Indesit LFT 216 A/HA.R Gebruikershandleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Indesit LFT 216 A/HA.R Gebruikershandleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
NL
49
Gebruiksaanwijzing
Inhoud
Installatie, 50-51
Plaatsing en waterpas zetten
Hydraulische en elektrische aansluitingen
Aanwijzingen voor de eerste afwascyclus
Technische gegevens
Ecodesign Regulation
Beschrijving van het apparaat, 52
Aanzichttekening
Bedieningspaneel
Het laden van de rekken, 53
Onderrek
Bestekkorf
Bovenrek
Starten en gebruik, 54
Het starten van de afwasautomaat
Het vaatwasmiddel toevoegen
Afwasopties
Programma’s, 55
Programmatabel
Glansmiddel en onthardingszout, 56
Het glansmiddel toevoegen
Het onthardingszout toevoegen
Onderhoud en verzorging, 57
Water en elektrische stroom afsluiten
Reinigen van de afwasautomaat
Vermijden van vervelende luchtjes
Reinigen van de sproeiarmen
Reinigen van het watertoevoerfilter
Reinigen van de filters
Als u langere tijd geen gebruik maakt van de
afwasautomaat
Voorzorgsmaatregelen en advies, 58
Algemene veiligheid
Afvalverwijdering
Energiebesparing en respect voor het milieu
Storingen en oplossingen, 59
Service, 60
Nederland, 49
NL
LFT 216
AFWASAUTOMAAT
NL
50
Installatie
Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele toekomstige
raadpleging. Wanneer u het product weggeeft, verkoopt of
wanneer u verhuist, dient u dit boekje bij het apparaat te
bewaren.
Lees de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig door: er staat
belangrijke informatie in over installatie, gebruik
en veiligheid.
Als u het apparaat verplaatst moet u het verticaal houden;
als dit niet mogelijk is moet u het naar achteren kantelen.
Dit apparaat is ontworpen voor huiselijk gebruik of
gelijksoortige toepassingen, bijvoorbeeld:
- keukenblokken voor personeel in winkels, kantoren en andere
werkomgevingen;
- boerderijen;
- gebruik door klanten in hotels, motels en andersoortige
verblijfsmogelijkheden;
- bed and breakfast.
Plaatsing en waterpas zetten
1. Haal het apparaat uit de verpakking en controleer dat het
geen schade heeft geleden tijdens het transport.
Als het apparaat beschadigd is, moet u het niet aansluiten
maar de dealer inschakelen.
2. De afwasautomaat moet met de zijkant of de achterkant
tegen de aangrenzende kastjes of de wand worden
geïnstalleerd. Dit apparaat kan ook onder het aanrecht worden
ingebouwd
* (
zie Montageblad
).
3. Plaats de afwasautomaat op een rechte en stevige vloer.
Compenseer eventuele onregelmatigheden door de voorste
stelvoetjes los- of vast te draaien, totdat het apparaat
horizontaal staat. Een correcte nivellering geeft stabiliteit en
voorkomt trillingen, geluiden en verplaatsingen.
4
*. Om de hoogte van het achterste stelvoetje te regelen moet
u draaien aan de zeshoekige rode beslagring aan de onder-
/voorzijde in het midden van de afwasautomaat. Gebruik
hiervoor een zeshoekige sleutel met een opening van 8 mm.
Draai rechtsom om de hoogte te vermeerderen, linksom om
de hoogte te verminderen (zie instructieblad voor de inbouw
die bij de documentatie wordt geleverd).
Hydraulische en elektrische aansluitingen
Het voor de installatie aanpassen aan het elektrische en
hydraulische systeem mag alleen door erkende technici
worden uitgevoerd.
De afwasautomaat mag niet bovenop de buizen of de
elektrische voedingskabel worden geplaatst.
Het apparaat dient aangesloten te zijn op de waterleiding
met nieuwe buizen.
Gebruik geen oude buizen.
De buizen voor de toevoer en de afvoer van het water, en de
elektrische voedingskabel kunnen voor een optimale installatie
zowel naar rechts als naar links worden gericht .
Aansluiting van de buis voor de watertoevoer
Aansluiting op de koudwaterkraan: schroef de toevoerbuis
op een kraan met schroefdraad van 3/4 gas. Voor u hem
vastschroeft moet u het water laten lopen tot het compleet
helder is. Zo voorkomt u dat eventuele onzuiverheden het
apparaat doen verstoppen.
Aansluiting op de warmwaterkraan: als er een centrale
verwarming is met radiatoren kan de afwasautomaat
worden voorzien met warm water mits dit water niet warmer
is dan 60°C.
Schroef de buis aan de kraan zoals beschreven voor de
koudwateraansluiting.
Als de lengte van de toevoerbuis niet toereikend is, dient
u zich te wenden tot een speciaalzaak of tot een erkende
monteur (
zie Service
).
De waterdruk moet zich bevinden tussen de waarden die
staan vermeld in de tabel met Technische gegevens (
zie
hiernaast
).
