Documenttranscriptie
DIFP 48T9
IT
Italiano
DE
Deutsch
Istruzioni per l’uso
Gebrauchsanleitung
LAVASTOVIGLIE - Sommario
GESCHIRRSPÜLER – Inhaltsverzeichnis
Istruzioni per l’uso, 1
Precauzioni e Consigli, 2-3
Assistenza, 8
Scheda prodotto, 9
Installazione, 11-12
Descrizione dell’apparecchio, 13
Sale Rigenerante e Brillantante, 14
Caricare i cesti, 15-16
Detersivo e uso della lavastoviglie, 17
Programmi, 18
Programmi Speciali ed Opzioni, 19
Manutenzione e cura, 20
Anomalie e rimedi, 21
Gebrauchsanleitung, 1
Vorsichtsmaßnahmen und Hinweise, 4-5
Kundendienst, 8
Produktdatenblatt, 10
Installation, 34-35
Beschreibung Ihres Geschirrspülers, 36
Regeneriersalz und Klarspüler, 37
Beladen der Körbe, 38-39
Spülmittel und Verwendung des Geschirrspülers, 40
Programme, 41
Sonderprogramme und Optionen, 42
Reinigung und Pflege, 43
Störungen und Abhilfe, 44
FR
Français
NL
Nederlands
Mode d’emploi
Gebruiksaanwijzing
LAVE-VAISSELLE - Sommaire
AFWASAUTOMAAT - Inhoud
Mode d’emploi, 1
Précautions et conseils, 3-4
Service, 8
Fiche produit, 9
Installation, 23-24
Description de l’appareil, 25
Sel régénérant et Produit de rinçage, 26
Charger les paniers, 27-28
Produit de lavage et utilisation du lave-vaisselle, 29
Programmes, 30
Programmes spéciaux et Options, 31
Entretien et soin, 32
Anomalies et remèdes, 33
Gebruiksaanwijzingen, 1
Voorzorgsmaatregelen en advies, 5-6-7
Service, 8
Productkaart, 10
Installatie, 45-46
Beschrijving van het apparaat, 47
Onthardingszout en glansmiddel, 48
Het laden van de rekken, 49-50
Vaatwasmiddel en gebruik van de afwasautomaat, 51
Programma’s, 52
Speciale programma's en opties, 53
Onderhoud en verzorging, 54
Storingen en oplossingen, 55
Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele
toekomstige raadpleging. Wanneer u het
product weggeeft, verkoopt of wanneer u
verhuist, dient u dit boekje bij het apparaat
te bewaren.
Lees de aanwijzingen zorgvuldig door: er
staat belangrijke informatie in over installatie,
gebruik en veiligheid.
Dit apparaat is ontworpen voor huishoudelijk
gebruik of gelijksoortige toepassingen,
bijvoorbeeld:
- boerderijen;
- gebruik door klanten in hotels, motels en
andersoortige verblijfsmogelijkheden;
- bed and breakfasts.
Haal het apparaat uit de verpakking en
controleer dat het geen schade heeft geleden
tijdens het transport. Als het apparaat
beschadigd is, moet u het niet aansluiten
maar de dealer inschakelen.
•
•
•
•
•
•
•
•
Algemene veiligheid
• Dit apparaat mag worden gebruikt door
kinderen van 8 jaar en ouder en door
personen met een beperkt lichamelijk,
sensorisch of mentaal vermogen, ofwel
personen die geen ervaring hebben of de
nodige kennis, mits zij onder strikt toezicht
staan van een persoon die verantwoordelijk
is voor hen, ofwel nadat zij de nodige
instructies hebben gekregen betreffende
het veilig gebruik van het apparaat en zij
begrijpen wat de gevaren zijn die ermee
verbonden zijn.
• Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen.
• De reiniging en het onderhoud van het
apparaat moeten door de gebruiker worden
uitgevoerd. Deze twee handelingen dienen
niet te worden uitgevoerd door kinderen
zonder toezicht.
• Dit apparaat is ontwikkeld voor nietprofessioneel gebruik binnenshuis.
• Dit apparaat moet worden gebruikt voor het
wassen van huishoudelijke vaat en volgens
de aanwijzingen die terug zijn te vinden in
dit boekje.
• De afwasautomaat mag niet buitenshuis
worden geïnstalleerd, ook niet in overdekte
toestand. Het is zeer gevaarlijk hem bloot
te stellen aan regen en onweer.
• Raak de afwasautomaat niet blootsvoets
aan.
• Haal de stekker niet uit het stopcontact
6
•
door eraan te trekken, maar door hem beet
te pakken.
Aan het eind van iedere cyclus en voordat
u de afwasautomaat reinigt of onderhoud
uitvoert, moet u de waterkraan afsluiten en
de stekker uit het stopcontact halen.
Het maximale aantal couverts wordt
aangegeven in de productfiche.
Bij een storing mag u in geen geval aan
de interne mechanismen sleutelen om een
reparatie trachten uit te voeren.
Leun niet tegen de open deur aan en ga
er niet op zitten. Het apparaat zou om
kunnenvallen.
De deur dient niet in openstaande stand
gelaten te worden omdat men erover zou
kunnen struikelen.
Houd het was- en glansmiddel buiten het
bereik van kinderen.
Het verpakkingsmateriaal is geen
speelgoed voor kinderen.
Messen en gebruiksvoorwerpen met
scherpe randen moeten in de bestekkorf
worden geplaatst met de punt/het
lemmet naar beneden toe gericht of in
horizontale stand op de opklaprekjes of in
de besteklade/het derde rek bij modellen
waar dit voorkomt.
Het apparaat dient op de waterleiding te
worden aangesloten m.b.v. de nieuwe
toevoerbuis. De oude toevoerbuis mag niet
meer worden gebruikt.
Als de vaatwasser vrijstaand is, moet
de achterzijde tegen een muur worden
geplaatst.
Afvalverwijdering
• Houd u aan de lokale normen, zodat
het verpakkingsmateriaal kan worden
hergebruikt.
• De Europese richtlijn 2012/19/EU
betreffende afgedankte elektrische
en elektronische apparatuur (AEEA)
voorziet dat elektrische apparaten niet
met het gewone huisvuil mogen worden
meegegeven. Afgedankte apparaten
moeten gescheiden worden ingezameld
om het recyclen en herwinnen van de
gebruikte materialen te optimaliseren en
potentiële schade voor de gezondheid
en het milieu te voorkomen. Het symbool
van de afvalemmer met een kruis staat op
alle producten om de consument eraan te
herinneren dit product gescheiden in te
zamelen.
Voor meer informatie betreffende het
verwijderen van elektronische apparatuur
kan de consument zich wenden tot de
gemeentelijke reinigingsdienst of de
verkoper.
