7 ULTRA-DI DI20
(1) Via deze CH.1 IN-klinkerbus kunt
u een asymmetrische of ook een
symmetrische signaalbron op kanaal 1
aansluiten.
(2) De CH.1 OUT-aansluiting is
de symmetrische uitgang met
microfoonniveau voor kanaal 1.
(3) Via de CH.2 IN-klinkerbus laat u een
asymmetrische of ook symmetrische
signaalbron bij kanaal 2 binnenkomen.
In de LINK-modus (zie (6)) werkt deze
bus als uitgang en voert het het bij
kanaal 1 binnenkomende signaal direct
weer uit.
(4) De CH.2 OUT-aansluiting is
de symmetrische uitgang met
microfoonniveau voor kanaal 2. Inde
LINK-modus (zie (6)) voert deze bus ook
het signaal van kanaal 1 symmetrisch
weer uit.
(5) De ATTENUATIONdempschakeling
vergroot het werkbereik van de
DI20 aanzienlijk; van het lage
signaalniveau van een hoogohmige
microfoon c.q. een gitaar tot de
luidsprekeraansluitingen van een
gitaar-eindtrap (transistortechniek).
Demate van reductie kan op 20 dB of
op40 dB worden gezet.
◊ Gebruik de ATTENUATION-schakelaar
alleen als de DI20 overstuurt,
niet wanneer de microfoon-
voorversterker de boosdoener is. Is er
geen sprake van oversturing, gebruik
deze functie dan ook niet, om met zo
min mogelijk demping te werken.
(6) Met de MODE-schakelaar bepaalt
u de bedrijfsmodus van de DI20.
In stand 2-CH. werkt het apparaat
in de 2-kanaalsmodus, zodat twee
onafhankelijke signalen op kanaal
1 en 2 kunnen worden aangesloten.
Staatde schakelaar op LINK, dan werkt
de DI-box als splitter. Hetgeen betekent,
dat er weliswaar maar één signaal op
de ingang van kanaal 1 kan worden
aangesloten, maar dat dit vervolgens
bij beide uitgangen (kanaal 1 en 2)
symmetrisch beschikbaar is. Bovendien
kan het signaal asymmetrisch van
de CH.1 OUT-aansluiting worden
afgenomen, om het bijvoorbeeld naar
een extra versterker door te sluizen.
◊ Mocht u een buisversterker op de
ingang van de DI20 aanesluiten,
houdt dan in de gaten dat op de
CH 1. OUT (LINK MODE)-bus een
overeenkomstige afsluitweerstand
(bijv. een gitaarluidsprekerbox)
dient te zijn aangesloten.