Documenttranscriptie
© 2002 – 2005 Renishaw. Alle rechten
voorbehouden.
Dit document mag in geen enkele vorm, noch
geheel, noch gedeeltelijk, worden gekopieerd,
gereproduceerd of overgebracht op een ander
medium of in een andere taal zonder de
voorafgaande schriftelijke toestemming van
Renishaw.
Handelsmerken
RENISHAW® en het tasterembleem gebruikt
in het RENISHAW-logo zijn geregistreerde
handelsmerken van Renishaw plc in het
Verenigd Koninkrijk en andere landen.
apply innovation is een handelsmerk van
Renishaw plc
De openbaarmaking van materiaal in deze
publicatie impliceert geen vrijstelling van de
patentrechten van Renishaw plc.
RENISHAW® is een geregistreerd
handelsmerk van Renishaw plc in het
Verenigd Koninkrijk en andere landen.
Disclaimer
Alle merknamen en productnamen die in dit
document worden gebruikt, zijn handelsnamen,
servicemerken, handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken van de
respectieve eigenaren.
Renishaw heeft er zorgvuldig op toegezien dat
de informatie in dit document juist en volledig is.
Ten aanzien van de inhoud van dit document
verstrekt Renishaw echter geen garanties en
eventuele impliciete garanties worden
uitdrukkelijk afgewezen. Renishaw behoudt
zich het recht voor zonder aankondiging
wijzigingen aan te brengen in dit document en
in het daarin beschreven product.
Renishaw onderdeelnr.: H-2000-5251-05-B
Uitgegeven in: 01/2006
S2
FCC VERKLARING (VS)
FCC Sectie 15.19
Dit apparaat voldoet aan Deel 15 van de FCC
regels.
Op ingebruikname van dit apparaat zijn de
volgende twee voorwaarden van toepassing:
1. Dit apparaat mag geen schadelijke
interferentie veroorzaken.
2. Dit apparaat moet elke ontvangen
interferentie accepteren, met inbegrip van
interferentie die ongewenste werking tot
gevolg kan hebben.
FCC Sectie 15.105
Dit apparaat is getest en voldoet aan de
limietwaarden voor Klasse A digitale
apparatuur, overeenkomstig Deel 15 van de
FCC regels. Deze limietwaarden zijn
vastgesteld om redelijke bescherming te
bieden tegen schadelijke interferentie, wanneer
het apparaat in een commerciële omgeving
wordt gebruikt.
Dit apparaat genereert en gebruikt
hoogfrequente energie en kan hoogfrequente
energie uitstralen. Indien de apparatuur niet
wordt geïnstalleerd en gebruikt overeenkomstig
de gebruiksaanwijzing, kan dit schadelijk
interferentie op radiocommunicatie
veroorzaken. Bij gebruik in een dichtbevolkt
gebied veroorzaakt dit apparaat waarschijnlijk
schadelijke interferentie, in welk geval u
verplicht bent deze interferentie voor eigen
rekening op te heffen.
FCC Sectie 15.21
Wij wijzen erop dat het aanbrengen van
wijzigingen zonder de uitdrukkelijke
toestemming van Renishaw plc of een
bevoegde vertegenwoordiger van Renishaw plc
niet is toegestaan en kan leiden tot intrekking
van de bevoegdheid van de gebruiker om de
apparatuur te gebruiken.
FCC Sectie 15.27
Wij wijzen de gebruiker er tevens op dat voor
aansluiting van deze apparatuur op
randapparatuur, zoals een computer, een
afgeschermde kwaliteitskabel moet worden
gebruikt om te voldoen aan de FCC
bepalingen.
GB - SAFETY
Information for the user
In all applications involving the use of machine
tools or CMMs, eye protection is recommended. Refer to the machine supplier's
operating instructions.
Information for the machine supplier
It is the machine supplier's responsibility to
ensure that the user is made aware of any
hazards involved in operation, including those
mentioned in Renishaw product documentation,
and to ensure that adequate guards and safety
interlocks are provided.
Under certain circumstances the probe signal
may falsely indicate a probe seated condition.
Do not rely on probe signals to stop machine
movement.
