DAG 125-S

Hilti DAG 125-S, DAG 125-SE, DCG125-S Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Hilti DAG 125-S Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
DCG125-S/
DAG 125-S/
DAG 125-SE
Bedienungsanleitung de
Operating instructions en
Mode d’emploi fr
Manual de instrucciones es
Istruzioni d’uso it
Gebruiksaanwijzing nl
Brugsanvisning da
Bruksanvisning no
Bruksanvisning sv
Käyttöohje fi
Manual de instruções pt
Οδηγιες χρησεως el
Инструкция по зксплуатации ru
Lietošanas pamācība lv
Instrukcija lt
Kasutusjuhend et
ar
Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069490 / 000 / 02
OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING
DCG 125‑S/ DAG 125‑S/ DAG 125‑SE Haakse slijper
Lees de handleiding vóór het eerste gebruik
beslist door.
Bewaar deze handleiding altijd bij het appa-
raat.
Geef het apparaat alleen samen met de hand-
leiding aan andere personen door.
Inhoud Pagina
1 Algemene opmerkingen 84
2 Beschrijving 85
3Verbruiksmateriaal 88
4 Technische gegevens 89
5 Veiligheidsinstructies 90
6 Inbedrijfneming 95
7 Bediening 96
8 Verzorging en onderhoud 98
9 Foutopsporing 98
10 Afval voor hergebruik recyclen 98
11 Fabrieksgarantie op apparatuur 99
12 EG-conformiteitsverklaring (origineel) 99
1 Deze nummers verwijzen naar afbeeldingen. De afbeel-
dingen bij de tekst vindt u op de uitklapbare omslagpa-
gina's. Houd deze bij het bestuderen van de handleiding
open.
In de tekst van deze handleiding wordt met »het
apparaat« altijd de haakse slijpmachine DCG 125‑S,
DAG 125‑S of DAG 125‑SE bedoeld.
Bedieningselementen en onderdelen 1
@
Ventilatiesleuven
;
Aan-/uitschakelaar
=
Vibratiedempende zijhandgreep
%
Spil-arrêteerknop
&
Kap-ontgrendelingsknop
(
Spindel
)
Beschermkap
+
Spanflens met O-ring
§
Doorslijpschijf / afbraamschijf
/
Spanmoer
:
Snelspanmoer «Kwik-Lock» (optioneel)
·
Spansleutel
$
Stelwiel voor toerentalvoorkeuze (DAG 125‑SE)
£
Slipvaste greepvlakken
1 Algemene opmerkingen
1.1 Signaalwoorden en hun betekenis
GEVAAR
Voor een direct dreigend gevaar dat tot ernstig letsel of
tot de dood leidt.
WAARSCHUWING
Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot ernstig
letsel of tot de dood kan leiden.
ATTENTIE
Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot licht letsel
of tot materiële schade kan leiden.
AANWIJZING
Voor gebruikstips en andere nuttige informatie.
1.2 Verklaring van de pictogrammen en overige
aanwijzingen
Waarschuwingstekens
Waarschu-
wing voor
algemeen
gevaar
Waarschu-
wing voor
gevaarlijke
elektrische
spanning
Waarschu-
wing voor
heet
oppervlak
nl
84
Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069490 / 000 / 02
Gebodstekens
Veiligheids-
bril
dragen
Helm dragen Oorbescher-
mers
dragen
Werkhand-
schoenen
dragen
Licht
stofmasker
dragen
Symbolen
Vóór het
gebruik de
handleiding
lezen
Afval voor
hergebruik
recyclen
Volt Ampère
Wissel-
stroom
Bereke-
ningstoeren-
tal
Omwentelin-
gen per
minuut
Omwentelin-
gen per
minuut
Diameter Dubbel
geïsoleerd
Plaats van de identificatiegegevens op het apparaat
Type, artikelnummer, bouwjaar en technische stand
staan op het typeplaatje van uw apparaat. Het
seriekenmerk is op de onderkant van het motorhuis
vermeld. Neem deze gegevens over in uw handleiding en
geef ze altijd door wanneer u onze vertegenwoordiging
of ons servicestation om informatie vraagt.
Type:
Serienr.:
2 Beschrijving
2.1 Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is bestemd om metaal en minerale stoffen zonder gebruik van water door te slijpen en af te bramen.
Voor het doorslijpen van steen is een geleideslede voorgeschreven.
De werkomgeving kan zijn: bouwplaats, werkplaats, renovatie, verbouw of nieuwbouw.
Het apparaat mag uitsluitend worden gebruikt met de netspanning en -frequentie die op het typeplaatje staan
aangegeven.
Metaal bewerken: Doorslijpen, afbramen.
Minerale oppervlakken bewerken: Doorslijpen, splijten met bijbehorende kap (DC‑EX), afbramen met bijbehorende
kap (DG‑EX).
Gebruik alleen werkgereedschap (afbraamschijven, doorslijpschijven etc.), dat voor een toerental van minstens
11000/min toegelaten is en een maximale afbraamschijf-dikte van 6,4 mm, een maximale doorslijpschijf-dikte van
2,5 mm en een maximumdiameter van Ø 125 mm heeft.
Gebruik alleen kunstharsgebonden of vezelversterkte afbraam- en doorslijpschijven met een toegelaten omtreksnelheid
van 80 m/sec.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt voor het droogslijpen/-snijden.
Bij het slijpen van steen moet een stofafzuiging met steenstoffilter, bijv. een geschikte Hilti stofzuiger worden gebruikt.
nl
85
Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069490 / 000 / 02
Materialen die schadelijk zijn voor de gezondheid (bijv. asbest) mogen niet worden bewerkt.
Houd rekening met de omgevingsinvloeden. Gebruik het apparaat niet op plaatsen waar het risico van explosie en
brand bestaat.
Neem ook de lokale wetgeving m.b.t. de arbeidsomstandigheden in acht.
Gebruik ter voorkoming van letsel alleen originele Hilti toebehoren en apparaten.
Neem de specificaties in de handleiding betreffende het gebruik, de verzorging en het onderhoud in acht.
Het apparaat is bestemd voor de professionele gebruiker en mag alleen door geautoriseerd, onderricht personeel
bediend, onderhouden en gerepareerd worden. Dit personeel moet speciaal op de hoogte zijn gesteld van de mogelijke
gevaren. Het apparaat en de bijbehorende hulpmiddelen kunnen gevaar opleveren als ze door ongeschoolde personen
onjuist of niet volgens de voorschriften worden gebruikt.
Aanpassingen of veranderingen aan het apparaat zijn niet toegestaan.
2.2 Schakelaar
Vergrendelbare aan-/ uitschakelaar met inschakelblokkering
2.3 Toerentalvoorkeuze (alleen DAG 125‑SE)
De uitvoering DAG 125‑SE beschikt over een traploos instelbare toerentalvoorkeuze van 2.800-11.000/min.
2.4 Bij de levering in de kartonnen verpakking zijn inbegrepen
1 Apparaat met beschermkap
1 Voorste afdekking (optioneel)
1 Vibratiedempende zijhandgreep
1 Snelspanmoer «Kwik-Lock» (optioneel)
1Flens
1Moer
1 Spansleutel
1Handleiding
1 Kartonnen verpakking
2.5 Begrenzing van opstartstroom
Door de elektronische begrenzing van de opstartstroom wordt de inschakelstroom zo sterk gereduceerd, dat de
netzekering niet geactiveerd wordt. Dit voorkomt dat het apparaat met schokken op gang komt.
2.6 Elektronica voor een constante snelheid/tachoregelelektronica
De elektronische toerentalregeling houdt het toerental vrijwel constant bij belasting en zonder belasting. Dat betekent
een optimale materiaalbewerking door een constant toerental.
2.7 ATC (Active Torque Control)
De elektronica herkent dat de schijf dreigt klem te gaan zitten en voorkomt door het apparaat uit te schakelen dat de
spilverderdraait(eenterugslagwordtnietvoorkomen).Omhetapparaatweer in bedrijf te nemen moet de schakelaar
uit- en weer aangezet worden.
2.8 Herstartblokkering
Na een eventuele stroomuitval start het apparaat niet zelfstandig wanneer de schakelaar is vastgezet. De schakelaar
moet eerst uit en vervolgens weer aan worden gezet.