Zorg ervoor dat de buis niet wordt gebogen of
samengedrukt.
Aansluiting van de waterafvoerslang
Steek de slang, zonder deze te buigen, in een afvoerleiding
met een minimumdoorsnede van 4 cm.
De afvoerslang moet zich op een hoogte tussen de 40 en 80
cm van de vloer of het steunvlak van de vaatwasser (A) bevin-
den.
Verwijder de plastic dop (B) alvorens de waterafvoerslang aan
de sifon van de gootsteen aan te sluiten.
Lekkagebeveiliging
Om lekkages te voorkomen is de afwasautomaat:
- voorzien van een systeem dat de watertoevoer onderbreekt
in geval van storingen of lekkages van binnenuit.
Enkele modellen zijn voorzien van een aanvullend
beveiligingsmechanisme
New Acqua Stop
*, dat de lekkage
ook voorkomt in het geval de toevoerbuis kapotgaat.
BELANGRIJK: GEVAARLIJKE SPANNING!
De toevoerbuis mag in geen geval worden doorgesneden: hij
bevat onderdelen die onder spanning staan.
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
NL
51
Elektrische aansluiting
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt, moet u zich
ervan verzekeren dat:
het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende
normen;
het stopcontact in staat is het maximale vermogen van het
apparaat te dragen. Dit vermogen wordt aangegeven op
het typeplaatje aan de binnenkant van de deur (
zie
hoofdstuk Beschrijving van de afwasautomaat
);
de spanningswaarden zich bevinden tussen de waarden
die staan aangegeven op het typeplaatje aan de binnenkant
van de deur;
de stekker van het apparaat en het stopcontact
overeenkomen. Als dit niet het geval is moet u een
bevoegde monteur inschakelen om de stekker te laten
vervangen (
zie Service
); gebruik geen verlengsnoeren of
dubbelstekkers.
Wanneer het apparaat is geïnstalleerd, moeten de
elektrische voedingskabel en het stopcontact makkelijk te
bereiken zijn.
De kabel mag niet worden gebogen of samengedrukt.
In het geval dat de voedingskabel beschadigd is, dient
deze vervangen te worden door de fabrikant of door uw In-
stallateur, zodat elk risico vermeden wordt. (Zie Service)
De fabrikant kan niet verantwoordelijk worden gesteld als
deze normen niet worden nageleefd.
Anticondensstrip*
Nadat u de afwasautomaat heeft ingebouwd opent u de deur
en plakt u de doorzichtige plakstrip onder het houten werkvlak,
zodat u het beschermt tegen eventuele condens.
Aanwijzingen voor de eerste afwascyclus
Nadat het apparaat is geïnstalleerd, onmiddellijk voor de
eerste afwasbeurt, moet u het zoutreservoir volledig met water
vullen en ongeveer 1 kg onthardingszout toevoegen (
zie
hoofdstuk Glansmiddel en onthardingszout
): het is normaal
dat er tijdens deze handeling water overloopt. Selecteer de
hardheid van het water (
zie hoofdstuk Glansmiddel en
onthardingszout
).
- Na het vullen van het onthardingszout gaat het controlelampje
ZOUT TOEVOEGEN
* uit.
Als u geen onthardingszout toevoegt kan de
waterontharder en het verwarmingselement worden
beschadigd.
Technische gegevens
Afmetingen
breedte cm 59,5
hoogte cm 82
diepte cm 57
Capaciteit 12 bordensets
Waterdruk toevoer
0,05 ÷ 1 MPa (0,5 ÷ 10 bar)
7,25 – 145 psi
Netspanning Zie typeplaatje
Totaal
opnemingsvermogen
Zie typeplaatje
Zekering Zie typeplaatje
Deze afwasautomaat voldoet
aan de volgende
EU richtlijnen:
- 2006/95/EC (Laagspanning)
- 2004/108/EC
(Elektromagnetische
Compatibiliteit)
- 2009/125/EC (Comm. Reg.
1016/2010) (Ecodesign)
- 97/17/EC (Etikettering)
- 2012/19/EU
ECODESIGN REGULATION
De ECO-wascyclus is het standaardprogramma waarop de gegevens op het energielabel betrekking hebben: deze cyclus is
geschikt voor het reinigen van normaal vuile afwas en is het meest efficiënte programma voor wat betreft energie- en waterverbruik
voor dit soort afwas. Voor een zuiniger verbruik de afwasmachine volgeladen laten draaien.
Verbruik in standby: Verbruik in left-on stand: 3 W – verbruik in off mode: 1,3 W
Tabel met verbruik voor de hoofdcycli
* De gegevens van het programma zijn laboratorium meetwaarden die volgens de Europese vorm EN 50242 verzameld zijn.
** De gegevens zijn verzameld door het uitvoeren van metingen onder gebruiksomstandigheden met een door gebruikers
geladen afwasmachine.
