Aeg-Electrolux S95438KG1 Handleiding

Categorie
Koelkast-diepvriezers
Type
Handleiding
SANTO 95438-1 KG
Manual de instrucciones
Gebruiksaanwijzing
Frigorífico-congelador
Dubbeldeurs-koelautomaat
28
Geachte mevrouw, heer
Hartelijk dank voor het kiezen van een van onze kwaliteitsproducten. U
heeft een goede keuze gemaakt. Zo kunt u dankzij de combinatie van func-
tioneel design en hoogwaardige technologie rekenen op optimale prestaties
en bedieningsgemak. En onze zorg voor het milieu, komt o.a. tot uitdrukking
in het energiebesparend functioneren van dit apparaat. Om er zeker van te
zijn dat uw apparaat optimaal en onberispelijk presteert, dient u deze
gebruiksaanwijzing aandachtig door te lezen. Dan zult u alle processen per-
fect en zeer efficiënt kunnen besturen.
Wij raden u aan deze gebruiksaanwijzing goed te bewaren, zodat u nog eens
iets kunt nalezen. En wilt u dit boekje doorgeven aan een eventuele vol-
gende eigenaar van het apparaat.
Wij wensen u veel succes met uw nieuwe apparaat.
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt
Belangrijke informatie over uw persoonlijke veiligheid en informatie over
hoe u schade aan het apparaat kunt voorkomen
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
29
Inhoud
Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
Weggooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
Informatie over de verpakking van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . .31
Weggooien van oude apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
Transportbescherming verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
Opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
Opstelplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
Uw koeltoestel heeft lucht nodig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
Muur-afstandshouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
Voor ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
Deurdraairichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
Het bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
Interieur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42
Legvlakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42
Variable binnendeur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42
Luchtcirculatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43
Flessenrek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43
Vochtigheidsregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .44
De lade . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .44
Koelen van levensmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45
Invriezen en diepgevroren opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45
Diepvrieskalender . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46
Ijsblokjesmaker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .47
Het proefvaste filter plaatsen - vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .48
Ontdooiing van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49
Apparaat uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .50
Tips om energie te besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51
Wat te doen als . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51
Hulp bij storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51
Lamp verwisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53
Doel, normen, richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53
30
Veiligheid
De veiligheid van onze apparaten voldoet aan de Europese en Nederlandse
normen. Desondanks zien wij ons genoodzaakt u met de volgende veilig-
heidsaanwijzingen vertrouwd te maken:
Reglementaire toepassing
• Het apparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd. Het is geschikt voor
het koelen, invriezen en diepgevroren bewaren van levensmiddelen en
voor het maken van ijs. Als het apparaat voor andere doeleinden gebruikt
wordt kan de fabrikant geen verantwoording nemen voor eventuele
schaden.
• Het ombouwen van of veranderingen aan het koelapparaat aanbrengen
is uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
• Als het apparaat commercieel of voor andere doeleinden dan voor het
koelen, diepgevroren bewaren en invriezen van levens-middelen gebruikt
wordt, s.v.p. letten op de hiervoor van kracht zijnde wettelijke bepalingen.
Voordat het apparaat voor de eerste keer in gebruik genomen
wordt
• Controleer het apparaat op transportschaden. Een beschadigd apparaat in
geen geval aansluiten! Wend u in geval van schade tot de leverancier.
Koelmiddelen
Het apparaat bevat in het koelvloeistofcircuit de koelvloeistof Isobutan
(R600a), een natuurlijk, zeer milieuvriendelijk gas, dat echter wel brandbaar is.
• Bij het transport en het opstellen van het apparaat erop letten dat geen
onderdelen van het koelvloeistofcircuit beschadigd worden.
• Bij beschadiging van het koelvloeistofcircuit:
– open vuur en brandhaarden absoluut vermijden;
– het vertrek waar het apparaat staat goed ventileren.
Veiligheid van kinderen
• Verpakkingsdelen (bijv. foliën, piepschuim) kunnen voor kinderen gevaar-
lijk zijn. Stikgevaar! Verpakkingsmateriaal van kinderen weghouden!
• Oude apparaten voor het weggooien onbruikbaar maken. Stekker uit het
stopcontact trekken, stroomkabel doorknippen, eventueel aanwe-zige
snap– of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Daardoor wordt
voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten raken (stik-
gevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terecht komen.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen, personen met
verminderde lichamelijke, zintuigelijke of geestelijke capaciteiten of een
gebrek aan kennis en ervaring, tenzij er toezicht is ingesteld door de per-
soon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of tenzij zij van deze per-
soon instructies hebben gekregen over het gebruik. Laat kinderen niet
zonder toezicht in de buurt van het apparaat.
31
Bij dagelijks gebruik
• Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door
de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brand-
bare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullin-gen van aan-
stekers etc. in het koelapparaat.
• Flessen en blikken mogen niet in het vriesvak. Ze kunnen springen als de
inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg noit
limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in het vriesvak. Uitzonde-
ring: sterke drank met een zeer hoog alcohol percentage kan in het vrie-
svak gelegd worden.
• Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct vanuit de vriesruimte in de mond
steken. Zeer koud ijs kan aan de lippen of de tong vastvriezen en verwon-
dingen veroorzaken.
• Niet met natte handen aan diepvriesartikelen komen. De handen kunnen
daaraan vastvriezen.
• Geen elektrische apparaten (bijv. elektrische ijsmachines, mixers etc.) in het
koelapparaat gebruiken.
• Voor het schoonmaken het apparaat altijd uitzetten en de stekker uit het
stopcontact trekken of de zekering in de woning uitschakelen c.q. er uit
draaien.
• De stekker altijd aan de stekker zelf uit het stopcontact trekken, nooit aan
het snoer.
Bij storing
• Als er een storing aan het apparaat optreedt eerst in de gebruiks-aanwij-
zing kijken onder “Wat te doen als ...”. Als de daar gegeven aanwijzingen
niet verder helpen zelf niet verder aan het apparaat werken.
• Koelapparaten mogen alleen dooor geschoold personeel gerepareerd wor-
den. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ont-staan.
Wend u zich bij reparaties tot uw vakhandel of tot onze klantendienst.
Weggooien
Informatie over de verpakking van het apparaat
Alle gebruikte grondstoffen zijn milieuvriendelijk! Ze kunnen zonder gevaar
weggegooid of in de vuilverbrandingsoven verbrand worden!
De grondstoffen: de kunststoffen kunnen ook opnieuw gebruikt worden en
worden als volgt gekarakteriseerd:
>PE< voor polyethyleen, bijv. bij de buitenste verpakking en de zakken bin-
nen in.
>PS< voor schuimpolystyrol, bijv. bij de bekledingsdelen, in principe FCKW-vrij.
De kartonnen delen zijn van oud papier gemaakt en kunnen ook weer bij
het oud-papier gedaan worden.
Weggooien van oude apparaten
Wegens milieuredenen dienen koelapparaten vakkundig ontmanteld te
worden. Dit geldt voor Uw huidige apparaat en - als het ook aan vervan-
ging toe is - ook voor Uw nieuwe apparaat.
32
Waarschuwing! Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar maken
voordat ze weggegooid worden. Stekker er afhalen, netsnoer doorknippen,
eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of kapot-maken. Hierdoor wordt
voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten worden (ver-
stikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terechtkomen.
Aanwijzingen voor het weggooien:
• Het apparaat mag niet bij het huis- of grofvuil gezet worden.
• Het koelvloeistofcircuit, in het bijzonder de warmtewisselaar aan de ach-
terkant, mag niet beschadigd worden.
• Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit
product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet wor-
den afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische
apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de jui-
ste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk negatieve gevolgen
voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van
verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het
recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de
gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Transportbescherming verwijderen
Het apparaat alsmede de onderdelen van het interieur zijn voor het tran-
sport beschermd.
• Alle plakband alsmede bekledingsdelen uit het interieur verwijderen.
Opstellen
Opstelplaats
Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten.
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik.
Het apparaat daarom
– niet aan directe straling van de zon blootstellen;
– niet bij radiatoren, naast een kachel of andere warmtebronnen plaatsen;
– alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuur ove-
reenkomt met de klimaatcategorie waarvoor het apparaat is ont-worpen.
De klimaatcategorieën staan op het merk- en type-aanduidingsplaatje dat
zich links aan de binnenkant van het apparaat bevindt.
De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke kli-
maatcategorie behoort:
33
Klimaatcategorie voor een omgevingstemperatuur van
SN +10 tot +32 °C
N +16 tot +32 °C
ST +16 tot +38 °C
T +16 tot +43 °C
Als het onvermijdelijk is het apparaat naast een warmtebron te plaat-sen,
aan weerszijden minimaal de volgende afstanden aanhouden:
– tot elektrische kachels 3 cm;
– tot olie- en kolenkachels 30 cm.
Als men zich niet aan deze afstanden kan houden, is een warmte-isolatie-
plaat tussen kachel en koelapparaat aan te bevelen.
Als het koelapparaat naast een ander
koel- of diepvriesapparaat staat, is
een afstand van 5 cm aan weerszij-
den aan te bevelen, zodat zich geen
condens vormt aan de buitenkant
van de apparaten.
Uw apparaat heeft lucht nodig
Om veiligheidsredenen moet de ven-
tilatie zodanig zijn als aangegeven in
Fig.
