Aeg-Electrolux AG78853-6I Handleiding

Type
Handleiding
ARCTIS G 7 88 53 - 6i
Congélateur
Diepvrieskasten
Congelatore
Notice d’utilisation
Gebruiksaanwijzing
Istruzioni per l’uso
29
Geachte mevrouw, heer
Hartelijk dank voor het kiezen van een van onze kwaliteitsproducten. U
heeft een goede keuze gemaakt. Zo kunt u dankzij de combinatie van func-
tioneel design en hoogwaardige technologie rekenen op optimale prestaties
en bedieningsgemak. En onze zorg voor het milieu, komt o.a. tot uitdrukking
in het energiebesparend functioneren van dit apparaat. Om er zeker van te
zijn dat uw apparaat optimaal en onberispelijk presteert, dient u deze
gebruiksaanwijzing aandachtig door te lezen. Dan zult u alle processen per-
fect en zeer efficiënt kunnen besturen.
Wij raden u aan deze gebruiksaanwijzing goed te bewaren, zodat u nog eens
iets kunt nalezen. En wilt u dit boekje doorgeven aan een eventuele vol-
gende eigenaar van het apparaat.
Wij wensen u veel succes met uw nieuwe apparaat.
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt
Belangrijke informatie over uw persoonlijke veiligheid en informatie over
hoe u schade aan het apparaat kunt voorkomen
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
30
Inhoud
Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Weggooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Informatie over de verpakking van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Weggooien van oude apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Transportbescherming verwijderen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
Opstelplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
Zorg voor een goede ventilatie rond het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
Nismaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
Overzetten van het deurscharnier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
Inbouw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
Voor ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Beschrijving van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Bedienings- en controle-inrichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Akoestisch temperatuursignaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
In gebruik nemen en temperatuurregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Apparaat uitschakelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Invriezen en diepvriesproducten bewaren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
IJsblokjes maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Symbolen bewaarde producten/Diepvrieskalender . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Ontdooien. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
Magnetische deursluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
Tips om energie te besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Wat te doen als ... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Hulp bij storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Geluiden tijdens de werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Bepalingen, normen, richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Vaktermen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
31
Veiligheid
De veiligheid van onze koelapparaten voldoet aan de Europese en
Nederlandse normen. Desondanks zien wij ons genoodzaakt u met de
volgende veiligheidsaanwijzingen vertrouwd te maken:
Toepassing volgens de voorschriften
• Het apparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd. Het is geschikt
voor het invriezen en diepgevroren bewaren van levensmiddelen en
voor het maken van ijs. Als het apparaat voor andere doeleinden
gebruikt wordt kan de fabrikant geen verantwoording nemen voor
eventuele schade.
Constructieve wijzigingen of veranderingen aan het apparaat zijn uit
veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
• Als het apparaat commercieel of voor andere doeleinden dan voor het
diepgevroren bewaren en invriezen van levensmiddelen gebruikt wordt,
s.v.p. letten op de hiervoor van kracht zijnde wettelijke bepalingen.
Voordat het apparaat voor de eerste keer in gebruik genomen wordt
• Controleer het apparaat op transportschade. Een beschadigd appa-
raat in geen geval aansluiten! Wend u in geval van schade tot de
leverancier.
• Overtuig u er van dat het apparaat na de installatie niet op het aan-
sluitsnoer staat. Belangrijk: Het aansluitsnoer mag alleen door vak-
mensen vervangen worden; deze onderdelen zijn verkrijgbaar bij
onze service-afdeling.
Koelmiddelen
Het apparaat bevat in het koelvloeistofcircuit de koelvloeistof isobu-
taan (R600a), een natuurlijk, zeer milieuvriendelijk gas, dat echter wel
brandbaar is.
• Bij het transport en het opstellen van het apparaat erop letten dat
geen onderdelen van het koelvloeistofcircuit beschadigd worden.
• Bij beschadiging van het koelvloeistofcircuit:
– open vuur en brandhaarden absoluut vermijden;
– het vertrek waar het apparaat staat goed ventileren.
Veiligheid van kinderen
• Verpakkingsdelen (bijv. folies, piepschuim) kunnen voor kinderen
gevaarlijk zijn. Verstikkingsgevaar! Verpakkingsmateriaal van kinderen
weghouden!
• Oude apparaten voor het weggooien onbruikbaar maken. Stekker uit
het stopcontact trekken, aansluitsnoer doorknippen, eventueel aanwe-
zige snap– of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Daardoor
wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten
raken (verstikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties.
Veiligheid
32
• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen, personen
met verminderde lichamelijke, zintuigelijke of geestelijke capaciteiten
of een gebrek aan kennis en ervaring, tenzij er toezicht is ingesteld
door de persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of tenzij
zij van deze persoon instructies hebben gekregen over het gebruik.
Laat kinderen niet zonder toezicht in de buurt van het apparaat.
In het dagelijks gebruik
Bussen of flessen met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek
raken door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen bussen
of flessen met brandbare stoffen zoals spuitbussen, aanstekers,
navullingen voor aanstekers etc. in het vriesapparaat.
• Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte. Ze kunnen springen
als de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs explode-
ren! Leg nooit limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in de
vriesruimte. Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog alcohol-
percentage kan in de vriesruimte gelegd worden.
Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct vanuit de vriesruimte in de
mond steken. Zeer koud ijs kan aan de lippen of de tong vastvriezen
en verwondingen veroorzaken.
• Niet met natte handen aan diepvriesartikelen komen. De handen
kunnen daaraan vastvriezen.
Waarschuwing - Geen elektrische apparaten (bijv. elektrische ijsma-
chines, mixers etc.) in het koelapparaat gebruiken.
Waarschuwing - Om het functioneren van het apparaat niet nadelig
te beïnvloeden, mogen de ventilatie-openingen van het apparaat of
het inbouwmeubel niet worden afgedekt of versperd.
Waarschuwing - Gebruik m.u.v. de in deze gebruiksaanwijzing aan-
bevolen hulpmiddelen geen mechanische of kunstmatige hulpmidde-
len om het ontdooiproces te bespoedigen.
Waarschuwing - Voor het schoonmaken het apparaat altijd uitscha-
kelen en de stekker uit het stopcontact trekken of de zekering in de
huisinstallatie uitschakelen.
• De stekker altijd aan de stekker zelf uit het stopcontact trekken,
nooit aan het snoer.
Bij storing
• Als er een storing aan het apparaat optreedt eerst in de gebruiksaan-
wijzing kijken onder “Wat te doen als ...”. Als de daar gegeven aan-
wijzingen niet verder helpen zelf verder geen werkzaamheden aan
het apparaat uitvoeren.
• Koelapparaten mogen alleen door vakmensen gerepareerd worden.
Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ontstaan. Wend
u bij reparaties tot uw vakhandel of tot onze service-afdeling.
33
Weggooien
Informatie over de verpakking van het apparaat
Alle gebruikte materialen zijn niet schadelijk voor het milieu! Ze kun-
nen zonder gevaar weggegooid of in de vuilverbrandingsoven verbrand
worden!
De materialen: de kunststoffen kunnen ook opnieuw gebruikt worden
en hebben de volgende aanduidingen:
>PE< voor polyethyleen, bijv. bij de buitenste verpakking en de zakken
binnen in.
>PS< voor schuimpolystyreen, bijv. bij de bekledingsdelen, volkomen
CFK-vrij.
De kartonnen delen zijn van oud papier gemaakt en moeten ook weer
in een container voor oud papier gedeponeerd worden.
Weggooien van oude apparaten
Wegens milieuredenen dienen koelapparaten vakkundig ontmanteld te
worden. Dit geldt voor uw huidige apparaat en - als het ook aan ver-
vanging toe is - ook voor uw nieuwe apparaat.
Waarschuwing! Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar
maken voordat ze weggegooid worden. Stekker uit het stopcontact
trekken, aansluitsnoer doorknippen, eventuele snap- of grendelsloten
verwijderen of kapotmaken. Hierdoor wordt voorkomen dat spelende
kinderen in het apparaat opgesloten worden (verstikkingsgevaar!) of in
andere levensgevaarlijke situaties terechtkomen.
Aanwijzingen voor het weggooien:
• Het apparaat mag niet bij het huis- of grofvuil gezet worden.
• Het koelvloeistofcircuit, in het bijzonder de warmtewisselaar aan de
achterkant, mag niet beschadigd worden.
• Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat
dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet
echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektro-
nische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit pro-
duct op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk
voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen
voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details
in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best con-
tact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst
belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u
het product hebt gekocht.
Opstellen
Opstelplaats
Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten.
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik.
Het apparaat daarom
niet aan directe straling van de zon blootstellen;
niet bij radiatoren, naast een fornuis of andere warmtebronnen
plaatsen;
alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuur
overeenkomt met de klimaatklasse waarvoor het apparaat is
ontworpen.
De klimaatklasse staat op het typeplaatje dat zich links aan de bin-
nenkant van het apparaat bevindt.
De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke
klimaatklasse behoort:
Montage direct onder een kookplaat is niet toegestaan. De tempera-
turen van de kookplaat, die op sommige plaatsen hoog zijn, kunnen
het apparaat beschadigen.