Standaardomstandigheden
*
Gebruikersomstandigheden
**
Energieverbruik
(KWh/cyclus)
Waterverbruik
(l/cyclus)
Duur (min/cyclus) Energieverbruik
(KWh/cyclus)
Waterverbruik
(l/cyclus)
Duur
(min/cyclus)
INTENSIEF
1,60 16 150 1,40 15 135
NORMAAL
1,30 16 120 1,10 15 110
NL
52
Aanzichttekening
Beschrijving van het
apparaat
1. Bovenrek
2. Bovenste sproeiarm
3. Opklaprekjes
4. Regelen hoogte rek
5. Onderrek
6. Onderste sproeiarm
7. Bestekkorf
8. Filter
9. Zoutreservoir
10. Bakjes voor afwasmiddel en
glansmiddelreservoir
11. Typeplaatje
12. Bedieningspaneel
***
Bedieningspaneel
Controlelampje Toevoegen
Onthardingszout*
Controlelampje
Glansmiddel Toevoegen*
Toets ON-OFF/RESET
Controlelampje ON-OFF
Toets
Kies Kies
Kies Kies
Kies
ProgrammaProgramma
ProgrammaProgramma
Programma
Controlelampje PROGRAMMA
***Alleen op modellen voor volledige inbouw.
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
Het aantal en het soort programma's en opties verschilt aan de hand van het model afwasautomaat.
NL
53
Het laden van de rekken
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen. Variabele
aantallen en standen.
Voordat u de vaat inlaadt moet u overtollige etensresten
verwijderen en glazen en bekers legen.
Nadat u alles heeft ingeladen moet u controleren of de
sproeiarmen vrijuit kunnen ronddraaien.
Onderrek en bestekkorf
In het onderrek kunt u pannen, deksels, borden, slakommen,
bestek, etc. plaatsen.Grote borden en deksels moeten bij
voorkeur aan de zijkant worden geplaatst van het rek.
Enkele modellen vaatwasser beschikken over uitklapbare
delen
* Deze kunnen in verticale positie worden gezet voor
het plaatsen van borden of in horizontale positie voor pannen,
slakommen of koekenpannen.
De bestekkorf verschilt aan de hand van het model afwasautomaat
en kan of uit een deel bestaan of uit meerdere delen. De niet
demonteerbare korf mag alleen
aan de voorzijde van het onderrek
worden geplaatst.
Beide zij voorzien
van roosters aan
de bovenkant
waarmee u het
bestek beter kunt
neerzetten.
Messen en andere gebruiksvoorwerpen met scherpe
punten dienen met de punten naar beneden in de
bestekkorf of in horizontale positie in de opklaprekjes van
de het bovenrek geplaatst te worden.
Bovenrek
Plaats hier de fijnere en lichtere vaat: glazen, kopjes, bordjes,
lage slakommen.
Opklaprekjes met verschillende standen
De opklaprekjes kunnen op twee
verschillende hoogten worden
geplaatst om de plaatsing van de
vaat in het rek te optimaliseren.
De glazen kunnen op een stabiele
wijze op de opklaprekjes worden
geplaatst door de voet van het
glas in de speciale gaten
te steken.
Het regelen van de hoogte van het bovenrek
Om de vaat beter te kunnen plaatsen, kunt u het bovenrek
hoger of lager zetten.
We raden u aan de hoogte van het bovenrek te regelen
als het REK LEEG IS.
Verplaats het rek NOOIT aan een enkele kant.
Open de grendeltjes van de rails aan de
rechter- en aan de linkerkant en haal het
rek naar buiten; plaats het boven of
onder en schuif het over de rails totdat
ook de voorste wieltjes erin zitten; sluit
vervolgens de grendeltjes (
zie
afbeelding
).
Als het rek voorzien is van Dual Space
*
hendels (
zie afbeelding
) haalt u het
bovenrek naar voren tot aan het einde,
houdt u de hendels aan de zijkant van
het rek vast en verplaatst u het naar
boven of naar onder. Laat het rek
langzaam naar beneden zakken.
Vaat die niet geschikt is voor de afwasautomaat
Houten voorwerpen of voorwerpen met een handvat van
hout, hoorn of met delen die zijn vastgelijmd.
Voorwerpen van aluminium, koper, messing of tin.
Niet hittebestendige plastic voorwerpen.
Antiek of handbeschilderd porselein.
Antiek zilver. Niet antiek zilver kan echter wel met een fijn
programma worden gewassen. Zorg ervoor dat het niet in
contact komt met andere metalen.
We raden u aan vaat te gebruiken die wel geschikt is
voor de afwasautomaat.
NL
54
Starten en gebruik
Het vaatwasmiddel toevoegen
Een goed wasresultaat hangt ook af van een correcte
dosering van het vaatwasmiddel. Teveel wasmiddel
betekent niet automatisch een efficiëntere reiniging.
Bovendien is dit niet goed voor het milieu.
Gebruik alleen specifiek vaatwasmiddel.
GEBRUIK NOOIT afwasmiddel voor het met de hand
wassen.