2.9 Apparaatbescherming afhankelijk van de temperatuur
De van de temperatuur afhankelijke bescherming van de motor surveilleert het stroomverbruik en de verhitting van de
motor en beschermt het apparaat zo tegen oververhitting.
Bij overbelasting van de motor door een te hoge aandrukkracht neemt het vermogen van het apparaat aanzienlijk af
ofhetkomttotstilstand(ditdientvoorkomenteworden).
De toelaatbare overbelasting van het apparaat is hierbij geen vaste, vooraf vastgelegde waarde, maar hangt van de
motortemperatuur af.
Als er overbelasting optreedt, ontlast het apparaat dan en laat hem circa 60 seconden met stationair toerental lopen.
nl
86
Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069490 / 000 / 02
2.10 Gebruik van verlengsnoeren
Gebruik alleen verlengsnoeren die voor de toepassing zijn toegestaan en een voldoende diameter hebben. Anders kan
vermogensverlies van het apparaat en oververhitting van het snoer optreden. Controleer het verlengsnoer regelmatig
op beschadigingen. U dient beschadigde verlengsnoeren te vervangen.
Aanbevolen minimale diameters en max. snoerlengtes:
Snoerdiameter
1,5 mm² 2 mm² 2,5 m 3,5 mm²
14 AWG 12 AWG
Netspanning 100 V 30 m 50 m
Netspanning
110–120 V
20m 30m 40m 50m 75ft 125ft
Netspanning
220‑240 V
50 m 100 m
Gebruik geen verlengsnoer met een snoerdiameter van 1,25 mm² en 16 AWG.
2.11 Verlengsnoer buiten
Gebruik buiten alleen voor dit doel goedgekeurde en overeenkomstig gekenmerkte verlengsnoeren.
2.12 Het gebruik van een generator of transformator
Dit apparaat kan met een generator of transformator van de bouwplaats worden aangedreven, wanneer aan de
volgende voorwaarden is voldaan: het afgegeven vermogen in watt is minstens het dubbele van hetgeen op het
typeplaatje van het apparaat staat aangegeven, de bedrijfsspanning dient altijd binnen de +5% en ‑15% ten opzichte
vandenominalespanningteliggenendefrequentiemoet50tot60Hzenmagnooit meer dan 65 Hz bedragen, en er
dient een automatische spanningsregelaar met aanloopversterking voorhanden te zijn.
Bij gebruik van een generator/transformator in geen geval gelijktijdig andere apparaten aansluiten en gebruiken. Het
in- en uitschakelen van andere apparaten kan onderspannings- en/of overspanningspieken veroorzaken, waardoor
het apparaat beschadigd kan raken.
2.13 Stofkap voor slijpwerkzaamheden DG‑EX 125/5" 2
Het apparaat is slechts onder bepaalde voorwaarden geschikt voor het incidenteel afbramen van minerale ondergron-
den met diamant-komschijven.
ATTENTIE
Het is verboden met deze kap metaal te bewerken.
AANWIJZING
Inhetalgemeenwordthetaangeradenombijhetafbramenvanmineraleondergronden, zoals beton of steen, een op
het systeem afgestemde stofafzuigkap met een geschikte Hilti stofzuiger te gebruiken. Deze dient ter bescherming
van de gebruiker en verhoogt de levensduur van het apparaat en het gereedschap.
2.14 Stofafzuigkap voor doorslijp- en splijtwerkzaamheden DC‑EX 125/5"‑M met geleidesleden 3
Doorslijp- en splijtwerkzaamheden op minerale ondergronden mogen alleen met een stofkap en geleidesleden worden
uitgevoerd.
ATTENTIE
Het is verboden met deze kap metaal te bewerken.
AANWIJZING
In het algemeen wordt het aangeraden om bij het doorslijpen en splijten van minerale ondergronden, zoals beton of
steen, een op het systeem afgestemde stofafzuigkap met een geschikte Hilti stofzuiger te gebruiken. Deze dient ter
bescherming van de gebruiker en verhoogt de levensduur van het apparaat en het gereedschap.
2.15 Stofkap voor doorslijpwerkzaamheden DC‑EX 125/5"‑C compacte kap 4
Voor het doorslijpen van metselwerk en beton.
ATTENTIE
Het is verboden met deze kap metaal te bewerken.
nl
87
Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069490 / 000 / 02
AANWIJZING
In het algemeen wordt het aangeraden om bij het doorslijpen en splijten van minerale ondergronden, zoals beton of
steen, een op het systeem afgestemde stofafzuigkap met een geschikte Hilti stofzuiger te gebruiken. Deze dient ter
bescherming van de gebruiker en verhoogt de levensduur van het apparaat en het gereedschap.
2.16 Beschermkap met dekplaat 5
ATTENTIE
Voor het afbramen met rechte afbraamschijven en het doorslijpen met doorslijpschijven bij de bewerking van
metalen alleen de beschermkap met afdekplaat gebruiken.
2.17 Voorste afdekking voor beschermkap 6
ATTENTIE
Voor het afbramen met rechte afbraamschijven en het doorslijpen met doorslijpschijven bij de bewerking van
metalen alleen de beschermkap met voorste afdekking gebruiken.
3 Verbruiksmateriaal
Schijven voor max. Ø 125 mm, 11000/min, een omtreksnelheid van 80 m/sec, een afbraamschijf-dikte van max.
6,4 mm en een doorslijpschijf-dikte van max. 2,5 mm.
Schijven
Toepassing Afkorting
Ondergrond
Abrasieve doorslijpschijf Doorslijpen, splijten AC‑D Metaal
Diamant-doorslijpschijf Doorslijpen, splijten DC‑D Mineraal
Abrasieve afbraamschijf Afbramen AG‑D, AF‑D, AN‑D Metaal
Diamant-afbraamschijf Afbramen DG‑CW Mineraal
Indeling van de schijven bij de te gebruiken uitrusting
Pos. Uitrusting
AC‑D AG-D
AF-D AN-D
DG‑CW DC‑D
ABeschermkap XXXXXX
B Voorste afdekking (in
combinatie met A)
X
----
X
C Beschermkap met af-
dekplaat (optioneel bij
A, B)
X
----
X
D Oppervlakte-kap
DG‑EX 125/5"
----
X
-
E Compacte kap DC‑EX
125/5"-C (in combinatie
met A)
-----
X
F Kap mineraal DC‑EX
125/5"M
-----
X
G Slijpadapter DC‑EX SL
(in combinatie met F)
-----
X
HZijhandgreep XXXXXX
IBeugelgreepDCBG
125 (optioneel bij H)
XXXXXX
KSpanmoer XXXXXX
LSpanring XXXXXX
M Kwick Lock (optioneel
bij K)
XXXX
-
X
nl
88
Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069490 / 000 / 02
4 Technische gegevens
Technische wijzigingen voorbehouden!
Apparaat
DCG 125‑S DAG 125‑S DAG 125‑SE
Nominale stroom / Opge-
nomen vermogen
Nominale spanning 220 /
230 V: 6,4 A / 1.400 W
Nominale spanning 110 V:
12,2 A / 1.200 W
Nominale spanning 220 /
230 V: 5,0 A / 1.100 W
Nominale spanning 110 V:
10,2 A / 1.050 W
Nominale spanning 220 /
230 V: 5,0 A / 1.100 W
Nominale spanning 110 V:
10,2 A / 1.050 W
Nominale frequentie 50 / 60 Hz 50 / 60 Hz 50 / 60 Hz
Nominaal toerental 11.000/min 11.000/min 2.800…11.000/min
Max. ringdiameter
Ø 125 mm Ø 125 mm Ø 125 mm
Afmeting (L x H x B) zon-
der kap
304 mm x 103 mm x
82 mm
289 mm x 103 mm x
82 mm
289 mm x 103 mm x
82 mm
Gewicht conform
EPTA‑procedure 01/2003
2,4 kg 2,2 kg 2,2 kg
Apparaten en toepassingsinformatie
Schroefdraad-aandrijfspil M 14
Spindellengte 22 mm
Veiligheidsklasse volgens EN / IEC Veiligheidsklasse II (dubbel geïsoleerd)
AANWIJZING
Het in deze aanwijzingen aangegeven trillingsniveau is overeenkomstig een in EN 60745 genormeerd meetproces
gemeten en kan worden gebruikt voor een onderlinge vergelijking van elektrisch gereedschap. Het is ook geschikt
voor een voorlopige inschatting van de trillingsbelasting. Het aangegeven trillingsniveau is representatief voor de
belangrijkste gebruiksgebieden van het elektrisch gereedschap. Als het elektrisch gereedschap echter wordt gebruikt
voor andere toepassingen, met afwijkende gereedschappen of als het onvoldoende wordt onderhouden, kan het
trillingsniveau afwijken. Hierdoor kan de trillingsbelasting over de gehele gebruiksperiode duidelijk worden verhoogd.
