RLHGW

Stanley RLHGW, RLHV, RLHVPW, RLHVPW-G, RLHW, RLHW+ Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Stanley RLHGW Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
80
77-496 / 77-429 / 77-439 / 77-497 / 77-427 / 77-441
WAARSCHUWING:
Voor het gemak en de veiligheid van
de gebruiker zijn de onderstaande
labels betreffende de laserklasse op
het laserapparaat aangebracht. Zie de
Producthandleiding voor bijzonderheden over
een speciek productmodel.
Inhoud
Veiligheid
Overzicht van product
Functies
Toetsenbord, LED en LCD
Batterijen en voeding
Opstelling
Bediening
Nauwkeurigheidscontrole en Kalibratie
Technische gegevens
Overzicht van product
Afbeelding A - Lasermeter in horizontale stand
1. Uitlijningsvizier
2. Verticale opwaartse straal venster (RL HV / RL HVPW /
RL HVPW-G)
3. Rotary Laser / Achter glas
4. Aansluiting oplader / voedingsadapter
5. Toetsenbord(Zie afbeelding
E
)
6. Verticale neerwaartse straal (RL HVPW /RL HVPW-G)
Afbeelding B - Lasermeter in verticale stand
Afbeelding C - Lasermeter met telescoop (RL HGW)
7. Infrarood sensor voor afstandsbediening
8. Telescoop
9. Montageplaat telescoop
Afbeelding D - Telescoop
10. Oogstuk (Getoond met dop)
11. Dradenkruis scherpstelling
12. Windcorrectie / Hoogteaanpassing-afsluitingen
(NIET OPENEN / BIJSTELLEN)
13. Borgschroeven
14. Objectief (Getoond met dop)
Afbeelding E - Toetsenbordconguraties
Veiligheid van de gebruiker
WAARSCHUWING:
Lees de Veiligheidsaanwijzingen en de
Gebruiksaanwijzing aandachtig door voor
u dit apparaat in gebruik neemt. De persoon
die verantwoordelijk is voor het apparaat moet
ervoor zorgen dat alle gebruikers bekend
zijn met de veiligheidsaanwijzingen en deze
opvolgen.
OPGELET:
Voorkom dat uw ogen worden blootgesteld aan
de laserstraal terwijl de lasermeter in gebruik is.
Blootstelling aan een laserstraal voor langere
tijd kan gevaarlijk zijn voor uw ogen.
OPGELET:
In sommige gevallen bevat de lasermeter
kit een bril. Dit is GEEN gecerticeerde
veiligheidsbril. Deze bril zijn ALLEEN
bedoeld om de zichtbaarheid van de straal
in omgevingen met sterk licht of op grotere
afstand van de laserbron te verbeteren.
Bewaar alle delen van deze handleiding zodat u ze later
opnieuw kunt raadplegen.
