Dell Precision M90 Gebruikershandleiding

Categorie
Notitieboekjes
Type
Gebruikershandleiding
DellPrecision™MobileWorkstationM90Handleiding
Voor een volledige lijst van afkortingen en acroniemen, zie Verklarende woordenlijst.
AlsueenDell™computeruitden-serie hebt aangeschaft, zijn de verwijzingen naar de Microsoft
®
Windows
®
-besturingssystemen in dit document niet van
toepassing.
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
©2006DellInc.Allerechtenvoorbehouden.
Reproductie in welke vorm dan ook zonder de schriftelijke toestemming van Dell Inc. is strikt verboden.
Merken in dit document: Dell, het DELL-logo, Inspiron, Dell Precision, Dimension, OptiPlex, Latitude, PowerEdge, PowerConnect, PowerVault, PowerApp, Dell TravelLite, ExpressCharge, Undock
& Go en Strike Zone zijn merken van Dell Inc.; Intel is een gedeponeerd merk en Core is een merk van Intel Corporation; Microsoft, Outlook en Windows zijn gedeponeerde merken
van Microsoft Corporation; Bluetooth is een gedeponeerd merk van Bluetooth SIG, Inc. en wordt onder licentie door Dell gebruikt; EMC is een gedeponeerd merk van EMC
Corporation; ENERGY STAR is een gedeponeerd merk van het U.S. Environmental Protection Agency.
Andere handelsmerken en handelsnamen die mogelijk in dit document worden gebruikt, dienen ter aanduiding van de rechthebbenden met betrekking tot de merken en namen
of ter aanduiding van hun producten. Dell Inc. claimt op geen enkele wijze enig eigendomsrecht ten aanzien van andere merken of handelsnamen dan haar eigen merken en
handelsnamen.
Model PP05XA
Januari2006O/NND244versieA00
Informatie zoeken
Over de computer
Gegevens overzetten naar een nieuwe computer
Batterijen gebruiken
Het toetsenbord en de touchpad gebruiken
Het beeldscherm gebruiken
Multimedia gebruiken
Netwerken gebruiken
Kaarten gebruiken
De computer beveiligen
Problemen oplossen
Het systeemsetupprogramma
Software opnieuw installeren
Onderdelen toevoegen en vervangen
Dell™QuickSet
Op reis met uw computer
Hulp vragen
Specificaties
Bijlage
Verklarende woordenlijst
OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de computer.
KENNISGEVING: Een KENNISGEVING duidt mogelijke beschadiging van de hardware of gegevensverlies aan en geeft aan hoe u dergelijke problemen
kunt voorkomen.
LET OP: Een WAARSCHUWING duidt het risico aan van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden.
Terug naar inhoudspagina
Over de computer
DellPrecision™MobileWorkstationM90Handleiding
De configuratie van de computer bepalen
Voorkant
Linkerzijaanzicht
Rechterzijaanzicht
Achteraanzicht
Onderkant
De configuratie van de computer bepalen
Op basis van keuzes die u bij het kopen van de computer hebt gemaakt, is uw computer van een van verschillende mogelijke videocontrollerconfiguraties
voorzien. U bepaalt als volgt de videocontrollerconfiguratie voor uw computer:
1. Open het Help en Support Center van Windows. Voor instructies, zie Windows Help en Support Center.
2. Onder Kies een taak, Klik op Gebruik Hulpprogramma's als u gegevens over deze computer wilt weergeven en problemen wilt onderzoeken.
3. Selecteer Hardware onder Gegevens over deze computer.
In het venster Gegevens over deze computer - Hardwarekuntuhettypevideocontrollerziendatinuwcomputerisgeïnstalleerd,evenalsdeandere
hardwarecomponenten.
Voorkant
beeldschermvergrendeling Hiermee houdt u het beeldscherm gesloten.
ontgrendelingsmechanisme beeldscherm Schuif waarmee u de beeldschermvergrendelingen losmaakt en het beeldscherm opent.
schermvergrendelingen (2)
6
touchpad
11
toetsenbord
schermontgrendeling
7
mediaknoppen
12
mediaknop
beeldscherm
8
luidsprekers (2)
13
statuslampje toetsenbord en draadloze verbinding
aan/uit-knop
9
knoppen voor touchpad
statuslampjes apparaat
10
touchpad-schuifzone
beeldscherm Raadpleeg Het beeldscherm gebruiken voor meer informatie over uw beeldscherm.
aan/uit-knop Druk hierop om de computer aan te zetten of om de energiebeheermodus te activeren of deactiveren. Raadpleeg Energiebeheermodussen
voor meer informatie over energiebeheermodussen.
statuslampjes apparaat
Als de computer op een stopcontact is aangesloten, werkt het -lampje als volgt:
l Stabiel groen: De batterij wordt opgeladen.
l Knipperend groen: De batterij is bijna volledig geladen.
Als de computer op een batterij werkt, werkt het -lampje als volgt:
l Uit: De batterij is voldoende opgeladen (of de computer staat uit).
l Knippert oranje: De batterij is bijna leeg.
l Ononderbroken oranje: De batterij is leeg.
touchpad Biedt dezelfde functionaliteit als een muis.
schuifzone touchpad Biedt dezelfde functionaliteit als de schuifknop op een muis. Aan de rechterkant van de touchpad vindt u een verticale schuifzone. De
horizontale schuifzone bevindt zich aan de onderkant van de touchpad.
mediaknoppen Voor het bedienen van Cd, Dvd en Media Player.
Gaat aan wanneer u de computer aanzet en knippert wanneer de computer in een
energiebeheermodus staat.
Gaat aan wanneer de computer gegevens leest of schrijft.
KENNISGEVING: U voorkomt gegevensverlies door de computer nooit uit te
zetten terwijl het -lampje brand.
Brand ononderbroken of knippert om de laadstatus van de batterij aan te geven.
speakers Als u het volume van de ingebouwde speakers wilt aanpassen, drukt u op de mediaknoppen of op de sneltoetsen voor speakervolume op het
toetsenbord. Raadpleeg Speakerfuncties voor meer informatie.
knoppen voor touchpad De knoppen van een touchpad bieden dezelfde functionaliteit als muisknoppen.
toetsenbord Het toetsenbord bevat een numeriek toetsenbord en een toets met het logo van Microsoft Windows. Voor informatie over ondersteunde
sneltoetsen kunt u Toetsencombinaties raadplegen.
mediaknop Druk op de mediaknop om de software voor de mediaspeler te starten, als uw computer van een mediaspeler is voorzien.
statuslampjes toetsenbord en draadloze verbinding
De lampjes boven aan het toetsenbord geven het volgende aan:
Linkerzijaanzicht
Het geluid uitzetten.
Het volume verminderen.
Het volume verhogen.
Afspelen of pauzeren.
Het vorige nummer afspelen.
Het volgende nummer afspelen.
Stoppen.
Gaat aan wanneer het numerieke toetsenbord is ingeschakeld.
Gaat aan wanneer de hoofdletterfunctie is ingeschakeld.
Gaat aan wanneer de functie Scroll Lock is ingeschakeld.
Gaat aan wanneer draadloze netwerkfunctionaliteit is ingeschakeld. U kunt de draadloze netwerkfunctionaliteit snel in- of uitschakelen door op
<Fn><F2> te drukken.
Gaat aan wanneer een kaart met draadloze Bluetooth®-technologie wordt ingeschakeld.
OPMERKING: De kaart met draadloze Bluetooth-technologie is een optioneel onderdeel. Het lampje gaat dus alleen aan als u deze kaart bij uw
computer hebt besteld. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie die met de kaart werd geleverd.
U kunt de functionaliteit voor draadloze Bluetooth-technologie uitzetten door met de rechtermuisknop op het pictogram te klikken in de taakbalk
van Windows (in de rechteronderhoek van het scherm) en vervolgens op Disable Bluetooth Radio (Bluetooth-radio uitschakelen) te klikken.
U kunt alle draadloze apparaten snel in- of uitschakelen door op <Fn><F2> te drukken.
sleuf voor beveiligingskabel Hierinkunueenindehandelverkrijgbareantidiefstalvoorzieningaandecomputeraanbrengen.Raadpleegvoormeer
informatie Beveiligingskabelslot.
luchtopening Incomputerswordenventilatorengebruiktomeenluchtstroomtecreërenviadeluchtopening(en).Ditvoorkomtdatdecomputeroververhit
raakt.
USB-aansluitingen Hiermee sluit u USB-apparaten aan, zoals een muis, toetsenbord of printer. U kunt ook het optionele diskettestation rechtstreeks op
een USB-aansluiting aansluiten met de optionele diskettestationkabel.
mediacompartiment U kunt apparaten als een dvd-station of ander optisch station installeren in het compartiment voor optische stations. Raadpleeg
optisch station voor meer informatie.
uitwerpknop lade optisch station Druk op deze knop als u een Cd of Dvd wilt uitwerpen uit het optische station. Deze knop werkt alleen als de computer
aan staat.
Rechterzijaanzicht
smartcard-sleuf Ondersteunt een smartcard. Zie Smartcards.
vaste schijf Hierop slaat u software en gegevens op.
Sleuf voor ExpressCard Biedt ondersteuning voor een ExpressCard, zoals een modem of netwerkadapter. De computer wordt verzonden met een plastic
namaakkaart in de sleuf. Raadpleeg Kaarten gebruiken voor meer informatie.
1
sleuf voor beveiligingskabel
3
USB-aansluitingen (2)
5
ontgrendelingsknop voor mediacompartiment
2
ventilatieopeningen
4
mediacompartiment
LET OP: Blokkeer de luchtopeningen niet, duw er geen voorwerpen in en zorg dat er zich geen stof in ophoopt. Plaats de computer niet in een
omgeving waar weinig lucht beschikbaar is, zoals een gesloten koffer, als de computer is ingeschakeld. Als u dat toch doet, loopt u het risico van
brand of beschadiging van de computer.
smartcard-sleuf
4
IEEE 1394-aansluiting
luchtopeningen
vaste schijf
5
5-in-1 mediageheugenkaart-leesapparaat
ExpressCard-sleuf
6
audioaansluitingen (2)
OPMERKING: De sleuf voor ExpressCards biedt geen ondersteuning voor PC cards.
IEEE 1394-aansluiting Hiermee sluit u apparaten aan die ondersteuning bieden voor hogesnelheidsoverdracht met IEEE 1394, zoals sommige digitale
videocamera's.
5-in-1 mediageheugenkaart-leesapparaat Dit biedt een snelle en makkelijke manier voor het weergeven en delen van digitale foto's, muziek en video's
die op een mediageheugenkaart zijn opgeslagen. Het 5-in-1 mediageheugenkaart-leesapparaat leest de volgende digitale mediageheugenkaarten:
¡ Secure Digital (SD)-kaart/SDIO
¡ MultiMediaCard (MMC)
¡ Memory Stick
¡ Memory Stick PRO
¡ xD-Picture Card
audioaansluitingen
luchtopening Incomputerswordenventilatorengebruiktomeenluchtstroomtecreërenviadeluchtopening(en).Ditvoorkomtdatdecomputeroververhit
raakt.
Achteraanzicht
luchtopening Incomputerswordenventilatorengebruiktomeenluchtstroomtecreërenviadeluchtopeningen.Ditvoorkomtdatdecomputeroververhit
raakt.
S-video TV-out-aansluiting
Sluit een koptelefoon of speakers aan op de -aansluiting.
Sluit een microfoon aan op de -aansluiting.
LET OP: Blokkeer de luchtopeningen niet, duw er geen voorwerpen in en zorg dat er zich geen stof in ophoopt. Plaats de computer niet in een
omgeving waar weinig lucht beschikbaar is, zoals een gesloten koffer, als de computer is ingeschakeld. Als u dat toch doet, loopt u het risico van
brand of beschadiging van de computer.
luchtopeningen
USB-ingangen (2)
9
aansluiting voor netadapter
S-video TV-out-aansluiting
USB-ingangen (2)
10
ventilatieopeningen
netwerkaansluiting
(RJ-45)
DVI-aansluiting
(Digitale Video Interface)
modemaansluiting
(RJ-11)
video-aansluiting (VGA)
LET OP: Blokkeer de luchtopeningen niet, duw er geen voorwerpen in en zorg dat er zich geen stof in ophoopt. Plaats de computer niet in een
omgeving waar weinig lucht beschikbaar is, zoals een gesloten koffer, als de computer is ingeschakeld. Als u dat toch doet, loopt u het risico van
brand of beschadiging van de computer.
Hiermee sluit u de computer aan op een TV. Ook sluit u hierop met behulp van de TV/digitaal-audio-adapterkabel apparaten aan die
geschiktzijnvoordigitaleaudio.
netwerkaansluiting (RJ-45)
modemaansluiting (RJ-11)
USB-aansluitingen
DVI-aansluiting (digital-video interface)
videoaansluiting
aansluiting voor netadapter Hiermee sluit u een netadapter aan op de computer.
De netadapter zet wisselstroom om in de gelijkstroom die de computer nodig heeft. U kunt de netadapter aansluiten als de computer uit staat, maar ook als
deze aan staat. Gebruik voor optimale prestatie alleen de netadapter die bij de computer is geleverd.
KENNISGEVING: De netwerkaansluiting is een beetje groter dan de modemaansluiting. Sluit geen telefoonlijn aan op de netwerkaansluiting, hierdoor
voorkomt u schade aan de computer.
Hiermee sluit u de computer aan op een netwerk. Het ononderbroken brandende lampje op de aansluiting geeft informatie over de
verbindingsstatus. Uit geeft aan dat er geen verbinding is, groen dat er een verbinding is van 10-Mb/sec, oranje dat er een verbinding
is van 100-Mb/sec en geel dat er een verbinding is van 1000-Mb/sec. Het knipperende gele lampje op de aansluiting geeft activiteit
aan op de kabelnetwerkverbinding.
Als u informatie wilt over het gebruik van de netwerkadapter, kunt u hiervoor de documentatie raadplegen die bij de computer is
geleverd onder Windows Help en ondersteuning. Zie Windows Help en Support Center voor informatie over het openen van Help en
ondersteuning.
Als u de interne modem wilt gebruiken, moet u de telefoonlijn aansluiten op de modemaansluiting.
Als u meer informatie wilt over het gebruik van de modem, kunt u hiervoor de documentatie raadplegen die bij de modem is geleverd
onder Windows Help en ondersteuning. Zie Windows Help en Support Center voor informatie over het openen van Help en
ondersteuning.
Hiermee sluit u USB-apparaten aan, zoals een muis, toetsenbord of printer.
Hiermee sluit u een externe, DVI-compatibele monitor aan, zoals een LCD-monitor. Als u een adapterkabel gebruikt, kunt u ook een
externe VGA-compatibele monitor op de DVI-aansluiting aansluiten.
Hiermee sluit u een externe VGA-monitor aan.
Onderkant
subwoofer Hiermee produceert u een bredere basuitvoer dan over de speakers mogelijk is.
meter batterijlading/-status Geeft informatie over de ladingsstatus van de batterij. Raadpleeg De lading van de batterij controleren voor meer informatie.
ontgrendeling batterijhouder Hiermee maakt u de batterij los uit het batterijcompartiment. Raadpleeg De batterij vervangen voor meer informatie.
batterij Wanneereenbatterijisgeïnstalleerd,kuntudecomputerookgebruikenalsdecomputernietopeenstopcontactisaangesloten.Raadpleeg
Batterijen gebruiken voor meer informatie.
Afdekplaat voor optionele interne kaart met draadloze Bluetooth®-technologie Raadpleeg voor meer informatie de documentatie die met de kaart werd
geleverd. U kunt alle draadloze apparaten snel in- of uitschakelen door op <Fn><F2> te drukken.
vaste schijf Hierop slaat u software en gegevens op. Raadpleeg Vaste schijf voor meer informatie. De grootte die in de Windows Verkenner voor uw vaste
schijfwordtweergeven,isdecapaciteitvanhetstationvoordaterbesturingssystemenofprogramma'sopwordengeïnstalleerd.
luchtopening Incomputerswordenventilatorengebruiktomeenluchtstroomtecreërenviadeluchtopening(en).Ditvoorkomtdatdecomputeroververhit
raakt.
Afdekplaat minikaart/modem Hiermee dekt u het compartiment af dat de minikaart en de modem bevat. Raadpleeg Modem voor meer informatie.
Aansluiting koppelapparaat Hiermee kunt u de computer aansluiten op de Media Base of ander koppelapparaat. Raadpleeg de Dell-documentatie die met
LET OP: De netadapter werkt op elektrische stopcontacten overal ter wereld. Stekkers en stopcontacten kunnen echter per land verschillen. Het
gebruik van een ongeschikte kabel of een kabel die niet correct op de contactdoos of het stopcontact is aangesloten, kan brand of schade aan het
materiaal veroorzaken.
KENNISGEVING: Wanneer u de netadapterkabel van de computer loskoppelt, dient u de aansluiting vast te pakken (niet de kabel zelf). Trek met vaste
grip en zonder worstelingen om schade aan de kabel te voorkomen.
1
subwoofer
5
afdekplaat voor optionele
interne kaart met draadloze
Bluetooth®-technologie
9
aansluiting
koppelapparaat
2
batterijlader/statusmeter
6
vaste schijf
10
afdekplaat
geheugenmodule
3
ontgrendeling
batterijhouder
7
luchtopeningen
11
ventilatieopeningen
4
batterij
8
afdekplaat
minikaart/modem
12
vergrendelingsschroef
mediacompartiment
LET OP: Blokkeer de luchtopeningen niet, duw er geen voorwerpen in en zorg dat er zich geen stof in ophoopt. Plaats de computer niet in een
omgeving waar weinig lucht beschikbaar is, zoals een gesloten koffer, als de computer is ingeschakeld. Als u dat toch doet, loopt u het risico van
brand of beschadiging van de computer.
uw koppelapparaat is meegeleverd voor meer informatie.
afdekplaat geheugenmodule Bedekt het compartiment dat de geheugenmodules bevat. Raadpleeg Geheugen voor meer informatie.
beveiligingsschroef optisch station Hiermee zet u het optisch station vast in het stationscompartiment. Raadpleeg optisch station voor meer informatie.
Terug naar inhoudspagina
KENNISGEVING: UwcomputerisuitgerustmetUndock&Go™-technologie. Deze maakt het mogelijk de computer lost te koppelen zonder in de
standby-modus over te schakelen. Aangezien de computer mogelijk niet automatisch op de standby-modus overschakelt wanneer deze wordt
losgekoppeld, dient u ervoor te zorgen dat de instellingen in Energiebeheer (Configuratiescherm) de computer niet verbieden op de standby-modus
over te schakelen. Als u in Energiebeheer aangeeft dat de computer niet in standby-modus mag gaan, vergroot u de kans van snelle slijtage van de
batterij of oververhitting van de computer aanzienlijk.
Terug naar inhoudspagina
Bijlage
DellPrecision™MobileWorkstationM90Handleiding
De computer reinigen
Productkennisgeving Macrovision
FCC-kennisgeving (alleen V.S.)
De computer reinigen
Computer, toetsenbord en beeldscherm
l Gebruik een bus perslucht om stof tussen de toetsen van het toetsenbord te verwijderen en om eventueel vuil of pluisjes van het beeldscherm te
verwijderen.
l Bevochtig een zachte, pluisvrije doek met water of een beeldschermreiniger. Gebruik geen reinigingsmiddel op basis van alcohol of ammoniak. Wrijf het
beeldscherm voorzichtig schoon tot dit schoon is en alle vingerafdrukken zijn verwijderd. Werk hierbij vanuit het midden naar de randen. Druk niet te
hard.
l Bevochtig een zachte, pluisvrije doek met water en wrijf de computer en het toetsenbord schoon. Zorg ervoor dat er geen water uit de doek tussen de
touchpad en de omringende handsteun sijpelt.
Touchpad
1. Sluit de computer af en zet deze uit. Zie De computer uitzetten.
2. Koppel eventuele randapparatuur los van de computer en van het stopcontact.
3. Verwijdergeïnstalleerdebatterijen.ZieDe batterij vervangen.
4. Bevochtig een zachte, pluisvrije doek met water en wrijf deze voorzichtig over het oppervlak van de touchpad. Zorg ervoor dat er geen water uit de
doek tussen de touchpad en de omringende handsteun sijpelt.
Cd's en Dvd's
Als u problemen ondervindt met de afspeelkwaliteit van uw Cd's of Dvd's, zoals het overslaan van fragmenten, kunt u proberen de schijven schoon te maken.
1. Houd de schijf vast bij de buitenrand. U kunt ook de binnenrand van het gat in het midden aanraken.
2. Gebruik een zachte, pluisvrije doek om voorzichtig de onderkant van de schijf te reinigen (de kant zonder label). Werk hierbij in een rechte lijn van het
middelpunt naar de buitenrand van de schijf.
Gebruikvoorvastzittendvuilwaterofeenoplossingvanwaterenmildezeep.Ukuntookcommerciëleproductenkopenwaarmeeuschijvenkunt
schoonmaken en die enige bescherming bieden tegen stof, vingerafdrukken en krassen. Reinigingsproducten voor Cd's kunnen ook veilig op Dvd's
worden gebruikt.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in deze sectie begint, dient u de veiligheidsinstructies te volgen die u vindt in de
Productinformatiegids.
LET OP: Voordatudecomputerschoonmaakt,moetudestekkervandecomputeruithetstopcontacthalenenmoetueventueelgeïnstalleerde
batterijen verwijderen. Maak de computer schoon met een zachte doek die met water vochtig is gemaakt. Gebruik geen vloeibare
schoonmaakmiddelen of middelen in een spuitbus. Deze schoonmaakmiddelen kunnen ontvlambare stoffen bevatten.
KENNISGEVING: Voorkom schade aan de computer of het beeldscherm door geen reinigingsmiddel rechtstreeks op het beeldscherm te spuiten.
Gebruik alleen producten die specifiek zijn gemaakt voor het schoonmaken van beeldschermen en volg de instructies die bij het product zijn geleverd.
KENNISGEVING: Gebruik altijd perslucht om de lens in het Cd/Dvd-station te reinigen en volg de instructies die bij het persluchtproduct worden
geleverd. Raak in geen geval de lens in het station aan.
KENNISGEVING: Voorkom schade aan het oppervlak door niet met een cirkelbeweging rond de schijf te reinigen.
Productkennisgeving Macrovision
Dit product bevat auteursrechtbeschermende technologie die wordt beschermt door patenten en andere intellectuele eigendomsrechten in de VS. Het gebruik
van deze auteursrechtbeschermende technologie moet zijn geautoriseerd door Macrovision en is bedoeld voor gebruik thuis en in andere omstandigheden
met beperkte vertoning, tenzij anderszins geautoriseerd door Macrovision. Het is niet toegestaan dit product te reverse-engineeren of demonteren.
FCC-kennisgeving (alleen V.S.)
FCC klasse B
De apparatuur genereert en gebruikt RF-energie (radiofrequentie) en kan deze energie uitstralen. De apparatuur kan interferentie met radio- en
televisieontvangstveroorzakenwanneerdezenietwordtgeïnstalleerdofgebruiktvolgensdeinstallatiehandleidingvandefabrikant.Opbasisvantestsis
vastgesteld dat deze apparatuur voldoet aan de grenswaarden die voor een digitaal apparaat van klasse B zijn opgesteld conform deel 15 van de FCC-
regelgeving.
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regelgeving. De werking moet voldoen aan de volgende twee voorwaarden:
1. Het apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken.
2. Het apparaat moet binnenkomende interferentie accepteren, inclusief interferentie die ongewenste effecten heeft.
Deze grenswaarden zijn opgesteld om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie in een woonomgeving. Er wordt echter niet
gegarandeerd dat een bepaalde installatie geen interferentie veroorzaakt. Als deze apparatuur de radio- of televisieontvangst stoort (hetgeen u kunt
bepalen door de apparatuur uit en in te schakelen), kunt u het beste proberen om de interferentie te verhelpen door een of meer van de volgende
maatregelen te nemen:
l Richt de ontvangstantenne een andere kant op.
l Verplaats het systeem ten opzichte van de ontvanger.
l Zet het systeem verder af van de ontvanger.
l Sluit het netsnoer van het systeem aan op een ander stopcontact, zodat het systeem en de ontvanger niet op dezelfde groep zijn aangesloten.
Vraag indien nodig het advies van een medewerker van Dell Inc. of een ervaren radio-/televisietechnicus voor meer tips.
De volgende informatie over het apparaat of de apparaten in dit document wordt verstrekt conform de FCC-bepalingen:
l Productnaam:DellPrecision™M90
l Modelnummer: PP05XA
l Bedrijfsnaam:
Dell Inc.
Worldwide Regulatory Compliance & Environmental Affairs
One Dell Way
Round Rock, TX 78682 Verenigde Staten
512-338-4400
Terug naar inhoudspagina
KENNISGEVING: Volgens de FCC-bepalingen bent u in sommige gevallen niet langer gerechtigd om het apparaat te bedienen als u wijzigingen of
veranderingen aanbrengt die niet nadrukkelijk door Dell Inc. zijn goedgekeurd.
OPMERKING: Zie uw Productinformatiegids voor meer informatie over wet- en regelgeving.
Terug naar inhoudspagina
Batterijen gebruiken
DellPrecision™MobileWorkstationM90Handleiding
Batterijprestatie
De lading van de batterij controleren
Batterijvermogen sparen
Energiebeheermodussen
Instellingen voor energiebeheer configureren
De batterij opladen
De batterij vervangen
Een batterij opslaan
Batterijprestatie
Voor een optimale prestatie van de computer en om de BIOS-instellingentebewarenishetaanbevolenomdezedraagbareDell™-computer altijd te
gebruikenmetgeïnstalleerdebatterij.
Erwordtstandaardéénbatterijmeegeleverd;dezebevindtzichinhetbatterijcompartiment.
l De werkingsduur van de batterij is afhankelijk van de werkomstandigheden. De werkingsduur wordt aanzienlijk verminderd door onder andere:
l Het gebruik van optische stations
l Het gebruik van draadloze communicatieapparaten, ExpressCards of USB-apparaten
l Zeer heldere weergave-instellingen, 3D-screensavers of andere energieverbruikende programma's gebruiken, zoals complexe 3D grafische
toepassingen.
l Het gebruik van de computer bij maximale prestatie. Zie Instellingen voor energiebeheer configureren voor informatie over het openen van de
Eigenschappen voor Energiebeheer van Windows of Dell Quickset, die u allebei kunt gebruiken om energiebeheerinstellingen te configureren.
U kunt de lading van de batterij controleren voordat u deze in de computer plaatst. U kunt de energiebeheeropties ook zo instellen dat u verwittigd wordt
wanneer de batterij bijna leeg is. Raadpleeg Specificaties voor meer informatie.
De lading van de batterij controleren
De Dell QuickSet Batterijmeter, het venster Energiemeter van Microsoft Windows en het pictogram , de batterijladingmeter en de statusmeter, en de
waarschuwing dat de batterij bijna leeg is, geven informatie over de status van de batterij.
Dell™QuickSet-batterijmeter
AlsDellQuickSetisgeïnstalleerd,druktuop<Fn><F3>omdeQuickSet-batterijmeter weer te geven. De batterijmeter toont de status, de levensduur, het
laadniveau en de laadtijd van de batterij van de computer.
OPMERKING: Zie de productinformatiegids of het afzonderlijke papieren garantiedocument dat met uw computer is meegeleverd voor informatie over de
Dell-garantie voor uw computer.
OPMERKING: Omdat de batterij mogelijk niet geheel opgeladen is, is het beter dat u de AC-adapter gebruikt als u uw nieuwe computer voor het eerst
opstart. Voor de beste resultaten blijft u de netadapter beter gebruiken tot de batterij helemaal is opgeladen. U geeft als volgt de batterijstatus weer:
klik op Start® Configuratiescherm® Energiebeheer, en klik op het tabblad Energiemeter.
OPMERKING: De werkingsduur van de batterij (de tijd gedurende welke de batterij stroom kan bieden) wordt met de tijd minder. Afhankelijk van de
frequentie waarmee de batterij wordt gebruikt en de gebruiksomstandigheden kan het zijn dat u tijdens de levensduur van de computer een nieuwe
batterij moet aanschaffen.
OPMERKING: Het wordt aanbevolen dat u de computer op een stopcontact aansluit wanneer u naar een cd of Dvd schrijft.
LET OP: Het gebruik van een incompatibele batterij kan de kans op brand of een explosie vergroten. Vervang de batterij uitsluitend met een
compatibele batterij die u bij Dell hebt aangeschaft. Deze batterij is speciaal ontworpen voor gebruik in een Dell-computer. Gebruik geen batterij
van een andere computer voor uw Dell-computer.
LET OP: Gooi batterijen niet met het huisafval weg. Als de batterij geen energie meer bevat, moet u contact opnemen met de plaatselijke
vuilophaal- of milieudienst voor advies over het verwijderen van een lithium- ionbatterij. Zie "Batterijen verwijderen" in de
Productinformatiegids.
LET OP: Misbruik van de batterij kan de kans op brand of chemische brandwonden verhogen. Maak geen gaten in batterijen, gooi batterijen niet
inhetvuur,maakbatterijennietopenenstelbatterijennietblootaaneentemperatuurhogerdan65°C.Houddebatterijbuitenbereikvan
kinderen. Ga uiterst voorzichtig met beschadigde of lekkende batterijen om. Beschadigde batterijen kunnen lekken en lichamelijke schade of
schade aan uw apparatuur opleveren.
OPMERKING: Het is mogelijk dat Dell QuickSet niet beschikbaar is op deze computer.
Voor meer informatie over QuickSet klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram in de taakbalk. Klik vervolgens op Help.
Microsoft®Windows®Energiemeter
De Windows Energiemeter geeft de resterende batterijlading weer. U kunt de energiemeter controleren door te dubbelklikken op het pictogram in de
taakbalk.
Als de computer op een stopcontact is aangesloten, verschijnt het pictogram .
Ladingsmeter
Klik op de statusknop (of houd de statusknop ingedrukt) van de ladingsmeter op de batterij om het volgende te controleren:
l Batterijlading (klik kort op de statusknop)
l Batterijvoortgang (houd de statusknop ingedrukt)
De werkingsduur van de batterij wordt grotendeels bepaald door het aantal keren dat deze is opgeladen. Als de batterij al een paar honderd keer is
opgeladen en ontladen, gaat iets van de laadcapaciteit of het laadvermogen van de batterij verloren. Een batterij kan dus wel een status "geladen" geven,
en toch een beperkte laadcapaciteit (vermogen) hebben.
Batterijlading controleren
U kunt de batterijlading controleren door op de statusknop van de batterijladingmeter te drukken om de lichtjes van het laadniveau weer te geven. Elk lampje
vertegenwoordigt ongeveer 20 procent van de totale batterijlading. Als bijvoorbeeld tachtig procent van de lading resteert, zullen er vier lampjes branden. Als
er geen lampjes branden, is de batterij leeg.
Het batterijvermogen controleren
Als u het batterijvermogen wilt meten met de ladingsmeter, houdt u de statusknop op de batterijladingmeter ingedrukt,minstens3secondenlang.Alsergeen
lampjes gaan branden, verkeerd de batterij in goede toestand, en heeft deze nog meer dan 80 procent van zijn oorspronkelijke oplaadcapaciteit. Hoe meer
lampjesbranden,hoelagerhetvermogen.Alservijflampjesbranden,blijfterminderdan60procentvandelaadcapaciteitvandebatterijoverenishet
raadzaam om deze te vervangen. Zie Specificaties voor meer informatie over de werkingsduur van de batterijen.
Waarschuwing batterij bijna leeg
U wordt door middel van een pop-upvenster gewaarschuwd als de batterijlading voor ongeveer 90 procent is verbruikt. Zodra een kritiek laag niveau wordt
bereikt, gaat de computer automatisch in slaapstand.
UkuntdeinstellingenvoordebatterijwaarschuwingendefiniëreninQuicksetofinhetvensterEigenschappen voor energiebeheer. Zie Instellingen voor
energiebeheer configureren voor informatie over het openen van QuickSet of het het venster Eigenschappen voor energiebeheer.
Batterijvermogen sparen
Voer de volgende handelingen uit om het batterijvermogen te sparen:
l Sluit de computer wanneer dat maar mogelijk is aan op een stopcontact, omdat de levensduur van een batterij in grote mate afhangt van het aantal
keer dat de batterij wordt gebruikt en opgeladen.
l Activeer de standby-modus of slaapstand als u de computer langere tijd niet gebruikt. Zie Energiebeheermodussen voor meer informatie over de
standby-modus en de slaapstand.
l Activeer de Wizard Energiebeheer om opties in te stellen die het stroomverbruik van de computer optimaliseren. U kunt deze opties zo instellen dat ze
veranderen wanneer u op de aan/uit-knop drukt, het scherm sluit of <Fn><Esc> indrukt. Zie Instellingen voor energiebeheer configureren voor meer
informatie over het gebruik van de wizard Energiebeheer.
OPMERKING: U kunt het batterijvermogen controleren met behulp van de ladingsmeter op de batterij zoals hierna beschreven, of met behulp van de
Batterijmeter in Dell QuickSet. Voor meer informatie over QuickSet klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram van de taakbalk en klikt u
vervolgens op Help.
KENNISGEVING: Om te voorkomen dat gegevens beschadigd raken of verloren gaan, moet u uw werk direct opslaan als u een waarschuwing ontvangt
dat de batterij bijna leeg is. Sluit de computer vervolgens op een stopcontact aan. Als de batterij volledig zonder stroom komt te staan, wordt
automatisch de diepe slaapmodus geactiveerd.
OPMERKING: Zie Instellingen voor energiebeheer configureren voor informatie over het besparen van batterijvermogen.
Energiebeheermodussen
Standby-modus
In de standby-modus wordt stroom bespaard door de display en de vaste schijf uit te schakelen na een vooraf ingestelde inactiviteitsperiode (een time-out).
Wanneer de computer de standby-modus verlaat, keert deze terug in dezelfde werkingsmodus als deze had voordat de standby-modus werd ingeschakeld.
De standby-modus activeren:
l Klik op Start® Afsluiten® Stand-by.
of
l Afhankelijk van uw instellingen voor de opties voor energiebeheer op het tabblad Geavanceerd in het venster Eigenschappen voor energiebeheer
kunt u een van de volgende methoden gebruiken:
¡ Druk op de aan/uit-knop.
¡ Sluit het beeldscherm.
¡ Druk op <Fn><Esc>.
U kunt de standby-modus verlaten door op de aan/uit-knop te drukken of door het beeldscherm te openen, afhankelijk van uw instellingen op het tabblad
Geavanceerd. U kunt de computer niet uit de standby-modus halen door op een toets te drukken of door de touchpad aan te raken.
Slaapstand
Indeslaapstandwordtstroombespaarddoorsysteemgegevensnaareengereserveerddeelvandevasteschijftekopiërenendecomputervervolgens
volledig uit te zetten. Wanneer de computer de slaapstand verlaat, keert deze terug in dezelfde werkingsmodus als deze had voordat de slaapstand werd
ingeschakeld.
Uw computer komt automatisch in de slaapstand zodra het batterijvermogen een kritiek laag niveau bereikt.
U activeert de slaapstand als volgt handmatig:
l Klik op Start® Afsluiten, houd <Shift> ingedrukt en klik dan op Slaapstand.
OF
l Afhankelijk van uw instellingen voor de opties voor energiebeheer op het tabblad Geavanceerd in het venster Eigenschappen voor energiebeheer,
kunt u een van de volgende methoden gebruiken om de slaapstand te activeren:
¡ Druk op de aan/uit-knop.
¡ Sluit het beeldscherm.
¡ Druk op <Fn><Esc>.
Druk op de aan/uit-knop om de slaapstand te verlaten. Het kan even duren voordat de computer uit de slaapstand komt. U kunt de computer niet uit de
slaapstand halen door op een toets te drukken of door de touchpad aan te raken. Raadpleeg de documentatie bij uw besturingssysteem voor meer informatie
over de slaapstand.
Instellingen voor energiebeheer configureren
U kunt de Power Management Wizard (wizard Energiebeheer) van Quickset of de Eigenschappen voor energiebeheer van Windows gebruiken om de
instellingen voor energiebeheer voor uw computer te configureren.
l Voor meer informatie over QuickSet klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram in de taakbalk. Klik vervolgens op Help.
l U opent het venster Eigenschappen voor energiebeheer door op Start te klikken Configuratiescherm® Prestaties en onderhoud aan te wijzen en
dan op Energiebeheer te klikken. Voor informatie over de velden in het venster Eigenschappen voor energiebeheer klikt u op het vraagtekenpictogram
in de titelbalk en klikt u vervolgens op het gebied waarover u informatie wilt.
De batterij opladen
KENNISGEVING: Als de computer in de standby-modus zonder netstroom of batterijstroom komt te zitten, kunnen er gegevens verloren gaan.
KENNISGEVING: Verwijder geen randapparatuur terwijl de computer in de slaapstand staat.
OPMERKING: Sommige ExpressCards werken mogelijk niet goed nadat de computer de slaapstand heeft verlaten. Het is mogelijk dat u de kaart moet
verwijderen en dat u deze opnieuw moet plaatsen (zie ExpressCards of namaakkaarten verwijderen) of dat u gewoon de computer opnieuw moet
starten.
Als u de computer aansluit op een stopcontact of een batterij aanbrengt terwijl de computer op een stopcontact is aangesloten, zal de computer de lading en
temperatuur van de batterij controleren. Indien nodig zal de netadapter de batterij opladen en de batterijlading op peil houden.
Als de batterij verhit is geraakt door gebruik in de computer of omdat de omgevingstemperatuur te hoog is, is het mogelijk dat de batterij niet oplaadt als u de
computer op een stopcontact aansluit.De batterij is te warm om op te laden als het -lichtje afwisselend oranje en groen knippert. Koppel de computer los
van het stopcontact en laat de computer en batterij afkoelen tot kamertemperatuur. Sluit de computer vervolgens aan op een stopcontact om de batterij op te
laden.
Raadpleeg Stroomproblemen voor meer informatie over het oplossen van batterijproblemen
De batterij vervangen
De batterij verwijderen:
1. Als de computer is aangesloten op een dockingstation, koppelt u het dockingstation los. Raadpleeg de documentatie bij het dockingstation voor
instructies over het loskoppelen.
2. Zorg ervoor dat de computer uitstaat.
3. Verschuif het ontgrendelingsschuifje onderaan de computer, houd het schuifje vast en til de batterij op om deze uit de sleuf te halen.
Om een andere batterij te plaatsen, volgt u dezelfde procedure in omgekeerde volgorde.
Een batterij opslaan
Verwijder de batterij als u de computer voor langere tijd opslaat. Een batterij verliest zijn lading als deze gedurende een lange periode niet wordt gebruikt.
Na een lange opslagperiode, dient u de batterij volledig opnieuw te laden voordat u deze gebruikt. Zie De batterij opladen.
Terug naar inhoudspagina
OPMERKING: DankzijDell™ExpressCharge™,zaldenetadapteralsdecomputerisuitgeschakeld,eenvollediglegebatterijtot80procentopladenin
ongeveer 1 uur, en tot 100 procent in ongeveer 2 uur. De oplaadtijd is langer als de computer aan staat. U kunt de batterij in de computer laten zolang
u wil. De interne circuits van de batterij voorkomen dat de batterij wordt overladen.
LET OP: Voordat u deze procedures uitvoert, moet u de computer uitzetten, de netadapter uit het stopcontact halen, de modem loskoppelen en uit
de computer halen en alle andere externe kabels uit de computer verwijderen.
KENNISGEVING: U moet alle externe kabels uit de computer verwijderen om eventuele schade te voorkomen.
LET OP: Het gebruik van een incompatibele batterij kan de kans op brand of een explosie vergroten. Vervang de batterij uitsluitend met een
compatibelebatterijdieubijDellhebtaangeschaft.DebatterijisspeciaalgemaaktvooreenDell™-computer. Gebruik geen batterij van een
andere computer voor uw computer.
1
ontgrendeling batterijhouder
2
batterij
Terug naar inhoudspagina
Kaarten gebruiken
DellPrecision™MobileWorkstationM90Handleiding
ExpressCards
Mediageheugenkaarten
ExpressCards
ExpressCards maken gebruik van PC Card-technologie om een snel en makkelijk geheugen, gewone en draadloze netwerkcommunicatie (inclusief draadloze
WAN-communicatie [WWAN]), multimedia en beveiligingsfunctiesaan uw computer toe te voegen.
Zie Specificaties voor informatie over ondersteunde ExpressCards.
Namaak-ExpressCards
Uw computer is verzonden met een plasic namaakkaart in de sleuf voor de Expresskaart. Namaakkaarten beschermen ongebruikte sleuven tegen stof en
anderedeeltjes.BewaardenamaakkaartvoorgebruikwanneerergeenExpressCardindesleufisgeïnstalleerd.Namaakkaartenuitanderecomputers
passen mogelijk niet in uw computer.
Zie ExpressCards of namaakkaarten verwijderen voor meer informatie over het verwijderen van de namaakkaart.
ExpressCards installeren
U kunt een ExpressCard installeren terwijl de computer aan staat. De computer detecteert de kaart automatisch.
ExpressCards zijn over het algemeen gemarkeerd met een symbool (zoals een driehoek of een pijl) of een label waarmee wordt aangegeven welke kant in de
sleuf moet worden gestoken. De kaarten zijn zo gemaakt dat ze niet onjuist kunnen worden ingestoken. Als de plaatsing van de kaart onduidelijk is, dient u
de documentatie te raadplegen die bij de kaart is geleverd.
U installeert als volgt een ExpressCard:
1. Houd de kaart zo dat de bovenkant van de kaart naar boven is gekeerd. Het is mogelijk dat u de vergrendeling in de "in"-positie moet zetten voordat u
de kaart plaatst.
2. Schuif de kaart in het slot tot deze volledig in de aansluiting zit.
Als er te veel weerstand is, moet u de kaart niet forceren. Controleer de richting van de kaart en probeer het opnieuw.
OPMERKING: Het is niet mogelijk op te starten vanaf een ExpressCard.
1
ondersteunde kaarten
2
niet-ondersteunde kaarten
OPMERKING: Uw computer biedt geen ondersteuning voor PC-kaarten. Voorkom schade aan de pinnen of de kaart door geen niet-ondersteunde
kaarten in de ExpressCard-sleuf te steken.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
De computer herkent de ExpressCard en laadt automatisch het juiste apparaatstuurprogramma. Als het configuratieprogramma u vertelt de stuurprogramma's
van de fabrikant te laden, gebruikt u hiervoor de Cd die bij de ExpressCard is geleverd.
ExpressCards of namaakkaarten verwijderen
Druk op de vergrendeling en verwijder de kaart of namaakkaart. Druk twee keer op de vergrendeling: een keer om de vergrendeling los te maken, een
tweede keer om de kaart naar buiten te duwen. Bewaar een namaakkaart en gebruik deze wanneer een sleuf geen ExpressCard bevat. Namaakkaarten
beschermen ongebruikte sleuven tegen stof en andere deeltjes.
Mediageheugenkaarten
Het 5-in-1 mediageheugenkaart-leesapparaat biedt een snelle en makkelijke manier voor het weergeven en delen van digitale foto's, muziek en video's die op
een mediageheugenkaart zijn opgeslagen.
Het 5-in-1 mediageheugenkaart-leesapparaat leest de volgende mediageheugenkaarten:
l Secure Digital (SD)-kaart/SDIO
l MultiMediaCard (MMC)
l Memory Stick
l Memory Stick PRO
1
ExpressCard
KENNISGEVING: Gebruik het configuratiehulpprogramma van de ExpressCard (klik op het pictogram in de taakbalk) om een kaart te selecteren en
de functie hiervan stop te zetten voordat u deze kaart uit de computer verwijdert. Als u de kaart niet eerst uitschakelt in het
configuratiehulpprogramma, kunt u gegevens kwijtraken.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
1
vergrendeling
2
ExpressCard
OPMERKING: U de computer niet opstarten vanaf een mediageheugenkaart.
l xD-Picture Card
Mediageheugenkaarten installeren
U kunt een mediageheugenkaart in de computer installeren terwijl de computer aan staat. De computer detecteert de kaart automatisch.
Mediageheugenkaarten zijn over het algemeen gemarkeerd met een symbool (zoals een driehoek of een pijl) of een label waarmee wordt aangegeven welke
kant in de sleuf moet worden gestoken. De kaarten zijn zo gemaakt dat ze niet onjuist kunnen worden ingestoken. Als de plaatsing van de kaart onduidelijk
is, dient u de documentatie te raadplegen die bij de kaart is geleverd.
Ga als volgt te werk om een mediageheugenkaart te installeren:
1. Houd de kaart zo dat de bovenkant van de kaart naar boven is gekeerd.
2. Schuif de kaart in het slot tot deze volledig in de aansluiting zit.
Als er te veel weerstand is, moet u de kaart niet forceren. Controleer de richting van de kaart en probeer het opnieuw.
De computer herkent de mediageheugenkaart en laadt automatisch het juiste apparaatstuurprogramma. Als het configuratieprogramma u vertelt dat u de
stuurprogramma's van de fabrikant moet laden, gebruikt u de Cd die bij de mediageheugenkaart is geleverd (indien van toepassing).
Mediageheugenkaarten verwijderen
Druk de kaart naar binnen om de kaart los te maken en te verwijderen.
Terug naar inhoudspagina
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
1
5-in-1 mediageheugenkaart-sleuf
2
mediageheugenkaart
KENNISGEVING: Gebruik het configuratiehulpprogramma van de mediageheugenkaart (klik op het pictogram in de taakbalk) om een kaart te
selecteren en de functie hiervan stop te zetten voordat u deze kaart uit de computer verwijdert. Als u de kaart niet eerst uitschakelt in het
configuratiehulpprogramma, kunt u gegevens kwijtraken.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
Terug naar inhoudspagina
Het beeldscherm gebruiken
DellPrecision™MobileWorkstationM90Handleiding
Helderheid aanpassen
Het videobeeld overschakelen
De beeldschermresolutie instellen
Helderheid aanpassen
WanneereenDell™-computer op batterijen loopt, kunt u stroom besparen door de helderheid in te stellen op de laagste instelling die nog comfortabel is door
op <Fn> en de pijl-omhoog en pijl-omlaag op het toetsenbord te drukken.
U kunt op de volgende toetsen drukken om de helderheid van het beeldscherm aan te passen:
l Druk op <Fn> en de toets pijl-omhoogomdehelderheidvandegeïntegreerdedisplay(ennietdievaneenexternemonitor)teverhogen.
l Druk op <Fn> en de toets pijl-omlaagomdehelderheidvandegeïntegreerdedisplay(ennietdievaneenexternemonitor)teverlagen.
Het videobeeld overschakelen
Wanneer u de computer start terwijl er een ingeschakeld extern apparaat op is aangesloten (zoals een externe monitor of projector), kan het beeld op zowel
het beeldscherm van de computer als op het externe apparaat worden weergegeven.
Druk op <Fn><F8> om het beeld naar alleen het beeldscherm, alleen het externe apparaat of beeldscherm en extern apparaat tegelijkertijd over te
schakelen.
De beeldschermresolutie instellen
Als u een programma met een specifieke resolutie wilt weergeven, moeten zowel de videokaart als het beeldscherm het programma ondersteunen en moeten
debenodigdevideostuurprogramma'sgeïnstalleerdzijn.
Als u een resolutie of kleurenpalet kiest die niet door het beeldscherm worden ondersteund, wordt de instelling automatisch gewijzigd in de dichtsbijzijnde
waarden die wel worden ondersteund.
1. Klik op Start en klik dan op Configuratiescherm.
2. Klik onder Kies een categorie op Vormgeving en thema's.
3. Klik op het gebied dat u wilt wijzigen onder Kies een taak... of klik op Beeldscherm onder of kies een pictogram.
4. Probeer verschillende instellingen voor Kleurkwaliteit en Beeldschermresolutie.
Terug naar inhoudspagina
OPMERKING: De toetsencombinaties voor helderheid zijn alleen van toepassing op het beeldscherm van uw draagbare computer, niet op monitoren of
projectoren die u aan uw draagbare computer of koppelapparaat bevestigt. Als uw computer op een externe monitor is aangesloten terwijl u probeert
de helderheid te wijzigen, wordt de helderheidsmeter weergegeven maar verandert het helderheidsniveau van de monitor niet.
OPMERKING: Als u de huidige beeldschermresolutie door een andere instelling vervangt, kan het beeld vaag worden weergegeven en kan tekst
moeilijker leesbaar zijn. Voordat u de instellingen voor het beeldscherm wijzigt, kunt u het best opschrijven wat de huidige instellingen zijn, voor
toekomstig gebruik.
OPMERKING: Naarmate de resolutie toeneemt, worden pictogrammen en tekst kleiner weergegeven op het scherm.
Terug naar inhoudspagina
DellPrecision™MobileWorkstationM90Handleiding
Informatie zoeken
Informatie zoeken
OPMERKING: Sommige kenmerken of media zijn optioneel en zijn misschien niet meegeleverd met deze computer. Sommige kenmerken of media zijn
niet beschikbaar in bepaalde landen.
OPMERKING: Mogelijk werd er bij uw computer bijkomende informatie geleverd.
Waar bent u naar op zoek?
Hier kunt u het vinden
l Een diagnoseprogramma voor de computer
l Stuurprogramma's voor de computer
l Documentatie over dit apparaat
l Notebook System Software (NSS)
Cd Drivers and Utilities (cd met stuur- en hulpprogramma's; ook
wel ResourceCD genaamd)
OPMERKING: De Drivers and Utilities CD (cd met stuur- en
hulpprogramma's) kan optioneel zijn en is mogelijk niet meegeleverd met
deze computer.
De documentatie en stuurprogramma's zijn reeds op de computer
geïnstalleerd.Ukuntdecdgebruikenomdestuurprogramma'sopnieuwte
installeren (zie Opnieuw installeren van stuurprogramma's en
hulpprogramma's) of om Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit te voeren
(zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)).
Mogelijk bevat de cd leesmij-bestanden met de laatst beschikbare
informatie over technische wijzigingen aan de computer of geavanceerd
technisch naslagmateriaal voor technici en gevorderde gebruikers.
OPMERKING: Updates van de stuurprogramma's en documentatie vindt u
op support.dell.com.
l Computer uitpakken en opstarten
l Basisinformatie voor het oplossen van problemen
l Het uitvoeren van Dell Diagnostics
(Dell-diagnostiek)
l Onderdelen verwijderen en installeren
Naslaggids
OPMERKING: Dit document kan optioneel zijn en is mogelijk niet bij uw
computer meegeleverd.
OPMERKING: Dit document is beschikbaar als PDF-bestand op
support.dell.com.
l Garantie-informatie
l Algemene voorwaarden (alleen Verenigde Staten)
DELL™Productinformatiegids
l Veiligheidsinstructies
l Informatie over regelgeving
l Ergonomische informatie
l Licentieovereenkomst voor eindgebruikers
l Onderdelen verwijderen en vervangen
l Specificaties
l Systeeminstellingen configureren
l Problemen vaststellen en oplossen
DellPrecision™Handleiding
Microsoft Windows XP Help en ondersteuning
1. Klik op Start® Help en ondersteuning® Dell User and System
Guides (Dell Gebruikers- en systeeminformatiehandleiding)®
System Guides (Systeeminformatiehandleiding).
2. Klik op de Handleiding voor deze computer.
l Servicelabel en express-servicecode
l Microsoft Windows-licentielabel
Servicelabel en Microsoft® Windows®-licentie
Deze labels bevinden zich aan de onderzijde van de computer.
l Maak gebruik van het servicelabel om uw computer te identificeren
als u gebruik maakt van support.dell.com of contact opneemt met
de technische ondersteuning.
l Voer de express-servicecode in zodat uw telefonisch verzoek naar
de juiste medewerker van de technische ondersteuning wordt
doorgeleid.
l Oplossingen Probleemwijzer, tips en advies van monteurs en on line-
cursussen, FAQ's
l Community on line discussies met andere gebruikers van Dell-
producten
l Upgrades upgrade-informatie voor onderdelen als het geheugen, de
vaste schijf en het besturingssysteem
l Klantendienst Contactgegevens, de status van herstellingsverzoeken
en bestellingen, informatie over garanties en herstellingen
l Service en ondersteuning De status van reparatieverzoeken,
ondersteuningsgeschiedenis, het servicecontract, on line-discussies met
medewerkers van de technische ondersteuning
l Referentiemateriaal Computerdocumentatie, details over mijn
computerinstellingen, productspecificaties en white papers
l Downloads Geautoriseerde stuurprogramma's, patches en software-
updates
l Notebook System Software (NSS) Als u het besturingssysteem
herinstalleert, moet u ook het NSS opnieuw installeren. NSS biedt
belangrijke updates voor het besturingssysteem, en ondersteuning voor
Dell™3.5-inch USB-diskettestations, Intel®-processors, optische schijven
en USB-apparaten. NSS is nodig om uw Dell-computer correct te laten
werken. De software detecteert automatisch de computer en het
besturingssysteem en installeert de updates die voor uw configuratie van
belang zijn.
Dell Support Website support.dell.com
OPMERKING: Selecteer uw regio om de juiste support-website weer te
geven.
NSS downloaden:
1. Ga naar support.dell.com, selecteer uw regio of business-activiteit,
en vul het Servicelabel in.
2. Selecteer Drivers & Downloads (Stuurprogramma's en downloads)
en klik op Go (Ga).
3. Klik op het besturingssysteem van uw computer en zoek op het
trefwoord Notebook-systeemsoftware.
OPMERKING: De gebruikersinterface van support.dell.com kan er anders
uitzien, afhankelijk van de keuzes die u hebt gemaakt.
l Software-upgrades en probleemwijzer FAQ's, nieuws, en algemene
status van uw computeromgeving
Dell Support Utility (Dell Support-hulpprogramma)
De Dell Support Utility (Dell Support-hulpprogramma) is een automatisch
upgrade- en notificatiesysteem op uw computer.
Terug naar inhoudspagina
Dit hulpprogramma biedt real-time scans voor een gezonde
computeromgeving, software-upgrades en relevante informatie om zelf
problemen op te lossen. Activeer het Dell Support-hulpprogramma via het
pictogram op de taakbalk. Raadpleeg Dell Support-hulpprogramma
voor meer informatie.
l Met Windows XP werken
l Met programma's en bestanden werken
l Het bureaublad personaliseren
Windows Help en Support Center
1. Klik op de knop Start en klik vervolgens op Windows Help en
ondersteuning.
2. Geef met een of meer woorden een beschrijving van het probleem
en klik vervolgens op het pijlpictogram.
3. Klik op het onderwerp dat uw probleem beschrijft.
4. Volg de instructies op het scherm.
l Informatie over netwerkactiviteit, de wizard Energiebeheer, sneltoetsen