Voor een nauwkeurige inschatting van de trillingsbelasting moet ook rekening worden gehouden met de tijden
waarin het apparaat is uitgeschakeld of weliswaar draait maar niet wordt gebruikt. Hierdoor kan de trillingsbelasting
over de gehele gebruiksperiode duidelijk verminderen. Leg de overige veiligheidsmaatregelen ter bescherming van
de gebruiker tegen trillingen ook vast, zoals: Onderhoud van het elektrisch gereedschap en de gereedschappen,
warmhouden van handen, organisatie van de werkzaamheden.
Geluidsinformatie (volgens EN 60745‑1):
Typisch A‑gekwalificeerd geluidsvermogensniveau
DCG 125
101 dB (A)
Typisch A-gekwalificeerd emissiegeluidsniveau
DCG 125
90 dB (A)
Typisch A‑gekwalificeerd geluidsvermogensniveau
DAG 125
98 dB (A)
Typisch A-gekwalificeerd emissiegeluidsniveau
DAG 125
87 dB (A)
Onzekerheid voor het genoemde geluidsniveau 3 dB (A)
Trillingsinformatie volgens EN 60745-1
Triaxiale trillingswaarden (trillingsvectorsom)
DAG 125‑S / DAG 125‑SE
gemeten volgens EN 60745‑2‑3
Oppervlakteslijpen met standaardgreep, a
h,AG
5,8 m/s²
Oppervlakteslijpen met vibratiereducerende handgreep,
a
h,AG
4,6 m/s²
Oppervlakteslijpen met beugelgreep, a
h,AG
5,9 m/s²
Onzekerheid (K) 1,5 m/s²
nl
89
Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069490 / 000 / 02
Triaxiale trillingswaarden (trillingsvectorsom)
DCG 125‑S
gemeten volgens EN 60745‑2‑3
Oppervlakteslijpen met standaardgreep, a
h,AG
6,4 m/s²
Oppervlakteslijpen met vibratiereducerende handgreep,
a
h,AG
5,7 m/s²
Oppervlakteslijpen met beugelgreep, a
h,AG
5,8 m/s²
Onzekerheid (K) 1,5 m/s²
Aanvullende informatie Andere toepassingen, zoals doorslijpen, kunnen leiden
tot afwijkende trillingswaarden.
5 Veiligheidsinstructies
5.1 Algemene veiligheidsaanwijzingen voor
elektrische gereedschappen
a)
WAARSCHUWING
Lees alle aanwijzingen en veiligheidsvoorschrif-
ten. Wanneer de veiligheidsvoorschriften en aanwij-
zingen niet in acht worden genomen, kan dit een
elektrische schok, brand en/of ernstig letsel tot ge-
volg hebben. Bewaar alle veiligheidsinstructies en
voorschriften goed. Het in de veiligheidsvoorschrif-
ten gebruikte begrip "elektrisch gereedschap" heeft
betrekking op elektrische gereedschappen met net-
voeding (met aansluitkabel) en op accu-aangedreven
elektrische gereedschappen (zonder aansluitkabel).
5.1.1 Veiligheid op de werkplek
a) Houd uw werkomgeving schoon en goed verlicht.
Een rommelige of onverlichte werkomgeving kan tot
ongevallen leiden.
b) Werk niet met het apparaat in een explosieve om-
geving waarin zich brandbare vloeistoffen, gas-
senofstoffenbevinden.Elektrische gereedschap-
pen veroorzaken vonken die het stof of de dampen
tot ontsteking kunnen brengen.
c) Houd kinderen en andere personen tijdens het
gebruik van het elektrische gereedschap uit de
buurt. Wanneer u wordt afgeleid, kunt u de controle
over het apparaat verliezen.
5.1.2 Elektrische veiligheid
a) De aansluitstekker van het elektrisch gereed-
schap moet in het stopcontact passen. De stek-
ker mag in geen geval worden veranderd. Gebruik
geen adapterstekkers in combinatie met geaarde
elektrische gereedschappen. Onveranderde stek-
kers en passende stopcontacten beperken het risico
van een elektrische schok.
b) Voorkom aanraking van het lichaam met geaarde
oppervlakken, bijvoorbeeld van buizen, verwar-
mingen, fornuizen en koelkasten. Er bestaat een
verhoogd risico door een elektrische schok wanneer
uw lichaam geaard is.
c) Houd het elektrisch gereedschap uit de buurt van
regen en vocht. Het binnendringen van water in het
elektrische gereedschap vergroot het risico van een
elektrische schok.
d) Gebruik de kabel niet voor een verkeerd doel, om
het elektrisch gereedschap te dragen of op te
hangen of om de stekker uit het stopcontact te
trekken. Houd de kabel uit de buurt van hitte, olie,
scherpe randen en bewegende gereedschapsde-
len. Beschadigdeofindewargeraaktekabelsver-
groten het risico van een elektrische schok.
e) Wanneer u buitenshuis met elektrisch gereed-
schap werkt, dient u alleen verlengkabels te ge-
bruiken die voor gebruik buitenshuis zijn goedge-
keurd. Het gebruik van een voor gebruik buitenshuis
geschikte verlengkabel beperkt het risico van een
elektrische schok.
f) Als het gebruik van het elektrisch gereedschap in
een vochtige omgeving absoluut noodzakelijk is,
gebruik dan een lekstroomschakelaar. Het gebruik
van een lekstroomschakelaar verkleint het risico op
stroomschokken.
5.1.3 Veiligheid van personen
a) Wees alert, let goed op wat u doet en ga met
verstand te werk bij het gebruik van het elektri-
schegereedschap.Gebruikhetelektrischgereed-
schap niet wanneer u moe bent of onder invloed
staat van drugs, alcohol of medicijnen. Een mo-
ment van onoplettendheid bij het gebruik van het
elektrisch gereedschap kan tot ernstig letsel leiden.
b) Draag een persoonlijke beschermende uitrusting
en altijd een veiligheidsbril. Het dragen van een per-
soonlijke beschermende uitrusting, zoals een stof-
masker, slipvaste werkschoenen, een veiligheids-
helm of gehoorbescherming, afhankelijk van de aard
en het gebruik van het elektrische gereedschap, ver-
mindert het risico op letsel.
c)
Voorkom per ongeluk inschakelen. Controleer of
het elektrischgereedschapisuitgeschakeldvoor-
dat u de stekker in het stopcontact steekt en/of
de accu aanbrengt, of het gereedschap optilt of
draagt. Wanneer u bij het dragen van het elektrisch
gereedschap uw vinger aan de schakelaar hebt of
wanneer u het gereedschap ingeschakeld op de
stroomvoorziening aansluit, kan dit tot ongevallen
leiden.
d) Verwijder instelgereedschappen of schroefsleu-
tels voordat u het elektrisch gereedschap inscha-
nl
90
Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069490 / 000 / 02
kelt. Instelgereedschap of een sleutel in een draaiend
deel van het gereedschap kan tot letsel leiden.
e) Neem geen ongewone lichaamshouding aan.
Zorg ervoor dat u stevig staat en steeds in
evenwicht blijft. Daardoor kunt u het elektrisch
gereedschap in onverwachte situaties beter onder
controle houden.
f) Draag geschiktewerkkleding.Draaggeenloshan-
gende kleding of sieraden. Houd haren, kleding en
handschoenen uit de buurt van bewegende delen.
Loshangende kleding, sieraden en lange haren kun-
nen door bewegende delen worden meegenomen.
g) Wanneer stofafzuig- of stofopvangvoorzieningen
kunnen worden gemonteerd, dient u zich ervan
te verzekeren dat deze zijn aangesloten en juist
worden gebruikt. Het gebruik van een stofafzuig-
systeem kan de gevaren door stof beperken.