NL
1.0mW @ 630-680nm
IEC 60825-1: 2014
81
77-496 / 77-429 / 77-439 / 77-497 / 77-427 / 77-441
Afbeelding F - Lasermeter batterijhouder
15. Batterijpack
16. Optionele batterijen - 4 x "C"
17. Batterijcassette voor 4 x “C” batterijen
Afbeelding G - Afstandsbediening
18. Infrarood LED
19. Toetsenbord
Afbeelding H - Batterijhouder afstandsbediening
20. Batterijen - 2 x "AAA"
21. Batterijhouder
Afbeelding J - Bracket accessoires
22. Opening voor ophangen aan de muur
23. Klem ophangsysteem
24. Verticaal (Hoger / Lager) Fijnafstellingknop
25. Meegeleverde 5/8 naar 1/4 adapter
26. Verticale bijstelling vergrendelingknop
27. 5/8 Montageschroef
28. Rotary jnafstellingknop
29. Spanschroef
30. Magnetische tting
31. Sleutelgat-tting voor extra magneet en/of klemac-
cessoires
32. Opslagruimte voor 5/8 tot 1/4 adapter
Afbeelding K - Statieftting
33. 5/8 Middelste schroef
34. Klem voor statiefpoot
Afbeelding L - Kalibratie en/of Hellingasrichting
Afbeelding M - Spot en/of Scan rotatierichting
Afbeelding N - Opstelling horizontale meting
Afbeelding P - Opstelling verticale meting
RL HW RL HW+ RL HGW RL HV
RL
HVPW/-G
Horizontale zelfnivellering X X X X X
Kantelwaarschuwing X X X X X
Handinstelling X X X X X
Kalibratiemodus X X X X X
Infrarood sensor voor afstandsbediening X X X X
Verticale zelfnivellering X X X X
Handmatige hellingsmodus (GEEN zelfnivellering) X X X X
Snelheidsinstelling X X X
Spot-modus X X X
Scan-modus X X
Verticale opwaartse straal X X
Verticale neerwaartse straal X
Digitale hellingsmodus (met zelfnivellering) X
Functies
82
77-496 / 77-429 / 77-439 / 77-497 / 77-427 / 77-441
Toetsenbord, LED en LCD
(Zie afbeelding
E
voor toetsenbord-aanduidingen van de verschillende lasermetermodellen)
Toetsenborden
(RL HW+
E
2
)
Voeding aan/uit toets
Kantelwaarschuwing aan/uit toets
Handinstelling hellingmodus toets
Steltoetsen voor helling en kalibratie
(RL HGW
E
4
)
Voeding aan/uit toets
Kantelwaarschuwing aan/uit toets
Rotatiesnelheid toets
Zelfnivellering / Handinstelling hellingmodus
toets
Steltoetsen voor Spot, Helling en
Kalibratie
(RL HV / RL HVPW /RL HVPW-G
E
3
)
Voeding aan/uit toets
Kantelwaarschuwing aan/uit toets
Rotatiesnelheid toets
Scanmodus toets
Handinstelling hellingmodus toets
Steltoetsen voor Scan, Spot, Helling en
Kalibratie
(RL HW
E
1
)
Voeding aan/uit toets
Kantelwaarschuwing aan/uit toets
Kalibratiemodus toets
Kalibratiemodus steltoets
83
77-496 / 77-429 / 77-439 / 77-497 / 77-427 / 77-441
LED's
LED-voedingsindicator - Knippert GROEN
Lasermeter bezig met zelfnivellering
In Kalibratie en/of Standaard kantel-
waarschuwing
LED-voedingsindicator - Knippert GROEN
Zelfnivellering voltooid
LED-voedingsindicator - Knippert ROOD
Batterij zwak
LED-voedingsindicator - Continu ROOD
Batterij moet worden opgeladen
Handinstelling LED - Knippert ROOD
Handinstelling aan (Zelfnivellering uit)
Handinstelling LED - Knippert ROOD
met
LED-voedingsindicator - Knippert GROEN
Buiten compensatiebereik
Kantelwaarschuwing LED - Continu ROOD
Kantelwaarschuwing aan
Kantelwaarschuwing LED - Knippert ROOD
Kantelwaarschuwing alarm
X / Y Select LED - Continu GROEN
X-as instelling hellingmodus
X / Y Select LED - Continu ROOD
Y-as instelling hellingmodus
X / Y Select LED - Knippert GROEN
X-as op maximaal toelaatbare helling in
hellingmodus
X-as instelling kalibratiemodus
X / Y Select LED - Knippert ROOD
Y-as op maximaal toelaatbare helling in
hellingmodus
Y-as instelling kalibratiemodus
LCD-symbolen
Zelfnivellering-symbool - Knippert
Lasermeter bezig met zelfnivellering
In Kalibratie en/of Standaard kantel-
waarschuwing
Handinstelling-symbool - Knippert