S6
I
SICUREZZA
Informazioni per l’utente
Si raccomanda di indossare occhiali di protezione in
applicazioni che comportano macchine utensili e
macchine per misurare a coordinate.
NL
VEILIGHEID
Informatie voor de Gebruiker
Het dragen van oogbescherming wordt tijdens
gebruik van Machinewerktuigen en CMM’s
aanbevolen.
Consultare le istruzioni d’uso del fabbricante della
macchina.
De bedieningsinstructies van de machineleverancier
raadplegen.
Informazioni per il fabbricante della macchina
Il fornitore della macchina ha la responsabilità di
avvertire l'utente dei pericoli inerenti al
funzionamento della stessa, compresi quelli riportati
nelle istruzioni della Renishaw,
e di mettere a disposizione i ripari di sicurezza
e gli interruttori di esclusione.
Informatie voor de Machineleverancier
De leverancier van de machine is ervoor
verantwoordelijk dat de gebruiker op de hoogte
wordt gesteld van de risico’s die verbonden zijn aan
bediening, waaronder de risico’s die vermeld worden
in de produktendocumentatie van Renishaw.
De leverancier dient er tevens voor te zorgen dat de
gebruiker is voorzien van voldoende beveiligingen
en veiligheidsgrendelinrichtingen.
È possibile, in certe situazioni, che la sonda emetta
erroneamente un segnale che la sonda è in
posizione. Evitare di fare affidamento sugli impulsi
trasmessi dalla sonda per arrestare la macchina.
Onder bepaalde omstandigheden kan het
sondesignaal een onjuiste sondetoestand aangeven.
Vertrouw niet op de sondesignalen voor het stoppen
van de machinebeweging.
Installatie en gebruikershandleiding
GARANTIE
Producten die binnen de garantieperiode
problemen vertonen, moeten worden
teruggestuurd naar de leverancier.
Aanspraken waarbij de Renishaw apparatuur
verkeerd is gebruikt of onbevoegden hebben
geprobeerd deze te repareren of aan te passen,
worden niet gehonoreerd.
BEHANDELING VAN DE OMI
De systeemonderdelen dienen schoon te
worden gehouden en de OMI dient zorgvuldig
te worden behandeld.
VERANDERINGEN AAN DE APPARATUUR
Renishaw behoudt zich het recht voor haar
apparatuur te wijzigen en aanvaardt geen
verplichting om reeds verkochte apparatuur te
wijzigen.
CNC MACHINE
CNC machinegereedschappen mogen uitsluitend
worden bediend door vakkundige personen, waarbij
de instructies van de fabrikant dienen te worden
nageleefd.
OMGEVING
Temperatuur
De opslagtemperatuur voor de OMI ligt tussen -10°
en 70° C en de gebruikstemperatuur tussen 5° en
60° C.
Afdichting
De unit is volledig afgedicht, conform IPX8.
GEWICHT
OMI plus 8 meter kabel = 612 gram.
Veiligheid
Schakelaars mogen uitsluitend door bevoegde personen worden ingesteld.
Schakel de netvoeding op de apparaten uit, voordat u de afdekplaten verwijdert.
1
Inhoud
OMI
2
Montagebeugel
3
Systeemstatus
4
Uitgangen van OMI
6
Normale uitgangen
8
Uitgangsbedrading
9
Voorbeeld bedrading besturingsingangen
10
Verlengkabel
11
Externe signaalgever
12
Bedrading externe signaalgever
13
OMI uitgangssignalen en signaalvertragingen
14
Schakelaars SW1, SW2 en start ingang
16
Instelling optisch bereik voor signaaltransmissie en -ontvangst
18
Operationeel bereik
19
Venster en label verwijderen
20
Venster en label aanbrengen
21
Afdichting OMI kabel
22
Torsiewaarden schroeven
24
Onderdelenlijst
25
2
OMI
afmetingen in mm (in)
84 (3.30)
46,7 (1.84)
40 (1.57)
63 (2.48)
45 (1.77)
40 (1.57)
40 (1.57)
16 (0.63)
OMI
De OMI is een gecombineerde optische ontvanger
en machine-interface. Het is een alternatief voor de
OMM ontvanger en MI 12 interface combinatie.
