Whirlpool HR 50.2 IX /HA Gebruikershandleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Gebruikershandleiding
Gebruiksaanwijzing
OVEN
Samenvatting
Het installeren, 2-4
Plaatsing
Elektrische aansluiting
Typeplaatje
Beschrijving van het apparaat, 5
Algemeen aanzicht
Bedieningspaneel
Starten en gebruik, 6
De oven starten
Programmas, 7-8
Kookprogrammas
Praktische kooktips
Kooktabel
Kookplaat, 9
Type kookplaat
Aanzetten kookplaat glaskeramiek
Praktische tips voor het gebruik van de
glaskeramische kookplaat
Voorzorgsmaatregelen en advies, 10
Algemene veiligheidsmaatregelen
Afvalverwijdering
Energiebesparing en milieubesef
Onderhoud en verzorging, 11
De elektrische stroom afsluiten
Schoonmaken van de oven
De ovendeur reinigen
Vervangen van het lampje
Montage van de Kit Glijders
Service, 12
HR 50.2/HA
HR 50.2 IX/HA
HR 50.2 T/HA
HR 50.2 T IX/HA
NL
Deutsch, 13
DE
Nederlands, 1
NL
2
NL
Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele verdere
raadpleging. Wanneer u het product weggeeft,
verkoopt, of wanneer u verhuist, dient u dit boekje bij
de oven te bewaren zodat alle nodige informatie
voorhanden blijft.
Lees de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig door: er
staat belangrijke informatie in over installatie, gebruik
en veiligheid.
Plaatsing
Het verpakkingsmateriaal is niet bestemd voor
kinderen en dient daarom te worden weggegooid
volgens de geldende normen (zie
Voorzorgsmaatregelen en advies).
De installatie moet worden uitgevoerd door een
bevoegde installateur en volgens de instructies van de
fabrikant. Een verkeerde installatie kan schade
berokkenen aan personen, dieren of dingen.
Inbouw
Voor een goede werking van het apparaat moet het
keukenmeubel de juiste kenmerken hebben:
de zijkanten van de kastjes die aan de oven
grenzen moeten hittebestendig zijn;
in het bijzonder moet, in geval van meubels met fineer,
de lijm bestand zijn tegen temperaturen van 100°C;
voor het inbouwen van de oven, zowelonder het
aanrecht (zie figuur) alsin stapelbouw, dient het
meubel de volgende afmetingen te hebben:
Nadat het apparaat is ingebouwd, mag er geen
contact meer mogelijk zijn met de elektrische
onderdelen.
Het energieverbruik dat staat aangegeven op het
typeplaatje is gebaseerd op dit soort installatie.
Ventilatie
Om een goede ventilatie te kunnen garanderen is het
noodzakelijk de achterkant van het meubel te
verwijderen. Het verdient de voorkeur de oven op twee
houten balken te plaatsen, of eventueel op een enkele
plank die een opening heeft van tenminste 45 x 560
mm (zie afbeeldingen).
Centreren en bevestigen
Regel de 4 klemmetjes aan de zijkant van de oven in
overeenkomst met de 4 gaten in de lijst. De stand
hangt af van de dikte van de zijkant van het meubel:
als de dikte 20 mm is: verwijder
dan het beweegbare gedeelte
van het voetje (zie afb.);
als de dikte 18 mm is: gebruik
dan de eerste gleuf; zoals al
door de fabriek is voorzien (zie
afb.);
als de dikte 16 mm is: gebruik
de tweede gleuf (zie afb.).
Om het apparaat aan het keukenkastje te bevestigen:
open de ovendeur en schroef de 4 houtschroeven in
de 4 gaten in de zijrand.
Alle beschermende onderdelen moeten zodanig
worden bevestigd dat ze niet kunnen worden
verwijderd zonder gereedschap te gebruiken.
595
558
min
45
min
575-585
min
560
+4 -0
480
+4 -0
555
580
500
39
15
595
23
572
543545
560 mm.
45 mm.
Het installeren
3
NL
Elektrische aansluiting
De keuken moet aan het elektrische net worden
aangesloten. Deze functioneert met de wisselstroom,
de spanning en de frequentie die aangegeven staan
op het typeplaatje (zie volgende pagina).
De kookplaat wordt aan het fornuis verbonden met een
speciale aansluiting.
Nadat u de kookplaat heeft aangesloten, dient u de
metalen bescherming weer op zijn plaats te doen. Als
de kookplaat wordt verwijderd moet u de rode dop, die
oorspronkelijk op de rode connector zat, weer op zijn
plaats doen.
Monteren voedingskabel
1. Licht de lipjes aan de
zijkant van het deksel
van het klemmenbord op
met een
schroevendraaier: trek het
deksel van het
klemmenbord open (zie
afb.).
2. Draai de schroef van
de kabelklem los en
verwijder hem met behulp
van een schroevendraaier
(zie afbeelding).
