Chicco Soft & Dream de handleiding

Categorie
Draagzakken
Type
de handleiding
22
23
GEBRUIKSAANWIJZING
ONDERDELEN
A. Draagzak
B. Hoofdsteun
C. Opening waar de armen doorheen moeten (draagwijze
gezicht naar mama)
D. Bovenste bevestigingsgesp
E. Onderste bevestigingsgesp en zijdelings afstelsysteem
F. Verstelgordel draagzak
G. Zitting
H. Knop voor overdwars dragen
I. Schouderbanden
J. Gewatteerde rugsteun
K. Verstelsysteem ruggedeelte
L. Ergonomische verstelring
M. Lus voor de gordels
N. Beenbescherming
O. Overdwarse bescherming
P. Onderste gesp
BELANGRIJKE MEDEDELINGEN
BELANGRIJK: LEES DEZE GEBRUIKSAANWIJZING AAN-
DACHTIG DOOR, OM GEVAREN BIJ HET GEBRUIK TE
VOORKOMEN. BEWAAR ZE VOOR LATERE RAADPLE-
GING.
HOUD U ZORGVULDIG AAN DEZE INSTRUCTIES, OM DE
VEILIGHEID VAN UW KIND NIET OP HET SPEL TE ZETTEN
LET OP: VERWIJDER VOOR HET GEBRUIK EVENTUELE
PLASTIC ZAKKEN EN ALLE ANDERE VERPAKKINGSON-
DERDELEN EN GOOI ZE WEG OF HOUD ZE IN IEDER GE-
VAL BUITEN HET BEREIK VAN BABY’S EN KINDEREN.
WAARSCHUWINGEN
Gebruikscategorie: vanaf de geboorte, van 3,5 kg tot 9 kg.
Gebruik de draagzak alleen als u staat of loopt.
LET OP: gebruik de draagzak niet tijdens sportactiviteiten.
LET OP: doe de draagzak altijd om, voordat u het kind
erin zet.
Deze draagzak mag niet worden gebruikt om een kind op
uw rug te vervoeren.
Verzeker u er voor het gebruik van dat de gordels goed zijn
aangebracht en afgesteld en dat de gespen vastzitten.
Het is raadzaam dat u zit, als u het kind in de draagzak zet
of het kind eruit haalt.
Vanaf het moment dat het kind zijn hoofd omhoog en de
schouders recht kan houden, ongeveer vanaf de 4e levens-
maand, kan het omgedraaid, dus met zijn gezichtje naar
de straat worden gedragen.
Als het kind eenmaal in de draagzak zit, controleert u
zorgvuldig of de omvangregelaars goed zijn afgesteld. Ver-
ander ze anders eventueel.
Gebruik de draagzak voor niet meer dan één kind tegelijk.
Controleer altijd of er genoeg ruimte rond het gezicht van
het kind is, zodat het voldoende lucht krijgt.
Gebruik de draagzak niet als onderdelen stuk of gescheurd
zijn of ontbreken.
Breng geen niet door de fabrikant geleverde accessoires,
reserveonderdelen of onderdelen aan de draagzak aan.
LET OP: u kunt uw evenwicht verliezen door uw eigen be-
wegingen en die van het kind.
LET OP: kijk uit als u zich bukt of voorover buigt. Verzeker
u ervan dat de armen het kind goed ondersteunen.
Denk eraan dat het kind in de draagzak eerder op klimato-
logische veranderingen zal reageren dan degene die hem
draagt.
LET OP: laat het kind nooit onbewaakt in de draagzak als
hij niet wordt gedragen.
REINIGINGS- EN ONDERHOUDSTIPS
REINIGEN
Houd u aan de instructies op het wasetiket.
Controleer de stevigheid van de stof en de gordels na iedere
wasbeurt.
Met koud water op de hand wassen
Niet bleken
Niet mechanisch drogen
Niet strijken
Niet chemisch laten reinigen
ONDERHOUD
Controleer de draagzak regelmatig op eventuele losse na-
den, beschadigingen of ontbrekende delen. Gebruik het pro-
duct in dat geval niet.
OVERDWARS DRAGEN
DE DRAAGZAK DRAGEN
LET OP: doe de draagzak altijd om, voordat u het kind erin
zet.
