Bauknecht Advance 1000 de handleiding

Type
de handleiding
57
UW ELEKTRONISCHE WASMACHINE NL
Deze wasmachine is uitgerust met een volledig elektronische besturing, die grote mogelijkheden voor
u opent. Hiertoe behoren onder andere: nauwkeurige bepaling van de belading,
Dynamic-Sense
Technology
, opsporings- en correctiesysteem van onevenwichtige belading, snelle
programmawijziging, nauwkeurige fasewijzer van het programma, start selectie, weken,
veiligheidsfunctie
“intelligent Water Stop-systeem” (tegen overstroming)
.
De functie
bepaling van de belading
stelt aan het begin van een wasprogramma vast hoeveel
was er in de trommel zit, en optimaliseert de wasprocedure dienovereenkomstig. De machine past
zich automatisch aan tot de heersende omstandigheden: als u een minimum belading wast, spoelt
het programma slechts twee keer tijdens de programma's Kookwas en Synthetische weefsels,
waarbij het spoelresultaat toch zeer goed blijft. U bespaart daardoor water, energie en tijd.
Dankzij de
Dynamic-Sense Technology
past de wasmachine zich optimaal aan aan de
heersende omstandigheden, door ook in geval van kleine beladingen zeer gunstige
verbruikscijfers te bereiken. De temperatuur en de druk van de watertoevoer, de hoeveelheid
water en de hoeveelheid geladen wasgoed zijn de parameters die in aanmerking genomen
worden. De duur van het programma wordt door deze factoren beïnvloed. Dit wordt in
verschillende fasen van het programma gecontroleerd en bijgewerkt. De duur van het programma
kan derhalve tot 60 minuten verschillen.
Het
opsporings- en correctiesysteem van onevenwichtige belading
beschermt uw
wasmachine als de trommel te zeer uit evenwicht is om een centrifugeercyclus te beginnen.
Dit kan gebeuren als de was in de trommel slecht verdeeld is, of als er slechts één groot stuk
wasgoed wordt gewassen. De was wordt opnieuw verdeeld en de centrifugeersnelheid neemt niet
toe totdat de was voldoende is herverdeeld.
Als u het verkeerde programma heeft ingesteld, kunt u dat op elk willekeurig moment snel
veranderen, zonder nieuw wasmiddel te hoeven toevoegen. Stel het gewenste programma in en
laat het apparaat starten. Het nieuwe programma hervat het wasprogramma vanaf het punt
waarop het vorige programma werd afgebroken.
De
nauwkeurige fasewijzer
toont op welk punt het programma is aangekomen, door de LED's
die gaan branden: nadat het programma gestart is, verplaatst de fasewijzer van het programma
zich van links naar rechts, over “Wassen”, “Spoelen”, “Centrifugeren”. Als de actuele fase van het
programma voltooid is, gaat die indicatieled uit.
Het wasproces is onderverdeeld in drie fasen, die corresponderen met de drie was-leds:
1.
Enzymenfase
: op lage temperatuur wordt organisch vuil, zoals bijvoorbeeld bloed, melk en
ei, opgelost.
2.
Verwarmingsfase
: het water wordt verwarmd tot de ingestelde wastemperatuur.
3.
Wasfase
: het wasgoed wordt gewassen en, als de temperatuur stijgt, gebleekt.
Als de optie
“Start selectie”
gebruikt wordt (indien aanwezig), kunt u de begintijd van het
programma van 1 tot 19 uur van te voren instellen. U kunt de begintijd van het programma zo
instellen dat de was op een bepaald tijdstip gedaan zal worden, zodat u voordelige
elektriciteitstarieven 's nachts kunt benutten.
Om bijzonder sterk vervuilde, kleurechte was te weken dient het programma “Bonte was” te
worden geselecteerd, en moet, zodra het water is toegevoerd, op de knop
“Start/Pauze”
worden
gedrukt. Het programma wordt onderbroken en u kunt het wasgoed laten
weken
zolang u wilt.
U kunt het programma vervolgen door nog eens op de knop
“Start/Pauze”
te drukken.
Afhankelijk van het type wasmachine kan deze uitgerust zijn met de veiligheidsfunctie tegen
overstromingen, “
intelligent Water Stop-systeem
”: Ook als uw wasmachine is uitgeschakeld, is
zij in staat waterlekkages op te sporen, en u daarvoor te waarschuwen met een geluidsalarm.
58
WAS
Sterk katoen
Synthetische weefsels
Tere weefsels
De cijfers corresponderen met de maximaal
toegestane wastemperaturen.
Stukken die met de hand gewassen
moeten worden
Niet wassen
Bleken met bleekmiddel mogelijk
Bleken met bleekmiddel niet mogelijk
Droog reinigen mogelijk
Droog reinigen niet mogelijk
DROGEN
Drogen op normale temperatuur
Drogen op een lagere temperatuur
Niet drogen in een droogtrommel
STRIJKEN
Strijken op hoge temperatuur
Strijken op een gemiddelde temperatuur
Niet strijken op hoge temperatuur
Niet strijken
WASETIKETTEN
59
BEKNOPTE HANDLEIDING NL
VOOR HET EERSTE GEBRUIK:
VOLG DE AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
OP.
VOORDAT U DE WASAUTOMAAT IN GEBRUIK NEEMT, DIENT U DE BEUGELS DIE
VOOR HET TRANSPORT AANGEBRACHT ZIJN, TE VERWIJDEREN.
Eerste wasprogramma zonder wasgoed
1.
Draai de kraan open
2.
Sluit de deur van de wasmachine.
3.
Een beetje wasmiddel (ongeveer 30 ml) in het doseerbakje voor wasmiddel doen .
4.
Een kort programma kiezen (zie de programmatabel).
5.
Het lampje
Voeding Aan
geeft aan dat de machine is ingeschakeld.
6.
Het waarschuwingslampje van de knop
Start/Pauze
knippert.
Druk op de knop
Start/Pauze
.