Indien een kookplaat in de buurt van het apparaat geïnstalleerd wordt,
dienen de betreffende montage- en veiligheidsvoorschriften in acht
genomen te worden. Gezien de veelzijdigheid van de mogelijke inbouwsi-
tuaties is het onmogelijk hier gedetailleerde informatie te verschaffen.
Men dient te voorkomen dat het apparaat warm wordt, door voldoen-
de afstand van de warmtebron aan te houden en door middel van het
gebruik van een geschikte isolatieplaat. Een correcte ventilatie van
het apparaat dient gegarandeerd te worden.
Klimaatklasse voor een omgevingstemperatuur van
SN +10 tot +32 °C
N +16 tot +32 °C
ST +16 tot +38 °C
T +16 tot +43 °C
34
Transportbescherming verwijderen
Het apparaat en de onderdelen van het interieur zijn voor het trans-
port beschermd.
1. Plakband links en rechts aan de buitenkant van de deur er af trekken.
2. Alle plakband en bekledingsdelen uit het interieur verwijderen.
35
Opstellen
Zorg voor een goede ventilatie rond het apparaat
Om veiligheidsredenen moet de
ventilatie zodanig zijn als in Figur
aangegeven.
Attentie: zorg ervoor dat de
ventilatie openingen tijdens
gebruik niet worden afgedekt.
50 mm
min.
200 cm
2
200 cm
2
min.
D567
Nismaten
Hoogte 880 mm
Breedte 550 mm
Diepte 560 mm
Overzetten van het deurscharnier
De apparatuur wordt geleverd met
deuren die naar rechts opengaan.
Om de deur naar de tegenoverge-
stelde kant te laten openen, dient
men de volgende handelingen te
verrichten alvorens de installatie
uit te voeren.
Waarschuwing! Bij het overzetten van
de deurscharnieren mag het apparaat
niet op het lichtnet aangesloten zijn. Van
te voren de stekker uit het stopcontact
halen.
1. Draai de bovenste stift uit en verwi-
jder de afstandshouder.
2. Neem de deur los.
3. Schroef de onderste pen los met een
sleutel en monteer hem op de tegeno-
verliggende kant.
4. Zet de deur weer op zijn plaats, mon-
teer het afs-tandsstuk en schroef de
bovenste pen vast op de tegenoverlig-
gende kant.
36
. Zorg ervoor dat er een afstand van 44
mm vrij blijft tussen het keukenmeubel
en de rand van het apparaat. Het
onderste scharnierdeksel, dat in het
zakje met accessoires zit, is handig om
de exacte positie van het keukenmeu-
bel en het apparaat te bepalen. Zorg er
ook voor dat het apparaat het net-
snoer niet afklemt.
Aanwijzingen voor de geïntegreerde inbouw
D765
De tochtstrip volgens de tekening
op het apparaat aanbrengen.
1
2
44m
m
I
I
Bevestig het apparaat aan de nis
met de vier meegeleverde schroe-
ven.
37
PR266
Ha
Hb
Hc
Hd
Onderdelen Ha, Hb, Hc, Hd schei-
den zoals u in de tekening ziet.
Breng de afdichtstopsels (C-D) in
de gaten in de deklijsten aan.
Breng, onder lichte druk, het dek-
seltje (E) aan.
E
E
D
C
U moet het gedeelte van het kunststof
deksel (E), dat gebruikt wordt om het
scharnier af te dekken, verwijderen,
zoals aangegeven op de tekening. Deze
handeling wordt vergemakkelijkt
omdat er aan de binnenkant van het
scharnierdeksel een groef is aange-
bracht, waardoor u dit onderdeel mak-
kelijker kunt verwijderen. "Verwijder
het onderdeel dat gemarkeerd is met
DX, als de scharnierpen in het rechter
scharnier is geplaatst, in het tegen-
overgestelde geval het onderdeel
gemarkeerd met SX verwijderen."
38
Afdekking (Hc) op geleider (Ha)
vastklikken.
PR33
Hc
Ha
Geleider (Ha) tegen de binnenkant
van de kastdeur aan de boven- en
onderkant houden volgens de
tekening en de plaats van de bui-
tenste gaten aangeven. Nadat u de
gaten geboord heeft de geleider
met de bijgeleverde schroeven
vastzetten.
2
1
m
m
2
1
m
m
ca. 50 mm
90°
90°
ca. 50 mm
De deur van het apparaat en die
van de kast met een hoek van
ongeveer 90° openen. IJzer (Hb) in
geleider (Ha) aanbrengen. De deu-
ren samen vasthouden en de gaten
aangeven zoals in de tekening.
PR167
Ha
Hb
8mm
39
Afdekking (Hd) op geleider (Hb)
vastklikken.
PR167/1
Hd
Hb
Plaats het ijzer opnieuw op de
geleider en bevestig het met de
bijgeleverde schroeven.
Voor het rechtstellen van de
kastdeur kunt u gebruik maken
van de langwerpige gaten.
Tenslotte dient u te controleren
of de deur van het apparaat
goed sluit.
PR168
Hb
Verwijder de haken en zet met de
spijker (K) een teken op 8 mm van
de buitenste rand van de deur.
Ha
8mm
K
40
Opstellen
Elektrische aansluiting
Voor de elektrische aansluiting is een volgens de voorschriften geïn-
stalleerd stopcontact met randaarde vereist. Het stopcontact moet
zodanig worden geïnstalleerd, dat de stekker altijd uit het stopcontact
kan worden getrokken.
Het voor de aansluiting van het apparaat benodigde stopcontact moet
zich links of rechts naast de inbouwnis bevinden.
De elektrische zekering dient minstens 10/16 ampère te zijn. Indien het
stopcontact bij een ingebouwd apparaat niet meer toegankelijk is,
dient een maatregel in de elektrische installatie er voor te zorgen dat
het apparaat van de stroom kan worden afgesloten (bijv. zekering,
beveiligingsschakelaar, aardlekschakelaar of dergelijke met een
contactopeningsbreedte van minimaal 3 mm).
Voor ingebruikneming op het typeplaatje van het apparaat controleren
of de netspanning en stroomsoort overeenkomen met de waarden van
het lichtnet op de plaats waar het apparaat komt te staan.
Bijv.: AC 230 ... 240 V 50 Hz of
230 ... 240 V ~50 Hz
(d.w.z. 230 tot 240 Volt wisselstroom, 50 hertz)
Het typeplaatje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat.
Voor ingebruikname
Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken voor
het eerste gebruik (zie Hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”).
41
Beschrijving van het apparaat
Vooraanzicht
1 = Bedieningspaneel
2 = Lade (voor bewaren en invriezen)
3 = Lade (voor bewaren en invriezen)
4 = Lade (alleen voor bewaren)
5 = Lade (alleen voor bewaren)
6 = Temperatuurindicatie
7 = Typeplaatje
1
2
3
6
4
5
7
De stabiele laden kunnen niet kiepen en zijn voorzien van een eind-
stop.
Daardoor kunt u diepvriesproducten makkelijk en veilig rangschikken
en uitnemen.
Voor het uitnemen van de lade deze tot de eindstop naar buiten trek-
ken, optillen en naar voren uitnemen.
42
Bedienings- en controle-inrichting
Bedienings- en controle-inrichting
Attentie! Het apparaat alleen gebruiken als het ingebouwd is!
De bedienings- en kontrole-inrichting omvat:
Het groene controlelampje (A), dat gaat branden als de temperatuurregelaar
op een genummerde stand wordt gezet, dat de koelkast automatisch
inschakelt via een controlesysteem. Er is gedurende slechts 2 sec. een geluids-
signaal te horen.
Met de temperatuurregelaar (B) kan de energiezuinigste bewaartempera-
tuur traploos worden ingesteld.
De optimale bewaartemperatuur is -
18°C. Op de thermometer kunt u de
temperatuur kontroleren.
Snelvriesschakelaar (D) met geel kontrolelampje (C).Het gele lampje brandt
als de schakelaar (D) is ingeschakeld. Het aggregaat werkt dan kontinu.
Het rood lampje (C) knippert als:
– bij in gebruik nemen van het toestel, als de bewaartemperatuur nog niet
bereikt is
– als de temperatuur niet laag genoeg meer is (storing)
– als grote hoeveelheden nog in te vriezen levensmiddelen in de kast worden
gelegd
– als de deur van het toestel te lang open staat.
Attentie: als u de snelvriesschakelaar inschakelt of de temperatuurregelaar
verstelt, kan het voorkomen dat het koelaggregaat van uw diepvrieskast niet
onmidddellijk, maar pas na enige tijd begint te werken. In dit geval is er geen
sprake van een storing.
B C
D
A
E
A. Lichtnetcontrolelampje (groen)
B. Temperatuurregelaar
C. Aanwijzing voor snel invriezen (geel)
D. Snelinvriesschakelaar / reset geluidssignaal
E. Waarschuwingslampje (rood)
43
Akoestisch temperatuursignaal
Uw diepvriezer is voorzien van een hoorbaar temperatuuralarm, een geluids-
signaal dat afgaat, terwijl het rode controlelampje knippert, waarschuwt u dat
de opslagtemperatuur in uw diepvriezer te hoog of te warm is. Het geluidssi-
gnaal gaat af tot op knop (D) wordt gedrukt.