en andere elementen gestuurd door de Dell QuickSet
Dell QuickSet Help
Om Dell QuickSet Help te activeren, klik met de rechtermuisknop op het
pictogram van de Microsoft®Windows®taakbalk.
Zie Dell™QuickSet voor meer informatie over Dell Quickset.
l Het besturingssysteem opnieuw installeren
Operating System CD (Besturingssysteem-cd)
OPMERKING: De Operating System CD (cd met het besturingssysteem) kan
optioneel zijn en is mogelijk niet meegeleverd met deze computer.
Hetbesturingssysteemisreedsopdecomputergeïnstalleerd.Gebruikde
optionele Operating System CD (cd met het besturingssysteem) als u het
besturingssysteem opnieuw wilt installeren. Zie Windows XP opnieuw
installeren.
Nadatuhetbesturingssysteemopnieuwhebtgeïnstalleerd,gebruiktude
Drivers and Utilities CD (cd met stuur- en hulpprogramma's of Resource-cd)
om de stuurprogramma's voor de met de computer meegeleverde
apparaten opnieuw te installeren.
OPMERKING: De kleur van de cd is afhankelijk van het besturingssysteem
dat u hebt besteld.
Terug naar inhoudspagina
Verklarende woordenlijst
DellPrecision™MobileWorkstationM90Handleiding
De termen in deze woordenlijst worden alleen verstrekt ter informatie en kunnen al dan niet functies beschrijven die op uw specifieke computer van
toepassing zijn.
A
AC— alternatingcurrent(wisselstroom) De vorm van elektriciteit die voor uw computer wordt gebruikt als u de netadapter op een stopcontact aansluit.
achtergrond— Het achtergrondpatroon of achtergrondplaatje op het bureaublad van Windows. U kunt uw achtergrond wijzigen via het Configuratiescherm
van Windows. U kunt ook uw favoriete plaatje scannen en hiervan uw achtergrond maken.
ACPI— advanced configuration and power interface (geavanceerde configuratie- enstroominterface Een energiebeheerspecificatie die Microsoft®
Windows®-besturingssystemen in staat stelt een computer in de standby-modus of slaapstand te zetten om de hoeveelheid stroom te besparen die aan elk
op de computer aangesloten apparaat wordt toegewezen.
afsluiten— Het sluiten van vensters en het afsluiten van programma's en het besturingssysteem, en het uitschakelen van de computer. U kunt gegevens
kwijtraken als u de computer uitschakelt voordat het afsluitproces is voltooid.
AGP— accelerated graphics port (poort voor versnelde grafische uitvoer) Een toegewijde grafische poort die het mogelijk maakt systeemgeheugen te
gebruiken voor videogerelateerde taken. AGP levert een gelijkmatig videobeeld in ware kleuren, dankzij de snellere interface tussen de videocircuist en het
computergeheugen.
alleen-lezen— Gegevens en/of bestanden die u kunt weergeven maar die u niet kunt bewerken of verwijderen. Een bestand kan de status alleen-lezen
hebben als:
l Dit is opgeslagen op een fysiek tegen overschrijven beveiligde diskette, cd of dvd.
l Dit zich in een map op een netwerk bevindt en de systeembeheerder rechten alleen aan specifieke personen heeft toegewezen.
ALS— ambient light sensor (sensor voor omgevingsverlichting).
antivirussoftware— Een programma dat is ontworpen voor het identificeren, isoleren en/of verwijderen van virussen op uw computer.
apparaatstuurprogramma— Zie stuurprogramma.
APR advancedportreplicator(geavanceerdepoortreplicator) Een koppelapparaat dat u ertoe in staat stelt makkelijk een externe monitor, toetsenbord,
muis of ander apparaat te gebruiken bij uw draagbare computer.
ASF— alertstandardsformat(indelingvoorwaarschuwingsnormen) Eennormvoorhetdefiniërenvaneenmechanismevoorhetrapporterenvan
hardware- en softwarewaarschuwingen aan een beheerconsole. ASF is zo ontworpen dat dit niet afhankelijk is van platforms en besturingssystemen.
B
back-up— Een kopie van een programma of gegevensbestand op een diskette, cd, dvd of vaste schijf. U dient bij wijze van voorzorg regelmatig
reservekopieëntemakenvandegegevensbestandenopuwvasteschijf.
batterij— Een oplaadbare interne stroombron die wordt gebruikt om draagbare computers te laten werken wanneer die niet op een netadapter en
stopcontact zijn aangesloten.
BIOS— basic input/output system (basissysteem voor invoer/uitvoer) Een programma (of hulpprogramma) dat dient als een interface tussen de
computerhardware en het besturingssysteem. Breng geen veranderingen aan in deze instellingen als u niet weet wat voor effect dit heeft op de computer.
Wordt ook wel systeemsetup genoemd.
bit— Dekleinstegegevenseenheiddiedoordecomputercanwordengeïnterpreteerd.
Bluetooth® draadloze technologie— Een norm voor draadloze technologie voor netwerkapparaten binnen een klein bereik (9 m [29 voet]) die het mogelijk
maakt dat apparaten elkaar automatisch herkennen.
bps— bits per seconde De standaardeenheid voor het meten van verbindingssnelheid.
BTU— Britishthermalunit(Britseeenheidvanwarmte) Een maateinheid voor het meten van warmteuitvoer.
bus— Een communicatieverbinding tussen de onderdelen in uw computer.
bussnelheid De snelheid in MHz die aangeeft hoe snel een bus gegevens kan overdragen.
A
B
C
D
E
F
G
H
I
K
L
M
N
O
P
R
S
T
U
V
W
X
Z
byte— De basisgegevenseenheid die door uw computer wordt gebruikt. Een byte is gewoonlijk gelijk aan 8 bits.
C
C— Celsius Eentemperatuurmetingsschaalwaarbij0°hetvriespuntvanwateris,en100°hetkookpuntvanwater.
cache— Een special zeer snel opslagmechanisme, dat kan bestaan uit een gereserveerd deel van het hoofdgeheugen maar dat ook eer onafhankelijk zeer
snelopslagapparaatkanzijn.Decacheverbetertdeefficiëntievaneengrootaantalbewerkingenvandeprocessor.
L1-cache— De primaire cache die in de processor is opgeslagen.
L2-cache— De secundaire cache. Deze kan in de architectuur van de processor zijn opgenomen, maar kan ook los staan van de processor.
carnet— Een internationaal douanedocument dat tijdelijke invoer in het buitenland vergemakkelijkt. Ook wel bekend als een goederenpaspoort.
cd— compactdisc Een optisch opslagmedium, meestal gebruikt voor opslag van geluid en softwareprogramma's.
cd-brander— Een station dat cd's kan lezen en dat kan schrijven naar cd-rw's (overschrijfbare cd's) en cd-r's (cd's voor eenmalige opslag). U kunt meerdere
malen naar cd-rw-schijven schrijven, maar slechts een keer naar cd-r-schijven.
cd-r— Cdrecordable Een versie van de cd waarop u zelf gegevens kunt opslaan. U kunt slechts een keer gegevens opslaan op een cd-r. Eenmaal
opgeslagen gegevens kunnen niet worden gewist of overschreven.
cd-rw— Cdrewritable Een overschrijfbare versie van een cd. U kunt gegevens op een cd-rw-schijf opslaan en u kunt deze vervolgens wissen en
overschrijven.
cd-rw/dvd-station Een station dat ook wel een combistation wordt genoemd. Het kan cd's en dvd's lezen en naar cd-rw's (overschrijfbare cd) en cd-r's (cd
voor eenmalige opname) schrijven. U kunt meerdere malen naar cd-rw-schijven schrijven, maar slechts een keer naar cd-r-schijven.
cd-speler— De software die wordt gebruikt om muziek-cd's af te spelen. De cd-speler geeft een venster weer met daarin knoppen die u kunt gebruiken om
een cd af te spelen.
cd-station— Een station waarin optische technologie wordt gebruikt om gegevens te lezen vanaf cd's.
COA CertificateofAuthenticity(CertificaatvanEchtheid) De alfanumerieke Windows-code die op een sticker op uw computer staat. Wordt ook wel de
Productsleutel of Product-id genoemd.
Code voor express-service— EennumeriekecodedietevindenisopeenstickeropuwDell™-computer. Gebruik de code voor express-service wanneer u
contact met Dell opneemt om hulp te vragen. Het is mogelijk dat de code voor express-service niet in alle landen beschikbaar is.
Configuratiescherm— Een hulpprogramma van Windows dat het u mogelijk maakt instellingen van besturingssysteem en hardware te wijzigen, zoals
beeldscherminstellingen.
controller— Een chip die de overdracht van gegevens tussen de processor en het geheugen controleert, of tussen de processor en apparatuur.
CRIMM— continuity rambus in-line memory module (continuiteit rambus in line geheugenmodule) Een speciale module die geen geheugenchips bevat en
wordt gebruikt om ongebruikte RIMM-sleuven te vullen.
cursor— De markering op een display of beeldscherm die aangeeft waar de volgende handeling met toetsenbord, touchpad of muis zal plaatsvinden. Deze
neemt vaak de vorm aan van een knipperende lijn, een onderstrepingsteken of een kleine pijl.
D
DDRSDRAM double-data-rate SDRAM (SDRAM met dubbele gegevenssnelheid) Een type SDRAM dat de gegevensburstcyclus verdubbelt, wat de prestatie
van het systeem verbetert.
DDR2SDRAM double-data-rate 2 SDRAM (SDRAM met dubbele gegevenssnelheid 2) Een type DDR SDRAM waarbij 4-bits prefetch en andere
architectuurwijzigingen worden gebruikt om de geheugensnelheid boven de 400 MHz te brengen.
DIN-aansluiting— Een ronde, zespins-aansluiting die conformeert aan de DIN-norm (Deutsche Industrie-Norm). Deze wordt doorgaans gebruikt voor het
aansluiten van een PS/2-toestenbord of muis.
disk striping— Een techniek waarmee gegevens over meerdere schijfstations worden gespreid. Disk striping kan bewerkingen versnellen waarmee gegevens
van schijfopslag worden teruggehaald. Op computers waarop disk striping wordt gebruikt, kunnen gebruikers meestal de grootte van de gegevenseenheid
(ofwel stripe-breedte) bepalen.
diskette Een elektromagnetisch opslagmedium. Ook wel bekend als floppy of floppy disk.
diskettestation— Een schijfstation dat diskettes kan lezen en hiernaar kan schrijven.
DMA— direct memory access (directe geheugentoegang) Een kanaal dat het mogelijk maakt dat bepaalde typen gegevensoverdracht tussen het RAM-
geheugen en een apparaat niet via de processor gaan..
DMTF— DistributedManagementTaskForce Een consortium dat bestaat uit hardware- en softwarebedrijven die gezamenlijk beheerstandaarden
ontwikkelen voor gedistribueerde desktop-, netwerk-, bedrijfs- en internetomgevingen.
domein— Een groep computers, programma's en apparaten op een netwerk die als een eenheid met gemeenschappelijke regels en procedures wordt
beheerd voor een specifieke groep gebruikers. Een gebruiker meldt zich aan bij het domein om toegang te krijgen tot de bronnen van dat domein.
DRAM— dynamic random-accessmemory Geheugenwaarbijgegevenswordenopgeslageningeïntegreerdecircuitsmetcapacitators.
DSL DigitalSubscriberLine Een technologie die een constante, zeer snelle internetverbinding biedt via een analoge telefoonlijn.
dubbele display-modus— Een beeldscherminstelling die het u mogelijk maakt een tweede monitor te gebruiken als uitbreiding van het normale beeldscherm.
Wordt ook wel uitgebreide weergavemodus genoemd.
dvd— digitalversatiledisc Een schijf met hoge opslagcapaciteit, die meestal wordt gebruikt om films op te slaan. Dvd-stations lezen ook de meeste cd-
media.
dvd-r— Dvdrecordable Een versie van de dvd waarop u zelf gegevens kunt opslaan. U kunt slechts een keer gegevens opslaan op een dvd-r. Eenmaal
opgeslagen gegevens kunnen niet worden gewist of overschreven.
dvd+rw— Dvdrewritable Een overschrijfbare versie van een dvd. U kunt gegevens op een dvd-rw-schijf opslaan en u kunt deze vervolgens wissen en
overschrijven. (dvd+rw-technologie is iets anders dan dvd-rw-technologie.)
dvd+rw-station— station dat dvd's en de meeste cd-media kan lezen en dat naar dvd+rw-schijven kan schrijven.
dvd-speler— De software die wordt gebruikt om dvd-films weer te geven. De dvd-speler geeft een venster weer met daarin knoppen die u kunt gebruiken om
een film te bekijken.
dvd-station— Een station waarin optische technologie wordt gebruikt om gegevens te lezen vanaf dvd's en cd's.
DVI— digitalvideointerface Een norm voor digitale overdracht tussen een computer en een digitaal beeldscherm.
E
ECC— errorcheckingandcorrection Een type geheugen dat speciale circuits bevat voor het testen van gegevens terwijl deze het geheugen binnenkomen
en verlaten.
ECP— extendedcapabilitiesport Een ontwerp voor een paralelle aansluiting dat verbeterede bidirectionele gegevensoverdracht biedt. Net als bij EPP
wordt bij ECP rechtstreekste geheugentoegang gebruikt om gegevens over te brengen en zorgt het vaak voor prestatieverbetering.
EIDE enhancedintegrateddeviceelectronics Een verbeterde versie van de IDE-interface voor vaste schijven en cd-stations.
EMI— electromagneticinterference Electriciteitsstoring die wordt veroorzaakt door elektromagnetische straling.
ENERGY STAR®— Vereisten van het Environmental Protection Agency (Amerikaanse milieubeschermingsinstantie) waardoor het algehele verbruik van
elektriciteit afneemt.
EPP— enhancedparallelport Een ontwerp voor een paralelle aansluiting dat bidirectionele gegevensoverdracht biedt.
ESD— electrostaticdischarge Electrostatischeontlading:eensnelleontladingvanstatischeelektriciteit.ESDkanschadeveroorzakenindegeïntegreerde
circuits die worden aangetroffen in computer- en communicatieapparatuur.
ExpressCard— Een verwijderbare I/O-kaart volgens de PCMCIA-norm. Veel voorkomende typen ExpressCards zijn modems en netwerkkaarten. ExpressCards
bieden ondersteuning voor zowel de PCI Express-norm als de USB 2.0-norm.
F
Fahrenheit— Eentemperatuurmetingsschaalwaarbij32°hetvriespuntvanwaterisen212°hetkookpuntvanwater.
FCC FederalCommunicationsCommission Een instantie in de V.S. die verantwoordelijk is voor het ten uitvoer leggen van wet- en regelgeving op gebied
van communicatie, waarin wordt bepaald hoeveel straling computers en andere elektronische apparatuur mogen verspreiden.
formatteren— Het proces waarmee een station of schijf wordt voorbereid op bestandsopslag. Tijdens het formatteren van een station of schijf gaan
eventuele hierop bestaande gegevens verloren.
FSB— frontsidebus Het gegevenspad en de fysieke interface tussen de processor en het RAM-gegeugen.
FTP— filetransferprotocol Een standaard internetprotocol dat wordt gebruikt om bestanden uit te wisselen tussen computers die op het internet zijn
aangesloten.
G
G— afkortingvoorzwaartekracht Een maateenheid voor gewicht en kracht.
GB— gigabyte Een maateenheid voor gegevensopslag die gelijk is aan 1024 MB (1.073.741.824 byte). Wanneer deze term wordt gebruikt om naar
opslagruimte op de vaste schijf te verwijzen, wordt de term vaak afgerond naar 1.000.000.000 bytes.
geïntegreerd— Verwijst meestal naar componenten die zich fysiek op het moederbord van de computer bevinden. Wordt ook wel ingebouwd genoemd.
geheugen— Een tijdelijk gegevensopslaggebied binnen de computer. Aangezien de gegevens in het geheugen niet permanent zijn, wordt aanbevolen dat u
de bestanden vaak opslaat terwijl u er aan werk en dat u uw bestanden altijd opslaat voordat u de computer uitschakelt. De computer kan diverse soorten
geheugen bevatten, zoals RAM, ROM en videogeheugen. Het geheugen wordt meestal gebruikt als een synoniem voor RAM.
geheugenadres— Een specifieke locatie waarop gegevens tijdelijk in het RAM worden opgeslagen.
geheugenmodule— Een kleine printplaat waarop zich geheugenchips bevinden en die op het moederbord wordt aangesloten.
geheugentoewijzing Het proces waarmee de computer geheugenadressen tijdens het opstarten aan fysieke locatie toewijst. Apparaten en software
kunnen vervolgens gegevens identificeren waartoe de processor toegang heeft.
GHz— gigahertz Een maateenheid voor frequentie die gelijk is aan duizend miljoen Hz of duizend MHz. De snelheden voor computerprocessors, bussen en
interfaces worden vaak in GHz gemeten.
grafische modus— Een beeldschermmodus die kan worden gedefinieerd als x horizontale pixels bij y verticale pixels bij z kleuren. Grafische modi kunnen een
onbeperkte verscheidenheid aan vormen en lettertypen weergeven.
GUI— graphical user interface (grafische gebruikersinterface) Software die interactie met de gebruiker mogelijk maakt via menu's, vensters en
pictogrammen. De meeste programma's die onder een Windows-besturingssysteem werken zijn grafische gebruikersinterfaces.
H
Help-bestand— Een bestand dat beschrijvingen of instructies bevat over een product. Sommige Help-bestanden zijn aan een specifiek programma
gekoppeld, zoals de Help in Microsoft Word. Andere Help-bestanden functioneren als zelfstandige naslagwerken. Hel-bestanden hebben meestal de
bestandsextensie .hlp of .chm.
HTML— hypertextmarkuplanguage Een set codes die in een webpagine op het internet worden ingevoegd voor weergave in een internetbrowser.
HTTP— hypertexttransferprotocol Een protocol voor het uitwisselen van bestanden tussen computers die op het internet zijn aangesloten.
Hz— hertz Een maateenheid van frequentie die overeenkomt met 1 trilling per seconde. Computers en elektronische apparaten worden vaak gemeten in
(kHz), megahertz (MHz), gigahertz (GHz) of terahertz (THz).
I
IC— integratedcircuit(geïntegreerdcircuit) Een halfgeleiderwafel of chip waarop duizenden miljoenen miniscule elektronische componenten worden
gefabriceerd voor gebruik in computer-, audio- en videoapparatuur.
IDE— integrateddeviceelectronics Eeninterfacevoorapparatenvoormassaopslagwaarindecontrollerisgeïntegreerdindevasteschijfofhetcd-station.
IEEE 1394— InstituteofElectricalandElectronicsEngineers,Inc. Eenseriëlebusmethogeprestatie,diewordtgebruiktomapparatendiecompatibelzijn
met de norm IEEE 1394, zoals digitale camera's en dvd-spelers, aan te sluiten op de computer.
infraroodsensor— Een poort die u in staat stelt om gegevens over te dragen tussen de computer en apparaten met infrarodfunctionaliteit zonder de
noodzaak van een kabelverbinding.
I/O— input/output (invoer/uitvoer) Een bewerking of apparaat dat gegevens in de computer invoert of uit de computer haalt. Toetsenborden en printers
zijn I/O-apparaten.
I/O-adres— EenadresinhetRAMdataaneenspecifiekapparaatisgekoppeld(zoalseenseriëleaansluiting,eenparalllelleaansluitingofuitbreidingssleuf)
en de computer in staat stelt met dat apparaat te communiceren.
IrDA— InfraredDataAssociation De organisatie die internationale normen maakt voor infrarood-communicatie.
IRQ— interruptrequest Een elektronisch pad dat aan een specifiek apparaat is toegewezen, zodat het apparaat met de processor kan communiceren. Aan
elke apparaatverbinding moet een IRQ zijn toegewezen. Twee apparaten kunnen dezelfde IRQ-toewijzing delen, maar u kunt deze twee apparaten niet
tegelijkertijd gebruiken.
ISP— Internet-serviceprovider of Internet-provider Een bedrijf dat u toestaat hun hostserver te gebruiken om rechtstreeks toegang te krijgen tot het
internet, e-mail te verzenden en ontvangen, en websites te bekijken. Een internetprovider (ISP) biedt u tegen een bepaald tarief gewoonlijk software, een
gebruikersnaam en inbelnummers.
K
KB— kilobyte Een gegevenseenhedi die gelijk is aan 1024 bytes, maar waarnaar vaak wordt verwezen als 1000 bytes.
Kb— kilobit Agegevenseenheiddiegelijkisaan1024bits.Eenmaateenheidvoordecapaciteitvangeïntegreerdegeheugencircuits.
kennisgevingsgebied— Dit deel van de taakbalk van Windows bevat pictogrammen die snel toegang geven tot programma's en computerfuncties, zoals de
klok, volumecontrole en afdrukstatus. Wordt ook wel het systeemvak genoemd.
kHz— kilohertz Een maateenheid van frequentie die gelijk is aan 1000 Hz.
kloksnelheid— De snelheid in MHz die aangeeft hoe snel computeronderdelen werken die op de systeembus zijn aangesloten.
koppelapparaat— Zie APR.
L
LAN— LocalAreaNetwork Een computernetwerk dat een klein gebied beslaat. Een LAN is normaliter beperkt tot een gebouw of een aantal gebouwen die
zich dicht bij elkaar bevinden. Een LAN kan op afstand via telefoonlijnen en radiogolven verbonden zijn met een ander LAN of zo een WAN (wide area network)
te vormen.
LCD liquidcrystaldisplay De technologie die wordt gebruikt in de beeldschermen voor draagbare computers en platte beeldschermen.
LED— light-emittingdiode Een elektronisch onderdeel dat licht uitstraalt om de status van de computer aan te geven.
leesmij-bestand— Een tekstbestand dat bij een softwarepakket of hardwareproduct wordt meegeleverd. Meestal bevatten leesmij-bestanden
installatiegegevens en worden nieuwe productverbeteringen beschreven die nog niet in de documentatie zijn opgenomen.
levensduur batterij— De hoeveelheid tijd (jaren) dat een batterij voor een draagbare computer kan worden ontladen en opnieuw geladen.
local bus— Een gegevensbus die een snelle doorvoer biedt tussen apparaten en de processor.
LPT— lineprintterminal De aanduiding voor een parallelle verbinding naar een printer of ander parallel apparaat.
M
map— Een term die wordt gebruikt om ruimte op een schijf of station te beschrijven waar bestanden zijn georganiseerd en gegroepeerd. Bestanden in een
map kunnen op verschillende manieren worden weergegeven en geordend, zoals alfabetisch, op datum en op grootte.
MB— megabyte Eenmaateenheidvoorgegevensopslagdiegelijkisaan1.048.576byte.1MBisgelijkaan1024KB.Wanneerdezetermwordtgebruiktom
naar opslagruimte op de vaste schijf te verwijzen, wordt de term vaak afgerond naar 1.000.000 bytes.
MB/sec— megabytesperseconde Een miljoen bytes per seconde. Deze maateenheid wordt meestal gebruikt voor gegevensoverdrachtwaarden.
Mb— megabit Een maateenheid voor de capaciteit van een geheugenchip die gelijk is aan 1024 Kb.
Mbps— megabitspersecond Een miljoen bits per seconde. Deze maateenheid wordt normaal gesproken gebruikt voor de overdrachtsnelheid voor
netwerken en modems.
MHz— megahertz Een maateenheid van frequentie die overeenkomt met 1 miljoen trillingen per seconden. De snelheden voor computerprocessors, bussen
en interfaces worden vaak in MHz gemeten.
Mobiel breedbandnetwerk— Een draadloos hoge-snelheidsnetwerk waarbij gebruik wordt gemaakt van mobiele telefoons en dat een veel groter geografisch
gebied beslaat dan WLAN. Ook wel bekend als WWAN.
modem— Een apparaat dat uw computer ertoe in staat stelt met andere computers te communiceren via analoge telefoonlijnen. Er zijn drie typen modem:
extern, pc-kaart en intern. U gebruikt een modem doorgaans voor verbinding met het internet en het uitwisselen van e-mail.
modulecompartiment— Eenruimtedieondersteuningbiedtvoorapparatenalsoptischestations,eentweedebatterijofeenDellTravelLite™-module.
monitor— Een op een tv lijkend apparaat met hoge resolutie, waarop computeruitvoer wordt weergegeven.
ms— milliseconde Een maateenheid van tijd die gelijk is aan een duizendste van een seconde. De toegangstijd tot opslagapparaten wordt vaak in ms
gemeten.
muis— Een aanwijsapparaat waarmee u de bewegingen van de cursor op uw scherm controleert. Normaal gesproken rolt u de muis over een hard, plat
oppervlak om de muisaanwijzer of cursor op uw scherm te bewegen.
N
netwerkadapter— Eenchipdienetwerkmogelijkhedenbiedt.Eencomputerkaneengeïntegreerdenetwerkkaartophetmoederbordhebbenofkaneenpc-
kaart bevatten met daarop een adapter. Een andere aanduiding voor netwerkadapter is NIC (network interface controller).
NIC— Zie netwerkadapter.
ns— nanoseconde Een maateenheid van tijd die gelijk is aan een miljoenste van een seconde.
NVRAM— nonvolatilerandomaccessmemory Een type geheugen waarin gegevens worden opgeslagen wanneer de computer wordt uitgeschakeld of
zonder externe stroom komt te zitten. NVRAM wordt gebruikt om gegevens over de computerconfiguratie vast te houden, zoals datum, tijd en andere door u
instelbare systeemopties.
O
opstart-cd— Een cd die u kunt gebruiken om de computer op te starten. Zorg ervoor dat u altijd een opstart-cd of opstartdiskette bij de hand hebt voor het
geval uw vaste schijf beschadigd raakt of de computer met een virus wordt besmet. Uw cd Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma's) of Resource CD is
een opstart-cd.
opstartdiskette— Een diskette die u kunt gebruiken om de computer op te starten. Zorg ervoor dat u altijd een opstart-cd of opstartdiskette bij de hand hebt
voor het geval uw vaste schijf beschadigd raakt of de computer met een virus wordt besmet.
opstartvolgorde— Geeft de volgorde aan van de apparaten vanwaar de computer probeert op te starten.
optisch station— Een station waarin optische technologie wordt gebruikt voor het lezen of schrijven van gegevens van/op cd's, dvd's of dvd+rw's.
Voorbeelden van optische stations zijn cd-stations, dvd-stations, cd-rw-stations en cd-rw/dvd-combistations.
P
parallelle poort— Een I/O-poort die vaak wordt gebruikt om een parallelle printer op de computer aan te sluiten. Wordt ook wel een LPT-poort genoemd.
partitie— Een fysiek opslaggebied op een vaste schijf dat is toegewezen aan een of meer logische opslaggebieden die ook wel logische stations worden
genoemd. Elke partitie kan meerdere logische stations bevatten.
pc-kaart— Een verwijderbare I/O-kaart conform de PCMCIA-norm. Veel voorkomende typen pc-kaarten zijn modems en netwerkkaarten.
PCIExpress Een aanpassing van de PCI-interface waardoor de gegevensoverdrachtsnelheid wordt vergroot tussen de processor en de daarop
aangeslotenapparaten.PCIExpresskangegevensoverdragenmetsnelhedenvan250MB/sectot4GB/sec.AlsdePCIExpress-chipset en het apparaat niet
tot dezelfde snelheid in staat zijn, wordt op de laagste van de twee snelheden gewerkt.
PCI— peripheralcomponentinterconnect PCI is een local bus die ondersteuning biedt voor 32- en 64-bits gegevenspaden, wat hoge-
snelheidsgegevenspaden biedt tussen apparaten als video, stations en netwerken.
PCMCIA— PersonalComputerMemoryCardInternationalAssociation De organisatie die de normen voor pc-kaarten vaststelt.
PIN— persoonlijkidentificatienummer Een reeks cijfers en/of letters die wordt gebruikt om onbevoegde toegang tot computernetwerken en andere
beveiligde systemen te voorkomen.
PIO— programmedinput/output Een methode om gegevens tussen twee apparaten over te dragen waarbij de processor een deel van het gegevenspad
is.
pixel— Een enkele punt of een beeldscherm. Pixels worden in rijen en kolommen gerangschikt om een beeld te vormen. Een beeldschermresolutie als 800 x
600 wordt uitgedrukt als het aantal pixels van links naar rechts bij het aantal pixels van boven naar beneden.
Plug en Play— Het vermogen van de computer automatisch apparaten te configureren. Plug en Play biedt automatische installatie, configuratie en
compatibiliteit met bestaande apparaten die als de BIOS, het besturingssysteem en alle apparaten Plug en Play ondersteunen.
POST power-on self-test(zelftestbijopstarten) Diagnostische programma's die automatisch door de BIOS worden geladen en die basistests uitvoeren
op de belangrijkste computercomponenten, zoals geheugen, vaste schijven en beeldscherm. Als er tijdens de POST-fase geen problemen worden
aangetroffen, gaat de computer door met opstarten.
processor— Een computerchip die programma-instructies interpreteert en uitvoert. De processor wordt soms ook wel de CPU genoemd (central processing
unit).
programma— Elke software die gegevens voor u verwerkt, zoals spreadsheets, tekstverwerkers, databaseprogramma's en spellen. Voor het uitvoeren van
programma's is een besturingssysteem nodig.
PS/2— personalsystem/2 Een type aansluiting voor het aansluiten van een PS/2-compatibel toetsenbord, muis of keypad.
PXE— pre-bootexecutionenvironment Een WfM-norm (Wired for Management) die het mogelijk maakt computers in een netwerk die niet van een
besturingssysteem zijn voorzien, op afstand te configureren en starten.
R
RAID— redundantarrayofindependentdisks Een methode om gegevensredundantie te bieden. Een paar veelgebruikte toepassingen van RAID zijn
RAID0,RAID1,RAID5,RAID10,enRAID50.
RAM— random-accessmemory Het primaire gebied voor de tijdelijke opslag van programma-instructies en gegevens. Gegevens die in het RAM worden
opgeslagen, gaan verloren wanneer u de computer afsluit.
randapparaat— Hardwarealseendiskettestation,printeroftoetsenborddieindecomputerisgeïnstalleerdofdiedaaraanisverbonden.
reismodule— Een plastic apparaat dat is ontworpen om in het modulevak van een draagbare computer te passen en zo het gewicht van de computer te
verminderen.
resolutie— De scherpte en helderheid van een afbeelding die door een printer wordt afgedrukt of die op een beelscherm wordt weergegeven. Hoe hoger de
resolutie, des te scherper het beeld.
RFI— radiofrequentie-interferentie Storing die wordt gegenereerd op typische radiofrequenties in het bereik van 10 kHz tot 100.000 MHz. Radiofrequenties
liggen aan het lagere uiteinde van het elektromagnetische frequentiespectrum en hebben vaker met interferentie te maken dan de stralingen op hogere
frequenties, zoals infrarood en licht.
ROM read-only memory (alleen-lezen-geheugen) Geheugen waarin gegevens en programma's worden opgeslagen die niet kunnen worden verwijderd en
waarin de computer geen gegevens kan opslaan. ROM verliest in tegenstelling tot RAM geen gegevens als u de computer afsluit. Sommige programma's die
van essentieel belang zijn voor de werking van uw computer bevinden zich in het ROM-geheugen.
RPM— revolutionsperminute Het aantal toeren per minuut. De snelheid van vaste schijven wordt vaak in rpm gemeten.
RTC— realtimeclock Een op batterij werkende klok op het moederbord die de datum en tijd bijhoudt nadat u de computer afsluit.
RTCRST— real-timeclockreset Een jumper op het moederbord van sommige computers die vaak kan worden gebruikt voor het oplossen van problemen.
S
ScanDisk— Een hulpprogramma van Microsoft waarmee u bestanden, mappen en het oppervlak van de vaste schijf op fouten controleert. ScanDisk wordt
vaak geactiveerd nadat u de computer hebt afgesloten omdat deze nergens meer op reageerde.
schrijfbeveiliging— Bestanden of media met schrijfbeveiliging kunnen worden gewijzigd. Gebruik schrijfbeveiliging als u wilt voorkomen dat gegevens worden
gewijzigd of vernietigd. U beschermt een 3.5-inch diskette tegen overschrijven door het schrijfbeveiligingsblokje naar de open-positie te schuiven.
SDRAM— synchronous dynamic random-accessmemory Een type DRAM dat is gesynchroniseerd met de optimale kloksnelheid van de processor.
seriëlepoort— Een I/O-poort die vaak wordt gebruikt om apparaten als digitale handhelds of een digitale camera op de computer aan te sluiten.
Servicelabel— Een label met streepjescode op de computer die uw computer identificeert wanneer u Dell Support bezoekt op support.dell.com of wanneer u
Dell belt voor klantenservice of technische ondersteuning.
setupprogramma— Een programma dat wordt gebruikt om hardware en software te installeren en configureren. Bij de meeste softwarepakketten van
Windows wordt het programma setup.exe of install.exe meegeleverd. Het setupprogramma is niet hetzelfde als de systeemsetup.
SIM Subscriber Identity Module. Een SIM-kaart bevat een microchip waarmee spraak- en gegevenstransmissies worden gecodeerd. U kunt SIM-kaarten
gebruiken in telefoons of draagbare computers.
slaapstand— Een stroombeheermodus waarbij alles in het geheugen wordt opgeslagen naar een gereserveerde locatie op de vaste schijf, waarna de
computer wordt uitgeschakeld. Wanneer u de computer opnieuw start, worden de geheugengegevens die naar de vaste schijf waren opgeslagen,
automatisch hersteld.
smartcard— Een kaart waarin zich een processor en een geheugenchip bevinden. Als een computer op smartcards is voorbereid, kunt u smartcards
gebruikenomgebruikersopdecomputerteverifiëren.
snelkoppeling— Een pictogram dat snelle toegang geeft tot veelgebruikte programma's, bestanden, mappen en stations. Wanneer u een snelkoppeling op
het bureaublad van Windows plaatst en op het pictogram dubbelklikt, kunt u de bijbehorende map of het bijbehorende bestand openen zonder dat u deze
eerst hoeft te op te zoeken. Snelkoppelingspictogrammen veranderen niets aan de locatie van bestanden. Als u een snelkoppeling verwijdert, blijft het
oorspronkelijke bestand gewoon staan. U kunt desgewenst ook de naam van het snelkoppelingspictogram wijzigen.
software— Alles wat in elektronische vorm kan worden opgeslagen, zoals computerbestanden of programma's.
S/PDIF— Sony/PhilipsDigitalInterface Een bestandsindeling voor audio-overdracht, die het mogelijk maakt audio van het ene bestand naar het andere
over te dragen zonder deze te naar en uit een analoge indeling te converteren, wat de kwaliteit van het bestand zou kunnen aantasten.
standby-modus— Een energiebeheermodus die alle onnodige computerbewerkingen afsluit om energie te besparen.
Strike Zone™ Een versterkt gebied in de basis van het platform die de vaste schijf beschermt door als dempingsapparat te dienen wanneer een computer
een resonerende schok krijgt of valt (ongeacht of de computer aan of uit is).
stroomstootbeveiliging— Voorkom dat spanningspieken, zoals deze zich kunnen voordoen tijdens onweer, via het stopcontact de computer binnenkomen.
Stroomstootbeveiliging biedt geen bescherming tegen blikseminslag of stroomuitval (wanneer het voltage meer dan 20% lager ligt dan het normale
netstroomvoltage).
Het is niet mogelijk netwerkverbindingen te beschermen met stroomstootbeveiliging. Tijdens onweer dient u altijd de netwerkkabel uit de netwerkaansluiting
te halen.
stuurprogramma— Software die het mogelijk maakt dat het besturingssysteem een apparaat als een printer bestuurt. Een groot aantal apparaten werkt niet
goedalshetjuistestuurprogrammanietopdecomputerisgeïnstalleerd.
SVGA— super-videographicsarray Een videonorm voor videokaarten en -controllers. Typische SVGA-resoluties zijn 800 x 600 en 1024 x 768.
Het aantal kleuren en de resolutie die door een programma worden weergegeven, zijn afhankelijk van de mogelijkheden van de monitor, de videocontroller en
debijbehorendestuurprogramma's,endehoeveelheidvideogeheugendatindecomputerisgeïnstalleerd.
S-video TV-out— Een aansluiting die wordt gebruikt om een TV of digitaal audio-apparaat op de computer aan te sluiten.
SXGA— super-extendedgraphicsarray Een videonorm voor videokaarten en -controllers die een resolutie tot 1280 x 1024 ondersteunen.
SXGA+— super-extendedgraphicsarrayplus Een videonorm voor videokaarten en -controllers die resoluties tot 1400 x 1050 ondersteunen.
systeemlade— Zie kennisgevingsgebied.
systeemplaat— De belangrijkste printplaat in uw computer. Ook wel bekend als het moederbord.
systeemsetup— Een hulpprogramma dat als interface dient tussen de hardware van de computer en het besturingssysteem. De systeemsetup stelt u ertoe
in staat door de gebruiker selecteerbare opties te configureren in de BIOS, zoals de datum, de tijd of het systeemwachtwoord. Breng geen wijzigingen aan in
de instellingen voor dit programma als u niet weet wat de effecten deze instellingen hebben op de computer.
T
TAPI— telephonyapplicationprogramminginterface Deze interface stelt Windows ertoe in staat te werken met een grote verscheidenheid aan telefonie-
apparaten, waaronder spraak, gegevens, fax en video.
teksteditor— Een programma dat wordt gebruikt voor het maken en bewerken van bestanden die alleen tekst bevatten. Windows Notepad maakt
bijvoorbeeld gebruik van een teksteditor. Teksteditors bevatten doorgaans geen functionaliteit voor automatische terugloop of opmaak (onderstrepen,
lettertypen wijzigen, etc).
toetsencombinatie—Een opdracht waarvoor u meerdere toetsen tegelijkertijd moet indrukken.
U
uitbreidingskaart— Een printplaat die u kunt installeren in een uitbreidingssleuf op het moederbord van sommige computers en waardoor de mogelijkheden
van de computer worden uitgebreid. Voorbeelden zijn onder meer videokaart, modem en geluidskaart.
uitbreidingssleuf— Een aansluiting op het moederbord (in sommige computers) waar u een uitbreidingskaart kunt plaatsen, waardoor deze wordt
aangesloten op de systeembus.
uitgebreide pc-kaart— Een pc-kaart die na installatie over de rand van de pc-kaartsleuf uitsteekt.
uitgebreide weergavemodus— Een beeldscherminstelling die het u mogelijk maakt een tweede monitor te gebruiken als uitbreiding van het normale
beeldscherm. Wordt ook wel dubbele display-modus genoemd.
UMA— unifiedmemoryallocation Systeemgeheugen dat dynamisch aan video wordt toegewezen.
UPS uninterruptiblepowersupply Een reserve-stroomvoorziening die wordt gebruikt wanneer de stroom uitvalt of wanneer het voltage onaanvaardbaar
laag wordt. Een UPS kan een computer een beperkte tijd in de lucht houden wanneer er geen stroom is. UPS-systemen bevatten meestal ingebouwde
stroomstootbeveiliging en kunnen ook voltageregeling bieden. Kleine UPS-systemen leveren een paar minuten lang batterijvermogen, zodat u de computer
kunt afsluiten.
USB— universeleseriëlebus Een hardware-interface voor apparaten met een lage snelheid, zoals USB-toetsenborden, muizen, joysticks, scanners,
speakers, printers, breedband-apparaten (ADSL- en kabelmodems), beeldapparaten of opslagapparaten. Apparaten worden direct aangesloten op een 4-pins
contact op de computer of op een hub met meerdere poorten die op de computer kan worden aangesloten. USB-apparaten kunnen worden aangesloten en
verwijderd terwijl de computer aan staat, en ze kunnen ook aan elkaar worden gekoppeld.
UTP— unshielded twisted pair Beschrijft een type kabel dat in de meeste telefoonnetwerken en in sommige computernetwerken wordt gebruikt. Paren niet-
afgeschermde draden worden rond elkaar gedraaid als bescherming tegen elektromagnetische interferentie, dit in tegenstelling tot het vertrouwen op een
metalen hoes rond elk aderpaar als interferentiebescherming.
UXGA— ultraextendedgraphicsarray Een videonorm voor videokaarten en -controllers die resoluties ondersteunen tot 1600 x 1200.
V
V— volt De maateenheid voor elektrisch potentiaal of elektromotorische kracht. Er komt een V over een weerstand van 1 ohm wanneer een stroom van 1
ampere via die weerstand vloeit.
vaste schijf— Een station dat gegevens op een vaste schijf leest en schrijft. De termen vaste schijfstation en harde schijf worden vaak door elkaar gebruikt.
vernieuwingsfrequentie— De frequentie, gemeten in Hz, waarmee de horizontale lijnen van uw beeldscherm worden vernieuwd (soms ook wel verticale
frequentie genoemd). Hoe hoger de vernieuwingsfrequentie, des te minder het beeld flikkert voor het menselijke oog.
videocontroller— Decircuitsopeenvideokaartofophetmoederbord(incomputersmeteengeïntegreerdevideocontroller)diesamen met de monitor de
videofuncties voor uw computer bieden.
videogeheugen— Geheugen dat bestaat uit geheugenchips die zijn toegewijd aan videofuncties. Videogeheugen is meestal sneller dan systeemgeheugen.
Dehoeveelheidvideogeheugendatisgeïnstalleerd,isvooralvaninvloedophetaantalkleurendateenprogrammakanweergeven.
videomodus— Een modus die beschrijft hoe tekst en afbeeldingen op een monitor worden weergegeven. Software op grafische basis, zoals de Windows-
besturingssystemen, wordt weergegeven in videomodi die het best kunnen worden gedefinieerd als x horizontale pixels bij y verticale pixels bij z kleuren.
Software op basis van tekens, zoals teksteditors, wordt weergegeven in videomodi die kunnen worden beschreven als x kolommen bij y rijen tekens.
videoresolutie— Zie resolutie.
virus— Een programma dat is ontworpen om u ongemak te bezorgen of om gegevens op uw computer te vernietigen. Een virusprogramma gaat van de ene
computernaardeandereviaeengeïnfecteerdeschijf,softwaredievanafhetinternetisgedownload,ofe-mailbijlagen.Wanneereengeïnfecteerdprogramma
wordt opgestart, wordt ook het ingebouwde virus gestart.
Een vaak voorkomend type virus is een opstartvirus, dat is opgeslagen in de opstartsectoren van een diskette. Als de diskette in het station wordt gelaten
wanneerdecomputerwordtafgesloten,ennogsteedsinhetstationzitwanneerdecomputerweerwordtgestart,wordtdecomputergeïnfecteerdwanneer
dezedeopstartsectorenvandedisketteleestindeverwachtinghiereenbesturingssysteemaantetreffen.Alsdecomputergeïnfecteerdis,kanhet
opstartviruszichnaaralledisketteskopiërendiemetdiecomputerwordengelezenofgeschreven,tothetviruswordtverwijderd.
W
W— watt De maateenheid voor elektrisch vermogen. Een W is 1 ampere stroom die met 1 volt stroomt.
warmteafleider— Een metalen plaat op sommige processoren die helpt warmte af te voeren.
werkingsduur batterij— De hoeveelheid tijd (minuten of uren) dat een batterij voor een draagbare computer geladen blijft terwijl deze wordt gebruikt om de
computer van stroom te voorzien.
WHr— watt-hour De maateenheid die meestal wordt gebruikt om bij benadering de capaciteit van een batterij aan te geven. Een batterij van 66-WHr kan
1 uur lang 66W vermogen leveren of 2 uur lang 33W.
WLAN— wireless local area network. Een reeks onderling verbonden computers die met elkaar communiceren via radiogolven met toegangspunten of
draadloze routers voor internettoegang.
WWAN— wireless wide area network. Zie Mobile Broadband-netwerk. Een draadloos hoge-snelheidsnetwerk waarbij gebruik wordt gemaakt van mobiele
telefoons en dat een veel groter geografisch gebied beslaat dan WLAN.
WXGA— wide-aspectextendedgraphicsarray Een videonorm voor videokaarten en -controllers die resoluties tot 1280 x 800 ondersteunen.
X
XGA— extendedgraphicsarray Een videonorm voor videokaarten en -controllers die een resolutie tot 1024 x 768 ondersteunen.
Z
ZIF— zeroinsertionforce Een type socket of aansluiting die het mogelijk maken een computerchip te installeren of verwijderen zonder druk uit te oefenen
op de chip of de socket.
Zip-station— Een station voor diskettes met hoge capaciteit dat is ontwikkeld door Iomega Corporation. Hierin worden verwijderbare 3.5-inch-diskettes
gebruikt die Zip-diskettes worden genoemd. Zip-diskettes zijn iets groter dan normale diskettes, zijn ongeveer twee keer zo dik, en kunnen tot 100 MB
gegevens bevatten.
Zip— Een populaire indeling voor gegevenscompressie. Bestanden die met de Zip-indeling zijn gecomprimeerd, worden Zip-bestanden genoemd en hebben
meestal de bestandsextensie .zip. Er is een speciaal type Zip-bestand dat zichzelf kan decomprimeren. Deze bestanden hebben de bestandsextensie .exe. U
kunt een zelf-decomprimerend bestand uitpakken door hierop te dubbelklikken.
Terug naar inhoudspagina
Terug naar inhoudspagina
Hulp vragen
DellPrecision™MobileWorkstationM90Handleiding
Assistentie vragen
Problemen met uw bestelling
Productinformatie
Items terugsturen voor reparatie of restitutie onder de garantie
Voordat u belt
Contact opnemen met Dell
Assistentie vragen
1. Voltooi de procedures in "Problemen oplossen". Zie Problemen oplossen.
2. Voer het hulpprogramma Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit. Zie Dell Diagnostics (Dell- diagnostiek).
3. Maakt een kopie van de Diagnostische controlelijst en vul deze in. Zie Diagnostische controlelijst.
4. Gebruik het uitgebreide pakket aan on line services van Dell dat beschikbaar is bij Dell Ondersteuning (support.dell.com) voor hulp bij installatie en
probleemoplossingsprocedures.
5. Als het probleem niet kan worden opgelost met de voorgaande stappen, dient u contact op te nemen met. Zie Contact opnemen met Dell.
OPMERKING: Bel de ondersteuningsdienst vanaf een telefoon die vlak bij of naast de computer staat, zodat een medewerker u met eventueel benodigde
procedures kan helpen.
OPMERKING: Dell's code voor express-service is mogelijk niet in alle landen beschikbaar.
Wanneer het automatische telefoonsysteem van Dell u hierom vraagt, voert u de code voor express-service in om het gesprek rechtstreeks naar de juiste
ondersteuningsmedewerker te leiden. Als u geen express-servicecode hebt, dient u de map Dell Accessories (Dell-accessoires) te openen. Klik hier op het
pictogram Code voor express-service en volg de instructies.
U vindt instructies voor het gebruik van de ondersteuningsdienst in Ondersteuningsdienst.
OPMERKING: Sommige van de volgende diensten zij niet altijd beschikbaar in alle locaties buiten het vasteland van de Verenigde Staten. Bel uw plaatselijke
Dell-vertegenwoordiger voor informatie over beschikbaarheid.
On Line Services
U kunt de Dell-ondersteuning ook bereiken via support.dell.com. Selecteer uw regio op de pagina WELCOME TO DELL SUPPORT (welkom bij Dell-
ondersteuning) en vul de gevraagde gegevens in voor toegang tot hulpprogramma's en informatie.
U kunt de volgende adressen gebruiken om elektronisch contact op te nemen met Dell:
l World Wide Web
www.dell.com/
www.dell.com/ap/ (alleenlandeninAzië/StilleOceaan-gebied)
www.dell.com/jp (alleen Japan)
www.euro.dell.com (alleen Europa)
www.dell.com/la/ (landen in Latijns Amerika)
www.dell.ca (alleen Canada)
l Anoniem FTP (file transfer protocol)
ftp.dell.com/
Meld u aan als gebruiker: anonymous en gebruik uw e-mailadres als uw wachtwoord.
l Elektronische ondersteuningsdienst
LET OP: Als u de behuizing van de computer moet verwijderen, dient u eerst de stroom- en modemkabels van de computer uit de stopcontacten te
halen.
www.dell.com/ap/ (alleenlandeninAzië/StilleOceaan-gebied)
support.jp.dell.com (alleen Japan)
support.euro.dell.com (alleen Europa)
l Elektronische offertedienst
[email protected] (alleenlandeninAzië/StilleOceaan-gebied)
[email protected] (alleen Canada)
AutoTech-service
De automatische technische ondersteuningsdienst van Dell AutoTech biedt opgenomen antwoorden op de vragen die klanten van Dell het meest stellen
over hun draagbare computers en pc's.
Wanneer u AutoTech belt, gebruikt u de toetsen van de telefoon om de onderwerpen te kiezen die met uw vragen overeenkomen.
De AutoTech-serviceis24uurperdag,7dagenperweekbereikbaar.Ukuntdezeserviceookbereikenviadetechnischeondersteuningsdienst.Uvindthet
telefoonnummer dat u in uw regio moet bellen bij de contactnummers.
Geautomatiseerde bestelstatusservice
UkuntdestatusvandoorubesteldeDell™-producten controleren op support.dell.com of u kunt de geautomatiseerde orderstatusservice bellen. U wordt
middels een opname gevraagd de informatie door te geven die nodig is om uw order en de status daarvan te vinden. U vindt het telefoonnummer dat u in uw
regio moet bellen bij de contactnummers.
Ondersteuningsdienst
DeondersteuningsdienstvanDellis24uurperdag,7dagenperweekbeschikbaaromuwvragenoverDell-hardware te beantwoorden. Onze
ondersteuningsmedewerkers gebruiken op de computer gebaseerde diagnostiekprogramma's om snelle, accurate antwoorden te bieden.
Als u contact wilt opnemen met de ondersteuningsdienst van Dell, zie eerst Assistentie vragen en bel dan het nummer dat voor uw land wordt vermeld in
Contact opnemen met Dell.
Problemen met uw bestelling
Als u een probleem hebt met uw order, zoals ontbrekende onderdelen, verkeerde onderdelen of onjuiste facturering, dient u contact met Dell op te nemen
voor hulp. Houd uw factuur of pakbon bij de hand wanneer u belt. U vindt het telefoonnummer dat u in uw regio moet bellen bij de contactnummers.
Productinformatie
Als u informatie nodig hebt over andere producten die bij Dell beschikbaar zijn of als u een order wilt plaatsen, dient u de website van Dell te bezoeken op
www.dell.com. Zie de contactnummers voor uw regio als u telefonisch met een verkoopspecialist wilt spreken.
Items terugsturen voor reparatie of restitutie onder de garantie
Bereid alle items die worden teruggezonden (ongeacht of dit voor reparatie of voor restitutie is) als volgt voor:
1. Bel Dell om een autorisatienummer voor het retoursturen van materiaal te vragen. Schrijf dit autorisatienummer duidelijk en opvallend op de buitenkant
van de doos.
Zie Contact opnemen met Dell voor het telefoonnummer dat u voor uw regio moet bellen.
2. Voeg een kopie van de factuur toe, en een brief waarin u de reden voor de retourzending beschrijft.
3. Voeg een kopie van de diagnostische controlelijst toe (zie Diagnostische controlelijst) om aan te geven welke tests u hebt uitgevoerd en welke
foutberichten door Dell Diagnostics worden gerapporteerd (zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)).
4. Stuur ook alle accessoires mee die bij het item/de items horen die worden geretourneerd (stroomsnoeren, diskettes met software, handleidingen etc.)
als u aanspraak maakt op restitutie.
5. Verpak de apparatuur die u terugstuurt in de oorspronkelijke verpakking of in equivalente verpakking.
U bent verantwoordelijk voor het verzekeren van enige retour gestuurde producten en u draagt het risico in geval van verlies tijdens de verzending naar Dell.
Pakketten die kosten ontvanger worden verzonden, worden niet geaccepteerd.
Retourzendingen die niet aan een of meer van de voorgaande vereisten voldoen, worden bij het laadperron van Dell geweigerd en worden aan u
teruggestuurd.
Voordat u belt
OPMERKING: Zorg ervoor dat u uw code voor express-service bij de hand hebt als u belt. De code helpt het geautomatiseerde telefoonsysteem van de Dell-
ondersteuninguwgesprekefficiënterdoorteverbinden.
Denk eraan dat u de Diagnostische controlelijst invult. Schakel indien mogelijk de computer in voordat u Dell om technische hulp vraagt en bel vanaf een
telefoon in de buurt van of naast de computer. Het is mogelijk dat u wordt gevraagd opdrachten in te voeren via het toetsenbord, gedetailleerde informatie
door te geven tijdens bewerkingen of andere probleemoplossingsstappen proberen die alleen bij de computer zelf mogelijk zijn. Zorg ervoor dat de
computerdocumentatie bij de hand is.
Contact opnemen met Dell
Ga naar de volgende websites om elektronisch contact met Dell op te nemen:
l www.dell.com
l support.dell.com (ondersteuning)
Zoek uw land in de lijst hieronder voor het specifieke webadres voor uw land.
Als u contact met Dell op wilt nemen, dient u de in de volgende tabel aangegeven elektronische adressen, telefoonnummers en codes te gebruiken. Als u hulp
nodig hebt bij het bepalen van welke codes u dient te gebruiken, dient u contact op te nemen met een landelijke of internationale operator.
LET OP: Voordat u binnen de computer aan de slag gaat, moet u de veiligheidsinstructies lezen in uw Gebruikershandleiding.
Diagnostische controlelijst
Naam:
Datum:
Adres:
Telefoonnummer:
Servicelabel (streepjescode op de achterkant van de computer):
Code express-service:
Autorisatienummer voor het retourzenden van materiaal (indien verstrekt door een supportmedewerker van Dell):
Besturingssysteem en versie:
Apparaten:
Uitbreidingskaarten:
Bent u op een netwerk aangesloten? Ja Nee
Netwerk, versie en netwerkadapter:
Programma's en versies:
Zie de documentatie bij uw besturingssysteem om de inhoud te bepalen van de opstartbestanden van de computer. Als de computer op een printer is
aangesloten, dient u elk bestand af te drukken. Als dit niet het geval is, dient u de inhoud van elk bestand op te schrijven voordat u Dell belt.
Foutbericht, piepcode of diagnostiekcode:
Beschrijving van probleem en uitgevoerde probleemoplossingsprocedures:
OPMERKING: De gratis telefoonnummers gelden alleen in het land waarvoor deze staan aangegeven.
OPMERKING: InsommigelandenisspecifiekeondersteuningvoordraagbareDellXPS™-computers beschikbaar via een speciaal telefoonnummer dat
voor de deelnemende landen is weergegeven. Als er geen specifiek telefoonnummer voor draagbare XPS-computers wordt vermeld, kunt u contact
opnemen met Dell via het vermelde ondersteuningsnummer. Uw gesprek zal naar de juiste afdeling worden doorgeleid.
Land (stad),
internationaal
toegangsnummer, landnummer,
kengetal
Naam afdeling of servicegebied,
website en e-mailadres
Netnummers,
lokale nummers en
gratis nummer
Amerikaanse Maagdeneilanden
Algemene ondersteuning
1-877-673-3355
Anguilla
Algemene ondersteuning
gratis:800-335-0031
Antigua en Barbuda
Algemene ondersteuning
1-800-805-5924
Website: www.dell.com.ar