Attentie: zorg ervoor dat de ventila-
tie openingen tijdens gebruik niet
woden afgedekt.
Muur-afstandshouders
In het apparaat bevinden zich
twee afstandshouders die in de
bovenste hoeken aan de achter-
zijde geplaatst dienen te worden.
Draai de schroeven los, steek de
afstandshouders onder de sch-
roefkop en draai de schroeven
weer vast.
A
B
NP005
100 mm10 mm
10 mm
34
Elektrische aansluiting
Voor de elektrische aansluiting is een volgens de voorschriften geïnstalleerde
beschermcontactdoos vereist.
De contactdoos moet zodanig worden geïnstalleerd, dat de steker altijd uit de
contactdoos kan worden getrokken.
De elektrische zekering dient minstens 10 Ampère te zijn.
Indien het stopcontact bij een ingebouwd apparaat niet meer toegan-kelijk
is, dient een maatregel in de elektrische installatie er voor te zorgen dat het
apparaat van de stroom kan worden afgesloten (bijv. zekering, beveiligings-
schakelaar, aardlekschakelaar of dergelijke met een contactopeningsbreedte
van minimaal 3 mm).
• Voor ingebruikneming op het merk– en type–aanduidingsplaatje van het
apparaat controleren of de netspanning en stroomsoort over-eenkomen
met de waarden van het lichtnet op de plaats waar het apparaat komt te
staan.
Bijv.: AC 230 ... 240 V 50 Hz of
230 ... 240 V~ 50 Hz
(d.w.z. 230 tot 240 Volt wisselstroom, 50 Hertz)
Het typeplaatje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat.
Voor ingebruikname
• Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken voor het
eerste gebruik (zie Hoofdstuk “Reiniging en Onderhoud”).
Deur omdraaien
Het is niet mogelijk de deur om te draaien.
35
Het bedieningspaneel
QUICK
FREEZE
ALARM
RESET
HOLIDAY
MODE
DRINKS
CHILL
FREEZER CLOCK FRIDGE
12 3 4 5 67
8
1 - Quick Freeze schakelaar
2 - Terugzetschakelaar alarm
3 - Insteltoets vriesruimtetemperatuur en insteltoets uren
4 - Klokschakelaar
5 - Insteltoets koelruimtetemperatuur en insteltoets minuten
6 - Holiday schakelaar
7 - Drinks Chill schakelaar
8 - Display
36
pm
minutes
minutes
Display
Quick Freeze functie
Weergave alarm
Weergave vriesruimtetemperatuur
Weergave uren
Weergave tijd
Weergave onderste ruimte
Weergave bovenste ruimte
IWeergave timer
Weergave koelruimtetemperatuur
Weergave minuten
Holiday functie
Drinks chill functie
37
IInnsscchhaakkeelleenn
Het apparaat schakelt in, nadat de stekker in het stopcontact is
gestoken.
Zodra het apparaat ingeschakeld is en het in de alarmstand staat, zet
u het alarm terug zoals beschreven in "Alarm hoge temperatuur".
Activeer de klokweergave zoals beschreven in "De klok weergeven".
Stel de klok in zoals beschreven in "De klok instellen".
Bij de eerste keer inschakelen:
o de standaard koelruimtetemperatuur is ingesteld op 5°C o de stan-
daard vriesruimtetemperatuur is ingesteld op -18°C
U kunt de temperatuurinstellingen wijzigen zoals beschreven in "Tem-
peratuurregeling".
DDee kkllookk iinnsstteelllleenn
De klokfunctie wordt geactiveerd door de klokschakelaar in te drukken
en vast te houden:
• en gaat branden
• achtergrondverlichting ingeschakeld .
Terwijl u de klokschakelaar ingedrukt houdt, drukt u op de insteltoets
uren om de uren in te stellen (houd de knop vast voor continue en
snelle voortgang).
"pm" verschijnt bij tijden na het middaguur.
Terwijl u de klokfunctie ingedrukt houdt, drukt u op de insteltoets
minuten om de minuten in te stellen (houd de knop ingedrukt voor
een continue en snelle
voortgang).
Wanneer de juiste tijd wordt weergegeven, laat u de klokschakelaar
los:
• en gaat uit
• achtergrondverlichting uitgeschakeld.
Wanneer de klokinstelfunctie is ingesteld, kan de temperatuur niet
geregeld worden.
Na een stroomstoring dient de tijd opnieuw te worden ingesteld.
UUiittsscchhaakkeelleenn
Haal de stekker uit het stopcontact om het apparaat uit te schakelen.
38
KKooeellkkaasstt GGeebbrruuiikk
De temperatuur kan tussen de +2°C en +8°C worden ingesteld.
Gedurende de normale werking wordt de gemiddelde temperatuur
van de koelkast aangeduid.
Let op!
Gedurende de stabiliseringperiode bij de eerste inwerkingstelling kan
het zijn dat de aangeduide temperatuur niet overeenkomt met de
ingestelde temperatuur. Gedurende deze periode is het mogelijk dat
de aangeduide temperatuur lager is dan de ingestelde temperatuur.
TTeemmppeerraattuuuurrrreeggeelliinngg
De temperatuur kan geregeld worden door op de insteltoetsen koel-
ruimte- of vriesruimtetemperatuur te drukken.
De huidige temperatuurinstelling gaat knipperen op het tempera-
tuurweergavescherm.
Als u nogmaals op deze schakelaar drukt, gaat het knipperende cijfer
met één graad omlaag (als de
minimumwaarde is bereikt, gaat hij verder met de maximumwaarde);
als u na enkele seconden de schakelaar niet meer indrukt, wordt het
knipperende cijfer bevestigd en wordt de ruimtetemperatuur opnieuw
weergegeven.
Het aantal streepjes van de temperatuurweergave verandert met het
veranderen van de huidige
temperatuurinstelling.
De nieuw ingestelde temperatuur moet na 24 uur bereikt zijn.
Let op!
Na een lange periode buiten gebruik te zijn geweest, is het niet nodig
de temperatuur opnieuw in te stellen omdat deze wordt opgeslagen.
Tijdens de stabiliteitsperiode bij de eerste keer opstarten, kan de weer-
gegeven temperatuur niet
overeenkomen met de ingestelde temperatuur.
Gedurende deze periode is het mogelijk dat de weergegeven tempe-
ratuur anders is dan de ingestelde temperatuur.
39
QQuuiicckk FFrreeeezzee ffuunnccttiiee
U kunt de Quick Freeze-functie activeren door één keer op de toets Quick
Freeze te drukken. Een animatiepictogram boven de knop gaat branden bij
de volgende pictogrammen.
De Quick Freeze-functie is gedurende 52 uur ingeschakeld.
De volgende animatie wordt weergegeven in plaats van de weergave
vriesruimtetemperatuur .
Het is mogelijk de functie te allen tijde te deactiveren door te drukken
op de schakelaar Quick Freeze.
De pictogrammen gaan uit en het apparaat keert terug naar de nor-
male bediening.
De Quick Freeze-functie kan hervat worden na een stroomuitval.
VVaakkaannttiieeffuunnccttiiee
Met deze functie kunt u de koelkast gesloten en leeg houden tijdens
een lange vakantieperiode (bijv. de zomervakantie) zonder dat u vieze
luchtjes krijgt. Bovendien kunt u hiermee energie besparen.
U kunt de Holiday-functie activeren door een keer op de schakelaar
Holiday te drukken.
Een animatiepictogram van de Holiday-functie gaat aan.
Let op!
De koelruimte moet leeg zijn als de vakantiefunctie is ingeschakeld.
Het is mogelijk de functie te allen tijde te deactiveren door te drukken
op de schakelaar Holiday.
Wanneer de deur wordt geopend, gaat de Holiday -functie uit.
De Holiday-functie kan hervat worden na een stroomuitval.
40
DDrraannkkeennkkooeellffuunnccttiiee
De Drankenkoelfunctie moet gebruikt worden als een veiligheidswaar-
schuwing wanneer er flessen in de vriesruimte worden geplaatst. De
functie wordt geactiveerd door op de schakelaar Drinks Chill te
drukken en het corresponderende pictogram wordt weergegeven
Op deze manier bedient het apparaat een timer met een stan-
daardwaarde van 30 min. en kan gewijzigd worden van 1 tot 90
min. door te drukken op de klokschakelaar om de minuten in te stel-
len:
druk op de klokschakelaar en houd deze ingedrukt
en wordt weergegeven
druk op de instelknop uren om de uren met één stap tegelijk vooruit
te zetten
druk op de instelknop minuten om de minuten vooruit te zetten: als
de huidige tijd hoger is dan 10 min verspringen de minuten in stappen
van 5, anders in stappen van 1
laat de klokschakelaar los wanneer de vereiste tijd is ingesteld Als de
tijd van de Drinks Chill-functie afloopt, wordt het volgende weerge-
geven:
er klinkt een geluidssignaal totdat de terugzetschakelaar alarm wordt
ingedrukt
knippert
knippert
U kunt de functie deactiveren door op de terugzetschakelaar alarm te
drukken.
Het pictogram gaat uit, en het apparaat keert terug naar de normale
bediening.
Let op!
Vergeet op dit punt niet de flessen uit de vriesruimte te halen.
Het is mogelijk de functie te allen tijde te deactiveren door te drukken
op de schakelaar Drinks Chill.