5.1.4 Gebruik en hantering van het elektrisch
gereedschap
a) Overbelast het apparaat niet. Gebruik voor uw
werkzaamheden het daarvoor bestemde elektri-
sche gereedschap. Met het passende elektrische
gereedschap werkt u beter en veiliger binnen het
aangegeven vermogensbereik.
b) Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan de
schakelaar defect is. Elektrisch gereedschap dat
niet meer kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaar-
lijk en moet worden gerepareerd.
c) Trek de stekker uit het stopcontact en/of de accu
uit het apparaat voordat u het gereedschap in-
stelt, toebehoren wisselt of het apparaat weglegt.
Deze voorzorgsmaatregel voorkomt onbedoeld star-
ten van het elektrisch gereedschap.
d) Bewaar niet-gebruikte elektrische gereedschap-
pen buiten bereik van kinderen. Laat het gereed-
schap niet gebruiken door personen die er niet
mee vertrouwd zijn en deze aanwijzingen niet
hebben gelezen. Elektrische gereedschappen zijn
gevaarlijk wanneer deze door onervaren personen
worden gebruikt.
e) Ga zorgvuldig met het elektrisch apparaat om.
Controleer of bewegende delen correct functio-
nerenennietvastklemmenenofonderdelenge-
broken of zodanig beschadigd zijn dat de werking
van het apparaat nadelig wordt beïnvloed. Laat
beschadigde delen repareren voordat u het appa-
raat gebruikt. Veel ongevallen hebben hun oorzaak
in slecht onderhouden elektrische gereedschappen.
f) Houd snijdende inzetgereedschappen scherp en
schoon. Zorgvuldig onderhouden snijdende inzet-
gereedschappen met scherpe snijkanten klemmen
minder snel vast en zijn gemakkelijker te geleiden.
g) Gebruik elektrisch gereedschap, toebehoren, in-
zetgereedschappen enz. als voor dit apparaat
is voorgeschreven. Let daarbij op de arbeidsom-
standigheden en de uit te voeren werkzaamhe-
den. Het gebruik van elektrische gereedschappen
voor andere dan de voorziene toepassingen kan tot
gevaarlijke situaties leiden.
5.1.5 Service
a) Laat het apparaat alleen repareren door gekwa-
lificeerd en vakkundig personeel en alleen met
originele vervangingsonderdelen. Daarmee wordt
gewaarborgd dat de veiligheid van het elektrisch ge-
reedschap in stand blijft.
5.2 Algemene veiligheidsinstructies voor het
slijpen, schuren, het werken met draadborstels
en voor het doorslijpen
a) Dit elektrisch gereedschap kan als slijpmachine
en doorslijpmachine worden gebruikt. Neem
alle veiligheidsinstructies, aanwijzingen,
afbeeldingen en informatie die u bij het apparaat
ontvangt in acht. Indien u de volgende aanwijzingen
niet in acht neemt, dan kan dit tot een elektrische
schok, brand en/of ernstig letsel leiden.
b) Dit elektrisch gereedschap is niet geschikt voor
werkzaamheden als schuren, werken met draad-
borstels en polijsten. Toepassingen waarvoor het
elektrisch gereedschap niet bestemd is, kunnen ge-
vaar en letsel veroorzaken.
c) Maak geen gebruik van toebehoren die niet door
de fabrikant speciaal voor dit elektrische appa-
raat zijn bedoeld en aanbevolen. Hetfeitdatu
toebehoren aan uw elektrisch gereedschap kunt be-
vestigen, betekent nog niet dat het gebruik hiervan
veilig is.
d) Het toegestane toerental van het inzetgereed-
schap dient minstens zo hoog te zijn als het maxi-
male toerental dat op het elektrisch gereedschap
staat aangegeven. Toebehoren die sneller draaien
dantoegestaankunnenbrekeneninhetrondvliegen.
e) De buitendiameter en dikte van het inzetgereed-
schap dienen overeen te komen met de opgege-
ven afmetingen van uw elektrisch gereedschap.
Verkeerd bemeten inzetgereedschap kan niet vol-
doende worden afgeschermd of gecontroleerd.
f) Inzetgereedschap met schroefdraadbevestiging
moet exact op de schroefdraad van de slijpspil
passen. Bij inzetgereedschap dat met behulp van
eenflenswordtgemonteerd,moetdegatdiameter
van het inzetgereedschap overeenkomen met de
opnamediameter van de flens. Inzetgereedschap
dat niet nauwkeurig op het elektrisch gereedschap
wordt bevestigd, draait ongelijkmatig en trilt zeer
sterk, hetgeen kan leiden tot verlies van de controle
over het apparaat.
g) Gebruik geen beschadigd inzetgereedschap.
Controleer inzetgereedschap, zoals slijpschijven,
voor het gebruik altijd op afsplinteringen en
barsten, steunschijven op barsten of sterke
slijtage, draadborstels op losse of gebroken
draden. Wanneer het elektrisch gereedschap
of het inzetgereedschap naar beneden valt,
controleert u of het beschadigd is, of gebruikt
u onbeschadigd gereedschap. Wanneer u
het inzetgereedschap heeft gecontroleerd en
ingezet, zorgt u ervoor dat personen die zich
in de nabijheid bevinden buiten bereik blijven
nl
91
Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069490 / 000 / 02
van het roterende inzetgereedschap en laat u
het apparaat een minuut lang op het hoogste
toerental draaien. Beschadigd inzetgereedschap
breekt meestal in deze testperiode.
h) Draag een persoonlijke veiligheidsuitrusting.
Draag afhankelijk van de toepassing volledige
gezichtsbescherming of een veiligheidsbril.
Draag indien nodig een stofmasker, gehoorbe-
scherming, werkhandschoenen of een speciaal
schort, dat u bescherming biedt tegen kleine
slijp- en materiaaldeeltjes. Uw ogen dienen
tegen rondvliegende deeltjes, die bij verschillende
toepassingen ontstaan, te worden beschermd.
Stof- en zuurstofmaskers dienen het ontstane stof
te filteren. Wanneer u lang aan hard geluid bent
blootgesteld, kan dit leiden tot gehoorbeschadiging.
i) Let er op dat andere personen zich op een veilige
afstand van de werkruimte bevinden. Iedereen
die de werkruimte betreedt, dient een persoon-
lijke veiligheidsuitrusting te dragen. Brokstukken
van het werkstuk of gebroken inzetgereedschap kun-
nen wegvliegen en letsel veroorzaken, ook buiten de
directe werkruimte.
j) Houd het apparaat alleen vast aan de geïso-
leerde greepgedeelten, wanneer u werkzaamhe-
den uitvoert waarbij het inzetgereedschap ver-
dekte stroomleidingen of het eigen netsnoer kan
raken. Door het contact met een spanningvoerende
leiding kunnen ook metalen delen van apparaten
onder spanning komen te staan, hetgeen tot een
elektrische schok kan leiden.
k) Houd het netsnoer uit de buurt van draaiend in-
zetgereedschap. Wanneer u de controle over het
apparaat verliest, kan het netsnoer worden doorsne-
denofgegrepen,waardooru hand of uw armmogelijk
in het draaiende inzetgereedschap terechtkomt.
l) Zet het elektrisch gereedschap nooit weg voor-
dat het inzetgereedschap volledig tot stilstand is
gekomen. Het draaiende inzetgereedschap kan in
contact treden met het steunvlak, waardoor u de
controle over het elektrisch gereedschap kunt verlie-
zen.
m) Laat het elektrisch gereedschap nooit lopen ter-
wijl u het draagt. Uw kleding kan door het toevallige
contact met het draaiende inzetgereedschap gegre-
pen worden en het inzetgereedschap kan zich in uw
lichaam dringen.
n) U dient de ventilatiesleuven van uw elektrisch
gereedschap regelmatig te reinigen. De motor-
ventilator trekt stof in de behuizing, en een sterke
opeenhoping van metaalstof kan leiden tot elektri-
sche gevaren.
o) Gebruik het elektrisch gereedschap niet in de
nabijheid van brandbare materialen. Door vonken
kan dit materiaal vlam vatten.
p) Gebruik geen inzetgereedschap dat vloeibare
koelmedia vereist. Het gebruik van water of andere
vloeibare koelmedia kan leiden tot een elektrische
schok.