Argentinië(BuenosAires)
Internationaal toegangsnummer:
00
Landnummer: 54
Kengetal: 11
E-mail voor desktop- en draagbare computers:
E-mail voor servers en opslagproducten van EMC®:
Klantenzorg
gratis:0-800-444-0730
Technische ondersteuning
gratis:0-800-444-0733
Technical Support Services
gratis:0-800-444-0724
Verkoop
0-810-444-3355
Aruba
Algemene ondersteuning
gratis:800-1578
Australië(Sydney)
Internationaal toegangsnummer:
0011
Landnummer: 61
Kengetal: 2
Website: support.ap.dell.com

E-mail: support.ap.dell.com/contactus
Algemene ondersteuning
13DELL-133355
Bahama's
Algemene ondersteuning
gratis:1-866-278-6818
Barbados
Algemene ondersteuning
1-800-534-3066
België(Brussel)
Internationaal toegangsnummer:
00
Landnummer: 32
Kengetal: 2
Website: support.euro.dell.com

Uitsluitend technische ondersteuning voor draagbare XPS-computers
024819296
Technische ondersteuning voor alle overige Dell-computers
024819288
Faxnummer technische ondersteuning
024819295
Klantenzorg
027131565
Verkoop grootzakelijke ondernemingen
024819100
Fax
024819299
Algemeen
024819100
Bermuda
Algemene ondersteuning
1-800-342-0671
Bolivia
Algemene ondersteuning
gratis:800-10-0238
Brazilië
Internationaal toegangsnummer:
00
Landnummer: 55
Kengetal: 51
Website: www.dell.com/br

Klantendienst, technische ondersteuning
0800903355
Faxnummer technische ondersteuning
514815470
Faxnummer klantendienst
514815480
Verkoop
0800903390
Britse Maagdeneilanden
Algemene ondersteuning
gratis:1-866-278-6820
Brunei
Landnummer: 673
Technischeondersteuning(Penang,Maleisië)
6046334966
Klantenondersteuning(Penang,Maleisië)
6046334888
Directeverkoop(Penang,Maleisië)
6046334955
Canada (North York, Ontario)
Internationaal toegangsnummer:
011
On line bestellingsstatus: www.dell.ca/ostatus
AutoTech (geautomatiseerde hardware- en garantieondersteuning)
gratis:1-800-247-9362
Klantendienst (particulieren/kleine ondernemingen)
gratis:1-800-847-4096
Klantendienst (middelgrote/grote ondernemingen, overheid)
gratis:1-800-326-9463
Klantendienst (printers, projectoren, televisies, handhelds, digitale jukebox
en draadloos)
gratis:1-800-847-4096
Hardwaregarantieondersteuning (thuisverkoop/kleine ondernemingen)
gratis:1-800-906-3355
Hardwaregarantieondersteuning (middelgrote/grote ondernemingen,
overheid)
gratis:1-800-387-5757
Hardwaregarantieondersteuning (printers, projectoren, televisies,
handhelds, digitale jukebox en draadloos)
1-877-335-5767
Verkoop (thuiswerkers/kleine ondernemingen)
gratis:1-800-387-5752
Verkoop (middelgrootzakelijke/grootzakelijke ondernemingen, overheid)
gratis:1-800-387-5755
Verkoop losse onderdelen & uitgebreide diensten
18664403355
Chili (Santiago)
Landnummer: 56
Kengetal: 2
Verkoop en klantenondersteuning
gratis:1230-020-4823
Website technische ondersteuning: support.dell.com.cn

E-mailadres technische ondersteuning: [email protected]

E-mailadres klantendienst: [email protected]
Faxnummer technische ondersteuning
5928181350
Technischeondersteuning(Dell™Dimension™enInspiron)
gratis:8008582968
Technischeondersteuning(OptiPlex™,Latitude™enDellPrecision™)
gratis:8008580950
China (Xiamen)
Landnummer: 86
Kengetal: 592
Technische ondersteuning (servers en opslag)
gratis:8008580960
Technische ondersteuning (projectoren, PDA's, schakelaars, routers etc.)
gratis:8008582920
Technische ondersteuning (printers)
gratis:8008582311
Klantenzorg
gratis:8008582060
Faxnummer klantendienst
5928181308
particulieren/kleine ondernemingen
gratis:8008582222
Divisie preferente accounts
gratis:8008582557
Grote zakelijke accounts
gratis:8008582055
Grootzakelijke ondernemingen Belangrijke klanten
gratis:8008582628
Grootzakelijke ondernemingen Noord
gratis:8008582999
Grootzakelijke ondernemingen Noord Overheid en Onderwijs
gratis:8008582955
Grootzakelijke ondernemingen Oost
gratis:8008582020
Grootzakelijke ondernemingen Oost Overheid en Onderwijs
gratis:8008582669
Speciaal team grootzakelijke ondernemingen
gratis:8008582572
Grootzakelijke ondernemingen Zuid
gratis:8008582355
Grootzakelijke ondernemingen West
gratis:8008582811
Losse onderdelen voor grootzakelijke ondernemingen
gratis:8008582621
Colombia
Algemene ondersteuning
980-9-15-3978
Costa Rica
Algemene ondersteuning
0800-012-0435
Denemarken (Kopenhagen)
Internationaal toegangsnummer:
00
Landnummer: 45
Website: support.euro.dell.com

Technische ondersteuning (alleen voor draagbare XPS-computers)
7010 0074
Technische ondersteuning voor alle Dell-computers
70230182
Klantenzorg (relaties)
70230184
Klantenzorg particulieren/kleine ondernemingen
32875505
Algemeen (relaties)
32871200
Faxnummer switchboard (Relaties)
32871201
Algemeen (particulieren/kleine ondernemingen)
32875000
Faxnummer switchboard (particulieren/kleine ondernemingen)
32875001
Dominica
Algemene ondersteuning
gratis:1-866-278-6821
Dominicaanse Republiek
Algemene ondersteuning
1-800-148-0530
Duitsland (Langen)
Internationaal toegangsnummer:
00
Landnummer: 49
Kengetal: 6103
Website: support.euro.dell.com
Technische ondersteuning (alleen voor draagbare XPS-computers)
06103766-7222
Technische ondersteuning voor alle Dell-computers
06103766-7200
Klantenzorg particulieren/kleine ondernemingen
0180-5-224400
Klantenzorg algemeen segment
06103766-9570
Klantenzorg preferente accounts
06103766-9420
Klantenzorg grootzakelijke ondernemingen
06103766-9560
Klantenzorg publieke sector
06103766-9555
Algemeen
06103766-7000
Ecuador
Algemene ondersteuning
gratis:999-119
El Salvador
Algemene ondersteuning
01-899-753-0777
Finland (Helsinki)
Internationaal toegangsnummer:
990
Landnummer: 358
Kengetal: 9
Website: support.euro.dell.com

Technische ondersteuning
0925331360
Klantenzorg
0925331338
Fax
0925331399
Algemeen
0925331300
Frankrijk (Parijs) (Montpellier)
Internationaal toegangsnummer:
00
Landnummer: 33
Kengetallen: (1) (4)
Website: support.euro.dell.com

Particulieren/kleinbedrijf

Technische ondersteuning (alleen voor draagbare XPS-computers)
0825387129
Technische ondersteuning voor alle Dell-computers
0825387270
Klantenzorg
0825823833
Algemeen
0825004700
Algemeen (oproepen van buiten Frankrijk)
0499754000
Verkoop
0825004700
Fax
0825004701
Fax (oproepen van buiten Frankrijk)
0499754001
Grootbedrijf

Technische ondersteuning
0825004719
Klantenzorg
0825338339
Algemeen
0155947100
Verkoop
0155947100
Fax
0155947101
Grenada
Algemene ondersteuning
gratis:1-866-540-3355
Griekenland
Internationaal toegangsnummer:
00
Landnummer: 30
Website: support.euro.dell.com
Technische ondersteuning
00800-44 14 95 18
Technische ondersteuning Gold Service
00800-44 14 00 83
Algemeen
2108129810
Switchboard Gold Service
2108129811
Verkoop
2108129800
Fax
2108129812
Guatemala
Algemene ondersteuning
1-800-999-0136
Guyana
Algemene ondersteuning
gratis:1-877-270-4609
Hong Kong
Internationaal toegangsnummer:
001
Landnummer: 852
Website: support.ap.dell.com

E-mailadres technische ondersteuning: [email protected]