Het eerste programma dient om water dat in de machine is achtergebleven tijdens het
testen in de fabriek te elimineren.
NORMAAL GEBRUIK:
1.
Draai de kraan open
2.
Het wasgoed op textielsoort en kleur sorteren en de wasmachine vullen.
3.
De deur sluiten
4.
Het wasmiddel en eventuele nabehandelingsproducten in het bakje doen.
5.
Het programma, de temperatuur en de extra functies instellen.
6.
Het waarschuwingslampje van de knop
Start/Pauze
knippert.
De knop
Start/Pauze
indrukken.
BELANGRIJK:
Tijdens de eerste 15 minuten na het starten van de programma's Kookwas, Bonte
was en Synthetisch is het mogelijk de deur te openen om ander wasgoed toe te
voegen (indicatielampje Deur open).
Dit is niet mogelijk wanneer de extra functie Snel is gekozen.
60
NL INHOUD
UW ELEKTRONISCHE WASMACHINE
PAGINA
57
WASETIKETTEN
PAGINA
58
DE WASMACHINE MET TOEBEHOREN
PAGINA
61
KINDERBEVEILIGING
PAGINA
61
MILIEUTIPS
PAGINA
62
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
PAGINA
62
TRANSPORT / BEHANDELING
PAGINA
62
VOORBEREIDING VAN HET WASGOED
PAGINA
63
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
PAGINA
64
VERVEN EN BLEKEN
PAGINA
65
DE KEUZE VAN HET PROGRAMMA /
HET STARTEN VAN HET PROGRAMMA
PAGINA
65
START SELECTIE
PAGINA
65
DEURVERGRENDELING /
EINDE VAN HET PROGRAMMA
PAGINA
66
HET PROGRAMMA VERANDEREN /
ONDERBREKEN / WISSEN
PAGINA
66
HET VERWIJDEREN VAN HET FILTER VOOR VREEMDE
VOORWERPEN / AFVOEREN VAN RESTWATER
PAGINA
66
ONDERHOUD EN REINIGING
PAGINA
68
HET OPSPOREN VAN STORINGEN
PAGINA
69
KLANTENSERVICE
PAGINA
71
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
PAGINA
71
61
1.
Werkblad
2.
Bedieningspaneel
3.
Doseerbakje afwasmiddel
4.
Serviceplaatje (op de achterkant van de deur)
5.
Deur
6.
Handgreep voor het openen van de deur
-
Druk op de knop aan de binnenkant van de handgreep en trek eraan, om de deur te openen
-
Sluit de deur door hem stevig dicht te duwen (totdat u een klik hoort)
7.
Kinderbeveiliging (aan de binnenkant van de deur)
8.
Filter (achter deksel)
9.
Plint
10.
Afvoer van restwater (achter de plint)
Om het apparaat tegen onjuist gebruik te beschermen,
dient de plastic schroef aan de binnenkant van de deur te
worden omgedraaid met behulp van een muntstuk of het
dikke, afgeronde uitsteeksel van plastic op het gekleurde
doseringshulpmiddel van het wasmiddel.
1.
Gleuf verticaal: veilige positie, d.w.z. de deur kan niet
vergrendeld worden.
2.
Gleuf horizontaal: normale positie, d.w.z. de deur kan
weer worden vergrendeld.
DE WASMACHINE MET TOEBEHOREN
KINDERBEVEILIGING
62
VERPAKKING
Het verpakkingsmateriaal is 100 % recyclebaar
en draagt het recyclingssymbool . Voor de
verwerking dienen de plaatselijke voorschriften
te worden nageleefd.
Het verpakkingsmateriaal (plastic zakken,
enz.) moet buiten het bereik van kinderen
gehouden worden, want het zou een bron van
gevaren kunnen vormen.
PRODUCT
Het apparaat is geproduceerd van materiaal
dat kan worden gerecycled en moet als afval
worden verwerkt in overeenstemming met de
plaatselijk geldende regels.
Snijd de voedingskabel van het apparaat door
voordat u dit afdankt, zodat het niet meer
bruikbaar is.
MILIEUTIPS
De op de verpakking door de fabrikant
aangegeven dosering wasmiddel niet
overschrijden.
De ecoklep - een speciaal systeem in de
afvoer - zal voorkomen dat er wasmiddel uit
de trommel verloren gaat, om verspreiding
van wasmiddel in het milieu te vermijden.
Verwijder wasmiddel uit het bakje, als u het
apparaat wilt afdanken.
GEBRUIK DE WASAUTOMAAT MET DE
MAXIMALE BELADING
Gebruik energie, water, wasmiddel en tijd op
de beste manier, door de trommel altijd zo
veel mogelijk te laden.
IS EEN VOORWAS NODIG?
Gebruik de Voorwas alleen voor sterk
vervuilde was!
Bespaar wasmiddel, tijd, water en tussen 5 en
15% energieverbruik door Voorwas niet te
selecteren voor normaal vervuilde was.
IS WASSEN OP HOGE TEMPERATUUR
NODIG?
Behandel vlekken eerst met een
vlekkenmiddel of maak ingedroogde vlekken
nat voor het wassen, om niet op hoge
temperatuur te hoeven wassen.
Bespaar 50% energie door op 60° C te
wassen in plaats van 90° C, of op 40° C in
plaats van 60° C.
VOORDAT U EEN DROOGPROGRAMMA
GEBRUIKT
Bespaar energie en tijd door een hoge
centrifugeersnelheid in te stellen, zodat het
watergehalte in de was wordt teruggebracht,
voordat u een droogprogramma gaat
gebruiken (voor automaten met een instelbare
centrifugeersnelheid).
Gebruik het apparaat uitsluitend voor de
huishoudelijke was en voor de aangegeven
doeleinden.
Zorg ervoor dat de installatie en de aansluiting
op het elektriciteitsnet en de waterleiding
overeenkomstig de aanwijzingen van de
fabrikant en de plaatselijke
veiligheidsvoorschriften zijn verricht
(raadpleeg Aanwijzingen voor de installatie).