Een overmatig gebruik van afwasmiddel kan
schuimresiduen overlaten aan het einde van de
wascyclus.
We raden u aan alleen tabletten te gebruiken bij
uitvoeringen waar de optie MULTIFUNCTIE TABLETTEN
bestaat.
De beste was- en droogprestaties bereikt u met het
gebruik van een vaatwasmiddel in poedervorm, een
vloeibaar glansspoelmiddel en onthardingszout.
bakje A: Vaatwasmiddel hoofdwas
bakje B: Vaatwasmiddel voorwas
1. Open het deksel C door te
drukken op de knop D.
2. Doseer het vaatwasmiddel met
behulp van de
Programmatabel
:
• vaatwasmiddel in poeder: bakjes
A en B.
• tabletten: wanneer het programma
1 tablet vereist doet u hem in het
bakje A en sluit u het deksel.
Wanneer het programma 2 tabletten vereist, doet u de tweede
op de bodem van de afwasautomaat.
3. Verwijder de eventuele wasmiddelresten van de rand van
het bakje en sluit het deksel met een klik.
A
B
D
C
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
Het starten van de afwasautomaat
1. Open de waterkraan.
2. Open de deur en druk op de ON-OFF toets: u hoort een
korte pieptoon. Het controlelampje ON/OFF en het
controlelampje van de programma’s gaan voor enkele
seconden aan.
3. Doseer het vaatwasmiddel (
zie onder
).
4. Laad de rekken (
zie hoofdstuk Het laden van de rekken
).
5. Kies het afwasprogramma naar gelang het soort vaatwerk
en het type vuil (
zie de programmatabel
) door op de toets P
te drukken. Het controlelampje dat overeenkomt met het
geselecteerde programma zal aangaan.
7. Als u de deur sluit start het programma: na enkele
seconden geeft een lange pieptoon aan dat het programma
is begonnen.
8. Aan het einde zullen twee korte en een lange pieptoon
aangeven dat het programma is beëindigd. Het
controlelampje betreffende het programma zal langzaam
gaan knipperen. Open de deur, schakel het apparaat uit met
de ON-OFF toets, doe de waterkraan dicht en haal de stekker
uit het stopcontact.
9. Wacht enkele minuten voordat u de vaat eruit haalt om te
voorkomen dat u zich verbrandt. Laad de vaat uit, beginnend
met het onderrek.
- Om het energieverbruik te verminderen, wordt
de machine onder bepaalde omstandigheden van
NIET gebruik automatisch uitgezet.
Het wijzigen van een reeds gestart programma
Als u een verkeerd programma heeft geselecteerd kunt u
dit wijzigen, mits het net gestart is: open de deur en zorg
ervoor u niet te branden met de vrijkomende stoom. Door
langere tijd te drukken op de ON/OFF toets gaat het apparaat
uit en hoort u een lange pieptoon. Doe het apparaat weer
aan met de ON/OFF toets en selecteer het nieuwe
programma door middel van de P toets. Start de
afwasautomaat door de deur te sluiten.
Het toevoegen van overige vaat
Zonder de afwasautomaat uit te zetten opent u de deur. Pas
op de vrijkomende hete stoom, en doe de vaat in de
afwasautomaat. Sluit de deur: de wascyclus wordt hervat.
Onvoorziene onderbrekingen
Als tijdens het wassen de deur wordt geopend of er een
stroomonderbreking plaatsvindt, wordt het programma
onderbroken. Het zal worden hervat op het punt waar het
werd onderbroken als de deur weer dichtgaat of wanneer
de stroom terugkeert.
NL
55
Programma’s
Afwasmiddel
(A) = bakje A
(B) = bakje B
Aanwijzingen
voor de
programmakeuze
Programma
Poeder Vloeibaar Tabletten
Drogen
Duur van het
programma
(tolerantie ±10%)
Hrs. Min.
Ecologisch wasprogramma
met laag energieverbruik,
geschikt voor normaal vuile
vaat en pannen.
Eco
*
25 gr (A)
5 gr (B)
25 ml (A)
5 ml (B)
1 (A)
Ja
2:55’
Normaal vuile vaat en
pannen. Dagelijks standaard
programma.
Normaal
25 gr (A)
5 gr (B)
25 ml (A)
5 ml (B)
1 (A)
Ja
1:50’
Voorwas in afwachting van
de lading van de volgende
maaltijd.
Inweken
Nee
Nee
Nee
Nee
0:08’
Zeer vuile vaat en pannen
(niet voor breekbare vaat)
Intensief
30 gr (A)
30 ml (A)
1 (A)
Ja
2:25’
Zuinige snelle cyclus voor
niet zo vuile vaat, direct na
gebruik. (2 borden + 2
glazen + 4 delen bestek + 1
pan + 1 pannetje)
Snel
25 gr (A)
25 gr (A)
1 (A)
Nee
0:35’
Zuinige, snelle cyclus voor
teer vaatwerk dat gevoelig is
voor hoge temperaturen,
direct na gebruik.(wijnglazen
bovenrek + breekbare
borden, onderrek ). Glaswerk
30 gr (A)
30 gr (A)
1 (A)
Ja
1:30'
Het aantal en het soort programma's en opties verschilt aan de hand van het model afwasautomaat.