De OMI moet worden geïnstalleerd binnen het
werkbereik van de machine.
VOEDING
De OMI kan de voeding van de CNC machine
betrekken (12 tot 30 Volt) en geeft bij aanzetten
een piekbelasting tot 550 mA.(normaal 100mA)
De voeding kan ook worden betrokken van een
Renishaw PSU3 voedingseenheid.
RIMPELSPANNING INPUT
De rimpelspanning van de voeding mag geen
lagere spanning dan 12 Volt en geen hogere dan
33 Volt opleveren.
3
MONTAGESTEUN
Afmetingen in mm (in)
38 (1.50)
19 (0.75)
25
25
(0.98) (0.98)
3 gaten Ø6.4 (0.25)
3 3 uitsteeksels
100,5 (3.95)
2.0
(0.08)
25
(0.98)
30
(1.18)
Montage
OMI installeren met
kabel uit onderzijde
voor goede afvoer van
koelmiddel
45
(1.77)
6 gaten
Ø5.3 (0.20)
2.0
(0.08)
45 (1.77)
45°
90 (3.54)
Gepaarde gaten maken het mogelijk de OMI
in een andere oriëntatie te monteren.
4
SYSTEEMSTATUSINFORMATIE
LED's (light emitting diodes) geven de systeemstatus weer. De statusinformatie wordt continu
bijgewerkt. Visuele informatie wordt verstrekt voor START, SIGNAAL sterkte, BATTERIJ ZWAK,
TASTERSTATUS, FOUT.
2
1. LED (geel) - START signaalstatus.
Brandt als een START signaal wordt
uitgezonden naar de taster. Deze
LED knippert één keer als de
machine opdracht heeft gegeven
voor een START signaal of knippert
continu met een interval van 1
seconde, als het systeem is
ingesteld op 'Auto-Start'-mode en
wacht op een tastersignaal.
2. LED (rood) - BATTERIJ ZWAK
Als het voltage van de OMP batterij
lager ligt dan een vooraf ingesteld
niveau, verandert de status van de
'batterij zwak'-uitgang en knippert
de BATTERIJ ZWAK LED 4 keer per
seconde aan en uit. Als de LED
begint te knipperen, dient de OMP
batterij zo snel mogelijk te worden
vervangen.
3
4
1
5
VENSTER SCHOON
HOUDEN
6
6
6
MAGNETISCH LABEL
Een magnetische label biedt de
gebruiker beknopte informatie
over de diverse functies van de
OMI LED. Deze label dient goed
zichtbaar te worden aangebracht
op een vlakke, metalen
ondergrond.
Abc D
5
3. LED (rood, groen) - TASTERSTATUS.
Deze tweekleurige LED gaat branden, als de
OMI wordt aangezet.
Groen - taster is aan.
Rood -
taster is getriggerd of er is een
fout opgetreden.
De kleurverandering van deze LED valt samen
met de verandering van status van de
tasterstatus uitgang.
4. LED (rood) - FOUT.
Brandt, als een foutconditie is opgetreden:
laserstraal geblokkeerd, taster buiten optisch
bereik, taster uitgeschakeld of batterij leeg.
Als een foutconditie bestaat, blijft de
tasterstatus uitgang geactiveerd en geeft de
tasterstatus LED ROOD licht. Het branden van
de fout LED valt samen met de veranderende
status van de foutuitgang.
5. LED (rood, geel, groen) - Infrarood SIGNAAL
ontvangen van taster.
Deze LED brandt, als er spanning op het systeem
staat. Het is een driekleurige LED, waarvan de
kleuren de volgende betekenis hebben:
Rood - het van de taster ontvangen signaal is te
zwak of afwezig (er is geen signaal).
Geel - het ontvangen signaal is minimaal.
Dit komt voor, als de OMI de grens van zijn
werkingsgebied heeft bereikt. Correcte werking in
deze zone kan niet worden gegarandeerd.
Groen - het ontvangen signaal is goed en het
systeem werkt correct.
N.B.:
1. Bij de transmissie van een startsignaal
verandert de SIGNAAL-LED van rood en geel
naar groen. Dit is de normale
opstartsequentie.