Technische ondersteuning (Dimension en Inspiron)
29693188
Technische ondersteuning (OptiPlex, Latitude en Dell Precision)
29693191
Technischeondersteuning(PowerApp™,PowerEdge™,PowerConnect™en
PowerVault™)
29693196
Klantenzorg
34160910
Grootzakelijke ondernemingen
34160907
Wereldwijde klantenprogramma's
34160908
Divisie middelgrootzakelijke ondernemingen
34160912
Divisie thuisgebruikers en kleine ondernemingen
29693105
Ierland (Cherrywood)
Internationaal toegangsnummer:
00
Landnummer: 353
Kengetal: 1
Website: support.euro.dell.com


Technische ondersteuning (alleen voor draagbare XPS-computers)
1850 200 722
Technische ondersteuning voor alle Dell-computers
1850543543
Technische ondersteuning Verenigd Koninkrijk (alleen binnen V.K.)
08709080800
Klantenzorg particulieren
012044014
Klantenzorg kleine ondernemingen
012044014
Klantenzorg Verenigd Koninkrijk (alleen binnen V.K.)
08709060010
Klantenzorg grootzakelijke ondernemingen
1850200982
Klantenzorg grootzakelijke ondernemingen (alleen binnen V.K.)
08709074499
Verkoop Ierland
012044444
Verkoop Verenigd Koninkrijk (alleen binnen V.K.)
08709074000
Fax/faxnummer verkoop
012040103
Algemeen
012044444
India
Technische ondersteuning
1600338045
en 1600448046
Verkoop (grootzakelijke ondernemingen)
1600338044
Verkoop thuisgebruikers en kleine ondernemingen)
1600338046
Italië(Milaan)
Internationaal toegangsnummer:
00
Landnummer: 39
Kengetal: 02
Website: support.euro.dell.com

Particulieren/kleinbedrijf

Technische ondersteuning
0257782690
Klantenzorg
0269682114
Fax
0269682113
Algemeen
0269682112
Grootbedrijf

Technische ondersteuning
0257782690
Klantenzorg
0257782555
Fax
0257503530
Algemeen
02577821
Jamaica
Algemene ondersteuning (alleen vanuit Jamaica bellen)
1-800-682-3639
Website: support.jp.dell.com
Japan (Kawasaki)
Internationaal toegangsnummer:
001
Landnummer: 81
Kengetal: 44
Technische ondersteuning (servers)
gratis: 0120-198-498
Technische ondersteuning buiten Japan (servers)
81-44-556-4162
Technische ondersteuning (Dimension en Inspiron)
gratis: 0120-198-226
Technische ondersteuning buiten Japan (Dimension en Inspiron)
81-44-520-1435
Technische ondersteuning (Dell Precision, OptiPlex en Latitude)
gratis: 0120-198-433
Technische ondersteuning buiten Japan (Dell Precision, OptiPlex en Latitude)
81-44-556-3894
Technische ondersteuning (PDA's, projectoren, printers, routers)
gratis: 0120-981-690
Technische ondersteuning buiten Japan (PDA's, projectoren, printers,
routers)
81-44-556-3468
Faxbox-service
044-556-3490
Geautomatiseerde 24-uurs bestelservice
044-556-3801
Klantenzorg
044-556-4240
Zakelijke verkoopdivisie (tot 400 medewerkers)
044-556-1465
Divisie preferente accounts (meer dan 400 medewerkers)
044-556-3433
Verkoopafdeling voor grootzakelijke ondernemingen (meer dan 3.500
medewerkers)
044-556-3430
Verkoopafdeling voor de publieke sector (overheidsorganen,
onderwijsinstellingen, medische instituten)
044-556-1469
Wereldwijd segment Japan
044-556-3469
Individuele gebruiker
044-556-1760
Algemeen
044-556-4300
Kaaimaneilanden
Algemene ondersteuning
1-800-805-7541
Korea (Seoul)
Internationaal toegangsnummer:
001
Landnummer: 82
Kengetal: 2
Ondersteuning
gratis:080-200-3800
Ondersteuning (Dimension, PDA, electronica en accessoires)
gratis: 080-200-3801
Verkoop
gratis:080-200-3600
Fax
2194-6202
Algemeen
2194-6000
Latijns-Amerika
Technische klantenondersteuning
(Austin, Texas, V.S.)
512728-4093
Klantendienst (Austin, Texas, V.S.)
512728-3619
Fax (Technische ondersteuning en klantendienst) (Austin, Texas, V.S.)
512728-3883
Verkoopafdeling (Austin, Texas, V.S.)
512728-4397
Faxnummer verkoopafdeling (Austin, Texas, V.S.)
512728-4600
of512728-3772
Luxemburg
Internationaal toegangsnummer:
00
Landnummer: 352
Website: support.euro.dell.com

Ondersteuning
0834208075
Verkoop particulieren/kleine ondernemingen
+32(0)27131596
Verkoop grootzakelijke ondernemingen
26257781
Klantenzorg
+32(0)24819119
Fax
26257782
Macao
Landnummer: 853
Technische ondersteuning
gratis:0800105
Klantendienst (Xiamen, China)
34 160 910
Directe verkoop (Xiamen, China)
29 693 115
Maleisië(Penang)
Internationaal toegangsnummer:
00
Landnummer: 60
Kengetal: 4
Website: support.ap.dell.com
Technische ondersteuning (Dell Precision, OptiPlex en Latitude)
gratis:1800880193
Technische ondersteuning (Dimension, Inspiron en elektronica en
accessoires)
gratis:1800881306
Technische ondersteuning (PowerApp, PowerEdge, PowerConnect en
PowerVault)
gratis:1800881386
Klantenzorg
gratis:1800881306(option6)
Directe verkoop
gratis:1800888202
Verkoop grootzakelijke ondernemingen
gratis:1800888213
Mexico
Internationaal toegangsnummer:
00
Landnummer: 52
Technische klantenondersteuning
001-877-384-8979
of 001-877-269-3383
Verkoop
50-81-8800
of 01-800-888-3355
Klantenservice
001-877-384-8979
of 001-877-269-3383
50-81-8800
Centrale
of 01-800-888-3355
Montserrat
Algemene ondersteuning
gratis:1-866-278-6822
Nederland (Amsterdam)
Internationaal toegangsnummer:
00
Landnummer: 31
Kengetal: 20
Website: support.euro.dell.com
Technische ondersteuning (alleen voor draagbare XPS-computers)
0206744594
Technische ondersteuning voor alle Dell-computers
0206744500
Faxnummer technische ondersteuning
0206744766
Klantenzorg particulieren/kleine ondernemingen
0206744200
Klantenzorg relaties
0206744325
Verkoop particulieren/kleine ondernemingen
0206745500
Verkoop relaties
0206745000
Fax particulieren/kleine ondernemingen
0206744775
Fax verkooprelaties
0206744750
Algemeen
0206745000
Fax algemeen
0206744750
Nederlandse Antillen
Algemene ondersteuning
001-800-882-1519
Nicaragua
Algemene ondersteuning
001-800-220-1006
Nieuw-Zeeland
Internationaal toegangsnummer:
00
Landnummer: 64
Website: support.ap.dell.com

E-mail: support.ap.dell.com/contactus
Algemene ondersteuning
0800441567
Noorwegen (Lysaker)
Internationaal toegangsnummer:
00
Landnummer: 47
Website: support.euro.dell.com
Technische ondersteuning (alleen voor draagbare XPS-computers)
815 35 043
Technische ondersteuning voor alle overige Dell-producten
67116882
Klantenzorg relaties
67117575
Klantenzorg particulieren/kleine ondernemingen
23162298
Algemeen
67116800
Fax algemeen
67116865
Oostenrijk (Wenen)
Internationaal toegangsnummer:
900
Landnummer: 43
Kengetal: 1
Website: support.euro.dell.com


Verkoop particulieren/kleine ondernemingen
082024053000
Fax particulieren/kleine ondernemingen
082024053049
Klantenzorg particulieren/kleine ondernemingen
082024053014
Klantenzorg preferente accounts/grootzakelijke ondernemingen
082024053016
Alleen ondersteuning voor draagbare XPS-computers
082024053081
Ondersteuning voor thuisgebruikers en kleine ondernemingen voor alle
overige Dell-computers
082024053014
Preferred Accounts/Corporate Support
06608779
Algemeen
082024053000
Panama
Algemene ondersteuning
001-800-507-0962
Peru
Algemene ondersteuning
0800-50-669
Polen (Warschau)
Internationaal toegangsnummer:
011
Landnummer: 48
Kengetal: 22
Website: support.euro.dell.com
Tel. klantenservice
5795700
Klantenzorg
5795999
Verkoop
5795999
Fax klantenservice
5795806
Fax receptie
5795998
Algemeen
5795999
Portugal
Internationaal toegangsnummer:
00
Landnummer: 351
Website: support.euro.dell.com

Technische ondersteuning
707200149
Klantenzorg
800300413
Verkoop
800300410of800300411of
800300412of214220710
Fax
214240112
Puerto Rico
Algemene ondersteuning
1-800-805-7545
Saint Kitts en Nevis
Algemene ondersteuning
gratis:1-877-441-4731
Saint Lucia
Algemene ondersteuning
1-800-882-1521
Saint Vincent en de Grenadines
Algemene ondersteuning
gratis:1-877-270-4609
Singapore (Singapore)
Internationaal toegangsnummer:
005
Landnummer: 65
Website: support.ap.dell.com
Technische ondersteuning (Dimension, Inspiron en elektronica en
accessoires)
gratis:18003947430
Technische ondersteuning (OptiPlex, Latitude en Dell Precision)
gratis:18003947488
Technische ondersteuning (PowerApp, PowerEdge, PowerConnect en
PowerVault)
gratis:18003947478
Klantenzorg
gratis:18003947430(option6)
Directe verkoop
gratis:18003947412
Verkoop grootzakelijke ondernemingen
gratis:18003947419
Slowakije (Praag)
Internationaal toegangsnummer:
00
Landnummer: 421
Website: support.euro.dell.com


Technische ondersteuning
0254415727
Klantenzorg
420225372707
Fax
0254418328
Faxnummer technische ondersteuning
0254418328
Centrale (verkoop)
0254417585
Spanje (Madrid)
Internationaal toegangsnummer:
00
Landnummer: 34
Kengetal: 91
Website: support.euro.dell.com
Particulieren/kleinbedrijf

Technische ondersteuning
902100130
Klantenzorg
902118540
Verkoop
902118541
Algemeen
902118541
Fax
902118539
Grootbedrijf

Technische ondersteuning
902100130
Klantenzorg
902115236
Algemeen
917229200
Fax
917229583
Taiwan
Internationaal toegangsnummer:
002
Landnummer: 886
Website: support.ap.dell.com
Technische ondersteuning (OptiPlex, Latitude, Inspiron, Dimension en
electronica en accessoires)
gratis:00801861011
Technische ondersteuning (PowerApp, PowerEdge, PowerConnect en
PowerVault)
gratis:00801601256
Klantenzorg
gratis:00801601250
(optie5)
Directe verkoop
gratis:00801651228
Verkoop grootzakelijke ondernemingen
gratis:00801651227
Thailand
Internationaal toegangsnummer:
001
Landnummer: 66
Website: support.ap.dell.com
Technische ondersteuning (OptiPlex, Latitude en Dell Precision)
gratis:1800006007
Technische ondersteuning (PowerApp, PowerEdge, PowerConnect en
PowerVault)
gratis:1800060009
Klantenzorg
gratis:1800006007
(option7)
Verkoop grootzakelijke ondernemingen
gratis:1800006009
Directe verkoop
gratis:1800006006
Trinidad & Tobago
Algemene ondersteuning
1-800-805-8035
Tsjechische Republiek (Praag)
Internationaal toegangsnummer:
00
Landnummer: 420
Website: support.euro.dell.com


Technische ondersteuning
225372727
Klantenzorg
225372707
Fax
225372714
Faxnummer technische ondersteuning
225372728
Algemeen
225372711
Turks- en Caicoseilanden
Algemene ondersteuning
gratis:1-866-540-3355
Uruguay
Algemene ondersteuning
gratis:000-413-598-2521
Venezuela
Algemene ondersteuning
8001-3605
Website: support.euro.dell.com
Website klantenzorg:
support.euro.dell.com/uk/en/ECare/Form/Home.asp
Verenigd Koninkrijk (Bracknell)
Internationaal toegangsnummer:
00
Landnummer: 44
Kengetal: 1344
Technische ondersteuning (grootbedrijf/preferente accounts/PAD [1000+
medewerkers])
08709080500
Technische ondersteuning (alleen voor draagbare XPS-computers)
0870 366 4180
Technische ondersteuning (direct en algemeen) voor alle overige producten
08709080800
Klantenzorg algemene accounts
01344373186
Klantenzorg particulieren/kleine ondernemingen
08709060010
Klantenzorg grootzakelijke ondernemingen
01344373185
Klantenzorg preferente accounts (5005.000 medewerkers)
08709060010
Klantenzorg centrale overheid
01344373193
Klantenzorg lokale overheid en onderwijs
01344373199
Klantenzorg gezondheidszorg
01344373194
Verkoop particulieren/kleine ondernemingen
08709074000
Verkoop grootzakelijke ondernemingen/publieke sector
01344860456
Faxnummer thuisgebruikers en kleine ondernemingen
08709074006
V.S. (Austin, Texas)
Internationaal toegangsnummer:
011
Landnummer: 1
Geautomatiseerde bestelstatusservice
gratis:1-800-433-9014
AutoTech (draagbare en desktopcomputers)
gratis:1-800-247-9362
Hardware- en garantieondersteuning (Dell televisies, printers en
projectoren) voor klanten van zakelijke relaties
gratis:1-877-459-7298
Consumenten (particulierenenthuiswerkers)Ondersteuningvooralle
overige Dell-producten
gratis:1-800-624-9896
Klantenservice
gratis:1-800-624-9897
PCprivé-klanten
gratis:1-800-695-8133
Financial Services-website:
www.dellfinancialservices.com
Financiëlediensten(leasen/lenen)
gratis:1-877-577-3355
Financiëlediensten(preferenteDell-accounts)
gratis:1-800-283-2210
Zakelijk
Klantendienst en technische ondersteuning
gratis:1-800-456-3355
PCprivé-klanten
gratis:1-800-695-8133
Ondersteuning voor printers en projectoren
gratis:1-877-459-7298
Publieke sector(overheid,onderwijsengezondheidszorg)
Klantendienst en technische ondersteuning
gratis:1-800-456-3355
PCprivé-klanten
gratis:1-800-695-8133
Dell Verkoop
gratis:1-800-289-3355
ofgratisnummer:1-800-879-3355
Dell Outlet Store
gratis:1-888-798-7561
Verkoop van software en randapparatuur
gratis:1-800-671-3355
Verkoop losse onderdelen
gratis:1-800-357-3355
Verkoop additionele services en garanties
gratis:1-800-247-4618
Fax
gratis:1-800-727-8320
Dell-services voor doven, slechthorenden en mensen met een spraakgebrek
gratis:1-877-DELLTTY
(1-877-335-5889)
Zuid-Afrika (Johannesburg)
Internationaal toegangsnummer:
09/091
Landnummer: 27
Kengetal: 11
Website: support.euro.dell.com
Gouden Queue
0117097713
Technische ondersteuning
0117097710
Klantenzorg
0117097707
Verkoop
0117097700
Fax
0117060495
Algemeen
0117097700
Zuidoos-AziëenhetStille
Oceaan-gebied
Technische ondersteuning, klantendienst en afdeling verkoop (Penang,
Maleisië)
6046334810
Zweden (Upplands Vasby)
Internationaal toegangsnummer:
00
Landnummer: 46
Kengetal: 8
Website: support.euro.dell.com
Technische ondersteuning (alleen voor draagbare XPS-computers)
0771 340 340
Technische ondersteuning voor alle overige Dell-producten
0859005199
Klantenzorg relaties
0859005642
Klantenzorg particulieren/kleine ondernemingen
0858770527
OndersteuningPCprivé-programma
201401444
Faxnummer technische ondersteuning
0859005594
Verkoop
0859005185
Terug naar inhoudspagina
Zwitserland(Genève)
Internationaal toegangsnummer:
00
Landnummer: 41
Kengetal: 22
Website: support.euro.dell.com