Als de vaat niet zo vuil is of reeds is afgespoeld, dient u de dosis vaatwasmiddel aanzienlijk te beperken.
* Het programma Eco volgt de richtlijn EN-50242 en heeft een langere duur dan de rest van de programma’s. Dit programma
heeft echter het laagste energieverbruik en is het minst schadelijk voor het milieu.
Aanwijzing voor de Proeflaboratoria: voor gedetailleerde informatie over de omstandigheden van de EN vergelijkingsproef
kunt u contact opnemen met: ASSISTENZA_EN_LVS@indesitcompany.com
Om de dosering van het wasmiddel te vereenvoudigen is het goed te weten dat:
1 eetlepel = 15 gram poeder = 15 ml vloeibaar wasmiddel circa - 1 theelepel = 5 gram poeder = 5 ml vloeibaar wasmiddel
circa
N.B.:
De beste prestaties van de programma's " Snel " worden bereikt als u het aantal aangegeven couverts niet overschrijdt.
NL
56
Glansmiddel en
onthardingszout
Gebruik uitsluitend producten die speciaal voor
afwasautomaten zijn bestemd.
Gebruik geen keukenzout of industrieel zout en ook
geen wasmiddelen voor handwas.
Volg de aanwijzingen op de verpakking.
Als u een multifunctie product gebruikt is het niet nodig
een glansmiddel toe te voegen. We raden u echter wel
aan onthardingszout toe te voegen als het water hard
of zeer hard is. Volg de aanwijzingen op de verpakking.
Als u geen zout of glansmiddel toevoegt is het
normaal dat de controlelampjes ZOUT TOEVOEGEN
*
en GLANSMIDDEL TOEVOEGEN* blijven aan staan.
Het glansmiddel toevoegen
Het glansmiddel bevordert het drogen van de vaat door
het water van het oppervlak te laten glijden. Op deze manier
voorkomt u strepen en vlekken.
Het glansmiddelreservoir moet worden gevuld:
• als op het bedieningspaneel het controlelampje
GLANSMIDDEL TOEVOEGEN
* aangaat;
1. Open het reservoir door de
dop (G) tegen de klok in te
draaien.
2. Giet het glansmiddel in het
reservoir zonder te morsen. Als
u wel morst, moet u het product
gelijk met een droge doek
verwijderen.
3. Schroef de dop weer op zijn
plaats.
Giet het glansmiddel NOOIT direct in de machine.
Het regelen van de dosis glansmiddel
Als u niet tevreden bent over de droogresultaten, kunt u de
dosis glansmiddel afregelen. U kunt met een
schroevendraaier aan de regelaar (F) draaien en kiezen
tussen 6 verschillende standen (de fabrieksinstelling is op
stand 4):
als u op de vaat strepen aantreft moet u een lagere stand
instellen (1-3).
als u waterdruppels of kalkaanslag aantreft moet u een
hogere stand instellen (4-6).
Instellen hardheid van het water
Elke afwasautomaat is voorzien van een waterontharder die,
met behulp van speciaal onthardingszout, kalkvrij water levert
voor het wassen van de vaat.
In deze afwasautomaat kan de waterontharder aan de hand
van de waterhardheid worden geregeld voor het beperken
van de vervuiling en het optimaliseren van de wasprestaties.
Dit gegeven kunt u bij uw plaatselijk waterbedrijf opvragen.
- Open de deur en schakel het apparaat in door op de ON/
OFF toets te drukken.
- Druk ongeveer 5 seconden lang op de P toets. U hoort
twee korte pieptonen. Het controlelampje betreffende de
ingestelde waterhardheid knippert langzaam (de ontharder
staat standaard op stand n.3).
- Druk net zolang op de P toets tot u de gewenste hardheid
bereikt (1-2-3-4-5
*
Zie tabel Hardheid van het water
).
Bv. hardheid 1 (controlelampje 1 knippert)
hardheid 2 (controlelampje 1 aan, controlelampje 2 knippert)
hardheid 3 (controlelampjes 1 en 2 aan, controlelampje 3
knippert, enzovoort)
- Om de functie te verlaten, enkele seconden wachten, op een
andere toets van de opties
* drukken of de afwasmachine
uitschakelen met de ON/OFF toets.
Als u multifunctie tabletten gebruikt moet u toch het
zoutreservoir vullen.
dH = waterhardheid in Duitse graden - °fH = waterhardheid in
Franse graden - mmol/l = millimol/liter)
Het onthardingszout toevoegen
Om goede wasresultaten te bereiken moet u altijd
controleren of het zoutreservoir voldoende gevuld is. Het
zout verwijdert het kalk uit het water en zorgt ervoor dat er
geen kalkaanslag op de vaat achterblijft.
