V 1.45
Inleiding
Hartelijk bedankt voor de aanschaf van de WLAN-repeater SilverCrest SWR 300
A1. De SilverCrest SWR 300 A1 verhoogt het bereik van een aanwezig WLAN-
netwerk. De geïntegreerde WPS-functie zorgt voor een eenvoudige verbinding
met een beveiligd WLAN-netwerk.
Bedoeld gebruik
Dit is een informatietechnologisch apparaat. Het verhoogt het bereik van een
aanwezig WLAN-netwerk. Het mag uitsluitend worden gebruikt voor
privédoeleinden en niet voor industriële of commerciële doeleinden. Bovendien
mag dit apparaat niet buitenshuis of in tropische klimaten worden gebruikt. Dit
apparaat voldoet aan alle voor CE-markering relevante richtlijnen en normen.
Wijzigingen aan het apparaat, die niet door de fabrikant zijn toegestaan, kunnen
de overeenstemming met deze richtlijnen en normen teniet doen. Voor hierdoor
veroorzaakte schade of storingen wordt door de fabrikant geen enkele
aansprakelijkheid aanvaard. Omdat een standby-modus de normale werking
nadelig zou beïnvloeden, is deze functie niet geïmplementeerd. Zorg dat u de
wetten en regelgeving in het land van gebruik naleeft.
Leveringsomvang
SilverCrest SWR 300 A1 WLAN-repeater
Netwerkkabel
Deze bedieningshandleiding
Technische gegevens
Ingangsspanning 100-240 V
~
, 50/60 Hz
Nominale ingangsstroom 50 mA
WLAN-normen 802.11 b, 802.11 g, 802.11 n
Frequentie 2,4 GHz
Encryptie WPA, WPA2, WEP (128/64)
Afmetingen (b x h x d) 8,5 x 5,2 x 8,6 cm
Gewicht 93 g
Temperatuur, luchtvochtigheid 5 - 35 °C; max. 85 % rel. vochtigheid
Veiligheidsaanwijzingen
Lees onderstaande aanwijzingen grondig door voordat u het apparaat voor de
eerste keer gebruikt, zelfs wanneer u ervaren bent in de omgang met
elektronische apparatuur. Bewaar deze handleiding goed om er ook later op
terug te kunnen vallen. Wanneer u het apparaat doorgeeft, geef dan in ieder
geval ook deze handleiding erbij.
Dit symbool duidt op belangrijke instructies voor een veilig gebruik
van het apparaat en ter bescherming van de gebruiker.
Dit symbool duidt op nadere informatie of aanwijzingen over het
onderwerp.
Gebruiksomgeving
Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik in omgevingen met een hoge
temperatuur of vochtigheid (zoals een badkamer) en dient stofvrij te worden
gehouden. Gebruikstemperatuur en luchtvochtigheid: 5 °C tot 35 °C, max. 85%
relatieve luchtvochtigheid.
Zorgt u ervoor dat
het apparaat niet wordt blootgesteld aan directe warmtebronnen (bijv.
radiatoren);
het apparaat niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht of fel kunstlicht;
het apparaat niet in de directe nabijheid van magneetvelden (bijv. luidsprekers)
staat;
er geen brandende voorwerpen (zoals kaarsen) op of in de buurt van het
apparaat staan;
er geen voorwerpen in het apparaat worden gestoken;
contact met waternevel, waterdruppels en agressieve vloeistoffen wordt
vermeden en dat dit apparaat nooit in de buurt van water wordt gebruikt en het
in geen geval wordt ondergedompeld (plaats daarom geen met vloeistof
gevulde voorwerpen, zoals vazen of glazen, in de buurt van het apparaat);
het apparaat niet wordt blootgesteld aan grote temperatuurschommelingen,
omdat dit kan leiden tot vocht door condensvorming en kortsluiting kan
veroorzaken.
het apparaat niet wordt blootgesteld aan hevige schokken en trillingen;
Veilig gebruik
Steek de WLAN-repeater uitsluitend in een vrij toegankelijke wandcontactdoos,
zodat deze bij gevaar (rookontwikkeling, brandgeur) snel van het lichtnet kan
worden losgekoppeld.
