el programa para
controlar si el inconveniente ha sido resuelto.
• Si no es así, llame al Servicio de Asistencia Técnica
Autorizado.
No llame nunca a técnicos no autorizados.
Comunique:
• el tipo de anomalía;
• el modelo de la máquina (Mod.);
• y el número de serie (S/N).
Esta información se encuentra en la placa de características
ubicada en el aparato (ver Descripción del aparato).
PT
Assistência
Antes de contactar a Assistência:
• Verifique se pode resolver sozinho a anomalia (veja
Anomalias e Soluções).
• Reinicie o programa para controlar se o inconveniente
foi resolvido.
• Em caso negativo, contacte o Serviço de Assistência
Técnica Autorizado.
Nunca recorra a técnicos não autorizados.
Comunique:
• o tipo de defeito;
• o modelo da máquina (Mod.);
• o número de série (S/N).
Estas informações encontram-se na placa de identificação
situada no aparelho (veja Descrição do Aparelho).
NL Service
Voordat u de Servicedienst inschakelt:
• Dient u te controleren of u de storing zelf kunt
oplossen (zie Storingen en Oplossingen).
• Start het programma opnieuw om te controleren of
het probleem is opgelost.
• Als dit niet het geval is dient u de erkende
Technische Servicedienst in te schakelen.
Wendt u nooit tot niet erkende technici.
U dient door te geven:
• het type storing;
• het model van het apparaat (Mod.);
• het serienummer (S/N).
Deze informatie bevindt zich op het typeplaatje op het
apparaat (zie Beschrijving van het apparaat).
9
NL
Productkaart
Productkaart
Merk
Model
Beladingscapaciteit in standaard couverts (1)
Energie-efficiëntieklasse op een schaal van A+++ (laag gebruik) tot D (hoog gebruik)
Jaarlijks energieverbruik in kWh (2)
Energieverbruik van de standaard wascyclus in kWh
Energieverbruik in de off-modus in W
Energieverbruik in de aan-modus in W
Jaarlijks waterverbruik in liters (3)
Droogeffectiviteit op een schaal van G (minimale effectiviteit) tot A (maximale effectiviteit).
Tijdsduur van het standaardprogramma in minuten
Tijdsduur van de aan-modus in minuten
Geluidsniveau in dB(A) re 1 pW
Inbouwmodel
HOTPOINT ARISTON
LFF 8M116
14
A+
293.0
1.03
0.5
5.0
3080.0
A
190’
12
46
Nee
1) De informatie op het energielabel en de productkaart is gebaseerd op de standaardwascyclus. Dit programma is geschikt om normaal
vervuild vaatwerk te wassen en is het meest efficiënte programma wat betreft water- en energieverbruik. De standaardwascyclus
correspondeert met de Eco-cyclus.
2) Gebaseerd op 280 standaard wascycli met gebruik van koud water en het energieverbruik in de aan- en uit-modus. Het werkelijke
energieverbruik is afhankelijk van de manier waarop het apparaat wordt gebruikt.
3) Gebaseerd op 280 standaard wascycli. Het werkelijke waterverbruik is afhankelijk van de manier waarop het apparaat wordt gebruikt.
ES
Ficha producto
Ficha producto
Marca
Modelo
Capacidad nominal en número de cubiertos estándar (1)
Clase de eficiencia energética sobre una escala de A+++ (bajo consumo) a D (alto consumo)
Consumo energético anual en kWh (2)
Consumo energético del ciclo de lavado estándar en kWh
Consumo de potencia en el modo apagado en W
Consumo de potencia en el modo espera en W
Consumo de agua anual en litros (3)
Clase de eficacia de secado sobre una escala de G (eficacia mínima) a A (eficacia máxima)
Duración del programa por ciclo de lavado estándar en minutos
Duración del modo espera en minutos
Nivel de ruido en dB(A) re 1 pW
Modelo de encastre
NOTAS
HOTPOINT ARISTON
LFF 8M116
14
A+
293.0
1.03
0.5
5.0
3080.0
A
190’
12
46
No
1) La información contenida en la etiqueta y la ficha se refiere al ciclo estándar de lavado, este programa está diseñado para lavar
normalmente vajillas manchadas y es el programa más eficiente en términos de consumo combinado de agua y energía. El ciclo
estándar de lavado se corresponde con el ciclo Eco.
2) Basado en 280 ciclos de lavado estándar con agua fría y consumo de modos de bajo consumo energético. El consumo actual
dependerá de cómo se utilice el aparato.
3) Basado en 280 ciclos de lavado estándar. El consumo actual de agua depende de cómo se utilice el aparato.
11
Installatie
NL
Als u het apparaat verplaatst, moet u het verticaal houden;
is dit niet mogelijk, dan moet u het naar achteren kantelen.
Hydraulische aansluitingen
Aanpassingen aan het hydraulisch systeem met het oog
op de installatie mogen alleen door erkende technici worden
uitgevoerd.
De buizen voor de toevoer en afvoer van het water kunnen
zowel naar rechts als naar links worden gericht om een optimale installatie te bekomen.
De buizen mogen niet gekneld of gebogen zitten door de
afwasautomaat.
Aansluiting van de buis voor de watertoevoer
BELANGRIJK: GEVAARLIJKE SPANNING!
De toevoerbuis mag in geen geval worden doorgesneden:
hij bevat onderdelen die onder spanning staan.
Elektrische aansluiting
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt, moet u zich
ervan verzekeren dat:
• het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende
normen;
• het stopcontact geschikt is voor het maximale vermogen
van het apparaat. Dit vermogen wordt aangegeven op het
typeplaatje aan de binnenkant van de deur
(zie hoofdstuk Beschrijving van de afwasautomaat);
Als de toevoerbuis niet lang genoeg is, dient u zich te
wenden tot een speciaalzaak of tot een erkende monteur (zie
Service).