2. De SIGNAAL-LED knippert (geel of groen),
als optische interferentie wordt ontvangen,
terwijl de taster geen signaal uitzendt.
6. LED x 3 groepen (vrij)
Deze LED's zenden infrarode stuursignalen naar
de taster.
6
UITGANGEN VAN OMI
Er zijn vier optisch gekoppelde, 'totempaal' transistor uitgangen voor:
Tasterstatus
Pulssignaal (skip)
Fout
Batterij zwak
Alle uitgangen kunnen met schakelaar SW2 afzonderlijk worden geinverteerd - zie pagina 17.
De vier uitgangen zijn in twee groepen gegroepeerd. A en B.
Groep A omvat de uitgangen voor tasterstatus, batterij zwak en fout.
Groep B betreft de pulsuitgang (skip).
De uitgangen zijn op deze manier gegroepeerd, opdat het pulssignaal (skip) op een ander voltage
kan werken dan de andere drie. Dit kan, bijvoorbeeld, voor Fanuc systemen met de HSS optie
(high skip speed) een vereiste zijn. HSS werkt op 5 volt en de andere op 24 volt.
Elke uitgang wordt door zelfstellende zekeringen tegen overbelasting beschermd - zie pagina 8
Maximumstroomsterkte = 50 mA piek
Maximumvoltage = 33 volt piek
Minimumvoltage = 4 volt
Schakelaar aan = minder dan 10 µs
Schakelaar uit = minder dan 10 µs
7
UITGANGEN VAN OMI
Signaalniveaus bij normale spanning:
Bij 50 mA
Bij 20 mA
Bij 1,6 mA (TTL)
min. Voh = voedingsvoltage Vcc - 2,4 volt
Max. Vol = 2,4 volt
min. Voh = voedingsvoltage Vcc - 1,5 volt
Max. Vol = 1,5 volt
min. Voh = voedingsvoltage Vcc - 800 mV
Max. Vol = 800 mV
Ruststroom, als de uitgang AAN is (uitgang hoog),
bij 30 volt = 10 mA per stadium.
bij 5 volt = 3 mA per stadium.
Ruststroom, als de uitgang UIT is (uitgang laag) - minder dan 1 mA.
WAARSCHUWING
Voedingsvoltage
Zorg dat er tussen de zwarte draad en
de schermdraad (grijs/zwart) geen
hogere spanning staat dan 33 volt. Een
hogere spanning kan de OMI en/of de
voedingsinstallatie van de klant
permanent beschadigen.
Gebruik geen 'positieve aarde', als de
negatieve pool -24 volt en de positieve
pool 0 volt bedraagt.
Uitgangscircuit
Uitgangsvoedingen (+ve, -ve)
mogen niet aan en uit worden
geschakeld, terwijl de OMI in
gebruik is. Dit kan namelijk
leiden tot een voortijdig defect
van de zekering.
Zorg dat uitgangen van de OMI
de voorgeschreven stroomsterkte niet overschrijden.
Schermaansluiting
De schermaansluiting mag
nooit worden verbonden met
de +24 volt input.
Het gebruik van een
negatieve voeding wordt
afgeraden.
8
NORMALE UITGANGEN
SCHEMA GROEP A UITGANGEN
140 mA
+ve
N.B.:
De totale outputbelasting voor
Groep A uitgangen mag niet
hoger zijn dan 100mA.
UITGANGEN A
140 mA
SCHEMA GROEP B UITGANGEN
140 mA
–ve
+ve voeding 24 volt nominaal
of
5 V high speed skip (HSS)
PULSSIGNAAL (SKIP) UITGANG B
NORMAAL
UITGANGS
STADIUM
140 mA
–ve voeding 0 volt
Uitgangen worden door diodes tegen sperspanning beschermd. Faseomkering beschadigt de uitgangen
niet, maar kan de zelfstellende zekeringen inschakelen.
Als een uitgangszekering wordt ingeschakeld, dient de oorzaak van het probleem te worden weggenomen. Na
drie seconden wachten stelt de zekering zichzelf weer in.