Schakel het apparaat altijd uit en haal de
stekker uit het stopcontact alvorens
onderhouds- en reinigingswerkzaamheden
te verrichten.
Haal de stekker van het apparaat uit het
stopcontact en draai de kraan dicht wanneer
de machine niet in gebruik is.
Forceer de deur niet bij het openen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen of in
de trommel klimmen. Niet op de deur leunen.
Het verpakkingsmateriaal kan gevaarlijk zijn
voor kinderen: houd al het verpakkingsmateriaal
(plastic zakken, polystyreen enzovoort) buiten
bereik van kinderen.
De wasmachine voldoet aan de Europese
veiligheidsvoorschriften en aan de
EG-Richtlijn 93/68/EEG en norm 93/68/EC.
1.
Haal de stekker uit het stopcontact.
2.
Draai de waterkraan dicht.
3.
Maak de toevoer- en afvoerslangen los.
4.
Laat het restwater uit de wasmachine en de
slangen wegstromen (zie Het verwijderen
van het filter voor vreemde voorwerpen /
afvoeren van restwater).
5.
Monteer de veiligheidsbeugels (verplicht)
(zie Aanwijzingen voor de installatie).
MILIEUTIPS
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
TRANSPORT / BEHANDELING
63
1.
Het wasgoed sorteren naar ...
Textielsoort/symbool op het etiket
Katoen, gemengde weefsels, easy care/
synthetische weefsels, wol, textiel dat met de
hand gewassen moet worden.
Kleur
Witte en bonte was scheiden. Nieuw, gekleurd
wasgoed de eerste keer apart wassen.
Afmeting
Was stukken van verschillende afmetingen
samen voor betere wasresultaten en een
optimale verdeling van de belading in de
trommel.
Tere weefsels
Teer wasgoed apart wassen: gebruik een
speciaal programma voor zuiver
scheerwol , gordijnen en andere tere
weefsels. Haal de ringen van de gordijnen of
doe de gordijnen met ringen in een katoenen
zak. Gebruik het speciale programma voor de
handwas. Was kleine stukken zoals kousen,
riemen of stukken met haakjes (bijvoorbeeld
bh's) in speciale katoenen waszakken of in
kussenslopen met ritssluiting.
2. Maak de zakken leeg
Muntstukken, veiligheidsspelden en dergelijke
kunnen het wasgoed, de trommel en het
waterreservoir beschadigen.
3. Sluitingen
Doe ritssluitingen, knopen of haken dicht
knoop de uiteinden van ceintuurs bijeen.
BEHANDELING VAN VLEKKEN
Vlekken van bloed, melk, eieren en andere
organische stoffen worden normaal
gesproken tijdens de enzymenfase van het
wasprogramma verwijderd.
Voeg voor wijn-, koffie-, thee-, gras-,
fruitvlekken enz. een vlekkenmiddel toe in het
wasmiddelbakje van de lade .
Bij hardnekkige vlekken het wasgoed vooraf
behandelen.
WASGOED IN DE MACHINE DOEN
1.
Open de deur.
2.
Vouw het wasgoed uit en doe het losjes in de
trommel.
3.
De deur sluiten.
AANBEVOLEN BELADINGEN
Zie de aparte programmatabel.
N.B.
Indien de trommel te vol is, wordt het
wasgoed minder goed gewassen en
kreukt het meer.
VOORBEREIDING VAN HET WASGOED
64
KEUZE VAN HET WASMIDDEL
De keuze van het wasmiddel is afhankelijk van:
de textielsoort (katoen, easy care/synthetisch,
tere weefsels, wol).
Opmerking:
gebruik voor wol uitsluitend
speciale wasmiddelen.
de kleur;
de temperatuur van het wasprogramma;
het soort vuil.
Opmerking:
Witte resten op donkere weefsels zijn het
gevolg van onoplosbare waterontharders in
moderne fosfaatvrije waspoeders. Als u deze
resten ziet, de stukken schudden of borstelen
of een vloeibaar wasmiddel gebruiken.
Bewaar wasmiddelen en
nabehandelingsproducten op een droge
plaats, buiten het bereik van kinderen.
Gebruik alleen wasmiddelen en
nabehandelingsproducten die bedoeld zijn
voor apparaten voor huishoudelijk gebruik.
Let erop dat ontkalkingsmiddelen, textielverf en
bleekmiddelen, als u ze gebruikt, geschikt zijn
voor de wasmachine. Ontkalkingsmiddelen
kunnen componenten bevatten die onderdelen
van uw wasmachine kunnen aantasten.
Gebruik geen oplosmiddelen (bijvoorbeeld
terpentine of wasbenzine).
Was geen stoffen in de wasmachine die
behandeld zijn met oplosmiddelen of
ontvlambare vloeistoffen.
DOSERING
Volg de aanwijzingen op de verpakking met
betrekking tot:
het soort vuil;
de belading;
-
volledig beladen trommel: volg de
aanwijzingen van de fabrikant op;
-
halve belading: 3/4 van de hoeveelheid
voor een volledige belading;
-
kleine belading (ca. 1 kg): de helft van de
hoeveelheid voor een volledige belading;
de waterhardheid bij u in de buurt (vraag
hieromtrent informatie bij het
waterleidingbedrijf): bij zacht water heeft u
minder wasmiddel nodig dan bij hard water.
Opmerking:
Een te hoge dosering wasmiddel kan tot sterke
schuimvorming leiden. Het wasgoed wordt
hierdoor minder goed gewassen. Indien er zich
te veel schuim heeft gevormd, kan dit ertoe
leiden dat de wasmachine niet centrifugeert.
Bij een te lage dosering van het wasmiddel
wordt het wasgoed grauw. Bovendien wordt
kalkaanslag op het verwarmingselement en
op de trommel bevorderd.
Stel de wijzer van de waterhardheid in de wasmiddellade in volgens de hardheid van het water in uw
gebied. Verplaats de wijzer zijwaarts in de gewenste positie.
DE WASMIDDELLADE VULLEN MET
WASMIDDEL EN
NABEHANDELINGSPRODUCTEN
1.