Technische ondersteuning (alleen voor draagbare XPS-computers)
0848 33 88 57
Technische ondersteuning (particulieren en kleine ondernemingen) voor alle
overige Dell-producten
0844811411
Technische ondersteuning (grootzakelijke ondernemingen)
0844822844
Klantenzorg (particulieren/kleine ondernemingen)
0848802202
Klantenzorg (grootzakelijke ondernemingen)
0848821721
Fax
0227990190
Algemeen
0227990101
Terug naar inhoudspagina
Het toetsenbord en de touchpad gebruiken
DellPrecision™MobileWorkstationM90Handleiding
Numeriek toetsenblok
Toetsencombinaties
Touchpad
Numeriek toetsenblok
Het numerieke toetsenblok werkt net als het numerieke toetsenblok op een extern toetsenbord. Elke toets op het toetsenblok heeft meerdere functies. De
getallen en symbolen op het toetsenblok zijn in het blauw gemarkeerd op de rechterzijde van de toetsen van het toetsenblok. Als u een getal of symbool wilt
typen, drukt u eerst op <Fn> en vervolgens op de gewenste toets, dit nadat u het toetsenblok hebt ingeschakeld.
l Druk op <Num Lk> om het toetsenblok in te schakelen. Het lampje geeft aan dat het toetsenblok actief is.
l Druk opnieuw op <Num Lk> om het toetsenblok uit te schakelen.
Toetsencombinaties
Systeemfuncties
Batterij
cd- of dvd-lade
Weergavefuncties
<Ctrl><Shift><Esc>
Hiermee opent u het venster Taakbeheer.
<Fn><F3>
HiermeegeeftudeDell™QuickSet-batterijmeter weer. Zie Dell™QuickSet-batterijmeter voor meer informatie over de batterijmeter.
<Fn><F10>
Hiermeewerptudeladeuithetstation(alsDellQuickSetisgeïnstalleerd).ZieDell™QuickSet voor meer informatie over Dell Quickset.
<Fn><F8>
Hiermee geeft u een lijst met pictogrammer weer die alle beschikbare weergaveopties vertegenwoordigen (bijvoorbeeld alleen
beeldscherm, alleen externe projector of monitor, zowel beeldscherm als projector, etc.). Selecteer het pictogram dat de gewenste status
vertegenwoordigt om naar die optie over te schakelen.
<Fn><F7>
Hiermee schaalt u tussen videoresoluties voor breedbeeld- en standaardverhoudingen.
Draadloze netwerken en functie voor draadloze Bluetooth®technologie
Energiebeheer
Speakerfuncties
Functies van de toets met het Microsoft®Windows®-logo
Als u de werking van het toetsenbord wilt aanpassen, zoals de herhaalsnelheid van tekens, opent u het Configuratiescherm en klikt u op Printers en andere
hardware en klikt u vervolgens op Toetsenbord. Zie Windows Help en ondersteuning voor informatie over het Configuratiescherm. Zie Windows Help en
Support Center voor informatie over het openen van Help en ondersteuning.
Touchpad
De touchpad detecteert de druk en beweging van uw vinger zodat u de cursor over het beeldscherm kunt bewegen. Gebruik de touchpad en de knoppen van
de touchpad op dezelfde manier als een muis.
l U verplaatst de cursor door uw vingers met een lichte aanraking over de touchpad te laten glijden.
l Als u een object wilt selecteren, plaatst u de cursor op het object en tikt u een keer licht op het oppervlak van de touchpad of gebruikt u uw duim om
<Fn> en
pijl-omhoog
Hiermeevergrootudehelderheidophetgeïntegreerdebeeldscherm(nietopeenexternemonitor).
<Fn> en
pijl-omlaag
Hiermeevermindertudehelderheidophetgeïntegreerdebeeldscherm(nietopeenexternemonitor).
<Fn><F2>
Hiermee schakelt u het draadloze netwerk en draadloze Bluetooth-technologie in.
<Fn><Esc>
Hiermee activeert u een energiebeheermodus. U kunt deze sneltoets omprogrammeren zodat deze een andere energiebeheermodus activeert.
Gebruik hiervoor het tabblad Geavanceerd in het venster Eigenschappen voor energiebeheer. Zie Energiebeheermodussen.
<Fn><F1>
Hiermeezetuhetsysteemindeslaapstand(alsDellQuickSetisgeïnstalleerd).ZieDell™QuickSet voor meer informatie
<Fn><Page Up>
Hiermeeverhoogtuhetvolumevandegeïntegreerdespeakersendeexternespeakers,indienaangesloten.
<Fn><Page Dn>
Hiermeeverlaagtuhetvolumevandegeïntegreerdespeakersendeexternespeakers,indienaangesloten.
<Fn><End>
Hiermee schakelt u de interne en externe speakers (indien aangesloten) in en uit.
Windows-logotoets en
<m>
Hiermee minimaliseert u alle geopende vensters.
Windows-logotoets en
<Shift><m>
Hiermee herstelt u alle geminimaliseerde vensters. Deze opdracht functioneert als een schakelaar waarmee u alle
geminimaliseerde vensters kunt herstellen na gebruik van de toetsencombinatie Windows-logotoets en <m>.
Windows-logotoets
en<e>
Hiermee voert u Windows Verkenner uit.
Windows-logotoets
en<r>
Hiermee opent u het dialoogvenster Uitvoeren.
Windows-logotoets
en<f>
Hiermee opent u het dialoogvenster Zoekresultaten.
Windows-logotoets
en<Ctrl><f>
Hiermee opent u het dialoogvenster Zoekresultaten-Computer(alsdecomputeropeennetwerkisaangesloten).
Windows-logotoets
en<Pause>
Hiermee opent u het dialoogvenster Systeemeigenschappen.
op de linkerknop van de touchpad te drukken.
l Als u een object wilt selecteren en verplaatsen (ofwel slepen), plaatst u de cursor op het object en tikt u twee keer op de touchpad. Bij de tweede tik
laat u uw vinger op de touchpad en verplaatst u het geselecteerde object door uw vinger over het oppervlak te verplaatsen.
l Als u op een object wilt dubbelklikken, plaatst u de cursor op het object en tikt u twee keer op de touchpad of gebruikt u uw duim om twee keer op de
linkerknop van de touchpad te drukken.
De touchpad heeft aan de rechterkant en onderkant een strook die de mogelijkheid tot schuiven (scrollen) aangeeft. Schuiven is standaard ingeschakeld. U
kunt deze functie uitschakelen door de muisfuncties te wijzigen in het Configuratiescherm.
De touchpad aanpassen
U kunt het venster Muiseigenschappen gebruiken om de touchpad en trackstick uit te schakelen of de instellingen hiervan aan te passen.
1. U kunt het venster Muiseigenschappen gebruiken om de touchpad uit te schakelen of de instellingen hiervan aan te passen. Open het
Configuratiescherm, klik op Printers en andere hardware en klik dan op Muis. Zie Windows Help en ondersteuning voor informatie over het
Configuratiescherm. Zie Windows Help en Support Center voor informatie over het openen van Help en ondersteuning.
2. Klik in het venster Eigenschappen voor muis op het tabblad Touchpad om de instellingen voor de touchpad aan te passen.
3. Klik op OK om de instellingen op te slaan en het venster te sluiten.
Terug naar inhoudspagina
OPMERKING: De schuifzones werken mogelijk niet bij alle toepassingen. De schuifzones werken alleen goed als de gebruikte toepassing de
schuiffunctie van de touchpad ondersteunt.
Terug naar inhoudspagina
Multimedia gebruiken
DellPrecision™MobileWorkstationM90Handleiding
Cd's of dvd's afspelen
Het volume aanpassen
Het beeld aanpassen
De computer aansluiten op een tv- of audioapparaat
Cd's of dvd's afspelen
1. Druk op de uitwerpknop aan de voorkant van het station.
2. Trek de lade naar buiten.
3. Plaats de schijf met het label naar boven in het midden van de lade en klik de schijf vast op de as.
4. Druk de lade terug in het station.
Als u cd's wilt formatteren voor het opslaan van gegevens, muziek-cd'swiltmakenofcd'swiltkopiëren,dientudecd-software te raadplegen die bij uw
computer is geleverd.
Klik in de cd- of dvd-speler (indien beschikbaar op) Help voor meer informatie over het afspelen van cd's of dvd's.
Het volume aanpassen
Gebruik de mediaknoppen aan de voorkant van de computer als u het speakervolume wilt aanpassen tijdens het afspelen van een cd of dvd.
KENNISGEVING: Druk de cd- of dvd-lade niet omlaag wanneer u deze opent of sluit. Houd de lade gesloten wanneer u het station niet gebruikt.
KENNISGEVING: Tijdens het afspelen van cd's of dvd's mag u de computer niet verplaatsen.
OPMERKING: Als u een module gebruikt die met een andere computer is geleverd, dient u de stuurprogramma's en software te installeren die nodig
zijn voor het afspelen van dvd's of het schrijven van gegevens. Zie de cd Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma's) voor meer informatie. De cd is
optioneel en is mogelijk niet beschikbaar voor uw computer of in bepaalde landen.
OPMERKING: Zorg ervoor dat u zich aan alle auteursrechtwetgeving houdt wanneer u cd's maakt.
OPMERKING: Wanneer de speakers zijn gedempt, hoort u de cd of dvd niet spelen.
U kunt het volume ook aanpassen met de optie Volumeregeling die u vindt via het menu Start.
1. Klik op Start® Alle programma's® Bureau-accessoires® Entertainment® Volumeregeling.
2. Klik en sleep de balk in de kolom Volumeregeling naar boven of beneden om het volume te verhogen of verlagen.
Klik op Help in het venster Volumeregeling voor meer informatie over volumeregelingsopties.
De volumemeter geeft het huidige volumeniveau op uw computer weer, inclusief gedempt. Klik op het pictogram in de taakbalk en selecteer of deselecteer
Disable On Screen Volume Meter (volumemeter op het scherm uitschakelen) of druk op de volumeregelingsknoppen om de volumemeter op het scherm uit te
schakelen.
Wanneer de meter is ingeschakeld, kunt u het volume aanpassen met de volumeregelingsknoppen of door op de volgende toetsen te drukken:
l Druk op <Fn> <PageUp> om het volume te verhogen.
l Druk op <Fn> <PageDn> om het volume te verlagen.
l Druk op <Fn> <End> om het volume te dempen.
Voor meer informatie over QuickSet klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram in de taakbalk. Klik vervolgens op Help.
Het beeld aanpassen
Als u een foutbericht ontvangt dat voor de huidige resolutie en kleurdiepte te veel geheugen nodig is, waardoor geen dvd kan worden afgespeeld, dient u de
weergave-eigenschappen aan te passen.
1. Klik op Start® Configuratiescherm® Vormgeving en thema's® De beelschermresolutie wijzigen.
2. Klik en sleep de balk in Beeldschermresolutie om de instelling te veranderen in 1024 bij 768 pixels.
Het geluid uitzetten.
Het volume verminderen.
Het volume verhogen.
Afspelen of pauzeren.
Het vorige nummer afspelen.
Het volgende nummer afspelen.
Stoppen.
1
volumepictogram
2
volumemeter
3
dempingspictogram
3. Klik op het vervolgkeuzemenu onder Kleurkwaliteit en klik dan op Medium (16 bit)® OK.
De computer aansluiten op een tv- of audioapparaat
Uw computer is uitgerust met een S-video TV-out-aansluiting die u samen met een standaardkabel voor S-video, een composietvideo-adapterkabel of een
componentvideo-adapterkabel (beschikbaar bij Dell) kunt gebruiken om de computer op een tv aan te sluiten.
Uw tv heeft een S-video-invoeraansluiting, een composietvideo-invoeraansluiting of een componentvideo-invoeraansluiting. Afhankelijk van het type
aansluiting dat op uw tv beschikbaar is, kunt u een in de handel verkrijgbare S-video-kabel, composietvideo-kabel of componentvideo-kabel gebruiken om uw
computer op uw tv aan te sluiten.
Het is aan te bevelen dat u video- en audiokabels in een van de volgende combinaties op de computer aansluit.
l S-video en standaardaudio
l Composietvideo en standaardaudio
l Component-uit-video en standaardaudio
Wanneer u klaar bent met het aansluiten van de video- en audiokabels tussen uw computer en de tv, moet u de computer in staat stellen om met de tv
samen te werken. Zie De weergaveopties voor een tv inschakelen voor informatie over het instellen van de computer voor het correct herkennen van en
samenwerken met de tv. Zie bovendien S/PDIF digitale audio inschakelen voor informatie als u S/PDIF digitale audio gebruikt.
S-Video en standaardaudio
OPMERKING: Het is mogelijk dat geen video- en audiokabels bij uw computer zijn geleverd voor het aansluiten van uw computer op een tv of een
ander audioapparaat. U kunt kabels en adapters voor tv/digitale audio kopen bij Dell.
1
S-video TV-out-aansluiting
2
S-video-aansluiting
1
S-video TV-out-aansluiting
3
S/PDIF digitale audio-aansluiting
5
S-video-aansluiting
2
composietvideo-adapter
4
composietvideo-uitvoeraansluiting
1
S-video TV-out-
aansluiting
3
S/PDIF digitale audio-
aansluiting
5
Pb (blauw) componentvideo-
uitvoeraansluiting
2
componentvideo-
adapter
4
Pr (rood) componentvideo-
uitvoeraansluiting
6
Y (groen) componentvideo-
uitvoeraansluiting
OPMERKING: Zie de diagrammen aan het begin van elke subsectie om u te helpen bepalen welke methode of verbinding u dient te gebruiken.
1. Schakel de computer uit en zet ook de tv en/of het audioapparaat uit dat u wilt aansluiten.
2. Sluit een uiteinde van de S-video-kabel aan op de S-video-uitvoeraansluiting op de computer.
3. Sluit het andere uiteinde van de S-video-kabel aan op de S-video-invoeraansluiting op de computer.
4. Sluit het uiteinde met de enkele audiokabel aan op de koptelefoonaansluiten op de computer.
5. Sluit de twee RCA-aansluiting op het andere uiteinde van de audiokabel aan op de invoeraansluitingen op de tv of het andere audioapparaat.
6. Zet de aangesloten tv en audioapparaat aan (indien van toepassing) en zet dan de computer aan.
7. Zie De weergaveopties voor een tv inschakelen voor informatie over het instellen van de computer voor het correct herkennen van en samenwerken
met de tv.
S-Video en S/PDIF digitale audio
1
audioaansluiting
2
S-video TV-out-aansluiting
1
standaard S-video-kabel
2
standaardaudiokabel
OPMERKING: U kunt een S-video-kabel rechtstreeks op de S-video TV-out-aansluiting op de computer aansluiten (zonder de adapterkabel voor
TV/digitale audio) als uw tv of audioapparaat wel S-video ondersteunt maar geen S/PDIF digitale audio.
1
S-video TV-out-aansluiting
2
composietvideo-adapter
1. Schakel de computer uit en zet ook de tv en/of het audioapparaat uit dat u wilt aansluiten.
2. Sluit de composietvideo-adapter aan op de S-video tv-out-aansluiting op de computer.
3. Sluit een uiteinde van de S-video-kabel aan op de S-video-uitvoeraansluiting op de composietvideo- adapter.
4. Sluit het andere uiteinde van de S-video-kabel aan op de S-video-invoeraansluiting op de computer.
5. Sluit een uiteinde van de S/PDIF digitale audiokabel aan op de digitale audioaansluiting op de composietvideo-adapterkabel.
6. Sluit het andere uiteinde van de S/PDIF digitale audiokabel aan op de audio-invoeraansluiting op de tv of het audioapparaat.
7. Zet de aangesloten tv aan, zet het eventueel aangesloten audioapparaat aan (indien van toepassing) en zet dan de computer aan.
8. Zie De weergaveopties voor een tv inschakelen voor informatie over het instellen van de computer voor het correct herkennen van en samenwerken
met de tv.
Composietvideo en standaardaudio
1
composietvideo-adapter
2
S-video-kabel
3
S/PDIF digitale audio-kabel
1
composietvideo-adapter
2
S-video-kabel
1
composietvideo-adapter
2
S/PDIF digitale audio-kabel
1
audio-invoeraansluiting
S-video TV-out-aansluiting
3
composietvideo-adapter
1. Schakel de computer uit en zet ook de tv en/of het audioapparaat uit dat u wilt aansluiten.
2. Sluit de composietvideo-adapter aan op de S-video tv-out-aansluiting op de computer.
3. Sluit een uiteinde van de composietvideo-kabel aan op de composietvideo-uitvoeraansluiting op de composietvideo-adapter.
4. Sluit het andere uiteinde van de composietvideokabel aan op de composietvideo-invoeraansluiting op de tv.
5. Sluit het uiteinde met de enkele audiokabel aan op de koptelefoonaansluiten op de computer.
6. Sluit de twee RCA-aansluiting op het andere uiteinde van de audiokabel aan op de invoeraansluitingen op de tv of het andere audioapparaat.
7. Zet de aangesloten tv aan, zet het eventueel aangesloten audioapparaat aan (indien van toepassing) en zet dan de computer aan.
8. Zie De weergaveopties voor een tv inschakelen voor informatie over het instellen van de computer voor het correct herkennen van en samenwerken
met de tv.
Composietvideo en S/PDIF digitale audio
1
composietvideo-adapter
2
composietvideo-kabel
3
standaardaudiokabel
1
composietvideo-adapter
2
composietvideo-kabel
1
S-video TV-out-aansluiting
2
composietvideo-adapter
1. Schakel de computer uit en zet ook de tv en/of het audioapparaat uit dat u wilt aansluiten.
2. Sluit de composietvideo-adapter aan op de S-video tv-out-aansluiting op de computer.
3. Sluit een uiteinde van de composietvideo-kabel aan op de composietvideo-invoeraansluiting op de composietvideo-adapter.
4. Sluit het andere uiteinde van de composietvideokabel aan op de composietvideo-invoeraansluiting op de tv.
5. Sluit een uiteinde van de S/PDIF digitale audiokabel aan op de S/PDIF-audioaansluiting op de composietvideo-adapterkabel.
6. Sluit het andere uiteinde van de digitale audiokabel aan op de S/PDIF-invoeraansluiting op de tv of het andere audioapparaat.
7. Zet de aangesloten tv aan, zet het eventueel aangesloten audioapparaat aan (indien van toepassing) en zet dan de computer aan.
8. Zie De weergaveopties voor een tv inschakelen voor informatie over het instellen van de computer voor het correct herkennen van en samenwerken
met de tv.
Componentvideo en standaardaudio
1
composietvideo-adapter
2
composietvideo-kabel
3
standaardaudiokabel
1
composietvideo-adapter
2
composietvideo-kabel
1
composietvideo-adapter
2
S/PDIF digitale audio-kabel
1
S-video TV-out-aansluiting
2
componentvideo-adapter
1. Schakel de computer uit en zet ook de tv en/of het audioapparaat uit dat u wilt aansluiten.
2. Sluit de componentvideo-adapter aan op de S-video tv-out-aansluiting op de computer.
3. Sluit alle drie de uiteinden van de componentvideo-kabel aan op de componentvideo- uitvoeraansluitingen op de componentvideo-adapter. Zorg ervoor
dat de rode, groene en blauwe kleuren van de kabel op de overeenkomstige adapterpoorten worden aangesloten.
4. Sluit alle drie de uiteinden van de andere kant van de componentvideo-kabel aan op de componentvideo-invoeraansluitingen op de tv. Zorg ervoor dat
de rode, groene en blauwe kleuren van de kabel op de overeenkomstige kleuren van de tv-invoeraansluitingen zijn aangesloten.
5. Sluit het uiteinde met de enkele audiokabel aan op de koptelefoonaansluiten op de computer.
6. Sluit de twee RCA-aansluiting op het andere uiteinde van de audiokabel aan op de invoeraansluitingen op de tv of het audioapparaat.
7. Zet de aangesloten tv aan, zet het eventueel aangesloten audioapparaat aan (indien van toepassing) en zet dan de computer aan.
8. Zie De weergaveopties voor een tv inschakelen voor informatie over het instellen van de computer voor het correct herkennen van en samenwerken
met de tv.
Componentvideo en S/PDIF digitale audio
1
componentvideo-adapter
2
componentvideo-kabel
3
standaardaudiokabel
1
componentvideo-adapter
2
componentvideo-kabel
1
S-video TV-out-aansluiting
2
componentvideo-adapter
1. Schakel de computer uit en zet ook de tv en/of het audioapparaat uit dat u wilt aansluiten.
2. Sluit de componentvideo-adapter aan op de S-video tv-out-aansluiting op de computer.
3. Sluit alle drie de uiteinden van de componentvideo-kabel aan op de componentvideo- uitvoeraansluitingen op de componentvideo-adapter. Zorg ervoor
dat de rode, groene en blauwe kleuren van de kabel op de overeenkomstige adapterpoorten worden aangesloten.
4. Sluit alle drie de uiteinden van de andere kant van de componentvideo-kabel aan op de componentvideo-invoeraansluitingen op de tv. Zorg ervoor dat
de rode, groene en blauwe kleuren van de kabel op de overeenkomstige kleuren van de tv-invoeraansluitingen zijn aangesloten.
5. Sluit een uiteinde van de S/PDIF digitale audiokabel aan op de S/PDIF-audioaansluiting op de componentvideo-adapter.
6. Sluit het andere uiteinde van de S/PDIF digitale audiokabel aan op de audio-invoeraansluiting op de tv of het andere audioapparaat.
7. Zet de aangesloten tv aan, zet het eventueel aangesloten audioapparaat aan (indien van toepassing) en zet dan de computer aan.
8. Zie De weergaveopties voor een tv inschakelen voor informatie over het instellen van de computer voor het correct herkennen van en samenwerken
met de tv.
S/PDIF digitale audio inschakelen
Als uw computer een dvd-station bevat, kunt u digitale audio inschakelen voor het afspelen van dvd's.
1. Klik op Start, wijs Alle Programma's aan en klik op PowerDVD om te toepassing Cyberlink PowerDVD te starten.
2. Plaats een dvd in het cd-station.
Klik op Stop als de dvd wordt afgespeeld.
3. Klik op de optie Settings (instellingen).
4. Klik op de optie DVD.
1
componentvideo-adapter
2
componentvideo-kabel
3
standaardaudiokabel
1
componentvideo-
adapter
2
componentvideo-
uitvoeraansluitingen
3
componentvideo-
kabel
1
componentvideo-adapter
2
S/PDIF digitale audio-kabel
5. Klik op het pictogram DVD Audio Setting (audio-instellingen dvd).
6. Klik op de pijlen naast de instelling Speaker Configuration (configuratie speakers) om door de opties te schuiven en selecteer de optie SPDIF.
7. Klik een keer op Terug en klik dan opnieuw op Terug om terug te keren naar het scherm van het hoofdmenu.
S/PDIF inschakelen in het Windows-audiostuurprogramma
1. Dubbelklik op het speakerpictogram in het systeemvak van Windows.
2. Klik op het menu Opties en klik dan op Geavanceerde volumeregelingen.
3. Klik op Geavanceerd.
4. Klik op S/PDIF-interface.
5. Klik op Sluiten.
6. Klik op OK.
De Cyberlink-koptelefoons (CL-koptelefoons) instellen
Als uw computer een dvd-station bevat, kunt u digitale audio inschakelen voor het afspelen van dvd's.
1. Klik op Start, wijs Alle Programma's aan en klik op PowerDVD om te toepassing Cyberlink PowerDVD te starten.
2. Plaats een dvd in het cd-station.
Klik op Stop als de dvd wordt afgespeeld.
3. Klik op de optie Settings (instellingen).
4. Klik op de optie DVD.
5. Klik op het pictogram DVD Audio Setting (audio-instellingen dvd).
6. Klik op de pijlen naast de instelling Speaker Configuration (configuratie speakers) om door de opties te schuiven en selecteer de optie Headphones
(koptelefoons).
7. Klik op de pijlen naast de instelling Audio listening mode (modus luisteren naar audio) om door de opties te schuiven en selecteer CL Headphone (CL-
koptelefoon).
8. Klik op de pijlen naast de optie Dynamic range compression (compressie dynamisch bereik) om de meest geschikte optie te selecteren.
9. Klik een keer op Terug en klik dan opnieuw op Terug om terug te keren naar het scherm van het hoofdmenu.
De weergaveopties voor een tv inschakelen
Videocontroller
1. Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Configuratiescherm.
2. Dubbelklik op Beeldscherm en klik op het tabblad Instellingen.
3. Klik op Geavanceerd.
OPMERKING: De functie voor CL-koptelefoons is alleen beschikbaar als uw computer over een dvd-station beschikt.
OPMERKING: U zorgt ervoor dat de weergaveopties goed worden weergegeven door de tv op de computer aan te sluiten voordat u de weergave-
instellingen inschakelt.
4. Controleer het tabblad voor uw videokaart.
5. Selecteer in de sectie over de weergaveapparaten de juiste optie voor het gebruik van een enkel beeldscherm of meerdere beeldschermen. Zorg er
hierbij voor dat de weergave-instellingen correct zijn voor uw selectie.
Terug naar inhoudspagina
OPMERKING: RaadpleegWindowsHelpenondersteuningomtezienwelktypevideokaartinuwcomputerisgeïnstalleerd.UopentHelpen
ondersteuning door op Start® Help en ondersteuning te klikken. Klik bij Kies een taak op Gebruik Hulpprogramma's als u gegevens over deze
computer wilt weergeven en problemen wilt onderzoeken. Selecteer vervolgens Hardware onder Gegevens over deze computer.
Terug naar inhoudspagina
Netwerken gebruiken
DellPrecision™MobileWorkstationM90Handleiding
Een fysieke verbinding maken met een netwerk of breedbandmodem
De wizard Netwerk instellen
WLAN (wireless local area network)
Verbinding maken met een WLAN
Mobiel breedband
Firewall internetverbinding
Een fysieke verbinding maken met een netwerk of breedbandmodem
Voordatudecomputeropeennetwerkaansluit,moethiereersteennetwerkadapterinwordengeïnstalleerdenmoetereennetwerkkabelopworden
aangesloten.
U sluit als volgt een netwerkkabel aan:
1. Sluit de netwerkkabel aan op de aansluiting van de netwerkadapter aan de achterkant van de computer.
2. Sluit de andere kant van de netwerkkabel aan op een netwerkverbindingsapparaat of een netwerkcontactpunt.
De wizard Netwerk instellen
Het besturingssysteem Microsoft®Windows®XP biedt een wizard Netwerk instellen die u helpt bij het delen van bestanden, printers of een
internetverbinding tussen computers thuis of in een klein kantoor.
1. Klik op Start, wijs Alle programma's® Bureau-accessoires® Communicatie aan en klik dan op Wizard Netwerk instellen.
2. Klik in het welkomstscherm op Volgende.
3. Klik op Controlelijst voor het instellen van een netwerk.
4. Vul de controlelijst in.
5. Ga terug naar de wizard Netwerk instellen en volg de instructies op het scherm.
OPMERKING: Duw de kabelaansluiting naar binnen tot deze op haar plaats klikt en trek dan voorzichtig aan de kabel om te controleren of deze goed
vast zit.
OPMERKING: Sluit de netwerkkabel niet aan op een telefooncontactpunt.
OPMERKING: Als u de verbindingsmethode Deze computer maakt rechtstreeks verbinding met het internetkiest,schakeltudegeïntegreerdefirewall
in die wordt meegeleverd in Windows XP Service Pack 2 (SP2).
WLAN (wireless local area network)
Een WLAN is een reeks onderling verbonden computers die met elkaar communiceren via radiogolven in plaats van via een netwerkkable die op elke computer
is aangesloten. In een WLAN wordt een radiocommunicatieapparaat gebruikt dat een toegangspunt of draadloze router heeft om netwerkcomputers met
elkaar te verbinden en internet- of netwerktoegang te bieden. Het toegangspunt of de draadloze router en de draadloze netwerkkaart in de computer
communiceren via gegevens die met antennes via de luchtgolven worden verzonden.
Wat u nodig hebt om een WLAN op te zetten
Voordat u een WLAN kunt maken, hebt u het volgende nodig:
l Breedband-internettoegang (bijvoorbeeld via kabel of DSL)
l Een breedbandmodem die is aangesloten en die goed werkt
l Een draadloze router of toegangspunt
l Een draadloze netwerkkaart voor elke computer die u op uw WLAN wilt aansluiten
l Een netwerkkabel met een netwerkaansluiting (RJ-45)
De draadloze netwerkkaart controleren
Afhankelijk van wat u bij het kopen van de computer hebt geselecteerd, heeft de computer verscheidene configuraties. U kunt een van de volgende methoden
gebruiken om te controleren of uw computer een draadloze netwerkkaart bevat en om het type kaart te bepalen:
l De knop Start en de optie Verbinden met
l Microsoft®Windows®Help en ondersteuning
l De orderbevestiging voor uw computer
De knop Start en de optie Verbinden met
1. Klik op Start.
2. Wijs Verbinden met aan en klik dan op Alle verbindingen weergeven.
Als er geen Draadloze netwerkverbinding wordt weergegeven onder LAN-verbindingen en snelle internetverbindingen, hebt u mogelijk geen draadloze
netwerkkaart.
Als Draadloze netwerkverbinding wordt weergegeven, hebt u een draadloze netwerkkaart. U geeft als volgt gedetailleerde informatie weer over de
draadloze netwerkkaart:
1. Klik met de rechtermuisknop op Draadloze netwerkverbinding.
2. Klik op Eigenschappen. Het venster Eigenschappen voor draadloze netwerkverbinding wordt weergegeven. De naam en het modelnummer van de
draadloze netwerkkaart worden vermeld op het tabblad Algemeen.
Orderbevestiging
De orderbevestiging die u hebt ontvangen bij het bestellen van de computer, bevat een lijst met de hardware en software die met uw computer is verzonden.
Een nieuw WLAN instellen
Een draadloze router en een breedbandmodem aansluiten
1. Neem contact op met uw internetprovider (ISP) voor specifieke informatie over de verbindingsvereisten voor uw breedbandmodem.
2. Zorg ervoor dat de bedrading voor internettoegang via de breedbandmodem loopt voordat u probeert een draadloze internetverbinding in te stellen.
Zie Een fysieke verbinding maken met een netwerk of breedbandmodem.
3. Installeer eventuele software die nodig is voor de draadloze router. Bij uw draadloze router is mogelijk een installatie-cd meegeleverd. Dergelijke cd's
bevatten meestal installatie- en probleemoplossingsinformatie. Installeer de vereiste software volgens de instructies van de fabrikant.
OPMERKING: Als uw computer op het Klassiek menu Start is ingesteld, kunt u netwerkverbindingen weergeven door op Start te klikken, Instellingen
te kiezen en vervolgens Netwerkverbindingen aan te wijzen. Als hier geen Draadloze netwerkverbinding wordt weergegeven, hebt u mogelijk geen
draadloze netwerkkaart.
4. Sluit uw computer af via het menu Start en doe hetzelfde met alle andere computers die in de buurt staan en waarop draadloze communicatie is
ingeschakeld.
5. Haal de stekker voor de breedbandmodem uit het stopcontact.
6. Koppel de netwerkkabel los van de computer en de modem.
7. Koppel de netadapter los van uw draadloze router om ervoor te zorgen dat er geen stroom staat op de router.
8. Sluit een netwerkkabel aan op de netwerkaansluiting (RJ-45) van de breedbandmodem (die nog steeds geen stroom krijgt.
9. Sluit het andere uiteinde van de netwerkkabel aan op de internet-netwerkaansluiting (RJ45) van de draadloze router (die ook nog steeds geen stroom
krijgt).
10. Zorg ervoor dat er geen netwerkkabels of USB-kabels met de breedbandmodem zijn verbonden, behalve de netwerkkabel tussen de modem en de
draadloze router.
11. Zet ALLEEN de breedbandmodem aan en wacht ten minste twee minuten, zodat de breedbandmodem gestabiliseerd kan raken. Ga na 2 minuten door
door naar stap 12.
12. Zet de draadloze router aan en wacht ten minste 2 minuten, zodat de draadloze router gestabiliseerd kan raken. Ga na 2 minuten door naar stap 13.
13. Start uw computer en wacht tot deze volledig is opgestart.
14. Radpleeg de documentatie die bij de draadloze router is meegeleverd en doe het volgende om de draadloze router in te stellen:
l Breng communicatie tot stand tussen de computer en de draadloze router.
l Configureer de draadloze router voor communicatie met de breedbandrouter.
l Zoek op welke broadcast-naam uw draadloze router heeft. De technische naam voor de broadcast-naam van uw router is SSID (Service Set
Identifier) of netwerknaam.
15. Configureer zo nodig uw draadloze netwerkkaart voor verbinding met het draadloze netwerk. Zie Verbinding maken met een WLAN.
Verbinding maken met een WLAN
Deze sectie bevat algemene procedures voor verbinding met een netwerk via draadloze technologie. Specifieke netwerknamen en configuratiedetails kunnen
afwijken. Zie WLAN (wireless local area network)
voor meer informatie over het voorbereiden van uw computer op verbinding met een WLAN.
Uwdraadlozenetwerkkaartheeftspecifiekesoftwareenstuurprogramma'snodigomverbindingtemakenmeteennetwerk.Desoftwareisalgeïnstalleerd.
Bepalen hoe het draadloze netwerkapparaat wordt beheerd
Afhankelijkvandesoftwaredieopuwcomputerisgeïnstalleerd,zijnerverschillendeconfiguratiehulp-programma's die voor het beheer van uw draadloze
netwerkapparaten kunnen worden gebruikt:
l Het client-hulpprogramma van uw draadloze kaart
l Het besturingssysteem Windows XP
U kunt als volgt bepalen welk draadloos configuratiehulpprogramma wordt gebruikt voor het beheer van uw draadloze netwerkkaart:
1. Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Configuratiescherm.
2. Dubbelklik op Netwerkverbindingen.
OPMERKING: Wacht minstens 5 minuten na het loskoppelen van de breedbandmodem voordat u verder gaat met het instellen van het netwerk.
OPMERKING: Startdedraadlozeapparatuuropnieuwop.Gebruikhierbijdehiernabeschrevenvolgordeomeenpotentiëleverbindingsstoringte
voorkomen.
OPMERKING: Voordat u verbinding maakt met een WLAN moet u controleren of u de instructies in WLAN (wireless local area network) hebt gevolgd.
OPMERKING: De volgende netwerkinstructies zijn niet van toepassing op interne kaarten met draadloze Bluetooth
®
-technologie of mobiele producten.
OPMERKING: Als de software wordt verwijderd of beschadigd raakt, dient u de instructies te volgen in de gebruikersdocumentatie voor uw draadloze
netwerkkaart.ControleerwelktypedraadlozenetwerkkaartinuwcomputerisgeïnstalleerdenzoekdienaamdanopbijdeDellSupport-website op
support.dell.com. Zie De draadloze netwerkkaart controleren voor meer informatie over het type draadloze netwerkkaart dat in uw computer is
geïnstalleerd.
3. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Draadloze netwerkverbinding en klik dan op Beschikbare draadloze netwerken weergeven.
Als het venster Een draadloos netwerk selecteren de melding Deze draadloze verbinding kan niet worden geconfigureerd bevat, wordt het
clienthulpprogramma van de draadloze netwerkkaart gebruikt om de draadloze netwerkkaart te beheren.
Als het venster Een draadloos netwerk selecteren de melding Klik op een onderdeel in de lijst hieronder als u een verbinding met een draadloos netwerk
binnen bereik wilt maken of als u meer informatie wilt weergeven bevat, wordt het besturingssysteem Windows XP gebruikt om de draadloze
netwerkkaart te beheren.
Voorspecifiekeinformatieoverhetdraadlozeconfiguratiehulpprogrammadatopuwcomputerisgeïnstalleerd,kuntudedocumentatievooruwdraadloze
netwerk raadplegen in Windows Help en ondersteuning.
U opent als volgt Help en ondersteuning:
1. Klik op de knop Start en klik vervolgens op Help en ondersteuning.
2. Klik onder Kies een Help-onderwerp op Dell User and System Guides.
3. Selecteer de documentatie voor uw draadloze netwerkkaart onder Device Guides.
De verbinding met het WLAN voltooien
Wanneer u de computer aanzet en een netwerk (waarvoor de computer niet is geconfigureerd) in het gebied wordt aangetroffen, wordt een pop-upbericht
weergegeven in de buurt van het netwerkpictogram in het systeemvak (in de rechteronderhoek van het bureaublad van Windows).
Volg alle hulpprogramma-instructies die op het scherm worden weergegeven.
Zodra u de computer hebt geconfigureerd voor het draadloze netwerk dat u hebt geselecteerd, verschijnt een andere pop-up die meldt dat uw computer op
dat netwerk is aangesloten.
Nadien meldt diezelfde pop-up steeds wanneer u binnen bereik van het draadloze netwerk de computer aanzet dat de draadloze netwerkverbinding tot stand
is gebracht.
De draadloze netwerkkaart in-/uitschakelen
U kunt de draadloze netwerkfunctie van uw computer aan- en uitzetten door op de toetsencombinatie <Fn><F2> te drukken. Als de draadloze netwerkfunctie
aan staat, drukt u op <Fn><F2> om deze uit te schakelen. Als de draadloze netwerkfunctie uit staat, drukt u op <Fn><F2> om deze in te schakelen.
DestatusvandedraadlozenetwerkkaartbewakenviaDell™QuickSet
De draadloze activiteits-indicator geeft u een makkelijke manier om de status van de draadloze apparaten in uw computer te bewaken. Klik met de
rechtermuisknop op het pictogram van Dell QuickSet in de taakbalk om Wireless Activity Indicator Off (draadloze activiteitsindicator uit) te selecteren of
deselecteren om de draadloze activiteitsindicator aan of uit te zetten.
Dedraadlozeactiviteitsindicatorgeeftaanofdeinuwcomputergeïntegreerdedraadlozeapparatenzijningeschakeldofuitgeschakeld.Wanneerude
draadloze netwerkfunctie aan of uit zet, verandert de draadloze activiteitsindicator om de status weer te geven.
Zie het bestand Dell QuickSet Help voor informatie over de draadloze activiteitsindicator. Zie Dell™QuickSet voor informatie over Quickset en het openen van
het bestand Dell QuickSet Help.
Mobiel breedband
Net als bij een WLAN is een mobiel breedbandnetwerk een reeks met elkaar verbonden computers die met elkaar communiceren via draadloze
netwerktechnologie. In een mobiel breedbandnetwerk wordt echter dezelfde technologie gebruikt als voor mobiele telefoons. Het biedt daarom
internettoegang vanaf dezelfde gevarieerde locaties als het mobiele telefonienetwerk. Uw computer kan de mobiele breedbandverbinding ongeacht de fysieke
locatie in stand houden zolang de computer in het gebied blijft dat door uw mobiele telefonie-aanbieder wordt gedekt.
Wat u nodig hebt om een mobiele breedbandnetwerkverbinding tot stand te brengen
Als u een netwerkverbinding via mobiel breedband tot stand wilt brengen, hebt u het volgende nodig:
l Een mobiel breedband-ExpressCard
OPMERKING: Als u een beveiligd netwerk selecteert, moet u wanneer u daarom wordt gevraagd een WEP- of WPA-code invoeren. Instellingen voor
netwerkbeveiliging zijn uniek voor uw netwerk. Dell kan u deze informatie niet verstrekken.
OPMERKING: Het kan tot 1 minuut duren voordat uw computer verbinding heeft met het netwerk.
OPMERKING: Als u geen verbinding kunt maken met een draadloos netwerk, moet u nagaan of u alle componenten hebt die nodig zijn om een WLAN
tot stand te brengen (zie Wat u nodig hebt om een WLAN op te zetten). Controleer daarna of uw draadloze netwerkkaart is ingeschakeld door op
<Fn><F2> te drukken.
Zie ExpressCards voor instructies over het gebruik van ExpressCards. Zie ook de snelstartgids die bij uw ExpressCard is geleverd.
l Een geactiveerde mobiel breedband-ExpressCard of een geactiveerde SIM-kaart (Subscriber Identity Module) voor uw serviceprovider.
l Het Dell-hulpprogrammavoormobielebreedbandkaarten(reedsopdecomputergeïnstalleerdalsudekaartbijaanschafvandecomputerhebt
gekocht, op de cd bij de kaart als u deze kaart los van de computer hebt gekocht)
Als het hulpprogramma beschadigd is geraakt of als het van de computer is verwijderd, kunt u de gebruikershandleiding voor het Dell-hulpprogramma
voor mobiele breedbandkaarten raadplegen voor instructies. De gebruikershandleiding is beschikbaar via Windows Help en ondersteuning (of op de cd
die bij uw kaart is geleverd als u deze los van de computer hebt gekocht). Zie Windows Help en Support Center voor informatie over het openen van
Help en ondersteuning.
Uw mobiele breedbandkaart van Dell controleren
Afhankelijk van wat u bij het kopen van de computer hebt geselecteerd, heeft de computer verscheidene configuraties. Zie een van de volgende als u wilt zien
welke configuratie uw computer heeft:
l Uw orderbevestiging
l Microsoft®Windows®Help en ondersteuning
U kunt als volgt uw mobiele breedbandkaart controleren in Help en ondersteuning:
1. Klik op de knop Start en klik vervolgens op Help en ondersteuning.
2. Klik bij Kies een taak op Gebruik Hulpprogramma's als u gegevens over deze computer wilt weergeven en problemen wilt onderzoeken.
3. Klik onder Hulpprogramma's op Gegevens over deze computer en klik dan op Informatie zoeken over de hardware die op deze computer is
geïnstalleerd.
In het venster Gegevens over deze computer - Hardwarekuntuhettypemobielebreedbandkaartziendatinuwcomputerisgeïnstalleerd,evenalsandere
hardwarecomponenten.
Verbinding maken met een mobiel breedbandnetwerk
Gebruik het Dell-hulpprogramma voor mobiele breedbandkaarten om via mobiel breedband een verbinding met het internet te maken en deze te beheren:
1. Klik op het pictogram van het Dell-hulpprogramma voor mobiele breedbandkaarten , in de taakbalk van Windows, als u het hulpprogramma wilt
uitvoeren.
2. Klik op Verbinding maken.
3. Volg de instructies op uw scherm als u de netwerkverbinding wilt beheren met het hulpprogramma.
OF
1. Klik op Start en wijs Alle programma's® Dell Wireless (Dell draadloos) aan.
2. Klik op Dell Wireless Broadband (Dell draadloos breedband) en volg de instructies op uw scherm.
Firewall internetverbinding
De firewall voor internetverbindingen biedt basisbeveiliging tegen ongeautoriseerde toegang tot de computer terwijl deze verbinding heeft met het internet.
De firewall wordt automatisch ingeschakeld wanneer u de wizard Netwerk instellen uitvoert. Wanneer de firewall voor een netwerkverbinding is ingeschakeld,
wordt het firewallpictogram met een rode achtergrond weergegeven in de sectie Netwerkverbindingen van het configuratiescherm.
Het inschakelen van de firewall voor internetverbindingen betekent overigens niet dat u geen antivirussoftware nodig hebt.
Zie Help en ondersteuning voor het besturingssysteem Microsoft®Windows®XP voor meer informatie. Zie Windows Help en Support Center.
OPMERKING: De mobiele breedbandkaart wordt vermeld onder Modems.
OPMERKING: Deze instructies zijn alleen van toepassing voor mobiele breedband-ExpressCards. Ze zijn niet van toepassing op interne kaarten met
draadloze Bluetooth®-technologie of WLAN-minikaarten.
OPMERKING: Voordat u verbinding maakt met het internet, moet u de mobiele breedbandservice activeren via uw mobiele telefonie-provider. Zie de
gebruikershandleiding die beschikbaar is via Windows Help en ondersteuning voor instructies en meer informatie over het Dell-hulpprogramma voor
mobiele breedbandkaarten. Zie Windows Help en Support Center voor informatie over het openen van Help en ondersteuning. De gebruikershandleiding
is ook beschikbaar op de Dell Support-website op support.dell.com en als u de kaart lost van de computer hebt gekocht, op de cd die bij uw mobiele
breedbandkaart is geleverd.
OPMERKING: De knop Verbinding maken verandert in Verbinding verbreken.
Terug naar inhoudspagina
Terug naar inhoudspagina
Onderdelen toevoegen en vervangen
DellPrecision™MobileWorkstationM90Handleiding
Voordat u begint
In dit hoofdstuk vindt u procedures voor het verwijderen en installeren van de componenten in uw computer. Tenzij anderszins aangegeven, wordt er bij elke
procedure van uitgegaan dat aan de volgende omstandigheden is voldaan:
l U hebt de stappen in De computer uitzetten en Voordat u binnen de computer gaat werken uitgevoerd.
l U hebt de veiligheidsinformatie in de Productinformatiegids vanDell™gelezen.
l U kunt een onderdeel vervangen of indien los aangekocht installeren door de verwijderingsprocedure in omgekeerde volgorde uit te voeren.
Aanbevolen gereedschappen
Voor de procedures in dit document kunnen de volgende gereedschappen nodig zijn:
l Kleine platte schroevendraaier
l Phillips-schroevendraaier
l Kleine plastic pennetje
l Flash BIOS-updateprogramma (zie de Dell Support-website op support.dell.com)
De computer uitzetten
1. Sluit het besturingssysteem af:
Sla eventueel geopende bestanden op en sluit deze, sluit eventuele geopende programma's af, klik op Start® Afsluiten® Afsluiten.
De computer wordt uitgezet nadat het besturingssysteem is afgesloten.
2. Controleer of de computer en alle daaraan gekoppelde apparaten uit staan. Als de computer en gekoppelde apparaten niet automatisch worden
uitgezet als u het besturingssysteem afsluit, houd u de aan/uit-knop ten minste 810 seconden ingedrukt tot de computer uit gaat.
Voordat u binnen de computer gaat werken
Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw eigen veiligheid te garanderen en de computer en werkomgeving te beschermen tegen mogelijke schade.