5.3 Terugslag en bijbehorende
veiligheidsvoorschriften
Een terugslag is een plotselinge reactie als gevolg van
draaiend inzetgereedschap dat blijft haken of geblok-
keerd wordt, zoals slijpschijven, steunschijven, draadbor-
stels, etc. Dit leidt tot een abrupte stop van het roterende
inzetgereedschap. Hierdoor ondergaat een ongecontro-
leerd elektrisch gereedschap, tegen de draairichting van
het inzetgereedschap in, bij de plaats van de blokkade
een versnelling.
Wanneer bijv. een slijpschijf in het werkstuk haakt of
geblokkeerd raakt, kan de slijpschijf met de kant die
invalt in het werkstuk vast komen te zitten. Hierdoor kan
de slijpschijf uitbreken of een terugslag veroorzaken. De
slijpschijf beweegt zich dan naar de bediener of van hem
weg, afhankelijk van de draairichting van de schijf op de
plaats van de blokkade. Hierbij kunnen slijpschijven ook
breken.
Een terugslag is het gevolg van een verkeerd of foutief
gebruik van het elektrisch gereedschap. Dit kan door ge-
schikte voorzorgsmaatregelen, zoals hierna beschreven,
worden voorkomen.
a)
Houd het elektrisch gereedschap goed vast en
breng uw lichaam en armen in zo'n positie dat
u de terugslagkrachten kunt opvangen. Gebruik
altijd de extra handgreep, indien voorhanden, om
een zo groot mogelijke controle op terugslag-
krachten of reactiemomenten te hebben ingeval
van onopzettelijk starten. De bediener kan door de
juiste voorzorgsmaatregelen te nemen de terugslag-
en reactiekrachten beheersen.
b) Kom met uw hand nooit in de buurt van draaiend
inzetgereedschap. Het inzetgereedschap kan zich
bij een terugslag over uw hand bewegen.
c) Kom niet met uw lichaam binnen het gebied
waarin het elektrisch gereedschap bij een terug-
slag wordt bewogen. Door de terugslag wordt het
elektrisch gereedschap naar de plaats van de blok-
kade bewogen in een richting die tegengesteld is aan
de beweging van de slijpschijf.
d) Werk bijzonder voorzichtig in de buurt van hoe-
ken, scherpe randen, etc. Voorkom dat inzetge-
reedschap van het werkstuk terugkaatst en be-
klemd raakt. Het roterende inzetgereedschap heeft
bij hoeken, scherpe randen of wanneer het wegketst
de neiging beklemd te raken. Dit leidt tot controle-
verlies of een terugslag.
e) Gebruik geen getand of kettingzaagblad. Dergelijk
inzetgereedschap leidt vaak tot een terugslag of tot
het verlies van controle over het elektrisch gereed-
schap.
5.4 Speciale veiligheidsvoorschriften voor het
slijpen en doorslijpen
a) Gebruik uitsluitend de voor uw elektrisch gereed-
schap toegestane slijpstenen en de voor deze
slijpstenen bestemde beschermkap. Slijpstenen
nl
92
Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069490 / 000 / 02
die niet geschikt zijn voor het elektrisch gereed-
schap, kunnen niet voldoende worden afgeschermd
en zijn onveilig.
b) Doorgezette slijpschijven moeten zodanig wor-
den gemonteerd, dat het slijpvlak niet boven het
vlak van de beschermkaprand uitsteekt. Een on-
juist gemonteerde slijpschijf die boven het vlak van
de beschermkaprand uitsteekt, kan niet voldoende
worden afgeschermd.
c) De beschermkap moet veilig op het elektrisch ge-
reedschap zijn aangebracht en voor een zo groot
mogelijkeveiligheidzodanig zijn afgesteld dat een
zo klein mogelijk deel van het slijpdeel open naar
de bediener gericht is.. De beschermkap moet de
bediener beschermen tegen brokstukken, toevallig
contact met het slijpdeel en vonken waardoor kle-
ding vlam kan vatten.
d) Slijpstenen mogen alleen voor de aanbevolen
inzetmogelijkheden worden gebruikt. Bijv.: Slijp
nooit met het zijvlak van een doorslijpschijf. Door-
slijpschijven zijn bestemd voor de materiaalafname
met de rand van de schijf. Door zijwaartse krachtin-
werking kan het slijpdeel worden gebroken.
e) Gebruik voor de door u gekozen slijpschijf altijd
onbeschadigde spanflenzen in de juiste grootte
en vorm. De juiste flenzen ondersteunen de slijp-
schijf en verminderen zo het gevaar dat de slijpschijf
breekt. Flenzen voor doorslijpschijven kunnen zich
onderscheiden van de flenzen voor andere slijpschij-
ven.
f) Gebruik geen versleten slijpschijven van groter
elektrisch gereedschap. Slijpschijven voor groter
elektrisch gereedschap zijn niet geschikt voor de ho-
gere toerentallen van kleiner elektrisch gereedschap
en kunnen breken.
5.5 Verdere speciale veiligheidsvoorschriften voor
het doorslijpen
a) Voorkom een blokkering van de doorslijpschijf
en een te hoge aandrukkracht. Voer geen over-
matig diepe snedes uit. Een overbelasting van de
doorslijpschijf vergroot de kans op kantelen of blok-
keren, waardoor de mogelijkheid van een terugslag
of slijpdeelbreuk ontstaat.
b) Kom niet in het gebied voor en achter de rote-
rende doorslijpschijf. Wanneer u de doorslijpschijf
in het werkstuk van u af beweegt, kan het elektrisch
gereedschap in het geval van een terugslag met
draaiende schijf direct naar u toe worden geslingerd.
c) Wanneer de doorslijpschijf beklemd is geraakt of
u het werk onderbreekt, houd het apparaat dan
rustig vast tot de schijf tot stilstand gekomen is.
Probeer nooit om de nog lopende doorslijpschijf
uit de snede te trekken, anders kan er een terug-
slag plaatsvinden. Stel de oorzaak voor het beklemd
rakenvastenhefdezeop.
d) Schakel het elektrisch gereedschap niet opnieuw
in zolang het zich in het werkstuk bevindt. Laat
de doorslijpschijf eerst het volledige toerental be-
reiken, voordat u voorzichtig verder gaat. Anders
kan de schijf blijven haken, uit het werkstuk springen
of een terugslag veroorzaken.
e) Zorg ervoor dat platen of grote werkstukken ge-
stut worden, om het risico van een terugslag door
een ingeklemde doorslijpschijf te verminderen.
Grote werkstukken kunnen onder hun eigen gewicht
doorbuigen. Het werkstuk moet aan beide kanten
gestut worden, zowel bij de doorslijpschijf als aan de
rand.
f) Wees bijzonder voorzichtig met "invalsnedes" in
bestaande wanden of andere gebieden die niet
zichtbaar zijn. De invallende doorslijpschijf kan bij
het snijden in gas- of waterleidingen, elektrische lei-
dingen of andere objecten een terugslag veroorza-
ken.