41
VVrriieesskkaasstt GGeebbrruuiikk
De vriesgedeelte is voorzien van het 4-sterren symbool ,
dat wil zeggen dat het bedoeld is voor zowel het bewaren van
diepvriesartikelen als voor het zelf invriezen van verse levensmid-
delen. Voor het veilig bewaren van diepvriesartikelen dient de
inwendige temperatnur niet warmer dan -18°C te zijn.
De temperatuur kan tussen de -15°C en -24°C worden ingesteld.
Let op!
Gedurende de stabiliseringperiode bij de eerste inwerkingstelling kan
het zijn dat de aangeduide temperatuur niet overeenkomt met de
ingestelde temperatuur. Gedurende deze periode is het mogelijk dat
de aangeduide temperatuur lager is dan de ingestelde temperatuur.
Let op!
Het is normaal dat er verschil is tussen de aangeduide en de ingestelde
temperatuur. Vooral wanneer:
- de ingestelde temperatuur kort geleden is veranderd.
- de deur gedurende lange tijd open heeft gestaan.
- warm voedsel in de diepvriezer is gezet.
Verschillen tot 5°C in de diepvriezer zijn in ieder geval normaal.
Gedurende de normale werking wordt de gemiddelde temperatuur
van de koelkast aangeduid.
Bewaren van diepvriesprodukten
In het -diepvriesvak kunt diepvriesprodukten bewaren.
Indien u de koelkast voor het eerst in gebruik neemt of haar weer
gebruikt na een periode van stilstand, dient u de thermostaatknop op
de koudste stand te draaien. Plaats vervolgens de diepvriesprodukten
na twee uur in de kast en draai de thermostaat terug naar de
gebruikelijke stand. Neem de volgende regels in acht:
als u grote hoeveelheden voedsel moet invriezen, kunt u alle laden en
manden uit het apparaat verwijderen en het voedsel direct op de
koelplaten leggen. Let erop dat u de maximum belading niet
overschrijdt, deze vindt u op de zijkant van het bovengedeelte (indien
voorzien).
42
D338
Interieur
Legvlakken
Naargelang het model is het appa-
raat voorzien van glas legvlakken.
Het legvlak van glas boven de groen-
te- en fruitbakken moet altijd op die
plaats blijven liggen, opdat groente
en fruit langer vers blijven.
De overige legvlakken zijn in hoogte
verstelbaar:
Daartoe de legvlak zover naar voren trekken tot hij naar boven of onderen
bewogen kan worden en eruit gehaald kan worden.
Om de legvlakken op een andere hoogte te zetten in omgekeerde volgorde
te werk gaan.
Variabele binnendeur
Naargelang de behoefte kunnen de deurvakbodems er naar boven uitgeno-
men worden en op andere plaatsen gezet worden.
43
Luchtcirculatie
De binnenruimte van de koelkast is
voorzien van een speciale D.A.C.
(Dynamic Air Cooling) ventilator,
die door middel van een schake-
laar(B) wordt ingeschakeld. Wan-
neer het groene lampje brandt,
betekent dit dat de ventilator
loopt.
Aangeraden wordt de (D.A.C.) ven-
tilator te gebruiken, wanneer de
omgevingstemperatuur de 25°C overschrijdt.
Deze inrichting staat een snelle koeling van de levensmiddelen toe
en een betere gelijkvormigheid van de temperatuur binnenin de
koelkast.
Flessenrek
Plaats flessen met de hals naar
voren in het rek.
Belangrijk: leg alleen
ongeopende flessen horizontaal
neer.
Het flessenrek kan schuin gezet
worden om geopende flessen te
bewaren. Trek dan het rek naar
voren tot het schuin naar boven
gezet kan worden. Zet dan de
voorste steun hoger vast.
44
Vochtigheidsregeling
In de lade bevindt zich een ventila-
tiesysteem met sleuven(verstelbaar
met schuifje), welke het mogelijk
maakt de vochtigheid te regelen in
de groentelade.
Het openen van de ventilatiesleuven
kan m.b.v. een schuifje geregeld wor-
den.
Schuifje rechts: ventilatiesleuven geopend
Als de ventilatiesleuven geopend zijn, zorgt meer luchtcirculatie voor een
lager vochtigheidsgehalte in de groente- en fruitlade.
Schuifje links: ventilatiesleuven gesloten
Als de ventilatiesleuven gesloten zijn, zorgt het natuurlijke vochtig-
heidsgehalte ervoor dat de levensmiddelen langer behouden worden.
PR271
De lade
De lade is geschikt om er groente
en fruit in te bewaren.
Binnenin de lade bevindt zich een
scheidingswand die op verschil-
lende plaatsen kan worden gezet
om de afscheiding aan de eigen
wensen af te stemmen.
Op de bodem van bovengenoemde lade bevindt zich een rooster dat ervoor
zorgt dat de etenswaren die erin zitten niet in aanraking komen met het
vocht dat zou kunnen ontstaan en dat in het onderste gedeelte opgevan-
gen wordt. De lade kan verwijderd worden met behulp van de zijhandgre-
pen (zoals aangeduid in de afbeelding) en de binnenste onderdelen kunnen
weggenomen worden om schoongemaakt te worden.
45
Koelen van levensmiddelen
Voor een optimaal gebruik van de koelruimte adviseren wij u de volgende
eenvoudige regels in acht te nemen:
• Plaats geen warme of dampende spijzen of dranken in de koelruimte;
• dek vooral sterk geurend voedsel af of verpak het;
• plaats de levensmiddelen zo, dat de lucht vrij eromheen kan circuleren.
Enkele belangrijke tips:
Vlees (alle soorten): wordt in plastic zakjes op de glazen plaat boven de
groentelade geplaatst.
Bewaar vlees niet langer dan één of twee dagen.
Gekookt voedsel, koude schotels enz.: kunnen, goed afgedekt, op elk roo-
ster geplaatst worden.
Fruit en groente: worden schoongemaakt in de groentelade(n) gelegd.
Boter en kaas: worden, om blootstelling aan de lucht te voorkomen, in spe-
ciale koeldozen bewaard of in plastic- of aluminiumfolie verpakt.
Flessen melk: worden, goed gesloten, in het flessenrek geplaatst.
Bewaar niet-luchtdicht verpakte bananen, aardappelen, uien of knoflook
niet in de koelkast.
Invriezenen en diepgevroren opslaan
In uw koelapparaat kunt u diepvriesproducten bewaren en verse leven-
smiddelen zelf invriezen.
Attentie!
• Voor het invriezen van levensmiddelen dient de temperatuur in de vrie-
sruimte –18 °C of lager te zijn.
• Let op het op het typeplaatje aangegeven vriesvermogen. Het vries-ver-
mogen is de maximale hoeveelheid verse waren die binnen 24 uur inge-
vroren kunnen worden. Als er gedurende meerdere dagen achter elkaar
ingevroren wordt, neem dan slechts 2/3 tot 3/4 van de hoeveelheid aan-
gegeven op het typeplaatje. De kwaliteit is beter, als de levensmiddelen
snel tot in de kern bevriezen.
• Warme levensmiddelen voor het invriezen laten afkoelen. De warmte leidt
tot verhoogde ijsvorming en verhoogt het energieverbruik.
• Bij het bewaren van kantenklare diepvriesproducten dient u zich beslist
aan de door de fabrikant opgegeven bewaartijd te houden.
• Eenmaal ontdooide levensmiddelen zonder verdere verwerking (bereiden
tot panklare gerechten) in geen geval een tweede keer invriezen.
• Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door
de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brand-
bare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullingen van aan-
stekers etc. in het vriesapparaat.
46
• Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte. Ze kunnen springen als
de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg
noit limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in de vriesruimte. Uit-
zondering: sterke drank met een zeer hoog alcoholpercentage kan in de
vriesruimte gelegd worden.
Alle levensmiddelen voor het invriezen luchtdicht verpakken, zodat ze
niet uitdrogen, de smaak niet verloren gaat en de smaak niet op andere
diepvriesproducten overgebracht wordt.
• Daardoor heeft u een beter overzicht, wordt het lang openen van de deur
voorkomen en wordt stroom bespaard.
• Niet-bevroren artikelen mogen niet in aanraking komen met reeds bevro-
ren waren omdat anders de bevroren artikelen kunnen ontdooien.
Voorzichtig! Diepvriesartikelen niet met natte handen aanraken. De handen
kunnen daaraan vast vriezen.
1. Plaats de in te vriezen levensmiddelen op het rek in dedipevriesvak
Bij het inschakelen of na een stilstandperiode is het raadzaam het
apparaat ten minste 2 uur op de koudste instelling te bedienen voor-
dat er diepvriesvoedsel wordt opgeslagen.
Selecteer voor dit doeleinde de Actieve vriesfunctie (*).
Selecteer na 2 uur de gewenste temperatuur door toets “A” in te
drukken.
Diepvrieskalender
• De symbolen geven de diverse soorten diep-vriesproducten aan.
• De getallen geven voor iedere soort diepvriesproduct de opslagtijd in
maanden aan. Of de hoogste of de laagste waarde van de aangegeven
opslagtijd geldt, hangt af van de kwaliteit van de levensmiddelen en de
behandeling voorafgaand aan het invriezen. Voor levensmiddelen met een
hoog vetgehalte geldt altijd de laagste waarde.
