23
DRAAGWIJZE GEZICHT NAAR MAMA EN GEZICHT
NAAR DE STRAAT DE DRAAGZAK DRAGEN
LET OP: doe de draagzak altijd om, voordat u het kind erin
zet.
LET OP: voor de draagwijze met het gezicht naar mama
en met het gezicht naar de straat moet de overdwarse be-
scherming (O) altijd worden verwijderd. (fig. 20)
10. Om de draagzak om te doen, haalt u uw hoofd door de
kruising van de schouderbanden (fig. 10).
11. Maak de schouderbanden met de speciale gespen vast,
zoals in fig. 11 wordt getoond. Controleer of de gespen
goed vastzitten.
12. Stel de lengte van de schouderbanden met de gesp (E)
af tot de schouderbanden goed op het lichaam aansluiten.
Stel de lengte van de gordels van de rugsteun vervolgens
af met de gesp (P) aan de uiteinden van de rugsteun, tot u
voelt dat hij op het lichaam aansluit (fig. 12).
13. Voor een maximaal comfort tijdens het dragen, moet de
kruising van de schouderbanden zich in het midden net on-
der de schouderbladen bevinden (fig. 13). De afstelling kan
worden verricht door de speciale ring (L) vast te pakken.
HET KIND IN DE DRAAGZAK ZETTEN
Het is raadzaam dat u zit, als u het kind in de draagzak zet.
GEZICHT NAAR MAMA
14. Maak de gesp ter hoogte van de taille van het kind en
de bijbehorende bovenste gesp alleen aan één kant van de
draagzak vast (fig. 14). Controleer of beide gespen goed zijn
bevestigd.
15. Zet het kind via de geopende kant in de draagzak (fig.
15).
LET OP: houd het kind goed vast, terwijl u deze handeling
verricht. Verzeker u ervan dat de benen van het kind zich
schrijlings van de zitting bevinden en dat de arm
door de speciale opening is gehaald.
16. Bevestig de gesp ter hoogte van de taille van het kind
(fig. 16A) en de bijbehorende bovenste gesp (fig. 16B) aan
de andere kant van de draagzak. Controleer of beide armen
van het kind door de speciale openingen zijn gehaald en of
beide gespen goed zijn vastgemaakt.
17. Stel de lengte ervan af voor een gemakkelijke en veilige
houding van het kind. De buikomvang en de opening voor
de benen moeten altijd worden afgesteld, zodat de draag-
zak nooit te wijd of te nauw is, maar goed is aangepast aan
de lichaamsbouw van het kind (fig. 17).
18. Stel de stand van de hoofdsteun af door aan de gordels
te trekken, zoals in figuur 18 wordt getoond.
LET OP: controleer altijd of er genoeg ruimte rond het ge-
zicht van het kind is, zodat het voldoende lucht krijgt.
19. Steun de draagzak van onderen en stel de lengte van de
schouderbanden één voor één af, tot het kind hoog tegen
uw borstkas aan zit. Dit is voor u en voor het kind de com-
fortabelste en veiligste manier. (fig. 19).
GEZICHT NAAR DE STRAAT
Vanaf het moment dat het kind zijn hoofd omhoog en de
schouders recht kan houden, ongeveer vanaf de 4e levens-
maand, kan het omgedraaid, dus met zijn gezichtje naar de
straat worden gedragen.
20. Verwijder de overdwarse bescherming (O) met behulp
van de ritssluiting en vouw het bovenste gedeelte van de
draagzak omlaag (fig. 20).
21. Maak de gesp ter hoogte van de taille van het kind al-
leen aan één kant van de draagzak vast (fig. 21). Controleer
of de gesp goed vastzit.
22. Zet het kind via de geopende kant in de draagzak (fig.
22).
LET OP: houd het kind goed vast, terwijl u deze handeling
verricht. Verzeker u ervan dat de benen van het kind zich
schrijlings van de zitting bevinden.
23. Maak de gesp ter hoogte van de taille van het kind aan
de andere kant van de draagzak vast (fig. 23). Controleer of
de gesp goed vastzit.
24. Maak de bovenste gespen aan de zijkanten vast (fig.
24).
Controleer of de gespen goed zijn bevestigd.
25. Stel hun lengte en die van de zijregelaars af, zodat het
kind comfortabel en veilig zit. De buikomvang en de ope-
ning voor de benen moeten ook altijd worden afgesteld,
zodat de draagzak nooit te wijd of te nauw is, maar goed is
aangepast aan de lichaamsbouw van het kind (fig. 25).
26. Steun de draagzak van onderen en stel de lengte van de
schouderbanden één voor één af, tot het kind hoog tegen
uw borstkas aan zit. Dit is voor u en voor het kind de com-
fortabelste en veiligste manier (fig. 26).
HET KIND UIT DE DRAAGZAK NEMEN DRAAGWIJZE
GEZICHT NAAR MAMA EN GEZICHT NAAR DE STRAAT
Het is raadzaam dat u zit, als u het kind uit de draagzak
haalt.
27. Terwijl u het kind goed vasthoudt, maakt u de bovenste
gesp en die ter hoogte van de taille van het kind (fig. 27)
alleen aan één kant los en haalt u het kind uit de draagzak.
OVERDWARS DRAGEN
LET OP: om de veiligheid van het kind te garanderen, moet
u, om het kind uit de draagzak te halen, de draagzak op de
schoot of op een tafel houden, terwijl u zit.
28. Terwijl u het kind goed vasthoudt, maakt u eerst de
bovenste twee gespen los (fig. 28 A) en vervolgens die ter
hoogte van de taille van het kind (fig. 28 B).
29. Haal het kind uit de draagzak (fig. 29).
OVERDWARSE BESCHERMING
30. De draagzak is uitgerust met een gewatteerde over-
dwarse bescherming (O). Om haar te gebruiken maakt u
haar met de hiervoor bestemde ritssluiting aan de boven-
rand van de draagzak vast (fig. 30). De overdwarse bescher-
ming (O) moet worden gebruikt om de veiligheid van het
kind bij overdwars dragen te garanderen.
VOOR MEER INFORMATIE:
ARTSANA BELGIUM NV
Klantenservice
Temselaan 5
1853 Strombeek-Bever – BELGIË
www.chicco.be
Gratis nummer in Italië 800.188.898
www.chicco.com