De delen van de schuimrubberen pakking hebben een
zelfklevende strip aan de achterzijde. Verwijder de
beschermfolie voordat u deze delen bevestigt aan het toestel.
19
Als u geen toegang hebt tot de achterzijde van het toestel
nadat u dit hebt gemonteerd, verbindt u alle benodigde
kabels met het toestel voordat u dit in de opening plaatst.
LET OP
Bedek ongebruikte aansluitingen met de bevestigde
weerkapjes om te voorkomen dat de metalen contactpunten
roesten.
20
Breng watervaste kit aan tussen het montageoppervlak en
het toestel om deze ruimte op te vullen. Dit voorkomt
waterschade achter het dashboard.
21
Als u toegang hebt tot de achterzijde van het toestel, kunt u
watervaste kit aanbrengen rond de opening.
22
Plaats het toestel in de opening.
23
Bevestig het toestel aan het montageoppervlak met de
meegeleverde M4-schroeven
Æ
.
24
Veeg de overtollige waterdichte kit weg.
25
Bevestig de trimkapjes door deze op hun plaats te klikken
rondom het toestel.
Overwegingen voor kabels en verbindingen
• De kabels zijn mogelijk verpakt zonder dat de borgringen zijn
aangebracht. Als dit zo is, moet u de kabels trekken voordat
u de borgringen installeert.
• Na het bevestigen van een borgring aan een kabel, moet u
ervoor zorgen dat de ring goed is vastgezet en de O-ring is
aangebracht, zodat de verbinding niet losraakt.
Voeding/NMEA
®
0183 kabel
• De kabelgeleider verbindt het toestel met voeding, NMEA
0183 toestellen en een lamp of een hoorn voor zichtbare of
hoorbare waarschuwingen.
• Gebruik draden met een doorsnede van 0,33 mm² (22 AWG)
als de NMEA 0183 of alarmdraden moeten worden verlengd.
Onderdeel Draadkleur Draadfunctie
Ê
Rood Vermogen
Ë
Zwart Aarding (voeding en NMEA 0183)
Ì
Blauw NMEA 0183 TXA
Í
Bruin NMEA 0183 RXA
Î
Grijs NMEA 0183 TXB
Ï
Paars NMEA 0183 RXB
Ð
Oranje Accessoire ingeschakeld
Ñ
Geel Alarm laag
De kabelgeleider verbinden met voeding
WAARSCHUWING
Verwijder bij het aansluiten van de voedingskabel niet de
geïntegreerde zekeringhouder. Om het risico van letsel of
schade aan het product door brand of oververhitting te
voorkomen, dient de juiste zekering te worden gebruikt, zoals
vermeld in de productspecificaties. Als de voedingskabel wordt
aangesloten zonder gebruik van de juiste zekering, vervalt de
garantie op het product.
1
Leid de kabelgeleider naar de voedingsbron en naar het
toestel.
2
Sluit de rode draad aan op de positieve pool van de accu (+)
en de zwarte draad op de negatieve pool van de accu (-).
3
Plaats zo nodig de borgring en O-ring aan het uiteinde van
de kabelgeleider.
4
Steek de kabel in de POWER connector op de achterzijde
van het toestel en druk deze stevig vast.
5
Draai de borgring met de klok mee om de kabel aan het
toestel te bevestigen.
Overweging bij aanvullende aarding
Deze overweging is alleen van toepassing op toestellen die een
aardingsschroef hebben. Niet alle modellen hebben een
aardingsschroef.
In de meeste installatie-situaties hoeft het chassis van dit toestel
niet aanvullend te worden geaard. Als er interferentie optreedt,
kunt u de aardingsschroef op de behuizing gebruiken om het
toestel te verbinden met de wateraarding van de boot om
interferentie te helpen voorkomen.
Aandachtspunten Garmin Marine Network
LET OP
Een Garmin Power over Ethernet (PoE) isolatiekoppeling (P/N
010-10580-10) moet worden gebruikt voor het aansluiten van
een extern toestel, zoals een FLIR
®
camera, op een Garmin
Marine Network. Een PoE toestel direct aansluiten op een
Garmin Marine Network kaartplotter beschadigt de Garmin
kaartplotter en kan het PoE toestel beschadigen. Als u een
extern toestel rechtstreeks aansluit op een Garmin Marine
Network kaartplotter, leidt dit tot problemen met de Garmin
toestellen, zoals problemen met uitschakelen of software die
beschadigd raakt.
Dit toestel kan worden verbonden met aanvullende Garmin
Marine Network toestellen om gegevens te delen, zoals radar,
sonar en gedetailleerde kaarten. Houd rekening met de
volgende overwegingen wanneer u Garmin Marine Network
toestellen verbindt met dit toestel.
• Alle toestellen die zijn aangesloten op het Garmin Marine
Network, moeten worden aangesloten op dezelfde aarde.
• Er moet een Garmin Marine Network kabel worden gebruikt
voor alle Garmin Marine Network aansluitingen.
◦ U mag geen CAT5-kabel en RJ45-stekkers van andere
merken gebruiken voor Garmin Marine Network
verbindingen.
◦ Andere Garmin Marine Network kabels en stekkers zijn
verkrijgbaar bij uw Garmin dealer.
• De ETHERNET poorten op het toestel fungeren elk als
netwerkswitch. U kunt elk compatibel toestel verbinden met
elke ETHERNET poort om gegevens te delen met alle
toestellen op de boot die zijn verbonden via een Garmin
Marine Network kabel.
NMEA 2000
®
aandachtspunten
LET OP
Als u dit toestel aansluit op een bestaand NMEA 2000 netwerk,
moet het NMEA 2000 netwerk reeds zijn aangesloten op de
voeding. Sluit de NMEA 2000 voedingskabel niet op een
bestaand NMEA 2000 netwerk aan omdat er slechts één
voedingsbron mag worden aangesloten op een NMEA 2000
netwerk.
3