Handinstellingmodus aan (Zelfnivellering uit)
Waarschuwing-symbool - Knippert
Buiten compensatiebereik
Gestoten tijdens auto-helling
Kantel-symbool - Continu
Kantelwaarschuwing aan
Kantel-symbool - Knippert
Kantelwaarschuwing alarm
Helling-symbool - Continu
Hellingmodus aan
Helling-symbool - Knippert
Op maximale toelaatbare helling
Kalibratie-symbool - Continu
Kalibratiemodus aan - Horizontaal
Kalibratie-symbool - Knippert
Kalibratiemodus aan - Verticaal
Rotatie-symbool met Snelheidsaanduiding
Snelheidinstelling
Alleen X / Y symbool - Knippert
Instelling getoonde as in handinstelling
helling en/of kalibratiemodus
X / Y symbool met waarde - Waarde knippert
Instelling getoonde waarde in zelfnivel-
lerende hellingmodus
Batterijvoeding - Aan
Gebruiksduur batterij bij benadering
Batterijvoeding - Knippert
Batterij moet worden opgeladen
Verticale positie symbool - Aan
Getoond als lasermeter verticaal staat
84
77-496 / 77-429 / 77-439 / 77-497 / 77-427 / 77-441
Batterijen en voeding
Batterij installeren / verwijderen
(Zie afbeelding
F
en
G
voor de plaatsing van bat-
terijen van de lasermeter en afstandsbediening)
De lipjes van batterijhouder indrukken en de houder naar
buiten trekken.
Batterijen installeren / verwijderen Let op de polariteit bij
het plaatsen van de batterijen.
Sluit en vergrendel het deksel van de batterijhouder.
Lasermeter (Zie afbeelding
F
)
Infrarood afstandsbediening (Zie afbeelding
G
)
Open de batterijhouder door het deksel van de houder
te schuiven.
Batterijen installeren / verwijderen Let op de polariteit bij
het plaatsen van de batterijen.
Sluit en vergrendel het deksel van de batterijhouder.
WAARSCHUWING:
Let op de (+) en (-) markeringen in de
batterijhouder voor de juiste plaatsing van de
batterijen. Batterijen moeten van hetzelfde
type en vermogen zijn. Geen volle en halege
batterijen samen gebruiken.
Batterij opladen
Oplaadbare batterijen de eerste keer 4 uur opladen voor
een optimale levensduur.
De lader/adapter op de oplaadingang van de lasermeter
aansluiten
De stekker van lader/adapter op een stopcontact (110V of
220V ) met passende stekkeringang aansluiten.
De LED op de lader/adapter zal tijdens het opladen
ROOD oplichten.
Het duurt ongeveer 4 uur om de batterij volledig op te
laden.
Wanneer de batterij volledig geladen is, de stekker van
de lader/adapter van de lasermeter uit het stopcontact
verwijderen.
De LED op de lader/adapter zal GROEN oplichten als de
batterij opgeladen is.
WAARSCHUWING:
Gebruik de lader/adapter uitsluitend met het
meegeleverde Ni-MH batterijpack. Het opladen
van andere type batterijen kan tot schade en/
of persoonlijk letsel leiden.
WAARSCHUWING:
De batterij en lader/adapter kunnen worden
beschadigd door vocht. Het apparaat altijd
op een droge en overdekte plaats bewaren
en opladen.
OPMERKING:
Voor een optimale levensduur de batterij na ontlading
volledig opladen en niet langer dan 10 uur continu
opladen.
Gebruik met lader/adapter
De lasermeter kan gebruikt worden terwijl het apparaat
op de lader/adapter is aangesloten.
De functies en bedieningstoetsen zijn hetzelfde met of
zonder gebruik van de lader/adapter.
Opstelling
Plaatsing
(Zie Functies voor informatie over welke modellen
voorzien zijn van de zelfnivellering in bepaalde standen)
Horizontale positie (Zie afbeelding
A
)
Plaats de lasermeter rechtop. Gebruik een vlakke
horizontale ondergrond. Druk op om het toestel
in te schakelen.
Verticale positie (Zie afbeelding
B
)
Plaats de lasermeter op de zijkant, met de handgreep
naar boven gericht. Gebruik een vlakke ondergrond.
Druk op om het toestel in te schakelen.