Trek de wasmiddellade helemaal naar
buiten, tot hij niet verder kan.
2.
Voeg het wasmiddel toe:
Programma met voor- en hoofdwas
Hoofdwasprogramma zonder voorwas
Als er een vloeibaar wasmiddel wordt
gebruikt, het gekleurde doseringshulpmiddel
uit de zeeplade verwijderen en in het bakje
zetten . De verdeling op de dispenser
helpt bij de dosering.
Wasverzachters (niet boven het teken MAX)
Vlekkenmiddelen
Waterontharders (waterhardheid 4)
Stijfsel (in water opgelost)
3.
Sluit de wasmiddellade helemaal.
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
TABEL WATERHARDHEID
Waterhardheid
gebied
Technische
gegevens
Graden Duitse
hardheid °dH
Graden Franse
hardheid °fH
Clarkeschaal
°eH
1
2
3
4
zacht
gemiddeld
hard
zeer hard
0-7
7-14
14-21
boven 21
0-12
12-25
25-37
boven 37
0-9
9-17
17-26
boven 26
65
Opmerking:
U kunt vloeibare wasmiddelen gebruiken
tijdens de Voorwas voor programma's die
deze extra functie hebben. In dat geval alleen
een waspoeder gebruiken voor de hoofdwas.
Als de extra functie Start selectie wordt
gebruikt, doe dan een vloeibaar wasmiddel in
het doseringshulpmiddel in de trommel.
Als u een geconcentreerde wasverzachter
gebruikt, voeg dan water toe in de
wasmiddellade tot aan het teken MAX.
Om bij het gebruik van geconcentreerde
waspoeders en vloeibare wasmiddelen
problemen bij de verdeling te voorkomen, het
bij het wasmiddel geleverde
doseringshulpmiddel gebruiken en dit
rechtstreeks in de trommel plaatsen.
Verven:
gewoonlijk producten die bestaan uit een
kleurstof, een fixeermiddel en zout. Doe de
kleurstof, het fixeermiddel en vervolgens het zout
rechtstreeks in de lege trommel. Doe daarna pas
het wasgoed in de trommel.
Gebruik alleen verf en bleekmiddelen die
worden aanbevolen voor wasmachines.
Volg de aanwijzingen van de fabrikant op.
Na het verven en bleken kunnen de plastic en
rubberen onderdelen van de wasmachine
gekleurd en gevlekt zijn.
Zie ook het aparte programma-overzicht.
1.
Stel de
programmakeuzeknop
in op het
gewenste programma. Het indicatielampje
boven de knop
Start/Pauze
knippert en de
duur van het programma wordt weergegeven
op het display (indien beschikbaar).
2.
Stel de extra functies in, indien gewenst, door
de corresponderende knop in te drukken.
Het indicatielampje voor deze extra functie
gaat branden.
N.B.
Er klinkt een geluidssignaal als de
combinatie van het programma en de
extra functie zinloos is. Ongeschikte
combinaties van extra functies worden
automatisch ongedaan gemaakt.
Door
nogmaals
op de knop te drukken kan de
extra functie weer uitgeschakeld worden.
De
eind-centrifugeersnelheid
is afhankelijk
van het geselecteerde programma en wordt
aangegeven door het indicatielampje.
De
eind-centrifugeersnelheid
kan worden
veranderd door op de knop Centrifugeren te
drukken.
Bij enkele programmas is de
centrifugeersnelheid beperkt om uw wasgoed
voorzichtig te behandelen. Instelling van een
hogere centrifugeersnelheid is niet mogelijk.
Indien men 0 instelt, wordt het wasgoed niet
gecentrifugeerd na de eindspoeling. Het water
wordt dan eenvoudig afgepompt. Tussentijds
centrifugeren vindt plaats op beperkte snelheid.
3.
Druk op de knop
Start/Pauze
om het
programma te starten.
(Indien beschikbaar)
1.
Stel het programma en de temperatuur,
eventuele extra functies en de
centrifugeersnelheid in.
2.
Druk op de knop
Start selectie
. Het
bijbehorende lampje gaat branden en het
lampje boven de knop
Start/Pauze
knippert. Houd de knop
Start selectie
ingedrukt of druk anders net zo vaak totdat
het gewenste aantal uren bereikt is. Als het
maximum aantal uren voor start selectie is
bereikt, start de teller weer vanaf nul als de
knop nogmaals wordt ingedrukt.
3.
Druk op de knop
Start/Pauze
om het
programma te starten.
De uren voor het uitstel kunnen ook worden
gecorrigeerd nadat de knop
Start/Pauze
is
ingedrukt. Houd ook nu de knop
Start
selectie
ingedrukt of druk er meerdere
malen op, totdat het gewenste aantal uren is
bereikt. Het geselecteerde programma wordt
gestart als het display heeft afgeteld tot 00.
Het uitstel van de start wissen: als er toch geen
uitstel van de start gewenst wordt, draai de
programmakeuzeknop dan om en zet hem op
de gewenste stand. De resterende tijd van het
geselecteerde programma verschijnt en het
lampje boven de knop
Start/Pauze
knippert.
Het programma kan nu worden gestart door
onmiddellijk de knop in te drukken.
Als het programma veranderd wordt na de
instelling van het uitstel, wordt de optie Start
selectie geannuleerd en wordt de resterende
tijd weergegeven. Het lampje boven de knop
Start/Pauze
knippert. Het programma
wordt niet gestart.
Opmerking:
bij vloeibaar wasmiddel dient
een direct in de trommel geplaatst
doseringshulpmiddel te worden gebruikt, als
er een uitgestelde start van het programma
is ingesteld.
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
VERVEN EN BLEKEN
DE KEUZE VAN HET PROGRAMMA /
HET STARTEN VAN HET PROGRAMMA
START SELECTIE
66
DEURVERGRENDELING
De deur wordt automatisch vergrendeld nadat het
programma gestart is, tot aan het einde van het
programma. Het display Deur niet vergrendeld
gaat uit.