Energiebesparing en respect voor
het milieu
Water en energie besparen
• Start de afwasautomaat alleen als hij
volgeladen is. Als u moet wachten totdat de
afwasautomaat gevuld is, kunt u vervelende luchtjes
vermijden door het programma Inweken te
gebruiken (waar beschikbaar - zie Programma’s).
• Selecteer een geschikt programma voor
het type vaat en het soort vuil door de
Programmatabel te raadplegen:
- voor een gemiddeld vuile vaat gebruikt u
het programma Eco, dat een laag energieen waterverbruik garandeert;
- als u een kleine vaat heeft, activeert u
de optie Halve lading (waar beschikbaar - zie
Speciale programma’s en opties).
• Als uw elektriciteitsbedrijf op bepaalde
tijden of dagen goedkopere tarieven heeft,
kunt u de afwasautomaat op deze tijden
gebruiken. De optie Uitgestelde start kan
helpen om het wassen op deze wijze te
organiseren (waar beschikbaar - zie Speciale
programma’s en opties).
7
IT
Assistenza
Prima di contattare l’Assistenza:
• Verificare se l’anomalia può essere risolta da soli (vedi Anomalie
e Rimedi).
• Riavviare il programma per controllare se l’inconveniente è stato
ovviato.
• In caso negativo, contattare il Servizio Assistenza Tecnica
Autorizzato.
Non ricorrere mai a tecnici non autorizzati.
Comunicare:
• il tipo di anomalia;
• il modello della macchina (Mod.);
• il numero di serie (S/N).
Queste informazioni si trovano sulla targhetta caratteristiche posta
sull’apparecchio (vedi Descrizione dell’apparecchio).
Assistenza Attiva 7 giorni su 7
Se nasce il bisogno di intervento chiamare il Numero Unico Nazionale
199.199.199*.
Un operatore sarà a completa disposizione per fissare un
appuntamento con Centro Assistenza Tecnico autorizzato più vicino
al luogo da cui si chiama.
È attivo 7 giorni su 7, sabato e domenica compresi, e non lascia mai
inascoltata una richiesta.
* Al costo di 14,25 centesimi di Euro al minuto (iva inclusa) dal Lun.
al Ven. dalle 08:00 alle 18:30, il Sab. dalle 08:00 alle 13:00 e di 5,58
centesimi di Euro al minuto (iva inclusa) dal Lun. al Ven. dalle 18:30
alle 08:00, il Sab. dalle 13:00 alle 08:00 e i giorni festivi, per chi chiama
dal telefono fisso.
Per chi chiama da radiomobile le tariffe sono legate al piano tariffario
dell’operatore telefonico utilizzato.
Le suddette tariffe potrebbero essere soggette a variazione da parte
dell’operatore telefonico; per maggiori informazioni consultare il sito
www.aristonchannel.com.
FR Service
Avant d’appeler le service d’assistance technique:
• Vérifier s’il est possible de résoudre l’anomalie soi-même (voir
Anomalies et remèdes).
• Faire repartir le programme pour s’assurer que l’inconvénient
a été résolu.
• Si ce n’est pas le cas, contacter un Service d’Assistance
Technique agréé.
Ne jamais faire appel à des techniciens non agréés.
Communiquer:
• le type d’anomalie;
• le modèle de l’appareil (Mod.);
• le numéro de série (S/N).
Ces informations figurent sur la plaque signalétique apposée sur
l’appareil (voir Description de l’appareil).
DE Kundendienst
Bevor Sie den Kundendienst anfordern:
• sollten einige Kontrollen vorab selbst durchgeführt werden
(siehe Störungen und Abhilfe).
• Starten Sie das Programm erneut, um sicherzustellen, dass
die Störung behoben wurde.
• Ist dies nicht der Fall, wenden Sie sich bitte an den
autorisierten Kundendienst.
Beauftragen Sie bitte niemals unbefugtes Personal.
Geben Sie bitte Folgendes an:
• die Art der Störung
• das Gerätemodell (Mod.)
• die Seriennummer (S/N).
Diese Informationen können Sie auf dem am Gerät
befindlichen Typenschild ablesen (siehe Beschreibung Ihres
Geschirrspülers).
NL Service
Voordat u de Servicedienst inschakelt:
• Dient u te controleren of u de storing zelf kunt oplossen
(zie Storingen en Oplossingen).
• Start het programma opnieuw om te controleren of het
probleem is opgelost.
• Als dit niet het geval is dient u de erkende Technische
Servicedienst in te schakelen.
Wendt u nooit tot niet erkende technici.
U dient door te geven:
• het type storing;
• het model van het apparaat (Mod.);
• het serienummer (S/N).
Deze informatie bevindt zich op het typeplaatje op het
apparaat (zie Beschrijving van het apparaat).
8
DE
Datenblatt
Datenblatt
Marke
Modell
Nennkapazität in Standardgedecken für den Standardreinigungszyklus (1)
Energieeffizienzklasse (A+++ niedriger Verbrauch) bis D (hoher Verbrauch)
Energieverbrauch pro Jahr in kWh (2)
Energieverbrauch Standardreinigungszyklus in kWh
Gewichtete Leistungsaufnahme im Aus-Zustand in W
Gewichtete Leistungsaufnahme im unausgeschalteten Zustand in W
Wasserverbrauch pro Jahr in Liter (3)
Trocknungseffizienzklasse (A höchste Effizienz) bis G (geringste Effizienz)
Programmdauer des Standardreinigungszyklus in Minuten
Dauer des unausgeschalteten Zustands nach Programmende
Luftschallemissionen dB(A) re 1pW
Einbaugerät
INDESIT
DIFP 48T9
14
A++
265.0
0,93
0.5
5.0
2520.0
A
190
12
44
Ja
1) Angabe auf Grundlage von 280 Standardreingungszyklen bei Kaltwasserbefüllung und dem Verbrauch der Betriebsarten mit geringer
Leistungsaufnahme. Der tatsächliche Energieverbrauch hängt von der Art der Nutzung des Geräts ab.
2) Die Angaben beziehen sich auf den Standardreinigungszyklus. Dieses Programm eignet sich zur Reingung von normal
verschmutztem Geschirr und ist am effizientesten in Bezug auf den kombinierten Energie- und Wasserverbrauch. Der
Standardreingungszyklus entspricht dem Eco Zyklus.
3) Angabe auf Grundlage von 280 Standardreingungszyklen. Der tatsächliche Energieverbrauch hängt von der Art der Nutzung des
Geräts ab.