Hoekmeting
Druk op om het toestel in te schakelen. De
85
77-496 / 77-429 / 77-439 / 77-497 / 77-427 / 77-441
toets ingedrukt houden om de handinstelling
in te schakelen. De lasermeter kan nu op
verschillende hoeken gepositioneerd worden met de
zelfnivelleringsfunctie uit.
OPMERKING:
Om van een horizontale naar verticale positie te
veranderen, moet de lasermeter worden uitgeschakeld en
na de nieuwe opstelling weer worden ingeschakeld.
Monteren van toebehoren
Montagebeugel (Zie afbeelding
J
)
De wandbeugel goed vast zetten op de plaats die moet
worden gemeten.
De wandbeugel op zicht monteren zodat het bijna
horizontaal is.
Plaats de lasermeter in de wandbeugel en draai de
montageschroef vast.
Statiefmontage(Zie afbeelding
K
)
Plaats het statief op een veilige, centrale plaats in de
ruimte die moet worden gemeten.
De poten van het statief uittrekken indien vereist. De
poten zodanig bijstellen dat de kop van het statief bijna
horizontaal is.
Monteer de lasermeter op het statief door de 5/8
schroef naar boven te drukken en vast te draaien.
OPGELET:
De lasermeter niet onbeheerd op het statief
achterlaten zonder de middelste schroef goed
vast te draaien. Dit om te voorkomen dat de
lasermeter zou vallen en wordt beschadigd.
OPMERKING:
Statieven met bolkop, platte kop of statief met middenzuil
kunnen worden gebruikt met de lasermeter.
Het wordt aanbevolen de lasermeter altijd met een hand
vast te houden bij het aanbrengen of verwijderen van
toebehoren.
Bij het opstellen voor een meting de 5/8 schroef gedeelte
vastdraaien, de lasermeter richten en vervolgens de 5/8
schroef geheel vastdraaien.
Telescoop (RL HGW)
(Het uitlijningsvizier op de bovenkant van de lasermeter
kan worden gebruikt voor modellen zonder telescoop)
Opstelling en gebruik (Zie afbeelding
C
)
De twee borgschroeven van de telescoop losdraaien.
Plaats de telescoop op de montageplaat aan de
bovenkant van de lasermeter met het objectief
(smalle kant) naar het doel gericht(
C
1
). Draai de
borgschroeven goed vast(
C
2
).
Verwijder de lensdoppen van de telescoop en richt de
lasermeter/telescoop op het doel.
Door het oogstuk kijken (het bredere eind) en verdraai
de afstandsring tot het beeld (kruisdraad) scherp en
duidelijk zichtbaar is.
Door het oogstuk kijken en de verticale lijn van het
kruisdraad gelijkrichten met het doel. De afstand
tussen het oog en het oogstuk bijstellen om scherp te
stellen op het doel.
OPMERKING:
Gebruik het uitlijningsvizier/telescoop om de lasermeter
nauwkeurig met het doel uit te lijnen bij het bepalen van
een helling bij afschottoepassingen.
De telescoop is ingeregeld door de fabrikant en
vereist normaal gezien geen verdere afstelling.. NIET
PROBEREN om de windcorrectie en hoogte van de
telescoop bij te stellen. Dit zou de nauwkeurigheid in het
bepalen van het doel en het uitlijnen van de lasermeter
nadelig kunnen beïnvloeden.
Bediening
OPMERKING:
Zie Functies voor bijzonderheden over de speciek
functies/standen van de verschillende modellen.
Zie LCD / LED beschrijvingen voor aanduidingen tijdens
gebruik.
De lasermeter voor gebruik altijd op nauwkeurigheid
controleren.
In de handinstelling is zelfnivellering uitgeschakeld De
nauwkeurigheid van de straal is niet gegarandeerd
horizontaal.
De lasermeter geeft aan wanneer hij buiten
compensatiebereik is. Zie LED / LCD beschrijvingen.
Verstel het laserapparaat om deze zoveel mogelijk te
nivelleren.