LET OP: bij overdwars dragen moet de overdwarse bescher-
ming (O) altijd zijn gemonteerd, aangezien het de veilig-
heid van het kind garandeert bij die manier van dragen.
Overdwars dragen is een gebruikswijze die bijzonder ge-
schikt is voor kinderen tot een leeftijd van 3-4 maanden.
1. Maak de schouderbanden met de speciale gespen (P)
vast, die zich onderaan het middelste gedeelte van de
draagzak bevinden (fig. 1).
2. Leg de schouderbanden met behulp van de knop (H), die
zich op één van de banden bevindt, op één lijn.
3. Om de draagzak om te doen, steekt u een arm en het
hoofd door beide schouderbanden (fig. 3).
4. Pas de lengte van de schouderbanden met de speciale
regelaars aan (fig. 4).
5. Gebruik de rugsteun (J) als schouderband (fig. 5).
HET KIND IN DE DRAAGZAK ZETTEN
Om deze handeling te verrichten, is het raadzaam het kind
in de draagzak te zetten, terwijl u zit en de draagzak op de
schoot of op een tafel houdt.
6. Controleer of de gespen aan de zijkant open zijn en leg
het kind met het gezicht naar u toe in de draagzak. Let erop
dat u de benen goed door de openingen haalt. Verzeker u er
altijd van dat u het kind goed vasthoudt en wees voorbereid
op iedere beweging die het kindje maakt (fig. 6).
7. Maak beide gespen van de openingen aan de zijkanten
vast door ze onder de lipjes door te halen en ze omlaag te
trekken, tot u een klik hoort ter bevestiging (fig. 7).
LET OP: verzeker u er altijd van dat u de gespen goed heeft
vastgemaakt.
8. Stel de lengte ervan af voor een gemakkelijke en veilige
houding van het kind. De buikomvang en de opening voor
de benen moeten altijd worden afgesteld, zodat de draag-
zak nooit te wijd of te nauw is, maar goed is aangepast aan
de lichaamsbouw van het kind (fig. 8).
9. Zet de gewatteerde gordel vast door de beide gespen aan
de uiteinden vast te maken. Pas de lengte met de speciale
regelaars aan de zijkanten van de rugsteun (M) aan (fig. 9).
LET OP: controleer altijd dat er genoeg ruimte rond het ge-
zicht van het kind is, zodat het voldoende lucht krijgt.
NL
22
23
DRAAGWIJZE GEZICHT NAAR MAMA EN GEZICHT
NAAR DE STRAAT DE DRAAGZAK DRAGEN
LET OP: doe de draagzak altijd om, voordat u het kind erin
zet.
LET OP: voor de draagwijze met het gezicht naar mama
en met het gezicht naar de straat moet de overdwarse be-
scherming (O) altijd worden verwijderd. (fig. 20)
10. Om de draagzak om te doen, haalt u uw hoofd door de
kruising van de schouderbanden (fig. 10).
11. Maak de schouderbanden met de speciale gespen vast,
zoals in fig. 11 wordt getoond. Controleer of de gespen
goed vastzitten.
12. Stel de lengte van de schouderbanden met de gesp (E)
af tot de schouderbanden goed op het lichaam aansluiten.
Stel de lengte van de gordels van de rugsteun vervolgens
af met de gesp (P) aan de uiteinden van de rugsteun, tot u
voelt dat hij op het lichaam aansluit (fig. 12).
13. Voor een maximaal comfort tijdens het dragen, moet de
kruising van de schouderbanden zich in het midden net on-
der de schouderbladen bevinden (fig. 13). De afstelling kan
worden verricht door de speciale ring (L) vast te pakken.
HET KIND IN DE DRAAGZAK ZETTEN
Het is raadzaam dat u zit, als u het kind in de draagzak zet.
GEZICHT NAAR MAMA
14. Maak de gesp ter hoogte van de taille van het kind en
de bijbehorende bovenste gesp alleen aan één kant van de
draagzak vast (fig. 14). Controleer of beide gespen goed zijn
bevestigd.
15. Zet het kind via de geopende kant in de draagzak (fig.
15).
LET OP: houd het kind goed vast, terwijl u deze handeling
verricht. Verzeker u ervan dat de benen van het kind zich
schrijlings van de zitting bevinden en dat de arm
door de speciale opening is gehaald.