In gebruik nemen en temperatuurregeling
Met de temperatuurregelaar kan de gewenste bewaartemperatuur
(-18°C of kouder) worden ingesteld.
De volgende zaken zijn van invloed op de binnentemperatuur:
– Omgevingstemperatuur;
– Hoeveelheid en temperatuur van de opgeslagen levensmiddelen;
– Vaak of lang openen van de deur.
Daarom kunnen de volgende instellingen van de temperatuurregelaar
slechts als aanbevelingen gezien worden die eventueel aan de diverse
invloeden aangepast moeten worden.
Stand „
“betekent: uit.
Stand „1“ betekent: hoogste, warmste binnentemperatuur.
Stand „4“ betekent: laagste, koudste binnentemperatuur.
Aanbevolen stand: „2-3“.
• Steek de steker in de wandkontaktdoos.
• Draai de temperatuurregelaar (B) in de richting van "O"; er is gedurende sle-
chts 2 sec. een geluidssignaal te horen.
• Het groene lampje (A) gaat branden. Het apparaat is ingeschakeld.
• Het rode lampje (E) knippert en het geluidssignaal gaat af.
• Reset het geluidssignaal door op knop (D) te drukken. Het rode lampje knip-
pert voortdurend.
• Schakel de snelvriesknop (D) nogmaals in. Het gele controlelampje (C) gaat
branden.
• Pas als het rode lampje (E) niet meer brandt, schakelt u de snelvries-schake-
laar (D) uit, het gele lampje (C) gaat uit.
Attentie! Met het opslaan van diepvriesartikelen wachten tot de tem-
peratuur in de diepvriesruimte –18°C bereikt heeft of tot het rode
waarschuwingslampje uit is.
Aanwijzing: Attentie: kontroleert u regelmatig aan de hand van het rode
temperatuurkontrole-lampje (E) en de thermometer of de bewaartempera-
tuur laag genoeg is.
Attentie: als u de snelvriesschakelaar inschakelt of de temperatuur-
regelaar verstelt, kan het voorkomen dat het koelaggregaat van uw
diepvrieskast niet onmidddellijk, maar pas na enige tijd begint te wer-
ken. In dit geval is er geen sprake van een storing.
44
Apparaat uitschakelen
1. Om het apparaat uit te schakelen de temperatuurregelaar op
stand “
” .
Als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt:
1. Levensmiddelen uit vriesruimte nemen.
2. Apparaat uitschakelen, daartoe de temperatuurregelaar op
stand “
”.
3. Stekker uit het stopcontact trekken of zekering in de huisinstallatie
uitschakelen.
4. Apparaat ontdooien en grondig reinigen (zie hoofdstuk Reiniging en
onderhoud”).
5. Deuren daarna open laten om geurvorming te voorkomen.
Invriezen en diepvriesproducten bewaren
In uw diepvrieskast kunt u diepvriesproducten bewaren en verse
levensmiddelen zelf invriezen.
Attentie!
• Voor het invriezen van levensmiddelen dient de temperatuur in de
vriesruimte –18°C of lager te zijn.
• Let op het op het typeplaatje aangegeven invriesvermogen. Het
invriesvermogen is de maximale hoeveelheid verse waren die binnen
24 uur ingevroren kan worden. Als er gedurende meerdere dagen
achter elkaar ingevroren wordt, neem dan slechts 2/3 tot 3/4 van de
hoeveelheid aangegeven op het typeplaatje. De kwaliteit is beter, als
de levensmiddelen snel tot in de kern bevriezen.
• Warme levensmiddelen voor het invriezen laten afkoelen. De warmte
leidt tot verhoogde ijsvorming en verhoogt het energieverbruik.
• Bij het bewaren van kant-en-klare diepvriesproducten dient u zich
beslist aan de door de fabrikant opgegeven bewaartijd te houden.
• Eenmaal ontdooide levensmiddelen zonder verdere verwerking
(bereiden tot panklare gerechten) in geen geval een tweede keer
invriezen.
45
Invriezen en diepvriesproducten bewaren
• Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken
door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers
met brandbare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullin-
gen van aanstekers etc. in het vriesapparaat.
• Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte. Ze kunnen springen
als de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs explode-
ren! Leg nooit limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in de
vriesruimte. Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog alcohol
percentage kan in de vriesruimte gelegd worden.
1. Om het maximale invriesvermogen te benutten, dient u 24 uur voor
het invriezen de snelvriesschakelaar in te drukken. Het gele lampje
brandt. Als de snelvriesfunctie niet handmatig wordt gestopt, schakelt het
apparaat deze functie na 52 uur uit. Het gele lampje gaat uit.
Voor het invriezen van hoeveelheden tot 3 kg hoeft u de snelvriesfunc-
tie niet in te schakelen.
2. Alle levensmiddelen voor het invriezen luchtdicht verpakken, zodat ze
niet uitdrogen, de smaak niet verloren gaat en de smaak niet op ande-
re diepvriesproducten overgebracht wordt.
Voorzichtig! Diepvriesartikelen niet met natte handen aanraken. De
handen kunnen daaraan vast vriezen.
3. De verpakte levensmiddelen in de laden leggen. De in te vriezen
levensmiddelen in de twee bovenste laden (2), (3) van het apparaat
plaatsen. Niet-bevroren artikelen mogen niet in aanraking komen met
reeds bevroren waren omdat anders de bevroren artikelen kunnen ont-
dooien. De laden (4) en (5) dienen alleen voor het bewaren van diep-
vriesproducten gebruikt te worden.
Diepvriesartikelen het liefst naar soort apart in de laden leggen.
4. Nadat de vereiste bewaartemperatuur bereikt is opnieuw op de snel-
vriesschakelaar drukken. Het gele lampje gaat uit.
Tips:
• Geschikt voor het verpakken van diepvriesproducten zijn:
– diepvrieszakken en -folie van polyethyleen;
– speciale diepvriesdozen;
– aluminiumfolie, extra sterk.
• Voor het sluiten van zakken en folies zijn geschikt: plastic klemmen,
elastiekjes of plakband.
• Voor het sluiten de lucht uit de zakjes en folies strijken omdat lucht
het uitdrogen van bevroren artikelen bevordert.
• Maak platte pakjes, deze bevriezen sneller.
• Diepvriesdozen niet tot aan de bovenrand vullen met (half) vloeibare
diepvriesproducten omdat vloeistof tijdens het invriezen uitzet.
46
IJsblokjes maken
1. IJsbakje voor 3/4 met koud water vullen, in de diepvrieskast plaatsen
en laten bevriezen.
2. Om de ijsblokjes los te maken het ijsbakje verdraaien of kort onder
stromend water houden.
Attentie! Een eventueel vastgevroren ijsbakje nooit met spitse of
scherpe voorwerpen losmaken. Gebruik de bijgevoegde ijsschraper.
Symbolen bewaarde producten/Diepvrieska-
lender
• De symbolen op de laden geven de
diverse soorten diepvriesproducten
aan.
• De getallen geven voor iedere soort
diepvriesproduct de bewaartijd in maanden aan. Of de hoogste of de
laagste waarde van de aangegeven bewaartijd geldt, hangt af van de
kwaliteit van de levensmiddelen en de behandeling voorafgaand aan
het invriezen. Voor levensmiddelen met een hoog vetgehalte geldt
altijd de laagste waarde.
Ontdooien
Als het apparaat aanstaat en als de deur geopend wordt, slaat vocht in
het interieur, in het bijzonder op de verdamper, als rijp neer. Deze rijp
van tijd tot tijd met de bijgevoegde plastic schraper verwijderen. In
geen geval hiervoor harde of spitse voorwerpen gebruiken.
Het apparaat dient in ieder geval ontdooid te worden als de rijplaag
ca. 4 mm dik is: echter minimaal eenmaal per jaar. Een geschikt
moment voor het ontdooien is als het apparaat leeg is of als er nog
maar weinig artikelen in liggen.
Elke temperatuurstijging vermindert de houdbaarheid van de diepvries-
producten. Schakel daarom ca. 12 uur van te voren het apparaat op
snelvriezen, om een koudereserve in de diepvriesproducten te schep-
pen.
47
Reiniging en onderhoud
Om hygiënische redenen dient het apparaat aan de binnenkant met
toebehoren geregeld gereinigd te worden.
Waarschuwing!
• Het apparaat mag tijdens het schoonmaken niet op het elektriciteits-
net aangesloten zijn. Gevaar voor schokken! Schakel voor het
schoonmaken het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact
of schakel de zekering uit.
• Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er
kan vocht in de elektrische onderdelen komen. Gevaar voor schok-
ken! Hete damp kan kunststof onderdelen beschadigen.
• Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik geno-
men wordt.
Waarschuwing!
• Geen elektrische verwarmingsapparaten en geen andere mechanische
of kunstmatige hulpmiddelen gebruiken om het ontdooien te ver-
snellen, met uitzondering van de hulpmiddelen die in deze gebruiks-
aanwijzing aanbevolen worden.
• Geen ontdooisprays gebruiken, deze kunnen gevaarlijk voor de
gezondheid zijn en/of stoffen bevatten die kunststof aantasten.
Voorzichtig! Niet met natte handen aan bevroren artikelen komen. De
handen kunnen daaraan vastvriezen.
1. Bevroren artikelen er uitnemen, in meerdere lagen krantenpapier wik-
kelen en op een koele plaats leggen.
2. Apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken of de
zekering in de huisinstallatie uitschakelen.
3. Alle laden er uit halen. Gebruik de kunststof
schraper als verlenggootje en plaats daar
een opvangschaal onder. Het laatje uittrek-
ken en de ijsschraper plaatsen als verleng-
gootje voor de opvang van het dooiwater.
Tip: Om het ontdooien te versnellen een pan
met heet water in het apparaat zetten en de
deur sluiten. Afgevallen stukken ijs voordat
ze volledig ontdooien verwijderen.
4. Na het ontdooien de vriesruimte plus het
interieur grondig schoonmaken (zie hoofdstuk “Reiniging en onder-
houd” ).
D068
48
Let op!
• Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen kunststof
onderdelen aantasten, bijv.
– sap van citroen– of sinaasappelschillen;
– boterzuur;
– schoonmaakmiddelen die azijnzuren bevatten.
Dergelijke substanties niet in contact brengen met apparaatonder-
delen.
• Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken.
1. Bevroren artikelen er uit halen en in meerdere lagen krantenpapier
pakken. Alles afgedekt op een koele plaats leggen.
2. Apparaat voor het schoonmaken ontdooien (zie hoofdstuk
“Ontdooien”).
3. Apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken of de
zekering in de huisinstallatie uitschakelen.
4. Apparaat en interieur met een doek en lauwwarm water schoonmaken.
Eventueel een beetje normaal afwasmiddel gebruiken.
5. Daarna met schoon water afnemen en droogmaken.
Opdat de vrieskast zo goed mogelijk werkt, één keer per jaar het
rooster van het voetstuk verwijderen en de ventilatiekanalen schoon-
maken met een borstel of stofzuiger
met borstel. Stof belemmert de
warmte-afgifte en verhoogt zodoen-
de het energieverbruik.
Verwijder de afdekplaat (A) door beide
schroeven (B) los te schroeven.
Reinig de afdekplaat en de bodem.
Plaats hierna de afdekplaat terug en
bevestig beide schroeven.
6. Als alles droog is, snelvriesschakelaar inschakelen. Laat de vriezer ten-
minste 2 uur leeg vriezen. Daarna de levensmiddelen weer in de vriezer
plaatsen en het apparaat weer in bedrijf nemen.
Magnetische deursluiting
Als de deur van de ingeschakelde diepvrieskast wordt gesloten, kan hij
alleen met veel kracht dadelijk weer geopend worden, omdat er eerst
een vacuüm ontstaat dat de deur gesloten houdt, tot de druk gecom-
penseerd is. Na enkele minuten kan de deur weer zonder moeite geo-
pend worden.
49
Wat te doen als ...
Hulp bij storingen
Het kan bij een storing om kleine defecten gaan die u zelf aan de hand
van de volgende aanwijzingen kunt oplossen. Voer zelf geen verdere
werkzaamheden uit als de volgende informatie in concrete gevallen
niet verder helpt.
Waarschuwing! Reparaties aan het koelapparaat mogen alleen door
vakmensen uitgevoerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen
grote gevaren ontstaan voor de gebruiker. Wend u bij reparatie altijd
tot onze service-afdeling.
Indien het koelaggregaat niet meer werkt, kan de koudereserve in de
diepvriesproducten bij volle belading een periode van ca. 20 uur over-
bruggen.
Tips om energie te besparen
• Het apparaat niet in de buurt van kachels, verwarmingselementen of
andere warmtebronnen plaatsen. Bij een hoge omgevingstemperatu-
ur werkt de compressor vaker en langer.
• Zorgen voor voldoende ventilatie van het apparaat.
Ventilatieopeningen nooit afdekken.
• Geen warme spijzen in het apparaat zetten. Warme spijzen eerst
laten afkoelen.
• Deur slechts zo lang open laten als nodig is.
• De temperatuur niet lager dan nodig instellen.
• Diepvriesartikelen voor het ontdooien in de koelkast leggen. De
koude in de diepvriesartikelen wordt zo voor koeling van de koelkast
gebruikt.
50
Wat te doen als ...
Storing
Apparaat werkt niet, geen
enkel controlelampje
brandt.
Mogelijke oorzaken
Apparaat is niet aangezet.
Stekker zit niet in het stop-
contact of zit los.
Stopcontact is kapot.
Storingen in het lichtnet
door uw elektrovakman
laten verhelpen.
Oplossing
Apparaat aanzetten.
Stekker in stopcontact ste-
ken.
Zekering controleren, even-
tueel vernieuwen.
Groene lampje brandt niet,
gele lampje brandt bij
ingeschakelde snelvries-
functie.
Groene lampje defect.
Contact opnemen met onze
service-afdeling.
Zekering is los of kapot.
Temperatuur is te koud
ingesteld.
Temperatuurregelaar tijde-
lijk op warmere instelling
draaien.
Het apparaat koelt te sterk.
Gele lampje brandt niet bij
ingeschakelde snelvries-
functie, apparaat werkt.
Gele lampje defect.
Contact opnemen met onze
service-afdeling.
Deur heeft te lang open-
gestaan.
Deur slechts zo lang open
laten als nodig is. snel-
vriesschakelaar indrukken.
Temperatuur is niet juist
ingesteld.
Zie hoofdstuk “Ingebruik-
name”.
In de laatste 24 uur zijn
grotere hoeveelheden
warme levensmiddelen
opgeslagen.
De temperatuur in de
vriesruimte is niet vol-
doende, rode lampje knip-
pert, akoestisch tempera-
tuursisgnaal klinkt.
Het apparaat staat naast
een warmtebron.
Storing aan het apparaat.
Snelvriesschakelaar indruk-
ken.
Snelvriesschakelaar indruk-
ken.
Zie hoofdstuk
“Opstelplaats”.
Klantendienst informeren.technisch probleem
Apparaat werkt, het groene
lichtje knippert
51
Geluiden tijdens de werking
De volgende geluiden zijn karakteristiek voor koelapparaten:
Klikken
Elke keer als de compressor in- of uitschakelt, hoort u een klik.
Zoemen
Zodra de compressor functioneert, hoort u gezoem.
Borrelen/klotsen
Wanneer het koelmiddel door smalle leidingen stroomt, kunt u een
borrelend of klotsend geluid horen. Ook na het uitschakelen van de
compressor is dit geluid nog korte tijd te horen.
Tip: controleer regelmatig aan de hand van het rode temperatuur-
controlelampje en de thermometer de bewaartemperatuur.
Storing Mogelijke oorzaken
Oplossing
Ongewone geluiden.
Apparaat staat niet recht.
Apparaat komt tegen de
muur of tegen andere
voorwerpen aan.
Een onderdeel, bijv. een
leiding, aan de achterkant
van het apparaat komt
tegen een ander onderdeel
van het apparaat aan of
tegen de muur.
Apparaat iets wegtrekken
Dit onderdeel voorzichtig
wegbuigen.
Instelvoetjes bijstellen.
Na het wijzigen van de
temperatuurinstelling start
de compressor niet direct.
Dit is normaal, het betreft
geen storing.
De compressor start na
enige tijd automatisch.
Sterke rijpvorming in het
apparaat, eventueel ook
aan de deurafdichting.
Deurafdichting is ondicht
(eventueel na het overzet-
ten van het deurscharnier).
Op de ondichte plaatsen
de deurafdichting voor-
zichtig met een haardroger
verwarmen (niet heter dan
ca. 50 °C).
Tegelijkertijd de verwarm-
de deurafdichting met de
hand zo in vorm trekken
dat hij weer helemaal sluit.
52
Bepalingen, normen, richtlijnen
Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd en is met
inachtneming van de voor deze apparaten geldende normen gemaakt.
Bij de fabricage zijn speciaal die maatregelen genomen die vereist zijn
volgens de Duitse wet op de veiligheid van apparaten (GSG), de Duitse
voorschriften ter voorkoming van ongevallen bij koude-installaties
(VBG 20) en de bepalingen van de vereniging van Duitse elektrotechni-
ci (VDE). De koudecirculatie is op dichtheid getest.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen:
– 73/23/EG van 19.2.1973 - laagspanningsrichtlijn
– 89/336/EG van 3.5.1989
(met inbegrip van wijzigingsrichtlijn 92/31/EG) - EMC-richtlijn.
– 94/2/EG van 21. 01. 1994 - richtlijn voor energie-etikettering
– 96/57 EG van 3. 9. 1996 - vereiste met betrekking tot de energie-
efficiëntie van elektrische huishoudelijke koel- en vriesapparaten en
de betreffende combinaties.
53
Vaktermen
Koelmiddel
Vloeistoffen die gebruikt kunnen worden voor koudeproductie, wor-
den koelmiddelen genoemd. Deze stoffen hebben verhoudingsgewijs
een laag kookpunt, zo laag dat de warmte van de aanwezige levens-
middelen in het koelapparaat, het koelmiddel tot koken ofwel tot
verdampen kan brengen.
Koelmiddelkringloop
Gesloten kringloopsysteem waarin het koelmiddel zich bevindt. De
koelmiddelkringloop bestaat hoofdzakelijk uit verdamper, compressor,
condensor en leidingen.