NL
Productkaart
Productkaart
Merk
INDESIT
Model
DIFP 48T9
Beladingscapaciteit in standaard couverts (1)
14
Energie-efficiëntieklasse op een schaal van A+++ (laag gebruik) tot D (hoog gebruik)
A++
Jaarlijks energieverbruik in kWh (2)
265.0
Energieverbruik van de standaard wascyclus in kWh
0,93
Energieverbruik in de off-modus in W
0.5
Energieverbruik in de aan-modus in W
5.0
Jaarlijks waterverbruik in liters (3)
2520.0
Droogeffectiviteit op een schaal van G (minimale effectiviteit) tot A (maximale effectiviteit).
A
Tijdsduur van het standaardprogramma in minuten
190
Tijdsduur van de aan-modus in minuten
12
Geluidsniveau in dB(A) re 1 pW
44
Inbouwmodel
Ja
1) De informatie op het energielabel en de productkaart is gebaseerd op de standaardwascyclus. Dit programma is geschikt om normaal
vervuild vaatwerk te wassen en is het meest efficiënte programma wat betreft water- en energieverbruik. De standaardwascyclus
correspondeert met de Eco-cyclus.
2) Gebaseerd op 280 standaard wascycli met gebruik van koud water en het energieverbruik in de aan- en uit-modus. Het werkelijke
energieverbruik is afhankelijk van de manier waarop het apparaat wordt gebruikt.
3) Gebaseerd op 280 standaard wascycli. Het werkelijke waterverbruik is afhankelijk van de manier waarop het apparaat wordt gebruikt.
10
Installatie
Als u het apparaat verplaatst, moet u het verticaal houden;
is dit niet mogelijk, dan moet u het naar achteren kantelen.
Hydraulische aansluitingen
Aanpassingen aan het hydraulisch systeem met het oog
op de installatie mogen alleen door erkende technici worden
uitgevoerd.
De buizen voor de toevoer en afvoer van het water kunnen
zowel naar rechts als naar links worden gericht om een optimale installatie te bekomen.
De buizen mogen niet gekneld of gebogen zitten door de
afwasautomaat.
Aansluiting van de buis voor de watertoevoer
NL
BELANGRIJK: GEVAARLIJKE SPANNING!
De toevoerbuis mag in geen geval worden doorgesneden:
hij bevat onderdelen die onder spanning staan.
Elektrische aansluiting
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt, moet u zich
ervan verzekeren dat:
• het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende
normen;
• het stopcontact geschikt is voor het maximale vermogen
van het apparaat. Dit vermogen wordt aangegeven op het
typeplaatje aan de binnenkant van de deur
(zie hoofdstuk Beschrijving van de afwasautomaat);
Als de toevoerbuis niet lang genoeg is, dient u zich te
wenden tot een speciaalzaak of tot een erkende monteur (zie
Service).
• de spanningswaarden tussen de waarden liggen die
aangegeven worden op het typeplaatje aan de binnenkant
van de deur;
• de stekker van het apparaat en het stopcontact
overeenkomen. Als dit niet het geval is, moet u een
bevoegde monteur inschakelen om de stekker te laten
vervangen (zie Service); gebruik geen verlengsnoeren of
meervoudige stopcontacten.
De waarde van de waterdruk moet in de tabel met de
technische gegevens vermeld staan; is dat niet zo, dan werkt
de afwasautomaat mogelijk niet correct.
Wanneer het apparaat geïnstalleerd is, moeten de
elektrische voedingskabel en het stopcontact makkelijk te
bereiken zijn.
• Aansluiting op een koud- of warmwaterkraan van 3/4”
(max. 60°C).
• Laat het water lopen tot het compleet helder is.
• Draai de toevoerbuis goed vast en open de kraan.
Zorg ervoor dat de buis niet gebogen of samengedrukt
wordt.
Aansluiting van de buis op de waterafvoer
Sluit de afvoerbuis aan op een afvoerleiding met een minimale
doorsnede van 2 cm. (A)
Het aanhechtingspunt van de afvoerbuis moet zich op een
hoogte tussen 40 en 80 cm van de vloer of het steunvlak van
de afwasautomaat bevinden.
MAX 80 cm
MIN 40 cm
Voordat u de waterafvoerbuis aansluit op de sifon van de
wasbak, moet u de plastic dop (B) verwijderen.
Lekkagebeveiliging
Om lekkages te voorkomen, is de afwasautomaat:
- voorzien van een systeem dat de watertoevoer onderbreekt
in geval van storingen of lekkages van binnenuit.
Enkele modellen zijn verder voorzien van een aanvullend
beveiligingsmechanisme New Acqua Stop*, dat lekkages
ook voorkomt in geval van breuk in de toevoerbuis.
De kabel mag niet gebogen of samengedrukt worden.
Indien de voedingskabel beschadigd is, dient deze door
de fabrikant of door uw Technische Servicedienst vervangen
te worden, zodat elk risico vermeden wordt (zie Service).
De fabrikant kan niet verantwoordelijk worden gesteld als
deze normen niet worden nageleefd.
Plaatsing en waterpas zetten
1. Plaats de afwasautomaat op een effen en stevige vloer.
Compenseer eventuele onregelmatigheden door de voorste
stelvoetjes los of vast te draaien, totdat het apparaat
horizontaal staat. Een correcte nivellering geeft stabiliteit en
voorkomt trillingen en geluiden.
2. Nadat u de afwasautomaat hebt ingebouwd, kleeft u de
doorzichtige kleefstrip* onder het houten werkvlak om het te
beschermen tegen eventuele condens.
3. De afwasautomaat moet met de zijkant of de achterkant
tegen de aangrenzende kastjes of de wand worden
geïnstalleerd. Het apparaat kan ook onder het aanrecht
worden ingebouwd* (zie Montageblad).
4*. Om de hoogte van het achterste stelvoetje te regelen,
moet u draaien aan de zeshoekige rode beslagring aan
de onder-/voorzijde in het midden van de afwasautomaat.
Gebruik hiervoor een zeshoekige sleutel met een opening
van 8 mm. Draai rechtsom om de hoogte te vermeerderen,
linksom om de hoogte te verminderen (zie instructieblad voor
de inbouw dat bij de documentatie is gevoegd).
* Alleen op bepaalde modellen aanwezig
45
NL
Aanwijzingen voor de eerste afwascyclus
Na de installatie moet u de beschermelementen op de rekken
verwijderen, evenals de elastieken op het bovenrek (waar
aanwezig).
Instellingen waterontharder
Voordat u met de eerste wasbeurt begint, moet u het
waterhardheidsniveau van de waterleiding instellen (zie
hoofdstuk Glansmiddel en onthardingszout).
Vul het reservoir van de waterontharder de eerste keer met
water, daarna met ongeveer 1 kg zout; het is normaal dat er
water uitstroomt.
Laat onmiddellijk daarna een eerste wascyclus draaien.
Gebruik uitsluitend zout dat speciaal voor afwasautomaten
bestemd is.