9
UITGANGS-BEDRADING (met uitgangsgroepen)
Roze
(+ve) 5 tot 30 volt nominaal
Turquoise
Tasterstatus
Violet
Batterij zwak
Groen
Fout
Blauw
(–ve) 0 V
Oranje
OMI
(+ve) 5 tot 30 volt nominaal
Geel
Pulssignaal (skip)
Grijs
Bruin
(–ve) 0 V
–ve
Start ingang
Wit
+24 V
0V
Scherm
+ve
Rood
Zwart
GROEP A
uitgangen
Voeding (12 tot 30 volt)
Grijs/Zwart
Aardpunt van de machine (sterpunt)
GROEP B
uitgangen
10
VOORBEELD BEDRADING BESTURINGSINGANG
VOORBEELD - INSTALLATIE MET INSPECTIE EN GEREEDSCHAPSTASTER
Bij machines, waar de OMI moet worden geïntegreerd met een gereedschapstaster input
en de besturing is voorzien van slechts één tasterinput, kan een M code worden gebruikt
om een extern relais aan te sturen en de juiste taster te selecteren.
CONTROLE
RELAIS
Tasterstatus
OMI
TASTERINGANG
M CODE
Tasterstatus
gereedschapstaster
11
VERLENGKABEL
N.B.: Maximumkabellengte = 33 m totaal
De OMI standaardkabel is 8 m
Standaardkabelspecificatie - Ø5,1 mm, 12-aderige, afgeschermde kabel, elke ader 7 x 0,1 mm.
Gebruik om de OMI kabel te verlengen met nog eens 25 m Ø6,9 mm, 12-aderige, afgeschermde
verlengkabel, elke ader 7 x 0,2 mm.
Verlengkabel is verkrijgbaar bij Renishaw - zie onderdelenlijst pagina 25.
Kabel verlengen tot 33 m
De verlengkabel dient aders van een grotere diameter te hebben.
De aanbevolen specificatie voor de verlengkabel is
12 aders, elk 7 x 0,2 mm.
Standaardkabel
(afgeschermd)
Verlengkabel (afgeschermd)
Maximaal 25 m 12 aderig,
elk 7 x 0,2 mm
8m
25 m
33 m
12
EXTERNE SIGNAALGEVER
De pulsuitgang (skip) (B) kan worden gebruikt om een externe signaalgever te activeren.
Hiernaast staan voorbeelden van de bedrading.
De signaalgever moet voldoen aan de uitgangstransistor specificatie
50 mA piek
33 volt piek
Pulsduur 40 ms ± 1 ms.
13
BEDRADING EXTERNE SIGNAALGEVER
N.B.:
Dit is alleen mogelijk, als skip NIET
door de besturing wordt gebruikt.
MACHINEBESTURING
+ve (5 tot 30 V)
–ve (0 V)
OMI
5 tot 30 V Oranje
+ve
PULSSIGNAAL (SKIP) Geel
0 V Grijs
–ve
OF
MACHINEBESTURING
+ve (5 tot 30 V)
–ve (0 V)
OMI
+ve
5 tot 30 V Oranje
PULSED (SKIP) Geel
0 V Grijs
–ve
14
OMI UITGANGS GOLFVORMEN
OMI
UIGANGEN
OPTISCH
GEKOPPELDE
TOTEMPAAL
TRANSISTORUITGANGEN
TASTER-STATUS
Normaal laag
TASTER-
TASTER
Stroom
uit
Rust
Geschakeld
Taster aan Rust
Taster
contact
Taster
los
Fout, b.v.
ontvangst Fout Batterij Taster
verbroken weg zwak uit
Output
hoog
Output
laag
Output
hoog
STATUS
Normaal hoog
PULSSIGNAAL
(SKIP)
Normaal laag
PULSSIGNAAL
(SKIP)
Normaal hoog
Output
laag
Output
hoog
Output
laag
Output
hoog
Output
laag
De uitgangssignalen van de OMI moeten compatibel zijn met de input van de machinebesturing.
N.B.: Pulssignalen (skip) hebben een duur van 40 ms ± 1 ms.