Verdamper
In de verdamper verdampt het koelmiddel. Net als alle vloeistof,
heeft het koelmiddel warmte nodig om te kunnen verdampen. Deze
warmte wordt onttrokken aan de binnenruimte van het koelappa-
raat, de ruimte koelt daardoor af. Daarom is de verdamper in de bin-
nenruimte geplaatst of gelijk direct de binnenwand ingeschuimd en
daardoor niet zichtbaar.
Compressor
De compressor ziet eruit als een tonnetje. Hij wordt aangedreven
door een ingebouwde elektromotor en is achter, aan de onderkant
van het apparaat geplaatst. De compressor zorgt ervoor dat het
dampvormige koelmiddel aan de verdamper onttrokken wordt en
vervolgens verdicht en naar de condensor geleid wordt.
Condensor
De condensor heeft meestal de vorm van een rooster. In de conden-
sor wordt het koelmiddel dat door de compressor verdicht is, gecon-
denseerd. Hierbij komt warmte vrij die door de oppervlakte van de
condensor aan de omgevingslucht afgegeven wordt. De condensor is
daarom aan de buitenkant, meestal aan de achterkant van het appa-
raat, aangebracht.
www.electrolux.com
www.aeg-electrolux.nl
www.aeg-electrolux.it
www.aeg-electrolux.fr
2223 500-11-00-21102008 Sous réserve de modifications
Wijzigingen voorbehouden
Con riserva di modifiche

Documenttranscriptie

ARCTIS G 7 88 53 - 6i Congélateur Diepvrieskasten Congelatore Notice d’utilisation Gebruiksaanwijzing Istruzioni per l’uso Geachte mevrouw, heer Hartelijk dank voor het kiezen van een van onze kwaliteitsproducten. U heeft een goede keuze gemaakt. Zo kunt u dankzij de combinatie van functioneel design en hoogwaardige technologie rekenen op optimale prestaties en bedieningsgemak. En onze zorg voor het milieu, komt o.a. tot uitdrukking in het energiebesparend functioneren van dit apparaat. Om er zeker van te zijn dat uw apparaat optimaal en onberispelijk presteert, dient u deze gebruiksaanwijzing aandachtig door te lezen. Dan zult u alle processen perfect en zeer efficiënt kunnen besturen. Wij raden u aan deze gebruiksaanwijzing goed te bewaren, zodat u nog eens iets kunt nalezen. En wilt u dit boekje doorgeven aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat. Wij wensen u veel succes met uw nieuwe apparaat. In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt Belangrijke informatie over uw persoonlijke veiligheid en informatie over hoe u schade aan het apparaat kunt voorkomen Algemene informatie en tips Milieu-informatie 29 Inhoud Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Weggooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Informatie over de verpakking van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Weggooien van oude apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Transportbescherming verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 Opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34 Opstelplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34 Zorg voor een goede ventilatie rond het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35 Nismaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35 Overzetten van het deurscharnier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35 Inbouw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36 Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40 Voor ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 Beschrijving van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 Bedienings- en controle-inrichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 Akoestisch temperatuursignaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 In gebruik nemen en temperatuurregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 Apparaat uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 Invriezen en diepvriesproducten bewaren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 IJsblokjes maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Symbolen bewaarde producten/Diepvrieskalender . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Ontdooien. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 Magnetische deursluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 Tips om energie te besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Wat te doen als ... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Hulp bij storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Geluiden tijdens de werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 Bepalingen, normen, richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 Vaktermen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 30 Veiligheid De veiligheid van onze koelapparaten voldoet aan de Europese en Nederlandse normen. Desondanks zien wij ons genoodzaakt u met de volgende veiligheidsaanwijzingen vertrouwd te maken: Toepassing volgens de voorschriften • Het apparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd. Het is geschikt voor het invriezen en diepgevroren bewaren van levensmiddelen en voor het maken van ijs. Als het apparaat voor andere doeleinden gebruikt wordt kan de fabrikant geen verantwoording nemen voor eventuele schade. • Constructieve wijzigingen of veranderingen aan het apparaat zijn uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan. • Als het apparaat commercieel of voor andere doeleinden dan voor het diepgevroren bewaren en invriezen van levensmiddelen gebruikt wordt, s.v.p. letten op de hiervoor van kracht zijnde wettelijke bepalingen. Voordat het apparaat voor de eerste keer in gebruik genomen wordt • Controleer het apparaat op transportschade. Een beschadigd apparaat in geen geval aansluiten! Wend u in geval van schade tot de leverancier. • Overtuig u er van dat het apparaat na de installatie niet op het aansluitsnoer staat. Belangrijk: Het aansluitsnoer mag alleen door vakmensen vervangen worden; deze onderdelen zijn verkrijgbaar bij onze service-afdeling. Koelmiddelen Het apparaat bevat in het koelvloeistofcircuit de koelvloeistof isobutaan (R600a), een natuurlijk, zeer milieuvriendelijk gas, dat echter wel brandbaar is. • Bij het transport en het opstellen van het apparaat erop letten dat geen onderdelen van het koelvloeistofcircuit beschadigd worden. • Bij beschadiging van het koelvloeistofcircuit: – open vuur en brandhaarden absoluut vermijden; – het vertrek waar het apparaat staat goed ventileren. Veiligheid van kinderen • Verpakkingsdelen (bijv. folies, piepschuim) kunnen voor kinderen gevaarlijk zijn. Verstikkingsgevaar! Verpakkingsmateriaal van kinderen weghouden! • Oude apparaten voor het weggooien onbruikbaar maken. Stekker uit het stopcontact trekken, aansluitsnoer doorknippen, eventueel aanwezige snap– of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Daardoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten raken (verstikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties. 31 Veiligheid • Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen, personen met verminderde lichamelijke, zintuigelijke of geestelijke capaciteiten of een gebrek aan kennis en ervaring, tenzij er toezicht is ingesteld door de persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of tenzij zij van deze persoon instructies hebben gekregen over het gebruik. Laat kinderen niet zonder toezicht in de buurt van het apparaat. In het dagelijks gebruik • Bussen of flessen met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen bussen of flessen met brandbare stoffen zoals spuitbussen, aanstekers, navullingen voor aanstekers etc. in het vriesapparaat. • Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte. Ze kunnen springen als de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg nooit limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in de vriesruimte. Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog alcoholpercentage kan in de vriesruimte gelegd worden. • Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct vanuit de vriesruimte in de mond steken. Zeer koud ijs kan aan de lippen of de tong vastvriezen en verwondingen veroorzaken. • Niet met natte handen aan diepvriesartikelen komen. De handen kunnen daaraan vastvriezen. • Waarschuwing - Geen elektrische apparaten (bijv. elektrische ijsmachines, mixers etc.) in het koelapparaat gebruiken. • Waarschuwing - Om het functioneren van het apparaat niet nadelig te beïnvloeden, mogen de ventilatie-openingen van het apparaat of het inbouwmeubel niet worden afgedekt of versperd. • Waarschuwing - Gebruik m.u.v. de in deze gebruiksaanwijzing aanbevolen hulpmiddelen geen mechanische of kunstmatige hulpmiddelen om het ontdooiproces te bespoedigen. • Waarschuwing - Voor het schoonmaken het apparaat altijd uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken of de zekering in de huisinstallatie uitschakelen. • De stekker altijd aan de stekker zelf uit het stopcontact trekken, nooit aan het snoer. Bij storing • Als er een storing aan het apparaat optreedt eerst in de gebruiksaanwijzing kijken onder “Wat te doen als ...”. Als de daar gegeven aanwijzingen niet verder helpen zelf verder geen werkzaamheden aan het apparaat uitvoeren. • Koelapparaten mogen alleen door vakmensen gerepareerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ontstaan. Wend u bij reparaties tot uw vakhandel of tot onze service-afdeling. 