Uitzondering:
in de programmas Katoen en
Synthetisch en tijdens de voorwas voor deze
programmas kan de deur tijdens de eerst e15
minuten na de start van het programma worden
geopend om wasgoed toe te voegen.
Dit is niet mogelijk als Snel programma is
ingesteld.
Als de programmakeuzeknop op “” gezet is of
als de stroom uitvalt, wordt de deur na ongeveer
twee minuten ontgrendeld.
AAN HET EINDE VAN HET PROGRAMMA
Het einde van het programma wordt aangegeven:
Doordat het lampje Deur open gaat branden
en de resttijdindicator (indien beschikbaar)
0:00 weergeeft,
Er klinkt driemaal een geluidssignaal,
De lampjes van de fasewijzer
zijn allemaal uit.
HET PROGRAMMA OF DE EXTRA
FUNCTIES WIJZIGEN
1.
Zet de programmakeuzeknop op het nieuwe
programma. Stel de extra functies en de
centrifugesnelheid opnieuw in, als dat nodig
is. Het indicatielampje boven de
Start/
Pauze
-toets zal knipperen.
Opmerking:
de extra functies Start selectie en
Voorwas kunnen niet opnieuw
worden geselecteerd als het
programma gewijzigd wordt.
2.
Druk op de toets
Start/Pause
. Het nieuwe
programma zal doorgaan vanaf hetzelfde
programmadeel waarop het actuele
programma is onderbroken.
Opmerking:
voeg voor dit programma geen
wasmiddel meer toe.
ONDERBREKING / PAUZE VAN HET
PROGRAMMA
Indien een programma voor een bepaalde tijd
onderbroken moet worden en vervolgens weer
moet worden hervat:
1.
Druk op de knop
Start/Pauze
.
Het lampje brandt.
2.
Druk na de gewenste pauze nogmaals op de
knop
Start/Pauze
.
HET PROGRAMMA ANNULEREN
Als het actuele programma voortijdig beëindigd
en geannuleerd moet worden, moet het water
eerst worden weggepompt voordat de deur mag
worden geopend:
1.
Zet de programmakeuzeknop om de
programma-instelling
Afpompen
.
Het lampje boven de knop
Start/Pauze
knippert. De indicator van de centrifuge staat
op 0 en de resttijdindicator (indien
beschikbaar) staat op 0:02 minuten.
2.
Druk op de knop
Start/Pauze
om het
programma
Afpompen
te starten.
WANNEER MOET HET FILTER WORDEN
VERWIJDERD?
Controleer het filter twee of drie maal per jaar, en
reinig het indien nodig.
Controleer het filter voor vreemde voorwerpen
als het water niet goed wordt afgevoerd of als
het apparaat niet centrifugeert.
Verwijder het filter als de pomp geblokkeerd is
door een of ander voorwerp (knopen, munten,
veiligheidsspelden, etc.).
BELANGRIJK:vergewis u ervan dat het water
voldoende tijd heeft gehad om
af te koelen, voordat het wordt
afgepompt.
DEURVERGRENDELING / EINDE VAN HET PROGRAMMA
HET PROGRAMMA VERANDEREN /
ONDERBREKEN / WISSEN
HET VERWIJDEREN VAN HET FILTER VOOR VREEMDE
VOORWERPEN / AFVOEREN VAN RESTWATER
67
HET VERWIJDEREN VAN HET FILTER
VOOR VREEMDE VOORWERPEN
1.
Schakel het apparaat uit (zet de
programmakeuzeknop op de stand en
haal de stekker uit het stopcontact).
2.
Verwijder het gekleurde doseringshulpmiddel
uit de wasmiddellade en gebruikt het om het
filterdeksel open te maken.
3.
Zet een bak onder het filter.
4.
Draai het filter langzaam tegen de klok in
totdat de hendel zich in verticale positie
bevindt; haal het filter nog niet weg.
5.
Wacht tot al het water in de bak gestroomd is.
6.
Schroef het filter nu helemaal los en haal het weg.
7.
Verwijder eventuele vreemde voorwerpen uit
het filter.
8.
Vergewis u ervan dat de pomprotor niet vast zit.
9.
Breng het filter weer aan en schroef het zo
ver als mogelijk is met de wijzers van de klok
mee (totdat de hendel zich in horizontale
positie bevindt).
10.
Sluit het deksel.
11.
Giet 0,5 l water in de wasmiddellade om het
besparingssyteem weer in te schakelen.
12.
Sluit het apparaat aan op het stopcontact.
13.
Stel een programma in en start het.
WANNEER MOET HET RESTWATER
WORDEN AFGEVOERD?
Voordat u de wasmachine wilt transporteren.
In een ruimte waarin de temperatuur soms
onder het nulpunt zakt. Het is het beste om het
water in dit geval na elke was af te pompen.
HET AFVOEREN VAN HET RESTWATER
De slang voor de afvoer van het restwater
bevindt zich achter de plint van de wasmachine.
Haal de stekker uit het stopcontact alvorens
het restwater af te pompen.
1.
Verwijder plint voorzichtig met het dunne
afgeronde uiteinde van het gekleurde
doseringshulpmiddel uit de wasmiddellade.
2.
Pak de dop vast en trek hem naar buiten.
Verwijder de dop van het uiteinde van de
slang.
3.
Laat het water weglopen in een lage bak,
breng de dop weer aan en plaats de slang
terug in zijn compartiment.
4.
Giet voordat u de machine weer gebruikt
ongeveer 1 liter water in de wasmiddellade om
het besparingssysteem weer in te schakelen.
HET VERWIJDEREN VAN HET FILTER VOOR VREEMDE
VOORWERPEN / AFVOEREN VAN RESTWATER
68
BEHUIZING EN BEDIENINGSPANEEL
Gebruik gewone, voor de huishouding
gebruikte reinigingsmiddelen (gebruik geen
schuurmiddelen).
Maak de oppervlakken droog met een zachte
doek.
WASMIDDELLADE
1.