Na het vullen gaat het controlelampje ZOUT TOEVOEGEN*
Het apparaat beschikt over een aantal geluidssignalen/tonen
(aan de hand van het model vaatwasser) die waarschuwen
dat de betreffende functie van start is gegaan: inschakeling,
einde cyclus, etc.
De symbolen/controlelampjes/leds op het bedieningspaneel/
display kunnen van kleur veranderen, knipperen of vast
aanstaan. (aan de hand van het model vaatwasser).
Het display* toont nuttige informatie betreffende het type
ingestelde cyclus, de was- of droogfase, de resterende tijd,
de temperatuur, enz... enz…
uit.
Als u geen onthardingszout toevoegt, kunnen de
waterontharder en het verwarmingselement schade oplopen.
Technische gegevens
Afmetingen
breedte cm 59,5
hoogte cm 82
diepte cm 57
Capaciteit
14 bordensets
Waterdruk toevoer
0,05 ÷ 1 MPa (0,5 ÷ 10 bar)
7,25 – 145 psi
Netspanning
Totaal
opnemingsvermogen
Zekering
Zie typeplaatje
Zie typeplaatje
Zie typeplaatje
Deze afwasautomaat voldoet
aan de volgende
EU richtlijnen:
- 2006/95/EC
(Laagspanning) - 2004/108/
EC (Elektromagnetische
Compatibiliteit)
- 2009/125/EC (Comm. Reg.
1016/2010) (Ecodesign)
-97/17/EC (Etikettering)
- 2012/19/EC (AEEA)
* Alleen op bepaalde modellen aanwezig
46
Beschrijving van het
apparaat
Aanzichttekening
NL
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
Bovenrek
Bovenste sproeiarm
Opklaprekjes
Regelaar hoogte rek
Onderrek
Onderste sproeiarm
Wasfilter
Zoutreservoir
Wasmiddelbakjes en reservoir glansmiddel
Typeplaatje
Bedieningspaneel***
Bedieningspaneel
Toets Selecteren Programma
Toets en
controlelampje
ON-OFF/Reset
Toets Uitgestelde Start
Controlelampje
Onthardingszout
Controlelampje Glansspoelmiddel
Led programmanummer
en resterende tijd
Controlelampje Uitgestelde Start
***Alleen op modellen voor volledige inbouw.
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
Het aantal en het soort programma’s en opties verschilt aan de hand van het model afwasautomaat.
47
Onthardingszout
en glansmiddel
NL
Gebruik uitsluitend producten die speciaal voor
afwasautomaten bestemd zijn. Gebruik geen keuken- of
industrieel zout.
Volg de aanwijzingen op de verpakking.
Als u een multifunctieproduct gebruikt, raden we toch
aan onthardingszout toe te voegen, vooral als het water hard
of zeer hard is. (Volg de aanwijzingen op de verpakking)
Als u geen zout of glansmiddel toevoegt, is het normaal
dat de controlelampjes ZOUT TOEVOEGEN* en GLANSMIDDEL
TOEVOEGEN* aanblijven.
Het onthardingszout toevoegen
Door dit zout te gebruiken, vermijdt u dat er zich KALK vormt op de
vaat en op de functionele componenten van de afwasautomaat.
• Het is belangrijk dat het zoutreservoir nooit leeg is.
• Het is belangrijk om de waterhardheid in te stellen.
Het zoutreservoir bevindt zich aan de onderzijde van de
afwasautomaat (zie Beschrijving) en moet worden gevuld:
• als op het bedieningspaneel het controlelampje ZOUT
TOEVOEGEN*aangaat;
• als de groene drijver* op de zoutdop niet langer zichtbaar is.
• zie duur in tabel Waterhardheid.
1. Haal het onderrek naar voren en draai de
dop van het zoutreservoir tegen de klok in.
2. Alleen voor het eerste gebruik: vul het
reservoir tot aan de rand met water.
3. Plaats de trechter op de opening (zie
afbeelding) en vul het zoutreservoir tot aan de
rand met zout (ongeveer 1 kg); het is normaal
dat er wat water overloopt.
4. Verwijder de trechter en reinig eventuele zoutresten op de
opening; spoel de dop onder lopend water af voor u hem weer
opschroeft.
We raden u aan bovenstaande handeling elke keer uit te voeren
als u onthardingszout bijvult.
Schroef de dop weer op zijn plaats, zodat tijdens het wassen
geen wasmiddel in het reservoir kan komen (de waterontharder
zou onherstelbaar kunnen worden beschadigd).
Wanneer het noodzakelijk is om zout bij te vullen, raden we
aan dit te doen voordat u een nieuwe wascyclus start.
Instellen waterhardheid
Voor een perfecte werking van de waterontharder moet deze
ingesteld worden in functie van de waterhardheid van de woning.
Deze gegevens kunt u bij uw plaatselijk waterbedrijf opvragen. De
ingestelde waarde komt overeen met een gemiddelde hardheid.
• Schakel de afwasautomaat in met de toets ON/OFF.
• Schakel de afwasautomaat uit met de toets ON/OFF.
• Houd de toets P gedurende 5 seconden ingedrukt, tot u een
pieptoon hoort.
• Schakel de afwasautomaat in met de toets ON/OFF.
• Het getal van het actuele selectieniveau en het controlelampje
van het onthardingszout knipperen.
• Druk op toets P om het gewenste hardheidsniveau te selecteren
(zie hardheidstabel).
• Schakel de afwasautomaat uit met de toets ON/OFF.
• Instelling voltooid!
* Alleen op bepaalde modellen aanwezig
48
Tabel Waterhardheid
niveau
1
2
3
4
5*
°dH
0-6
6 - 11
12 - 17
17 - 34
34 - 50
°fH
0 - 10
11 - 20
21 - 30
31 - 60
61 - 90
mmol/l
0-1
1,1 - 2
2,1 - 3
3,1 - 6
6,1 - 9
Gemiddelde duur
zoutreservoir met 1
wascyclus per dag
maanden
7 maanden
5 maanden
3 maanden
2 maanden
2/3 weken
Van 0°f tot 10°f raden wij u aan geen onthardingszout te
gebruiken. *Als u 5 instelt, kan de duur iets langer zijn.
(°dH = waterhardheid in Duitse graden - °fH = waterhardheid in
Franse graden - mmol/l = millimol/liter)
Het glansmiddel toevoegen
Het glansmiddel bevordert het DROGEN van de vaat. Het
glansmiddelreservoir moet worden gevuld:
• als op het bedieningspaneel/display het controlelampje
GLANSMIDDEL TOEVOEGEN*aangaat;
• wanneer het controlevenstertje* op het deksel van het reservoir
“D” van donker naar transparant overgaat.
MA X
1. Open de houder “D” door het lipje op het deksel in te drukken
en omhoog te halen.