15
OMI UITGANGS GOLFVORMEN
OMI
OUTPUTS
TASTER
Geschakeld
OPTISCH
GEKOPPELDE
TOTEMPAAL
TRANSISTORUITGANGEN
Fout
Normaal laag
Fout
Normaal hoog
Batterij
Stroom
uit
Taster
aan
Rust
Tastercontact
Taster losRust
Fout,b.v.
ontvangst Fout Batterij Taster
uit
verbroken weg zwak
Output
hoog
Output
laag
Output
hoog
Output
laag
Output
hoog
zwak
Normaal laag
Batterij
zwak
Normaal hoog
Output
laag
Output
hoog
Output
laag
SIGNAALVERTRAGINGEN
1. Transmissievertraging Tastersignaal naar uitgangsstatus verandering = 144 µs.
2. Startvertraging Tijd van initiëren van startsignaal tot geldige signaaltransmissie = 410 ms.
16
SCHAKELAARS SW1, SW2 en START INGANG
Fabrieksinstellingen
SCHAKELAAR SW1
Uitgangsconfiguratie
ON
1
Machinestart
ON
2
3
4
1
2
3
4
Rx (ontvangst)
= 100%
Tx (transmissie)
= 100%
(zie schema bereik instelling op pagina 19).
SW1
SW2
START INPUT
De instelling AUTOSTART zorgt dat het systeem met een
interval van 1 seconde een START signaal stuurt zonder
signaal van een CNC machine nodig te hebben.
AUTOSTART kan alleen worden gebruikt, als van de
machinebesturing geen uitgang beschikbaar is. Als deze
mode wordt geselecteerd, dient erop te worden gelet dat
door tastersystemen op andere machines of in de
gereedschapswisselaar geen startsignalen kunnen worden
ontvangen.
Om een MACHINESTART signaal te initiëren is een
ingangspanning tussen 4,25 volt bij 1 mA en 30 volt bij
12 mA vereist tussen de START draden (WIT +ve en BRUIN
-ve). (Dit is TTL compatibel, wanneer aangesloten tussen
+5 volt en TTL uiygang). Dit is een geïsoleerde ingang. De
MINIMUM pulsbreedte is EEN MILLISECONDE.
Tx
AUTO
100% START
ON
1
Rx
100%
2
3
4
Tx
50%
MACHINE
START
Verwijder het OMI venster en
label om toegang te krijgen tot
de schakelaars, zie pagina 20.
AAN
17
SCHAKELAAR SW2
Outputconfiguratie
Tasterstatus
(Normaal laag)
Batterij zwak
(Normaal laag)
Fout
(Normaal hoog)
Pulssignaal (skip)
(Normaal laag)
PULSSIGNAAL BATTERIJ Fout
TASTERSTATUS
(SKIP)
ZWAK
ON
1
TASTERSTATUS
2
3
PULS- BATTERIJ
SIGNAAL ZWAK
(SKIP)
4
AAN
Fout
H
TASTERSTATUS
Rust
Geschakeld
Rust
Geschakeld
L
H
TASTERSTATUS
L
18
INSTELLING OPTISCH BEREIK VOOR SIGNAALTRANSMISSIE EN ONTVANGST
Het effectieve bereik van de OMI kan worden afgesteld met
de BEREIKSELECTIESCHAKELAAR (SW1).Als zich
problemen voordoen met elektrische of optische ruis en
het systeem is geïnstalleerd op minder dan de helft van het
gespecificeerde maximumbereik van de taster, kan het
effectieve bereik worden gereduceerd met door
bereikinstellingen te veranderen. Hierdoor wordt de
gevoeligheid van het systeem voor ruis verlaagd.
N.B.: Voor optimale positionering van de OMI tijdens
installatie geeft de SIGNAAL LED de signaalsterkte aan zie pagina 4.
WAARSCHUWING
Als twee systemen in gebruik zijn, die dicht bij elkaar in de
buurt staan, dient ervoor te worden gezorgd dat signalen
van de OMP in de ene machine niet worden ontvangen door
de OMI in de andere machine en vice versa.
Het kan nodig zijn de OMI af te schermen tegen directe
lichtbronnen.
Ontvangstbereik
100% Uit
Transmissiebereik
Uit
100%
Aan
50% Aan
Uit
50%
Uit
25% Uit
1
Aan
2
50%
3
Uit
4
Autostart
Machinestart
CONDITIES DIE EFFECT HEBBEN OP DE
TRANSMISSIE
Natuurlijk reflecterende oppervlakken binnen
de machine kunnen het signaaltransmissiebereik vergroten.
