17
Je mag niet over de hindernisvakken (banden) rijden.
Tijdens je beurt mag je over één of meerdere vakken rijden waar al
een andere auto op staat.
Komt je auto aan het einde van je beurt op een bezet vak terecht,
dan wordt de wagen die daar al staat naar het eerstvolgende vrije
vak teruggezet van dezelfde baan. Opgelet: niet naar een
hindernisvak!
Je mag geen enkele van de bruikbare gegooide kleuren laten
vervallen. Je moet altijd zo ver mogelijk naar voren rijden.
Einde van het spel
Bereikt de eerste raceauto één van de beide finishvakken, dan wordt de
ronde nog uitgespeeld.
In deze ronde let elk kind op, hoeveel dobbelstenen het voor de rit heeft
nodig gehad.
• Staat er aan het eind van deze ronde maar één raceauto aan de
finish, dan heeft deze coureur de race gewonnen.
• Zijn er aan het eind van deze ronde meerdere racewagens bij de
finish aangekomen, dan wint degene die in de laatste ronde de
minste dobbelstenen heeft gebruikt.
Spelvariant
Telkens wanneer een beurt is beëindigd, mag bovendien de raceauto van
dezelfde kleur als de laatste gebruikte kleur van de dobbelstenen, een
vak naar voren rijden. Hij mag naar een direct aangrenzend vrij vak naar
keuze gaan - ook mag hij van baan wisselen.
Voorbeeld:
Jan heeft de rode racewagen.
Hij heeft de kleuren rood, rood, geel, geel, geel en groen gegooid.
In zijn beurt kan hij deze volgorde gebruiken: rood, geel, rood,
groen. De beide gele dobbelstenen kan Jan niet benutten.
Zijn als laatste gebruikte kleur is groen, d.w .z. zijn raceauto komt op
een groen vak terecht.
Nu mag Nina, die de groene auto heeft, haar racewagen een vak
naar voren zetten.
Hindernissen
omzeilen
Inhalen mag, einde
beurt: andere auto
verdringen
Verplicht zetten
Finish bereikt?
ronde uitspelen
NEDERLANDS