2. Doe het glansmiddel voorzichtig in het bakje tot aan het
“Maximum”-streepje. Zorg ervoor dat u niet morst. Als u wel morst,
moet u het product meteen met een droge doek verwijderen.
3. Sluit het deksel met een klik.
Giet het glansmiddel NOOIT direct in de machine.
Het regelen van de dosis glansmiddel
Als u niet tevreden bent over het droogresultaat, kunt u de dosis
glansmiddel regelen.
• Schakel de afwasautomaat in met de toets ON/OFF.
• Schakel de afwasautomaat uit met de toets ON/OFF.
• Druk 3 maal op de toets P; u hoort een pieptoon.
• Schakel de afwasautomaat in met de toets ON/OFF.
• Het getal van het actuele selectieniveau en het controlelampje
van het glansmiddel knipperen.
• Druk op toets P om de hoeveelheid bij te vullen glansmiddel
te selecteren.
• Schakel de afwasautomaat uit met de toets ON/OFF.
• Instelling voltooid!
Het glansmiddelniveau kan worden ingesteld op NUL. In dat
geval zal er geen glansmiddel worden toegevoegd en zal het
controlelampje Glansmiddel toevoegen niet aangaan als het
product op is.
U kunt maximaal 4 niveaus instellen, op basis van het model van
de afwasautomaat. De ingestelde waarde komt overeen met een
gemiddeld niveau.
• Als u op de vaat blauwachtige strepen aantreft, moet u een
lagere stand instellen (1-2).
• Als u op de vaat waterdruppels of kalkaanslag aantreft, moet
u een hogere stand instellen (3-4).
Het laden van de rekken
Advies
Voordat u de vaat inlaadt moet u overtollige etensresten
verwijderen en glazen en bekers legen. Het is niet noodzakelijk
de vaat met water af te spoelen voor u hem in de vaatwasser
laadt.
Plaats de vaat dusdanig zodat hij stevig vaststaat en niet om
kan vallen. Pannen, bakken en glazen moeten met de opening
naar onder worden geplaatst en holle of bolle elementen moeten
schuin worden geplaatst zodat het water alle oppervlakken kan
bereiken en daarna vrijuit kan wegspoelen.
Zorg er voor dat deksels, handvatten, koekenpannen en schalen
het draaien van de sproeiarmen niet beletten. Plaats kleine
voorwerpen in de bestekkorf.
Plastic voorwerpen en pannen met antiaanbaklaag houden
waterdruppels langer vast. Hun droogtegraad zal lager zijn dan
die van voorwerpen van aardewerk of staal.
Lichte voorwerpen (zoals plastic bakken) moeten bij voorkeur op
het bovenrek worden geplaatst, en zodanig dat zij niet kunnen
bewegen.
Nadat u alles heeft ingeladen moet u controleren of de
sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien.
Enkele modellen vaatwasser beschikken over uitklapbare delen*,
deze kunnen in verticale positie worden gezet voor het plaatsen
van borden, of in horizontale positie (neer), om pannen en
slakommen beter te plaatsen.
Bestekkorf
De bestekkorf is voorzien van roosters aan de bovenkant
waarmee u het bestek beter kunt neerzetten. De korf mag alleen
aan de voorzijde van het onderrek worden geplaatst.
Onderrek
In het onderrek kunt u pannen, deksels, borden, slakommen,
bestek, etc. plaatsen. Grote borden en deksels moeten bij
voorkeur aan de zijkant van het rek worden geplaatst.
Bovenrek
Laad lichte en breekbare vaat zoals glazen, kopjes, bordjes, lage
slakommen, in het bovenrek.
Enkele modellen vaatwasser beschikken over uitklapbare delen*,
die in verticale stand kunnen worden gebruikt om bordjes te
rangschikken, of die kunnen worden neergelegd om bakjes of
houders op te plaatsen
Het is aan te raden zeer vuile vaat in het onderrek te plaatsen,
aangezien in dit deel van de vaatwasser de kracht van de
waterstroom groter is waardoor de wasprestaties verbeteren.
* Alleen op bepaalde modellen aanwezig
49
NL
NL
Opklaprekjes met verschillende standen*
De opklaprekjes aan de zijkant kunnen op drie verschillende
hoogten worden gezet om de plaatsing van de vaat in het rek
te optimaliseren.
Wijnglazen kunnen op een stabiele
wijze op de opklaprekjes worden
geplaatst door de voet van het glas in
de speciale gaten te steken.
Voor een optimaal droogresultaat dient
u de opklaprekjes zo schuin mogelijk
te positioneren. Om de inclinatie te
wijzigen, tilt u het rekje op, u verschuift
het een beetje en positioneert het naar
wens.
Het bovenrek kan naar believen in hoogte worden aangepast:
naar boven toe als men in het onderrek volumineuze vaat wil
plaatsen, naar beneden toe om goed te kunnen profiteren van
alle plek in de opklaprekjes of de uitklapbare delen, zodat er
naar boven toe meer plaats is.
Het regelen van de hoogte van het bovenrek
Om de vaat beter te kunnen verdelen, kunt u het bovenrek hoger
of lager zetten.
We raden u aan de hoogte van het bovenrek te regelen als
het REK LEEG IS.
Verplaats het rek NOOIT aan een enkele kant.
Besteklade*
Enkele modellen vaatwasser beschikken over een verschuifbare
besteklade die kan worden gebruikt om extra bestek of kleine
kopjes te bewaren. Voor optimale wasprestaties moet u vermijden
te grote vaat onder de besteklade te plaatsen.
De besteklade kan indien gewenst worden verwijderd. (zie
afbeelding)
Als het rek beschikt over een Lift-Up* (zie afbeelding), tilt u het
rek op door het aan de zijkanten vast te houden. Til hem dan
naar boven op. Om naar de lagere stand terug te keren, drukt
u op de handels (A) aan de zijkanten van het rek en helpt u het
rek weer naar beneden te gaan.
Niet geschikte vaat
• Houten bestek of vaat.
• Breekbare, versierde glazen, met de hand vervaardigd
vaatwerk en antiek vaatwerk. Deze decoraties zijn niet
vaatwasserbestendig.
• De delen in synthetisch materiaal zijn niet hittebestendig.
• Vaatwerk van koper of tin.
• Vaatwerk dat vuil is met as, was, smeerolie of inkt.
De decoraties op glas en aluminium en zilveren delen kunnen
tijdens het wassen verkleuren of witter worden. Ook enkele
soorten glas (bv. kristallen voorwerpen) kunnen na vele
wasbeurten mat worden.
Schade aan glas en vaatwerk
Oorzaken:
• Type glas en procedures voor het maken van glas.
• Chemische samenstelling van het wasmiddel.
• Watertemperatuur van het spoelprogramma.
Advies:
*Alleen
op bepaalde modellen beschikbaar en variërend in
aantal en positie.