Resten koelmiddel op de LEDs van de OMP en
het OMI venster hebben een nadelig effect op
de kwaliteit van transmissie en ontvangst.
Veeg deze oppervlakken zo vaak als nodig
schoon om een optimale transmissie te
handhaven.
Gebruik bij temperaturen onder de 5° C of
boven de 60° C heeft een zekere beperking van
het bereik tot gevolg.
SCHAKELAAR SW1
Tx
100%
AUTO
START
ON
1
2
Rx
100%
3
4
Tx MACHINE
50% START
AAN
20
OMI VENSTER EN LABEL VERWIJDEREN
HOUD DE OMI SCHOON - er mogen geen vloeibare stoffen of vaste deeltjes doordringen in de
behuizing van de OMI. Voor het installeren van nieuwe onderdelen of het instellen van de
bereikselectieschakelaar is het niet nodig om de OMI uit de machine te halen.
Het venster kan om de volgende redenen worden verwijderd:
1. De instellingen van het ontvangst/transmissiebereik en de uitgangsopties wijzigen, zie pagina's 16 tot 19.
2. Een kapot venster vervangen.
Venster
A
A
B
B
A
A
HET VENSTER VERVANGEN
1. Verwijder de vier dekplaatschroeven met een 2,5 mm A/F
imbussleutel. Er zijn twee korte en twee lange schroeven.
Twee van de gaten in de dekplaat hebben een schroefdraad
(A) en twee niet (B).
2. Het venster past precies in de OMI behuizing en kan worden
verwijderd door de twee lange schroeven in de schroefgaten
A om te draaien. Draai beide schroeven steeds een paar
slagen tegelijk, zodat het venster gelijkmatig kan worden
uitgenomen. Als het venster los is van de behuizing, kunnen
venster en schroeven volledig worden uitgenomen.
Label
HET LABEL VERVANGEN
Druk de bovenkant van het label in. Het
label draait om de twee bevestigingspennen, waarna u de onderkant van het
label kunt pakken en het label uit de OMI
behuizing kunt optillen.
Verwijder het venster NIET door dit met de hand om of rond te draaien - gebruik uitsluitend hefschroeven.
21
LABEL EN VENSTER AANBRENGEN
HET RENISHAW LABEL AANBRENGEN
Plaats het label op de twee bevestigingspennen.
Plaats de labelopeningen centraal over de LED's onder
het label. Druk het label in het midden aan om het op
zijn plaats vast te zetten.
HET VENSTER AANBRENGEN
1. Controleer, voordat u het venster aanbrengt, of de
schroeven niet beschadigd zijn en of er geen
krassen zijn, die afdichting tegengaan.
2. Zorg dat de 'O'-ring in de OMI behuizing schoon is
en dat er geen krassen zijn die volledige afdichting
onmogelijk maken.
4. Plaats de twee korte schroeven in de venstergaten A en draai ze aan. De torsiespanning op de
schroeven bedraagt 0,3 tot 0,7 Nm.
A
B
B
A
5. Plaats het venster inclusief 'O'-ring in de
behuizing van de OMI.
N.B. :
3. Zorg dat het venster en de 'O'-ring schoon zijn.
De 'O'-ring dient met siliconenvet te
worden ingesmeerd om breuken te
voorkomen.
6. Plaats de lange schroeven in de gaten B.
Draai beide schroeven steeds een paar slagen
tegelijk, zodat het venster gelijkmatig wordt
vastgezet. Er kan sprake zijn van een zekere
weerstand door compressie van de lucht in de
behuizing. De torsiespanning op de schroeven
bedraagt 1,0 tot 1,8 Nm.
22
AFDICHTING OMI KABEL
BELANGRIJK
De afdichting van de kabel voorkomt dat koelmiddel en
vuil de OMI binnen kunnen dringen. De OMI kabel wordt
tegen fysieke beschadiging beschermd door installatie
van een buigzame of stijve kabelafscherming. De door
Renishaw geleverde leidingadapter is geschikt voor beide
Leidingtypen leiding, mits tijdens installatie de juiste onderdelen
adapter
worden gekozen.