86
77-496 / 77-429 / 77-439 / 77-497 / 77-427 / 77-441
Niet vergeten het apparaat na gebruik uit te schakelen.
De lasermeter is een precisie-instrument; gebruik de
afstandsbediening om hem te bedienen (indien mogelijk).
De lasermeter is standaard ingesteld op zelfnivellering.
Kantelwaarschuwing van de lasermeter is door de fabrikant
standaard ingeschakeld.
De kantelwaarschuwing is alleen in de zelfnivellerende
standen beschikbaar. In de handinstelling is de
kantelwaarschuwing niet beschikbaar.
Inschakelen
Druk op om de lasermeter aan en uit te schakelen.
Bij het inschakelen is de kantelwaarschuwing standaard
ingeschakeld (de instelling van veranderd worden).
De lasermeter begint na het inschakelen met zelfnivel-
lering.
Wanneer het zelfnivelleren voltooid is, roteert de laser op
het toerental die het laatst werd ingesteld.
Kantelwaarschuwing (niet beschikbaar in de handinstel-
ling)
Bij het inschakelen is de kantelwaarschuwing standaard
ingeschakeld.
Druk na het inschakelen op om de kantel-
waarschuwing aan en uit te schakelen.
Als de kantelwaarschuwing is ingeschakeld, geeft de
lasermeter met de LED / LCD en knipperende laser aan
dat beweging is gedetecteerd.
Druk op als het alarm is afgegaan.
De lasermeter begint na het resetten met zelfnivellering.
Controleer de uitlijning met het originele doel.
Standaard instelling kantelwaarschuwing
Terwijl het toestel is uitgeschakeld, de toets
ingedrukt houden en dan op drukken.
Beiden toetsen loslaten.
Als het kantel LED / Symbool aan is, is de functie
standaard ingeschakeld. Als het kantel LED / Symbool uit
is, is de functie standaard uitgeschakeld.
De lasermeter begint met zelfnivellering zoals normaal
wanneer het apparaat wordt ingeschakeld.
Herhaal de stappen om te standaard instelling van de
kantelwaarschuwing aan en uit te schakelen.
Handinstelling
Terwijl het apparaat is ingeschakeld de toets
3 seconden ingedrukt om handinstelling in en uit te
schakelen.
In de handinstelling is zelfnivellering uitgeschakeld
De lasermeter kan handmatig op elke gewenste hoek
worden gepositioneerd.
Als de handinstelling is uitgeschakeld, begint de
lasermeter met zelfnivellering zoals gebeurd wanneer
het apparaat wordt ingeschakeld.
Kalibratiemodus - zie Nauwkeurigheidscontrole en
kalibratie
Handinstelling hellingmodus
(Voor RL HW / RL HW+ gebruik wanneer
hieronder wordt aangegeven)
Druk na het inschakelen op . Handinstelling wordt
ingeschakeld, zelfnivellering wordt uitgeschakeld.
(Voor RL HGW moet ≥ 3 seconden worden inge-
drukt om de handinstelling in te schakelen voordat op
wordt gedrukt zoals hierboven aangegeven)
LED / LCD geeft “X”-as afstellen aan. Druk op
om de as bij te stellen.
LED / LCD geeft de maximale hellingshoek aan. De as
zal niet verder in die richting bewegen.
Druk opnieuw op om de “X”-as in te stellen en/of
ga door met het afstellen van de “Y”-as.
LED / LCD geeft “Y”-as afstellen aan. Druk op
om de as bij te stellen.
LED / LCD geeft de maximale hellingshoek aan. De as
zal niet verder in die richting bewegen.
Druk opnieuw op om de “Y”-as in te stellen
87
77-496 / 77-429 / 77-439 / 77-497 / 77-427 / 77-441
en/of ga door om de lasermeter in de Handinstelling
hellingmodus te gebruiken.
“X” en “Y” assen zijn nu in de handmatige hellinginstel-
ling gezet.
De toets ≥ 3 seconden ingedrukt houden om de
Handmatig hellingmodus uit te schakelen.
