46
NEDERLAND
● Diverse instellingen van de louvers
• De diverse instelmogelijkheden
verschillen voor iedere
bediening: o.a. verwarming,
koeling en ontvochtiging. (Fig.
links)
• De stand aangegeven op de q
afstandsbediening verschilt met
die op de binnen-unit.
• De louverstand verandert
automatisch om condensatie te
voorkomen gedurende koeling
en ontvochtiging.
• Zodra de bediening stopt, sluit
de louver automatisch.
* Er kunnen 5 stappen worden ingesteld.
● Opmerking
• Indien de airconditioner voor langere tijd niet wordt
gebruikt, schakel de hoofdstroomtoevoer uit. Blijft het
apparaat op AAN staan, dan zal ongeveer 2,8W
elektriciteit verbruikt worden zelfs al is de binnen-unit
met de afstandsbediening UITgeschakeld.
• Als apparaat is gestopt, en direkt daama opnieuw
aangezet, zal het pas na 3 minuten zijn functie
hervatten.
● Informatie over het gebruik
COOL – Koelen
• Om de kamertemperatuur in te stellen op een
comfortabel koel niveau.
AUTO – Automatische bedieningsfunctie
• Voel de binnentemperatuur om de optimale stand te
selecteren.
• De temperatuur wordt op de afstandsbediening niet
weergegeven tijdens de automatische werking.
DRY – Ontvochtigingsfunctie
• Ontvochtigt terwijl ingestelde temperatuur
gehandhaafd blijft. Het gebruik van deze functie wordt
aanbevolen tijdens het voor- en najaar.
• Als kamer temperatuur boven ingestelde temperatuur
komt, schakelt deze functie naar koeling.
• De ventilatorsnelheid is zeer laag gedurende de
ontvochtigingsfunctie.
• Het is mogelijk dat de vochtigheid niet vermindert
wanneer de binnen temperatuur lager is dan de
ingestelde temperatuur op de afstandsbediening.
HEAT – Verwarmingsfunctie
• Om de kamer op te warmen tot op het niveau van de
insteltemperatuur die uw voorkeur geniet.
• Om de kamer te verwarmen wordt warmte uit de
buitenlucht onttrokken. Wanneer de temperatuur van
de buitenlucht daalt, kan het zijn dat het
verwarmingsvermogen van het toestel beperkt blijft.
We raden u aan gebruik te maken van een extra
verwarmingstoestel wanneer de temperatuur van de
buitenlucht laag is.
FAN – Ventilatiefunctie
• Circuleert lucht door gehele kamer.
• Zuivert en verwijdert geurtjes uit de lucht met het
luchtzuiveringsfilter. Ventilatiefunctie is aanbevolen
gedurende seizoenen waar noch verwarming noch
koeling wordt gebruikt.
■ Instelling van de ventilatorsnelheid
• Druk op 4 om te selecteren:
Naast de 5 instelbare ventilatorsnelheden is er
tevens een automatische stand.
AUTO
FAN – Verwarming
Wanneer de temperatuur van de
uitgeblazen lucht stijgt, neemt de
snelheid van de ventilator toe.
Koeling ● Drogen
De ventilatorsnelheid varieert om zo een
koel briesje te creëren. De ventilator
start ongeveer 40 seconden na het
begin van koeling of ontvochtiging.
■ Instelling van de verticale luchtstroomrichting
• Druk op 5 om te selecteren:-
AUTO
• Voor KOELEN/DROGEN.
Automatisch op en neer.
• Voor VERWARMEN
Wanneer de temperatuur van de
uitgestoten lucht laag is, zoals aan het
begin van de verwarmingsfunctie, dan
wordt de lucht in horizontale richting
geblazen. Wanneer de temperatuur
stijgt, wordt de hete lucht neerwaarts
geblazen.
AUTO
• Voor KOELEN/DROGEN.
Louvers bewegen met een vaste
snelheid.
• Voor VERWARMEN (HEAT functie)
Als de kamertemperatuur laag is, dan
zal de lucht geblazen worden in .
Als de temperatuur verhoogt, dan zal de
klep horizontaal zwenken aan een vaste
snelheid.
AUTO
AUTO
Verwarming
Ontvoch-
tiging
Koeling,
Circulatie
Ongeveer 60°
● Opmerkingen
• Tijdens Koeling en Ontvochtiging dient de louver niet
gedurende een langere periode naar beneden gericht
te staan. Condensvorming kan optreden op de
uitlaatopening.
• Gebruik de afstandsbediening voor het veranderen
van de louver-stand (verticaal). Handmatige
bediening kan leiden tot slecht functioneren van de
louver. Mocht dit toch gebeuren, dan dient het
apparaat te worden uitgezet en herstart.
■ Instelling van de horizontale luchtstroomrichting
• Druk op 6 om te selecteren:-
Ongeveer 30°
Ongeveer 30°
AUTO
● Gebruik dit klimaatregelingstoestel in de volgende
omstandigheden:
DBT:Droge bol temperatuur
WBT:Natte bol temperatuur
Maximumtemperatuur-Koelen
(Maximumtemperatuur-Verwarmen)
Minimumtemperatuur-Koelen
(Minimumtemperatuur-Verwarmen)
DBT
32
(30)
16
(2)
WBT
23
(-)
11
(-)
DBT
43
(24)
16
(-5)
WBT
26
(18)
11
(-6)
Binnen
Buiten
Eenheden in °C
AUTO
Horizontale
luchtstroom
Binnenunit
Afstands-
bediening