WAARSCHUWING - onvoldoende bescherming van de
kabel kan leiden tot systeemstoring als gevolg van
beschadiging van de kabel of indringing van koelmiddel
langs de kabel in de behuizing van de OMI. De garantie
vervalt, wanneer niet is gezorgd voor voldoende
bescherming van de kabel. Zorg bij het vastdraaien van
moer B op de leiding dat alleen tussen A en B
torsiespanning staat.
ADEREINDHULZEN AANBRENGEN OP DE KABELADERS
Elke kabelader dient te worden voorzien van een adereindhuls om de verbinding met de contactdoos te
optimaliseren. Steek de afgestripte draad in de adereindhuls tot het uiteinde gelijk loopt met het uiteinde van
de adereindhuls, zoals hieronder weergegeven. Knijp¨de
adereindhuls daarna aan met een krimptang.
Krimpdeel
Draad
Adereindhuls
Montagemethode
Krimpdeel
Pakking
Wartel A
Moer B
Smeer, voordat u de moer B aanbrengt, de
schroefdraad van de wartel in met smeermiddel, bijvoorbeeld Shell Alvania vet.
PG LEIDING
Als PG-leiding wordt gebruikt, is een
optionele adapter bij Renishaw verkrijgbaar.
De adapter zet de kabelpakking om in een PGschroefdraad.
(Adapteronderdeelnr. M-2008-0189).
Draadeinde
gelijk met
adereindhuls
Krimpmethode
23
MONTAGE VAN BUIGZAME LEIDING
Als buigzame leiding wordt Thomas & Betts
SHURESEAL ¼ inch leiding aanbevolen,
onderdeelnr. TBEF 0250-50, of gelijkwaardig.
Venster
Gebruik de plastic ring bij het monteren van
buigzame leiding.
Draai bij het aanbrengen op de leiding moer B
eerst vingervast aan en daarna nog eens met 1,5
tot 2,5 slagen. Hierdoor wordt een afdichting
verkregen conform BS 5490 (IEC 529) tot IPX8
tussen de flexibele leiding en de wartel.
Wartel A
Kabel
Flexibele
leiding
Leidingeindstuk
Plastic ring
Moer B
MONTAGE VAN STIJVE LEIDING
(Bundy buis - Ø12 hydraulische pijp)
Voor het monteren van stijve leiding is een speciale
koperen ring bijgeleverd.
1. Verwijder moer B, het eindstuk van de flexibele
leiding en de plastic ring door deze naar het uiteinde
van de kabel te schuiven.
2. Leg de plastic ring en het eindstuk weg.
3. Breng de koperen ring aan over de kabel en breng
daarna moer B aan.
4. Duw de OMI kabel door de stijve leiding en maak de
leiding vast aan de wartel.
5. Draai moer B aan op 25 - 27 Nm en let er daarbij op
dat de platte aansluitpunten op wartel A de torsie
kunnen weerstaan. Hierdoor wordt een afdichting
verkregen conform BS 5490 (IEC 529) tot IPX8
tussen de stijve leiding en de wartel.
Venster
Wartel A
Koperen
ring
Moer B
Wartelschroefdraad
Kabel
Stijve
leiding
ONDERDELENLIJST - vermeld a.u.b. het onderdeelnummer, wanneer u
apparatuur bestelt
Type
Onderdeelnr.
Omschrijving
OMI
A-2115-0001
OMI met 8 meter kabel.
Montagebeugel
A-2033-0830
Montagebeugel
Venster
A-2115-0002
Venster vervangingspakket
Kabel
M-2115-0046
Verlengkabel 25 m.
PG9
M-2008-0189
PG9 kabelpakkingadapter
Onderop de behuizing staat het serienummer van de OMI.
25
Renishaw Benelux BV
De Lind 21
4841 KC Prinsenbeek
Nederland
T +31 76 543 11 00
F +31 76 543 11 09
E
[email protected]
www.renishaw.com
Adresgegevens van Renishaw
wereldwijd vindt u op onze website:
www.renishaw.com/contact
*H-2000-5251-05*