1. Zorg ervoor dat het werkoppervlak plat en schoon is om krassen op de kast van de computer te voorkomen.
Voordat u begint
Scharnierklep
Vaste schijf
Toetsenbord
Geheugen
Knoopcelbatterij
Modem
Optisch station
Minikaart
Internal kaart met draadloze Bluetooth®-technologie
KENNISGEVING: Om gegevensverlies te voorkomen, moet u open bestanden opslaan en sluiten en alle geopende programma's sluiten voordat u de
computer uitzet.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
LET OP: Ga voorzichtig met componenten en kaarten om. Raak de componenten en de contacten op kaarten niet aan. Pak kaarten bij de uiteinden
vast of bij de metalen bevestigingsbeugel. Houd onderdelen zoals een processor vast bij de zijkant, en niet bij de pinnetjes.
KENNISGEVING: Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
KENNISGEVING: Maak een kabel los door aan de aansluiting of aan de kabelontlastingslus te trekken en niet aan de kabel zelf. Sommige kabels zijn
voorzien van een aansluiting met borglippen. Als u dit type kabel loskoppelt, moet u de borglippen ingedrukt houden voordat u de kabel verwijdert. Als
u de aansluitingen van elkaar los trekt, moet u ze op evenwijdige wijze uit elkaar houden om te voorkomen dat een van de connectorpennen wordt
verbogen. Ook moet u voordat u een kabel verbindt, controleren of beide aansluitingen op juiste wijze zijn opgesteld en uitgelijnd.
KENNISGEVING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met een aardingsarmband of door van tijd tot tijd een niet-geschilderd
metalen oppervlak aan te raken (bijvoorbeeld een aansluiting aan de achterkant van de computer).
KENNISGEVING: Om schade aan de computer te voorkomen moet u de volgende instructies opvolgen voordat u binnen de computer gaat werken.
2. Zet de computer uit. Zie De computer uitzetten.
3. Maak alle telefoon- of netwerkkabels los van de computer.
4. Koppel de computer en alle randapparatuur los van het stopcontact.
5. De batterij verwijderen. Open het vergrendelingsschuifje van de batterijhouder aan de onderkant van de computer en verwijder de batterij uit de
houder.
6. Druk de aan/uit-knop in om het moederbord te aarden.
7. Klap het beeldscherm dicht en draai de computer op zijn kop op een plat werkoppervlak.
Vaste schijf
U vervangt de vaste schijf als volgt:
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Draai de computer om en verwijder de schroeven die de vaste schijf op zijn plaats houden.
KENNISGEVING: Om een netwerkkabel te ontkoppelen moet u de kabel van de computer loskoppelen en deze vervolgens van het netwerkcontact
loskoppelen.
KENNISGEVING: Voorkom schade aan het moederbord door de batterij te verwijderen voordat u computeronderhoud pleegt.
1
ontgrendeling batterijhouder
2
batterij
LET OP: Als u de vaste schijf uit de computer verwijdert terwijl de schijf heet is, moet u de metalen behuizing van de vaste schijf niet aanraken.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in deze sectie begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
KENNISGEVING: Voordat u de vaste schijf verwijdert, dient u de computer uit te zetten (zie De computer uitzetten) om gegevensverlies te voorkomen.
Verwijder de vaste schijf niet terwijl de computer aan staat, in de standby-modus staat of in de slaapstand staat.
KENNISGEVING: Vaste schijven zijn uitermate kwetsbaar. Zelfs een zachte stoot kan de schijf beschadigen.
KENNISGEVING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met een aardingsarmband of door van tijd tot tijd een niet-geschilderd
metalen oppervlak aan te raken (bijvoorbeeld een aansluiting aan de achterkant van de computer).
KENNISGEVING: Voorkom schade aan het moederbord door de batterij te verwijderen voordat u binnen de computer aan het werk gaat.
OPMERKING: DellbiedtgeencompatibiliteitsgarantieenbiedtgeenondersteuningvoorvasteschijvenvananderebronnendanDell.
OPMERKING: Als u een vaste schijf installeert die niet van Dell afkomstig is, dient u zelf een besturingssysteem, stuurprogramma's en hulpprogramma's
op de nieuwe vaste schijf te installeren. Zie Uw besturingssysteem herstellen en Opnieuw installeren van stuurprogramma's en hulpprogramma's.
3. Schuif de vaste schijf uit de computer.
4. Verwijder het nieuwe station uit zijn verpakking.
Bewaar de oorspronkelijke verpakking om de vaste schijf op te slaan of te verzenden.
5. Schuif de vaste schijf in het vak tot deze hier helemaal in zit.
6. Plaats de schroeven terug en draai deze goed aan.
7. Als de nieuwe vaste schijf niet van tevoren van een image is voorzien, dient u nu het besturingssysteem en de stuurprogramma's voor uw computer te
installeren. Zie Uw besturingssysteem herstellen en Opnieuw installeren van stuurprogramma's en hulpprogramma's.
Een vaste schijf terugsturen naar Dell
Retourneer de oude vaste schijf aan Dell in zijn oorspronkelijke piepschuimverpakking of een vergelijkbare verpakking. Als u dit niet doet, zou de vaste schijf
tijdens transport beschadigd kunnen raken.
Geheugen
U kunt uw computergeheugen vergroten door geheugenmodules te installeren op het moederbord.
Zie Specificaties voor informatie over het geheugen dat door uw computer wordt ondersteund. Installeer alleen geheugenmodules die voor uw computer
bedoeld zijn.
1
schroeven vaste schijf (2)
2
vaste schijf
KENNISGEVING: Wannner de vaste schijf zich buiten de computer bevindt, moet u deze in een beschermende antistatische verpakking opbergen. Zie
"Bescherming tegen elektrostatische ontlading" in de Productinformatiegids.
KENNISGEVING: Gebruik stevige en gelijkmatige druk om het station op zijn plaats te schuiven. Als u te veel kracht zet, zou u de aansluiting kunnen
beschadigen.
1
piepschuimverpakking
2
vaste schijf
OPMERKING: Geheugenmodules die bij Dell worden gekocht vallen onder uw computergarantie.
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Zorg dat u bent geaard door een van de metalen aansluitingen aan de achterzijde van de computer aan te raken.
3. Draai de computer om, maak de geborgde schroeven op de dekplaat van de geheugenmodule los en verwijder de dekplaat.
4. Als u een geheugenmodule vervangt, dient u de bestaande module te verwijderen:
a. Gebruik uw vingertoppen om de houderklemmen aan elke kant van de geheugenmodule voorzichtig uit elkaar te duwen tot de module omhoog
springt.
b. Verwijder de module uit de aansluiting.
5. Aard uzelf en installeer de nieuwe geheugenmodule:
a. Lijn de inspringing op de kaartrandaansluiting van de module uit met de greep in de aansluitingssleuf.
b. Schuif de module stevig in de sleuf, met een hoek van 45 graden, en draai de module omlaag tot deze op haar plaats klikt. Als u geen klik voelt,
moet u de module verwijderen en opnieuw installeren.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
KENNISGEVING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met een aardingsarmband of door van tijd tot tijd een niet-geschilderd
metalen oppervlak aan te raken (bijvoorbeeld een aansluiting aan de achterkant van de computer).
KENNISGEVING: Voorkom schade aan het moederbord door de batterij te verwijderen voordat u binnen de computer aan het werk gaat.
OPMERKING: Als u het gebied verlaat, moet u zichzelf opnieuw aarden wanneer u terugkeert naar de computer.
KENNISGEVING: Voorkom schade aan de geheugenmoduleaansluiting door geen gereedschap te gebruiken om de houderklemmen van de
geheugenmodule open te maken.
1
geheugenmodule
2
klemmen vastzetten
(2peraansluiting)
3
geheugenmoduleaansluiting
OPMERKING: Alsdegeheugenmodulenietgoedwordtgeïnstalleerd,kanhetgebeurendatdecomputernietgoedopstart.Dezestoringwordtniet
door een foutbericht aangekondigd.
6. Vervang de dekplaat van de geheugenmodule.
7. Plaats de batterij in het batterijvak of sluit de netadapter op uw computer en een stopcontact aan.
8. Installeer de vaste schijf opnieuw. Zie Vaste schijf.
9. Installeer het optische station opnieuw. Zie Optisch station.
10. Zet de computer aan.
Tijdens het opstarten van de computer detecteert deze het extra geheugen en worden de systeemconfiguratiegegevens automatisch bijgewerkt. Druk als u
hierom gevraagd wordt op <F1> om door te gaan.
UbevestigtdehoeveelheidgeheugendieindecomputerisgeïnstalleerddooropStart® Configuratiescherm® Systeem te klikken.
Modem
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Draai de computer om en maakt de geborgde schroeven los die de dekplaat van de minikaart/modem op zijn plaats houden.
3. Plaats uw vinger bij de inkeping onder de dekplaat en til de dekplaat op om deze te verwijderen.
4. Verwijder de bestaande modem:
a. Verwijder de schroef die de modem op het moederbord vastmaakt en leg deze schroef apart.
KENNISGEVING: Als de dekplaat moeilijk sluit, moet u de module verwijderen en opnieuw installeren. Als u sluiting van de dekplaat forceert, kunt u de
computer beschadigen.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
KENNISGEVING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met een aardingsarmband of door van tijd tot tijd een niet-geschilderd
metalen oppervlak aan te raken (bijvoorbeeld een aansluiting aan de achterkant van de computer).
KENNISGEVING: Voorkom schade aan het moederbord door de batterij te verwijderen voordat u binnen de computer aan het werk gaat.
b. Trek recht omhoog aan de aangehechte trekgreep om de modem uit zijn aansluiting op het moederbord te tillen en koppel de modemkabel los.
5. Installeer de vervangende modem:
a. Sluit de modemkabel aan op de modem.
b. Breng de modem in een lijn met de schroefgaten en druk de modem in de aansluiting op het moederbord.
c. Draai de schroef terug die de modem vasthoudt op het moederbord.
6. Vervang de dekplaat voor de minikaart/modem.
Minikaart
Alsueenminikaartbijuwcomputerhebtbesteld,isdezealgeïnstalleerd.
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Draai de computer om en maakt de geborgde schroeven los die de dekplaat van de minikaart/modem op zijn plaats houden.
3. Plaats uw vinger bij de inkeping onder de dekplaat en til de dekplaat op om deze te verwijderen.
1
Modem
3
modemkabel
5
modemschroef
2
modemtrekgreep
4
modemaansluiting op het moederbord
KENNISGEVING: De aansluitingen zijn zo gemaakt dat u deze alleen goed kunt insteken. Als u weerstand voelt, moet u de aansluitingen controleren
en de positie van de kaart aanpassen.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
KENNISGEVING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met een aardingsarmband of door van tijd tot tijd een niet-geschilderd
metalen oppervlak aan te raken (bijvoorbeeld een aansluiting aan de achterkant van de computer).
KENNISGEVING: Voorkom schade aan het moederbord door de batterij te verwijderen voordat u binnen de computer aan het werk gaat.
4. Ga naar stap 5alseenminikaartnognietisgeïnstalleerd.Alsueenminikaartwiltvervangen,moetueerstdebestaandekaartverwijderen:
a. Maak de antennekabels los van de minikaart.
b. Maak de minikaart los door de metalen houderklemmen in de richting van de achterkant van de computer te duwen tot de kaart iets omhoog
komt.
c. Til de minikaart uit de bijbehorende aansluiting.
5. De vervangende minikaart installeren:
a. Lijn de minikaart uit met de aansluiting met een hoek van 45 graden en druk de minikaart omlaag in de houderklemmen tot de kaart op zijn
plaats klikt.
1
antenneaansluitingen (2)
2
minikaart
3
minikaartaansluiting
1
houderklemmen (2)
2
minikaart
KENNISGEVING: De aansluitingen zijn zo gemaakt dat u deze alleen goed kunt insteken. Als u weerstand voelt, moet u de aansluitingen controleren
en de positie van de kaart aanpassen.
b. Sluit de antennekabels aan op de antenneaansluitingen op de minikaart door de kabels aan te sluiten op de aansluiting waarboven dezelfde
kleur driehoek als de kabelkleur staat. Sluit de hoofdantennekabel (wit) aan op de antenneaansluiting met de witte driehoek. Sluit de
hulpantennekael (zwart) aan op de antenneaansluiting met de zwarte driehoek.
6. Vervang de afdekplaat voor de minikaart/modem.
Scharnierklep
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. De scharnierklep verwijderen:
a. Open het beeldscherm volledig (180 graden) zodat dit plat tegen uw werkoppervlak ligt.
b. Plaats een pennetje in de inkeping om de scharnierklep aan de rechterkant op te tillen.
c. Til de scharnierklep voorzichtig op, van rechts naar links bewegend, en verwijder deze.
1
houderklemmen (2)
2
antenneaansluitingen (2)
3
Minikaartaansluiting
KENNISGEVING: Voorkom schade aan de minikaart door nooit kabels onder de kaart te plaatsen.
OPMERKING: Als uw computer een grijze kabel heeft, sluit u deze aan op de aansluiting met de grijze driehoek, indien aanwezig op uw kaart.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
KENNISGEVING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met een aardingsarmband of door van tijd tot tijd een niet-geschilderd
metalen oppervlak aan te raken (bijvoorbeeld een aansluiting aan de achterkant van de computer).
KENNISGEVING: Voorkom schade aan het moederbord door de batterij te verwijderen voordat u binnen de computer aan het werk gaat.
KENNISGEVING: Voorkom schade aan de scharnierklep door niet allebei de kanten van de klep tegelijkertijd op te tillen. Gebruik niet te veel kracht bij
het verwijderen van de klep.
Wanneer u de scharnierklep vervangt, plaatst u de linkerrand eerst en drukt u van links naar rechts aan tot de klep op zijn plaats klikt.
Toetsenbord
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Open het beeldscherm en verwijder de scharnierklep. Zie Scharnierklep
3. Het toetsenbord verwijderen:
a. Verwijder de twee schroeven aan de bovenkant van het toetsenbord.
b. Til het toetsenbord op en houd dit iets naar voren voor toegang tot de toetsenbordaansluiting.
c. U koppelt de toetsenbordkabel los van de toetsenbordaansluiting op het moederbord door de grendel van de toetsenbordaansluiting naar de
voorkant van de computer te draaien.
d. Schuif de toetsenbordkabel uit de toetsenbordaansluiting op het moederbord.
Knoopcelbatterij
1
scharnierklep
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
KENNISGEVING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met een aardingsarmband of door van tijd tot tijd een niet-geschilderd
metalen oppervlak aan te raken (bijvoorbeeld een aansluiting aan de achterkant van de computer).
KENNISGEVING: Voorkom schade aan het moederbord door de batterij te verwijderen voordat u binnen de computer aan het werk gaat.
KENNISGEVING: De toetsenkapjes op het toetsenbord zijn teer, makkelijk van hun plaats te brengen en erg tijdrovend als u ze weer op hun plek
moet zetten. Wees voorzichtig bij het verwijderen en hanteren van het toetsenbord.
toetsenbord
toetsenbordkabel
toetsenbordgrepen
toetsenbordschroeven (2)
grendel toetsenbordaansluiting
KENNISGEVING: U voorkomt krassen op de handpalmsteun bij het vervangen van het toetsenbord door de vijf grepen langs de voorrand van het
toetsenbord in de handpalmsteun te haken en het toetsenbord vervolgens op zijn plaats vast te zetten.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de scharnierklep. Zie Scharnierklep.
3. Verwijder het toetsenbord. Zie Toetsenbord.
4. Verwijder de bestaande knoopcelbatterij:
a. Trek de aansluiting omhoog om de batterijkabel lost te koppelen van het moederbord.
b. Druk op de ontgrendeling aan de zijkant van het vak voor de knoopcelbatterij en til de batterij op.
5. De vervangende batterij installeren:
a. Plaats de batterij met een hoek van 30 graden onder de ontgrendeling, met de positieve kant omhoog, en duw de batterij dan op zijn plaats.
b. Sluit de batterijkabel aan op de aansluiting op het moederbord.
6. Vervang het toetsenbord (zie Toetsenbord).
7. Vervang de scharnierklep (zie Scharnierklep).
Optisch station
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Draai de computer om.
3. Verwijder de beveiligingsschroef van het optische station.
4. Plaats een pennetje in de inkeping en druk deze naar de zijkant om het station los te maken uit het vak.
KENNISGEVING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met een aardingsarmband of door van tijd tot tijd een niet-geschilderd
metalen oppervlak aan te raken (bijvoorbeeld een aansluiting aan de achterkant van de computer).
KENNISGEVING: Voorkom schade aan het moederbord door de batterij te verwijderen voordat u binnen de computer aan het werk gaat.
1
knoopcelbatterij
2
ontgrendeling
3
batterijkabelaansluiting
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
5. Schuif het station uit het vak.
Installeer het optische station opnieuw door het station in het stationsvak te schuiven en deze op zijn plaats te klikken. Draai vervolgens de
beveiligingsschroef van het optische station weer vast.
Internal kaart met draadloze Bluetooth®-technologie
Als u een kaart met draadloze Bluetooth-technologiehebtbesteldbijdecomputer,isdezealgeïnstalleerd.
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. De batterij verwijderen. Zie De batterij vervangen.
3. Verwijder de schroef uit de dekplaat en verwijder de kaartdekplaat van de computer.
4. Trek de kaart uit het compartiment zodat u deze kunt losmaken van de bijbehorende kabel en zodat u deze uit de computer kunt halen.
5. U vervangt de kaart door deze op de kabel aan te sluiten en deze dan voorzichtig in het compartiment te plaatsen.
6. Vervang de kaartdekplaat en draai de schroef aan.
1
inkeping
2
vergrendelingsschroef mediacompartiment
3
mediacompartiment
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
KENNISGEVING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met een aardingsarmband of door van tijd tot tijd een niet-geschilderd
metalen oppervlak aan te raken (bijvoorbeeld een aansluiting aan de achterkant van de computer).
KENNISGEVING: Voorkom schade aan het moederbord door de batterij te verwijderen voordat u binnen de computer aan het werk gaat.
1
kabelaansluiting
3
kaartdekplaat
2
kaart
4
schroef dekplaat
7. Breng de batterij opnieuw aan.
Terug naar inhoudspagina
Terug naar inhoudspagina
Dell™QuickSet
DellPrecision™MobileWorkstationM90Handleiding
Dell™QuickSetbiedtumakkelijktoegangtothetconfigurerenenweergevenvandevolgendesoorteninstelling:
l Netwerkconnectiviteit
l Energiebeheer
l Beeldscherm
l Systeeminformatie
AfhankelijkvanwatuinDell™QuickSetwiltdoen,kuntuditprogrammastartendoorophetQuickSet-pictogram te klikken, erop te dubbelklikken of er met de
rechtermuisknop op te klikken in de taakbalk van Microsoft®Windows®. De taakbalk bevindt zich in de rechteronderhoek van uw scherm.
Voor meer informatie over QuickSet klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram in de taakbalk en klikt u vervolgens op Help.
Terug naar inhoudspagina
OPMERKING: Deze functie is mogelijk niet beschikbaar op uw computer.
Terug naar inhoudspagina
De computer beveiligen
DellPrecision™MobileWorkstationM90Handleiding
Beveiligingskabelslot
Smartcards
Smartcards installeren
Wachtwoorden
Trusted Platform Module (TPM)
Volgsoftware voor de computer
Als u uw computer verliest of als deze wordt gestolen
ASF (Alert Standard Format)
Beveiligingskabelslot
Eenbeveiligingskabelslotiseenindehandelverkrijgbaarantidiefstalmiddel.UgebruikthetslotdoorditaandebeveiligingskabelsleufopuwDell™-computer
te bevestigen. Zie de instructies die bij het apparaat worden geleverd voor meer informatie.
Smartcards
Smartcardszijndraagbare,opcreditcardslijkendeapparatenmetinternegeïntegreerdecircuits.Hetbovenoppervlakvandesmartcardbevatmeestaleen
ingebouwdeprocessoronderhetgoudkleurigecontactvlakje.Decombinatievanhetkleineformaatengeïntegreerdecircuitsmakensmartcardswaardevolle
hulpmiddelen voor beveiliging, gegevensopslag en speciale programma's. U kunt de beveiliging van uw computer verbeteren met smartcards door iets dat de
gebruiker heeft (de smartcard) te combineren met iets dat alleen de gebruiker zou moeten weten (een PIN), zodat er een veiligere gebruikersverificatie is dan
alleen een wachtwoord.
Smartcards installeren
U kunt een smartcard in de computer installeren terwijl de computer aan staat. De computer detecteert de kaart automatisch.
U installeert als volgt een smartcard:
1. Houd de kaart zo dat het goudkleurige contactvlakje omhoog wijst en in de richting van de smartcardsleuf wijst.
OPMERKING: Uw computer wordt niet met een beveiligingskabelslot geleverd.
KENNISGEVING: Voordat u een antidiefstalmiddel koopt, dient u na te gaan of dit samen gaat met de beveiligingskabelsleuf op uw computer.
OPMERKING: Zie Op reis met uw computer voor meer informatie over het beveiligings van uw computer terwijl u op reis bent.
2. Schuif de smartcard in de smartcardsleuf tot de kaart zich volledig in de bijbehorende aansluiting bevindt. De smartcard zal ongeveeer 1/2 inch (1,27
cm) uit de sleuf steken.
Als er te veel weerstand is, moet u de kaart niet forceren. Controleer de richting van de kaart en probeer het opnieuw.
Wachtwoorden
Wachtwoorden
Een systeemwachtwoord, een beheerderswachtwoord en een wachtwoord voor de vaste schijf voorkomen allemaal op een andere manier ongeautoriseerde
toegangtotuwcomputer.Indevolgendetabelwordendetypenenfunctiesgeïdentificeerdvandewachtwoordenopuwcomputer.
Wanneer u wachtwoorden gebruikt, dient u zich aan de volgende richtlijnen te houden:
1
goudkleurig contaktvlakje
2
smartcard (bovenkant)
1
smartcard-sleuf
2
smartcard
3
ExpressCard-sleuf
OPMERKING: Wanneer u de computer ontvangt, zijn wachtwoorden uitgeschakeld.
Type wachtwoord
Functies
Systeem
l Beveiligt de computer tegen ongeautoriseerde toegang
Beheerder
l Geeft systeembeheerders of onderhoudstechnici toegang tot de
computer voor reparatie of configuratie
l Stelt u in staat toegang tot de systeeminstellingen op dezelfde
manier te beperken als een systeemwachtwoord toegang tot de
computer beperkt
l Kan worden gebruikt in plaats van een systeemwachtwoord
vaste schijf
l Helpt de gegevens op uw vaste schijf of externe vaste schijf
(indien er een wordt gebruikt) te beschermen tegen
ongeautoriseerde toegang
OPMERKING: Sommige vaste schijven bieden geen ondersteuning voor vaste schijf-werkwoorden.
KENNISGEVING: Wachtwoorden bieden een hoog beveiligingsniveau voor gegevens op uw computer of vaste schijf. Ze zijn echter niet onfeilbaar. Als
u meer beveiligings nodig hebt, dient u extra beschermingsmethoden in huis te halen en te gebruiken, zoals smartcards, coderingsprogramma's of pc-
kaarten met coderingsfuncties.
l Kies wachtwoorden die u zich kunt herinneren, maar die niet makkelijk te raden zijn. Gebruik bijvoorbeeld geen namen van familieleden of huisdieren
als wachtwoord.
l Het is het beste als u wachtwoorden niet opschrijft. Als u dit echter toch doet, dient u ervoor te zorgen dat het wachtwoord op een veiligie plaats
wordt opgeslagen.
l Wissel geen wachtwoorden uit met andere mensen.
l Zorg ervoor dat niemand meekijkt wanneer u uw wachtwoord(en) typt.
Als u een van uw wachtwoorden vergeet dient u contact op te nemen met Dell (zie Contact opnemen met Dell). De technische ondersteuningsmedewerkers
van Dell zullen u voor uw eigen bescherming bewijs van uw identiteit vragen om ervoor te zorgen dat alleen een geautoriseerde persoon de computer kan
gebruiken.
Een systeemwachtwoord gebruiken
Het systeemwachtwoord stelt u ertoe in staat de computer te beschermen tegen ongeautoriseerde toegang.
Wanneer u de computer voor het eerst start, moet u een systeemwachtwoord invoeren.
Als u niet binnen 2 minuten een wachtwoord invoert, keert de computer terug naar zijn vorige werkingsstaat.
U kunt wachtwoorden toevoegen of verwijderen via de optie Gebruikersaccounts in het Configuratiescherm.
Als u een beheerderswachtwoord hebt toegewezen, kunt u dit in plaats van het systeemwachtwoord gebruiken. De computer vraagt u niet specifiek om het
beheerderswachtwoord.
Een beheerderswachtwoord gebruiken
Het beheerderswachtwoord is ontworpen om systeembeheerders of onderhoudstechnici toegang tot de computer te geven voor reparatie of configuratie. De
beheerders of technici kunnen identieke beheerderswachtwoorden toewijzen aan groepen computers, wat u ertoe in staat stelt een uniek
systeemwachtwoord toe te wijzen.
U kunt beheerderswachtwoorden instellen of verwijderen via de optie Gebruikersaccounts in het Configuratiescherm.
Wanneer u een beheerderswachtwoord instelt, verschijnt de optie Configure Setup (setup configureren) beschikbaar in de systeemsetup. De optie Configure
Setup (setup configureren) stelt u ertoe in staat toegang tot de systeemsetup op dezelfde manier te beperken als een systeemwachtwoord toegang tot de
computer beperkt.
U kunt in plaats van het systeemwachtwoord het beheerderswachtwoord gebruiken. Wanneer u om het primaire wachtwoord wordt gevraagd, kunt u ook het
beheerderswachtwoord invoeren.
Als u het systeemwachtwoord bent vergeten en geen beheerderswachtwoord hebt toegewezen of als u zowel een systeemwachtwoord als een
beheerderswachtwoord hebt toegewezen , maat beide bent vergeten, dient u contact op te nemen met uw systeembeheerder of dient u contact op te nemen
met Dell. Zie Contact opnemen met Dell.
Een vaste schijf-wachtwoord gebruiken
Het vaste schijf-wachtwoord helpt de gegevens op uw vaste schijf beschermen tegen ongeautoriseerde toegang. U kunt ook een wachtwoord toewijzen voor
uw externe vaste schijf (als er een wordt gebruikt) dat hetzelfde kan zijn als dat voor de primaire vaste schijf, maar dat ook anders kan zijn.
Open de systeemsetup om een wachtwoord toe te wijzen aan een vaste schijf. Zie Het systeemsetupprogramma.
Nadat u een wachtwoord aan een vaste schijf hebt toegewezen, moet u dit elke keer dat u de computer aanzet opgeven en ook iedere keer dat u de
computer uit de standby-modus haalt om terug te gaan naar de normale modus.
Als het vaste schijf-wachtwoord is ingeschakeld, moet u dit wachtwoord elke keer dat u de computer opstart opgeven: er wordt een bericht weergegeven
waarin om het vaste schijf-wachtwoord wordt gebruikt.
Als u wilt doorgaan, geeft u uw wachtwoord op (niet meer dan acht tekens) en druk u op <Enter>.
Als u niet binnen 2 minuten een wachtwoord invoert, keert de computer terug naar zijn vorige werkingsstaat.
Als u het verkeerde wachtwoord invoert, verschijnt een bericht dat u zegt dat het wachtwoord ongeldig is. Druk op <Enter> om het opnieuw te proberen.
Als u na drie pogingen nog niet het juiste wachtwoord hebt opgegeven, probeert de computer opnieuw te starten vanaf een ander opstartapparaat als de
optie Boot First Device (eerste apparaat opstarten) in de systeemsetup is ingesteld om opstarten vanaf een ander apparaat toe te staan. Als de optie Boot
First Device (eerste apparaat opstarten) niet is ingesteld om opstarten vanaf een ander apparaat toe te staan, keert de computer terug in de
KENNISGEVING: Wachtwoorden bieden een hoog beveiligingsniveau voor gegevens op uw computer of vaste schijf. Ze zijn echter niet onfeilbaar. Als
u meer beveiligings nodig hebt, dient u extra beschermingsmethoden in huis te halen en te gebruiken, zoals smartcards, coderingsprogramma's of pc-
kaarten met coderingsfuncties.
KENNISGEVING: Als u het beheerderswachtwoord uitschakeld, wordt ook het systeemwachtwoord uitgeschakeld.
KENNISGEVING: Als u het beheerderswachtwoord uitschakelt, wordt ook het systeemwachtwoord uitgeschakeld.
OPMERKING: Als het beheerderswachtwoord wel toegang geeft tot de computer maar niet tot de vaste schijf, dan is er een vaste schijf-wachtwoord
toegewezen.
werkingsstatus die deze had toen u de computer aanzette.
Als het vaste schijf-wachtwoord, het wachtwoord voor de externe vaste schijf en het systeemwachtwoord hetzelfde zijn, vraagt de computer u alleen om het
systeemwachtwoord. Als het vaste schijf-wachtwoord anders is dan het systeemwachtwoord, wordt u om allebei gevraagd. Twee verschillende
wachtwoorden geeft een betere beveiliging.
Trusted Platform Module (TPM)
TPM is een op hardware gebaseerde beveiligingsfunctie die kan worden gebruikt om door de computer gegenereerde coderingssleutels te maken en beheren.
Wanneer TPM wordt gecombineerd met beveiligingssoftware, verbetert de TPM de bestaande netwerk- en computerbeveiliging door functies in de schakelen
als bestandsbeschermingsmogelijkheden en beveiligde e-mail. De TPM-functiewordtingeschakeldviaeenoptieindesysteemsetup.
De TPM-functie inschakelen
De TPM-softwarewordtindefabriekgeïnstalleerdindemapC:\Dell\TPM. U kunt deze ook downloaden van support.dell.com.
1. Als u de TPM-software wilt installeren, moet u het bestand setup.exe uitvoeren:
VolgdeinstructiesomdesoftwarevanBroadcomSecureFoundationuittevoeren.
2. De TPM-software inschakelen:
c. Startdecomputeropnieuwopendruktijdensdezelftestop<F2>omhetsysteemsetupprogrammateopenen.
d. Open het menu Security (beveiliging) in de systeemsetup.
e. Selecteer de menuoptie TPM Security (TPM-beveiliging) en druk op <Enter>.
f. Zet de TPM-beveiligingsoptie op On.
g. Druk op <Esc> om het setupprogramma af te sluiten.
h. Klik als hierom wordt gevraagd op Save/Exit (opslaan/afsluiten).
i. Als de TPM op deze computer voor het eerst wordt gebruikt, dient u door te gaan naar stap 3. Als de TPM op dit systeem al eerder is gebruikt,
kunt u stap 3 overslaan en gaat u rechtstreeks naar stap 4.
3. Het setupprogramma voor TPM activeren:
a. Start uw computer en wacht tot het Microsoft®Windows®-besturingssysteem actief is.
b. Klik op Start® Programma's® Broadcom Security Platforms Tools. Klik vervolgens op het pictogram voor de Security Platform Initialization
Wizard.
c. Volg de instructies om het setupprogramma voor TPM te activeren.
d. Zodra het proces is voltooid, start de computer automatisch opnieuw of wordt u gevraagd de computer opnieuw te starten.
4. De TPM fysiek activeren:
a. Start de computer opnieuw op en druk tijdens de zelftest op <F2> om het systeemsetup- programma opnieuw te openen.
b. Open het menu Security (beveiliging) en selecteer de menuoptie TPM Activation (TPM-activering).
c. Zet de activeringsstatus van TPM op Activate (activeren).
d. Sla de wijzigingen op en start de computer opnieuw op.
5. Initialiseer de eigenaars- en gebruikerswachtwoorden van TPM:
a. Start uw computer en wacht tot het Microsoft Windows-besturingssysteem actief is.
b. Klik op Start® Programma's® Broadcom Security Platforms Tools. Klik vervolgens op het pictogram voor de Security Platform Initialization
Wizard.
c. Volg de instructies voor het maken van de eigenaars- en gebruikerswachtwoorden en legitimatiebewijzen van TPM.
OPMERKING: Als het beheerderswachtwoord wel toegang geeft tot de computer maar niet tot de vaste schijf, dan is er een vaste schijf-wachtwoord
toegewezen.
OPMERKING: De functie TPM ondersteunt alleen codering als het besturingssysteem TPM ondersteunt. Zie de TPM-softwaredocumentatie en de Help-
bestanden die bij de software zijn geleverd.
KENNISGEVING: Beveilig uw TPM-gegevensencoderingssleutelsdoordeproceduresvoorreservekopieëntevolgendiezijngedocumenteerdinde
Broadcom Secure Foundation Getting Started Guide.Alsdezereservekopieënonvolledigzijn,verlorengaanofbeschadigdraken,kanDelluniethelpende
gecodeerde gegevens te herstellen.
OPMERKING: U hoeft het programma maar een keer te activeren.
Volgsoftware voor de computer
Volgsoftware voor de computer kan u na verlies of diefstel in staat stellen de computer terug te vinden. De software is optioneel en kan tijdens het bestellen
vanuwDell™-computer worden gekocht. U kunt ook een verkoopmedewerker van Dell bellen als u informatie wilt over deze beveiligingsfunctie.
Als u uw computer verliest of als deze wordt gestolen
l Neem contact op met de politie om het verlies of de diefstal van de computer te rapporteren. Neem het servicelabel op in uw beschrijving van de
computer. Vraag om een proces-verbaal en schrijf het nummer hiervan op, samen met de naam, het adres en het telefoonnummer van het
politiebureau. Vraag zo mogelijk de naam van de agent die het proces-verbaal in behandeling neemt.
l Als de computer eigendom is van een bedrijf, dient u de veiligheidsdienst van het bedrijf op de hoogte te stellen.
l Neem contact op met de klantenservice van Dell om de vermissing van de computer te rapporteren. Geef het servicelabel van de computer door, het
nummer van het proces-verbaal en de naam, het adres en het telefoonnummer van het politibureau waar u aangifte hebt gedaan van de vermissing
van de computer. Geef zo mogelijk de naam door van de agent die het proces-verbaal in behandeling heeft.
De medewerker van de Dell-klantenservice registreert uw rapport onder het servicelabel van de computer en registreert de computer als vermist of gestolen.
AlsiemandDellbeltvoortechnischehulpendaarbijuwservicelabelopgeeft,wordtdecomputerautomatischalsvermistofgestolengeïdentificeerd.De
vertegenwoordiger zal proberen het adres en telefoonnnumer van de beller te achterhalen. Dell neemt vervolgens contact op met het politiebureau waar u
aangifte hebt gedaan van de vermissing van de computer.
ASF (Alert Standard Format)
ASF (Alert Standard Format) is een DMTF-beheernorm (Distributed Management Task Force) die technieken specificeert voor waarschuwingen die worden
gegeven "voor het besturingssysteem" of "bij afwezigheid van het besturingssysteem". De norm is ontworpen om een waarschuwing te genereren bij
mogelijke beveiligings- en storingsproblemen wanneer het besturingssysteem in een slaapstand staat of als het systeem uit staat. ASF is ontworpen als de
opvolger van eerdere waarschuwingssystemen bij afwezigheid van het besturingssysteem.
Uw computer biedt ondersteuning voor de volgende ASF-waarschuwingen en externe mogelijkheden:
Zie ASF for Dell Portable Computers (ASF voor draagbare computers van Dell) en de ASF-beheergids voor draagbare computers van Dell (ASF Administrator's Guide
for Dell Portable Computers), allebei beschikbaar op de Dell Support-website op support.dell.com.
Terug naar inhoudspagina
OPMERKING: Volgsoftware voor computers is in bepaalde landen mogelijk niet beschikbaar.
OPMERKING: Als u volgsoftware voor de computer hebt, moet u bij verlies of diefstal van de computer contact opnemen met het bedrijf dat de
volgservice verleent om daar de vermissing van de computer te melden.
OPMERKING: Als u weet waar de computer is verloren of gestolen, dient u een politiebureau in dat gebied te bellen. Als u het niet weet, belt u een
politiebureau in uw woonplaats.
Waarschuwing!
Beschrijving
Chassis IntrusionPhysical Security Violation/Chassis Intrusion Physical
Security Violation Event Cleared
Het koppelapparaat is geopend en er is ongeautoriseerde toegang
geweest tot de PCI-sleuf.
Failure to Boot to BIOS
De BIOS is tijdens de initialisering niet volledig geladen.
System Password Violation
Het systeemwachtwoord is ongeldig (de waarschuwing verschijnt na
drie mislukte pogingen).
Entity Presence
Er zijnperiodieke 'hartslagen' verzonden om de aanwezigheid van
hetsysteemteverifiëren.
Terug naar inhoudspagina
Het systeemsetupprogramma
DellPrecision™MobileWorkstationM90Handleiding
Overzicht
Systeemsetupschermen
Veelgebruikte opties
Overzicht
U kunt de systeemsetup als volgt gebruiken:
l Voor het instellen of wijzigen van door de gebruiker selecteerbare functies bijvoorbeeld het wachtwoord van uw computer
l Voor het controleren van de huidige configuratie van de computer, zoals de hoeveelheid systeemgeheugen
Nadatudecomputerhebtgeïnstalleerd,voertudesysteemsetupuitomuzelfvertrouwdtemakenmetdesysteemconfiguratiegegevensenoptionele
instellingen. Het kan nuttig zijn de gegevens op te schrijven voor toekomstig gebruik.
In de schermen van de systeemsetup worden de huidige setupgegevens en instellingen voor uw computer weergegeven, zoals:
l Systeemconfiguratie
l Opstartvolgorde
l Instellingen voor opstartconfiguratie en configuratie van het koppelapparaat
l Basisinstellingen voor apparaatconfiguratie
l Instellingen voor systeembeveiliging en vaste schijf-wachtwoord
De systeemsetupschermen weergeven
1. Start of herstart de computer.
2. AlshetDELL™-logo verschijnt, drukt u direct op <F2>. Als u te lang wacht en het logo van Windows verschijnt, moet u wachten totdat u het bureaublad
van Windows ziet. Sluit vervolgens de computer af en probeer het opnieuw.
Systeemsetupschermen
Inhetsysteemsetupprogrammawordenprimaireinstellingscategorieënaandelinkerkantvermeld.Alsudeinstellingstypenineencategoriewiltzien,moetu
de categorie markeren en op <Enter> drukken. Wanneer u een instellingstype markeert, wordt aan de rechterkant van het scherm de waarde voor dat
instellingstype weergegeven. U kunt instellingen wijzigen als deze wit in het scherm worden weergegeven. Waarden die u niet kunt wijzigen (omdat ze door
de computer worden bepaald) worden minder helder weergegeven.
U vindt de toetsfuncties voor systeemsetup aan de onderkant van het scherm.
Veelgebruikte opties
Voordat de instellingen voor bepaalde opties van kracht worden, moet u eerst de computer opnieuw starten.
De opstartvolgorde wijzigen
De opstartvolgorde vertelt de computer waar deze moet zoeken naar de software die nodig is om het besturingsssysteem te starten. U kunt de
opstartvolgorde bepalen en apparaten in- of uitschakelen met de pagina Boot Sequence (opstartvolgorde) in de categorie System (systeem).
Op de pagina Boot Sequence (opstartvolgorde) wordt een algemene lijst weergegeven met daarin de opstartapparaten die op de computer kunnen worden
geïnstalleerd,inclusiefmaarnietbeperkttothetvolgende:
OPMERKING: Uw besturingssysteem kan de meeste opties in de systeemsetup automatisch configureren, waardoor opties die u via de systeemsetup
hebt ingesteld, worden overschreven. (Een uitzondering hierop is de optie External Hot Key (externe sneltoets) die u alleen via de systeemsetup kunt
in- en uitschakelen.) Open Help en ondersteuning (zie Windows Help en Support Center) voor meer informatie over het configureren van functies voor
uw besturingssysteem.
KENNISGEVING: Als u geen expert bent in het gebruik van computers of geen instructies hiertoe hebt van de technische ondersteuning van Dell, kunt
u de instellingen voor de systeemsetup beter niet wijzigen. Sommige wijzigingen kunnen ervoor zorgen dat uw computer niet goed meer werkt.
OPMERKING: Zie Eenmalig opstarten uitvoeren als u de opstartvolgorde eenmalig wilt wijzigen.
l Diskette Drive (diskettestation)
l Modular bay HDD (modulevak-HDD)
l Internal HDD (interne HDD)
l CD/DVD/CD-RW-station
Tijdens de opstartroutine start de computer boven aan de lijst en doorzoekt het elk ingeschakeld apparaat tot het de opstartbestanden voor het
besturingssysteem vindt. Wanneer de computer de bestanden vindt, stopt deze met zoeken en wordt het besturingssysteem gestart.
U kunt de opstartapparaten controleren door een apparaat te selecteren (markeren) door op de toets pijl-omhoog of pijl-omlaag te drukken. Vervolgens kunt
u het apparaat in- of uitschakelen en de volgorde van het apparaat in de lijst wijzigen.
l U schakelt een apparaat in of uit door het item te markeren en op de spatiebalk te drukken. Ingeschakelde items worden wit weergegeven met een
kleine driehoek aan de linkerkant. Uitgeschakelde items worden blauw of gedimd en zonder driehoek weergegeven.
l Als u de volgorde van een apparaat in de lijst wilt wijdigen, markeert u het apparaat en klikt u op <u> of <d> (geen onderscheid tussen hoofdletters
en kleine letters) om het gemarkeerde apparaat omhoog of omlaag te bewegen.
Wijzigingen in de opstartvolgorde wordt van kracht zodra u de wijzigingen opslaat.
Eenmalig opstarten uitvoeren
U kunt een eenmalige opstartvolgorde instellen zonder de systeemsetup te openen. (U kunt deze procedure ook gebruiken om Dell Diagnostics op te starten
op de partitie met het diagnostiekhulpprogramma op de vaste schijf.)
1. Sluit de computer af via het menu Start.
2. Als de computer is aangesloten op een dockingstation, koppelt u het dockingstation los. Raadpleeg de documentatie bij het dockingstation voor
instructies over het loskoppelen.
3. Steek de stekker van de computer in het stopcontact.
4. Zet de computer aan. Zodra het DELL-logo verschijnt, drukt u meteen op <F12>. Als u te lang wacht en het logo van Windows verschijnt, moet u
wachten totdat u het bureaublad van Windows ziet. Sluit de computer vervolgens af en probeer het opnieuw.
5. Als de lijst met opstartbronnen verschijnt, markeert u het apparaat vanwaar u wilt opstarten en drukt u op <Enter>.
De computer start op vanaf het geslecteerde apparaat.
De volgende keer dat u de computer opnieuw start, wordt de oude opstartvolgorde hersteld.
Terug naar inhoudspagina
OPMERKING: U kunt de computer opslaan vanaf een cd, cd-rw of dvd-stationdiealsvaststationisgeïnstalleerd.Ukuntnietvaneenvandezemodules
installerenalsdezeinhetmodulevakisgeïnstalleerd.
Terug naar inhoudspagina
Software opnieuw installeren
DellPrecision™MobileWorkstationM90Handleiding
Stuurprogramma's
Software- en hardware-incompatibiliteit
Uw besturingssysteem herstellen
Stuurprogramma's
Wat is een stuurprogramma?
Een stuurprogramma is een programma dat een apparaat als een printer, muis of toetsenbord aanstuurt. Alle apparaten hebben een stuurprogramma nodig.
Een stuurprogramma functioneert als een vertaler tussen het apparaat en eventuele andere programma's die dat apparaat gebruiken. Elk apparaat heeft een
eigen set gespecialiseerde opdrachten die alleen door het bijbehorende stuurprogramma worden herkend.
AlsDelludecomputertoestuurt,zijnallebenodigdestuurprogramma'shieralopgeïnstalleerder is geen verdere installatie of configuratie nodig.
Een groot aantal stuurprogramma's, zoals het stuurprogramma voor het toetsenbord, wordt meegeleverd met het Microsoft®Windows®-besturingssysteem.
U moet mogelijk nieuwe stuurprogramma's installeren als u:
l Het besturingssysteem bijwerkt.
l Het besturingssysteem opnieuw installeert.
l Een nieuw apparaat aansluit of installeert.
Stuurprogramma's identificeren
Als u een probleem hebt met een apparaat, dient u te controleren of het stuurprogramma de oorzaak is van het probleem en moet u zo nodig het
stuurprogramma bijwerken.
Windows XP
1. Klik op Start en op Configuratiescherm.
2. Onder Selecteer een categorie klikt u op Prestaties en onderhoud.
3. Klik op Systeem.
4. In het venster Systeemeigenschappen klikt u op Hardware.
5. Klik op Apparaatbeheer.
6. Schuif door de lijst naar beneden om te zien of er een apparaat is waar een uitroepteken bij staat (een gele cirkel met een [!]).