Koppel de WLAN-repeater los van het lichtnet als het lange tijd niet wordt
gebruikt, zoals tijdens vakanties. Ook als het apparaat niet wordt gebruikt,
verbruikt het stroom. U verlaagt daardoor ook het risico op brand of smeulend
vuur, dat altijd bestaat wanneer er een elektrisch apparaat is aangesloten op
het lichtnet.
Koppel de WLAN-repeater ook bij storm of onweer met bliksemgevaar los van
het lichtnet, omdat de WLAN-repeater bij blikseminslag door overspanning kan
worden vernield.
Gebruik geen verloopstekker of verlengkabel die beschadigd is of niet voldoet
aan de geldende veiligheidsnormen.
Kabels
Pak alle kabels altijd vast bij de stekker en trek nooit aan de kabel zelf. Plaats
geen meubels of andere zware voorwerpen op kabels en let erop dat ze niet
knikken, in het bijzonder bij de stekkers en de aansluitingen. Maak nooit knopen
in kabels en bind ze niet samen met andere kabels. Alle kabels moeten zo
worden gelegd dat niemand erop kan gaan staan en dat ze niemand in de weg
liggen.
Kinderen en personen met beperkingen
Elektrische apparatuur behoort niet in kinderhanden. Ook personen met
beperkingen dienen elektrische apparatuur aangepast te gebruiken. Laat kinderen
en personen met beperkingen nooit zonder toezicht elektrische apparatuur
gebruiken. Deze kunnen eventuele gevaren niet altijd juist inschatten. Kleine
onderdelen kunnen bij inslikken levensgevaarlijk zijn. Houd ook
verpakkingsmateriaal, met name plastic zakken, buiten bereik. Er bestaat gevaar
voor verstikking.
Draadloze interface
Gebruik het apparaat niet wanneer u zich in een vliegtuig, ziekenhuis,
operatiekamer of in de buurt van medische elektronische systemen bevindt. De
uitgezonden straling kan de werking van gevoelige apparatuur negatief
beïnvloeden. Houd het apparaat minstens 20 cm verwijderd van een pacemaker,
omdat anders het correcte functioneren van de pacemaker door radiogolven
nadelig kan worden beïnvloed. De uitgezonden radiogolven kunnen storende
geluiden in gehoorapparaten veroorzaken. Breng het apparaat niet met
ingeschakelde WLAN-functie in de buurt van ontvlambare gassen of een
explosiegevaarlijke omgeving (zoals een spuiterij of schilderswerkplaats) omdat
de uitgezonden radiogolven een explosie of brand kunnen veroorzaken. Het
bereik van de radiogolven is afhankelijk van de omgevingsomstandigheden. Bij
dataverkeer via een draadloze verbinding kunnen ook onbevoegde derden
gegevens ontvangen. Targa GmbH is niet verantwoordelijk voor radio- of
televisiestoringen die worden veroorzaakt door niet-toegestane wijzigingen aan
dit apparaat. Targa aanvaardt bovendien geen aansprakelijkheid voor het
gebruik resp. de vervanging van aansluitkabels en apparaten die niet door Targa
GmbH zijn vermeld. Voor het verhelpen van storingen die door dergelijke niet-
toegestane wijzigingen worden veroorzaakt en voor vervanging van de
apparaten is uitsluitend de gebruiker verantwoordelijk.
Opslag bij niet-gebruik
Als u het apparaat een tijd lang niet nodig heeft, verwijder de WLAN-repeater
dan uit het stopcontact. Zorg er ook voor dat de opslagtemperatuur tussen de -20
°C en 60 °C blijft. De relatieve luchtvochtigheid mag niet meer bedragen dan
90%.
Aanwijzing: De temperaturen en relatieve luchtvochtigheid voor opslag en
gebruik zijn heel verschillend. Neem om die reden de aanwijzingen in de
paragraaf "Gebruiksomgeving" in acht.