• de spanningswaarden tussen de waarden liggen die
aangegeven worden op het typeplaatje aan de binnenkant
van de deur;
• de stekker van het apparaat en het stopcontact
overeenkomen. Als dit niet het geval is, moet u een
bevoegde monteur inschakelen om de stekker te laten
vervangen (zie Service); gebruik geen verlengsnoeren of
meervoudige stopcontacten.
De waarde van de waterdruk moet in de tabel met de
technische gegevens vermeld staan; is dat niet zo, dan werkt
de afwasautomaat mogelijk niet correct.
Wanneer het apparaat geïnstalleerd is, moeten de
elektrische voedingskabel en het stopcontact makkelijk te
bereiken zijn.
• Aansluiting op een koud- of warmwaterkraan van 3/4” gas
(max. 60°C).
• Laat het water lopen tot het compleet helder is.
• Draai de toevoerbuis goed vast en open de kraan.
Zorg ervoor dat de buis niet gebogen of samengedrukt
wordt.
Aansluiting van de buis op de waterafvoer
Sluit de afvoerbuis aan op een afvoerleiding met een minimale
doorsnede van 2 cm. (A)
Het aanhechtingspunt van de afvoerbuis moet zich op een
hoogte tussen 40 en 80 cm van de vloer of het steunvlak van
de afwasautomaat bevinden.
MAX 80 cm
MIN 40 cm
Voordat u de waterafvoerbuis aansluit op de sifon van de
wasbak, moet u de plastic dop (B) verwijderen.
Lekkagebeveiliging
Om lekkages te voorkomen, is de afwasautomaat:
- voorzien van een systeem dat de watertoevoer onderbreekt
in geval van storingen of lekkages van binnenuit.
Enkele modellen zijn verder voorzien van een aanvullend
beveiligingsmechanisme New Acqua Stop*, dat lekkages
ook voorkomt in geval van breuk in de toevoerbuis.
De kabel mag niet gebogen of samengedrukt worden.
Indien de voedingskabel beschadigd is, dient deze door
de fabrikant of door uw Technische Servicedienst vervangen
te worden, zodat elk risico vermeden wordt (zie Service).
De fabrikant kan niet verantwoordelijk worden gesteld als
deze normen niet worden nageleefd.
Plaatsing en waterpas zetten
1. Plaats de afwasautomaat op een effen en stevige vloer.
Compenseer eventuele onregelmatigheden door de voorste
stelvoetjes los of vast te draaien, totdat het apparaat
horizontaal staat. Een correcte nivellering geeft stabiliteit en
voorkomt trillingen en geluiden.
2. Nadat u de afwasautomaat hebt ingebouwd, kleeft u de
doorzichtige kleefstrip* onder het houten werkvlak om het te
beschermen tegen eventuele condens.
3. De afwasautomaat moet met de zijkant of de achterkant
tegen de aangrenzende kastjes of de wand worden
geïnstalleerd. Het apparaat kan ook onder het aanrecht
worden ingebouwd* (zie Montageblad).
4*. Om de hoogte van het achterste stelvoetje te regelen,
moet u draaien aan de zeshoekige rode beslagring aan
de onder-/voorzijde in het midden van de afwasautomaat.
Gebruik hiervoor een zeshoekige sleutel met een opening
van 8 mm. Draai rechtsom om de hoogte te vermeerderen,
linksom om de hoogte te verminderen (zie instructieblad voor
de inbouw dat bij de documentatie is gevoegd).
* Alleen op bepaalde modellen aanwezig
36
Aanwijzingen voor de eerste afwascyclus
Na de installatie moet u de beschermelementen op de rekken
verwijderen, evenals de elastieken op het bovenrek (waar
aanwezig).
Instellingen waterontharder
Voordat u met de eerste wasbeurt begint, moet u het
waterhardheidsniveau van de waterleiding instellen (zie
hoofdstuk Glansmiddel en onthardingszout).
Vul het reservoir van de waterontharder de eerste keer met
water, daarna met ongeveer 1 kg zout; het is normaal dat er
water uitstroomt.
Laat onmiddellijk daarna een eerste wascyclus draaien.
Gebruik uitsluitend zout dat speciaal voor afwasautomaten
bestemd is.
Na het vullen gaat het controlelampje ZOUT TOEVOEGEN*
Het apparaat beschikt over een aantal geluidssignalen/tonen
(aan de hand van het model vaatwasser) die waarschuwen
dat de betreffende functie van start is gegaan: inschakeling,
einde cyclus, etc.
De symbolen/controlelampjes/leds op het bedieningspaneel/
display kunnen van kleur veranderen, knipperen of vast
aanstaan. (aan de hand van het model vaatwasser).
Het display toont nuttige informatie betreffende het type
ingestelde cyclus, de was- of droogfase, de resterende tijd,
de temperatuur, enz... enz…
uit.
Als u geen onthardingszout toevoegt, kunnen de
waterontharder en het verwarmingselement schade oplopen.
Technische gegevens
Afmetingen
Capaciteit
Waterdruk toevoer
Netspanning
Totaal
opnemingsvermogen
Zekering
breedte cm 60
hoogte cm 85
diepte cm 60
14 bordensets
0,05 ÷ 1 MPa (0,5 ÷ 10 bar)
7,25 – 145 psi
Zie typeplaatje
Zie typeplaatje
Zie typeplaatje
Deze afwasautomaat voldoet
aan de volgende EU richtlijnen:
- 2006/95/EEG (Laagspanning)
- 2004/108/EEG
(Elektromagnetische
Compatibiliteit)
- 2009/125/EG (Comm. Reg.