Als naast de naam van het apparaat een uitroepteken staat, moet u mogelijk het stuurprogramma opnieuw installeren of moet u een nieuw
stuurprogramma installeren. Zie Opnieuw installeren van stuurprogramma's en hulpprogramma's.
Opnieuw installeren van stuurprogramma's en hulpprogramma's
De functie Vorig stuurprogramma van Windows XP gebruiken
Als zich een probleem voordoet op uw computer nadat u een stuurprogramma installeert of bijwerkt, gebruikt u de functie Vorig stuurprogramma van Windows
XPomhetstuurprogrammatevervangendoordevorigegeïnstalleerdeversie.
KENNISGEVING: De Drivers and Utilities CD (Stuur- en hulpprogramma's-cd) in kan stuurprogramma's bevatten voor besturingssystemen die niet op uw
computerzijngeïnstalleerd.Zorgervoordatusoftwareinstalleertdiegeschiktisvooruwbesturingssysteem.
KENNISGEVING: De Dell Support-website op support.dell.com en uw Drivers and Utilities CD (Stuur- en hulpprogramma's-cd) in bevatten
goedgekeurdestuurprogramma'svoorDell™-computers. Als u stuurprogramma's installeert die u van andere bronnen hebt verkregen, kan het dat uw
computer niet goed werkt.
1. Klik op Start en op Configuratiescherm.
2. Klik onder Selecteer een categorie op Prestaties en onderhoud.
3. Klik op Systeem.
4. Klik op Hardware in het venster Systeemeigenschappen.
5. Klik op Apparaatbeheer.
6. KlikmetderechtermuisknopophetapparaatwaarvooreennieuwstuurprogrammaisgeïnstalleerdenklikopEigenschappen.
7. Klik op het tabblad Stuurprogramma's.
8. Klik op Vorig stuurprogramma.
Als u het probleem niet kunt verhelpen met Vorig stuurprogramma, dan dient u Systeemherstel te gebruiken om uw computer terug te brengen in de
werkingstoestand waarin deze was voordat u het nieuwe apparaatstuurprogramma installeerde. Zie Systeemherstel inschakelen.
Hoe gebruikt u de cd Drivers and Utilities (cd met hulp- en stuurprogramma's)
Als het gebruik van Vorig stuurprogramma of Systeemherstel het probleem niet oplost, dient u het stuurprogramma te installeren van de cd-rom Drivers and
Utilities (stuur- en hulpprogramma's) (ook bekend als de Resource CD). Zie Systeemherstel inschakelen.
1. Sla alle open bestanden op en sluit deze, en sluit alle open programma's.
2. Plaats de cd Drivers and Utilities (cd met stuur- en hulpprogramma's) in het cd-romstation.
Meestal wordt de cd automatisch gestart. Als dit niet het geval is, start u Windows Verkenner, klikt u op de map voor het cd-station om de inhoud van
de cd weer te geven en dubbelklikt u op het bestand autorcd.exe. De eerste keer dat u de cd gebruikt kan u worden gevraagd setupbestanden te
installeren. Klik op OK en volg de instructies op uw scherm om door te gaan.
3. Selecteer de gewenste taal voor het stuur- of hulpprogramma (indien beschikbaar) in het vervolgmenu Language (taal) in de werkbalk. Er wordt een
welkomstscherm weergegeven.
4. Klik op Volgende.
De cd scant automatisch uw hardware om de stuur- en hulpprogramma's te detecteren die door uw computers worden gebruikt.
5. Nadat de cd de hardwarescan heeft voltooid, kunt u ook andere stuur- en hulpprogramma's detecteren. Selecteer onder Search Criteria (Zoekcriteria)
dejuistecategorieënindevervolgkeuzemenu'sSystem Model (systeemmodel), Operating System (besturingssysteem) en Topic (onderwerp).
Er wordt een link of links weergegeven voor de specifieke stuur- en hulpprogramma's die door uw computer worden gebruikt.
6. Klik op de link van een specifiek stuur- of hulpprogramma als u informatie wilt weergeven over het stuur- of hulpprogramma dat u wilt installeren.
7. Klik op de knop Install (Installeren) (indien aanwezig) om de installatie van het stuur- of hulpprogramma te starten. Volg de schermaanwijzingen in het
welkomstscherm om de installatie te voltooien.
Als er geen knop Install (installeren) aanwezig is, is automatische installatie niet mogelijk. Voor installatie-instructies kunt u de juiste instructies
raadplegen in de volgende subsecties of kunt u op Extract (uitpakken) klikken, de uitpakinstructies volgen en het leesmij-bestand lezen.
Als de instructie krijgt naar de stuurprogrammabestanden te gaan, klikt u in de CD-map op het venster voor stuurprogrammagegevens om de
bestanden weer te geven die bij dat stuurprogramma horen.
Stuurprogramma's met de hand opnieuw installeren
1. Nadat u de stuurprogrammabestanden naar uw vaste schijf hebt uitgepakt, zoals beschreven in de vorige sectie, klikt u op Start en klikt u vervolgens
met de rechtermuisknop op Deze computer.
2. Klik op Eigenschappen.
3. Klik op het tabblad Hardware en klik dan op Apparaatbeheer.
4. Dubbelklik op het type apparaat waarvoor u het stuurprogramma installeert (bijvoorbeeld Modems of Infraroodapparaten).
OPMERKING: Als u het stuurprogramma voor een infraroodsensor opnieuw installeert, moet u eerst de infraroodsensor inschakelen in de systeemsetup
voordat u doorgaat met de installatie van het stuurprogramma. Zie Het systeemsetupprogramma.
5. Dubbelklik op de naam van het apparaat waarvoor u het stuurprogramma installeert
6. Klik op het tabblad Stuurprogramma en klik op Stuurprogramma bijwerken.
7. Klik op Ik will zelf kiezen (geavanceerd) en klik dan op Volgende.
8. Klik op Bladeren en blader naar de locatie waarheen u eerder de stuurprogrammabestanden hebt gekopieerd.
9. Klik op Volgende zodra de naam van het juiste stuurprogramma verschijnt.
10. Klik op Voltooien en start de computer opniew op.
Software- en hardware-incompatibiliteit
Als een apparaat niet wordt gedetecteerd tijdens het instellen van het besturingssysteem of als het wel wordt gedetecteerd maar niet juist wordt
geconfigureerd, kunt u de Hardware Troubleshooter (Probleemoplosser voor hardware) gebruiken om de incompatibiliteit op te lossen.
De probleemoplosser voor hardware starten:
1. Klik op de knop Start en klik op Help en ondersteuning.
2. Typ probleemoplosser voor hardware in het vak Zoeken en klik op de pijl om de zoekactie te starten.
3. Klik op Probleemoplosser voor hardware in de lijst Zoekresultaten.
4. Klik in de lijst Probleemoplosser voor hardware op Er is een hardwareconflict op de computer en klik op Volgende.
Uw besturingssysteem herstellen
U kunt uw besturingssysteem op de volgende manieren herstellen:
l Microsoft®Windows®XPSysteemherstelbrengtuwcomputerterugnaareenouderetoestandzonderuwgegevensbestandentebeïnvloeden.
Gebruik Systeemherstel als de eerste oplossing voor het herstellen van uw besturingssysteem en het behouden van gegevensbestanden.
l Als u een cd met een besturingssysteem hebt ontvangen bij uw computer, kunt u deze cd gebruiken om uw besturingssysteem te herstellen. Als u de cd
met het besturingssysteem gebruikt, worden echter ook alle gegevens op de vaste schijf verwijderd. Gebruik de cd alleen als Systeemherstel uw
probleem met het besturingssyteem niet heeft opgelost.
Microsoft Windows XP Systeemherstel gebruiken
Het besturingssysteem Microsoft Windows XP biedt Systeemherstel om u in staat te stellen om de computer terug te brengen naar een vroegere
bedrijfstoestand (zonder invloed op de gegevensbestand) als wijzigingen aan de hardware-, software of andere systeeminstellingen de computer in een
ongewenste bedrijfstoestand hebben achtergelaten. Zie Windows Help en ondersteuning voor informatie over het gebruik van Systeemherstel.
Een herstelpunt maken
1. Klik op de knop Start en klik vervolgens op Help en ondersteuning.
2. Klik op de taak voor Systeemherstel.
3. Volg de instructies op het scherm.
De computer terugbrengen naar een eerdere werkingstoestand
1. Klik op Start, wijs Alle programma's® Bureaus-accessoires® Systeemwerkset aan en klik dan op Systeemherstel.
KENNISGEVING: Maakregelmatigreservekopieënvanuwgegevensbestanden.Systeemhersteldoetnietsaanhetbewakenofherstellenvanuw
gegevensbestanden.
OPMERKING: De procedures in dit document zijn geschreven voor de standaardweergave van Windows. Het is mogelijk dat deze niet van toepassing
zijnalsuuwDell™-computer hebt ingesteld op de Windows Klassiek-weergave.
KENNISGEVING: Voordat u de computer naar een eerdere werkingstoestand terugbrengt, dient u alle geopende bestanden op te slaan en te sluiten
en dient u alle geopende programma's af te sluiten. Zorg ervoor dat u geen bestanden of programma's wijzigt, opent of verwijdert tot het
systeemherstel is voltooid.
2. Zorg ervoor dat Een eerdere status van deze computer herstellen is geselecteerd en klik op Volgende.
3. Klik op een datum die u wil gebruiken om de computer te herstellen.
Het venster Een herstelpunt maken biedt een kalender die het u toestaat herstelpunten te zien en te selecteren. Alle data waarvoor herstelpunten
beschikbaar zijn worden in vette letters weergegeven.
4. Selecteer een herstelpunt en klik op Volgende.
Alsermaaréénherstelpuntisvooreengegevendatum,danwordtdatherstelpuntautomatischgeselecteerd.Alsertweeofmeerherstelpunten
beschikbaar zijn, klikt u op het herstelpunt waar u de voorkeur aan geeft.
5. Klik op Volgende.
Nadat Systeemherstel de gegevens heeft verzameld wordt het venster Herstellen voltooid weergegeven, waarna de computer opnieuw wordt gestart.
6. Klik op OK zodra de computer opnieuw is gestart.
U kunt het herstelpunt wijzigen door deze stappen te herhalen voor een ander herstelpunt, maar u kunt het herstel ook ongedaan maken.
Het laatste systeemherstel ongedaan maken
1. Klik op Start wijs Alle programma's® Bureau-accessoires® Systeemwerkset aan en klik vervolgens op Systeemherstel.
2. Klik op De laatste herstelbewerking ongedaan maken en klik dan op Volgende.
Systeemherstel inschakelen
Als u Windows XP opnieuw installeert terwijl er minder dan 200 MB vaste-schijfruimte vrij is, wordt Systeemherstel automatisch uitgeschakeld. U kunt als volgt
zien of systeemherstel is ingeschakeld:
1. Klik op Start en dan op Cofiguratiescherm.
2. Klik op Prestaties en onderhoud.
3. Klik op Systeem.
4. Klik op het tabblad Systeemherstel.
5. Zorg ervoor dat het selectievakje Systeemherstel uitschakelen niet is ingeschakeld.
De cd met het besturingssysteem gebruiken
Voordat u begint
AlsueraanzittedenkenWindowsXPopnieuwteinstallerenomeenprobleemmeteenzojuistgeïnstalleerdstuurprogrammatecorrigeren,kuntuhetbest
eerst de functie Vorig stuurprogramma van Windows XP proberen. Zie De functie Vorig stuurprogramma van Windows XP gebruiken. Als u het probleem niet
kunt verhelpen met Vorig stuurprogramma, dan dient u Systeemherstel te gebruiken om uw besturingssysteem terug te brengen in de werkingstoestand
waarin het was voordat u het nieuwe apparaatstuurprogramma installeerde. Zie Microsoft Windows XP Systeemherstel gebruiken.
Als u Windows XP opnieuw wilt installeren, hebt u de volgende items nodig:
l De cd met het besturingssysteemvanDell™
l Dell Drivers and Utilities CD (cd met stuur- en hulpprogramma's)
Windows XP opnieuw installeren
Hetkan1tot2urendurenvoordathetherinstallatieprocesisvoltooid.Nadatuhetbesturingssysteemopnieuwhebtgeïnstalleerd,moetuookde
apparaatstuurprogramma's, het antivirusprogramma en andere software opnieuw installeren.
KENNISGEVING: Voordat u het laatste systeemherstel ongedaan maakt, dient u alle geopende bestanden te sluiten en dient u alle geopende
programma's af te sluiten. Zorg ervoor dat u geen bestanden of programma's wijzigt, opent of verwijdert tot het systeemherstel is voltooid.
OPMERKING: De cd-rom Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma's) bevat stuurprogramma's die tijdens het samenstellen van de computer zijn
geïnstalleerd.Gebruikdecd-rom Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma) om eventuele vereiste stuurprogramma's te laden, inclusief de
stuurprogramma's die vereist zijn als uw computer een RAID-controller heeft.
1. Sla eventuele geopende bestanden op en sluit deze en sluit eventuele geopende programma's af.
2. Plaats de cd met het besturingssysteem. Klik op Afsluiten als het bericht Windows XP installeren verschijnt.
3. Start de computer opnieuw op.
4. Drukop<F2>meteennadathetDELL™-logo verschijnt.
Als het besturingssysteemlogo wordt weergegeven, dient u te wachten tot het bureaublad van Windows verschijnt. Sluit de computer dan af en probeer
het opnieuw.
5. Volg de instructies op uw scherm om de installatie te voltooien.
Terug naar inhoudspagina
KENNISGEVING: De cd met het besturingssysteem biedt opties voor het opnieuw installeren van Windows XP. U kunt met deze opties bestanden
overschrijvenenookkuntumogelijkprogramma'sbeïnvloedendieopuwvasteschijfzijngeïnstalleerd.InstalleerWindowsXPdaaromnietopnieuw,
tenzij een medewerker van de technische ondersteuning van Dell u vertelt dit te doen.
Terug naar inhoudspagina
Specificaties
DellPrecision™MobileWorkstationM90Handleiding
OPMERKING: Uw computer wordt in diverse configuraties geleverd. Zie De configuratie van de computer bepalen als u wilt zien welke configuratie uw
computer heeft.
Processor
Type processor
Intel®Core™Solo-processor
Intel®Core™Duo-processor
L1-cache
64 KB
L2-cache
2 MB
Frequentie externe bus (bus voorzijde)
533 MHz of 667 MHz
Systeeminformatie
Chipset systeem
Mobile Intel 945PM Express
Gegevensbusbreedte
64-bits
DRAM-busbreedte
tweekanaalsbus
Breedte processoradresbus
32-bits
Flash EPROM
1 MB
PCI-bus
(PCI-Express die voor videocontrollers wordt
gebruikt)
32-bits
x16
ExpressCard
OPMERKING: De ExpressCard-sleuf is exclusief voor ExpressCards ontworpen. De sleuf biedt geen
ondersteuning voor pc-kaarten (PCMCIA-kaarten).
ExpressCard-aansluiting
een ExpressCard-sleuf (54 mm)
1.5 V en 3.3 V
ondersteunde kaarten
ExpressCard/34 (34 mm) en ExpressCard/54 (54 mm)
Aansluitingsgrootte ExpressCard
26-pins
Geheugen
geheugenmoduleaansluiting
voor twee gebruikers toegankelijke SODIMM-
aansluitingen
Capaciteiten geheugenmodule
256 MB, 512 MB, 1 GB en 2 GB
Geheugentype
1.8 V SODIMM DDR-II
biedt ondersteuning voor DDR-II tot 667 MHz
Minimumgeheugen
512 MB (via 2 x 256 MB SoDimms)
Maximumgeheugen
4 GB (via 2 x 2 GB SoDimms)
OPMERKING: Als u meer dubbelkanaal-
bandbreedtemogelijkheden wilt, moeten beide
geheugensleuven voorzien zijn van
geheugenmodules met dezelfde grootte.
5-in-1 mediageheugenkaart-leesapparaat
5-in-1 mediageheugenkaart-controller
Ricoh R5C832
5-in-1 mediageheugenkaart-aansluiting
5-in-1 combokaartaansluiting
ondersteunde kaarten
MS
MS Pro
SD/SDIO
MMC
xD
CD- type I/II & IBM Microdrive via ExpressCard-
adapter
Poortenenaansluitingen
Audio
microphone-in-aansluiting, aansluiting
stereokoptelefoons/spreakers
IEEE 1394a
4-pins mini-aansluiting zonder voeding
Modem
RJ-11-poort
netwerkadapter
RJ-45-poort
S-video TV-out
7-pins mini-DIN-aansluiting (optionele adapterkabel
voor S-video-naar-composietadapter; optionele
adapterkabel S-video naar componentvideo)
USB
zes 4-pins USB 2.0-conforme aansluitingen
Video
15-pins uitgang
DVI-D (Digital Video Interface)
24-pins uitgang
Communicatie
Modem:
Type
V.92 56K MDC
Controller
softmodem
Interface
interne HDA-bus (High Definition Audio)
netwerkadapter
10/100/1000 ethernet-LAN op moederbord
Draadloos
interne PCI-e-minikaart WLAN-ondersteuning;
interne kaart met draadloze Bluetooth®-technologie
Video
OPMERKING: U computer wordt geleverd in verschillende configuraties en met verschillende videokaarten.
Zie De configuratie van de computer bepalen als u wilt zien welke configuratie uw computer heeft.
Videotype
256-bits-geheugeninterface
Gegevensbus
PCI Express
Videocontroller
NVIDIA Quadro FX 1500M 256MB
NVIDIA Quadro FX 2500M 512MB
Videogeheugen
256 MB of 512 MB
LCD-interface
LVDS
TV-ondersteuning
NTSC of PAL in S-video- en composietmodus
Audio
Audiotype
HDA-codec (High Definition Audio)
Stereoconversie
24-bits (analoog-naar-digitaal en digitaal-naar-
analoog)
Interfaces:
Intern
HDA-bus
Extern
microphone-in-aansluiting, aansluiting
stereokoptelefoons/spreakers
Luidspreker
stereo 2W-hoofdspeakers en 5W-subwoorder met
basreflexpoort
Interne speakerversterker
hoofdversterker met 2W per kanaal en klasse D-
subwooferversterker van 5W
Volumeregeling
sneltoetsen, programmamenu's, mediaknoppen
Audiocontroller
Sigmatel STAC92XX-codec
Beeldscherm
Type (actieve-matrix TFT)
WXGA+; WUXGA
Afmetingen:
Hoogte
245,0 mm (9,64 inch)
Breedte
383,0 mm (15 inch)
Diagonaal
431,8 mm (17 inch)
Maximumresoluties:
WXGA+
1440 x 900 bij 16,7 miljoen kleuren
WUXGA
1920 x 1200 bij 16,7 miljoen kleuren
Vernieuwingsfrequentie
60 Hz
Werkingshoek
0º (gesloten)tot180°
Weergavehoek (normaal):
Horizontaal
±40°(WXGA)
±60°(WUXGA)
Verticaal
+15°/30°(WXGA)
±45°(WUXGA)
DPI pixels:
WXGA+
0,255 mm (17-inch beeldscherm)
WUXGA
0,191 mm (17-inch beeldscherm)
Energieverbruik (paneel met achterverlichting)
(normaal):
7,54 W
Besturingselementen
helderheid kan worden gecontroleerd via sneltoetsen
Toetsenbord
Aantal toetsen
87 (V.S. en Canada); 88 (Europa); 91 (Japan)
Lay-out
QWERTY/AZERTY/Kanji
Touchpad
resolutie X/Y-positie(afbeeldingentabelmodus)
240 cpi
Afmetingen:
Breedte
73,0-mm (2,88-inch) sensoractief gebied
Hoogte
42,9-mm (1,69-inch) rechthoek
Batterij
Type
9-cels "slimme" lithium-ion
Afmetingen:
Diepte
88,5 mm (3,48-inch)
Hoogte
21,5 mm (0,83 inch)
Breedte
139,0 mm (5,47 inch)
Gewicht
0,40kg(0,88lb)(9cellen)
Voltage
10,8 VDC
Ladingstijd (bij benadering):
Computer uit
2 uur (bij 100% in 2 uur)
1 uur (bij 80% in 1 uur)
Werkingstijd
De werkingstijd van batterijen varieert afhanklijk van
de werkingsomstandigheden en kan aanzienlijk
worden gereduceerd onder bepaalde
omstandigheden met intensief stroomgebruik. Zie
Stroomproblemen.
Zie Batterijen gebruiken voor meer informatie over de
levensduur van batterijen.
Levensduur (bij benadering)
300 ontladings-/ladingscyclussen
Temperatuurbereik:
Werktemperatuur
0°tot35°C(32°tot95°F)
Opslagtemperatuur
40°tot65°C(40°tot149°F)
netadapter
OPMERKING: Gebruik voor een optimale systeemprestatie altijd een 130W-adapter. Als u minder krachtiuge
Terug naar inhoudspagina
adapters gebruikt, kan dit ervoor zorgen dat u een Waarschuwingsbericht ontvangt. Dit kan er ook voor
zorgen dat de prestatie van de computer achteruit gaat.
Invoerstroom
90264 VAC
Ingangsstroom (maximum)
2,5 A
Ingangsfrequentie
4763 Hz
Uitvoerstroom
7,7A(maximumbijeenpulsvan4-seconden);
6,67A(doorlopend)
Uitgangsstroom
130 W
Toegekende uitgangsspanning
19,5 VDC
Afmetingen:
Hoogte
36 mm (1,5 inch)
Breedte
65 mm (2,39 inches)
Diepte
169,5 mm (6,04 inches)
Gewicht (met kabels)
0,76 kg (1,68 lb)
Temperatuurbereik:
Werktemperatuur
0°tot35°C(32°tot95°F)
Opslagtemperatuur
40°tot65°C(40°tot149°F)
Fysiek
Hoogte
41,5 mm (1,6 inch)
Breedte
394 mm (15,5 inch)
Diepte
288 mm (11.3 inch)
Gewicht (met een 9-cels batterij):
Met optisch station
3,96 kg (8,7 lb)
Omgeving
Temperatuurbereik:
Werktemperatuur
0°tot35°C(32°tot95°F)
Opslagtemperatuur
40°tot65°C(40°tot149°F)
Relatieve luchtvochtigheid:
Werktemperatuur
10% tot 90% (niet-condenserend)
Opslagtemperatuur
5% tot 95% (niet-condenserend)
Maximale trilling (met behulp van een willekeurig vibrerend spectrum dat de gebruikersomgeving simuleert):
Werktemperatuur
0,66 GRMS
Opslagtemperatuur
1,3 GRMS
Maximale schok (gemeten met een 2 -ms halvesinus-puls):
Werktemperatuur
143 G
Opslagtemperatuur
163 G
Hoogte (maximum):
Werktemperatuur
15,2 to 3048 m (50 tot 10,000 ft)
Opslagtemperatuur
15,2 to 10,668 m (50 tot 35,000 ft)
Terug naar inhoudspagina
Gegevens overzetten naar een nieuwe computer
DellPrecision™MobileWorkstationM90Handleiding
Het besturingssysteem Microsoft®
Windows®XP bevat een wizard Bestanden en instellingen overzetten waarmee u gegevens van een broncomputer naar
een nieuwe computer kunt verplaatsen. U kunt gegevens overzetten zoals:
l E-mailberichten
l Werkbalkinstellingen
l Venstergroottes
l Internetbladwijzers
U kunt de gegevens naar de nieuwe computer overzetten via een netwerkverbinding, maar u kunt deze ook op verwijderbare media opslaan, zoals een
beschrijfbare cd.
Als u gegevens naar een nieuwe computer wilt overzetten, moet u de wizard Bestanden en instellingen overzetten uitvoeren. U kunt hiervoor de optionele cd
met het Besturingssysteem gebruiken of u kunt een wizardschijf maken met de wizard Bestanden en instellingen overzetten.
De wizard Bestanden en instellingen overzetten uitvoeren met de cd Besturingssysteem
Bereid de nieuwe computer voor op de bestandsoverdracht door de wizard Bestanden en instellingen overzetten te openen:
1. Klik op Start® Alle programma's® Bureau-accessoires® Systeemwerkset® Wizard Bestanden en instellingen overzetten.
2. Klik op Volgende wanneer het welkomstscherm van de wizard Bestanden en instellingen overzetten wordt weergegeven.
3. Klik in het scherm Welke computer is dit? op Nieuwe computer en klik op Volgende.
4. Klik in het scherm Hebt u een cd-rom met Windows XP? op Ik gebruik de wizard op de cd-rom van Windows XP en klik op Volgende.
5. Ga naar uw oude computer (de broncomputer) wannner het scherm Ga nu naar de oude computer wordt weergegeven. Klik nu nog niet op Volgende.
Gegevenskopiërenvandeoudecomputer:
1. Plaats de cd-rom met het Besturingssysteem Windows XP in de oude computer.
2. Klik in het venster Welkom bij Microsoft Windows XP op Andere taken uitvoeren.
3. Klik onder Wat wilt u doen? op Bestanden en instellingen overzetten.
4. Klik op Volgende in het welkomstscherm van de wizard Bestanden en instellingen overzetten wordt weergegeven.
5. Klik in het scherm Welke computer is dit? op Oude computer en klik op Volgende.
6. Klik in het venster Op welke manier wilt u bestanden en instellingen overzetten op de manier waaraan u de voorkeur geeft.
7. Selecteer in het venster Wat wilt u overzetten? de items die u wilt overzetten en klik dan op Volgende.
Zodra de gegevens zijn gekopieerd, wordt het venster Gegevens verzamelen geopend.
8. Klik op Voltooien.
U zet als volgt gegevens over naar de nieuwe computer:
1. Klik op Volgende in het venster Ga nu naar de oude computer op de nieuwe computer.
2. Selecteer in het venster Waar bevinden zich de bestanden en instellingen? de methode die u voor de overdracht van uw instellingen en bestanden
hebt gekozen en klik op Volgende.
De wizard leest de verzamelde bestanden en instelling en past deze toe op de nieuwe computer.
Wanneer alle instellingen en bestanden zijn toegepast, wordt het venster Voltooid weergegeven.
3. Klik op Voltooid en start de computer opnieuw op.
OPMERKING: U hebt voor deze procedure de cd met het Besturingssysteem nodig. Deze cd is optioneel en wordt mogelijk niet bij alle computers
meegestuurd.
De wizard Bestanden en instellingen overzetten uitvoeren zonder de cd Besturingssysteem
Als u de wizard Bestanden en instellingen overzetten wilt uitvoeren zonder de cd-rom met het besturingssysteem , moet u een wizarddiskette maken die u
ertoe in staat stelt een back-upbestand te maken op verwijderbare media.
U maakt een wizarddiskette door de nieuwe computer met Windows XP te gebruiken en de volgende stappen uit te voeren:
1. Klik op Start® Alle programma's® Bureau-accessoires® Systeemwerkset® Wizard Bestanden en instellingen overzetten.
2. Klik op Volgende wanneer het welkomstscherm van de wizard Bestanden en instellingen overzetten wordt weergegeven.
3. Klik in het scherm Welke computer is dit? op Nieuwe computer en klik op Volgende.
4. Klik in het scherm Hebt u een cd-rom met Windows XP? op Ik wil de wizarddiskette in het volgende diskettestation maken: en klik op Volgende.
5. Plaats de verwijderbare media, zoals een beschrijfbare cd-rom, en klik op OK.
6. Wanneer de schijf is gemaakt en het bericht Ga nu naar de oude computer wordt weergegeven, moet u niet op Volgende klikken.
7. Ga naar de oude computer.
Gegevenskopiërenvandeoudecomputer:
1. Plaats de wizarddiskette in de oude computer.
2. Klik op Start en klik dan op Uitvoeren.
3. Blader in het veld Openen in het venster Uitvoeren naar het pad voor fastwiz (op het juiste verwijderbare medium) en klik op OK.
4. Klik op Volgende in het welkomstscherm van de wizard Bestanden en instellingen overzetten wordt weergegeven.
5. Klik in het scherm Welke computer is dit? op Oude computer en klik op Volgende.
6. Klik in het venster Op welke manier wilt u bestanden en instellingen overzetten op de manier waaraan u de voorkeur geeft.
7. Selecteer in het venster Wat wilt u overzetten? de items die u wilt overzetten en klik dan op Volgende.
Zodra de gegevens zijn gekopieerd, wordt het venster Gegevens verzamelen geopend.
8. Klik op Voltooien.
U zet als volgt gegevens over naar de nieuwe computer:
1. Klik op Volgende in het venster Ga nu naar de oude computer op de nieuwe computer.
2. Selecteer in het venster Waar bevinden zich de bestanden en instellingen? de methode die u voor de overdracht van uw instellingen en bestanden
hebt gekozen en klik op Volgende. Volg de instructies op het scherm.
De wizard leest de verzamelde bestanden en instelling en past deze toe op de nieuwe computer.
Wanneer alle instellingen en bestanden zijn toegepast, wordt het venster Voltooid weergegeven.
3. Klik op Voltooid en start de computer opnieuw op.
Terug naar inhoudspagina
OPMERKING: Voor meer informatie over deze procedure kunt u op support.dell.com zoeken naar document #PA1089586 (How Do I Transfer Files From
MyOldComputertoMyNewDell™ComputerUsingtheMicrosoft
®
Windows
®
XP Operating System CD?) (Hoe zet ik bestanden van mijn oude computer
over naar mijn nieuwe Dell-computer met de cd-rom met het besturingssysteem Microsoft Windows XP).
OPMERKING: InsommigelandenisditdocumentindeknowledgeBasevanDell™mogelijknietbeschikbaar.
Terug naar inhoudspagina
Op reis met uw computer
DellPrecision™MobileWorkstationM90Handleiding
De computer identificeren
De computer verpakken
Reistips
De computer identificeren
l Bevestig een naamlabel of een visitekaartje aan de computer.
l Schrijf uw servicelabel op een veilige plaats en bewaar deze informatie op een veilige plaats, weg van de computer of de bijbehorende draagtas.
Gebruik het servicelabel als u verlies of diefstal moet aangeven aan politiemensen en Dell.
l Maak een bestand op het bureaublad van Microsoft ®Windows®en noem dit als_u_dit_vindt. Noteer in dit bestand informatie als uw naam, adres en
telefoonnummer.
l Neem contact op met uw creditcardmaatschappij en vraag deze of zij gecodeerde identificatielabels aanbieden.
De computer verpakken
l Verwijder eventuele externe apparaten die op de computer zijn aangesloten en bewaar deze op een veilige plaats. Verwijder eventuele kabels die op
degeïnstalleerdekaartenzijnaangeslotenenverwijdereventueleuitbreidingskaarten.ZieKaarten gebruiken.
l MaakdecomputerzolichtmogelijkdooreventueleapparateninhetmodulecompartimenttevervangendoordeDellTravelLite™-module.
l Laad de hoofdbatterij en eventuele reservebatterijen die u wilt meenemen volledig op.
l Sluit de computer af.
l Sluit de netadapter af.
l verwijder eventuele externe items als paperclips, pennen en papier van het toetsenbord en de palmsteun en sluit het beeldscherm.
l GebruikdeoptioneleDell™-draagtas om de computer en de bijbehorende randapparatuur veilig samen in te pakken.
l Pak de computer niet in bij items als scheercreme, au-de-cologne, parfum of voedsel.
l Bescherm de computer, de batterijen en de vaste schijf tegen risico's als extreme temperaturen, overmatige blootstelling aan zonlicht, vuild, stof of
vloeistoffen.
l Pak de computer zo in dat deze niet heen en weer schuift in de koffer van uw auto of in het opslagcompartiment boven uw vliegtuigstoel.
Reistips
l Schakel eventueel draadloze apparaten op de computer uit om de beschikbare werkingsduur van de batterij te maximaliseren. Druk op <Fn><F2> om
alle draadloze activiteit uit te schakelen.
l Wijzig eventueel uw energiebeheeropties om de werkingstijd van de batterij te maximaliseren. Zie Batterijvermogen sparen.
l Als u internationaal reist, moet u een eigendomsbewijs meenemenof, als uw computer bedrijfseigendom is, bewijs dat u het recht hebt de computer
te gebruiken zodat u de douane zo snel mogelijk kunt passeren. Bekijk de douaneregels van de landen die u wilt bezoeken en schaf eventueel een
internationale carnet aan (ook wel bekend als een goederenpaspoort) bij uw overheid.
l Zoek uit wat voor type stopcontact wordt gebruikt in de landen die u wilt bezoeken en zorg dat u passende stroomadapters bij zich heeft.
l Vraag uw creditcardbedrijf wat voor soort noodhulp zij reizigers bieden die een draagbare computer bij zich hebben.
Reizen per vliegtuig
KENNISGEVING: Wanneer het beeldscherm is dichtgeklapt, kunnen externe zaken op het toetsenbord of de palmsteun het beeldscherm beschadigen.
KENNISGEVING: Als de computer aan extreme temperaturen blootgesteld is geweest, dient u deze een uur op kamertempteratuur te laten
acclimatiseren voordat u deze aan zet.
KENNISGEVING: Voorkom gegevensverlies door de computer niet te verplaatsen terwijl u het optische station gebruikt.
KENNISGEVING: Check de computer niet in als bagage.
KENNISGEVING: Neemdecomputernietmeedooreenmetaaldetector.Stuurdecomputerdooreenröntgenscanneroflaatdezemetdehand
inspecteren.
l Zorg ervoor dat u een opgeladen batterij bij de hand hebt, voor het geval u wordt gevraagd de computer aan te zetten.
l Controleer voordat u het vliegtuig binnen gaat of het gebruik van een computer aan boord is toegestaan. Sommige luchtvaartmaatschappijen
verbieden het gebruik van elektronische apparaten tijdens de vlucht. Alle luchtvaartmaatschappijen verbieden het gebruik van elektronische apparaten
tijdens start en landing.
Terug naar inhoudspagina
Terug naar inhoudspagina
Problemen oplossen
DellPrecision™MobileWorkstationM90Handleiding
Dell Technical Update Service
De Dell Technical Update Service biedt pro-actieve kennisgeving per e-mail over software- en hardwareupdates voor uw computer. Deze service is gratis en
kan worden aangepast voor inhoud, indeling en hoe vaak u kennisgevingen ontvangt.
U kunt zich voor de Dell Technical Update Service aanmelden via support.dell.com/technicalupdate.
Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)
Wanneer gebruikt u het diagnoseprogramma van Dell
Als er zich een probleem voordoet met uw computer, voer dan de controles uit in Vergrendelingen en softwareproblemen en maak eerst gebruik van Dell
Diagnostics voordat u contact opneemt met Dell voor technische ondersteuning.
Het verdient aanbeveling om deze procedures af te drukken voordat u begint.
Start Dell Diagnostics vanaf de harde schijf of vanaf de cd-rom Drivers and Utilities (Stuur- of hulpprogramma's, ook bekend als de ResourceCD).
Dell Diagnostics starten vanaf vaste schijf
Het programma Dell Diagnostics bevindt zich op een verborgen partitie op de harde schijf.
1. Sluit de computer af.
2. Als de computer is aangesloten op een dockingstation, koppelt u het dockingstation los. Raadpleeg de documentatie bij het dockingstation voor
instructies over het loskoppelen.
3. Steek de stekker van de computer in het stopcontact.
4. De diagnostiek kan op twee manieren worden opgeroepen:
a. Zetdecomputeraan.AlshetDELL™-logo verschijnt, drukt u direct op <F12>. Selecteer Diagnostics (Diagnose) in het opstartmenu en druk op
<Enter>.
b. Houd <Fn> ingedrukt terwijl u het systeem opstart.
Dell Technical Update Service
Vergrendelingen en softwareproblemen
Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)
Geheugenproblemen
Dell Support-hulpprogramma
Netwerkproblemen
Problemen met stations
Stroomproblemen
Problemen met e-mail, modem en internet
Printerproblemen
Foutberichten
Scannerproblemen
Problemen met de ExpressCard
Problemen met geluid en speakers
Problemen met een IEEE 1394-apparaat
Problemen met touchpad of muis
Problemen met het toetsenbord
Video- en beeldschermproblemen
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
KENNISGEVING: Het Dell-diagnoseprogramma werkt alleen op Dell-computers.
OPMERKING: De cd-rom Drivers and Utilities (Hulp- en stuurprogramma's) is optioneel en wordt mogelijk niet met uw computer meegeleverd.
OPMERKING: Als op uw computer geen schermafbeelding kan worden weergegeven, dient u contact op te nemen met Dell. Zie Hulp vragen.
OPMERKING: Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem verschijnt, moet u blijven wachten tot u het bureaublad van Microsoft®
Windows®ziet. Sluit de computer vervolgens af en probeer het opnieuw.
OPMERKING: Als er een bericht verschijnt dat er geen diagnoseprogramma is gevonden, voert u Dell Diagnostics uit vanaf de cd-rom Drivers and
Utilities (Stuur- en hulpprogramma's).
De computer voert een zelftest uit (Pre-boot System Assessment) uit, een reeks opstarttests van het moederbord, het toetsenbord, de harde schijf en
het computerscherm.
l Beantwoord tijdens de analyse eventuele vragen die worden gesteld.
l Als er een fout wordt gedetecteerd, stopt de computer en klinkt een geluidssignaal. Om met de analyse te stoppen en de computer opnieuw te
starten, drukt u op <n>; om met de volgende test verder te gaan, drukt u op <y>; om het onderdeel waar een fout optrad opnieuw te testen,
drukt u op <r>.
l Als tijdens de zelftest van het systeem fouten worden aangetroffen, dient u de foutcodes te noteren en contact op tre nemen met Dell. Zie
Contact opnemen met Dell.
Als de zelftest bij het opstarten succesvol wordt voltooid, ziet u de melding Booting Dell Diagnostic Utility Partition (Opstarten vanaf partitie met
Dell-diagnoseprogramma). Druk op een willekeurige toets om door te gaan.
5. DrukopeentoetsomDellDiagnosticsvanafdepartitiemethetdiagnostischehulpprogrammaopdehardeschijftestarten.
Dell Diagnostics starten vanaf de Drivers and Utilities CD (stuur- en hulpprogramma's-cd)
1. Plaats de cd-rom Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma's) in het station.
2. Zet de computer uit en start deze opnieuw.
Zodra het DELL-logo verschijnt, drukt u meteen op <F12>.
Als u te lang wacht en het logo van Windows verschijnt, moet u wachten totdat u het bureaublad van Windows ziet. Sluit de computer vervolgens af en
probeer het opnieuw.
3. Als de lijst met opstartaparaten wordt weergegeven, selecteert u CD/DVD/CD-RW-station en drukt u op <Enter>.
4. Selecteer de optie Boot from CD-ROM (Opstarten vanaf cd-rom) in het menu en druk vervolgens op <Enter>.
5. Typ 1 om de ResourceCd te starten en druk op <Enter> om verder te gaan.
6. Selecteer Run the 32 Bit Dell Diagnostics (de 32-bits diagnose van Dell uitvoeren) in de genummerde lijst. Als er meerdere versies worden
aangegeven, moet u de versie selecteren die voor uw computer van toepassing is.
7. Als het hoofdmenu van Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) wordt weergegeven, selecteert u de test die u wilt uitvoeren.
Hoofdmenu Dell Diagnostics
1. Nadat het Dell-diagnoseprogramma is geladen en het scherm met het Hoofdmenu wordt weergegeven, klikt u op de knop voor de gewenste optie.
2. Als er tijdens een test een probleem wordt opgespoord, wordt er een bericht weergegeven met de foutcode en een beschrijving van het probleem.
Noteer de foutcode en de beschrijving van het probleem en volg de instructies op het scherm.
Neem contact op met Dell, als u de fout niet kunt oplossen. Zie Contact opnemen met Dell.
3. Wanneer u een test uitvoert van de optie Custom Test (Aangepaste test) of Symptom Tree (Symptomenstructuur), kunt u voor meer informatie over de
test op een van de tabbladen klikken die in de volgende tabel worden beschreven.
OPMERKING: Metdevolgendestappenwordtdeopstartvolgordeslechtséénkeergewijzigd.Devolgendekeerdatudecomputerstart,gebeurt
dat volgens de instellingen die zijn gedefinieerd in het systeem-setup-programma.
Optie
Functie
Express Test
(snelle test)
Hiermee wordt een snelle test uitgevoerd van apparaten. Deze test neemt normaliter 10 tot 20 minuten in beslag en vereist
geen interactie van uw kant. Als u eerst de snelle test uitvoert, vergroot u de kans om het probleem snel op te sporen.
Extended Test (uitgebreide
test)
Hiermee wordt een grondige controle van apparaten uitgevoerd. Deze test neemt normaliter 1 uur of meer in beslag. Zo nu
en dan zult u vragen moeten beantwoorden.
Custom Test (aangepaste
test)
Hiermee kunt u een bepaald apparaat testen. U kunt de tests die u wilt uitvoeren, zelf aanpassen.
Symptom Tree
(symptomenstructuur)
Geeft een overzicht van de problemen die het vaakst optreden en stelt u in staat om een test te selecteren op basis van de
symptomen van het probleem dat u ondervindt.
OPMERKING: Het servicelabel voor de computer bevindt zich boven aan elk testvenster. Als u contact opneemt met Dell, zullen de medewerkers
van de technische ondersteuning naar het servicelabel vragen.
4. Als de tests zijn voltooid, moet u als u het Dell-diagnoseprogramma uitvoert vanaf de cd-rom Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma's) in,
verwijder de cd.
5. Als de tests zijn voltooid, sluit u het testvenster om terug te keren naar het Hoofd venster. Om het Dell- diagnoseprogramma te verlaten en de
computer opnieuw te starten, sluit u het venster Hoofdmenu.
Dell Support-hulpprogramma
Het Dell Support-hulpprogrammawordtopuwcomputergeïnstalleerd.UkuntditprogrammaopenenviahetpictogramopdetaakbalkofviadeknopStart.
Gebruik dit ondersteuningshulpprogramma voor zelfhulpinformatie, software-updates en statusscans op uw computeromgeving.
Het hulpprogramma Dell Support openen
U opent het hulpprogramma Dell Support via het pictogram op de taakbalk of vanuit het menu Start.
Als het pictogram Dell Support niet in de taakbalk wordt weergegeven:
1. Klikt u op Start en wijst u Programma's aan.
2. Klikt u op Dell Support en wijst u Dell Support Settings (instellingen voor Dell support) aan.
3. Zorg ervoor dat de optie Show icon on the taskbar (pictogram weergeven in de taakbalk) is ingeschakeld.
Het hulpprogramma Dell Support is aangepast aan uw computeromgeving.
Het Dell Support-pictogram in de taakbalk werkt anders wanneer u erop klikt, dubbelklikt of er met de rechtermuisknop op klikt.
Klikken op het pictogram Dell Support
Klik of klik met de rechtermuisknop op het pictogram als u de volgende taken wilt uitvoeren:
l De computeromgeving controleren
l De instellingen voor het hulpprogramma Dell Support weergeven
l Het Help-bestand voor het hulpprogramma Dell Support openen
l Veelgestelde vragen weergeven
l Meer informatie vragen over het hulpprogramma Dell Support
l Het hulpprogramma Dell Support uitzetten
Dubbelklikken op het pictogram Dell Support
Dubbelklik op het pictogram om handmatig uw computeromgeving wilt controleren, veelgestelde vragen wilt weergeven, het Help-bestand voor het
hulpprogramma Dell Support wilt weergeven en de instellingen van het hulpprogramma Dell Support wilt weergeven.
Klik voor meer informatie over het hulpprogramma Dell Support op het vraagteken (?) boven aan het venster Dell Support.
Problemen met stations
Tabblad
Functie
Results
(Resultaten)
Hier worden de resultaten van de test weergegeven, samen met eventuele omstandigheden waarin de fout zich heeft voorgedaan.
Errors (Fouten)
Geeft de aangetroffen foutcondities en de foutcodes weer, en een beschrijving van het probleem.
Help
Hier wordt de test beschreven en worden eventuele vereisten voor het uitvoeren van de test vermeld.
Configuration
(Configuratie)
Hier wordt de hardwareconfiguratie beschreven voor het geselecteerde apparaat.
Het Dell-diagnoseprogramma haalt configuratiegegevens op voor alle apparaten uit de systeeminstellingen, het geheugen, verschillende
interne tests en geeft de informatie weer in de lijst met apparaten in het linkervenster van het scherm. Mogelijk worden in het
apparaatoverzichtnietdenamenvanalleonderdelenweergegevendiezijngeïnstalleerdinofaangeslotenopdecomputer.
Parameters
Hiermee kunt u de test aanpassen door de testinstellingen te wijzigen.
OPMERKING: Als het hulpprogramma Dell Support niet beschikbaar is in het menu Start, gaat u naar support.dell.com en downloadt u de software.
Vul de diagnostische controlelijst in terwijl u deze controles uitvoert. Zie Diagnostische controlelijst.
Controleer of Microsoft®Windows®het station herkent Klik op Start en klik op Deze computer. Als het diskette-, cd-rom- of dvd-station niet in de lijst
voorkomt, voert u een volledige scan uit om op virussen te controleren en eventuele gevonden virussen te verwijderen. Virusses kunnen er soms voor zorgen
dat Windows een station niet herkent.
Test het station
l Plaats een andere diskette, cd-rom of dvd om de mogelijkheid uit te schakelen dat het originele exemplaar defect is.
l Plaats een opstartdiskette in het diskettestation en start de computer opnieuw op.
Reinig het station of de schijf Zie De computer reinigen.
Zorg ervoor dat de cd vast zit op de as
Controleer de kabelverbindingen
Controleer of er sprake is van hardware-incompatibiliteit Zie Software- en hardware-incompatibiliteit.
Voer Dell Diagnostics uit Zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek).
Problemen met cd-rom- en dvd-stations
Problemen met schrijven naar een cd-rw-/dvd-rw-station
Sluit ale andere programma's Het cd-rw-/dvd-rw-station moet tijdens het schrijven een gestage stroom gegevens ontvangen. Als de gegevensstroom
wordt onderbroken, treedt een fout op. Probeer of het helpt als u alle programma's sluit voordat u naar de cd/dvd-rw schrijft.
Schakel de standby-modus uit in Windows voordat u een cd/dvd-rw brand Zie Standby-modus of zoek naar het trefwoord standby in Windows Help en
ondersteuning voor informatie over energiebeheermodussen.
Kies een lagere schrijfsnelheid Raadpleeg de Help-bestanden voor uw brandersoftware.
Wat te doen als u de cd-, cd-rw-, dvd-, of dvd+rw-lade niet kunt openen
1. Zorg ervoor dat de computer uit staat.
2. Buig een paperclip recht en steek een uiteinde in het uitwerpgaatje aan de voorkant van het station. Druk stevig tot de lade gedeeltelijk wordt
uitgeworpen.
3. Trek de lade voorzichtig uit tot deze niet verder kan.
Als u een onbekend schrapend of krassend geluid hoort
l Controleer dat het geluid niet wordt veroorzaakt door het programma dat u aan het uitvoeren bent.
l Ga na of de schijf of diskette goed geplaatst is.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
OPMERKING: Het is normaal als snelle cd-rom- of dvd-stations vibreren en enig geluid veroorzaken. Dit betekent niet dat er een defect is in de cd-rom
of dvd.
OPMERKING: Aangezien de wereld in diverse regio's is opgedeeld, die elk een eigen schijfindeling hebben, werken niet alle dvd-titels in alle dvd-
stations.
Problemen met de vaste schijf
Laat de computer afkoelen voordat u deze weer aan zet Een hete vaste schijf kan de reden zijn dat het besturingssysteem niet start. Probeer de