Als de Handinstelling is uitgeschakeld, begint de
lasermeter met zelfnivellering zoals gebeurd wanneer het
apparaat wordt ingeschakeld.
OPMERKING:
Door de toets een keer in te drukken verand-
ert de helling met 0,01%.
Door de toets ingedrukt te houden verandert de helling-
shoek continu, eerst langzaam en daarna geleidelijk
sneller.
Zie afbeelding
L
voor resulterende hellingsrichting
voor elke toets.
Snelheid
Druk op om te schakelen tussen de beschikbaar
snelheden, van snelste tot langzaamste tot stoppen.
Spot-modus
Druk op om te stoppen (0 RPM).
Druk op om de richting van de spot te roteren.
OPMERKING:
Door de toets een keer in te drukken, verand-
ert de richting met 0,10°.
Door de toets ingedrukt te houden verandert de richting
continu, eerst langzaam en daarna geleidelijk sneller.
De laser knippert 3 x voordat de snelheid hoger wordt.
Zie afbeelding
M
voor resulterende draairichting
voor elke toets.
Scan-modus
Druk op voor de verschillende beschikbare scan-
hoeken (15° / 45° / 90°).
Druk op om de richting van de scan te
roteren.
Druk op om de Scan-modus uit te schakelen en
terug te keren naar de laatst ingestelde snelheid.
OPMERKING:
Door de toets een keer in te drukken, verand-
ert de richting met 2,0°.
Door de toets ingedrukt te houden, verandert de richting
continu, eerst langzaam en daarna geleidelijk sneller.
De laser knippert 3 x voordat de snelheid hoger wordt.
Zie afbeelding
M
voor resulterende draairichting
voor elke toets.
Digitale hellingmodus (met zelfnivellering)
Druk na het inschakelen op .
LED geeft “X”-as afstellen aan. Druk op om
de aswaarde bij te stellen.
LCD geeft de maximale hellingshoek aan. De waarde
gaat niet verder in die richting.
Druk opnieuw op om de “X”-as in te stellen en/of
ga door met het afstellen van de “Y”-aswaarde.
LCD geeft “Y”-as afstellen aan. Druk op om
de aswaarde bij te stellen.
LCD geeft de maximale hellingshoek aan. De waarde
gaat niet verder in die richting.
Druk opnieuw op om de “Y”-as in te stellen en/of
ga door om de lasermeter in de Digitale hellingmodus
te gebruiken.
De lasermeter begint met zelfnivellering zoals normaal
wanneer het apparaat wordt ingeschakeld.
Om de Digitale hellingmodus uit te schakelen, moet de
lasermeter worden gecycled. Druk 2x op om het
toestel in en weer uit te schakelen.
88
77-496 / 77-429 / 77-439 / 77-497 / 77-427 / 77-441
Nauwkeurigheidscontrole en
Kalibratie
OPMERKING:
Zie Functies voor bijzonderheden over de speciek functies
van de verschillende modellen.
De lasermeters zijn op de fabriek verzegeld en gekalibreerd
op de gespeciceerde nauwkeurigheid.
Het wordt echter aanbevolen de kalibratie te controleren
voor u het toestel in gebruik neemt. Daarna de kalibratie
periodiek herhalen.
Zorg ervoor dat de lasermeter voor de kalibratiecontrole
voldoende tijd krijgt voor zelfnivellering (< 60 seconden).
De lasermeter moet regelmatig gecontroleerd worden op
nauwkeurigheid, vooral voor precisiemetingen.
Horizontale controle (Zie afbeelding
N
)
Plaats de lasermeter op een statief op 20 meter afstand
van een muur met de ”X1”-kant naar de muur gericht (
N
1
).
De lasermeter inschakelen, de tijd geven voor
zelfnivellering en controleren of de laser roteert.
OPMERKING:
Door de toets een keer in te drukken verandert
de waarde 0,01%.
Door de toets ingedrukt te houden, verandert de waarde
continu, eerst langzaam en daarna geleidelijk sneller als
de toets langer wordt ingedrukt.