1016/2010) (Ecodesign)
-97/17/EC (Etikettering)
- 2012/19/EU (AEEA)
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
37
NL
Beschrijving van het
apparaat
NL
Aanzichttekening
Bovenrek
Bovenste sproeiarmen
Opklaprekjes
Regeling hoogte bovenrek
Onderrek
Onderste sproeiarmen
Filter
Zoutreservoir
Wasmiddelbakje en reservoir glansspoelmiddel
Typeplaatje
Bedieningspaneel***
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
Bedieningspaneel
Toets en
controlelampje
On-Off/Reset
Toets Optie Multifunctie
Tabs
Toets Optie Zone Wash
Display
Display
Toets Selecteren Programma
Toets Optie Extra Droog
Toets en
Controlelampjes
Start/Pauze
Toets Selecteren Programma
Controlelampje gebrek
onthardingszout
Controlelampjes Wassen en Drogen
Toets Optie
Short Time
Toets Uitgestelde Start
Led resterende tijd
Controlelampje filters verstopt
Controlelampje gebrek glansmiddel
Controlelampje Kraan dicht
Controlelampjes
Programma's
Controlelampjes Programma's
Controlelampje Uitgestelde Start
Controlelampjes Zone Wash
Controlelampje Extra Drogen
Controlelampje Short Time
Controlelampje Multifunctie tabletten
***Alleen op modellen voor volledige inbouw.
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
Het aantal en het soort programma’s en opties verschilt aan de hand van het model afwasautomaat.
38
Onthardingszout
en glansmiddel
Gebruik uitsluitend producten die speciaal voor
afwasautomaten bestemd zijn. Gebruik geen keuken- of
industrieel zout.
Volg de aanwijzingen op de verpakking.
Als u een multifunctieproduct gebruikt, raden we toch
aan onthardingszout toe te voegen, vooral als het water hard
of zeer hard is. (Volg de aanwijzingen op de verpakking)
Als u geen zout of glansmiddel toevoegt, is het normaal
dat de controlelampjes ZOUT TOEVOEGEN* en GLANSMIDDEL
TOEVOEGEN* aanblijven.
Het onthardingszout toevoegen
Door dit zout te gebruiken, vermijdt u dat er zich KALK vormt op de
vaat en op de functionele componenten van de afwasautomaat.
• Het is belangrijk dat het zoutreservoir nooit leeg is.
• Het is belangrijk om de waterhardheid in te stellen.
Het zoutreservoir bevindt zich aan de onderzijde van de
afwasautomaat (zie Beschrijving) en moet worden gevuld:
• als op het bedieningspaneel het controlelampje ZOUT
TOEVOEGEN*aangaat;
• als de groene drijver* op de zoutdop niet langer zichtbaar is.
• zie duur in tabel Waterhardheid.
1. Haal het onderrek naar voren en draai de
dop van het zoutreservoir tegen de klok in.
2. Alleen voor het eerste gebruik: vul het
reservoir tot aan de rand met water.
3. Plaats de trechter op de opening (zie
afbeelding) en vul het zoutreservoir tot aan de
rand met zout (ongeveer 1 kg); het is normaal
dat er wat water overloopt.
4. Verwijder de trechter en reinig eventuele zoutresten op de
opening; spoel de dop onder lopend water af voor u hem weer
opschroeft.
We raden u aan bovenstaande handeling elke keer uit te voeren
als u onthardingszout bijvult.
Schroef de dop weer op zijn plaats, zodat tijdens het wassen
geen wasmiddel in het reservoir kan komen (de waterontharder
zou onherstelbaar kunnen worden beschadigd).
Wanneer het noodzakelijk is om zout bij te vullen, raden we
aan dit te doen voordat u een nieuwe wascyclus start.
Instellen waterhardheid
Voor een perfecte werking van de waterontharder moet deze
ingesteld worden in functie van de waterhardheid van de woning.
Deze gegevens kunt u bij uw plaatselijk waterbedrijf opvragen. De
ingestelde waarde komt overeen met een gemiddelde hardheid.
• Schakel de vaatwasser in met de toets ON/OFF.
Tabel Waterhardheid
niveau
1
2
3
4
5*
°dH
0-6
6 - 11
12 - 17
17 - 34
34 - 50
°fH
0 - 10
11 - 20
21 - 30
31 - 60
61 - 90
mmol/l
0-1
1,1 - 2
2,1 - 3
3,1 - 6
6,1 - 9
Gemiddelde duur
zoutreservoir met 1
wascyclus per dag
maanden
7 maanden
5 maanden
3 maanden
2 maanden
2/3 weken
NL
Van 0°f tot 10°f raden wij u aan geen onthardingszout te
gebruiken. *Als u 5 instelt, kan de duur iets langer zijn.
(°dH = waterhardheid in Duitse graden - °fH = waterhardheid in
Franse graden - mmol/l = millimol/liter)
Het glansmiddel toevoegen
Het glansmiddel bevordert het DROGEN van de vaat. Het
glansmiddelreservoir moet worden gevuld:
• als op het bedieningspaneel/display het controlelampje
GLANSMIDDEL TOEVOEGEN*aangaat;
• wanneer het controlevenstertje* op het deksel van het reservoir
“D” van donker naar transparant overgaat.
MA X
1. Open de houder “D” door het lipje op het deksel in te drukken
en omhoog te halen.
2. Doe het glansmiddel voorzichtig in het bakje tot aan het
“Maximum”-streepje. Zorg ervoor dat u niet morst. Als u wel morst,
moet u het product meteen met een droge doek verwijderen.
3. Sluit het deksel met een klik.
Giet het glansmiddel NOOIT direct in de machine.
Het regelen van de dosis glansmiddel
Als u niet tevreden bent over het droogresultaat, kunt u de dosis
glansmiddel regelen.