32 Weggooien Informatie over de verpakking van het apparaat Alle gebruikte materialen zijn niet schadelijk voor het milieu! Ze kunnen zonder gevaar weggegooid of in de vuilverbrandingsoven verbrand worden! De materialen: de kunststoffen kunnen ook opnieuw gebruikt worden en hebben de volgende aanduidingen: >PE< voor polyethyleen, bijv. bij de buitenste verpakking en de zakken binnen in. >PS< voor schuimpolystyreen, bijv. bij de bekledingsdelen, volkomen CFK-vrij. De kartonnen delen zijn van oud papier gemaakt en moeten ook weer in een container voor oud papier gedeponeerd worden. Weggooien van oude apparaten Wegens milieuredenen dienen koelapparaten vakkundig ontmanteld te worden. Dit geldt voor uw huidige apparaat en - als het ook aan vervanging toe is - ook voor uw nieuwe apparaat. Waarschuwing! Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar maken voordat ze weggegooid worden. Stekker uit het stopcontact trekken, aansluitsnoer doorknippen, eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Hierdoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten worden (verstikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terechtkomen. Aanwijzingen voor het weggooien: • Het apparaat mag niet bij het huis- of grofvuil gezet worden. • Het koelvloeistofcircuit, in het bijzonder de warmtewisselaar aan de achterkant, mag niet beschadigd worden. • Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht. 33 Transportbescherming verwijderen Het apparaat en de onderdelen van het interieur zijn voor het transport beschermd. 1. Plakband links en rechts aan de buitenkant van de deur er af trekken. 2. Alle plakband en bekledingsdelen uit het interieur verwijderen. Opstellen Opstelplaats Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten. De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik. Het apparaat daarom – niet aan directe straling van de zon blootstellen; – niet bij radiatoren, naast een fornuis of andere warmtebronnen plaatsen; – alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatklasse waarvoor het apparaat is ontworpen. De klimaatklasse staat op het typeplaatje dat zich links aan de binnenkant van het apparaat bevindt. De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke klimaatklasse behoort: 34 Klimaatklasse voor een omgevingstemperatuur van SN +10 tot +32 °C N +16 tot +32 °C ST +16 tot +38 °C T +16 tot +43 °C Montage direct onder een kookplaat is niet toegestaan. De temperaturen van de kookplaat, die op sommige plaatsen hoog zijn, kunnen het apparaat beschadigen. Indien een kookplaat in de buurt van het apparaat geïnstalleerd wordt, dienen de betreffende montage- en veiligheidsvoorschriften in acht genomen te worden. Gezien de veelzijdigheid van de mogelijke inbouwsituaties is het onmogelijk hier gedetailleerde informatie te verschaffen. Men dient te voorkomen dat het apparaat warm wordt, door voldoende afstand van de warmtebron aan te houden en door middel van het gebruik van een geschikte isolatieplaat. Een correcte ventilatie van het apparaat dient gegarandeerd te worden. Opstellen Zorg voor een goede ventilatie rond het apparaat 50 mm Om veiligheidsredenen moet de ventilatie zodanig zijn als in Figur aangegeven. Attentie: zorg ervoor dat de ventilatie openingen tijdens gebruik niet worden afgedekt. min. 200 cm 2 min. 200 cm2 Nismaten Hoogte Breedte Diepte D567 880 mm 550 mm 560 mm Overzetten van het deurscharnier 1. 2. 3. 4. De apparatuur wordt geleverd met deuren die naar rechts opengaan. Om de deur naar de tegenovergestelde kant te laten openen, dient men de volgende handelingen te verrichten alvorens de installatie uit te voeren. Waarschuwing! Bij het overzetten van de deurscharnieren mag het apparaat niet op het lichtnet aangesloten zijn. Van te voren de stekker uit het stopcontact halen. Draai de bovenste stift uit en verwijder de afstandshouder. Neem de deur los. Schroef de onderste pen los met een sleutel en monteer hem op de tegenoverliggende kant. Zet de deur weer op zijn plaats, monteer het afs-tandsstuk en schroef de bovenste pen vast op de tegenoverliggende kant. 35 Aanwijzingen voor de geïntegreerde inbouw De tochtstrip volgens de tekening op het apparaat aanbrengen. D765 . Zorg ervoor dat er een afstand van 44 mm vrij blijft tussen het keukenmeubel en de rand van het apparaat. Het onderste scharnierdeksel, dat in het zakje met accessoires zit, is handig om de exacte positie van het keukenmeubel en het apparaat te bepalen. Zorg er ook voor dat het apparaat het netsnoer niet afklemt. 1 m 44m Bevestig het apparaat aan de nis met de vier meegeleverde schroeven. I I 36 2 U moet het gedeelte van het kunststof deksel (E), dat gebruikt wordt om het scharnier af te dekken, verwijderen, zoals aangegeven op de tekening. Deze handeling wordt vergemakkelijkt omdat er aan de binnenkant van het scharnierdeksel een groef is aangebracht, waardoor u dit onderdeel makkelijker kunt verwijderen. "Verwijder het onderdeel dat gemarkeerd is met DX, als de scharnierpen in het rechter scharnier is geplaatst, in het tegenovergestelde geval het onderdeel gemarkeerd met SX verwijderen." Breng de afdichtstopsels (C-D) in de gaten in de deklijsten aan. Breng, onder lichte druk, het dekseltje (E) aan. D C E E Onderdelen Ha, Hb, Hc, Hd scheiden zoals u in de tekening ziet. Ha Hb Hc Hd PR266 37 Geleider (Ha) tegen de binnenkant van de kastdeur aan de boven- en onderkant houden volgens de tekening en de plaats van de buitenste gaten aangeven. Nadat u de gaten geboord heeft de geleider met de bijgeleverde schroeven vastzetten. ca. 50 mm 90° 21 m m 90° ca. 50 mm Afdekking (Hc) op geleider (Ha) vastklikken. 21 m m Ha Hc PR33 De deur van het apparaat en die van de kast met een hoek van ongeveer 90° openen. IJzer (Hb) in geleider (Ha) aanbrengen. De deuren samen vasthouden en de gaten aangeven zoals in de tekening. 8mm Ha PR167 38 Hb Verwijder de haken en zet met de spijker (K) een teken op 8 mm van de buitenste rand van de deur. 8mm K Ha Plaats het ijzer opnieuw op de geleider en bevestig het met de bijgeleverde schroeven. Voor het rechtstellen van de kastdeur kunt u gebruik maken van de langwerpige gaten. Tenslotte dient u te controleren of de deur van het apparaat goed sluit. Hb PR168 Afdekking (Hd) op geleider (Hb) vastklikken. Hb Hd PR167/1 39 Opstellen Elektrische aansluiting Voor de elektrische aansluiting is een volgens de voorschriften geïnstalleerd stopcontact met randaarde vereist. Het stopcontact moet zodanig worden geïnstalleerd, dat de stekker altijd uit het stopcontact kan worden getrokken. Het voor de aansluiting van het apparaat benodigde stopcontact moet zich links of rechts naast de inbouwnis bevinden. De elektrische zekering dient minstens 10/16 ampère te zijn. Indien het stopcontact bij een ingebouwd apparaat niet meer toegankelijk is, dient een maatregel in de elektrische installatie er voor te zorgen dat het apparaat van de stroom kan worden afgesloten (bijv. zekering, beveiligingsschakelaar, aardlekschakelaar of dergelijke met een contactopeningsbreedte van minimaal 3 mm). Voor ingebruikneming op het typeplaatje van het apparaat controleren of de netspanning en stroomsoort overeenkomen met de waarden van het lichtnet op de plaats waar het apparaat komt te staan. Bijv.: AC 230 ... 240 V 50 Hz of 230 ... 240 V ~50 Hz (d.w.z. 230 tot 240 Volt wisselstroom, 50 hertz) Het typeplaatje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat. Voor ingebruikname Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken voor het eerste gebruik (zie Hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”). 40 Beschrijving van het apparaat Vooraanzicht 1 2 3 6 4 7 1= 2= 3= 4= 5= 6= 7= 5 Bedieningspaneel Lade (voor bewaren en invriezen) Lade (voor bewaren en invriezen) Lade (alleen voor bewaren) Lade (alleen voor bewaren) Temperatuurindicatie Typeplaatje De stabiele laden kunnen niet kiepen en zijn voorzien van een eindstop. Daardoor kunt u diepvriesproducten makkelijk en veilig rangschikken en uitnemen. Voor het uitnemen van de lade deze tot de eindstop naar buiten trekken, optillen en naar voren uitnemen. 41 Bedienings- en controle-inrichting Bedienings- en controle-inrichting Attentie! Het apparaat alleen gebruiken als het ingebouwd is! A A. B. C. D. E. B C D E Lichtnetcontrolelampje (groen) Temperatuurregelaar Aanwijzing voor snel invriezen (geel) Snelinvriesschakelaar / reset geluidssignaal Waarschuwingslampje (rood) De bedienings- en kontrole-inrichting omvat: Het groene controlelampje (A), dat gaat branden als de temperatuurregelaar op een genummerde stand wordt gezet, dat de koelkast automatisch inschakelt via een controlesysteem. Er is gedurende slechts 2 sec. een geluidssignaal te horen. Met de temperatuurregelaar (B) kan de energiezuinigste bewaartemperatuur traploos worden ingesteld. De optimale bewaartemperatuur is 18°C. Op de thermometer kunt u de temperatuur kontroleren. Snelvriesschakelaar (D) met geel kontrolelampje (C).Het gele lampje brandt als de schakelaar (D) is ingeschakeld. Het aggregaat werkt dan kontinu. Het rood lampje (C) knippert als: – bij in gebruik nemen van het toestel, als de bewaartemperatuur nog niet bereikt is – als de temperatuur niet laag genoeg meer is (storing) – als grote hoeveelheden nog in te vriezen levensmiddelen in de kast worden gelegd – als de deur van het toestel te lang open staat. Attentie: als u de snelvriesschakelaar inschakelt of de temperatuurregelaar verstelt, kan het voorkomen dat het koelaggregaat van uw diepvrieskast niet onmidddellijk, maar pas na enige tijd begint te werken. In dit geval is er geen sprake van een storing. 