Het zoutreservoir bevindt zich aan de onderzijde van de
afwasautomaat (
zie Beschrijving
) en moet worden gevuld:
als de groene drijver
* niet zichtbaar is wanneer u de
dop van het zoutreservoir bekijkt;
• als op het bedieningspaneel het controlelampje ZOUT
TOEVOEGEN
* aangaat;
1. Haal het onderrek naar voren en draai de
dop van het zoutreservoir tegen de klok in.
2. Alleen voor de eerste afwasbeurt: vul het
reservoir tot aan de rand met water.
3. Plaats de trechter
* op de opening (
zie
afbeelding
) en vul het reservoir tot aan de rand met zout
(ongeveer 1 kg); het is normaal dat er wat water overloopt.
4. Verwijder de trechter*, reinig de eventuele zoutresten op
de opening. Spoel de dop onder het water af voor u hem
weer terugschroeft door hem ondersteboven onder de
waterstraal te plaatsen en het water uit de 4 gleuven aan de
onderzijde van de dop te laten stromen. (Dop onthardingszout
met groene drijver
*)
We raden u aan bovenstaande handeling elke keer uit te
voeren als u onthardingszout bijvult.
Schroef de dop weer op zijn plaats, zodat tijdens het wassen
geen wasmiddel in het reservoir kan komen (de
waterontharder zou onherstelbaar kunnen worden
beschadigd).
Wanneer u onthardingszout toevoegt moet u direct
daarna een wascyclus starten zodat de overgelopen
zoutoplossing direct wordt verwijderd.
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
G
F
Tabel Waterhardheid
Gemiddelde duur
**
zoutreservoir
niveau
°dH
°fH
mmol/l
maanden
1 0 - 6 0 - 10 0 - 1
7 maanden
2 6 - 11 11 - 20 1,1 - 2
5 maanden
3 12 - 17 21 - 30 2,1 - 3
3 maanden
4 17 - 34 31 - 60 3,1 - 6
2 maanden
5
*
34 - 50
61 - 90
6,1 - 9
2/3 weken
Van 0°f tot 10°f raden wij u aan geen onthardingszout te
gebruiken.
*
als u 5 instelt kan de duur iets langer zijn.
**
met 1 cyclus per dag
NL
57
Onderhoud en
verzorging
Water en elektrische stroom afsluiten
Sluit na elke afwasbeurt de waterkraan af om lekkage te
voorkomen.
Haal de stekker uit het stopcontact tijdens reiniging en
onderhoud.
Reinigen van de afwasautomaat
De buitenkant en het bedieningspaneel kunnen worden
gereinigd met een natte, niet schurende doek. Gebruik
geen oplosmiddelen of schuurmiddelen.
De vlekken aan de binnenkant van de afwasautomaat
kunnen worden verwijderd met een natte doek en wat azijn.
Vermijden van vervelende luchtjes
Laat de deur altijd op een kier om het ophopen van vocht
te voorkomen.
Reinig geregeld de afdichtingen rondom de deur en de
wasmiddelbakjes met een vochtige spons. Zo vermijdt u
het ophopen van etensresten die de hoofdoorzaak zijn
van vervelende luchtjes.
Reinigen van de sproeiarmen
Het kan gebeuren dat er etensresten aan de sproeiarmen
blijven kleven en de gaatjes waar water uit komt verstoppen:
u doet er goed aan ze regelmatig te controleren en te reinigen
met een niet-metalen borsteltje.
De twee sproeiarmen kunnen beide uit elkaar worden
gehaald.
Om de bovenste sproeiarm uit
elkaar te halen dient u de plastic
dop linksom los te schroeven. De
bovenste sproeiarm moet worden
gemonteerd met de gaten naar
boven gericht.
De onderste sproeiarm haalt u uit
elkaar door druk uit te oefenen op
de lipjes aan de zijkant en door
hem daarna naar boven te trekken.
Reinigen van het watertoevoerfilter*
Als de waterleiding nieuw is of lange tijd niet gebruikt, laat
dan voordat u de aansluiting tot stand brengt het water lopen
totdat het helder is en vrij van vuildeeltjes. Als u dit niet doet
loopt u het risico dat het punt waar het water binnenkomt
verstopt raakt en uw afwasautomaat beschadigt.
Reinig geregeld het watertoevoerfilter bij de kraan.
- Doe de waterkraan dicht.
- Schroef het uiteinde van de watertoevoerbuis los, verwijder
het filter en reinig het voorzichtig onder stromend water.
- Doe het filter op zijn plaats en schroef de buis vast.
Reinigen van de filters
De filtergroep wordt gevormd door drie filters die etensresten
uit het waswater verwijderen en zorgen dat het weer schoon
in het watercircuit terechtkomt: voor een optimaal resultaat
moeten de filters regelmatig worden schoongemaakt.
Reinig de filters regelmatig.
De afwasautomaat mag niet zonder filters of met een los
filter worden gebruikt.