Zie afbeelding
L
voor de resulterende hellingsrichting
voor elke toets.
Afstandsbediening
Dezelfde functies/standen voor elke specieke lasermeter
kunnen worden bediend met de toetsen van de afstands-
bediening.
De lasermeter kan met de afstandsbediening worden
uitgeschakeld door de toetsen gelijktijdig in te
drukken. De lasermeter kan alleen worden ingeschakeld
met de aan/uit-toets op de lasermeter.
Ga naar de muur en markeer een referentiepunt “D
1
waar de laserlijn de muur raakt. Gebruik van een
detector, indien beschikbaar, kan helpen om de positie
van de straal eenvoudig te bepalen.
De lasermeter losdraaien en 180° draaien zodat de
“X2”-kant nu naar de tegenoverliggende muur is gericht
(
N
2
).
Ga terug naar de muur en meet de afstand tussen het
eerste referentiepunt “D
1
” en het tweede referentiepunt
“D
2
” (
N
3
).
Het is niet nodig de kalibratie bij te stellen als de afstand
tussen referentiepunt “D
1
” en “D
2
” < 2,0 mm is.
Als de gemeten afstand ≥ 2,0 mm is, is kalibratie vereist.
Herhaal dezelfde stappen voor de “Y”-as die voor de
“X”-as werden uitgevoerd. Vervang “X1” en “X2” met Y1”
en “Y2” (
N
4
).
Horizontale kalibratie (Zie afbeelding
N
)
(Voor RL HW, vervangen wanneer hieronder
wordt aangegeven)
(Voor RL HW / RL HW+ gebruiken wanneer
hieronder wordt aangegeven)
Terwijl de lasermeter is uitgeschakeld op drukken
en vervolgens op .
De toets loslaten en de toets langer dan ≥ 3
seconden ingedrukt houden.
loslaten.
De LED/LCD geeft aan als de lasermeter in de
kalibratiemodus staat.
De “X”-as indien nodig bijstellen door op te
drukken tot de laserstraal uitgelijnd is met “D
0
”. “D
0
” is het
middelpunt tussen “D
1
” en “D
2
” tijdens de “X”-as controle.
Druk opnieuw op om de “X”-as in te stellen en/of ga
89
77-496 / 77-429 / 77-439 / 77-497 / 77-427 / 77-441
door met het afstellen van de “Y”-as.
De “Y”-as indien nodig bijstellen door op te
drukken tot de laserstraal uitgelijnd is met “D
0
”. “D
0
” is het
middelpunt tussen “D
1
” en “D
2
” tijdens de “Y”-as controle.
Druk opnieuw op om de “X”-as in te stellen en/of
sluit de Kalibratiemodus.
De as-instellingen zijn nu opgeslagen, de Kalibratiemodus
is uitgeschakeld, en de lasermeter begint met de
zelfnivellering zoals bij normaal inschakelen.
OPMERKING:
Door de toets in te drukken helt de as 3,5
boogseconden. Zie afbeelding
L
voor resulterende
hellingsrichting voor elke toets.
Als de lasermeter na de kalibratie nog niet gekalibreerd
is, de lasermeter naar een erkend servicecenter opsturen
voor reparatie.
Verticale controle (Zie afbeelding
P
)
(Alleen nodig voor modellen met Verticale zelfnivellering)
Plaats de lasermeter op een stabiele ondergrond in
verticale positie op 1 meter afstand van een muur met
een hoogte van 2 meter, en met de ”Y1”-kant naar die
muur gericht (
P
1
).
De lasermeter inschakelen, de tijd geven voor
zelfnivellering en controleren of the laser roteert.
Markeer referentiepunten “A” (waar de laserlijn op de
vloer op 1 meter afstand van de muur is), “B “ (waar de
laserstraal in de hoek is), en “D
1
(waar de laserstraal
op 2 meter hoogte op de muur is).