5.6 Aanvullende veiligheidsvoorschriften
5.6.1 Veiligheid van personen
a) Houd het apparaat altijd met beide handen aan
de daarvoor bestemde handgrepen vast.Houd de
handgrepen droog, schoon en vrij van olie en vet.
b) Wanneer het apparaat zonder stofafzuiging wordt
gebruikt, dient u bij werkzaamheden waarbij stof
vrijkomt een licht stofmasker te dragen.
c) Neem pauzes en doe ontspannings- en vingeroe-
feningen, voor een betere doorbloeding van uw
vingers.
d) Raak geen roterende delen aan. Schakel het ap-
paraat pas in het werkgebied in. Het aanraken van
roterende delen, met name roterend gereedschap,
kan lichamelijk letsel tot gevolg hebben.
e) Leid het net- en het verlengsnoer tijdens het werk
altijd naar achteren van het apparaat weg. Dit
vermindert het risico om over het snoer te vallen.
f) Voor het afbramen met rechte afbraamschijven
en het doorslijpen met doorslijpschijven bij de
bewerking van metalen alleen de beschermkap
met afdekplaat gebruiken.
g) Kinderen moet duidelijk worden gemaakt dat het
apparaat geen speelgoed is.
h) Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik door
kinderen of door zwakke, ongeschoolde perso-
nen.
i) Het apparaat niet gebruiken als het plotseling of
met schokken start.De mogelijkheid bestaat dat de
elektronica defect is. Laat het apparaat direct door
de erkende Hilti-service repareren.
j) Stof van materiaal zoals loodhoudende verf, som-
mige houtsoorten, mineralen en metaal kunnen scha-
delijk voor de gezondheid zijn. Het in contact komen
met of het inademen van dit stof kan leiden tot aller-
gische reacties en/of aandoeningen van de luchtwe-
gen bij de gebruiker of personen die zich in de buurt
bevinden. Bepaalde stoffen, zoals eiken- of beuken-
stof, staan bekend als kankerverwekkend, in het bij-
zonder in combinatie met houtbewerkingsmiddelen
(chromaat, houtbeschermingsmiddelen). Asbesthou-
dend materiaal mag alleen door vakkundig personeel
worden bewerkt. Zo mogelijk gebruik maken van
stofafzuiging. Om een betere stofafzuiging te ver-
krijgen, gebruikmaken van een geschikte, door
Hilti aanbevolen en op dit elektrisch apparaat af-
gestemde mobiele stofafzuiging voor hout- en/of
nl
93
Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069490 / 000 / 02
mineraalstof. Zorg voor een goede ventilatie van
de werkruimte. Het wordt geadviseerd een adem-
masker met filterklasse P2 te dragen. De in uw
land geldende voorschriften bij de te bewerken
materialen in acht nemen.
5.6.2 Gebruik en onderhoud van elektrische
gereedschappen
a) Afbraamschijven dienen zorgvuldig, volgens de
aanwijzingen van de fabrikant, opgeslagen en be-
handeld te worden.
b) Zorg ervoor dat het slijpgereedschap volgens de
aanwijzingen van de producent is aangebracht.
c) Zie er op toe dat er tussenlagen worden gebruikt
wanneer deze bij het slijpgereedschap ter be-
schikking gesteld en vereist zijn.
d) Gebruik het elektrisch gereedschap nooit zonder
beschermkap.
e) Het werkstuk dient op de juiste manier bevestigd
te zijn.
f) Zorg ervoor dat het slijpgereedschap voor het ge-
bruik juist wordt aangebracht en bevestigd, laat
het gereedschap gedurende 60 sec. onbelast lo-
pen op een veilige plaats. Het apparaat direct
uitschakelen wanneer zich aanzienlijke trillingen
voordoen en wanneer andere gebreken worden
vastgesteld. Doet deze toestand zich voor, onder-
zoek dan de machine om de oorzaak ongedaan
te maken.
g) Gebruik geen doorslijpslijpschijven voor grof slij-
pen.
h) Zorg ervoor dat vonken die tijdens het gebruik
ontstaan geen gevaar veroorzaken, bijv. u zelf
of andere personen raken. Stel hiervoor de be-
schermkap juist in.
i) Na een schijfbreuk, val of andere mechanische
beschadigingen moet het apparaat bij een Hilti
Service‑Center worden gecontroleerd.
5.6.3 Elektrische veiligheid
a) Controleer het werkgebied voordat u begint te
werken op verdekt liggende elektrische leidingen,
gas- en waterleidingen, bijv. met een metaalde-
tector. Externe metalen delen van het apparaat kun-
nen onder spanning komen te staan als u per ongeluk
bijv. een elektrische leiding beschadigt. Dit vormt een
ernstig gevaar van een elektrische schok.
b) Controleer regelmatig het voedingssnoer van het
apparaat, en laat dit in geval van beschadiging
vernieuwen door een erkend vakman. Wanneer
het netsnoer van het elektrisch gereedschap be-
schadigd is, dient dit door een speciaal ver-
vaardigd netsnoer te worden vervangen. Dit kan
verkregen worden bij de klantenservice. Contro-
leer de verlengsnoeren regelmatig en vervang
deze in geval van beschadiging. Wordt het net-
of verlengsnoer tijdens de werkzaamheden be-
schadigd, dan mag u het snoer niet aanraken.
Haal de stekker uit het stopcontact. Beschadigde
voedings- en verlengsnoeren houden het risico van
een elektrische schok in.
c) Laat vuile apparaten bij een veelvuldige bewer-
king van geleidend materiaal regelmatig door de
Hilti-service controleren. Vocht of stof dat zich aan
het oppervlak van het apparaat hecht, met name van
geleidend materiaal, kan onder ongunstige omstan-
digheden tot een elektrische schok leiden.
d) Wanneer u buiten met elektrisch gereedschap
werkt, zorg er dan voor dat het apparaat met
behulp van een lekstroombeveiligingschakelaar
(RCD) met maximaal 30 mA afschakelstroom
op het net is aangesloten. Het gebruik van een
lekstroombeveiligingschakelaar vermindert het risico
van een elektrische schok.
e) In principe wordt het gebruik van een lekstroom-
beveiligingschakelaar (RCD) met maximaal 30 mA
afschakelstroom aanbevolen.
5.6.4 Werkruimte
a) Zorg voor een goede verlichting van het werkge-
bied.
b) Zorg voor een goede ventilatie van de werkom-
geving. Slecht geventileerde werkruimtes kunnen als
gevolg van de stofbelasting schadelijk zijn voor de
gezondheid.
c) Bij doorbraakwerkzaamheden dient u het gebied
aan de overzijde van de werkzaamheden af te zet-
ten. Er kunnen brokstukken naar buiten en / of naar
beneden vallen, waardoor andere personen mogelijk
letsel oplopen.
d) Sleuvenindragendewandenofanderestructuren
kunnen de statica beïnvloeden, vooral bij het schei-
den van wapeningsijzer of dragerelementen. Voor
het begin van de werkzaamheden de verantwoor-
delijke staticus, architekten of de directie raad-
plegen.
5.6.5 Persoonlijke veiligheidsuitrusting
De gebruiker en personen die zich in de buurt bevin-
den, moeten tijdens het gebruik van het apparaat een
geschikte veiligheidsbril, een helm, oorbeschermers,
werkhandschoenen en een licht stofmasker dragen.
nl
94
Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069490 / 000 / 02
6 Inbedrijfneming
GEVAAR
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u het
apparaat instelt, toebehoren wisselt of het apparaat
weglegt. Deze voorzorgsmaatregel voorkomt onbe-
doeld starten van het gereedschap.
ATTENTIE
Draag werkhandschoenen bij de montage en demon-
tage evenals bij afstelwerkzaamheden en het verhel-
pen van storingen.
WAARSCHUWING
Gebruik het elektrisch gereedschap nooit zonder be-
schermkap.
ATTENTIE
Bij het gebruik van andere voor de haakse slijpma-
chine aanbevolen Hilti toebehoren in combinatie met
de bovengenoemde haakse slijpmachines moet voor
het gebruik de handleiding van het toebehoren wor-
den doorgelezen en moeten alle aanwijzingen in acht
worden genomen.
6.1 Zijhandgreep monteren
WAARSCHUWING
Bij alle werkzaamheden moet de zijhandgreep ge-
monteerd zijn.
De zijhandgreep vanaf de linker- of rechterkant van het
apparaat inschroeven.
6.2 Beschermkap
ATTENTIE
Pas de positie van de beschermkap aan de eisen van
de betreffende werkfase aan.
ATTENTIE
De gesloten zijde van de beschermkap moet altijd
naar de bediener wijzen.
6.2.1 Beschermkap resp. beschermkap met
afdekplaat monteren 8
AANWIJZING
De veiligheidsnok op de beschermkap zorgt ervoor dat
alleen een op het apparaat passende beschermkap kan
wordengemonteerd.Bovendien voorkomt de veiligheids-
nok dat de beschermkap op het werkstuk valt.
1. Plaats de beschermkap zo op de hals van de spil
dat de beide driehoekmarkeringen op het apparaat
en op de beschermkap tegenover elkaar staan.
2. Druk de beschermkap op de hals van de spil;
druk op de kap-ontgrendelingsknop en draai
aan de beschermkap tot deze inklikt en de
kap-ontgrendelingsknop terugspringt.
6.2.2 Beschermkap verstellen 7
1. Druk op de kap-ontgrendelingsknop en draai de
beschermkap in de gewenste positie tot hij inklikt.