• Schakel de vaatwasser in met de toets ON/OFF.
• Schakel de vaatwasser uit met de toets ON/OFF.
• Druk 3 maal op de toets START/PAUZE:
pieptoon.
u hoort een
• Schakel de vaatwasser in met de toets ON/OFF
• Schakel de vaatwasser uit met de toets ON/OFF.
• Het display toont het cijfer van het huidige niveau van de
waterhardheid en het controlelampje van het glansspoelmiddel.
• Houd de toets START/PAUZE
ingedrukt, tot u een pieptoon hoort.
• Druk op de toets ECO om de hoeveelheid glansspoelmiddel
te selecteren.
5 seconden lang
• Schakel de vaatwasser in met de toets ON/OFF.
• Schakel de vaatwasser uit met de toets ON/OFF.
• Het display toont het cijfer van het huidige niveau van de
waterhardheid en het controlelampje van het zout.
• Instelling voltooid!
Het glansspoelmiddelniveau kan worden ingesteld op NUL. In
dat geval zal er geen glansspoelmiddel worden afgegeven en
zal het controlelampje Glansspoelmiddel toevoegen niet aangaan
als het product op is.
U kunt maximaal 4 niveaus instellen, op basis van het model van
de afwasautomaat. De ingestelde waarde komt overeen met een
gemiddeld niveau.
• Als u op de vaat blauwachtige strepen aantreft, moet u een
lagere stand instellen (1-2).
• Als u op de vaat waterdruppels of kalkaanslag aantreft, moet
u een hogere stand instellen (3-4).
• Druk op de toets ECO om het gewenste niveau van de
waterhardheid te selecteren (zie tabel waterhardheid).
• Schakel de vaatwasser uit met de toets ON/OFF.
• Instelling voltooid!
Als u multifunctie tabletten gebruikt moet u toch het zoutreservoir
vullen.
* Alleen op bepaalde modellen aanwezig
39
Het laden van de rekken
NL
Advies
Voordat u de vaat inlaadt moet u overtollige etensresten
verwijderen en glazen en bekers legen. Het is niet noodzakelijk
de vaat met water af te spoelen voor u hem in de vaatwasser
laadt.
Plaats de vaat dusdanig zodat hij stevig vaststaat en niet om
kan vallen. Pannen, bakken en glazen moeten met de opening
naar onder worden geplaatst en holle of bolle elementen moeten
schuin worden geplaatst zodat het water alle oppervlakken kan
bereiken en daarna vrijuit kan wegspoelen.
Zorg er voor dat deksels, handvatten, koekenpannen en schalen
het draaien van de sproeiarmen niet beletten. Plaats kleine
voorwerpen in de bestekkorf.
Plastic voorwerpen en pannen met antiaanbaklaag houden
waterdruppels langer vast. Hun droogtegraad zal lager zijn dan
die van voorwerpen van aardewerk of staal.
Lichte voorwerpen (zoals plastic bakken) moeten bij voorkeur op
het bovenrek worden geplaatst, en zodanig dat zij niet kunnen
bewegen.
Nadat u alles heeft ingeladen moet u controleren of de
sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien.
Enkele modellen vaatwasser beschikken over uitklapbare delen*,
deze kunnen in verticale positie worden gezet voor het plaatsen
van borden, of in horizontale positie (neer), om pannen en
slakommen beter te plaatsen.
Bestekkorf
De bestekkorf is voorzien van roosters aan de bovenkant
waarmee u het bestek beter kunt neerzetten. De korf mag alleen
aan de voorzijde van het onderrek worden geplaatst.
Onderrek
In het onderrek kunt u pannen, deksels, borden, slakommen,
bestek, etc. plaatsen. Grote borden en deksels moeten bij
voorkeur aan de zijkant van het rek worden geplaatst.
Bovenrek
Laad lichte en breekbare vaat zoals glazen, kopjes, bordjes, lage
slakommen, in het bovenrek.
Enkele modellen vaatwasser beschikken over uitklapbare delen*,
die in verticale stand kunnen worden gebruikt om bordjes te
rangschikken, of die kunnen worden neergelegd om bakjes of
houders op te plaatsen
Het is aan te raden zeer vuile vaat in het onderrek te plaatsen,
aangezien in dit deel van de vaatwasser de kracht van de
waterstroom groter is waardoor de wasprestaties verbeteren.
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
40
Opklaprekjes met verschillende standen
De opklaprekjes aan de zijkant kunnen op drie verschillende
hoogten worden gezet om de plaatsing van de vaat in het rek
te optimaliseren.
Wijnglazen kunnen op een stabiele wijze op de opklaprekjes
worden geplaatst door de voet van het glas in de speciale gaten
te steken.
Voor een optimaal droogresultaat dient
u de opklaprekjes zo schuin mogelijk
te positioneren. Om de inclinatie te
wijzigen, tilt u het rekje op, u verschuift
het een beetje en positioneert het naar
wens.
Het bovenrek kan naar believen in hoogte worden aangepast:
naar boven toe als men in het onderrek volumineuze vaat wil
plaatsen, naar beneden toe om goed te kunnen profiteren van
alle plek in de opklaprekjes of de uitklapbare delen, zodat er
naar boven toe meer plaats is.
Het regelen van de hoogte van het bovenrek
Om de vaat beter te kunnen verdelen, kunt u het bovenrek hoger
of lager zetten.
We raden u aan de hoogte van het bovenrek te regelen als
het REK LEEG IS.
Verplaats het rek NOOIT aan een enkele kant.
Besteklade*
Enkele modellen vaatwasser beschikken over een verschuifbare
besteklade die kan worden gebruikt om extra bestek of kleine
kopjes te bewaren. Voor optimale wasprestaties moet u vermijden
te grote vaat onder de besteklade te plaatsen.