16. Bevestig de gesp ter hoogte van de taille van het kind
(fig. 16A) en de bijbehorende bovenste gesp (fig. 16B) aan
de andere kant van de draagzak. Controleer of beide armen
van het kind door de speciale openingen zijn gehaald en of
beide gespen goed zijn vastgemaakt.
17. Stel de lengte ervan af voor een gemakkelijke en veilige
houding van het kind. De buikomvang en de opening voor
de benen moeten altijd worden afgesteld, zodat de draag-
zak nooit te wijd of te nauw is, maar goed is aangepast aan
de lichaamsbouw van het kind (fig. 17).
18. Stel de stand van de hoofdsteun af door aan de gordels
te trekken, zoals in figuur 18 wordt getoond.
LET OP: controleer altijd of er genoeg ruimte rond het ge-
zicht van het kind is, zodat het voldoende lucht krijgt.
19. Steun de draagzak van onderen en stel de lengte van de
schouderbanden één voor één af, tot het kind hoog tegen
uw borstkas aan zit. Dit is voor u en voor het kind de com-
fortabelste en veiligste manier. (fig. 19).
GEZICHT NAAR DE STRAAT
Vanaf het moment dat het kind zijn hoofd omhoog en de
schouders recht kan houden, ongeveer vanaf de 4e levens-
maand, kan het omgedraaid, dus met zijn gezichtje naar de
straat worden gedragen.
20. Verwijder de overdwarse bescherming (O) met behulp
van de ritssluiting en vouw het bovenste gedeelte van de
draagzak omlaag (fig. 20).
21. Maak de gesp ter hoogte van de taille van het kind al-
leen aan één kant van de draagzak vast (fig. 21). Controleer
of de gesp goed vastzit.
22. Zet het kind via de geopende kant in de draagzak (fig.
22).
LET OP: houd het kind goed vast, terwijl u deze handeling
verricht. Verzeker u ervan dat de benen van het kind zich
schrijlings van de zitting bevinden.
23. Maak de gesp ter hoogte van de taille van het kind aan
de andere kant van de draagzak vast (fig. 23). Controleer of
de gesp goed vastzit.
24. Maak de bovenste gespen aan de zijkanten vast (fig.
24).
Controleer of de gespen goed zijn bevestigd.
25. Stel hun lengte en die van de zijregelaars af, zodat het
kind comfortabel en veilig zit. De buikomvang en de ope-
ning voor de benen moeten ook altijd worden afgesteld,
zodat de draagzak nooit te wijd of te nauw is, maar goed is
aangepast aan de lichaamsbouw van het kind (fig. 25).
26. Steun de draagzak van onderen en stel de lengte van de
schouderbanden één voor één af, tot het kind hoog tegen
uw borstkas aan zit. Dit is voor u en voor het kind de com-
fortabelste en veiligste manier (fig. 26).
HET KIND UIT DE DRAAGZAK NEMEN DRAAGWIJZE
GEZICHT NAAR MAMA EN GEZICHT NAAR DE STRAAT
Het is raadzaam dat u zit, als u het kind uit de draagzak
haalt.
27. Terwijl u het kind goed vasthoudt, maakt u de bovenste
gesp en die ter hoogte van de taille van het kind (fig. 27)
alleen aan één kant los en haalt u het kind uit de draagzak.
OVERDWARS DRAGEN
LET OP: om de veiligheid van het kind te garanderen, moet
u, om het kind uit de draagzak te halen, de draagzak op de
schoot of op een tafel houden, terwijl u zit.
28. Terwijl u het kind goed vasthoudt, maakt u eerst de
bovenste twee gespen los (fig. 28 A) en vervolgens die ter
hoogte van de taille van het kind (fig. 28 B).
29. Haal het kind uit de draagzak (fig. 29).
OVERDWARSE BESCHERMING
30. De draagzak is uitgerust met een gewatteerde over-
dwarse bescherming (O). Om haar te gebruiken maakt u
haar met de hiervoor bestemde ritssluiting aan de boven-
rand van de draagzak vast (fig. 30). De overdwarse bescher-
ming (O) moet worden gebruikt om de veiligheid van het
kind bij overdwars dragen te garanderen.