De lasermeter losdraaien en 180° draaien zodat de
“Y2”-kant nu naar de tegenoverliggende muur is gericht
(
P
2
).
De lasermeter uitlijnen met de referentiepunten “A” en
“B” en dan terug gaan naar de muur en de afstand meten
tussen referentiepunt “D
1
” en “D
2
” (
P
3
).
Het is niet nodig de kalibratie bij te stellen als de afstand
tussen referentiepunt “D
1
” en “D
2
” < 1,0 mm is.
Als de gemeten afstand ≥ 1,0 mm is, is kalibratie vereist.
Verticale kalibratie (Zie afbeelding
P
)
(Voor RL HW+, vervangen wanneer
hieronder wordt aangegeven)
Terwijl de lasermeter is uitgeschakeld op drukken
en vervolgens op .
De toets loslaten en de toets ≥ 3 seconden
ingedrukt houden.
loslaten.
De LED/LCD geeft aan als de lasermeter in de
kalibratiemodus staat.
De “X”-as indien nodig bijstellen door op te
drukken tot de laserstraal uitgelijnd is met “D
0
”. “D
0
” is
het middelpunt tussen “D
1
” en “D
2
” tijdens de verticale
as controle.
.
Druk op om de verticale "X"-as bij te stellen.
De as-instelling is nu opgeslagen, Kalibratiemodus is
uit, en de lasermeter begint met zelfnivellering zoals bij
normaal inschakelen.
OPMERKING:
Door de toets in te drukken helt de as 3,5
boogseconden. Zie afbeelding
L
voor de resulterende
hellingsrichting voor elke toets.
Als de lasermeter na de kalibratie nog niet gekalibreerd
is, de lasermeter naar een erkend servicecenter
opsturen voor reparatie.
90
77-496 / 77-429 / 77-439 / 77-497 / 77-427 / 77-441
Technische gegevens
Lasermeter
RL
HW
RL
HW+
RL HGW RL HV RL HVPW RL HVPW-G
Nauwkeurigheid
horizontale Rotary:
±1.5 mm/30 m (±10”)
Verticale Rotary
nauwkeurigheid:
±3 mm/30 m (±20”)
Nauwkeurigheid verticale
opwaartse straal:
±3 mm/30 m (±20”)
Nauwkeurigheid verticale
neerwaartse straal:
±9 mm/30 m (±60”)
Hellingsnauwkeurigheid: ±9 mm/30 m (±60”)
Compensatiebereik: ≥ 5°±1° (dubbele as)
Hellingsbereik: ±10% (dubbele as)
Minimum stappen 0,01%
Scanbereik: 10°/45°/90° ±20%
Werkbereik diameter
met Detector:
≤ 600 m
Nivelleringstijd ≤ 20 seconden
Rotatiesnelheid: 600 tpm ±10%
1000/600/300/150/0
tpm ±10%
600/300/150/0 tpm ±10%
Laserklasse: Klasse 2 (EN60825-1)
Lasergolengte: 635nm
515 -540nm
635nm
Werktijd: ≥ 20 uur (Ni-MH)
≥ 12 uur
(Ni-MH)
Oplaadtijd: ≤ 4 uur
Voeding: NI-MH Batterijpack
IP-waardering: IP66
Werktemperatuur: -10° C ~ +50° C
Opslagtemperatuur: -25° C ~ +70° C
91
77-496 / 77-429 / 77-439 / 77-497 / 77-427 / 77-441
Afstandsbediening
Infrarood
40 m
2 x AAA batterijen (alkaline)
Type:
Bereik binnenshuis:
Voeding:
Telescoop
2,5 x
5° 36’
8 mm
32 mm
≤ 8°
85 mm
Vergroting:
Gezichtsveld:
Visuele diameter:
Objectieve diameter:
Oplossend vermogen:
Oogafstand:
Notities
© 2016 Stanley Tools
Stanley Europe, Egide Walschaertsstraat 14-16,
2800 Mechelen, Belgium
P/N 79003120 (Nov. 2016)
WWW.STANLEYTOOLS.COM
/