42 Akoestisch temperatuursignaal Uw diepvriezer is voorzien van een hoorbaar temperatuuralarm, een geluidssignaal dat afgaat, terwijl het rode controlelampje knippert, waarschuwt u dat de opslagtemperatuur in uw diepvriezer te hoog of te warm is. Het geluidssignaal gaat af tot op knop (D) wordt gedrukt. In gebruik nemen en temperatuurregeling Met de temperatuurregelaar kan de gewenste bewaartemperatuur (-18°C of kouder) worden ingesteld. De volgende zaken zijn van invloed op de binnentemperatuur: – Omgevingstemperatuur; – Hoeveelheid en temperatuur van de opgeslagen levensmiddelen; – Vaak of lang openen van de deur. Daarom kunnen de volgende instellingen van de temperatuurregelaar slechts als aanbevelingen gezien worden die eventueel aan de diverse invloeden aangepast moeten worden. Stand „ “betekent: uit. Stand „1“ betekent: hoogste, warmste binnentemperatuur. Stand „4“ betekent: laagste, koudste binnentemperatuur. Aanbevolen stand: „2-3“. • Steek de steker in de wandkontaktdoos. • Draai de temperatuurregelaar (B) in de richting van "O"; er is gedurende slechts 2 sec. een geluidssignaal te horen. • Het groene lampje (A) gaat branden. Het apparaat is ingeschakeld. • Het rode lampje (E) knippert en het geluidssignaal gaat af. • Reset het geluidssignaal door op knop (D) te drukken. Het rode lampje knippert voortdurend. • Schakel de snelvriesknop (D) nogmaals in. Het gele controlelampje (C) gaat branden. • Pas als het rode lampje (E) niet meer brandt, schakelt u de snelvries-schakelaar (D) uit, het gele lampje (C) gaat uit. Attentie! Met het opslaan van diepvriesartikelen wachten tot de temperatuur in de diepvriesruimte –18°C bereikt heeft of tot het rode waarschuwingslampje uit is. Aanwijzing: Attentie: kontroleert u regelmatig aan de hand van het rode temperatuurkontrole-lampje (E) en de thermometer of de bewaartemperatuur laag genoeg is. Attentie: als u de snelvriesschakelaar inschakelt of de temperatuurregelaar verstelt, kan het voorkomen dat het koelaggregaat van uw diepvrieskast niet onmidddellijk, maar pas na enige tijd begint te werken. In dit geval is er geen sprake van een storing. • 43 Apparaat uitschakelen 1. Om het apparaat uit te schakelen de temperatuurregelaar op stand “ ” . Als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt: 1. Levensmiddelen uit vriesruimte nemen. 2. Apparaat uitschakelen, daartoe de temperatuurregelaar op stand “ ”. 3. Stekker uit het stopcontact trekken of zekering in de huisinstallatie uitschakelen. 4. Apparaat ontdooien en grondig reinigen (zie hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”). 5. Deuren daarna open laten om geurvorming te voorkomen. • • Invriezen en diepvriesproducten bewaren In uw diepvrieskast kunt u diepvriesproducten bewaren en verse levensmiddelen zelf invriezen. Attentie! • Voor het invriezen van levensmiddelen dient de temperatuur in de vriesruimte –18°C of lager te zijn. • Let op het op het typeplaatje aangegeven invriesvermogen. Het invriesvermogen is de maximale hoeveelheid verse waren die binnen 24 uur ingevroren kan worden. Als er gedurende meerdere dagen achter elkaar ingevroren wordt, neem dan slechts 2/3 tot 3/4 van de hoeveelheid aangegeven op het typeplaatje. De kwaliteit is beter, als de levensmiddelen snel tot in de kern bevriezen. • Warme levensmiddelen voor het invriezen laten afkoelen. De warmte leidt tot verhoogde ijsvorming en verhoogt het energieverbruik. • Bij het bewaren van kant-en-klare diepvriesproducten dient u zich beslist aan de door de fabrikant opgegeven bewaartijd te houden. • Eenmaal ontdooide levensmiddelen zonder verdere verwerking (bereiden tot panklare gerechten) in geen geval een tweede keer invriezen. 44 Invriezen en diepvriesproducten bewaren • Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brandbare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullingen van aanstekers etc. in het vriesapparaat. • Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte. Ze kunnen springen als de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg nooit limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in de vriesruimte. Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog alcohol percentage kan in de vriesruimte gelegd worden. 1. Om het maximale invriesvermogen te benutten, dient u 24 uur voor het invriezen de snelvriesschakelaar in te drukken. Het gele lampje brandt. Als de snelvriesfunctie niet handmatig wordt gestopt, schakelt het apparaat deze functie na 52 uur uit. Het gele lampje gaat uit. Voor het invriezen van hoeveelheden tot 3 kg hoeft u de snelvriesfunctie niet in te schakelen. 2. Alle levensmiddelen voor het invriezen luchtdicht verpakken, zodat ze niet uitdrogen, de smaak niet verloren gaat en de smaak niet op andere diepvriesproducten overgebracht wordt. Voorzichtig! Diepvriesartikelen niet met natte handen aanraken. De handen kunnen daaraan vast vriezen. 3. De verpakte levensmiddelen in de laden leggen. De in te vriezen levensmiddelen in de twee bovenste laden (2), (3) van het apparaat plaatsen. Niet-bevroren artikelen mogen niet in aanraking komen met reeds bevroren waren omdat anders de bevroren artikelen kunnen ontdooien. De laden (4) en (5) dienen alleen voor het bewaren van diepvriesproducten gebruikt te worden. Diepvriesartikelen het liefst naar soort apart in de laden leggen. 4. Nadat de vereiste bewaartemperatuur bereikt is opnieuw op de snelvriesschakelaar drukken. Het gele lampje gaat uit. Tips: • Geschikt voor het verpakken van diepvriesproducten zijn: – diepvrieszakken en -folie van polyethyleen; – speciale diepvriesdozen; – aluminiumfolie, extra sterk. • Voor het sluiten van zakken en folies zijn geschikt: plastic klemmen, elastiekjes of plakband. • Voor het sluiten de lucht uit de zakjes en folies strijken omdat lucht het uitdrogen van bevroren artikelen bevordert. • Maak platte pakjes, deze bevriezen sneller. • Diepvriesdozen niet tot aan de bovenrand vullen met (half) vloeibare diepvriesproducten omdat vloeistof tijdens het invriezen uitzet. 45 IJsblokjes maken 1. IJsbakje voor 3/4 met koud water vullen, in de diepvrieskast plaatsen en laten bevriezen. 2. Om de ijsblokjes los te maken het ijsbakje verdraaien of kort onder stromend water houden. Attentie! Een eventueel vastgevroren ijsbakje nooit met spitse of scherpe voorwerpen losmaken. Gebruik de bijgevoegde ijsschraper. Symbolen bewaarde producten/Diepvrieskalender • De symbolen op de laden geven de diverse soorten diepvriesproducten aan. • De getallen geven voor iedere soort diepvriesproduct de bewaartijd in maanden aan. Of de hoogste of de laagste waarde van de aangegeven bewaartijd geldt, hangt af van de kwaliteit van de levensmiddelen en de behandeling voorafgaand aan het invriezen. Voor levensmiddelen met een hoog vetgehalte geldt altijd de laagste waarde. Ontdooien Als het apparaat aanstaat en als de deur geopend wordt, slaat vocht in het interieur, in het bijzonder op de verdamper, als rijp neer. Deze rijp van tijd tot tijd met de bijgevoegde plastic schraper verwijderen. In geen geval hiervoor harde of spitse voorwerpen gebruiken. Het apparaat dient in ieder geval ontdooid te worden als de rijplaag ca. 4 mm dik is: echter minimaal eenmaal per jaar. Een geschikt moment voor het ontdooien is als het apparaat leeg is of als er nog maar weinig artikelen in liggen. Elke temperatuurstijging vermindert de houdbaarheid van de diepvriesproducten. Schakel daarom ca. 12 uur van te voren het apparaat op snelvriezen, om een koudereserve in de diepvriesproducten te scheppen. 46 Waarschuwing! • Geen elektrische verwarmingsapparaten en geen andere mechanische of kunstmatige hulpmiddelen gebruiken om het ontdooien te versnellen, met uitzondering van de hulpmiddelen die in deze gebruiksaanwijzing aanbevolen worden. • Geen ontdooisprays gebruiken, deze kunnen gevaarlijk voor de gezondheid zijn en/of stoffen bevatten die kunststof aantasten. Voorzichtig! Niet met natte handen aan bevroren artikelen komen. De handen kunnen daaraan vastvriezen. 1. Bevroren artikelen er uitnemen, in meerdere lagen krantenpapier wikkelen en op een koele plaats leggen. 2. Apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken of de zekering in de huisinstallatie uitschakelen. 3. Alle laden er uit halen. Gebruik de kunststof schraper als verlenggootje en plaats daar een opvangschaal onder. Het laatje uittrekken en de ijsschraper plaatsen als verlenggootje voor de opvang van het dooiwater. Tip: Om het ontdooien te versnellen een pan met heet water in het apparaat zetten en de deur sluiten. Afgevallen stukken ijs voordat ze volledig ontdooien verwijderen. 