Ijsblokjesmaker
Dit apparaat is uitgerust met een
of meer bakjes voor het maken
van ijsblokjes.
Deze bevinden zich in de
zijkanten van de bovenste
vrieslade.
Trek de bovenste vrieslade uit.
Verwijder het ijsblokjesbakje.
Trek de kraan uit.
Vul met water tot de
aangegeven grens. “MAX”.
Plaats de kraan terug en plaats
het bakje op de juiste plek.
Om de ijsblokjes te verwijderen
draait u het bakje met de
ijsblokjes naar boven en slaat u
ermee op een hard oppervlak.
Om het verwijderen van de
ijsblokjes te vergemakkelijken
wordt aanbevolen het gesloten
bakje een paar seconden onder
lauwwarm water te houden.
Gebruik geen metalen
keukengerei om de bakjes uit de
vriezer te verwijderen.
47
48
Het Proefvaste filter plaatsen
Het Proefvaste filter is een
actief koolstoffilter dat vieze
luchtjes absorbeert. Hierdoor
blijft de beste smaak en aroma
van het voedsel bewaard zon-
der dat luchtjes van de ene
voedselsoort aan de andere
gaan kleven.
Bij levering wordt het actieve
koolstoffilter in een plastic zak
geplaatst om zijn levensduur te
garanderen.
Voordat het apparaat wordt ingeschakeld, moet u het filter uit de
plastic zak halen en in het klepje plaatsen.
Trek het klepje naar buiten
Plaats het actieve koolstoffilter in de gleuf achterin het klepje
Sluit het klepje.
Houd de luchtventilatieklep tijdens bedrijf altijd gesloten.
Het filter moet voorzichtig worden behandeld om te voorkomen dat
het oppervlak ervan krast.
Het Proefvaste filter vervangen
Om de beste prestatie van het
actieve koolstoffilter te krij-
gen, moet het elk jaar worden
vervangen.
Het filter wordt achter het
klepje geplaatst en kan bereikt
worden door het klepje naar
buiten te trekken.
Haal het oude filter uit de
gleuf.
Plaats een nieuw koolstoffilter in de gleuf.
Sluit het klepje. Houd de luchtventilatieklep tijdens bedrijf altijd ges-
loten.
Het filter moet voorzichtig worden behandeld om te voorkomen dat
het oppervlak ervan krast.
49
Ontdooiing van het toestel
Het ontdooien van de koelruimte
Het ontdooien van de koelkast heeft
automatisch plaats. Het dooiwater
wordt via een afvoerkanaaltje opge-
vangen in een bakje dat zich aan de
achterkant bevindt. Hier verdampt
het water.
Wij raden u aan het gaatje in het
afvoerkanaal regelmatig schoon te
maken. Gebruik voor het door-
prikken het staafje dat zich in het
gaatje bevindt.
Het ontdooien van de vriesruimte
De ontdooiing van de vriesruimte heeft automatisch plaats.
Apparaat uitzetten
Als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt:
1. Levensmiddelen uit koelruimte en vriesvak nemen.
2. Apparaat uitzetten
3. Stekker uit het stopcontact halen of zekering uitschakelen, er resp. uithalen.
4. Diepvriesruimte reinigen (zie hoofdstuk “Reini-ging en onderhoud”).
5. Deuren daarna open laten om geurvorming te voorkomen.
D037
50
Reiniging en onderhoud
Om hygiënische redenen dient het apparaat aan de binnenkant met toe-
behoren geregeld gereinigd te worden.
Waarschuwing!
• Het apparaat mag tijden het schoonmaken niet op het electrikiteits-net
aangesloten zijn. Gevaar voor schokken! Zet voor het schoonmaken het
apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact of schakel c.q. draai de
zekering er uit.
• Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er kan
vocht in de elektrische onderdelen komen. Gevaar voor schokken! Hete
damp kan kunstoffen onderdelen beschadigen.
• Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik genomen
wordt.
Let op!
• Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen kunststof onderde-
len aantasten, bijv.
– Sap van citroen– of sinaasappelschillen;
–boterzuur;
– schoonmaakmiddelen die azijnzuren bevatten.
Dergelijke substanties niet in contact brengen met apparaatonderdelen.
• Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken.
1. Koel– en diepvriesartikelen er uit halen. Diepvriesartikelen in meerdere
lagen kranten verpakken. Alles afgedekt op een koele plaats leggen.
2. Apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact halen of de zeke-ring
uitschakelen c.q. er uitdraaien.
3. Apparaat en interieur met een doek en lauwwarm water schoonmaken.
Eventueel een beetje normaal afwasmiddel gebruiken.
4. Daarna met schoon water afnemen en droogmaken.
Stof op de condensor verhoogt het energieverbruik. Daarom eenmaal per
jaar de condensor aan de achterkant van het apparaat met een zachte bor-
stel of met de stofzuiger voorzichtig schoonmaken.
5. Het dooiwater-afvoergat aan de achterwand van de koelruimte controle-
ren. Een verstopt dooiwater-afvoergat met behulp van het groene stopje
dat met het toestel is meegeleverd schoonmaken.
6. Als alles droog is, de levens-middelen er weer in doen en het apparaat weer
in bedrijf nemen.
51
Tips om energie te besparen
• Het apparaat niet in de buurt van kachels, verwarmingselementen of
andere warmtebronnen plaatsen. Bij een hoge omgevingstemperatuur
werkt de compressor vaker en langer.
• Zorgen voor voldoende be- en ontluchting aan de onderkant van het
apparaat. Ventilatieopeningen nooit afdekken.
• Geen warme spijzen in het apparaat zetten. Warme spijzen eerst laten
afkoelen.
• Deur slechts zo lang open laten als nodig is.
• De temperatuur niet lager dan nodig instellen.
• Diepvriesartikelen voor het ontdooien in de koelruimte leggen. De koude
in de diepvriesartikelen wordt zo voor koeling van de koelruimte gebruikt.
• Houd de warmte afgevende verdamper, het metalen rooster aan de ach-
terzijde van het toestel, schoon.
Wat te doen als ...
Hulp bij storingen
Het kan bij een storing om kleine defecten gaan die zelf u aan de hand van
de volgende aanwijzingen kunt oplossen. Voer zelf geen verdere werk-
zaamheden uit als de volgende informatie in concrete gevallen niet verder
helpt.
Waarschuwing! Reparaties aan het koelapparaat mogen alleen door
geschoold personeel uitgevoerd worden. Door ondeskundige reparaties kun-
nen grote gevaren ontstaan voor de gebruiker. Wend u bij reparatie tot onze
klantendienst.
Storing Mogelijke oorzaken Verhelpen
Apparaat werkt niet.
Apparaat is niet aangezet. Apparaat aanzetten.
Stekker zit niet in het stopcon-
tact of zit los.
Stekker in stopcontact steken.
Zekering is los of kapot.
Zekering controleren,eventueel
vernieuwen
Stopcontact is kapot.
Storingen in het lichtnet door
Uw elektrovakman laten
verhelpen.
52
Sterke rijpvorming in het
apparaat, eventueel ook aan
de deurafdichting.
Deurafdichting is lek (even-
tueel na het verwisselen van
de deuraanslag).
Op de ondichte plaatsen de
deurafdichting voorzichtig met
een föhn® verwarmen (niet
heter dan ca. 50 °C). Tegelijker-
tijd de verwarmde deurafdich-
ting met de hand zo in vorm
trekken dat hij weer helemaal
sluit.
Ongewone geluiden.
Apparaat komt tegen de muur
of tegen andere voorwerpen
aan.
Apparaat staat niet recht.
Een onderdeel, bijv. een leiding,
aan de achterkant van het
apparaat komt tegen een
ander onderdeel van het appa-
raat aan of tegen de muur.
De compressor start na enige
tijd automatisch.
Zie hoofdstuk “Reiniging en
onderhoud”.
Dit is normaal, het betreft
geen storing.
Na het wijzigen van de tempe-
ratuurinstelling start de com-
pressor niet direct.
Water op de bodem van de
koelruimte of op de leg-
vlakken.
Ontdooiwaterafvoer is ver-
stopt.
Dit onderdeel voorzichtig weg-
buigen.
Apparaat iets wegtrekken.
Stelvoetjes bijstellen.
De levensmiddelen zijn te
warm.
Binnenverlichting werkt niet.
Het apparaat staat naast een
warmtebron.
Temperatuur is niet juist inge-
steld.
Zie hoofdstuk “Ingebruikname”.
Lamp is kapot.
Zie hoofdstuk “Lamp verwisse-
len”.
Temperatuurregelaar op een
koudere stand zetten.
Deur heeft te lang openge-
staan.
Zie hoofdstuk “Opstelplaats”.
In de laatste 24 uur zijn grote-
re hoeveelheden warme leven-
smiddelen opgeslagen.
Deur slechts zo lang open
laten als nodig is.
Apparaat koelt te sterk.
Temperatuur is te laag inge-
steld.
Temperatuurregelaar tij-delijk
op een hogere stand zetten.
Storing Mogelijke oorzaken Verhelpen
53
Lamp verwisselen
Waarschuwing! Gevaar voor elektrische schok! Voor het verwisselen van de
lamp het apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact trekken of de
zekering uitschakelen c.q. eruit draaien.