De besteklade kan indien gewenst worden verwijderd. (zie
afbeelding)
Als het rek beschikt over een Lift-Up* (zie afbeelding), tilt u het
rek op door het aan de zijkanten vast te houden. Til hem dan
naar boven op. Om naar de lagere stand terug te keren, drukt
u op de handels (A) aan de zijkanten van het rek en helpt u het
rek weer naar beneden te gaan.
Niet geschikte vaat
• Houten bestek of vaat.
• Breekbare, versierde glazen, met de hand vervaardigd
vaatwerk en antiek vaatwerk. Deze decoraties zijn niet
vaatwasserbestendig.
• De delen in synthetisch materiaal zijn niet hittebestendig.
• Vaatwerk van koper of tin.
• Vaatwerk dat vuil is met as, was, smeerolie of inkt.
De decoraties op glas en aluminium en zilveren delen kunnen
tijdens het wassen verkleuren of witter worden. Ook enkele
soorten glas (bv. kristallen voorwerpen) kunnen na vele
wasbeurten mat worden.
Schade aan glas en vaatwerk
Oorzaken:
• Type glas en procedures voor het maken van glas.
• Chemische samenstelling van het wasmiddel.
• Watertemperatuur van het spoelprogramma.
Advies:
*Alleen
• Gebruik alleen glazen en porselein waarvan door de producent
wordt gegarandeerd dat het vaatwasserbestendig is.
• Gebruik alleen wasmiddel dat geschikt is voor breekbaar
vaatwerk.
• Verwijder glazen en bestek z.s.m. na het einde van het
programma uit de vaatwasser.
op bepaalde modellen beschikbaar en variërend in
aantal en positie.
41
NL
Vaatwasmiddel en gebruik
van de afwasautomaat
NL
Het vaatwasmiddel toevoegen
Een goed wasresultaat hangt ook af van een correcte dosering
van het vaatwasmiddel. Teveel vaatwasmiddel betekent niet
automatisch een efficiëntere reiniging. Bovendien is dit niet
goed voor het milieu.
Aan de hand van de hoeveelheid vuil kan de dosering worden
aangepast m.b.v. een vaatwasmiddel in poeder- of in vloeibare
vorm.
Normaal gebruikt men voor een gemiddeld vuile was ca. 35 g.
(poeder), of 35 ml (vloeibaar). Als u wastabletten gebruikt, is
één voldoende.
Als de vaat niet zo vuil is of reeds is afgespoeld, dient u de dosis
vaatwasmiddel aanzienlijk te beperken.
Voor een juist wasresultaat dient u de instructies te volgen die
op de verpakking van het vaatwasmiddel staan.
Bij verdere vragen raden wij u aan de fabrikanten van
vaatwasmiddel te contacteren.
Om het wasmiddelbakje te openen, drukt u op het
openingsmechanisme "A"
De vaatwasmachine starten
1. Druk op de ON/OFF-toets: het controlelampje ON/OFF en het
display gaan aan.
2. Open de deur en doseer het vaatwasmiddel (zie vaatwasmiddel).
3. Laad de rekken (zie De rekken laden) en sluit de deur.
4. Kies het programma naar gelang het soort vaatwerk en het
type vuil (zie de programmatabel) door op de toetsen voor het
selecteren van een programma te drukken.
5. Selecteer de wasopties* (zie wasopties).
6. Start door te drukken op de toets Start/Pauze: het controlelampje
van de wascyclus gaat aan en op het display verschijnt de
overgebleven tijd tot aan het einde van de cyclus.
7. Aan het einde van het programma toont het display END.
Schakel het apparaat uit met de ON/OFF-knop.
8. Wacht enkele minuten voordat u de vaat eruit haalt om te
voorkomen dat u zich verbrandt. Laad de rekken uit, beginnend
met het onderrek.
Om het energieverbruik te verminderen gaat de automaat,
wanneer hij voor langere tijd NIET gebruikt wordt, automatisch
uit.
PROGRAMMA'S AUTO*:enkele modellen vaatwasmachines
beschikken over een speciale sensor die kan waarnemen hoe
vuil de vaat is en de meest efficiënte en zuinige wascyclus kan
kiezen. De duur van de automatische programma’s kan
verschillen door tussenkomst van de sensor.
Doe het vaatwasmiddel alleen in het droge bakje "B". Het
vaatwasmiddel dat nodig is voor de voorwas moet direct in de
vaatwasmachine worden geplaatst.
1.Doseer het vaatwasmiddel met behulp van de Programmatabel
om de juiste hoeveelheid te gebruiken.
In het kuipje B staat een niveau vermeld waar de maximum
hoeveelheid vloeibaar- of poedervaatwasmiddel voor elke cyclus
kan worden gegoten.
2. Verwijder de eventuele wasmiddelresten van de rand van het
bakje en sluit het deksel met een klik.
3. Sluit het deksel van het wasmiddelbakje door het naar boven
toe te drukken, totdat het afsluitmechanisme op zijn plaats is.
Het wasmiddelbakje gaat automatisch op het juiste moment open,
aan de hand van het type programma.
Als u gecombineerde vaatwasmiddelen gebruikt, raden we u aan
de functie TABS te gebruiken, waarmee u het afwasprogramma
juist afstemt. Zo zult u altijd het beste was- en droogresultaat
bereiken.
Gebruik alleen een specifiek vaatwasmiddel.
Het wijzigen van een reeds gestart programma
Als u een verkeerd programma heeft geselecteerd, kunt u dit
wijzigen, mits het net gestart is: als het wassen reeds is gestart en
u wilt de wascyclus wijzigen, dient u de automaat uit te schakelen
door langere tijd op de ON/OFF/Reset-toets te drukken. Schakel
de automaat met dezelfde toets weer in en selecteer opnieuw de
gewenste programma's en opties.