• Controleer na enkele wasbeurten de filtergroep. Reinig hem
indien noodzakelijk grondig onder stromend water met
behulp van een niet-metalen borsteltje. Volg onderstaande
aanwijzingen:
1.1.
1.1.
1. draai het cilindrische filter C linksom en trek hem naar
buiten (afb. 1).
2.2.
2.2.
2.Verwijder het glasfilter B door een lichte druk uit te oefenen
op de lipjes aan de zijkant (Afb. 2);
3.3.
3.3.
3.Haal het roestvrijstalen bordfilter A van zijn plek (afb. 3).
4
..
..
. Controleer het afvoerputje en verwijder eventuele
etensresten.
VERWIJDER NOOIT de bescherming van de
waspomp (zwart element) (
afb. 4
).
Na het reinigen van de filters dient u de filtergroep weer op
zijn plaats te zetten. Dit is fundamenteel voor een goede
werking van de afwasautomaat.
Als u langere tijd geen gebruik maakt van
de afwasautomaat
Schakel de stroom uit en sluit de waterkraan af.
Laat de deur op een kier staan.
• Laat als u terugkeert de afwasautomaat een keer leeg
draaien.
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
2
4
3
1
NL
58
Voorzorgsmaatregelen en advies
Het apparaat is ontworpen en gebouwd overeenkomstig
de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn
geschreven om veiligheidsredenen en moeten zorgvuldig
worden doorgenomen.
Algemene veiligheid
Deze afwasmachine mag niet gebruikt worden door
personen (inclusief kinderen) met beperkte fysieke,
zintuiglijke of mentale capaciteiten, of gebrek aan ervaring
en kennis, tenzij zij onder toezicht staan van of instructies
met betrekking tot het gebruik ontvangen door een
persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Volwassenen dienen toezicht te houden om te voorkomen
dat kinderen met het apparaat spelen.
Dit apparaat is ontwikkeld voor niet-professioneel gebruik
binnenshuis.
Dit apparaat moet worden gebruikt voor het wassen van
huishoudelijke vaat en alleen door volwassenen volgens
de aanwijzingen die terug zijn te vinden in dit boekje.
De afwasautomaat mag niet buitenshuis worden
geïnstalleerd, ook niet in overdekte toestand. Het is zeer
gevaarlijk hem bloot te stellen aan regen en onweer.
Raak de afwasautomaat niet blootsvoets aan.
Haal de stekker niet uit het stopcontact door eraan te
trekken, maar door hem beet te pakken.
Voordat u de afwasautomaat reinigt of onderhoud uitvoert
moet u de waterkraan afsluiten en de stekker uit het
stopcontact halen.
In het geval van een storing mag u in geen enkel geval
aan de interne mechanismen sleutelen om een reparatie
trachten uit te voeren.
Raak nooit de weerstand aan.
Leun of zit nooit op de open deur: het apparaat zou om
kunnen vallen.
De deur dient niet in openstaande stand gelaten te worden
omdat men erover zou kunnen struikelen.
Houd was- en glansmiddelen buiten het bereik van
kinderen.
Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor
kinderen.
Afvalverwijdering
Verwijdering van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan
de locale normen, zodat het verpakkingsmateriaal kan
worden hergebruikt.
De Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur (AEEA), voorziet
dat elektrische apparaten niet met het gewone huisvuil
mogen worden meegegeven. Afgedankte apparaten
moeten gescheiden worden ingezameld om het recyclen
en herwinnen van de gebruikte materialen te optimaliseren
en potentiële schade voor de gezondheid en het milieu te
voorkomen. Het symbool van de afvalemmer met een
kruis staat op alle producten om de consument eraan te
herinneren dit product gescheiden in te zamelen.
Voor meer informatie betreffende het verwijderen van
elektronische apparatuur kan de consument zich wenden
tot de gemeentelijke reinigingsdienst of de verkoper.
Energiebesparing en respect voor het milieu
Water en energie besparen
Start de afwasautomaat alleen als hij volgeladen is. Als u
moet wachten totdat de afwasautomaat compleet gevuld
is, kunt u vervelende luchtjes vermijden door het
programma Weken te gebruiken (
zie Programma’s
).
Selecteer een programma wat geschikt is voor het type
vaat en het soort vuil door de
Programmatabel
te
raadplegen:
- voor een gemiddeld vuile vaat gebruikt u het programma
Eco, dat een laag energie- en waterverbruik garandeert.
- als u een kleine vaat heeft activeert u de optie Halve
lading
* (
zie Starten en gebruik
).
Als u elektriciteitsbedrijf op bepaalde tijden of dagen
goedkopere tarieven heeft, dient u de afwasautomaat te
gebruiken op deze tijden. De optie Uitgestelde start
* (
zie
Starten en gebruik
) kan u erbij helpen het wassen op deze
wijze te organiseren.
Afwasmiddelen zonder fosfaten, zonder chloor en met
enzymen.