Lampgegevens: 220-240 V, max. 15 W
1. Om het apparaat uit te zetten de
temperatuurregelaar op stand „0"
draaien.
2. Stekker uit het stopcontact trekken.
3. Voor het verwisselen van de lamp de
schroef die de afdekking van het
lampje bevestigt, eruit draaien.
4. Op de afdekking van het lampje
drukken en deze achteruit laten
glijden.
5. Defecte lamp verwisselen.
6. De afdekking weer monteren en de
bevestigingsschroef aandraaien.
7. De koelkast aanzetten.
Doel, normen, richtlijnen
Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd en is met in-acht-
neming van de voor deze apparaten geldende normen gemaakt. Bij de
fabricage zijn speciaal die maatregelen genomen die vereist zijn volgens de
Duitse wet op de veiligheid van toestellen (GSG), volgens de Duitse voor-
schriften ter voorkoming van ongevallen bij koude-installaties (VBG 20) en
volgens de bepalingen van de vereniging van Duitse elektotechnici (VDE). De
koudecirculatie is op dichtheid getest.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-richtlijnen:
– 73/23/EWG van 19.2.1973 - Laagspanningsrichtlijn0
– 89/336/EWG van 3.5.1989
(met inbegrip van Wijzigingsrichtlijn 92/31/EWG) - EMC-richtlijn
www.electrolux.com
www.aeg-electrolux.com.es
www.aeg-electrolux.com.nl
2223 487-02-00-08072008 Con reserva de modificaciones
Wijzigingen voorbehouden

Documenttranscriptie

SANTO 95438-1 KG Manual de instrucciones Gebruiksaanwijzing Frigorífico-congelador Dubbeldeurs-koelautomaat Geachte mevrouw, heer Hartelijk dank voor het kiezen van een van onze kwaliteitsproducten. U heeft een goede keuze gemaakt. Zo kunt u dankzij de combinatie van functioneel design en hoogwaardige technologie rekenen op optimale prestaties en bedieningsgemak. En onze zorg voor het milieu, komt o.a. tot uitdrukking in het energiebesparend functioneren van dit apparaat. Om er zeker van te zijn dat uw apparaat optimaal en onberispelijk presteert, dient u deze gebruiksaanwijzing aandachtig door te lezen. Dan zult u alle processen perfect en zeer efficiënt kunnen besturen. Wij raden u aan deze gebruiksaanwijzing goed te bewaren, zodat u nog eens iets kunt nalezen. En wilt u dit boekje doorgeven aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat. Wij wensen u veel succes met uw nieuwe apparaat. In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt Belangrijke informatie over uw persoonlijke veiligheid en informatie over hoe u schade aan het apparaat kunt voorkomen Algemene informatie en tips Milieu-informatie 28 Inhoud Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30 Weggooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31 Informatie over de verpakking van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . .31 Weggooien van oude apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31 Transportbescherming verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32 Opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32 Opstelplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32 Uw koeltoestel heeft lucht nodig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33 Muur-afstandshouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33 Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34 Voor ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34 Deurdraairichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34 Het bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35 Interieur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42 Legvlakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42 Variable binnendeur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42 Luchtcirculatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43 Flessenrek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43 Vochtigheidsregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .44 De lade . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .44 Koelen van levensmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45 Invriezen en diepgevroren opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45 Diepvrieskalender . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46 Ijsblokjesmaker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .47 Het proefvaste filter plaatsen - vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .48 Ontdooiing van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49 Apparaat uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49 Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .50 Tips om energie te besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51 Wat te doen als . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51 Hulp bij storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51 Lamp verwisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53 Doel, normen, richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53 29 Veiligheid De veiligheid van onze apparaten voldoet aan de Europese en Nederlandse normen. Desondanks zien wij ons genoodzaakt u met de volgende veiligheidsaanwijzingen vertrouwd te maken: Reglementaire toepassing • Het apparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd. Het is geschikt voor het koelen, invriezen en diepgevroren bewaren van levensmiddelen en voor het maken van ijs. Als het apparaat voor andere doeleinden gebruikt wordt kan de fabrikant geen verantwoording nemen voor eventuele schaden. • Het ombouwen van of veranderingen aan het koelapparaat aanbrengen is uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan. • Als het apparaat commercieel of voor andere doeleinden dan voor het koelen, diepgevroren bewaren en invriezen van levens-middelen gebruikt wordt, s.v.p. letten op de hiervoor van kracht zijnde wettelijke bepalingen. Voordat het apparaat voor de eerste keer in gebruik genomen wordt • Controleer het apparaat op transportschaden. Een beschadigd apparaat in geen geval aansluiten! Wend u in geval van schade tot de leverancier. Koelmiddelen Het apparaat bevat in het koelvloeistofcircuit de koelvloeistof Isobutan (R600a), een natuurlijk, zeer milieuvriendelijk gas, dat echter wel brandbaar is. • Bij het transport en het opstellen van het apparaat erop letten dat geen onderdelen van het koelvloeistofcircuit beschadigd worden. • Bij beschadiging van het koelvloeistofcircuit: – open vuur en brandhaarden absoluut vermijden; – het vertrek waar het apparaat staat goed ventileren. Veiligheid van kinderen • Verpakkingsdelen (bijv. foliën, piepschuim) kunnen voor kinderen gevaarlijk zijn. Stikgevaar! Verpakkingsmateriaal van kinderen weghouden! • Oude apparaten voor het weggooien onbruikbaar maken. Stekker uit het stopcontact trekken, stroomkabel doorknippen, eventueel aanwe-zige snap– of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Daardoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten raken (stikgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terecht komen. • Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen, personen met verminderde lichamelijke, zintuigelijke of geestelijke capaciteiten of een gebrek aan kennis en ervaring, tenzij er toezicht is ingesteld door de persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of tenzij zij van deze persoon instructies hebben gekregen over het gebruik. Laat kinderen niet zonder toezicht in de buurt van het apparaat. 30 Bij dagelijks gebruik • Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brandbare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullin-gen van aanstekers etc. in het koelapparaat. • Flessen en blikken mogen niet in het vriesvak. Ze kunnen springen als de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg noit limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in het vriesvak. Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog alcohol percentage kan in het vriesvak gelegd worden. • Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct vanuit de vriesruimte in de mond steken. Zeer koud ijs kan aan de lippen of de tong vastvriezen en verwondingen veroorzaken. • Niet met natte handen aan diepvriesartikelen komen. De handen kunnen daaraan vastvriezen. • Geen elektrische apparaten (bijv. elektrische ijsmachines, mixers etc.) in het koelapparaat gebruiken. • Voor het schoonmaken het apparaat altijd uitzetten en de stekker uit het stopcontact trekken of de zekering in de woning uitschakelen c.q. er uit draaien. • De stekker altijd aan de stekker zelf uit het stopcontact trekken, nooit aan het snoer. Bij storing • Als er een storing aan het apparaat optreedt eerst in de gebruiks-aanwijzing kijken onder “Wat te doen als ...”. Als de daar gegeven aanwijzingen niet verder helpen zelf niet verder aan het apparaat werken. • Koelapparaten mogen alleen dooor geschoold personeel gerepareerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ont-staan. Wend u zich bij reparaties tot uw vakhandel of tot onze klantendienst. Weggooien Informatie over de verpakking van het apparaat Alle gebruikte grondstoffen zijn milieuvriendelijk! Ze kunnen zonder gevaar weggegooid of in de vuilverbrandingsoven verbrand worden! De grondstoffen: de kunststoffen kunnen ook opnieuw gebruikt worden en worden als volgt gekarakteriseerd: >PE< voor polyethyleen, bijv. bij de buitenste verpakking en de zakken binnen in. >PS< voor schuimpolystyrol, bijv. bij de bekledingsdelen, in principe FCKW-vrij. De kartonnen delen zijn van oud papier gemaakt en kunnen ook weer bij het oud-papier gedaan worden. Weggooien van oude apparaten Wegens milieuredenen dienen koelapparaten vakkundig ontmanteld te worden. Dit geldt voor Uw huidige apparaat en - als het ook aan vervanging toe is - ook voor Uw nieuwe apparaat. 