4. Na het ontdooien de vriesruimte plus het interieur grondig schoonmaken (zie hoofdstuk “Reiniging en onderhoud” ). D068 Reiniging en onderhoud Om hygiënische redenen dient het apparaat aan de binnenkant met toebehoren geregeld gereinigd te worden. Waarschuwing! • Het apparaat mag tijdens het schoonmaken niet op het elektriciteitsnet aangesloten zijn. Gevaar voor schokken! Schakel voor het schoonmaken het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact of schakel de zekering uit. • Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er kan vocht in de elektrische onderdelen komen. Gevaar voor schokken! Hete damp kan kunststof onderdelen beschadigen. • Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik genomen wordt. 47 Let op! • Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen kunststof onderdelen aantasten, bijv. – sap van citroen– of sinaasappelschillen; – boterzuur; – schoonmaakmiddelen die azijnzuren bevatten. Dergelijke substanties niet in contact brengen met apparaatonderdelen. • Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken. 1. Bevroren artikelen er uit halen en in meerdere lagen krantenpapier pakken. Alles afgedekt op een koele plaats leggen. 2. Apparaat voor het schoonmaken ontdooien (zie hoofdstuk “Ontdooien”). 3. Apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken of de zekering in de huisinstallatie uitschakelen. 4. Apparaat en interieur met een doek en lauwwarm water schoonmaken. Eventueel een beetje normaal afwasmiddel gebruiken. 5. Daarna met schoon water afnemen en droogmaken. Opdat de vrieskast zo goed mogelijk werkt, één keer per jaar het rooster van het voetstuk verwijderen en de ventilatiekanalen schoonmaken met een borstel of stofzuiger met borstel. Stof belemmert de warmte-afgifte en verhoogt zodoende het energieverbruik. Verwijder de afdekplaat (A) door beide schroeven (B) los te schroeven. Reinig de afdekplaat en de bodem. Plaats hierna de afdekplaat terug en bevestig beide schroeven. 6. Als alles droog is, snelvriesschakelaar inschakelen. Laat de vriezer tenminste 2 uur leeg vriezen. Daarna de levensmiddelen weer in de vriezer plaatsen en het apparaat weer in bedrijf nemen. Magnetische deursluiting Als de deur van de ingeschakelde diepvrieskast wordt gesloten, kan hij alleen met veel kracht dadelijk weer geopend worden, omdat er eerst een vacuüm ontstaat dat de deur gesloten houdt, tot de druk gecompenseerd is. Na enkele minuten kan de deur weer zonder moeite geopend worden. 48 Tips om energie te besparen • Het apparaat niet in de buurt van kachels, verwarmingselementen of andere warmtebronnen plaatsen. Bij een hoge omgevingstemperatuur werkt de compressor vaker en langer. • Zorgen voor voldoende ventilatie van het apparaat. Ventilatieopeningen nooit afdekken. • Geen warme spijzen in het apparaat zetten. Warme spijzen eerst laten afkoelen. • Deur slechts zo lang open laten als nodig is. • De temperatuur niet lager dan nodig instellen. • Diepvriesartikelen voor het ontdooien in de koelkast leggen. De koude in de diepvriesartikelen wordt zo voor koeling van de koelkast gebruikt. Wat te doen als ... Hulp bij storingen Het kan bij een storing om kleine defecten gaan die u zelf aan de hand van de volgende aanwijzingen kunt oplossen. Voer zelf geen verdere werkzaamheden uit als de volgende informatie in concrete gevallen niet verder helpt. Waarschuwing! Reparaties aan het koelapparaat mogen alleen door vakmensen uitgevoerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ontstaan voor de gebruiker. Wend u bij reparatie altijd tot onze service-afdeling. Indien het koelaggregaat niet meer werkt, kan de koudereserve in de diepvriesproducten bij volle belading een periode van ca. 20 uur overbruggen. 49 Wat te doen als ... Storing Mogelijke oorzaken Apparaat is niet aangezet. Apparaat werkt niet, geen enkel controlelampje brandt. Apparaat werkt, het groene lichtje knippert technisch probleem Temperatuur is te koud ingesteld. Gele lampje brandt niet bij ingeschakelde snelvriesGele lampje defect. functie, apparaat werkt. De temperatuur in de vriesruimte is niet voldoende, rode lampje knippert, akoestisch temperatuursisgnaal klinkt. 50 Apparaat aanzetten. Stekker zit niet in het stop- Stekker in stopcontact steken. contact of zit los. Zekering controleren, evenZekering is los of kapot. tueel vernieuwen. Storingen in het lichtnet door uw elektrovakman Stopcontact is kapot. laten verhelpen. Groene lampje brandt niet, gele lampje brandt bij Groene lampje defect. ingeschakelde snelvriesfunctie. Het apparaat koelt te sterk. Oplossing Klantendienst informeren. Contact opnemen met onze service-afdeling. Temperatuurregelaar tijdelijk op warmere instelling draaien. Contact opnemen met onze service-afdeling. Temperatuur is niet juist ingesteld. Zie hoofdstuk “Ingebruikname”. Deur heeft te lang opengestaan. Deur slechts zo lang open laten als nodig is. snelvriesschakelaar indrukken. In de laatste 24 uur zijn grotere hoeveelheden warme levensmiddelen opgeslagen. Snelvriesschakelaar indrukken. Het apparaat staat naast een warmtebron. Zie hoofdstuk “Opstelplaats”. Storing aan het apparaat. Snelvriesschakelaar indrukken. Storing Mogelijke oorzaken Oplossing Sterke rijpvorming in het apparaat, eventueel ook aan de deurafdichting. Op de ondichte plaatsen de deurafdichting voorzichtig met een haardroger Deurafdichting is ondicht verwarmen (niet heter dan (eventueel na het overzet- ca. 50 °C). ten van het deurscharnier). Tegelijkertijd de verwarmde deurafdichting met de hand zo in vorm trekken dat hij weer helemaal sluit. Ongewone geluiden. Apparaat staat niet recht. Apparaat komt tegen de muur of tegen andere voorwerpen aan. Een onderdeel, bijv. een leiding, aan de achterkant van het apparaat komt tegen een ander onderdeel van het apparaat aan of tegen de muur. Na het wijzigen van de Dit is normaal, het betreft temperatuurinstelling start geen storing. de compressor niet direct. Instelvoetjes bijstellen. Apparaat iets wegtrekken Dit onderdeel voorzichtig wegbuigen. De compressor start na enige tijd automatisch. Tip: controleer regelmatig aan de hand van het rode temperatuurcontrolelampje en de thermometer de bewaartemperatuur. Geluiden tijdens de werking De volgende geluiden zijn karakteristiek voor koelapparaten: • Klikken Elke keer als de compressor in- of uitschakelt, hoort u een klik. • Zoemen Zodra de compressor functioneert, hoort u gezoem. • Borrelen/klotsen Wanneer het koelmiddel door smalle leidingen stroomt, kunt u een borrelend of klotsend geluid horen. Ook na het uitschakelen van de compressor is dit geluid nog korte tijd te horen. 51 Bepalingen, normen, richtlijnen Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd en is met inachtneming van de voor deze apparaten geldende normen gemaakt. Bij de fabricage zijn speciaal die maatregelen genomen die vereist zijn volgens de Duitse wet op de veiligheid van apparaten (GSG), de Duitse voorschriften ter voorkoming van ongevallen bij koude-installaties (VBG 20) en de bepalingen van de vereniging van Duitse elektrotechnici (VDE). De koudecirculatie is op dichtheid getest. Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen: – 73/23/EG van 19.2.1973 - laagspanningsrichtlijn – 89/336/EG van 3.5.1989 (met inbegrip van wijzigingsrichtlijn 92/31/EG) - EMC-richtlijn. – 94/2/EG van 21. 01. 1994 - richtlijn voor energie-etikettering – 96/57 EG van 3. 9. 1996 - vereiste met betrekking tot de energieefficiëntie van elektrische huishoudelijke koel- en vriesapparaten en de betreffende combinaties. 52 Vaktermen • Koelmiddel Vloeistoffen die gebruikt kunnen worden voor koudeproductie, worden koelmiddelen genoemd. Deze stoffen hebben verhoudingsgewijs een laag kookpunt, zo laag dat de warmte van de aanwezige levensmiddelen in het koelapparaat, het koelmiddel tot koken ofwel tot verdampen kan brengen. • Koelmiddelkringloop Gesloten kringloopsysteem waarin het koelmiddel zich bevindt. De koelmiddelkringloop bestaat hoofdzakelijk uit verdamper, compressor, condensor en leidingen. • Verdamper In de verdamper verdampt het koelmiddel. Net als alle vloeistof, heeft het koelmiddel warmte nodig om te kunnen verdampen. Deze warmte wordt onttrokken aan de binnenruimte van het koelapparaat, de ruimte koelt daardoor af. Daarom is de verdamper in de binnenruimte geplaatst of gelijk direct de binnenwand ingeschuimd en daardoor niet zichtbaar. • Compressor De compressor ziet eruit als een tonnetje. Hij wordt aangedreven door een ingebouwde elektromotor en is achter, aan de onderkant van het apparaat geplaatst. De compressor zorgt ervoor dat het dampvormige koelmiddel aan de verdamper onttrokken wordt en vervolgens verdicht en naar de condensor geleid wordt. • Condensor De condensor heeft meestal de vorm van een rooster. In de condensor wordt het koelmiddel dat door de compressor verdicht is, gecondenseerd. Hierbij komt warmte vrij die door de oppervlakte van de condensor aan de omgevingslucht afgegeven wordt. De condensor is daarom aan de buitenkant, meestal aan de achterkant van het apparaat, aangebracht. 53 Wijzigingen voorbehouden Con riserva di modifiche www.electrolux.com Sous réserve de modifications www.aeg-electrolux.nl www.aeg-electrolux.it www.aeg-electrolux.fr 2223 500-11-00-21102008
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84

Aeg-Electrolux AG78853-6I Handleiding

Type
Handleiding