VOOR MEER INFORMATIE:
ARTSANA BELGIUM NV
Klantenservice
Temselaan 5
1853 Strombeek-Bever – BELGIË
www.chicco.be
Gratis nummer in Italië 800.188.898
www.chicco.com

Documenttranscriptie

NL GEBRUIKSAANWIJZING REINIGINGS- EN ONDERHOUDSTIPS REINIGEN Houd u aan de instructies op het wasetiket. Controleer de stevigheid van de stof en de gordels na iedere wasbeurt. ONDERDELEN A. Draagzak B. Hoofdsteun C. Opening waar de armen doorheen moeten (draagwijze gezicht naar mama) D. Bovenste bevestigingsgesp E. Onderste bevestigingsgesp en zijdelings afstelsysteem F. Verstelgordel draagzak G. Zitting H. Knop voor overdwars dragen I. Schouderbanden J. Gewatteerde rugsteun K. Verstelsysteem ruggedeelte L. Ergonomische verstelring M. Lus voor de gordels N. Beenbescherming O. Overdwarse bescherming P. Onderste gesp Met koud water op de hand wassen Niet bleken Niet mechanisch drogen Niet strijken Niet chemisch laten reinigen ONDERHOUD Controleer de draagzak regelmatig op eventuele losse naden, beschadigingen of ontbrekende delen. Gebruik het product in dat geval niet. BELANGRIJKE MEDEDELINGEN •B  ELANGRIJK: LEES DEZE GEBRUIKSAANWIJZING AANDACHTIG DOOR, OM GEVAREN BIJ HET GEBRUIK TE VOORKOMEN. BEWAAR ZE VOOR LATERE RAADPLEGING. HOUD U ZORGVULDIG AAN DEZE INSTRUCTIES, OM DE VEILIGHEID VAN UW KIND NIET OP HET SPEL TE ZETTEN • L ET OP: VERWIJDER VOOR HET GEBRUIK EVENTUELE PLASTIC ZAKKEN EN ALLE ANDERE VERPAKKINGSONDERDELEN EN GOOI ZE WEG OF HOUD ZE IN IEDER GEVAL BUITEN HET BEREIK VAN BABY’S EN KINDEREN. OVERDWARS DRAGEN DE DRAAGZAK DRAGEN LET OP: doe de draagzak altijd om, voordat u het kind erin zet. LET OP: bij overdwars dragen moet de overdwarse bescherming (O) altijd zijn gemonteerd, aangezien het de veiligheid van het kind garandeert bij die manier van dragen. Overdwars dragen is een gebruikswijze die bijzonder geschikt is voor kinderen tot een leeftijd van 3-4 maanden. 1. Maak de schouderbanden met de speciale gespen (P) vast, die zich onderaan het middelste gedeelte van de draagzak bevinden (fig. 1). 2. Leg de schouderbanden met behulp van de knop (H), die zich op één van de banden bevindt, op één lijn. 3. Om de draagzak om te doen, steekt u een arm en het hoofd door beide schouderbanden (fig. 3). 4. Pas de lengte van de schouderbanden met de speciale regelaars aan (fig. 4). 5. Gebruik de rugsteun (J) als schouderband (fig. 5). WAARSCHUWINGEN • Gebruikscategorie: vanaf de geboorte, van 3,5 kg tot 9 kg. • Gebruik de draagzak alleen als u staat of loopt. • L ET OP: gebruik de draagzak niet tijdens sportactiviteiten. • L ET OP: doe de draagzak altijd om, voordat u het kind erin zet. •D  eze draagzak mag niet worden gebruikt om een kind op uw rug te vervoeren. • Verzeker u er voor het gebruik van dat de gordels goed zijn aangebracht en afgesteld en dat de gespen vastzitten. •H  et is raadzaam dat u zit, als u het kind in de draagzak zet of het kind eruit haalt. • Vanaf het moment dat het kind zijn hoofd omhoog en de schouders recht kan houden, ongeveer vanaf de 4e levensmaand, kan het omgedraaid, dus met zijn gezichtje naar de straat worden gedragen. • Als het kind eenmaal in de draagzak zit, controleert u zorgvuldig of de omvangregelaars goed zijn afgesteld. Verander ze anders eventueel. • Gebruik de draagzak voor niet meer dan één kind tegelijk. • Controleer altijd of er genoeg ruimte rond het gezicht van het kind is, zodat het voldoende lucht krijgt. • Gebruik de draagzak niet als onderdelen stuk of gescheurd zijn of ontbreken. •B  reng geen niet door de fabrikant geleverde accessoires, reserveonderdelen of