31 Waarschuwing! Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar maken voordat ze weggegooid worden. Stekker er afhalen, netsnoer doorknippen, eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of kapot-maken. Hierdoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten worden (verstikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terechtkomen. Aanwijzingen voor het weggooien: • Het apparaat mag niet bij het huis- of grofvuil gezet worden. • Het koelvloeistofcircuit, in het bijzonder de warmtewisselaar aan de achterkant, mag niet beschadigd worden. • Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht. Transportbescherming verwijderen Het apparaat alsmede de onderdelen van het interieur zijn voor het transport beschermd. • Alle plakband alsmede bekledingsdelen uit het interieur verwijderen. Opstellen Opstelplaats Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten. De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik. Het apparaat daarom – niet aan directe straling van de zon blootstellen; – niet bij radiatoren, naast een kachel of andere warmtebronnen plaatsen; – alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatcategorie waarvoor het apparaat is ont-worpen. De klimaatcategorieën staan op het merk- en type-aanduidingsplaatje dat zich links aan de binnenkant van het apparaat bevindt. De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke klimaatcategorie behoort: 32 Klimaatcategorie voor een omgevingstemperatuur van SN +10 tot +32 °C N +16 tot +32 °C ST +16 tot +38 °C T +16 tot +43 °C Muur-afstandshouders A B 10 mm Om veiligheidsredenen moet de ventilatie zodanig zijn als aangegeven in Fig. Attentie: zorg ervoor dat de ventilatie openingen tijdens gebruik niet woden afgedekt. 10 mm Uw apparaat heeft lucht nodig 100 mm Als het onvermijdelijk is het apparaat naast een warmtebron te plaat-sen, aan weerszijden minimaal de volgende afstanden aanhouden: – tot elektrische kachels 3 cm; – tot olie- en kolenkachels 30 cm. Als men zich niet aan deze afstanden kan houden, is een warmte-isolatieplaat tussen kachel en koelapparaat aan te bevelen. Als het koelapparaat naast een ander koel- of diepvriesapparaat staat, is een afstand van 5 cm aan weerszijden aan te bevelen, zodat zich geen condens vormt aan de buitenkant van de apparaten. NP005 In het apparaat bevinden zich twee afstandshouders die in de bovenste hoeken aan de achterzijde geplaatst dienen te worden. Draai de schroeven los, steek de afstandshouders onder de schroefkop en draai de schroeven weer vast. 33 Elektrische aansluiting Voor de elektrische aansluiting is een volgens de voorschriften geïnstalleerde beschermcontactdoos vereist. De contactdoos moet zodanig worden geïnstalleerd, dat de steker altijd uit de contactdoos kan worden getrokken. De elektrische zekering dient minstens 10 Ampère te zijn. Indien het stopcontact bij een ingebouwd apparaat niet meer toegan-kelijk is, dient een maatregel in de elektrische installatie er voor te zorgen dat het apparaat van de stroom kan worden afgesloten (bijv. zekering, beveiligingsschakelaar, aardlekschakelaar of dergelijke met een contactopeningsbreedte van minimaal 3 mm). • Voor ingebruikneming op het merk– en type–aanduidingsplaatje van het apparaat controleren of de netspanning en stroomsoort over-eenkomen met de waarden van het lichtnet op de plaats waar het apparaat komt te staan. Bijv.: AC 230 ... 240 V 50 Hz of 230 ... 240 V~ 50 Hz (d.w.z. 230 tot 240 Volt wisselstroom, 50 Hertz) Het typeplaatje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat. Voor ingebruikname • Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken voor het eerste gebruik (zie Hoofdstuk “Reiniging en Onderhoud”). Deur omdraaien Het is niet mogelijk de deur om te draaien. 34 Het bedieningspaneel 8 QUICK ALARM FREEZE RESET 1 1- 2345678- 2 FREEZER 3 CLOCK 4 FRIDGE 5 HOLIDAY DRINKS MODE CHILL 6 7 Quick Freeze schakelaar Terugzetschakelaar alarm Insteltoets vriesruimtetemperatuur en insteltoets uren Klokschakelaar Insteltoets koelruimtetemperatuur en insteltoets minuten Holiday schakelaar Drinks Chill schakelaar Display 35 Display pm minutes Quick Freeze functie Weergave alarm Weergave vriesruimtetemperatuur Weergave uren Weergave tijd Weergave onderste ruimte Weergave bovenste ruimte IWeergave timer Weergave koelruimtetemperatuur Weergave minuten Holiday functie Drinks chill functie 36 minutes Inschakelen Het apparaat schakelt in, nadat de stekker in het stopcontact is gestoken. Zodra het apparaat ingeschakeld is en het in de alarmstand staat, zet u het alarm terug zoals beschreven in "Alarm hoge temperatuur". Activeer de klokweergave zoals beschreven in "De klok weergeven". Stel de klok in zoals beschreven in "De klok instellen". Bij de eerste keer inschakelen: o de standaard koelruimtetemperatuur is ingesteld op 5°C o de standaard vriesruimtetemperatuur is ingesteld op -18°C U kunt de temperatuurinstellingen wijzigen zoals beschreven in "Temperatuurregeling". De klok instellen De klokfunctie wordt geactiveerd door de klokschakelaar in te drukken en vast te houden: • en gaat branden • achtergrondverlichting ingeschakeld . Terwijl u de klokschakelaar ingedrukt houdt, drukt u op de insteltoets uren om de uren in te stellen (houd de knop vast voor continue en snelle voortgang). "pm" verschijnt bij tijden na het middaguur. Terwijl u de klokfunctie ingedrukt houdt, drukt u op de insteltoets minuten om de minuten in te stellen (houd de knop ingedrukt voor een continue en snelle voortgang). Wanneer de juiste tijd wordt weergegeven, laat u de klokschakelaar los: • en gaat uit • achtergrondverlichting uitgeschakeld. Wanneer de klokinstelfunctie is ingesteld, kan de temperatuur niet geregeld worden. Na een stroomstoring dient de tijd opnieuw te worden ingesteld. Uitschakelen Haal de stekker uit het stopcontact om het apparaat uit te schakelen. 37 Koelkast Gebruik De temperatuur kan tussen de +2°C en +8°C worden ingesteld. Gedurende de normale werking wordt de gemiddelde temperatuur van de koelkast aangeduid. Let op! Gedurende de stabiliseringperiode bij de eerste inwerkingstelling kan het zijn dat de aangeduide temperatuur niet overeenkomt met de ingestelde temperatuur. Gedurende deze periode is het mogelijk dat de aangeduide temperatuur lager is dan de ingestelde temperatuur. Temperatuurregeling De temperatuur kan geregeld worden door op de insteltoetsen koelruimte- of vriesruimtetemperatuur te drukken. De huidige temperatuurinstelling gaat knipperen op het temperatuurweergavescherm. Als u nogmaals op deze schakelaar drukt, gaat het knipperende cijfer met één graad omlaag (als de minimumwaarde is bereikt, gaat hij verder met de maximumwaarde); als u na enkele seconden de schakelaar niet meer indrukt, wordt het knipperende cijfer bevestigd en wordt de ruimtetemperatuur opnieuw weergegeven. Het aantal streepjes van de temperatuurweergave verandert met het veranderen van de huidige temperatuurinstelling. De nieuw ingestelde temperatuur moet na 24 uur bereikt zijn. Let op! Na een lange periode buiten gebruik te zijn geweest, is het niet nodig de temperatuur opnieuw in te stellen omdat deze wordt opgeslagen. Tijdens de stabiliteitsperiode bij de eerste keer opstarten, kan de weergegeven temperatuur niet overeenkomen met de ingestelde temperatuur. Gedurende deze periode is het mogelijk dat de weergegeven temperatuur anders is dan de ingestelde temperatuur. 38 Quick Freeze functie U kunt de Quick Freeze-functie activeren door één keer op de toets Quick Freeze te drukken. Een animatiepictogram boven de knop gaat branden bij de volgende pictogrammen. De Quick Freeze-functie is gedurende 52 uur ingeschakeld. De volgende animatie wordt weergegeven in plaats van de weergave vriesruimtetemperatuur . Het is mogelijk de functie te allen tijde te deactiveren door te drukken op de schakelaar Quick Freeze. De pictogrammen gaan uit en het apparaat keert terug naar de normale bediening. De Quick Freeze-functie kan hervat worden na een stroomuitval. Vakantiefunctie Met deze functie kunt u de koelkast gesloten en leeg houden tijdens een lange vakantieperiode (bijv. de zomervakantie) zonder dat u vieze luchtjes krijgt. Bovendien kunt u hiermee energie besparen. U kunt de Holiday-functie activeren door een keer op de schakelaar Holiday te drukken. Een animatiepictogram van de Holiday-functie gaat aan. Let op! De koelruimte moet leeg zijn als de vakantiefunctie is ingeschakeld. Het is mogelijk de functie te allen tijde te deactiveren door te drukken op de schakelaar Holiday. Wanneer de deur wordt geopend, gaat de Holiday -functie uit. De Holiday-functie kan hervat worden na een stroomuitval. 