50
• Gebruik alleen glazen en porselein waarvan door de producent
wordt gegarandeerd dat het vaatwasserbestendig is.
• Gebruik alleen wasmiddel dat geschikt is voor breekbaar
vaatwerk.
• Verwijder glazen en bestek z.s.m. na het einde van het
programma uit de vaatwasser.
Vaatwasmiddel en gebruik
van de afwasautomaat
Het vaatwasmiddel toevoegen
Een goed wasresultaat hangt ook af van een correcte dosering
van het vaatwasmiddel. Teveel vaatwasmiddel betekent niet
automatisch een efficiëntere reiniging. Bovendien is dit niet
goed voor het milieu.
Aan de hand van de hoeveelheid vuil kan de dosering worden
aangepast m.b.v. een vaatwasmiddel in poeder- of in vloeibare
vorm.
Normaal gebruikt men voor een gemiddeld vuile was ca. 35 g.
(poeder), of 35 ml (vloeibaar). Als u wastabletten gebruikt, is
één voldoende.
Als de vaat niet zo vuil is of reeds is afgespoeld, dient u de dosis
vaatwasmiddel aanzienlijk te beperken.
Voor een juist wasresultaat dient u de instructies te volgen die
op de verpakking van het vaatwasmiddel staan.
Bij verdere vragen raden wij u aan de fabrikanten van
vaatwasmiddel te contacteren.
Om het wasmiddelbakje te openen, drukt u op het
openingsmechanisme "A"
Start de vaatwasser
NL
1. Open de deur en druk op de ON-OFF toets: de controlelampjes
ON/OFF, de opties en het display gaan aan.
2. Doseer het vaatwasmiddel. (zie hiernaast).
3. Laad de rekken in (zie De rekken laden).
4. Selecteer het programma aan de hand van het soort vaat en het
type vuil (zie de programmatabel) door op de toets P te drukken.
5. Selecteer de wasopties*. (zie Speciale programma's en
Opties).
6. Start het programma door de deur te sluiten.
7. Het einde van het programma wordt aangegeven door
geluidssignalen. Het nummer van het programma knippert op
het display. Open de deur, schakel het apparaat uit met de
ON-OFF toets.
8. Wacht enkele minuten voordat u de vaat eruit haalt, om te
voorkomen dat u zich verbrandt. Laad de vaat uit, beginnend
met het onderrek.
Om het energieverbruik te verminderen gaat de
automaat, wanneer hij voor langere tijd NIET gebruikt
wordt, automatisch uit.
PROGRAMMI AUTO * :enkele modellen wasautomaat
beschikken over een speciale sensor die kan waarnemen hoe
vuil de vaat is en het meest efficiënte en zuinige wasprogramma
kiezen.
De duur van de Automatische programma’s hangt als gevolg af
van wat de sensor waarneemt.
Doe het vaatwasmiddel alleen in het droge bakje "B". Het
vaatwasmiddel dat nodig is voor de voorwas moet direct in de
vaatwasmachine worden geplaatst.
1.Doseer het vaatwasmiddel met behulp van de Programmatabel
om de juiste hoeveelheid te gebruiken.
In het kuipje B staat een niveau vermeld waar de maximum
hoeveelheid vloeibaar- of poedervaatwasmiddel voor elke cyclus
kan worden gegoten.
2. Verwijder de eventuele wasmiddelresten van de rand van het
bakje en sluit het deksel met een klik.
3. Sluit het deksel van het wasmiddelbakje door het naar boven
toe te drukken, totdat het afsluitmechanisme op zijn plaats is.
Het wasmiddelbakje gaat automatisch op het juiste moment open,
aan de hand van het type programma.
Als u gecombineerde vaatwasmiddelen gebruikt, raden we u aan
de functie TABS te gebruiken, waarmee u het afwasprogramma
juist afstemt. Zo zult u altijd het beste was- en droogresultaat
bereiken.
Gebruik alleen een specifiek vaatwasmiddel.
GEBRUIK NOOIT vaatwasmiddel voor handmatig afwassen.
Bij overmatig gebruik van vaatwasmiddel kunnen aan het einde
van de wascyclus schuimresten achterblijven.
De beste was- en droogprestaties bereikt u alleen een combinatie
van vaatwasmiddel, vloeibaar glansmiddel en onthardingszout
te gebruiken.
We raden aan vaatwasmiddelen zonder fosfaten of chloor
te gebruiken, omdat deze geschikter zijn voor het behoud
van het milieu.
Als de vaat niet zo vuil is of reeds is afgespoeld, dient u de
dosis vaatwasmiddel aanzienlijk te beperken.
Het wijzigen van een reeds gestart programma
Als u een verkeerd programma heeft geselecteerd kunt u dit
wijzigen, mits het net gestart is: open de deur en zorg ervoor
u niet te branden met de vrijkomende stoom. Door langere tijd
te drukken op de ON/OFF toets gaat het apparaat uit. Doe het
apparaat weer aan met de ON/OFF toets en selecteer het nieuwe
programma en de eventuele opties. Start de vaatwasser door
de deur te sluiten.
Overige vaat toevoegen
Zonder de vaatwasser uit te zetten opent u de deur. Pas op de
vrijkomende hete stoom, en doe de vaat in de vaatwasser. Sluit
de deur: de wascyclus wordt hervat.
Onvoorziene onderbrekingen
Als tijdens het wassen de deur wordt geopend of er een
stroomonderbreking plaatsvindt, wordt het programma
onderbroken. Als de deur weer dichtgaat of wanneer de stroom
terugkeert zal het worden hervat op het punt waar het werd
onderbroken.
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
51
Programma’s
NL
De gegevens van de programma’s zijn gemeten in laboratoriumomstandigheden volgens de Europese vorm EN 50242.
Aan de hand van de verschillende gebruiksmogelijkheden kunnen de duur en de programmagegevens verschillen.
Het aantal en het soort programma’s en opties verschilt aan de hand van het model afwasautomaat.