3. Verwijder de schroeven
van de contacten L-N-
en bevestig de draden
onder de koppen van de
schroeven met
inachtneming van de
kleuren: Blauw (N) Bruin
(L) Geel-Groen (
).
Het klemmenbord is ingesteld voor een verbinding op
400 V driefasenstroom (zie afbeeldingen onder).
400V 3N~H05RR-F 5x2.5
CEI-UNEL 35363
Als de elektrische installatie andere eigenschappen
heeft (zie afbeeldingen onder), dient u de elektrische
verbinding tot stand te brengen door middel van de
verbindings-U-bouten in doos P.
230V 1N~H07RN-F 3x4
CEI-UNEL 35364
400V 2N~H05RR-F 4x2.5
CEI-UNEL 35363
3. Maak de voedingskabel vast aan de speciale
kabelklem.
4. Maak het deksel van het klemmenbord dicht.
INBOUWPLAAT
INBOUWFORNUIS
WIT ROOD GEELBLAUW GROEN
Slechts op
enkele modellen
aanwezig
NL3L1L2
1
3
2
4
5
N
L2
L3
L1
P
NL
1
3
2
4
5
NL2L1
1
3
2
4
5
4
NL
Het aansluiten van de voedingskabel aan het net
Gebruik voor de voedingskabel een stekker die
genormaliseerd is voor de lading aangegeven op het
typeplaatje(zie hiernaast).
Wanneer het apparaat rechtstreeks op het net wordt
aangesloten moet men tussen het apparaat en het net
een meerpolige schakelaar aanbrengen met een
afstand tussen de contacten van minstens 3mm,
aangepast aan het elektrische vermogen en voldoend
aan de geldende normen (de aarding mag niet worden
onderbroken door de schakelaar). De voedingskabel
moet zodanig geplaatst worden dat hij nergens een
temperatuur bereikt die 50°C hoger is dan de
kamertemperatuur.
De installateur is verantwoordelijk voor de correcte
elektrische verbinding en het in acht nemen van de
geldende veiligheidsnormen.
Vóór het aansluiten moet u controleren dat:
het stopcontact geaard is en voldoet aan de
geldende normen;
het stopcontact in staat is het maximale vermogen
van het apparaat te verdragen, zoals aangegeven
op het typeplaatje (zie onder);
de spanning zich bevindt tussen de waarden die
staan aangegeven op het typeplaatje (zie onder);
het stopcontact en de stekker overeenkomen. Als
dat niet zo is, dient u ofwel de stekker ofwel het
stopcontact te vervangen; gebruik geen
verlengsnoeren of dubbelstekkers.
Wanneer het apparaat geïnstalleerd is, moeten de
snoer en het stopcontact makkelijk te bereiken zijn.
De kabel mag niet worden gebogen of
samengedrukt.
De kabel moet van tijd tot tijd worden gecontroleerd
en mag alleen door erkende monteurs worden
vervangen (zie Service).
De fabrikant kan niet verantwoordelijkheid worden
gesteld als deze normen niet worden nageleefd.
TYPEPLAATJE
Afmetingen
breedte 43,5 cm.
hoogte 32 cm.
diepte 41,5 cm.
Inhoud liter 58
Elektrische
aansluitingen
spanning 230V/400V~ 3N 50/60Hz
maximum vermogen 10250W
ENERGY LABEL
Richtlijn 2002/40/CE op etiket van
elektrische ovens.
Norm EN 50304
Energieverbruik convectie Natuurlijk
– verwarmingsfunctie:
Traditioneel;
Energieverbruikverklaring Klasse
convectie Hetelucht
verwarmingsfunctie: Multikoken.
Dit apparaat voldoet aan de volgende
EU Richtlijnen:
73/23/EEG van 19/02/73
(laagspanning) en daaropvolgende
wijzigingen;
-89/336/EEG van 03/05/89
(elektromagnetische compatibiliteit)
en daaropvolgende wijzigingen
- 93/68/EEG van 22/07/93 en
daaropvolgende wijzigingen
- 2002/96/EC
5
NL
Knop
PROGRAMMAS
Controlelampje
KOOKPLATEN
Bedieningspaneel
Rooster GRILL
Rooster LEKPLAAT
GLIJDERS om
roosters in te
schuiven
positie 5
positie 4
positie 3
positie 2
positie 1
Knop
KOOKPLATEN
DUBBELE DIAMETER
Controlelampje
THERMOSTAAT
Knop
KOOKPLATEN
Algemeen aanzicht
Beschrijving van het
apparaat
Bedieningspaneel
THERMOSTAATKNOP
6
NL
Wij raden u aan bij het eerste gebruik de oven
minstens een uur leeg te laten functioneren, op
maximum temperatuur en met de deur dicht. Nadat u
de oven hebt uitgedaan, opent u de ovendeur en lucht
u het vertrek. De lucht die u ruikt komt door het
verdampen van de middelen die worden gebruikt om
de oven te beschermen.