Overzicht
1 Power-LED
2 WLAN-LED
3 WPS-LED
4LAN-LED
5 WPS-toets
6 LAN-aansluiting
7 Reset-toets
Ingebruikname
Steek de WLAN-repeater in een deugdelijk geïnstalleerd stopcontact. De optimale
locatie voor de WLAN-repeater ligt precies in het midden tussen uw router en de
draadloze apparaten die zich via de WLAN-repeater met het draadloze netwerk
dienen te verbinden. Probeer andere locaties als de WLAN-repeater daar niet
kan worden gebruikt. U heeft twee verschillende mogelijkheden om de WLAN-
repeater te configureren. Als uw router WPS ondersteunt, kunt u deze handige
functie gebruiken voor een eenvoudige installatie. Als u een router zonder WPS-
functie gebruikt, kunt u de WLAN-repeater via LAN aansluiten op uw computer en
configureren.
WLAN-repeater configureren met de WPS-functie
Dit is de eenvoudigste manier om de WLAN-repeater te configureren. Controleer
eerst of uw router de WPS-functie ondersteunt. Ga dit na in de handleiding van
uw router. Druk dan gewoon op de WPS-toets (5) van uw WLAN-repeater. De
WPS-LED (3) zal nu ca. 2 minuten lang knipperen. In deze tijd dient u de WPS-
functie aan te zetten op uw router. De WLAN-repeater verbindt zich automatisch
met uw router en verzorgt alle instellingen. Nu kunt u de WLAN-repeater gaan
gebruiken. De WLAN-repeater is via de SSID en het wachtwoord van uw router
bereikbaar.
Bij WPS wordt standaard WDS (Wireless Distribution System)
geactiveerd, indien de router dit ondersteunt.
Door middel van WDS (Wireless Distribution System) kunnen
meerdere Wireless Access Points met elkaar worden
verbonden, om zo een grotere netwerkdekking tot stand te
brengen.
Het is mogelijk meerdere repeaters te configureren. Dit dient één
voor één te gebeuren.
Als uw router geen WPS ondersteunt, kunt u de WLAN-repeater ook handmatig
configureren.
WLAN-repeater handmatig configureren via LAN-verbinding
U kunt de WLAN-repeater ook via een netwerkkabel configureren. Sluit daartoe
de netwerkkabel aan op de LAN-aansluiting (6) van de WLAN-repeater. Sluit het
andere uiteinde van de netwerkkabel aan op een vrije LAN-aansluiting van uw
computer.
Navolgend wordt de installatie onder Windows
®
7 beschreven. Onder andere
besturingssystemen kan de installatie enigszins afwijken. Om een verbinding met
de WLAN-repeater te kunnen leggen, dient aan uw computer automatisch een IP-
adres te worden toegewezen. Ga daartoe als volgt te werk:
Zet uw computer aan.
Klik op Start | Configuratiescherm | Netwerkstatus en –taken
weergeven | LAN-verbinding | Eigenschappen | Internet
Protocol versie 4 (TCP/IPv4) | Eigenschappen.
Selecteer vervolgens Automatisch een IP-adres laten toewijzen en klik
op OK.
Sluit nu alle geopende vensters.
Configuratiemenu openen
Navolgend wordt de installatie onder Windows
®
7 beschreven. Onder andere
besturingssystemen kan de installatie enigszins afwijken. Start nu op uw computer
de webbrowser. Voer in het adresveld van de webbrowser
http://192.168.10.1 in en bevestig dit met de Enter-toets.
Het hiernaast weergegeven venster wordt
geopend. Voer voor gebruikersnaam en
wachtwoord admin in en klik vervolgens
op OK. Het configuratiemenu van de
WLAN-repeater verschijnt nu.
Als het venster voor het invoeren van gebruikersnaam en
wachtwoord niet verschijnt, houd dan de reset-toets (7) minstens
10 seconden lang ingedrukt en herhaal de hierboven beschreven
procedure.
Houdt u er rekening mee dat in het navolgende alleen de meest
gangbare toepassingen van de WLAN-repeater worden
beschreven. De overige instellingen in het configuratiemenu dienen
derhalve alleen door ervaren gebruikers te worden toegepast. Het
is mogelijk een uitgebreide handleiding te downloaden op
www.lidl-service.com.
Menutaal instellen
De menutaal is standaard ingesteld op Engels. Ga als volgt te werk om de
menutaal te veranderen:
Selecteer het tabblad
Management. Selecteer nu bij
Select Language de gewenste
taal. Klik vervolgens op Apply
Settings om de instelling te
bevestigen.