Programma’s
met
droogfunctie
Opties
Duur van het
programma
Waterverbruik
(l/cyclus)
Energieverbruik
(kWh/cyclus)
1. Eco
Ja
Uitgestelde Start
03:10’
9,0
0,93
2. Auto Intensief
Ja
Uitgestelde Start
02:00’ - 03:10’
14,0 - 15,5
1,40 - 1,70
3. Auto Normaal
Ja
Uitgestelde Start
01:30’ - 02:30’
14,5 - 16,0
1,15 - 1,30
4. Teer vaatwerk
Ja
Uitgestelde Start
01:40’
11,0
1,05
5. Rapid 40’
Nee
Uitgestelde Start
00:40’
9,0
0,50
6. Weken
Nee
Uitgestelde Start
00:12’
4,5
0,01
Ja
Uitgestelde Start
01:20’
12,0
1,15
Nee
Uitgestelde Start
01:00’
11,0
n.a
Programma
7. Halve lading
8. Extra
Aanwijzingen voor het kiezen van het programma en de dosering van het afwasmiddel
1. Het ECO wasprogramma is het standaardprogramma waarop de gegevens op het energielabel betrekking hebben: deze
cyclus is geschikt voor het reinigen van normaal vuile afwas en is het meest efficiënte programma voor wat betreft energie- en
waterverbruik voor dit soort vaat. 29 gr/ml + 6 gr/ml** – 1 Tab (**Hoeveelheid vaatwasmiddel van voorwas)
2. Zeer vuile vaat en pannen (niet te gebruiken voor teer vaatwerk). 35 gr/ml – 1 Tab
3. Normaal vuile vaat en pannen. 29 gr/ml + 6 gr/ml** – 1 Tab
4. Cyclus voor teer vaatwerk dat gevoelig is voor hoge temperaturen. 35 gr/ml – 1 Tab
5. Snelle cyclus voor niet zo vuile vaat. (ideaal voor 2 couverts) 25 gr/ml – 1 Tab
6. Voorwas in afwachting van de lading van de volgende maaltijd. Geen afwasmiddel
7. Ideale cyclus voor het wassen van een kleine, middelmatig vuile vaat. 25 gr/ml - 1 Tab
8. Vaat van grote afmetingen (Niet voor breekbare onderdelen) 35 gr/ml – 1 Tab
Verbruik in stand-by: Verbruik in left-on modus: 5 W - verbruik in off modus: 0,5 W.
n.a. = niet beschikbaar
52
Speciale programma's
en Opties
N.B.:
de beste prestaties van de programma's "Rapid en Express
40'" worden bereikt als u het aantal aangegeven couverts niet
overschrijdt.
Voor een zuiniger verbruik de afwasmachine volgeladen laten
draaien.
Aanwijzing voor de Proeflaboratoria: voor gedetailleerde
informatie over de omstandigheden van de EN-vergelijkingsproef
kunt u contact opnemen met:
[email protected]
Programma EXTRA
Met het programma EXTRA is het mogelijk op intensieve wijze
borden en pannen van grote afmetingen te wassen, tot aan een
maximum hoogte van 53 cm: ovenschalen en ovenroosters,
lekplaten, pannenroosters van kookplaten, grote pannen,
serveerschotels en pizzaborden, afzuigkapfilters van RVS.
Om vaat van grote afmetingen in de vaatwasser te laden dient
u eerst het bovenrek te verwijderen.
Open de twee klemmen aan
de rechterkant en linkerkant en
verwijder het rek.
Als het bovenrek op zijn plaats
zit, moeten de klemmen altijd
goed dicht zitten.
Afwasopties
NL
Als een optie niet compatibel is met het geselecteerde
programma (zie programmatabel) zal de betreffende led 3
maal snel knipperen en hoort u enkele korte pieptonen.
Uitgestelde start
Het is mogelijk de start van het programma 1 tot 12 uur
uit te stellen:
1. Druk op de toets UITGESTELDE START: het display toont het
betreffende symbool. Elke keer dat u op de toets drukt neemt de
tijd toe (1hr, 2hr, etc. tot aan max. 12hr) vanaf de start van het
geselecteerde programma.
2. Selecteer het programma en sluit de deur:: het terugtellen
begint;
3. Als de tijd verstreken is gaat het controlelampje uit en start
het programma.
Om de uitgestelde start te wijzigen en een korter uitstel te
selecteren moet u op de toets UITGESTELDE START drukken.
Om dit te annuleren drukt u enkele keren op de toets totdat het
controlelampje van de uitgestelde start uitgaat. Het programma
gaat van start op het moment dat de deur dichtgaat.
LIGHT MY CYCLE*
Bij enkele afwasautomaatmodellen bevindt er zich in de
ruimte tussen de deur en het keukenblad een groene
led, die informatie geeft over het verloop van het actuele
programma. Daarbij kan een van de volgende bedrijfsmodi
worden geselecteerd:
a) Functie gedeactiveerd
b) Bij de start van de cyclus brandt het lampje enkele seconden, het blijft uit tijdens de cyclus en knippert aan het eind
van de cyclus (vooraf ingestelde modus)
c) Het lampje blijft branden tijdens de cyclus en knippert
aan het eind van de cyclus.
Als de optie Uitgestelde start is ingesteld, brandt het lampje
gedurende de eerste seconden of tijdens de hele duur van het
aftellen, afhankelijk van de modus die werd ingesteld: b) of c).
Het lampje gaat uit zodra de deur wordt geopend.
Om de gewenste modus te selecteren, schakelt u het apparaat in, u houdt toets P ingedrukt totdat een van de drie
letters (a, b, c), op het display verschijnt, u drukt op toets P
totdat u de gewenste letter (of modus) bereikt en u houdt
toets P ingedrukt om de selectie te bevestigen.
Om ervoor te zorgen dat de waterstraal alle delen van de vaat
bereikt, moet u de vaat exact zo plaatsen als in de afbeelding.
De cyclus kan ook worden gebruikt voor tere vaat van grote
afmetingen, m.b.v. de optie Extra Light (zie Wasopties).
Schakel de vaatwasser nooit in als het bovenrek niet op zijn
plaats is bij afwascycli anders dan het programma EXTRA.
Als u de Cyclus Extra en Extra uitvoert met de optie Light*,
dient u het vaatwasmiddel direct in de kuip te schenken en
niet in de dispenser.
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
53
Onderhoud en
verzorging
NL
Water en elektrische stroom afsluiten
• Sluit na elke afwasbeurt de waterkraan af om lekkage te
voorkomen.
• Haal de stekker uit het stopcontact tijdens reiniging en
onderhoud.
Reinigen van de afwasautomaat
• De buitenkant en het bedieningspaneel kunnen worden
gereinigd met een natte, niet schurende doek. Gebruik
geen oplosmiddelen of schuurmiddelen.
• De vlekken aan de binnenkant van de afwasautomaat
kunnen worden verwijderd met een natte doek en wat azijn.
Vermijden van vervelende luchtjes
• Laat de deur altijd op een kier om het ophopen van vocht
te voorkomen.
• Reinig geregeld de afdichtingen rondom de deur en de
wasmiddelbakjes met een vochtige spons. Zo vermijdt u
het ophopen van etensresten die de hoofdoorzaak zijn van
vervelende luchtjes.
Reinigen van de sproeiarmen
Het kan gebeuren dat er etensresten aan de sproeiarmen
blijven kleven en de gaatjes waar water uit komt verstoppen:
u doet er goed aan ze regelmatig te controleren en te reinigen
met een niet-metalen borsteltje.