Overig vaatwerk toevoegen
Druk op de Start/Pauze-toets, open de deur, wees voorzichtig met
de vrijkomende hete stoom, en zet de vaat in de vaatwasmachine.
Druk op de toets Start/Pauze: de cyclus wordt na een lange
pieptoon hervat.
Als een uitgestelde start is ingesteld, zal de wascyclus aan
het einde van het terugtellen niet van start gaan, maar in
pauzestand blijven.
Door op de toets Start/Pauze te drukken om de automaat in
pauze te zetten, wordt het programma onderbroken.
In deze fase kunt u het programma niet wijzigen.
GEBRUIK NOOIT vaatwasmiddel voor handmatig afwassen.
Onvoorziene onderbrekingen
Bij overmatig gebruik van vaatwasmiddel kunnen aan het einde
van de wascyclus schuimresten achterblijven.
Als tijdens het wassen de deur wordt geopend of er een
stroomonderbreking plaatsvindt, wordt het programma
onderbroken. Het zal worden hervat op het punt waar het werd
onderbroken als de deur weer dichtgaat of wanneer de stroom
terugkeert.
De beste was- en droogprestaties bereikt u alleen een combinatie
van vaatwasmiddel, vloeibaar glansmiddel en onthardingszout
te gebruiken.
We raden aan vaatwasmiddelen zonder fosfaten of chloor
te gebruiken, omdat deze geschikter zijn voor het behoud
van het milieu.
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
42
Programma’s
De gegevens van de programma’s zijn gemeten in laboratoriumomstandigheden volgens de Europese vorm EN 50242.
Aan de hand van de verschillende gebruiksmogelijkheden kunnen de duur en de programmagegevens verschillen.
Het aantal en het soort programma’s en opties verschilt aan de hand van het model afwasautomaat.
Programma’s
met
droogfunctie
Opties
Duur van het
programma
Waterverbruik
(l/cyclus)
Energieverbruik
(KWh/cyclus)
Eco
Ja
Uitgestelde Start – Tabs –
Extra Droog
03:10’
11
1,03
Auto Intensief
Ja
02:00’ - 03:10’
14 - 15,5
1,55 - 1,85
Auto Normaal
Ja
01:30’ - 02:30’
14,5 – 16
1,25 - 1,40
Programma
Uitgestelde Start– Tabs –
Extra Droog – Zone wash – Short
Time
Uitgestelde Start – Tabs –
Extra Droog – Zone wash – Short
Time
Auto Fast
Nee
Uitgestelde Start – Tabs
00:40’ - 01:20’
13 - 14,5
1,20 - 1,30
Duo Wash
Ja
Uitgestelde Start – Tabs –
Extra Droog – Short Time
02:00’
18
1,35
Teer vaatwerk
Ja
Uitgestelde Start – Tabs –
Extra Droog
01:40’
11
1,15
Express 30’
Nee
Uitgestelde Start – Tabs
00:30’
9
0,55
Weken
Nee
Uitgestelde Start
00:12’
4,5
0,01
Aanwijzingen voor het kiezen van het programma en de dosering van het afwasmiddel
1. Het ECO wasprogramma is het standaardprogramma waarop de gegevens op het energielabel betrekking hebben: deze
cyclus is geschikt voor het reinigen van normaal vuile afwas en is het meest efficiënte programma voor wat betreft energie- en
waterverbruik voor dit soort vaat. 29 gr/ml + 6 gr/ml** – 1 Tab (**Hoeveelheid vaatwasmiddel van voorwas)
2. Zeer vuile vaat en pannen (niet te gebruiken voor teer vaatwerk). 35 gr/ml – 1 Tab
3. Normaal vuile vaat en pannen. 29 gr/ml + 6 gr/ml** – 1 Tab
4. Dagelijks vuil, beperkte hoeveelheid. (Ideaal voor 4 couverts) 25 gr/ml – 1 Tab
5. Gedifferentieerde afwas op twee rekken: voorzichtig op bovenrek, intensief voor pannen op onderrek. 35 gr/ml – 1 Tab
6. Cyclus voor teer vaatwerk dat gevoelig is voor hoge temperaturen. 35 gr/ml – 1 Tab
7. Snelle cyclus voor niet zo vuile vaat. (ideaal voor 2 couverts) 25 gr/ml – 1 Tab
8. Voorwas in afwachting van de lading van de volgende maaltijd. Geen afwasmiddel
Verbruik in stand-by: Verbruik in left-on modus: 5 W - verbruik in off modus: 0,5 W.
43
NL
Speciale programma's en Opties
NL
N.B.:
de beste prestaties van de programma's "Snel en Express
30'" worden bereikt als u het aantal aangegeven couverts niet
overschrijdt.
Voor een zuiniger verbruik de afwasmachine volgeladen laten
draaien.
Aanwijzing voor de Proeflaboratoria: voor gedetailleerde
informatie over de omstandigheden van de EN-vergelijkingsproef
kunt u contact opnemen met:
[email protected]
Afwasopties*
De OPTIES kunnen alleen worden ingesteld, gewijzigd of
gewist nadat u het afwasprogramma heeft gekozen en vóór
u op de Start/Pauze-toets drukt.
Alleen de opties die compatibel zijn met het type geselecteerde
programma kunnen worden geselecteerd. Als een optie
niet compatibel is met het geselecteerde programma (zie
programmatabel) zal de betreffende led 3 maal snel knipperen.
Als u een optie kiest die niet compatibel is met een eerder
ingestelde optie, dan zal deze 3 maal knipperen en dan uitgaan,
terwijl de laatst gekozen instelling aan zal blijven staan.