6.2.3 Beschermkap resp. beschermkap met
afdekplaat demonteren
1. Druk de kap-ontgrendelingsknop in en draai de be-
schermkap totdat de beide driehoekmarkeringen op
het apparaat en op de beschermkap tegenover el-
kaar staan.
2. Til de beschermkap eraf.
6.2.4 Montage en demontage voorste afdekking 9
1. Breng de voorste afdekking met de gesloten kant,
zoals getoond in de afbeelding, op de standaard
beschermkap aan tot de vergrendeling vastklikt.
2. Maak voor het demonteren van de voorste afdekking
de vergrendeling van de voorste afdekking los en
verwijder hem van de standaard beschermkap.
6.3 Montage en demontage inzetgereedschap  
GEVAAR
Zorg ervoor dat het op het slijpgereedschap aangege-
ven toerental gelijk is aan of groter dan het nominale
toerental van de slijpmachine.
GEVAAR
Controleer de afbraamschijf alvorens hem te gebrui-
ken. Gebruik geen afgebroken, gesprongen of an-
derszins beschadigde producten.
AANWIJZING
Diamantschijven moeten worden vervangen zodra de
snij- resp. slijpprestatie merkbaar afneemt. In het alge-
meen is dit het geval als de hoogte van de diamantseg-
menten minder dan 2 mm is. Andere schijftypen moeten
worden vervangen zodra de snijprestatie duidelijk af-
neemt of delen van de haakse slijpmachine (uitgezonderd
de schijf) tijdens de werkzaamheden met het werkmateri-
aal in contact komen. Abrasieve doorslijpschijven moeten
bij afloop van de vervaldatum worden vervangen.
nl
95
Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069490 / 000 / 02
1. ATTENTIE In de spanflens is een O-ring geplaatst.
Ontbreekt deze O-ring of is hij beschadigd, dan
moet de spanflens worden vervangen.
Plaats de spanflens op de slijpspil.
2. Plaats het inzetgereedschap.
3. Breng de spanmoer overeenkomstig het aange-
brachte gereedschap aan.
4. ATTENTIE De spil-arrêteerknop mag alleen bij
een stilstaande slijpspil geactiveerd worden.
Druk de spindelblokkeerknop in en houd deze inge-
drukt.
5. Draai met de spansleutel de spanmoer vast en laat
vervolgens de spindelblokkeerknop los.
6. Voor de demontage van het inzetgereedschap voert
u de stappen in omgekeerde volgorde uit.
6.4 Inzetgereedschap met snelspanmoer Kwick-
Lock
ATTENTIE
Erop letten dat de Kwick-Lock snelspanmoer tijdens
de werkzaamheden geen contact met de ondergrond
maakt. Gebruik geen beschadigde Kwick-Lock snel-
spanmoeren.
AANWIJZING
In plaats van de spanmoer kan de snelspanmoer Kwick-
Lock worden gebruikt. Hiermee kunnen doorslijpschijven
zonder gereedschap worden gewisseld.
6.4.1 Montage en demontage inzetgereedschap
met snelspanmoer Kwick-Lock 
AANWIJZING
De pijl aan de bovenkant moet zich binnen de indexmar-
kering bevinden. Wordt de snelspanmoer Kwick-Lock
vastgezet zonder dat de pijl zich binnen de indexmarke-
ring bevindt, dan kan deze niet meer met de hand worden
losgedraaid. In dit geval de snelspanmoer Kwick-Lock
met de spansleutel loszetten (niet met een buistang).
1. Reinig de spanflens en de snelspanmoer Kwick-
Lock.
2. ATTENTIE In de spanflens is een O-ring geplaatst.
Ontbreekt deze O-ring of is hij beschadigd, dan
moet de spanflens worden vervangen.
Plaats de spanflens op de slijpspil.
3. Plaats het inzetgereedschap.
4. Schroef de snelspanmoer Kwick-Lock (opschrift in
vastgeschroefde toestand zichtbaar) vast tot hij op
de afbraamschijf bevestigd is.
5. ATTENTIE De spil-arrêteerknop mag alleen bij
een stilstaande slijpspil geactiveerd worden.
Druk de spindelblokkeerknop in en houd deze inge-
drukt.
6. Draai de afbraamschijf met de hand rechtsom krach-
tig door tot de snelspanmoer Kwick-Lock vast aan-
gedraaid is en laat vervolgens de spindelblokkeer-
knop los.
7. Voor de demontage voert u de stappen in omge-
keerde volgorde uit.
6.5 Transmissiekop draaien 
AANWIJZING
Om in elke situatie veilig en zonder vermoeidheid te kun-
nen werken, (bijv. aan-/uitschakelaar naar boven) kan de
transmissiekop in vier stappen van 90º worden versteld.
1. Reinig het apparaat.
2. Verwijder de zijhandgreep van het apparaat.
3. Verwijder de vier schroeven van de transmissiekop.
4. Draai de transmissiekop, zonder hem naar voren
van het apparaat te trekken, in de gewenste positie.
5. Bevestig de transmissiekop met de vier schroeven.
6. Monteer de zijhandgreep.
7Bediening
AANWIJZING
Pas de positie van de beschermkap aan de eisen van de
betreffende werkfase aan.
GEVAAR
Draag oorbeschermers. De inwerking van geluid kan
gehoorbeschadiging veroorzaken.
ATTENTIE
De gesloten zijde van de beschermkap moet altijd
naar de bediener wijzen.
WAARSCHUWING
Nieuw slijpgereedschap bij max. nullasttoerental in
een afgezet werkgebied minstens 30 seconden een
testloop laten draaien.
WAARSCHUWING
Het apparaat niet gebruiken als het plotseling of met
schokken start.De mogelijkheid bestaat dat de elektro-
nica defect is. Laat het apparaat direct door de erkende
Hilti-service repareren.
WAARSCHUWING
Sleuvenindragendewandenofanderestructurenkun-
nen de statica beïnvloeden, vooral bij het scheiden van
wapeningsijzer of dragerelementen. Voor het begin van
nl
96
Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069490 / 000 / 02
de werkzaamhedende verantwoordelijke staticus, ar-
chitekten of de directie raadplegen.
WAARSCHUWING
De netspanning dient overeen te komen met de gege-
vens op het typeplaatje van het apparaat. Apparaten
waarop 230 V staat aangegeven kunnen met 220 V
worden gebruikt.
WAARSCHUWING
Gebruik het apparaat altijd met de zijhandgreep (op-
tioneel met de beugelgreep).
ATTENTIE
Zet losse werkstukken vast met een spaninrichting of
een bankschroef.
WAARSCHUWING
Tijdens het slijpen kan er materiaal afsplinteren. Draag
een veiligheidsbril.
ATTENTIE
Wanneer het apparaat zonder stofafzuiging wordt ge-
bruikt, dient u bij werkzaamheden waarbij stof vrij-
komt een licht stofmasker te dragen.
WAARSCHUWING
Raak geen roterende delen aan. Schakel het apparaat
pas in het werkgebied in. Het aanraken van roterende
delen, met name roterend gereedschap, kan lichamelijk
letsel tot gevolg hebben.
ATTENTIE
Het gereedschap kan te heet worden door het gebruik.
Gebruik werkhandschoenen bij het wisselen van ge-
reedschap!
ATTENTIE
Het apparaat heeft overeenkomstig zijn gebruiksdoelen
een hoog toerental. Gebruik de zijhandgreep en werk
altijd met twee handen aan het apparaat. De gebruiker
moet voorbereid zijn op plotseling blokkerend gereed-
schap.
ATTENTIE
Door de bewerking van de ondergrond kan er materi-
aal afsplinteren. Draag een veiligheidsbril, werkhand-
schoenen en, wanneer u geen stofafzuiging gebruikt,
een licht stofmasker. Afgesplinterd materiaal kan licha-
melijk letsel en oogletsel veroorzaken.
WAARSCHUWING
Bij doorslijpwerkzaamheden de schijf in het doorslijp-
gebied niet op zijn kant zetten en het apparaat niet
te sterk belasten. Anders kan het apparaat tot stilstand
komen, een terugslag veroorzaakt worden of de schijf
breken.
ATTENTIE
Neem pauzes en doe ontspannings-envingeroefenin-
gen, voor een betere doorbloeding van uw vingers.