De twee sproeiarmen kunnen beide uit elkaar worden
gehaald.
Reinig geregeld het watertoevoerfilter bij de kraan.
- Doe de waterkraan dicht.
- Schroef het uiteinde van de watertoevoerbuis los, verwijder
het filter en reinig het voorzichtig onder stromend water.
- Doe het filter op zijn plaats en schroef de buis vast.
Reinigen van de filters
De filtergroep wordt gevormd door drie filters die etensresten
uit het waswater verwijderen en zorgen dat het weer schoon
in het watercircuit terechtkomt: voor een optimaal resultaat
moeten de filters regelmatig worden schoongemaakt.
Reinig de filters regelmatig.
De afwasautomaat mag niet zonder filters of met een los
filter worden gebruikt.
• Controleer na enkele wasbeurten de filtergroep. Reinig
hem indien noodzakelijk grondig onder stromend water met
behulp van een niet-metalen borsteltje. Volg onderstaande
aanwijzingen:
1. draai het cilindrische filter C linksom en trek hem naar
buiten (afb. 1).
2.Verwijder het glasfilter B door een lichte druk uit te
oefenen op de lipjes aan de zijkant (Afb. 2);
3.Haal het roestvrijstalen bordfilter A van zijn plek (afb. 3).
4. Controleer het afvoerputje en verwijder eventuele
etensresten. VERWIJDER NOOIT de bescherming van de
waspomp (zwart element) (afb. 4).
Om de bovenste sproeiarm uit
elkaar te halen dient u de plastic
dop linksom los te schroeven.
De bovenste sproeiarm moet
worden gemonteerd met de
gaten naar boven gericht.
De onderste sproeiarm haalt
u uit elkaar door druk uit te
oefenen op de lipjes aan de
zijkant en door hem daarna naar
boven te trekken.
Reinigen van het watertoevoerfilter*
Als de waterleiding nieuw is of lange tijd niet gebruikt, laat
dan voordat u de aansluiting tot stand brengt het water lopen
totdat het helder is en vrij van vuildeeltjes. Als u dit niet doet
loopt u het risico dat het punt waar het water binnenkomt
verstopt raakt en uw afwasautomaat beschadigt.
Na het reinigen van de filters dient u de filtergroep weer op
zijn plaats te zetten. Dit is fundamenteel voor een goede
werking van de afwasautomaat.
Als u langere tijd geen gebruik maakt van
de afwasautomaat
• Schakel de stroom uit en sluit de waterkraan af.
• Laat de deur op een kier staan.
• Laat als u terugkeert de afwasautomaat een keer leeg
draaien.
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
54
Storingen en
oplossingen
Als er storingen zijn in de werking van het apparaat dient u eerst de volgende punten na te gaan voor u zich tot de Servicedienst
wendt.
Storingen:
Mogelijke oorzaken / Oplossingen:
De vaatwasser start niet of
volgt de bedieningen niet op
• De waterkraan is niet opengedraaid.
• Schakel het apparaat uit door op de toets ON/OFF te drukken, schakel het na een minuut
weer in en stel het programma opnieuw in.
• De stekker zit niet goed in het stopcontact of kies een ander stopcontact.
• De deur van de vaatwasser is niet goed dicht.
De deur gaat niet dicht
• Controleer of de rekken helemaal in het apparaat zijn geduwd.
• Het slot zit niet goed vast. Druk stevig tegen de deur totdat u een klik hoort.
De afwasautomaat pompt het
water niet af.
• Het wasprogramma is nog niet beëindigd.
• De waterafvoerbuis zit gebogen (zie Installatie).
• De afvoer van de wasbak is verstopt.
• De filter is verstopt met etensresten.
• Controleer de hoogte van de afvoerbuis.
De afwasautomaat maakt
lawaai.
• De vaat stoot tegen elkaar of tegen de sproeiarmen. Positioneer de vaat correct en controleer
of de sproeiarmen vrij kunnen draaien.
• Overtollige aanwezigheid van schuim: u heeft teveel vaatwasmiddel gebruikt of
vaatwasmiddel dat niet geschikt is voor afwasautomaten. (zie Vaatwasmiddel en gebruik van
de afwasautomaat). Was de vaat niet vooraf met de hand.
Er blijven op vaat en glazen
kalkafzettingen of een witte
aanslag achter.
• Er zit niet genoeg onthardingszout in het reservoir.
• De regeling van de waterhardheid is niet correct; verhoog de waarden. (zie Onthardingszout
en glansmiddel)
• Het deksel van het reservoir voor zout en glansmiddel is niet goed gesloten.
• Het glansmiddel is op of de dosering is ontoereikend.
Er blijven op vaat en glazen
strepen of blauwe kringen
achter.
• Er wordt teveel glansmiddel gebruikt.
De vaat is niet droog genoeg.
• U heeft een programma zonder drogen ingesteld.
• Het glansmiddel is op. (zie Onthardingszout en glansmiddel)
• De regeling van het glansmiddel is niet correct.
• Het vaatwerk is voorzien van een antiaanbaklaag of is van plastic; de aanwezigheid van
waterdruppels is normaal.
De vaat is niet schoon.
• De vaat is niet correct verdeeld.
• De sproeiarmen kunnen niet vrijuit draaien, ze worden geblokkeerd door de vaat.
• Het wasprogramma is niet energiek genoeg (zie Programma’s).
• Overtollige aanwezigheid van schuim: u heeft teveel vaatwasmiddel gebruikt of
vaatwasmiddel dat niet geschikt is voor afwasautomaten. (zie Vaatwasmiddel en gebruik van
de afwasautomaat).
• Het deksel van het glansmiddelreservoir is niet correct afgesloten.
• De filter is vuil of verstopt (zie Onderhoud en verzorging).
• Er zit geen onthardingszout meer in het reservoir (zie Onthardingszout en glansmiddel).
• Zorg ervoor dat de hoogte van de borden compatibel is met de hoogteregeling van het rek.
• De openingen van de sproeiarmen zijn verstopt. (zie Onderhoud en verzorging)
De afwasautomaat vult niet
met water.
• Er zit geen water in de centrale waterleiding of de kraan is niet opengedraaid.
• De watertoevoerbuis zit gebogen (zie Installatie).
• De filters zitten verstopt; ze moeten schoongemaakt worden. (zie Onderhoud en verzorging)
• De afvoer zit verstopt; hij moet schoongemaakt worden.
• Na de controle- en schoonmaakwerkzaamheden dient u de afwasautomaat uit en opnieuw in
te schakelen en een nieuwe wascyclus te starten.
• Als het probleem aanhoudt, sluit u de waterkraan af, u haalt de stekker uit het stopcontact en
neemt contact op met de servicedienst.
is geblokkeerd met knipperende
controlelampjes
*Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
55
NL