Maak de wasmiddellade los door de hendel
in het voorwasbakje in te drukken en hem
naar buiten te trekken.
2.
Verwijder de onderdelen (sifon van het
wasverzachtergedeelte en het
doseringshulpmiddel voor vloeibare
wasmiddelen).
3.
Schoon spoelen onder stromend water.
4.
Plaats de onderdelen terug en breng de
wasmiddellade terug op zijn plaats. Druk de
sifon stevig op zijn plaats.
DEURMANCHET
Zo nodig schoonmaken met een vochtige doek.
Controleer de vouw van de afdichting
regelmatig op vreemde voorwerpen.
FILTERS VAN DE WATERSLANG
Geregeld controleren en schoonmaken.
Machines met een rechte watertoevoerslang
(zie afbeelding)
1.
Draai de waterkraan dicht.
2.
Schroef de watertoevoerslang van de kraan.
3.
Reinig het interne inlaatfilter.
4.
Reinig het interne inlaatfilter.
5.
Schroef de toevoerslang weer op de
waterkraan.
6.
Schroef de toevoerslang los van de
wasmachine.
7.
Haal het filter met de speciale tang uit de
wasmachine en reinig het.
8.
Zet het filter terug en schroef het weer vast
aan de aansluiting op de machine.
9.
Open de waterkraan en
controleer of de
verbindingen niet lekken.
Wasmachine met Water Stop-slang
(zie afbeelding)
1.
Draai de waterkraan dicht.
2.
Schroef de watertoevoerslang los van de
kraan.
3.
Reinig het interne inlaatfilter.
4.
Schroef de toevoerslang weer op de
waterkraan.
5.
Open de waterkraan en
controleer of de
verbindingen niet lekken.
FILTER
Controleer het filter regelmatig, twee of drie maal per
jaar, en reinig het (zie Het verwijderen van het filter
voor vreemde voorwerpen / afvoeren van
restwater).
ONDERHOUD EN REINIGING
Rechte slang Waterstopslang
1
2
2
69
Deze wasmachine is uitgerust met automatische
veiligheidsfuncties, die eventuele storingen
kunnen opsporen en signaleren, en in een vroeg
stadium reageren.
Het gaat daarbij vaak om kleine storingen die snel
opgelost kunnen worden.
Bijvoorbeeld:
De wasmachine start niet en er brandt
geen lampje.
Controleer of:
de stekker goed in het stopcontact zit;
het wandstopcontact gevoed wordt
(sluit bijvoorbeeld een tafellamp aan).
Het apparaat start niet, maar het lampje
Start/Pauze knippert.
Controleer of:
de deur van het apparaat goed gesloten is
(kinderbeveiliging);
er een programma geselecteerd en gestart is;
de waterkraan open is gedraaid.
De wasautomaat blokkeert tijdens een
programma.
Controleer of:
het lampje
Spoelstop
knippert. Schakel
deze extra functie uit door de knop nog eens
in te drukken;
er een ander programma geselecteerd is.
Selecteer het gewenste programma opnieuw
en druk op de knop
Start/Pauze
;
het lampje
Start/Pauze
knippert. Druk op
de knop
Start/Pauze
;
de deur is geopend en het lampje
Start/
Pauze
knippert. Druk deze nog eens in;
het veiligheidssysteem van het apparaat werd
geactiveerd. Zie de storingsbeschrijving.
Er zitten resten van wasmiddel en
nabehandelingsproducten in de
wasmiddellade.
Controleer of:
de sifon goed geïnstalleerd en schoon is
(zie Onderhoud en reiniging);
Er genoeg water wordt toegevoerd. De filters
kunnen verstopt zijn (zie Onderhoud en
reiniging / Filters van de waterslang).
De wasautomaat trilt tijdens het
centrifugeren.
Controleer of:
het apparaat goed horizontaal staat, op alle
vier de pootjes (zie Aanwijzingen voor de
installatie);
de transportbeugels verwijderd zijn. Voordat u
de wasmachine in bedrijf kunt stellen, is het
absoluut noodzakelijk om de
veiligheidsbeugels voor het transport te
verwijderen (zie Aanwijzingen voor de
installatie).
Na afloop van het wasprogramma is het
wasgoed niet of niet voldoende
gecentrifugeerd.
De wasmachine heeft een detectie- en
correctiesysteem voor het geval de lading uit
balans is. Als u enkele zware stukken wasgoed in
de machine wast (badmat, badjas enzovoort), is
het mogelijk dat dit systeem de
centrifugeersnelheid verlaagt om het apparaat te
beschermen of de centrifugeercyclus zelfs
onderbreekt, als de lading ook na verschillende
startpogingen te zeer uit evenwicht blijft.
Indien het wasgoed na het centrifugeren nog
nat is, kleinere stukken wasgoed toevoegen en
het centrifugeerprogramma opnieuw starten.
Sterke schuimvorming kan de
centrifugeercyclus blokkeren.
Zorg ervoor dat de juiste hoeveelheid
wasmiddel wordt gebruikt.
HET OPSPOREN VAN STORINGEN
70
Wat te doen als het veiligheidssysteem van de wasmachine een storing constateert?
Het programma wordt onderbroken, er klinkt een geluidssignaal en de storing wordt door
verschillende indicatoren (indien beschikbaar) gesignaleerd.
Tabel omschrijvingen storingen
a. Storing in de watertoevoer (er wordt geen of
onvoldoende water toegevoerd)
De indicator Waterkraan brandt of op het
display verschijnen afwisselend H en F en er
klinkt een geluidssignaal. Schakel het apparaat
uit door de programmakeuzeknop op de
stand te draaien en haal de stekker uit het
stopcontact.
Controleer of:
de waterkraan helemaal open is en de
watertoevoerdruk hoog genoeg is;
de watertoevoerslang bekneld zit;
de filters verstopt zijn (zie Onderhoud en
reiniging / Filters van de waterslang);
de watertoevoerslang bevroren is;
het apparaat heeft een veiligheidsslang en
de veiligheidsklep is geopend (rood lampje
in het inspectievenster van de
veiligheidsklep); Vervang de slang in dit
geval door een nieuwe veiligheidsslang.