WAARSCHUWING
Houd brandbare materialen ver van het werkbereik.
7.1 Afbramen
ATTENTIE
Gebruik nooit doorslijpschijven voor het afbramen.
Meteenaanzethoekvan5°tot30°wordtbijhetafbramen
het beste resultaat bereikt. Beweeg het apparaat met
matige druk heen en weer. Daardoor wordt het werkstuk
niet te warm, verkleurt het niet en ontstaan er geen
groeven.
7.2 Doorslijpen
Werk bij het doorslijpen met een matige aanzet en kantel
het apparaat resp. de doorslijpschijf niet (circa 90° op
het snijvlak). Profielen en kleine vierkante buizen worden
het beste doorgeslepen door te beginnen bij de kleinste
doorsnede.
7.3 In-/uitschakelen
7.3.1 Inschakelen
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Druk op het achterste gedeelte van de
aan-/uitschakelaar.
3. Schuif de aan-/uitschakelaar naar voren.
4. Vergrendel de aan-/uitschakelaar.
7.3.2 Uitschakelen
Druk op het achterste gedeelte van de aan-/uitschakelaar.
De aan-/ uitschakelaar springt in de uit-stand.
7.4 Herstartblokkering
AANWIJZING
Wanneer u bij een vergrendelde aan-/uitschakelaar de
netstekker uit het stopcontact haalt en hem er vervolgens
weer in steekt, start het apparaat niet. U moet eerst in
spanningsloze toestand de vergrendeling opheffen en
pas daarna de netstekker in het stopcontact steken.
nl
97
Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069490 / 000 / 02
8 Verzorging en onderhoud
ATTENTIE
Haal de stekker uit het stopcontact.
8.1 Reiniging van het apparaat
GEVAAR
Bij extreme gebruiksomstandigheden kan er bij de bewer-
king van metaal geleidende stof in het apparaat worden
afgezet. De beschermende isolatie van het apparaat kan
worden aangetast. In zulke gevallen wordt het aan-
bevolen een stationaire afzuiginrichting te gebruiken,
de ventilatiesleuven vaak schoon te maken en een
lekstroombeveiligingschakelaar (RCD) voor te scha-
kelen.
De buitenste behuizing van het apparaat is gemaakt van
stootvaste kunststof. Het greepgedeelte is van elasto-
meer.
Gebruik het apparaat nooit met verstopte ventilatiesleu-
ven! Reinig de ventilatiesleuven regelmatig voorzichtig
met een droge borstel. Voorkom dat er vreemd materiaal
in het apparaat binnendringt.De motorventilator zuigt stof
in de behuizing en een sterke opeenhoping van geleidend
stof (bijv. metaal, koolstofvezel) kan leiden tot elektrische
gevaren. Reinig de buitenkant van het apparaat regelma-
tig met een licht bevochtigde poetsdoek. Gebruik geen
sproeiapparaat, stoomstraalapparaat of stromend wa-
ter voor het reinigen! De elektrische veiligheid van het
apparaat kan daardoor in gevaar komen. Houd de greep-
gedeelten van het apparaat altijd vrij van olie en vet.
Gebruik geen siliconenhoudende reinigingsmiddelen.
AANWIJZING
Het frequent bewerken van geleidende materialen (bijv.
metaal, koolstofvezels) kan leiden tot verkorte onder-
houdsintervallen. Houd de individuele risicoanalyse van
de werkruimte in het oog.
8.2 Onderhoud
WAARSCHUWING
Gebruik het apparaat niet wanneer er onderdelen
beschadigd zijn of bedieningselementen niet correct
functioneren. Laat het apparaat door de Hilti-service
repareren.
WAARSCHUWING
Reparaties aan elektrische onderdelen mogen alleen
door een elektrotechnicus worden uitgevoerd.
Controleer regelmatig alle externe delen van het apparaat
op beschadigingen en ga na of alle bedieningselementen
goed werken.
8.3 Controle na schoonmaak- en
onderhoudswerkzaamheden
Na schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden moet
worden gecontroleerd of alle beschermende delen van
het apparaat zijn aangebracht en foutloos functioneren.
9 Foutopsporing
Fout Mogelijke oorzaak
Oplossing
Apparaat start niet. Netstroomvoorziening onderbroken. Ander elektrisch gereedschap inbren-
gen, functie controleren.
Netsnoer of stekker defect. Door een elektrotechnicus laten con-
troleren en eventueel vervangen.
Koolborstels versleten Door een elektrotechnicus laten con-
troleren en eventueel vervangen.
Apparaat heeft geen volledig
vermogen.
Verlengsnoer met te kleine diameter. Een verlengsnoer met voldoende dia-
meter gebruiken.
10 Afval voor hergebruik recyclen
Hilti-apparaten zijn voor een groot deel vervaardigd uit materiaal dat kan worden gerecycled. Voor hergebruik is een
juiste materiaalscheiding noodzakelijk. In veel landen is Hilti er al op ingesteld om uw oude apparaat voor recycling
terug te nemen. Vraag hierover informatie bij de klantenservice van Hilti of bij uw verkoopadviseur.
nl
98
Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069490 / 000 / 02
Alleen voor EU-landen
Geef elektrisch gereedschap niet met het huisvuil mee!
Overeenkomstig de Europese richtlijn inzake oude elektrische en elektronische apparaten en de toe-
passing daarvan binnen de nationale wetgeving, dient gebruikt elektrisch gereedschap gescheiden te
worden ingezameld en te worden afgevoerd naar een recyclingbedrijf dat voldoet aan de geldende
milieu-eisen.
11 Fabrieksgarantie op apparatuur
Hilti garandeert dat het geleverde apparaat geen
materiaal- of fabricagefouten heeft. Deze garantie
geldt onder de voorwaarde dat het apparaat in
overeenstemming met de handleiding van Hilti gebruikt,
bediend, verzorgd en schoongemaakt wordt, en dat
de technische uniformiteit gehandhaafd is, d.w.z. dat
er alleen origineel Hilti-verbruiksmateriaal en originele
Hilti-toebehoren en -reserveonderdelen voor het
apparaat zijn gebruikt.
Deze garantie omvat de gratis reparatie of de gratis
vervanging van de defecte onderdelen tijdens de gehele
levensduur van het apparaat. Onderdelen die aan normale
slijtage onderhevig zijn, vallen niet onder deze garantie.
Verdergaande aanspraak is uitgesloten voor zover er
geen dwingende nationale voorschriften zijn die hier-
van afwijken. Hilti is met name niet aansprakelijk voor
directe of indirecte schade als gevolg van gebreken,
verliezen of kosten in samenhang met het gebruik
of de onmogelijkheid van het gebruik van het appa-
raat voor welk doel dan ook. Stilzwijgende garantie
voor gebruik of geschiktheid voor een bepaald doel
is nadrukkelijk uitgesloten.
Voor reparatie of vervanging moeten het toestel of de be-
treffende onderdelen onmiddellijk na vaststelling van het
defect naar de verantwoordelijke Hilti-marktorganisatie
worden gezonden.
Deze garantie omvat alle garantieverplichtingen van de
kant van Hilti en vervangt alle vroegere of gelijktijdige,
schriftelijke of mondelinge verklaringen betreffende ga-
ranties.
12 EG-conformiteitsverklaring (origineel)
Omschrijving: Haakse slijper
Type: DCG 125‑S/ DAG 125‑S/
DAG 125‑SE
Bouwjaar: 2006
Als de uitsluitend verantwoordelijken voor dit product
verklaren wij dat het voldoet aan de volgende voorschrif-
ten en normen: 2006/42/EG, 2004/108/EG, 2011/65/EU,
EN 60745‑1, EN 60745‑2‑3, EN ISO 12100.
Hilti Corporation, Feldkircherstrasse 100,
FL‑9494 Schaan
Paolo Luccini Jan Doongaji
Head of BA Quality and Process Mana-
gement
Executive Vice President
Business Area Electric Tools & Acces-
sories
Business Unit Power
Tools & Accessories
01/2012 01/2012
Technische documentatie bij:
Hilti Entwicklungsgesellschaft mbH
Zulassung Elektrowerkzeuge
Hiltistrasse 6
86916 Kaufering
Deutschland
nl
99
Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069490 / 000 / 02
/