We raden u sterk aan afwasmiddelen zonder fosfaten of
chloor te gebruiken omdat deze geschikter zijn voor het
behoud van het milieu.
Enzymen zorgen voor een effectieve werking op
temperaturen van ongeveer 50°C. Daarom kunt u met
vaatwasmiddelen met enzymen op lage temperaturen
resultaten bereiken die u anders pas op 65°C zou hebben.
Doseer het afwasmiddel goed op basis van de
aanwijzingen van de fabrikant, van de waterhardheid, de
hoeveelheid vuil en de hoeveelheid vaat, om zo
verspillingen te voorkomen. Ook al zijn ze biologisch
afbreekbaar, afwasmiddelen bevatten elementen die het
evenwicht van de natuur verstoren.
*Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
NL
59
Storingen en
oplossingen
Als er storingen zijn in de werking van het apparaat dient u eerst de volgende punten na te gaan voor u
zich tot de Servicedienst wendt.
Storingen: Mogelijke oorzaken / Oplossing:
De vaatwasser start niet of voert
geen ingestelde programma’s uit
Zet de machine uit met de ON/OFF knop. Zet haar na ongeveer een minuut
weer aan en stel het programma opnieuw in.
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
De deur van de vaatwasser is niet goed gesloten.
De deur sluit niet Het slot is opengesprongen; duw krachtig tegen de deur tot u de klik hoort.
De vaatwasser pompt het water
niet af.
Het programma is nog niet afgelopen.
De waterafvoerslang zit bekneld (zie Installatie).
De afvoer van de wasbak is verstopt.
Het filter is verstopt met etensresten.
De vaatwasser maakt lawaai. De vaat stoot tegen elkaar of tegen de sproeiarmen.
Overtollig schuim: het wasmiddel is niet goed gedoseerd of is niet geschikt voor
de vaatwasser. (zie Starten en gebruik).
Er blijven kalkafzettingen of witte
aanslag achter op de vaat.
Er zit niet genoeg onthardingszout in het reservoir of de afstelling ervan is niet
geschikt voor de waterhardheid (zie Glansmiddel en zout).
Het deksel van het zoutreservoir is niet goed gesloten.
Het glansmiddel is op of de dosering is ontoereikend.
Er blijven strepen of blauwe
kringen achter op de vaat.
De dosering van het glansmiddel is te hoog.
De vaat is niet droog genoeg. Er is een programma zonder droogcyclus geselecteerd.
Het glansmiddel is op of de dosering is ontoereikend (zie Glansmiddel en zout).
De regeling van het glansmiddel is niet correct.
Het vaatwerk is van plastic of voorzien van een antiaanbaklaag.
De vaat is niet schoon. De rekken zijn te vol geladen (zie Het laden van de rekken).
De vaat is niet goed verdeeld.
De sproeiarmen kunnen niet vrijuit draaien.
Het wasprogramma is niet krachtig genoeg (zie Programma’s).
Overtollig schuim: het wasmiddel is niet goed gedoseerd of is niet geschikt voor
de vaatwasser. (zie Starten en gebruik).
De dop van het glansmiddelreservoir is niet goed gesloten.
Het filter is vuil of verstopt (zie Onderhoud en verzorging).
Er is niet genoeg onthardingszout (zie Glansmiddel en zout).
De vaatwasser vult zich niet met
water – Alarm kraan dicht.
(u hoort enkele korte pieptonen
*
)
(de 2° en 3° programma
controlelampjes knipperen: Normaal
en Inweken)
Er zit geen water in de waterleiding.
De watertoevoerslang zit gebogen (zie Installatie).
Open de kraan en de machine start na enkele minuten vanzelf.
Het apparaat is geblokkeerd omdat u niet heeft ingegrepen na de pieptonen
*
.
Zet de machine uit met de ON/OFF knop, open de kraan en zet de machine na
20 seconden met dezelfde knop opnieuw aan. Herprogrammeer de machine en
start haar opnieuw.
Alarm watertoevoerslang/
Watertoevoerfilter verstopt.
(de 1° - 2° en 3° programma
controlelampjes knipperen: ECO,
Normaal en Inweken)
Zet de machine uit met de ON/OFF knop. Draai de waterkraan dicht om
overstromingen te voorkomen en haal de stekker uit het stopcontact.
Controleer of het watertoevoerfilter verstopt zit met vuil. (zie hoofdstuk
"Onderhoud en verzorging")
NL
60
Voordat u de Servicedienst inschakelt:
Dient u te controleren of u de storing zelf kunt oplossen (
zie Storingen en Oplossingen
).
Start het programma opnieuw om te controleren of het probleem is opgelost.
Als dit niet het geval is dient u de erkende Technische Servicedienst in te schakelen.
Wendt u nooit tot niet erkende technici.
U dient door te geven:
het type storing;
het model van het apparaat (Mod.);
het serienummer (S/N).
Deze informatie bevindt zich op het typeplaatje op het apparaat (
zie Beschrijving van het apparaat
).
Service
1/84