Inleiding
Met de Vetus mechanische motorafstandsbedieningen RCEX
wordt zowel de koppeling als de brandstofpomp door middel
van één handel bediend.
Installatie
Trek-drukkabels aan het mechanisme
Het mechanisme is direct geschikt voor het bedienen van de:
• brandstofpomp (gas geven) - ‘duwend’
- ‘trekkend’
• keerkoppeling (schakelen)
- ‘duwend-vooruit’ en ‘trekkend-achteruit’
- ‘duwend-achteruit’ en ‘trekkend-vooruit’
Raadpleeg bij twijfel de motorleverancier wanneer niet duidelijk
is hoe de bediening van de motor is wat betreft gas geven en
schakelen (‘duwend’ of ‘trekkend’).
Let op!
Verbind altijd eerst de kabels met het mechanisme. Het
verbinden van de kabels met de keerkoppeling en de
brandstofpomp dient pas te gebeuren wanneer de com-
plete afstandsbediening geïnstalleerd is.
Verwijder altijd eerst de handel van het mechanisme, voordat
de kabels aan het mechanisme verbonden gaan worden (zie
tekeningen rechter pagina).
Naast het door Vetus en Morse geleverde kabeltype 33C, is
het mechanisme ook geschikt voor kabeltype OS van OMC en
kabeltype KM van Mercury.
De bevestigingsgaten in het mechanisme zijn genummerd.
Deze nummers corresponderen met het type kabel:
Functie Type kabel ‘Duwend’ ‘Trekkend’
Gasgeven Alle
33C
Schakelen
OS
(vooruit)
KM
Zorg ervoor dat beide functies van het mechanisme in de neu-
traalstand staan alvorens de kabels aan te sluiten.
Gaskabel aansluiten:
‘Duwend’ gas geven : zie tekening 1
‘Trekkend’ gas geven : zie tekening 2
Koppelingskabel aansluiten:
‘Duwend-vooruit’ en ‘trekkend-achteruit’ schakelen : tekening 3
‘Duwend-achteruit’ en ‘trekkend-vooruit’ schakelen: tekening 4
2 030620.01
Mechanische motorafstandsbediening RCEX
Let bij installatie van de kabels verder op de volgende punten:
• Zorg voor de juiste (totale) kabellengte.
• Leg zo min mogelijk bochten in de kabel en neem de buigra-
dius zo groot mogelijk (minimaal 500 mm).
• De kabels moeten op regelmatige afstanden worden gebeu-
geld (elke 60 cm).
• Installeer de kabel niet te dicht bij warmtebronnen, zoals de
verschillende delen van het uitlaatsysteem.
• Voorkom schuren van de kabel.
• Controleer na installatie aan het mechanisme of de kabels
zonder noemenswaardige weerstand kunnen worden bewo-
gen.
Trek-drukkabels aan de motor
Verbind de kabels met de keerkoppeling en de brandstofpomp
zoals door de motorleverancier is voorgeschreven.
Controleer of de hefboom van de brandstofpomp op de motor
zijn eindpositie haalt wanneer de handel in de uiterste stand
wordt gezet.
Controleer tevens de juiste werking van de keerkoppeling.
Neutraalschakelaar
Het mechanisme is reeds voorzien van een neutraalschakelaar.
De neutraalschakelaar verhindert dat de motor kan worden
gestart wanneer de keerkoppeling nog ingeschakeld is.
Indien gebruik wordt gemaakt van de neutraalschakelaar, sluit
de neutraalschakelaar dan aan zoals in de elektrische sche-
ma ’s op pagina 15 is aangegeven.
Meerdere afstandsbedieningen
Wanneer een motor is uitgerust met twee afstandsbedieningen,
dienen differentiaal apparaten aangeschaft te worden.
Met differentiaal apparaten kunnen de beide afstandsbedienin-
gen met elkaar worden verbonden, zodat de motor vanaf twee
plaatsen, onafhankelijk van elkaar, bediend kan worden.
Per motor zijn twee differentiaal apparaten nodig, namelijk één
voor de keerkoppeling en één voor de brandstofpomp. Zie
tekening op pagina 15.