39 Drankenkoelfunctie De Drankenkoelfunctie moet gebruikt worden als een veiligheidswaarschuwing wanneer er flessen in de vriesruimte worden geplaatst. De functie wordt geactiveerd door op de schakelaar Drinks Chill te drukken en het corresponderende pictogram wordt weergegeven Op deze manier bedient het apparaat een timer met een standaardwaarde van 30 min. en kan gewijzigd worden van 1 tot 90 min. door te drukken op de klokschakelaar om de minuten in te stellen: • druk op de klokschakelaar en houd deze ingedrukt • en wordt weergegeven • druk op de instelknop uren om de uren met één stap tegelijk vooruit te zetten • druk op de instelknop minuten om de minuten vooruit te zetten: als de huidige tijd hoger is dan 10 min verspringen de minuten in stappen van 5, anders in stappen van 1 • laat de klokschakelaar los wanneer de vereiste tijd is ingesteld Als de tijd van de Drinks Chill-functie afloopt, wordt het volgende weergegeven: • er klinkt een geluidssignaal totdat de terugzetschakelaar alarm wordt ingedrukt • knippert • knippert U kunt de functie deactiveren door op de terugzetschakelaar alarm te drukken. Het pictogram gaat uit, en het apparaat keert terug naar de normale bediening. Let op! Vergeet op dit punt niet de flessen uit de vriesruimte te halen. Het is mogelijk de functie te allen tijde te deactiveren door te drukken op de schakelaar Drinks Chill. 40 Vrieskast Gebruik De vriesgedeelte is voorzien van het 4-sterren symbool , dat wil zeggen dat het bedoeld is voor zowel het bewaren van diepvriesartikelen als voor het zelf invriezen van verse levensmiddelen. Voor het veilig bewaren van diepvriesartikelen dient de inwendige temperatnur niet warmer dan -18°C te zijn. De temperatuur kan tussen de -15°C en -24°C worden ingesteld. Let op! Gedurende de stabiliseringperiode bij de eerste inwerkingstelling kan het zijn dat de aangeduide temperatuur niet overeenkomt met de ingestelde temperatuur. Gedurende deze periode is het mogelijk dat de aangeduide temperatuur lager is dan de ingestelde temperatuur. Let op! Het is normaal dat er verschil is tussen de aangeduide en de ingestelde temperatuur. Vooral wanneer: - de ingestelde temperatuur kort geleden is veranderd. - de deur gedurende lange tijd open heeft gestaan. - warm voedsel in de diepvriezer is gezet. Verschillen tot 5°C in de diepvriezer zijn in ieder geval normaal. Gedurende de normale werking wordt de gemiddelde temperatuur van de koelkast aangeduid. Bewaren van diepvriesprodukten In het -diepvriesvak kunt diepvriesprodukten bewaren. Indien u de koelkast voor het eerst in gebruik neemt of haar weer gebruikt na een periode van stilstand, dient u de thermostaatknop op de koudste stand te draaien. Plaats vervolgens de diepvriesprodukten na twee uur in de kast en draai de thermostaat terug naar de gebruikelijke stand. Neem de volgende regels in acht: als u grote hoeveelheden voedsel moet invriezen, kunt u alle laden en manden uit het apparaat verwijderen en het voedsel direct op de koelplaten leggen. Let erop dat u de maximum belading niet overschrijdt, deze vindt u op de zijkant van het bovengedeelte (indien voorzien). 41 Interieur Legvlakken Naargelang het model is het apparaat voorzien van glas legvlakken. Het legvlak van glas boven de groente- en fruitbakken moet altijd op die plaats blijven liggen, opdat groente en fruit langer vers blijven. De overige legvlakken zijn in hoogte D338 verstelbaar: Daartoe de legvlak zover naar voren trekken tot hij naar boven of onderen bewogen kan worden en eruit gehaald kan worden. Om de legvlakken op een andere hoogte te zetten in omgekeerde volgorde te werk gaan. Variabele binnendeur Naargelang de behoefte kunnen de deurvakbodems er naar boven uitgenomen worden en op andere plaatsen gezet worden. 42 Luchtcirculatie De binnenruimte van de koelkast is voorzien van een speciale D.A.C. (Dynamic Air Cooling) ventilator, die door middel van een schakelaar(B) wordt ingeschakeld. Wanneer het groene lampje brandt, betekent dit dat de ventilator loopt. Aangeraden wordt de (D.A.C.) ventilator te gebruiken, wanneer de omgevingstemperatuur de 25°C overschrijdt. Deze inrichting staat een snelle koeling van de levensmiddelen toe en een betere gelijkvormigheid van de temperatuur binnenin de koelkast. Flessenrek Plaats flessen met de hals naar voren in het rek. Belangrijk: leg alleen ongeopende flessen horizontaal neer. Het flessenrek kan schuin gezet worden om geopende flessen te bewaren. Trek dan het rek naar voren tot het schuin naar boven gezet kan worden. Zet dan de voorste steun hoger vast. 43 Vochtigheidsregeling In de lade bevindt zich een ventilatiesysteem met sleuven(verstelbaar met schuifje), welke het mogelijk maakt de vochtigheid te regelen in de groentelade. Het openen van de ventilatiesleuven kan m.b.v. een schuifje geregeld worden. Schuifje rechts: ventilatiesleuven geopend Als de ventilatiesleuven geopend zijn, zorgt meer luchtcirculatie voor een lager vochtigheidsgehalte in de groente- en fruitlade. Schuifje links: ventilatiesleuven gesloten Als de ventilatiesleuven gesloten zijn, zorgt het natuurlijke vochtigheidsgehalte ervoor dat de levensmiddelen langer behouden worden. PR271 De lade De lade is geschikt om er groente en fruit in te bewaren. Binnenin de lade bevindt zich een scheidingswand die op verschillende plaatsen kan worden gezet om de afscheiding aan de eigen wensen af te stemmen. Op de bodem van bovengenoemde lade bevindt zich een rooster dat ervoor zorgt dat de etenswaren die erin zitten niet in aanraking komen met het vocht dat zou kunnen ontstaan en dat in het onderste gedeelte opgevangen wordt. De lade kan verwijderd worden met behulp van de zijhandgrepen (zoals aangeduid in de afbeelding) en de binnenste onderdelen kunnen weggenomen worden om schoongemaakt te worden. 44 Koelen van levensmiddelen Voor een optimaal gebruik van de koelruimte adviseren wij u de volgende eenvoudige regels in acht te nemen: • Plaats geen warme of dampende spijzen of dranken in de koelruimte; • dek vooral sterk geurend voedsel af of verpak het; • plaats de levensmiddelen zo, dat de lucht vrij eromheen kan circuleren. Enkele belangrijke tips: Vlees (alle soorten): wordt in plastic zakjes op de glazen plaat boven de groentelade geplaatst. Bewaar vlees niet langer dan één of twee dagen. Gekookt voedsel, koude schotels enz.: kunnen, goed afgedekt, op elk rooster geplaatst worden. Fruit en groente: worden schoongemaakt in de groentelade(n) gelegd. Boter en kaas: worden, om blootstelling aan de lucht te voorkomen, in speciale koeldozen bewaard of in plastic- of aluminiumfolie verpakt. Flessen melk: worden, goed gesloten, in het flessenrek geplaatst. Bewaar niet-luchtdicht verpakte bananen, aardappelen, uien of knoflook niet in de koelkast. Invriezenen en diepgevroren opslaan In uw koelapparaat kunt u diepvriesproducten bewaren en verse levensmiddelen zelf invriezen. Attentie! • Voor het invriezen van levensmiddelen dient de temperatuur in de vriesruimte –18 °C of lager te zijn. • Let op het op het typeplaatje aangegeven vriesvermogen. Het vries-vermogen is de maximale hoeveelheid verse waren die binnen 24 uur ingevroren kunnen worden. Als er gedurende meerdere dagen achter elkaar ingevroren wordt, neem dan slechts 2/3 tot 3/4 van de hoeveelheid aangegeven op het typeplaatje. De kwaliteit is beter, als de levensmiddelen snel tot in de kern bevriezen. • Warme levensmiddelen voor het invriezen laten afkoelen. De warmte leidt tot verhoogde ijsvorming en verhoogt het energieverbruik. • Bij het bewaren van kantenklare diepvriesproducten dient u zich beslist aan de door de fabrikant opgegeven bewaartijd te houden. • Eenmaal ontdooide levensmiddelen zonder verdere verwerking (bereiden tot panklare gerechten) in geen geval een tweede keer invriezen. • Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brandbare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullingen van aanstekers etc. in het vriesapparaat. 45 1. • Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte. Ze kunnen springen als de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg noit limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in de vriesruimte. Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog alcoholpercentage kan in de vriesruimte gelegd worden. • Alle levensmiddelen voor het invriezen luchtdicht verpakken, zodat ze niet uitdrogen, de smaak niet verloren gaat en de smaak niet op andere diepvriesproducten overgebracht wordt. • Daardoor heeft u een beter overzicht, wordt het lang openen van de deur voorkomen en wordt stroom bespaard. • Niet-bevroren artikelen mogen niet in aanraking komen met reeds bevroren waren omdat anders de bevroren artikelen kunnen ontdooien. Voorzichtig! Diepvriesartikelen niet met natte handen aanraken. De handen kunnen daaraan vast vriezen. Plaats de in te vriezen levensmiddelen op het rek in dedipevriesvak Bij het inschakelen of na een stilstandperiode is het raadzaam het apparaat ten minste 2 uur op de koudste instelling te bedienen voordat er diepvriesvoedsel wordt opgeslagen. Selecteer voor dit doeleinde de Actieve vriesfunctie (*). Selecteer na 2 uur de gewenste temperatuur door toets “A” in te drukken. Diepvrieskalender • De symbolen geven de diverse soorten diep-vriesproducten aan. • De getallen geven voor iedere soort diepvriesproduct de opslagtijd in maanden aan. Of de hoogste of de laagste waarde van de aangegeven opslagtijd geldt, hangt af van de kwaliteit van de levensmiddelen en de behandeling voorafgaand aan het invriezen. Voor levensmiddelen met een hoog vetgehalte geldt altijd de laagste waarde. 