onderdelen aan de draagzak aan. • L ET OP: u kunt uw evenwicht verliezen door uw eigen bewegingen en die van het kind. • L ET OP: kijk uit als u zich bukt of voorover buigt. Verzeker u ervan dat de armen het kind goed ondersteunen. •D  enk eraan dat het kind in de draagzak eerder op klimatologische veranderingen zal reageren dan degene die hem draagt. • L ET OP: laat het kind nooit onbewaakt in de draagzak als hij niet wordt gedragen. HET KIND IN DE DRAAGZAK ZETTEN Om deze handeling te verrichten, is het raadzaam het kind in de draagzak te zetten, terwijl u zit en de draagzak op de schoot of op een tafel houdt. 6. Controleer of de gespen aan de zijkant open zijn en leg het kind met het gezicht naar u toe in de draagzak. Let erop dat u de benen goed door de openingen haalt. Verzeker u er altijd van dat u het kind goed vasthoudt en wees voorbereid op iedere beweging die het kindje maakt (fig. 6). 7. Maak beide gespen van de openingen aan de zijkanten vast door ze onder de lipjes door te halen en ze omlaag te trekken, tot u een klik hoort ter bevestiging (fig. 7). LET OP: verzeker u er altijd van dat u de gespen goed heeft vastgemaakt. 8. Stel de lengte ervan af voor een gemakkelijke en veilige houding van het kind. De buikomvang en de opening voor de benen moeten altijd worden afgesteld, zodat de draagzak nooit te wijd of te nauw is, maar goed is aangepast aan de lichaamsbouw van het kind (fig. 8). 9. Zet de gewatteerde gordel vast door de beide gespen aan de uiteinden vast te maken. Pas de lengte met de speciale regelaars aan de zijkanten van de rugsteun (M) aan (fig. 9). LET OP: controleer altijd dat er genoeg ruimte rond het gezicht van het kind is, zodat het voldoende lucht krijgt. 22 23. Maak de gesp ter hoogte van de taille van het kind aan de andere kant van de draagzak vast (fig. 23). Controleer of de gesp goed vastzit. 24. Maak de bovenste gespen aan de zijkanten vast (fig. 24). Controleer of de gespen goed zijn bevestigd. 25. Stel hun lengte en die van de zijregelaars af, zodat het kind comfortabel en veilig zit. De buikomvang en de opening voor de benen moeten ook altijd worden afgesteld, zodat de draagzak nooit te wijd of te nauw is, maar goed is aangepast aan de lichaamsbouw van het kind (fig. 25). 26. Steun de draagzak van onderen en stel de lengte van de schouderbanden één voor één af, tot het kind hoog tegen uw borstkas aan zit. Dit is voor u en voor het kind de comfortabelste en veiligste manier (fig. 26). HET KIND UIT DE DRAAGZAK NEMEN DRAAGWIJZE GEZICHT NAAR MAMA EN GEZICHT NAAR DE STRAAT Het is raadzaam dat u zit, als u het kind uit de draagzak haalt. 27. Terwijl u het kind goed vasthoudt, maakt u de bovenste gesp en die ter hoogte van de taille van het kind (fig. 27) alleen aan één kant los en haalt u het kind uit de draagzak. DRAAGWIJZE GEZICHT NAAR MAMA EN GEZICHT NAAR DE STRAAT DE DRAAGZAK DRAGEN LET OP: doe de draagzak altijd om, voordat u het kind erin zet. LET OP: voor de draagwijze met het gezicht naar mama en met het gezicht naar de straat moet de overdwarse bescherming (O) altijd worden verwijderd. (fig. 20) 10. Om de draagzak om te doen, haalt u uw hoofd door de kruising van de schouderbanden (fig. 10). 11. Maak de schouderbanden met de speciale gespen vast, zoals in fig. 11 wordt getoond. Controleer of de gespen goed vastzitten. 12. Stel de lengte van de schouderbanden met de gesp (E) af tot de schouderbanden goed op het lichaam aansluiten. Stel de lengte van de gordels van de rugsteun vervolgens af met de gesp (P) aan de uiteinden van de rugsteun, tot u voelt dat hij op het lichaam aansluit (fig. 12). 