80
4 Het Gebruik / 5 Geheugen
NL
5.1
Het weergeven
van de opgeslagen
waarden
4.4
Het uitschakelen
van het
instrument
4.3
Het meten van
de bloeddruk
1. Schakel het toestel in met de AAN/UIT-schakelaar
(positie I ) en druk
op de START-knop
.
2. Als er op de START-toets
wordt gedrukt, is er een pieptoon te horen
en alle tekens verschijnen in het display. Door deze test wordt de volledig-
heid van de meldingen getest. Het display toont de waarden van de
laatste meting. Als de taalfunctie is ingeschakeld, worden de meldingen in
de ingestelde taal gedaan. Als er nog geen meting is verricht, verschijnen
er naast tijd en datum alleen maar nullen.
3. Het apparaat is klaar voor de meting, er verschijnt het cijfer 0, als de
taalfunctie is ingesteld wordt het begin van de meting aangekondigd.
Automatisch pompt het de manchet langzaam op, om uw bloeddruk te
meten. Tijdens het oppompen verandert de drukaanduiding voortdurend.
4. Het apparaat pompt de manchet net zo lang op tot er een druk is bereikt
die voldoende is voor de meting. Daarna laat het apparaat langzaam de
lucht uit de manchet ontsnappen en voert het de meting uit.
5. Als de meting beëindigd is, wordt de manchet ontlucht. De systolische
en de diastolische bloeddruk evenals de polsslagwaarde met het polssym-
bool verschijnen in het display
. Overeenkomstig de bloeddruk-
classificatie volgens de WHO (zie p. 76) knippert de bloeddrukindicator
naast de bijbehorende gekleurde balk. Als de taalfunctie ingesteld is
worden de meetresultaten in de ingestelde taal aangekondigd.
6. De gemeten waarden worden automatisch opgeslagen. In het geheugen
kunnen maximaal 60 meetwaarden met tijd en datum worden opgeslagen.
Het apparaat beschikt over een automatische uitschakeling. Als er niet meer op
een toets wordt gedrukt, schakelt het apparaat na een minuut automatisch uit.
Het apparaat kan ook met de START-toets
worden uitgeschakeld. Als het
toestel niet wordt gebruikt, schakel dan de AAN/UIT-schakelaar
op positie
0. De tijd en de datum worden voortdurend in het display aangeduid.
U kunt in het geheugen van uw bloeddrukmeter maximaal 60 metingen
(bloeddruk en pols met tijd en datum) opslaan. De meetwaarden worden auto-
matisch opgeslagen. Voor het oproepen van de opgeslagen meetwaarden
drukt u op de MEM-toets
. De opgeslagen gegevens verschijnen in het
display. Eerst verschijnt het aantal bezette geheugenplaatsen. Dan worden
de waarden van de laatst opgeslagen meting inclusief de knipperende bloed-
drukindicator
aangegeven.
Als de taalfunctie is geactiveerd, kondigt het apparaat het geheugenplaats-
nummer aan, samen met de opgeslagen bloeddruk- en polsslagwaarden en de
beoordeling van de bloeddruk volgens de schaal van de richtlijnen van de
Wereld Gezondheids Organisatie (zie p. 76).
Verder drukken op de MEM-toets
geeft de meetwaarden van daarvoor aan.
Als u bij de laatste invoer bent gekomen en u niet op een toets drukt, schakelt
het apparaat in de geheugenafroepmodus na ca. 120 seconden automatisch
5 Geheugen
51140_MTD_West_Final.qxd:MEDISANA 26.10.2008 12:33 Uhr Seite 80