46 Ijsblokjesmaker Dit apparaat is uitgerust met een of meer bakjes voor het maken van ijsblokjes. Deze bevinden zich in de zijkanten van de bovenste vrieslade. Trek de bovenste vrieslade uit. Verwijder het ijsblokjesbakje. Trek de kraan uit. Vul met water tot de aangegeven grens. “MAX”. Plaats de kraan terug en plaats het bakje op de juiste plek. Om de ijsblokjes te verwijderen draait u het bakje met de ijsblokjes naar boven en slaat u ermee op een hard oppervlak. Om het verwijderen van de ijsblokjes te vergemakkelijken wordt aanbevolen het gesloten bakje een paar seconden onder lauwwarm water te houden. Gebruik geen metalen keukengerei om de bakjes uit de vriezer te verwijderen. 47 Het Proefvaste filter plaatsen Het Proefvaste filter is een actief koolstoffilter dat vieze luchtjes absorbeert. Hierdoor blijft de beste smaak en aroma van het voedsel bewaard zonder dat luchtjes van de ene voedselsoort aan de andere gaan kleven. Bij levering wordt het actieve koolstoffilter in een plastic zak geplaatst om zijn levensduur te garanderen. Voordat het apparaat wordt ingeschakeld, moet u het filter uit de plastic zak halen en in het klepje plaatsen. • Trek het klepje naar buiten • Plaats het actieve koolstoffilter in de gleuf achterin het klepje • Sluit het klepje. Houd de luchtventilatieklep tijdens bedrijf altijd gesloten. Het filter moet voorzichtig worden behandeld om te voorkomen dat het oppervlak ervan krast. Het Proefvaste filter vervangen Om de beste prestatie van het actieve koolstoffilter te krijgen, moet het elk jaar worden vervangen. • Het filter wordt achter het klepje geplaatst en kan bereikt worden door het klepje naar buiten te trekken. • Haal het oude filter uit de gleuf. • Plaats een nieuw koolstoffilter in de gleuf. • Sluit het klepje. Houd de luchtventilatieklep tijdens bedrijf altijd gesloten. 48 Het filter moet voorzichtig worden behandeld om te voorkomen dat het oppervlak ervan krast. Ontdooiing van het toestel Het ontdooien van de koelruimte Het ontdooien van de koelkast heeft automatisch plaats. Het dooiwater wordt via een afvoerkanaaltje opgevangen in een bakje dat zich aan de achterkant bevindt. Hier verdampt het water. Wij raden u aan het gaatje in het afvoerkanaal regelmatig schoon te maken. Gebruik voor het doorprikken het staafje dat zich in het D037 gaatje bevindt. Het ontdooien van de vriesruimte De ontdooiing van de vriesruimte heeft automatisch plaats. Apparaat uitzetten 1. 2. 3. 4. 5. Als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt: Levensmiddelen uit koelruimte en vriesvak nemen. Apparaat uitzetten Stekker uit het stopcontact halen of zekering uitschakelen, er resp. uithalen. Diepvriesruimte reinigen (zie hoofdstuk “Reini-ging en onderhoud”). Deuren daarna open laten om geurvorming te voorkomen. 49 Reiniging en onderhoud 1. 2. 3. 4. 5. 6. 50 Om hygiënische redenen dient het apparaat aan de binnenkant met toebehoren geregeld gereinigd te worden. Waarschuwing! • Het apparaat mag tijden het schoonmaken niet op het electrikiteits-net aangesloten zijn. Gevaar voor schokken! Zet voor het schoonmaken het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact of schakel c.q. draai de zekering er uit. • Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er kan vocht in de elektrische onderdelen komen. Gevaar voor schokken! Hete damp kan kunstoffen onderdelen beschadigen. • Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik genomen wordt. Let op! • Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen kunststof onderdelen aantasten, bijv. – Sap van citroen– of sinaasappelschillen; –boterzuur; – schoonmaakmiddelen die azijnzuren bevatten. Dergelijke substanties niet in contact brengen met apparaatonderdelen. • Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken. Koel– en diepvriesartikelen er uit halen. Diepvriesartikelen in meerdere lagen kranten verpakken. Alles afgedekt op een koele plaats leggen. Apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact halen of de zeke-ring uitschakelen c.q. er uitdraaien. Apparaat en interieur met een doek en lauwwarm water schoonmaken. Eventueel een beetje normaal afwasmiddel gebruiken. Daarna met schoon water afnemen en droogmaken. Stof op de condensor verhoogt het energieverbruik. Daarom eenmaal per jaar de condensor aan de achterkant van het apparaat met een zachte borstel of met de stofzuiger voorzichtig schoonmaken. Het dooiwater-afvoergat aan de achterwand van de koelruimte controleren. Een verstopt dooiwater-afvoergat met behulp van het groene stopje dat met het toestel is meegeleverd schoonmaken. Als alles droog is, de levens-middelen er weer in doen en het apparaat weer in bedrijf nemen. Tips om energie te besparen • Het apparaat niet in de buurt van kachels, verwarmingselementen of andere warmtebronnen plaatsen. Bij een hoge omgevingstemperatuur werkt de compressor vaker en langer. • Zorgen voor voldoende be- en ontluchting aan de onderkant van het apparaat. Ventilatieopeningen nooit afdekken. • Geen warme spijzen in het apparaat zetten. Warme spijzen eerst laten afkoelen. • Deur slechts zo lang open laten als nodig is. • De temperatuur niet lager dan nodig instellen. • Diepvriesartikelen voor het ontdooien in de koelruimte leggen. De koude in de diepvriesartikelen wordt zo voor koeling van de koelruimte gebruikt. • Houd de warmte afgevende verdamper, het metalen rooster aan de achterzijde van het toestel, schoon. Wat te doen als ... Hulp bij storingen Het kan bij een storing om kleine defecten gaan die zelf u aan de hand van de volgende aanwijzingen kunt oplossen. Voer zelf geen verdere werkzaamheden uit als de volgende informatie in concrete gevallen niet verder helpt. Waarschuwing! Reparaties aan het koelapparaat mogen alleen door geschoold personeel uitgevoerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ontstaan voor de gebruiker. Wend u bij reparatie tot onze klantendienst. Storing Mogelijke oorzaken Verhelpen Apparaat is niet aangezet. Apparaat aanzetten. Stekker zit niet in het stopconStekker in stopcontact steken. tact of zit los. Apparaat werkt niet. Zekering is los of kapot. Stopcontact is kapot. Zekering controleren,eventueel vernieuwen Storingen in het lichtnet door Uw elektrovakman laten verhelpen. 51 Storing Apparaat koelt te sterk. Mogelijke oorzaken Temperatuur is te laag ingesteld. Verhelpen Temperatuurregelaar tij-delijk op een hogere stand zetten. Temperatuur is niet juist ingeZie hoofdstuk “Ingebruikname”. steld. De levensmiddelen zijn te warm. Binnenverlichting werkt niet. Sterke rijpvorming in het apparaat, eventueel ook aan de deurafdichting. Deur heeft te lang opengestaan. In de laatste 24 uur zijn grotere hoeveelheden warme levensmiddelen opgeslagen. Het apparaat staat naast een warmtebron. Deur slechts zo lang open laten als nodig is. Temperatuurregelaar op een koudere stand zetten. Zie hoofdstuk “Opstelplaats”. Lamp is kapot. Zie hoofdstuk “Lamp verwisselen”. Deurafdichting is lek (eventueel na het verwisselen van de deuraanslag). Op de ondichte plaatsen de deurafdichting voorzichtig met een föhn® verwarmen (niet heter dan ca. 50 °C). Tegelijkertijd de verwarmde deurafdichting met de hand zo in vorm trekken dat hij weer helemaal sluit. Apparaat staat niet recht. Stelvoetjes bijstellen. Apparaat komt tegen de muur of tegen andere voorwerpen Apparaat iets wegtrekken. aan. Ongewone geluiden. Na het wijzigen van de temperatuurinstelling start de compressor niet direct. Water op de bodem van de koelruimte of op de legvlakken. 52 Een onderdeel, bijv. een leiding, aan de achterkant van het Dit onderdeel voorzichtig wegapparaat komt tegen een buigen. ander onderdeel van het apparaat aan of tegen de muur. Dit is normaal, het betreft geen storing. De compressor start na enige tijd automatisch. Ontdooiwaterafvoer is verstopt. Zie hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”. Lamp verwisselen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Waarschuwing! Gevaar voor elektrische schok! Voor het verwisselen van de lamp het apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact trekken of de zekering uitschakelen c.q. eruit draaien. Lampgegevens: 220-240 V, max. 15 W Om het apparaat uit te zetten de temperatuurregelaar op stand „0" draaien. Stekker uit het stopcontact trekken. Voor het verwisselen van de lamp de schroef die de afdekking van het lampje bevestigt, eruit draaien. Op de afdekking van het lampje drukken en deze achteruit laten glijden. Defecte lamp verwisselen. De afdekking weer monteren en de bevestigingsschroef aandraaien. De koelkast aanzetten. Doel, normen, richtlijnen Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd en is met in-achtneming van de voor deze apparaten geldende normen gemaakt. Bij de fabricage zijn speciaal die maatregelen genomen die vereist zijn volgens de Duitse wet op de veiligheid van toestellen (GSG), volgens de Duitse voorschriften ter voorkoming van ongevallen bij koude-installaties (VBG 20) en volgens de bepalingen van de vereniging van Duitse elektotechnici (VDE). De koudecirculatie is op dichtheid getest. Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-richtlijnen: – 73/23/EWG van 19.2.1973 - Laagspanningsrichtlijn0 – 89/336/EWG van 3.5.1989 (met inbegrip van Wijzigingsrichtlijn 92/31/EWG) - EMC-richtlijn 53 Wijzigingen voorbehouden www.electrolux.com Con reserva de modificaciones www.aeg-electrolux.com.es www.aeg-electrolux.com.nl 2223 487-02-00-08072008
1 / 1

in andere talen