Om een verkeerd geselecteerde optie te annuleren, drukt u
nogmaals op de betreffende toets.
Optie Uitgestelde start
Het is mogelijk de start van het programma 1 tot 24
uur uit te stellen:
1. Selecteer het gewenste afwasprogramma en de eventuele
andere opties; druk op de toetsen voor UITGESTELDE START:
het desbetreffende symbool begint te knipperen. Met de toetsen
+ en - kiest u wanneer u de wascyclus wilt laten starten. (h01,
h02, etc.)
2. Bevestig uw keuze met de toets START/PAUZE. Het symbool
houdt op met knipperen, het terugtellen begint.
3. Als de tijd verstreken is, gaat het symbool van de UITGESTELDE
START uit en wordt het programma gestart.
Om de UITGESTELDE START te annuleren, drukt u op de toets
UITGESTELDE START totdat de tekst OFF verschijnt.
Het is niet mogelijk de Uitgestelde Start in te stellen, als de
cyclus reeds is begonnen.
Optie Short Time
Met deze optie vermindert u de duur van de belangrijkste
programma's en behoudt u dezelfde was- en droogprestaties.
Nadat u het programma heeft geselecteerd drukt u op de toets
Short Time. Om de optie te annuleren drukt u nogmaals op
dezelfde toets.
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
44
Optie Extra Drogen
Voor het beter drogen van de vaat drukt u op de toets
EXTRA DROOG. Het symbool gaat aan. Als u nogmaals op de
toets drukt, wordt de optie geannuleerd.
Door een hogere temperatuur te behouden tijdens de laatste
spoelfase en de droogfase te verlengen, kunt u een beter
droogresultaat bereiken.
De optie EXTRA DROGEN zorgt voor
een verlenging van het programma.
Optie Multifunctie-tabletten (Tabs)
Met deze optie krijgt u de beste was- en droogresultaten.
Als u multifunctie-tabletten gebruikt, moet u op de toets
MULTIFUNCTIE TABLETTEN drukken. Het betreffende symbool
gaat aan. Als u nogmaals op de toets drukt, wordt de optie
geannuleerd.
Bij de optie "Multifunctie Tabletten" duurt het programma
iets langer.
Optie Zone Wash
Met deze optie kan de wascyclus alleen worden
uitgevoerd in het gekozen rek. Selecteer het programma en druk
vervolgens op de toets ZONE WASH: het gekozen rek gaat aan
en de afwascyclus wordt alleen geactiveerd in het gekozen rek;
als u nogmaals op de toets drukt, wordt de optie geannuleerd.
De optie is beschikbaar met de programma’s: Intensief en
Normaal.
Door de optie te kiezen en het programma Intensief, wordt
de wascyclus ULTRAINTENSIVE ZONE geactiveerd. Deze
wascyclus is ideaal voor de vuilere gemengde lading zoals bv.
hoge pannen en platte pannen, aangekoekte borden of moeilijk
te wassen vaatwerk (schaaf, groentenzeef, heel vuil bestek). De
sproeidruk wordt versterkt, de wastemperatuur verhoogd om
optimaal wassen te garanderen op het hardnekkige vuil.
Door de optie te kiezen en het programma Normaal, wordt de
wascyclus SAVING ZONE geactiveerd. Met deze functie kunt u
het verbruik van energie beperken. De cyclus zou in tijd kunnen
variëren.
Vergeet niet om het vaatwerk alleen in het gekozen rek te
laden.
Onderhoud en
verzorging
Water en elektrische stroom afsluiten
• Sluit na elke afwasbeurt de waterkraan af om lekkage te
voorkomen.
• Haal de stekker uit het stopcontact tijdens reiniging en
onderhoud.
Reinigen van de afwasautomaat
• De buitenkant en het bedieningspaneel kunnen worden
gereinigd met een natte, niet schurende doek. Gebruik
geen oplosmiddelen of schuurmiddelen.
• De vlekken aan de binnenkant van de afwasautomaat
kunnen worden verwijderd met een natte doek en wat azijn.
Vermijden van vervelende luchtjes
• Laat de deur altijd op een kier om het ophopen van vocht
te voorkomen.
• Reinig geregeld de afdichtingen rondom de deur en de
wasmiddelbakjes met een vochtige spons. Zo vermijdt u
het ophopen van etensresten die de hoofdoorzaak zijn van
vervelende luchtjes.
Reinigen van de sproeiarmen
Het kan gebeuren dat er etensresten aan de sproeiarmen
blijven kleven en de gaatjes waar water uit komt verstoppen:
u doet er goed aan ze regelmatig te controleren en te reinigen
met een niet-metalen borsteltje.
De twee sproeiarmen kunnen beide uit elkaar worden
gehaald.
Reinig geregeld het watertoevoerfilter bij de kraan.
- Doe de waterkraan dicht.
- Schroef het uiteinde van de watertoevoerbuis los, verwijder
het filter en reinig het voorzichtig onder stromend water.
- Doe het filter op zijn plaats en schroef de buis vast.
Reinigen van de filters
De filtergroep wordt gevormd door drie filters die etensresten
uit het waswater verwijderen en zorgen dat het weer schoon
in het watercircuit terechtkomt: voor een optimaal resultaat
moeten de filters regelmatig worden schoongemaakt.
Reinig de filters regelmatig.
De afwasautomaat mag niet zonder filters of met een los
filter worden gebruikt.
• Controleer na enkele wasbeurten de filtergroep. Reinig
hem indien noodzakelijk grondig onder stromend water met
behulp van een niet-metalen borsteltje. Volg onderstaande
aanwijzingen:
1. draai het cilindrische filter C linksom en trek hem naar
buiten (afb. 1).