Sluit het apparaat aan op het stopcontact.
Selecteer opnieuw het gewenste programma
en druk op de knop
Start/Pauze
om het
programma te vervolgen (voeg voor dit
programma geen wasmiddel toe).
b. Storing in de waterafvoer
Op het display verschijnen afwisselend P en
F en er klinkt een geluidssignaal. Schakel het
apparaat uit door de programmakeuzeknop op
de stand te draaien en haal de stekker uit
het stopcontact.
Controleer of:
de afvoerslang geknikt is (zie
Aanwijzingen voor de installatie);
de pomp / het filter voor vreemde
voorwerpen geblokkeerd is (zie Het
verwijderen van het filter voor vreemde
voorwerpen / afvoeren van restwater).
BELANGRIJK:
alvorens het water uit de
machine te laten lopen, dient u zich ervan
te verzekeren dat het is afgekoeld.
het water in de afvoerslang bevroren is.
Sluit het apparaat aan op het stopcontact.
Selecteer opnieuw het gewenste programma
en druk op de knop
Start/Pauze
om het
programma te vervolgen (voeg voor dit
programma geen wasmiddel toe).
Als de storing aanhoudt, contact opnemen met
de klantenservice (zie Klantenservice).
c. Storing elektrische module
Het lampje
Centrifugeersnelheid
en de
extra functie
Start selectie
knipperen en
er klinkt een geluidssignaal. Op het display
verschijnt F4 tot F16.
Zet de wasmachine uit. Selecteer een
programma en druk nog eens op de knop
Start/Pauze
.
Het programma zal doorgaan.
Als de storing aanhoudt, contact opnemen
met de klantenservice (Zie Klantenservice).
d. Storing waterstop
Er klinkt een geluidssignaal. Het indicatielampje
van de Water Stop brandt. Op het display
verschijnt afwisselend A en F.
Schakel het apparaat uit door de
programmakeuzeknop op de stand te
draaien, haal de stekker uit het stopcontact en
verzeker u ervan dat de waterkraan dicht is.
De Waterstop kan ingeschakeld
worden door:
1. te veel schuim.
2. een lek in de toevoerslang of in het
apparaat.
Kantel het apparaat voorzichtig voorover om
het verzamelde water weg te laten stromen.
Vervolgens:
1. sluit het apparaat aan op het stopcontact,
2. draai de watertoevoer naar de
wasmachine open (indien de knop
Start/Pause
niet is ingedrukt, maar de
wasmachine begint te vullen, de
watertoevoer afsluiten en de
klantenservice bellen),
3. Selecteer opnieuw het gewenste
programma en druk op de knop
Start/
Pauze
(er hoeft geen wasmiddel te
worden toegevoegd). Het programma
wordt vervolgd.
Indien de storing aanhoudt, de
klantenservice bellen met details over de
storing, (zie Klantenservice).
Storing Waterstop wanneer de
programmakeuzeknop op de stand staat.
Het apparaat geeft een waterlekkage ook
aan als het is afgekoppeld van het
elektriciteitsnet.
Er klinkt een geluidssignaal. Op het display
verschijnen afwisselend A en F.
Het waterlek kan veroorzaakt worden door
een lek in de toevoerslang of in het apparaat.
Haal de stekker uit het stopcontact,
controleer of de waterkraan dicht is en kantel
het apparaat voorover om het verzamelde
water weg te laten stromen.
Bel de klantenservice met details over de
storing, (zie Klantenservice).
HET OPSPOREN VAN STORINGEN
Klein lampje gaat
branden
Digitaal display Geluidssignaal Omschrijving storing
Waterkraan H en F 30 sec Storing in de watertoevoer
- P en F 30 sec Storing in de afvoer
- F4 tot en met F16 30 sec
Storing in de elektrische
onderdelen
Waterstop”“A en F 30 sec Storing waterstop
71
Voordat u contact opneemt met de
Klantenservice:
1.
Controleer of u er in slaagt de storing zelf te
verhelpen (zie Het opsporen van
storingen).
2.
Start het programma opnieuw om te
controleren of het probleem is opgelost.
3.
Als de machine nog steeds niet goed werkt,
bel dan de Klantenservice.
Vermeld:
De aard van de storing.
Het model.
Het Service-nummer (dit nummer bevindt zich
achter het woord 'SERVICE').
Het Service-plaatje bevindt zich
aan de binnenzijde van de deur.
Uw volledige adres.
Uw telefoonnummer en netnummer.
Het telefoonnummer en adres van de
Klantenservice bevindt zich op het
garantiebewijs. U kunt ook de dealer
raadplegen bij wie u het apparaat heeft
gekocht.
VEILIGHEIDSBEUGELS VOOR HET
TRANSPORT
De wasmachine is voorzien van
veiligheidsbeugels om te voorkomen dat de
interne onderdelen van het apparaat beschadigen
tijdens transport.
Voordat u de wasautomaat in gebruik neemt,
dient u de veiligheidsbeugels, die voor het
transport zijn aangebracht, te verwijderen
(Afb. 1).
1.
Draai met behulp van de bijgeleverde sleutel
de schroeven losser
(Afb. 2).
2.
Schroef de schroeven met de hand los.
3.
Houd iedere schroef tegen en verwijder ze via
de grootste zijde van het gat.
4.
Sluit de nu vrijgekomen gaten af met de
hiervoor bestemde plastic dopjes; plaats de
dopjes in het brede deel van het gat en schuif
hen naar binnen in het smalle gedeelte, totdat
ze op hun plaats klikken
(Afb. 3).
5.
Bewaar de veiligheidsbeugels.
Belangrijk
Wanneer het apparaat weer wordt vervoerd,
moeten de transportbeugels weer worden
gemonteerd.
