56
NEDERLANDS
Veiligheidsinstructies
Neem bij het gebruik van elektrische machines
altijd de plaatselijk geldende veiligheidsvoor-
schriften in acht in verband met brandgevaar,
gevaar voor elektrische schokken en lichamelijk
letsel.
Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig door
voordat u met de machine gaat werken.
Bewaar deze instructies zorgvuldig!
Algemeen
1 Zorg voor een opgeruimde werkomgeving
Een rommelige werkomgeving kan tot
ongelukken leiden.
2 Houd rekening met omgevingsinvloeden
Stel de machine niet bloot aan regen. Gebruik de
machine niet in een vochtige of natte omgeving.
Zorg dat de werkomgeving goed is verlicht
(250 – 300 Lux). Gebruik de machine niet op
plaatsen waar brand- of explosiegevaar bestaat,
b.v. in de buurt van brandbare vloeistoffen of
gassen.
3 Houd kinderen uit de buurt
Houd kinderen, bezoekers en dieren buiten het
werkgebied en laat ze de machine of de
elektriciteitskabel niet aanraken.
4 Draag geschikte werkkleding
Draag geen wijde kleding of loshangende sieraden.
Deze kunnen door de bewegende delen worden
gegrepen. Houd lang haar bijeen. Draag bij het
werken buitenshuis bij voorkeur geschikte
werkhandschoenen en schoenen met profielzolen.
5 Persoonlijke bescherming
Draag altijd een veiligheidsbril. Draag een
gezichts- of stofmasker bij werkzaamheden
waarbij stofdeeltjes of spanen vrijkomen. Draag
eveneens een hittebestendig schort indien de
vrijkomende spanen aanzienlijk heet kunnen zijn.
Draag altijd gehoorbescherming.
6 Zorg voor een veilige houding
Zorg altijd voor een juiste, stabiele houding.
7 Blijf voortdurend opletten
Houd uw aandacht bij uw werk. Ga met verstand
te werk. Gebruik de machine niet als u niet
geconcentreerd bent.
8 Klem het werkstuk goed vast
Gebruik klemmen of een bankschroef om het
werkstuk te fixeren.
Dit is veiliger, bovendien kan de machine dan
met beide handen worden bediend.
9 Sluit de uitrusting van de stofafvoer aan
Indien hulpmiddelen zijn meegeleverd voor de
aansluiting van stofafvoer en voorzieningen voor
stofopvang, zorg dan dat deze zijn aangesloten
en naar behoren worden gebruikt.
10 Verwijder sleutels of hulpgereedschappen
Controleer vóór het inschakelen altijd of sleutels
en andere hulpgereedschappen zijn verwijderd.
11 Gebruik de juiste machine
Het gebruik volgens bestemming is beschreven
in deze handleiding. Gebruik geen lichte machine
of hulpstukken voor het werk van zware machines.
De machine werkt beter en veiliger indien u deze
gebruikt voor het beoogde doel. Overbelast de
machine niet.
Waarschuwing! Gebruik ter voorkoming van
lichamelijk letsel uitsluitend de in deze
gebruiksaanwijzing aanbevolen accessoires en
hulpstukken. Gebruik de machine uitsluitend
volgens bestemming.
12 Controleer de machine op beschadigingen
Controleer de machine voor gebruik op schade.
Controleer of alle bewegende delen correct
gemonteerd zijn, of er geen onderdelen gebroken
zijn, of er geen beschermkappen en schakelaars
beschadigd zijn en of er andere gebreken zijn die
invloed op de werking van de machine zouden
kunnen hebben. Vergewis u er van dat de
machine correct werkt. Gebruik de machine niet
als enig onderdeel defect is. Gebruik de machine
niet als de aan/uit-schakelaar niet werkt.
Defecte of beschadigde onderdelen dienen door
een erkend DEWALT servicecentrum te worden
vervangen. Probeer nooit om de machine zelf te
repareren.
13 Verwijder de accu
Schakel de machine uit en wacht totdat de
machine volledig tot stilstand is gekomen voordat
u deze achterlaat. Verwijder de accu als u de
machine niet gebruikt, voordat u
gereedschappen, accessoires of onderdelen van
de machine verwisselt en voordat u onderhoud
aan de machine uitvoert.
14 Voorkom onbedoeld inschakelen
Draag de machine niet met een vinger aan de
schakelaar. Wees ervan verzekerd dat de machine
is uitgeschakeld voordat u de accu aanbrengt.