2.Verwijder het glasfilter B door een lichte druk uit te
oefenen op de lipjes aan de zijkant (Afb. 2);
3.Haal het roestvrijstalen bordfilter A van zijn plek (afb. 3).
4. Controleer het afvoerputje en verwijder eventuele
etensresten. VERWIJDER NOOIT de bescherming van de
waspomp (zwart element) (afb. 4).
Om de bovenste sproeiarm uit
elkaar te halen dient u de plastic
dop linksom los te schroeven.
De bovenste sproeiarm moet
worden gemonteerd met de
gaten naar boven gericht.
De onderste sproeiarm haalt
u uit elkaar door druk uit te
oefenen op de lipjes aan de
zijkant en door hem daarna
naar boven te trekken.
Reinigen van het watertoevoerfilter*
Als de waterleiding nieuw is of lange tijd niet gebruikt, laat
dan voordat u de aansluiting tot stand brengt het water lopen
totdat het helder is en vrij van vuildeeltjes. Als u dit niet doet
loopt u het risico dat het punt waar het water binnenkomt
verstopt raakt en uw afwasautomaat beschadigt.
Na het reinigen van de filters dient u de filtergroep weer op
zijn plaats te zetten. Dit is fundamenteel voor een goede
werking van de afwasautomaat.
Als u langere tijd geen gebruik maakt van
de afwasautomaat
• Schakel de stroom uit en sluit de waterkraan af.
• Laat de deur op een kier staan.
• Laat als u terugkeert de afwasautomaat een keer leeg
draaien.
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
45
NL
Storingen en
oplossingen
NL
Als er storingen zijn in de werking van het apparaat dient u eerst de volgende punten na te gaan voor u zich tot de
Servicedienst wendt.
Storingen:
Mogelijke oorzaken / Oplossingen:
De vaatwasser start niet of
volgt de bedieningen niet op
• De waterkraan is niet opengedraaid.
• Schakel het apparaat uit door op de toets ON/OFF te drukken, schakel het na een minuut
weer in en stel het programma opnieuw in.
• De stekker zit niet goed in het stopcontact of kies een ander stopcontact.
• De deur van de vaatwasser is niet goed dicht.
De deur gaat niet dicht
• Controleer of de rekken helemaal in het apparaat zijn geduwd.
• Het slot zit niet goed vast. Druk stevig tegen de deur totdat u een klik hoort.
De afwasautomaat pompt het
water niet af.
• Het wasprogramma is nog niet beëindigd.
• De waterafvoerbuis zit gebogen (zie Installatie).
• De afvoer van de wasbak is verstopt.
• De filter is verstopt met etensresten.
• Controleer de hoogte van de afvoerbuis.
De afwasautomaat maakt
lawaai.
• De vaat stoot tegen elkaar of tegen de sproeiarmen. Positioneer de vaat correct en controleer
of de sproeiarmen vrij kunnen draaien.
• Overtollige aanwezigheid van schuim: u heeft teveel vaatwasmiddel gebruikt of
vaatwasmiddel dat niet geschikt is voor afwasautomaten. (zie Vaatwasmiddel en gebruik van
de afwasautomaat). Was de vaat niet vooraf met de hand.
Er blijven op vaat en glazen
kalkafzettingen of een witte
aanslag achter.
• Er zit niet genoeg onthardingszout in het reservoir.
• De regeling van de waterhardheid is niet correct; verhoog de waarden. (zie Onthardingszout
en glansmiddel)
• Het deksel van het reservoir voor zout en glansmiddel is niet goed gesloten.
• Het glansmiddel is op of de dosering is ontoereikend.
Er blijven op vaat en glazen
strepen of blauwe kringen
achter.
• Er wordt teveel glansmiddel gebruikt.
De vaat is niet droog genoeg.
• U heeft een programma zonder drogen ingesteld.
• Het glansmiddel is op. (zie Onthardingszout en glansmiddel)
• De regeling van het glansmiddel is niet correct.
• Het vaatwerk is voorzien van een antiaanbaklaag of is van plastic; de aanwezigheid van
waterdruppels is normaal.
De vaat is niet schoon.
• De vaat is niet correct verdeeld.
• De sproeiarmen kunnen niet vrijuit draaien, ze worden geblokkeerd door de vaat.
• Het wasprogramma is niet energiek genoeg (zie Programma’s).
• Overtollige aanwezigheid van schuim: u heeft teveel vaatwasmiddel gebruikt of
vaatwasmiddel dat niet geschikt is voor afwasautomaten. (zie Vaatwasmiddel en gebruik van
de afwasautomaat).
• Het deksel van het glansmiddelreservoir is niet correct afgesloten.
• De filter is vuil of verstopt (zie Onderhoud en verzorging).
• Er zit geen onthardingszout meer in het reservoir (zie Onthardingszout en glansmiddel).
• Zorg ervoor dat de hoogte van de borden compatibel is met de hoogteregeling van het rek.
• De openingen van de sproeiarmen zijn verstopt. (zie Onderhoud en verzorging)
De afwasautomaat vult niet
met water.
• Er zit geen water in de centrale waterleiding of de kraan is niet opengedraaid.
• De watertoevoerbuis zit gebogen (zie Installatie).
• De filters zitten verstopt; ze moeten schoongemaakt worden. (zie Onderhoud en verzorging)
• De afvoer zit verstopt; hij moet schoongemaakt worden.
• Na de controle- en schoonmaakwerkzaamheden dient u de afwasautomaat uit en opnieuw in
te schakelen en een nieuwe wascyclus te starten.
• Als het probleem aanhoudt, sluit u de waterkraan af, u haalt de stekker uit het stopcontact en
neemt contact op met de servicedienst.
is geblokkeerd met knipperende
controlelampjes
*Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
46