Verwijder de plastic dopjes met een
schroevendraaier, schuif ze tegen de richting van
de pijl en verwijder ze. Bevestig nu de
veiligheidsbeugels door de hierboven beschreven
montage-handelingen in omgekeerde volgorde uit
te voeren.
KLANTENSERVICE
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
Afb. 1
Afb. 2
Afb. 3
72
INSTALLATIE
Plaats de wasautomaat op een stabiele en vlakke
ondergrond, zo mogelijk in de hoek van een vertrek.
Controleer of alle pootjes stevig op de vloer rusten
en controleer of de wasmachine exact horizontaal
staat (gebruik hiervoor een waterpas).
Indien de vloer onregelmatig is, de pootjes bijstellen
(leg geen stukken hout en dergelijke onder de
pootjes):
1.
Draai de tegenmoer los met behulp van de
bijgeleverde sleutel.
2.
Stel de pootjes met de hand in.
3.
Draai de tegenmoer, tegen de klok in, vast tegen de
wasmachine.
Indien de wasautomaat op een houten balkenvloer
wordt geplaatst, het apparaat op een hardboard
plaat van 60 x 60 cm groot en 3 cm dik zetten.
De plaat aan de vloer bevestigen.
WERKBLAD / VEILIGHEIDSBLAD
Installeer de wasautomaat alleen onder een
doorlopend werkblad.
Als het apparaat wordt ingebouwd, mag dat alleen
gebeuren met behulp van het UBS veiligheidsblad.
Deze kan worden verkregen bij de speciaalhandel
of via de Klantenservice.
Haal de stekker uit het stopcontact.
1.
Verwijder de bevestigingsschroeven die in de
achterzijde van de wasmachine zitten, uit het
werkblad.
2.
Schuif het werkblad zo ver mogelijk naar achteren
en trek het weg terwijl u het optilt.
Monteer het veiligheidsblad aan de hand van de
instructies.
3.
Draai de bevestigingsschroeven opnieuw aan.
AFMETINGEN VAN DE RUIMTE VOOR
INSTALLATIE ONDER HET BLAD
Breedte 600 mm
Hoogte 825 mm
Diepte 600 mm
WAARSCHUWING:
Steek de stekker van het apparaat alleen in het
stopcontact nadat het veiligheidsblad of het werkblad
van het apparaat zijn geplaatst.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
73
WATERTOEVOER
Watertoevoer: uitsluitend koud water
Kraan: 3/4 schroefdraadaansluiting voor slang
Druk : 100-1000 kPa (1-10 bar).
WATERTOEVOERSLANG
1.
Schroef de toevoerslang met zorg vast aan de
kraan, bij voorkeur met de hand. Let erop dat er
geen knikken in de afvoerslang zitten.
2.
Controleer of de kraan en de aansluitingen van het
apparaat niet lekken door de kraan volledig open
te draaien.
Indien de slang te kort is, deze vervangen door
een drukslang (min. 1000 kPa, conform de norm
EN 50084) van de juiste lengte.
Controleer de watertoevoerslang geregeld op
barsten of scheuren en vervang hem indien nodig.
De wasmachine kan zonder terugslagklep worden
aangesloten.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften van het
Waterleidingbedrijf.
WATER STOP (afhankelijk van het model)
Draai de connector met schroefdraad met het filter
erin op de dop in de wartelmoer op de waterkraan.
Open de waterkraan volledig en controleer of het
aansluitpunt waterdicht is.
Het apparaat mag niet worden aangesloten op de
mengkraan van een waterverwarmer die niet
onder druk staat.
De toevoerslang en de plastic doos van de
wateraansluiting bevatten elektrische onderdelen.
N.B. De slang niet doorsnijden en de plastic doos
niet onderdompelen in water.
Bij beschadiging van de slang de wasautomaat
onmiddellijk van het elektriciteitsnet afkoppelen.
Indien de slang niet lang genoeg is, deze
vervangen door een Water Stop slang met een
lengte van 3 meter (verkrijgbaar bij de
klantenservice of uw handelaar). Deze handeling
mag uitsluitend door een gekwalificeerd elektricien
worden uitgevoerd.
AFVOER
De waterafvoerslang aansluiten.
Sluit de afvoerslang aan op de sifon of haak hem
met het elleboogstuk aan de rand van een wasbak
of badkuip (zie afbeelding).
De afvoerslang mag niet aan kleine wasbakken
worden gehaakt.
Max. afvoerhoogte: 1,25 m
Indien het nodig is een verlengstuk te gebruiken,
een slang van hetzelfde type gebruiken en de
aansluitpennen vastzetten met klemmen.
Max. lengte afvoerslang: 2,50 m
Belangrijk:
Let erop dat er geen knikken in de afvoerslang
zitten. Zet de slang vast zodat hij niet kan vallen
wanneer de wasmachine draait.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
Rechte slang Waterstopslang
74
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Houd u aan de plaatselijke voorschriften voor
elektrische aansluitingen.
Het apparaat mag uitsluitend op het
elektriciteitsnet worden aangesloten door middel
van een stopcontact dat overeenkomstig de
geldende verordeningen geaard is. Het is wettelijk
verplicht de apparatuur te aarden. De fabrikant
aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor
schade aan voorwerpen of voor letsel aan
personen of dieren die/dat direct of indirect
veroorzaakt is door het niet in acht nemen van
deze voorschriften.
De gegevens met betrekking tot de spanning, het
opgenomen vermogen en de benodigde
beveiliging staan op de binnenkant van de deur
van het apparaat.
De elektrische voedingskabel mag, indien nodig,
uitsluitend met een originele voedingskabel
vervangen worden en alleen door een technicus
van een erkende Klantenservice.
De wasmachine voldoet aan de Europese
veiligheidsvoorschriften, EG-Richtlijn
93/68/EEG en norm 93/68/EC.
Gebruik geen verlengkabels of meervoudige
stopcontacten.
Na de installatie moeten de stekker of de
afkoppeling van het elektriciteitsnet via een
tweepolige schakelaar altijd toegankelijk zijn.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18

Bauknecht Advance 1000 de handleiding

Type
de handleiding