computer op kamertemperatuur te laten komen voordat u deze aan zet.
Voer Checkdisk uit
1. Klik op Start en klik op Deze computer.
2. Klik met de rechtermuisknop op Lokaal station C:.
3. Klik op Eigenschappen.
4. Klik op het tabblad Extra.
5. klik onder Foutcontrole op Nu controleren.
6. Klik op Beschadigde sectoren zoeken en repareren.
7. Klik op Starten.
Problemen met e-mail, modem en internet
Controleer de beveiligingsinstellingen van Microsoft Outlook®Express Als u uw e-mailbijlagen niet kunt openen:
1. Klik in Outlook Express op Extra, klik op Opties en klik dan op Beveiliging.
2. Klik op Opslaan of openen van bijlagen om het selectievakje uit te schakelen.
Controleer de telefoonlijn
Controleer de telefoonaansluiting
Sluit de modem rechtstreeks aan op de telefoonaansluiting
Gebruik een andere telefoonlijn
l Controleeer of de telefoonlijn is aangesloten op de telefoonaansluiting op de modem. (De aansluiting heeft een groen label of er staat een
aansluitingvormig pictogram naast.)
l Controleer of u een klik hoort wanneer u de telefoonlijnaansluiting in de modem steekt.
l Koppel de telefoonlijn los van de modem en sluit deze aan op een telefoon. Luister of u een kiestoon hoort.
l Als er andere telefoonapparaten zijn die de lijn delen, zoals een antwoordapparaat, fax, stroomstoorbeveiliging of lijnsplitser, dient u deze terzijde te
leggenendemodemrechtstreeksophetwandcontactvandetelefoonaantesluiten.Alsueenlijngebruiktdielangerisdan3m(10ft),kuntu
proberen een kortere te gebruiken.
Voer het diagnoseprogramma Modem Helper (modemhelper) uit Klik op Start en wijs Alle programma's aan en klik dan op Modem Helper
(modemhelper). Volg de instructies op uw scherm om modemproblemen te identificeren en op te lossen. (Modem Helper is niet op alle computers beschikbaar.)
Controleer of de modem met Windows communiceert
1. Klik op Start en op Configuratiescherm.
2. Klik op Printers en andere hardware.
3. Klik op Telefoon- en modemopties.
4. Klik op het tabblad Modems.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
OPMERKING: Sluit de modem alleen op een analoge telefoonaansluiting aan. De modem werkt niet wanneer deze op een digitaal telefoonnetwerk is
aangesloten.
5. Klik op de COM-poort voor uw modem.
6. Klik op Eigenschappen klik op het tabblad Diagnostische gegevens en klik dan op Instellingen opvragen om te controleren of de modem met Windows
communiceert.
Als alle opdrachten antwoord krijgen, werkt de modem zoals het hoort.
Controleer of u verbinding hebt met het internet Controleer of u een abonnement hebt bij een internetprovider. Open het e-mailprogramma Outlook
Express en klik op Bestand. Als voor Off line werken een vinkje staat, klikt u hierop om het te verwijderen en verbinding te maken met het internet. Neem
contact op met uw internetprovider als u hulp nodig hebt.
Scan de computer op spyware Als uw computer zeer traag is, vaak last heeft van pop-upadvertenties of problemen heeft met het opzetten van een
internetverbinding,isuwcomputermogelijkgeïnfecteerdmetspyware.Gebruikeenvirusscannermetbeschermingtegenspyware(mogelijkisvooruw
programma een upgrade nodig) om de computer te scannen en eventuele spyware te verwijderen. Ga voor meer informatie naar support.dell.com en zoek op
het trefwoord spyware.
Foutberichten
Vul de diagnostische controlelijst in terwijl u deze controles uitvoert. Zie Diagnostische controlelijst.
Als het bericht niet in de lijst voorkomt, dient u de documentatie te raadplegen die hoort bij het besturingsssysteem of bij het programma dat actief was toen
het bericht werd weergegeven.
Auxiliary device failure (Storing randapparaat) Er kan een storing zijn in de touchpad, de trackstick of de externe muis. Controleer bij een externe muis de
kabelverbinding. Schakel de optie Pointing Device (aanwijsapparaat) in in het systeemsetupprogramma. Als het probleem zich blijft voordoen, dient u contact
met Dell op te nemen. Zie Contact opnemen met Dell.
Bad command or file name (Onjuiste opdracht of bestandsnaam) Ga na of u de opdracht goed hebt gespeld, alle spaties op de goede plaats had staan en
de juiste padnaam gebruikte.
Cache disabled due to failure (Cache uitgeschakeld als gevolg van storing) Er is een storing in de primaire cache, die in de microprocessor is ingebouwd.
Neem contact op met Dell Contact opnemen met Dell.
CD drive controller failure (storing in de controller van het cd-rom-station) Het cd-rom-station reageert niet op opdrachten van de computer. Zie Dell
Support-hulpprogramma.
Data error (Gegevensfout) De vaste schijf kan de gegevens niet lezen. Zie Dell Support-hulpprogramma.
Decreasing available memory (Het beschikbare geheugen wordt verkleind) Een of meer geheugenmodules heeft een storing of zit niet goed in de
aansluiting. Installeer de geheugenmodules opnieuw en vervang deze zo nodig. Zie Geheugen.
Disk C: failed initialization (Kan station c: niet initialiseren) Het vaste schijf-stationkonnietwordengeïnitialiseerd.Voerdetestsvoordevasteschijvenin
Dell Diagnostics uit. Zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek).
Drive not ready (Station niet gereed) Dezebewerkingkanpaswordenuitgevoerdalseenvasteschijfisgeïnstalleerd.Installeereenvasteschijfinhet
compartiment voor de vaste schijf. Zie Vaste schijf.
Error reading PCMCIA card (Fout bij het lezen van PCMCIA-kaart) De computer kan de ExpressCard niet identificeren. Plaats de kaart opnieuw of probeer
het met een andere kaart. Zie Kaarten gebruiken.
Extended memory size has changed (De grootte van het Extended memory is veranderd) De geheugengrootte die in NVRAM is vastgelegd komt niet
overeenmetdehoeveelheidgeheugendieindecomputerisgeïnstalleerd.Startdecomputeropnieuwop.NeemcontactopmetDellalshetprobleemzich
opnieuw voordoet. Zie Contact opnemen met Dell.
The file being copied is too large for the destination drive (Hetbestanddatuaanhetkopiërenbent,istegrootvoorhetdoelstation) Het bestand dat u
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
probeerttekopiërenistegrootomopdeschijftekunnenpassenofdeschijfistevol.Probeerhetbestandnaareenandereschijftekopiërenofgebruikeen
schijf met een grotere capaciteit.
A filename cannot contain any of the following characters: * ? " < > | (De volgende tekens mogen niet in bestandsnamen worden gebruikt: * ? " < > |)
Gebruik deze tekens niet in bestandsnamen.
Gate A20 failure (Fout bij poort A20) Een van de geheugenmodules zit mogelijk los. Installeer de geheugenmodules opnieuw en vervang deze zo nodig.
Zie Geheugen.
General failure (Algemene fout) Het besturingssysteem kan de opdracht niet uitvoeren. Het bericht wordt meestal gevolgd door specifieke informatie
bijvoorbeeld Geen papier meer. Doe wat nodig is om het probleem te corrigeren.
Hard-disk drive configuration error (Fout in de configuratie van de vaste schijf) De computer kan het type schijf niet identificeren. Sluit de computer af,
verwijder de vaste schijf (zie Vaste schijf) en start de computer vanaf een Cd. Sluit de computer af, installeer de vaste schijf en start de computer weer op.
Voer de tests voor de vaste schijven in Dell Diagnostics uit. Zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek).
Hard-disk drive controller failure 0 (Fout 0 in de vaste schijf-controller) De vaste schijf reageert niet op opdrachten van de computer. Sluit de computer af,
verwijder de vaste schijf (zie Vaste schijf) en start de computer vanaf een Cd. Sluit de computer af, installeer de vaste schijf en start de computer weer op.
Probeer een ander station als het probleem blijft aanhouden. Voer de tests voor de vaste schijven in Dell Diagnostics uit. Zie Dell Diagnostics (Dell-
diagnostiek).
Hard-disk drive failure (Fout in het vaste-schijfstation) De vaste schijf reageert niet op opdrachten van de computer. Sluit de computer af, verwijder de
vaste schijf (zie Vaste schijf) en start de computer vanaf een Cd. Sluit de computer af, installeer de vaste schijf en start de computer weer op. Probeer een
ander station as het probleem blijft aanhouden. Voer de tests voor de vaste schijven in Dell Diagnostics uit. Zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek).
Hard-disk drive read failure (Fout bij het lezen van het vaste schijf-station) De vaste schijf is mogelijk defect. Sluit de computer af, verwijder de vaste
schijf (zie Vaste schijf) en start de computer vanaf een Cd. Sluit de computer af, installeer de vaste schijf en start de computer weer op. Probeer een ander
station as het probleem blijft aanhouden. Voer de tests voor de vaste schijven in Dell Diagnostics uit Zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek).
Insert bootable media (Plaats opstartbaar medium) Het besturingssysteem probeert op te starten vanaf een niet-opstartbare cd. Plaats een opstartbare
cd.
Invalid configuration information-please run System Setup Program (Ongeldige configuratiegegevens. Voer het systeemsetupprogramma uit) De
systeemconfiguratiegegevenskomennietovereenmetdehardwareconfiguratie.Ditberichtkomtmeestalalleennadateengeheugenmoduleisgeïnstalleerd.
Corrigeer de desbetreffende opties in het systeemsetupprogramma. Zie Het systeemsetupprogramma.
Keyboard clockline failure (fout in de toetsenbord-kloklijn) Controleer de kabelverbinding als het om een extern toetsenbord gaat. Voer de
toetsenbordcontrollertest uit in Dell Diagnostics. Zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek).
Keyboard controller failure (fout in de toetsenbordcontroller) Controleer de kabelverbinding als het om een extern toetsenbord gaat. Start de computer
opnieuw op en zorg ervoor dat u de toetsenbord of muis niet aanraakt tijdens de opstartroutine. Voer de toetsenbordcontrollertest uit in Dell Diagnostics. Zie
Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek).
Keyboard data line failure (fout in de toetsenbord-gegevenslijn) Controleer de kabelverbinding als het om een extern toetsenbord gaat. Voer de
toetsenbordcontrollertest uit in Dell Diagnostics. Zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek).
Keyboard stuck key failure (fout: toets van toetsenbord zit vast) Controleer de kabelverbinding als het om een extern toetsenbord of keypad gaat. Start
de computer opnieuw op en zorg ervoor dat u de toetsenbord of de toetsen niet aanraakt tijdens de opstartroutine. Voer de Stuck Key-test (test voor
geblokkeerde toetsen) uit in Dell Diagnostics. Zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek).
Memory address line failure at address, read value expecting value (Fout geheugenadresregel bij adres, leeswaarde verwacht waarde) Er kan een fout
zijn in een geheugenmodule, of de geheugenmodule is niet goed geplaatst. Installeer de geheugenmodules opnieuw en vervang deze zo nodig (zie
Geheugen).
Memory allocation error (Fout bij de geheugentoewijzing) De software die u probeert uit te voeren heeft een conflict met het besturingssysteem, een
ander programma of een hulpprogramma. Sluit de computer af, wacht 30 seconden en start de computer dan opnieuw. Probeer het programma opnieuw uit te
voeren. Raadpleeg de softwaredocumentatie als het foutbericht opnieuw wordt weergegeven.
Memory data line failure at address, read value expecting value (Fout geheugengegevensregel bij adres, leeswaarde verwacht waarde) Er kan een fout
zijn in een geheugenmodule, of de geheugenmodule is niet goed geplaatst. Installeer de geheugenmodules opnieuw en vervang deze zo nodig (zie
Geheugen).
Memory double word logic failure at address, read value expecting value (Geheugen dubbele woordlogicafout op adres, leeswaarde verwacht waarde)
Er kan een fout zijn in een geheugenmodule, of de geheugenmodule is niet goed geplaatst. Installeer de geheugenmodules opnieuw en vervang deze zo
nodig (zie Geheugen).
Memory odd/even logic failure at address, read value expecting value (Gegevensfout even/oneven-logica op adres, leeswaarde verwacht waarde) Er
kan een fout zijn in een geheugenmodule, of de geheugenmodule is niet goed geplaatst. Installeer de geheugenmodules opnieuw en vervang deze zo nodig
(zieGeheugen).
Memory write/read failure at address, read value expecting value (Lees/schrijf-fout geheugen op adres, leeswaarde verwacht waarde) Er kan een fout
zijn in een geheugenmodule, of de geheugenmodule is niet goed geplaatst. Installeer de geheugenmodules opnieuw en vervang deze zo nodig (zie
Geheugen).
No boot device available (Er is geen opstartapparaat beschikbaar) De computer kan de vaste schijf niet vinden. Als de vaste schijf uw opstartapparaat is,
dientutecontrolerenofdevasteschijfisgeïnstalleerd,ofdezegoedopzijnplaatszitenofdezealsopstartapparaatisgepartitioneerd.
No boot sector on hard drive (De vaste schijf bevat geen opstartsector) Het besturingssysteem is mogelijk beschadigd. Neem contact op met Dell Zie
Contact opnemen met Dell.
No timer tick interrupt (Er is geen timertick-interrupt) Het is mogelijk dat er een storing is bij een chip op het moederbord. Voer de systeemset-tests uit in
Dell Diagnostics. Zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek).
Not enough memory or resources. Exit some programs and try again (Onvoldoende geheugen of resources. Sluit een paar programma's af en probeer het
opnieuw) U hebt te veel programma's actief. Sluit alle vensters en open het programma dat u wilt gebruiken.
Operating system not found (Kan het besturingssysteem niet vinden) Installeer de vaste schijf opnieuw (zie Vaste schijf). Als het probleem zich blijft
voordoen, dient u contact met Dell op te nemen. Zie Contact opnemen met Dell.
Optional ROM bad checksum (Onjuiste controlesom optioneel ROM) Het lijkt erop dat het optionele ROM niet werkt. Neem contact op met Dell. Zie Contact
opnemen met Dell.
A required .DLL file was not found (Kan een vereist .DLL-bestand niet vinden) Het programma dat u probeert te openenen, mist een essentieel bestand.
Verwijder het programma en installeer het dan opnieuw.
1. Klik op Start en klik vervolgens op Configuratiescherm.
2. Klik op Software.
3. Selecteer het programma dat u wilt verwijderen.
4. Klik op Verwijderen of op Wijzigen/verwijderen en volg de aanwijzingen op het scherm.
5. Zie de programmadocumentatie voor installatie-instructies.
Sector not found (Kan de sector niet vinden) Het besturingssysteem kan een sector op de vaste schijf niet vinden. Uw vaste schijf heeft mogelijk een
defecte sector of een beschadigde FAT. Voer het foutcontroleprogramma van Windows uit om de bestandsstructuur van de vaste schijf te controleren. Zie
Windows Help en ondersteuning voor instructies. Zie Windows Help en Support Center voor informatie over het openen van Help en ondersteuning. Als een
groot aantal sectoren defect is, dient u een reservekopie van de gegevens te maken (indien mogelijk) en dient u vervolgense de vaste schijf opnieuw te
formatteren.
Seek error (Zoekfout) Het besturingssysteem kan een specifiek spoor niet vinden op de vaste schijf.
Fout bij afsluiten Het is mogelijk dat er een storing is bij een chip op het moederbord. Voer de systeemset-tests uit in Dell Diagnostics. Zie Dell Diagnostics
(Dell-diagnostiek).
Time-of-day clock lost power (De interne klok zit zonder stroom) De systeemconfiguratie-instellingen zijn beschadigd. Sluit de computer op een
stopcontact aan om de batterij op te laden. Als het probleem blijft aanhouden, dient u te proberen de gegevens te herstellen door het
systeemsetupprogramma te openen. Sluit het programma dan onmiddellijk weer af. Zie Het systeemsetupprogramma. Neem contact op met Dell als het
bericht opnieuw wordt weergegeven. Zie Contact opnemen met Dell.
Time-of-day clock stopped (De interne klok is stilgevallen) Het is mogelijk dat de batterij die de systeemconfiguratie-instellingen in stand houdt, moet
worden vervangen. Neem contact op met Dell. Zie Contact opnemen met Dell.
Time-of-day not set-please run the System Setup program (Datum en tijd zijn niet ingesteld, voer het systeemsetupprogramma uit) De datum en tijd die
in het systeemsetupprogramma zijn opgeslagen, komen niet overeen met de systeemklok. Corrigeer de instellingen bij de opties Date (Datum) en Time (Tijd).
Zie Het systeemsetupprogramma.
Timer chip counter 2 failed (Fout bij teller 2 timerchip) Het is mogelijk dat er een storing is bij een chip op het moederbord. Voer de systeemset-tests uit in
Dell Diagnostics. Zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek).
Onverwachte interrupt in beveiligde modus (Unexpected interrupt in protected mode) Er kan een storing zijn in de toetsenbordcontroller of de
geheugenmodule kan los zitten. Voer de systeemgeheugentests en de toetsenbordcontrollertests uit in Dell Diagnostics. Zie Dell Diagnostics (Dell-
diagnostiek).
x:\ is not accessible. The device is not ready (Kan x:\ niet openen. Het apparaat is niet gereed) Plaats een schijf in het station en probeer het opnieuw.
Warning: Battery is critically low (Waarschuwing: De batterij is leeg) De batterij is leeg. Vervang de batterij of sluit de computer op een stopcontact aan.
Als alternatief activeert u de slaapstand of sluit u de computer af.
Problemen met de ExpressCard
Controleer de ExpressCard Controleer of de ExpressCard goed in de aansluiting is geplaatst.
Controleer of de kaart wordt herkend door Windows Dubbelklik op het pictogram Hardware veilig verwijderen in de taakbalk van Windows. Controleer
of de kaart in de lijst voorkomt.
Als u problemen hebt met een ExpressCard die door Dell is geleverd Neem contact op met Dell. Zie Contact opnemen met Dell.
Als u problemen hebt met een ExpressCard die niet door Dell is geleverd Neem contact op met de fabrikant van de ExpressCard.
Problemen met een IEEE 1394-apparaat
Controleer of het IEEE 1394-apparaat wordt herkend door Windows
1. Klik op Start en op Configuratiescherm.
2. Klik op Printers en andere hardware.
Als uw IEEE 1394-apparaat in de lijst voorkomt, wordt het apparaat herkend door Windows.
Als u problemen hebt met een door Dell geleverd IEEE 1394-apparaat
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
OPMERKING: De sleuf voor ExpressCards biedt geen ondersteuning voor PC cards.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
Als u problemen hebt met een niet door Dell geleverd IEEE 1394-apparaat
Neem contact op met Dell (zie Contact opnemen met Dell) of de fabrikant van het IEEE 1394-apparaat.
Controleer of het IEEE 1394-apparaat goed in de aansluiting is geplaatst
Problemen met het toetsenbord
Vul de diagnostische controlelijst in (zie Diagnostische controlelijst) terwijl u de diverse controles uitvoert.
Problemen met externe toetsenborden
Controleer de kabel van het toetsenbord Sluit de computer af. Koppel de kabel van het toetsenbord los en controleer deze op schade. Maak het dan weer
stevig vast.
Als u een verlengkabel gebruikt voor het toetsenbord, dient u deze los te maken en het toetsenbord rechtstreeks op de computer aan te sluiten.
Controleer het externe toetsenbord
1. Sluit de computer af, wacht 1 minuut en zet de computer dan weer aan.
2. Controleer of de lampjes voor NumLock, CapsLock en ScrollLock tijdens de opstartroutine gaan knipperen.
3. Klik vanuit het bureaublad van Windows op Start, wijs Alle programma's® Accessoires aan en klik dan op Kladblok.
4. Typ een paar tekens op het externe toetsenbord en controleer of deze op het beeldscherm worden weergegeven.
Als u deze stappen niet kunt uitvoeren, hebt u mogelijk een defect extern toetsenbord.
Controleerofhetprobleemechtbijhetexternetoetsenbordligtdoorhetgeïntegreerdetoetsenbordtecontroleren
1. Sluit de computer af.
2. Koppel het externe toetsenbord los.
3. Zet de computer aan.
4. Klik vanuit het bureaublad van Windows op Start, wijs Alle programma's® Accessoires aan en klik dan op Kladblok.
5. Typ een paar tekens op het interne toetsenbord en controleer of deze op het beeldscherm worden weergegeven.
Als de tekens nu wel verschijnen terwijl ze dat niet deden bij het externe toetsenbord, hebt u mogelijk een defect extern toetsenbord. Neem contact op
met Dell. Zie Contact opnemen met Dell.
De diagnostische tests voor toetsenborden uitvoeren Voer de tests voor PC-AT-compatible toetsenborden uit in Dell Diagnostics. Zie Dell Diagnostics (Dell-
diagnostiek). Als de tests een defect toetsenbord aangeven, dient u contact op te nemen met Dell. Zie Contact opnemen met Dell.
Onverwachte tekens
Schakel het numerieke toetsenbord uit Druk op <Num Lk> om het numerieke toetsenbord uit te schakelen als er in plaats van letters getallen worden
weergegeven. Zorg ervoor dat het lampje voor NumLock niet brand.
Vergrendelingen en softwareproblemen
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
OPMERKING: Wanneerueenexterntoetsenbordaansluit,blijfthetgeïntegreerdetoetsenbordvolledigfunctioneel.
De computer start niet op
Controleer of de netadapter goed is aangesloten op de computer en het stopcontact.
De computer reageert niet meer
Zet de computer uit Als de computer niet reageert zelfs als u een toets op het toetsenbord indrukt of de muis beweegt, dient u de aan/uit-knop in te
drukken en deze minstens 8-10 seconden ingedrukt te houden tot de computer zichzelf uitschakelt. Herstart vervolgens de computer.
Een programma reageert niet meer of crasht regelmatig
Beëindighetprogramma
1. Druk gelijktijdig op <Ctrl><Shift><Esc>.
2. Klik op Taakbeheer.
3. Klik op het programma dat niet meer reageert.
4. Klik op Taakbeëindigen.
Controleer de softwaredocumentatie Zo nodig dient u het programma te verwijderen en opnieuw te installeren.
Een programma is ontwikkeld voor een eerdere versie van het besturingssysteem
Microsoft
®
Windows
®
Voer de wizard Programmacompatibiliteit uit Met de wizard Programmacompatibiliteit configureert u een programma zodat het ook werkt in een andere
omgeving dan Windows XP (of daarop gelijkend).
1. Klik op Start, wijs Alle programma's® Bureau-accessoires aan en klik dan op Wizard Programmacompatibiliteit.
2. Klik in het welkomstscherm op Volgende.
3. Volg de instructies op het scherm.
Er verschijnt een blauw venster
Zet de computer uit Als de computer niet reageert zelfs als u een toets op het toetsenbord indrukt of de muis beweegt, dient u de aan/uit-knop in te
drukken en deze minstens 8-10 seconden ingedrukt te houden tot de computer zichzelf uitschakelt. Herstart vervolgens de computer.
Andere softwareproblemen
Controleer de softwaredocumentatie of neem contact op met de softwarefabrikant voor mogelijke oplossingen
l Ganaofhetprogrammacompatibelismethetbesturingssysteemdatopdecomputerisgeïnstalleerd.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
KENNISGEVING: U loopt het risico gegevens te verliezen als u het besturingssysteem niet afsluit.
OPMERKING: Bij software worden normaliter installatie-instructies geleverd in de vorm van een installatiehandleiding of op een floppy disk of cd.
l Controleer of de computer voldoet aan de minimale hardwarevereisten voor de software. Raadpleeg de softwarehandleiding voor informatie.
l Controleerofhetprogrammaopjuistewijzeisgeïnstalleerdengeconfigureerd.
l Controleer of de stuurprogramma's voor het apparaat geen conflict hebben met het programma.
l Indien nodig maakt u de installatie van het programma ongedaan en installeert u het opnieuw.
Maak meteen een reservekopie van uw bestanden
Gebruik een antivirusprogramma om de vaste schijf, de diskettestations of de cd's te scannen
Bewaar en sluit alle open bestanden of programma's en sluit de computer af via het menu Start
Scan de computer op spyware Als uw computer zeer traag is, vaak last heeft van pop-upadvertenties of problemen heeft met het opzetten van een
internetverbinding,isuwcomputermogelijkgeïnfecteerdmetspyware.Gebruikeenvirusscannermetbeschermingtegenspyware(mogelijkisvooruw
programma een upgrade nodig) om de computer te scannen en eventuele spyware te verwijderen. Ga voor meer informatie naar support.dell.com en zoek op
het trefwoord spyware.
Voer Dell Diagnostics uit Zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek). Als alle tests met succes zijn afgewerkt, is de foutmelding het gevolg van een
softwareprobleem.
Geheugenproblemen
Vul de diagnostische controlelijst in (zie Diagnostische controlelijst) terwijl u deze controles uitvoert.
Wat te doen als u een bericht krijgt dat er onvoldoende geheugen is
l Sla alle geopende bestanden op en sluit alle open programma's af die u niet gebruikt en kijk of dat het probleem oplost.
l Zie de softwaredocumentatie voor de mininimum-geheugenvereisten. Installeer zo nodig extra geheugen. Zie Geheugen.
l Plaats de geheugenmodules opnieuw om u ervan te verzekeren dat de computer succesvol communiceert met het geheugen. Zie Geheugen.
l Voer het hulpprogramma Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit. Zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek).
Wat te doen als u andere geheugenproblemen hebt
l Plaats de geheugenmodules opnieuw om u ervan te verzekeren dat de computer succesvol met het geheugen communiceert (zie Geheugen).
l Zorg ervoor dat u de richtlijnen voor geheugeninstallatie volgt. Zie Geheugen.
l Voer het hulpprogramma Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit. Zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek).
Netwerkproblemen
Vul de diagnostische controlelijst in (zie Diagnostische controlelijst) terwijl u deze controles uitvoert.
Algemeen
Controleer de netwerkkabelaansluiting Controleer of de netwerkkabel goed is aangesloten op zowel de netwerkaansluiting en het netwerkcontact.
Controleer de netwerklampjes op de netwerkaansluiting Als er geen lampjes branden, betekent dit dat er geen netwerkcommunicatie is. Vervang de
netwerkkabel.
Start de computer opnieuw op en meld u opnieuw aan bij het netwerk.
Controleer uw netwerkinstellingen Neem contact op met de netwerkbeheerder of de persoon die uw netwerk heeft opgezet om te controleren of uw
netwerkinstellingen juist zijn en het netwerk functioneert.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
Mobiel breedbandnetwerk
Cannot connect (Kan geen verbinding maken) U kunt alleen verbinding maken als de mobiele breedbandkaart van Dell geactiveerd is in het netwerk. Plaats
de muis boven het pictogram in het systeemvak als u de verbindingsstatus wilt zien. Als de status aangeeft dat de mobiele breedbandkaart niet
geactiveerd is, dient u
Uw mobiele breedbandkaart activeren te raadplegen voor meer informatie. Als het probleem blijft aanhouden, dient u contact op de nemen met uw mobiele
breedband-provider voor meer details over uw abonnement.
Controleer uw mobiele breedband-netwerkservice Neem contact op met uw mobiele breedband-provider om te controleren wat voor soort abonnement u
hebt en welke services worden ondersteund.
Controleer de status in het Dell-hulpprogramma voor mobiele breedbandkaarten Klik op het pictogram in de taakbalk om het hulpprogramma te
starten. Controleer de status in het hoofdvenster:
l No card detected (Er is geen kaart aangetroffen) Start de computer opnieuw op en start het hulpprogramma opnieuw.
l Wireless Disabled (Draadloze communicatie is uitgeschakeld) Zorg ervoor dat de schakelaar Dell Wi-FiCatcher™inde"aan"-positie staat. Klik
daarnaast met de rechtermuisknop op het pictogram en zorg ervoor dat de schakelaar is ingeschakeld.
l Searching (Bezig met zoeken) Het Dell-hulpprogramma voor mobiele breedbandkaarten heeft nog geen mobiel breedbandnetwerk gevonden. Als het
programma blijft zoeken, dient u na te gaan of er voldoende signaalsterkte is.
l No service (Geen signaal) Het Dell-hulpprogramma voor mobiele breedbandkaarten kan geen mobiel breedbandnetwerk vinden. Ga na of er
voldoende signaarsterkte is. Start het Dell-hulpprogramma voor mobiele breedbandkaarten opnieuw of neem contact op met uw mobiele breedband-
provider.
l Check your WWAN service (Controleer uw WWAN-service) Neem contact op met uw mobiele breedband-provider om te controleren wat voor
abonnement u hebt en welke services worden ondersteund.
Uw mobiele breedbandkaart activeren Voordat u verbinding maakt met het internet, moet u de mobiele breedbandservice activeren via uw mobiele
telefonie-provider. Zie de gebruikershandleiding die beschikbaar is via Windows Help en ondersteuning voor instructies en meer informatie over het Dell-
hulpprogramma voor mobiele breedbandkaarten. Zie Windows Help en Support Center voor informatie over het openen van Help en ondersteuning. De
gebruikershandleiding is ook beschikbaar op de Dell Support-website op support.dell.com en als u de kaart lost van de computer hebt gekocht, op de cd die bij
uw mobiele breedbandkaart is geleverd.
Stroomproblemen
Vul de diagnostische controlelijst in (Zie Diagnostische controlelijst) terwijl u deze controles uitvoert.
Controleer het stroomlampje Als het stroomlampje aan staat of knippert, heeft de computer stroom. Als het stroomlampje knippert, staat de computer in
de standby-modusdruk op de aan/uit-knop om de standby-modus te verlaten. Als het lampje uit staat, drukt u om de aan/uit-knop om de computer aan te
zetten.
Laad de batterij op De batterij kan leeg zijn.
1. Installeer de batterij opnieuw.
2. Gebruik de netadapter om de computer op een stopcontact aan te sluiten.
3. Zet de computer aan.
Controleer het statuslampje van de batterij Als het batterijstatuslampje oranje knippert of gestaag oranje brandt, is de batterij bijna leeg of leeg. Steek
de stekker van de computer in het stopcontact.
Als het batterijstatuslampje groen en oranje knippert, is de batterij te heet om op te laden. Sluit de computer af, koppel deze los van het stopcontact en laat
OPMERKING: U vindt de gebruikershandleiding voor het Dell-hulpprogramma voor mobiele breedbandkaarten onder Help en ondersteuning. U kunt
deze gebruikershandleiding ook downloaden van support.dell.com.
OPMERKING: Het pictogram wordtinhetsysteemvakweergegevenalseenmobielebreedbandkaartvanDellindecomputerisgeïnstalleerd.
Dubbelklik op het pictogram als u het hulpprogramma wilt starten.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
OPMERKING: De werkingsduur van de batterij (de tijd gedurende welke de batterij stroom kan bieden) wordt met de tijd minder. Afhankelijk van de
frequentie waarmee de batterij wordt gebruikt en de gebruiksomstandigheden kan het zijn dat u tijdens de levensduur van de computer een nieuwe
batterij moet aanschaffen.
de batterij en computer tot kamertemperatuur afkoelen.
Als het batterijstatuslampje snel oranje knippert, kan de batterij defect zijn. Neem contact op met Dell. Zie Contact opnemen met Dell.
Controleer de temperatuur van de batterij Alsdebatterijtemperatuurlagerisdan0°C(32°F)zaldecomputernietstarten.
Test het stopcontact Controleer of het stopcontact werkt door dit met een ander apparaat te testen, zoals een lamp.
Controleer de netadapter Controleer de kabels van de netadapter. Als de netadapter een lampje bevat, moet u controleren of dit lampje brandt.
Sluit de computer rechtstreeks op een stopcontact aan Maak geen gebruik van stroomstootbeveiligings-apparaten, stekkerblokken of de verlengkabel,
zodat u kunt controleren of de computer ook echt aan gaat.
Schakel mogelijke interferentiebronnen uit Schakel ventilatoren, TL-verlichting, halogeenlampen en andere apparaten in de buurt uit.
Pas Energiebeheer aan Zie Instellingen voor energiebeheer configureren.
Plaats de geheugenmodules opnieuw Als het stroomlampje van de computer gaat branden, maar het beeldscherm leeg blijft, dient u de geheugenmodules
opnieuw te installeren. Zie Geheugen.
Controleren of de computer genoeg stroom krijgt
Uw computer is ontworpen voor gebruik met de 130-W-netstroomadapter. Voor optimale systeemprestatie moet u altijd deze adapter gebruiken.
Als u minder krachtige netadapters gebruikt, kunt u een WAARSCHUWINGS bericht ontvangen.
Stroomverbruik bij dokken
Aangezien de computer meer stroom gebruikt terwijl deze op een Dell D/Dock is aangesloten, is normale computerwerking niet mogelijk wanneer u alleen
batterijvermogen gebruikt. Zorg ervoor dat de netadapter op de computer is aangesloten wanneer de computer op het Dell D/Dock is aangesloten.
Koppelen terwijl de computer aan staat
Als een computer op het Dell D/Dock of de Dell D/Port wordt aangesloten terwijl de computer aan staat, wordt de aanwezigheid van het koppelapparaat
genegeerd tot de netadapter op de computer wordt aangesloten.
Netstroomuitval terwijl de computer is gekoppeld
Als de computer met netstroomuitval te maken krijgt terwijl deze aan een Dell D/Dock of Dell D/Port is gekoppeld, gaat de computer onmiddellijk over in lage-
prestatiemodus.
Printerproblemen
Vul de diagnostische controlelijst in (Zie Diagnostische controlelijst) terwijl u deze controles uitvoert.
Controleer of de computer aan staat
Controleer de printerkabels
l Zie de documentatie bij de printer voor informatie over de bekabeling.
l Controleer of de printerkabels goed vast zitten aan de printer en de computer.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
OPMERKING: Als u technische hulp nodig hebt bij uw printer, dient u contact op te nemen met de fabrikant van de printer.
Test het stopcontact
Controleer of het stopcontact werkt door dit met een ander apparaat te testen, zoals een lamp.
Controleer of de printer wordt herkend door Windows
1. Klik op Start, klik op Configuratiescherm en klik dan op Printers en andere hardware.
2. Klik op Reedsgeïnstalleerdeprintersoffaxprintersweergeven.
Klik met de rechtermuisknop op de printer als deze in de lijst voorkomt.
3. Klik op Eigenschappen en klik dan op het tabblad Poorten. Bij een parallelle printer dient u ervoor te zorgen dat de instelling bij Afdrukken naar de
volgende poort(en): LPT1 (Printerpoort) is. Bij een USB-printer moet u ervoor zorgen dat de instelling bij Afdrukken naar de volgende poort(en):
USB is.
Installeer het printerstuurprogramma opnieuw
Zie de documentatie bij de printer voor instructies
Scannerproblemen
Controleer de scannerdocumentatie Zoe de scannerdocumentatie voor informatie over setup en probleemoplossing.
Ontgrender de scanner Zorg ervoor dat de scanner ontgrendeld is als deze een vergrendelindsgreep of -knop heeft.
Start de computer opnieuw en probeer de scanner nog een keer.
Controleer de kabelverbindingen
l Zie de documentatie bij de scanner voor informatie over de bekabeling.
l Controleer of de scannerkabels goed vast zitten aan de scanner en de computer.
Controleer of de scanner wordt herkend door Microsoft Windows
1. Klik op Start, klik op Configuratiescherm en klik dan op Printers en andere hardware.
2. Klik op Scanners en Camera's.
Als de scanner in de lijst voorkomt, herkent Windows de scanner.
Installeer het scannerstuurprogramma opnieuw
Zie de documentatie bij de scanner voor instructies
Problemen met geluid en speakers
Vul de diagnostische controlelijst in (Zie Diagnostische controlelijst) terwijl u deze controles uitvoert.
Erkomtgeengeluiduitdegeïntegreerdespeakers
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
OPMERKING: Als u technische hulp nodig hebt bij uw scanner, dient u contact op te nemen met de fabrikant van de scanner.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
Pas de volumeregeling van Windows aan Dubbelklik op het speakerpictogram in de rechteronderhoek van uw scherm. Controleer of het volume hoog
genoeg staat en of het geluid niet gedempt is. Pas het volume, de bas of de treble aan om vervorming uit te schakelen.
Het volume aanpassen met sneltoetsen Druk op <Fn><End> om de ingebouwde speakers uit te schakelen (dempen) op opnieuw in te schakelen.
Installeer het geluidsstuurprogramma (audiostuurprogramm) opnieuw Zie Opnieuw installeren van stuurprogramma's en hulpprogramma's.
Er komt geen geluid uit de externe speakers
Controleer of de subwoofer en speakers aan staan Zie het installatiediagram dat bij de speakers is geleverd. Als uw speakers volumeregeling hebben,
dient u het volume, de bas en de treble aan te passen om vervorming te elimineren.
De volumeregeling van Windows aanpassen Klik of dubbelklik op het speakerpictogram in de rechteronderhoek van uw scherm. Controleer of het volume
hoog genoeg staat en of het geluid niet gedempt is.
Koppel de koptelefoon los van de koptelefoonaansluiting Het geluid van de speakers wordt automatisch uitgeschakeld wanneer koptelefoons worden
aangesloten op de koptelefoonaansluiting op het voorpaneel van uw computer.
Test het stopcontact Controleer of het stopcontact werkt door dit met een ander apparaat te testen, zoals een lamp.
Schakel mogelijke interferentiebronnen uit Schakel ventilatoren, TL-lampen of halogeenlampen in de omgeving uit om te kijken of er interferentie
optreedt.
Installeer het audiostuurprogramma opnieuw Zie Opnieuw installeren van stuurprogramma's en hulpprogramma's.
Voer Dell Diagnostics uit Zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek).
Er komt geen geluid uit de koptelefoon
Controleer de verbinding met de koptelefoon Controleer of de kabel van de koptelefoon goed vast zit in de koptelefoonaansluiting (zie
audioaansluitingen).
Pas de volumeregeling van Windows aan Klik of dubbelklik op het speakerpictogram in de rechteronderhoek van uw scherm. Controleer of het volume
hoog genoeg staat en of het geluid niet gedempt is.
Problemen met touchpad of muis
Controleer de instellingen van de touchpad
1. Klik op Start, klik op Configuratiescherm en klik dan op Printers en andere hardware.
2. Klik op Muis.
3. Probeer de instellingen aan te passen.
OPMERKING: De volumeregeling in sommige MP3-spelers overschrijft de volumeregeling van Windows. Als u naar MP3-muziek hebt geluisterd, moet u
controleren of u het volume daarbij hier lager of uit hebt gezet.
Controleer de muiskabel Sluit de computer af. Koppel de kabel van de muis los en controleer deze op schade. Maak het dan weer stevig vast.
Als u een verlengingskabel gebruikt voor de muis, dient u deze los te maken en het toetsenbord rechtstreeks op de computer aan te sluiten.
Controleer de touchpad om u ervan te verzekeren dan het probleem bij de muis ligt
1. Sluit de computer af.
2. Koppel de muis los.
3. Zet de computer aan.
4. Gebruik de touchpad in het bureaublad van Windows
om de cursor te bewegen, een pictogram te selecteren en dit te openen.
Als de touchpad goed werkt, kan de muis defect zijn.
Controleer de instellingen in het systeemsetupprogramma Controleer of in het systeemsetupprogramma het juiste apparaat wordt vermeld bij de optie
voor het aanwijsapparaat. (De computer herkent USB-muizen automatisch, zonder dat hiervoor aanpassingen in de instellingen nodig zijn.)
Test de muiscontroller U kunt de muiscontroller testen (die van invloed is op de beweging van de aanwijzer), alsmede we werking van de touchpad- of
muisknoppen door de Muis-test uit te voeren in de testgroup Pointing Devices (Aanwijsapparaten) in Dell Diagnostics. Zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek).
Installeer het touchpadstuurprogramma opnieuw Zie Opnieuw installeren van stuurprogramma's en hulpprogramma's.
Video- en beeldschermproblemen
Vul de diagnostische controlelijst in (Zie Diagnostische controlelijst) terwijl u deze controles uitvoert.
Als het beeldscherm leeg is
Controleer de batterij Als u een batterij gebruikt om de computer van stroom te voorzien, kan de batterij leeg zijn. Sluit de computer via de netadapter op
een stopcontact aan en zet de computer aan.
Test het stopcontact Controleer of het stopcontact werkt door dit met een ander apparaat te testen, zoals een lamp.
Controleer de netadapter Controleer de kabels van de netadapter. Als de netadapter een lampje bevat, moet u controleren of dit lampje brandt.
Sluit de computer rechtstreeks op een stopcontact aan. Maak geen gebruik van stroomstootbeveiligingsapparaten, stekkerblokken of de verlengkabel,
zodat u kunt controleren of de computer ook echt aan gaat.
Pas Energiebeheer aan Zoek voor het trefwoord standby in Windows Help en ondersteuning. Zie Windows Help en Support Center voor informatie over het
openen van Help en ondersteuning.
Het videobeeld overzetten Als uw computer op een externe monitor is aangesloten, drukt u op <Fn><F8> om het videobeeld naar het andere beeldscherm
over te zetten.
Als het beeldscherm moeilijk te lezen is
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
OPMERKING: Als u een programma gebruikt waarvoor een hogere resolutie nodig is dan door uw computer wordt ondersteund, wordt aanbevolen dat
u een externe monitor op de computer aan te sluiten.
Pas de helderheid aan Druk op <Fn> en de pijl-omhoog of pijl-omlaag
Zet de externe subwoofer verder van de computer of monitor Als bij uw externe speakersysteem ook een subwoofer hoort, dient u ervoor te zorgen dat
desubwooferminstens60cm(2voet)vandecomputerofexternemonitorafstaat.
Schakel mogelijke interferentiebronnen uit Schakel ventilatoren, TL-verlichting, halogeenlampen en andere apparaten in de buurt uit.
Draai de computer, zodat deze in een andere richting staat Elimineer weerspiegeling van zonlicht, wat voor slechte beeldkwaliteit kan zorgen.
Pas de weergave-instellingen van Windows aan
1. Klik op Start en dan op Configuratiescherm.
2. Klik op Vormgeving en thema's.
3. Klik op het gebied dat u wilt wijzigen of klik op het pictogram Beeldscherm.
4. Probeer verschillende instellingen voor Kleurkwaliteit en Beeldschermresolutie.
Voer de diagnostische tests voor weergave uit Als er geen foutbericht wordt weergegeven en u nog steeds weergaveproblemen hebt, maar het
beeldscherm niet helemaak leeg is, dient u de apparaatgroep Video uit te voeren in Dell Diagnostics. Neem vervolgens contact op met Dell. Zie Contact
opnemen met Dell.
Zie "Foutberichten" Als er een foutbericht wordt weergegeven, raadpleegt u Foutberichten.
Als maar een deel van het beeldscherm leesbaar is
Sluit een externe monitor aan
1. Sluit de computer af en sluit een externe monitor aan op de computer.
2. Zet de computer en de monitor aan en pas de helderheid en de contrastkleuren van de monitor aan.
Als de externe monitor werkt, zijn het computerbeeldscherm en/of de videocontroller mogelijk defect. Neem contact op met Dell. Zie Contact opnemen met
Dell.
Terug naar inhoudspagina
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113

Dell Precision M90 Gebruikershandleiding

Categorie
Notitieboekjes
Type
Gebruikershandleiding

Andere documenten