13. Voor een maximaal comfort tijdens het dragen, moet de kruising van de schouderbanden zich in het midden net onder de schouderbladen bevinden (fig. 13). De afstelling kan worden verricht door de speciale ring (L) vast te pakken. HET KIND IN DE DRAAGZAK ZETTEN Het is raadzaam dat u zit, als u het kind in de draagzak zet. OVERDWARS DRAGEN LET OP: om de veiligheid van het kind te garanderen, moet u, om het kind uit de draagzak te halen, de draagzak op de schoot of op een tafel houden, terwijl u zit. 28. Terwijl u het kind goed vasthoudt, maakt u eerst de bovenste twee gespen los (fig. 28 A) en vervolgens die ter hoogte van de taille van het kind (fig. 28 B). 29. Haal het kind uit de draagzak (fig. 29). GEZICHT NAAR MAMA 14. Maak de gesp ter hoogte van de taille van het kind en de bijbehorende bovenste gesp alleen aan één kant van de draagzak vast (fig. 14). Controleer of beide gespen goed zijn bevestigd. 15. Zet het kind via de geopende kant in de draagzak (fig. 15). LET OP: houd het kind goed vast, terwijl u deze handeling verricht. Verzeker u ervan dat de benen van het kind zich schrijlings van de zitting bevinden en dat de arm door de speciale opening is gehaald. 16. Bevestig de gesp ter hoogte van de taille van het kind (fig. 16A) en de bijbehorende bovenste gesp (fig. 16B) aan de andere kant van de draagzak. Controleer of beide armen van het kind door de speciale openingen zijn gehaald en of beide gespen goed zijn vastgemaakt. 17. Stel de lengte ervan af voor een gemakkelijke en veilige houding van het kind. De buikomvang en de opening voor de benen moeten altijd worden afgesteld, zodat de draagzak nooit te wijd of te nauw is, maar goed is aangepast aan de lichaamsbouw van het kind (fig. 17). 18. Stel de stand van de hoofdsteun af door aan de gordels te trekken, zoals in figuur 18 wordt getoond. LET OP: controleer altijd of er genoeg ruimte rond het gezicht van het kind is, zodat het voldoende lucht krijgt. 19. Steun de draagzak van onderen en stel de lengte van de schouderbanden één voor één af, tot het kind hoog tegen uw borstkas aan zit. Dit is voor u en voor het kind de comfortabelste en veiligste manier. (fig. 19). OVERDWARSE BESCHERMING 30. De draagzak is uitgerust met een gewatteerde overdwarse bescherming (O). Om haar te gebruiken maakt u haar met de hiervoor bestemde ritssluiting aan de bovenrand van de draagzak vast (fig. 30). De overdwarse bescherming (O) moet worden gebruikt om de veiligheid van het kind bij overdwars dragen te garanderen. VOOR MEER INFORMATIE: ARTSANA BELGIUM NV Klantenservice Temselaan 5 1853 Strombeek-Bever – BELGIË www.chicco.be Gratis nummer in Italië 800.188.898 www.chicco.com GEZICHT NAAR DE STRAAT Vanaf het moment dat het kind zijn hoofd omhoog en de schouders recht kan houden, ongeveer vanaf de 4e levensmaand, kan het omgedraaid, dus met zijn gezichtje naar de straat worden gedragen. 20. Verwijder de overdwarse bescherming (O) met behulp van de ritssluiting en vouw het bovenste gedeelte van de draagzak omlaag (fig. 20). 21. Maak de gesp ter hoogte van de taille van het kind alleen aan één kant van de draagzak vast (fig. 21). Controleer of de gesp goed vastzit. 22. Zet het kind via de geopende kant in de draagzak (fig. 22). LET OP: houd het kind goed vast, terwijl u deze handeling verricht. Verzeker u ervan dat de benen van het kind zich schrijlings van de zitting bevinden. 23
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

Chicco Soft & Dream de handleiding

Categorie
Draagzakken
Type
de handleiding