De oven starten
1. Door aan de knop PROGRAMMAS te draaien kunt
u het gewenste kookprogramma kiezen.
2. Kies de temperatuur door aan de knop
THERMOSTAAT te draaien. Een lijst met kooktijden en
aanbevolen kooktemperaturen kunt u terugvinden in de
Kooktabel (zie Programmas).
3. Als het controlelampje THERMOSTAAT aan is,
bevindt de oven zich in de verwarmingsfase en is
bezig de ingestelde temperatuur te bereiken.
4. Tijdens het koken kunt u nog altijd:
- het kookprogramma veranderen met behulp van de
knop PROGRAMMAS;
- de temperatuur veranderen met behulp van de knop
THERMOSTAAT;
- het koken onderbreken door de knop
PROGRAMMAS weer op stand 0 te zetten.
Zet nooit voorwerpen op de bodem van de oven; u
riskeert hiermee het email te beschadigen.
Plaats de ovenschalen altijd op bijgeleverde roosters.
Ventilator
Teneinde de hitte aan de buitenkant van de oven te
beperken, zijn enkele modellen voorzien van een
ventilator. Hierdoor ontstaat een luchtstroom die tussen
het bedieningspaneel en de ovendeur naar buiten
komt.
Aan het einde van de kooktijd blijft de ventilator
draaien totdat de oven voldoende is afgekoeld.
Ovenverlichting
Deze gaat werken door de knop PROGRAMMAS op
te draaien. Ze blijft aan wanneer u een
kookprogramma selecteert.
Starten en gebruik
7
NL
Kookprogrammas
U kunt voor alle programmas een temperatuur tussen
de 60°C en MAX instellen, behalve:
GRILL (hierbij is het aanbevolen alleen MAX te
gebruiken);
GRATINEREN (hierbij is het aanbevolen niet meer
dan 200°C in te stellen).
Programma TRADITIONELE OVEN
De onderste en bovenste verwarmingselementen gaan
aan. Met deze traditionele kookwijze is het beter een
enkel rooster te gebruiken: met meerdere roosters
riskeert u een slechte temperatuursverspreiding.
Programma MULTIOVEN
Alle verwarmingselementen gaan aan (onder en boven)
en de ventilator gaat draaien. Aangezien de warmte in
de hele oven constant is, zorgt de lucht dat de
gerechten op gelijkmatige wijze gekookt en gebakken
worden. Hierbij is het mogelijk maximaal twee roosters
tegelijk te gebruiken.
Programma OVEN BOVEN
Het bovenste verwarmingselement gaat aan. Deze
functie kan worden gebruikt voor het afmaken van een
gerecht.
Programma GRILL
Het bovenste verwarmingselement gaat aan. De hoge
en rechtstreekse hitte bruint de oppervlakten van het
vlees onmiddellijk zodat er geen vocht verloren gaat
en de binnenkant mals blijft. Het koken onder de grill
is vooral aan te raden voor gerechten die een hoge
temperatuur aan de buitenkant nodig hebben: kalfs- en
runderbiefstuk, entrecôte, filet, hamburger etc...
U
vindt enkele voorbeelden in het hoofdstuk Praktische
kooktips. Kook met de ovendeur dicht.
Programma GRATINEREN
Het bovenste verwarmingselement gaat aan en de
ventilator gaat draaien. Hiermee wordt de
rechtstreekse bovenhitte van de grill gecombineerd
Programmas
met de circulatie van de lucht in de oven. Eventueel
verbranden van de buitenkant wordt zo vermeden; de
warmte dringt gemakkelijker door naar de binnenkant.
Kook met de ovendeur dicht.
Praktische kooktips
Gebruik voor het koken met de heteluchtoven nooit
de standen 1 en 5: de hete lucht zou fijne gerechten
kunnen verbranden.
Bij de functies GRILL of GRATINEREN raden wij u
aan de lekplaat op stand 1 te zetten om eventueel vet
of jus op te vangen.
MULTIKOKEN
Gebruik de standen 2 en 4, en plaats de gerechten
die meer warmte nodig hebben op stand 2.
Plaats de lekplaat op de onderste stand en de grill
op de hoogste.
GRILL
Plaats de grill op stand 3 of 4, plaats de gerechten
op het midden van de grill.
We raden u aan het energieniveau op de hoogste
stand te zetten. Het is normaal dat het bovenste
verwarmingselement niet constant aan blijft: zijn
werking wordt geregeld door een thermostaat.
PIZZA
Voor een optimale pizza dient u het programma
MULTIKOKEN te gebruiken.
Gebruik een lichte aluminium ovenschaal en zet hem
op het bijgeleverde ovenrooster.
Bij gebruik van de bakplaat duurt het langer en krijgt
u waarschijnlijk geen krokante pizza.
Bij zeer gevulde pizzas raden wij aan de mozzarella
of andere kaas pas halverwege de kooktijd toe te
voegen.
8
NL
Kooktabel
Programma's Gerechten
Gewicht
(kg)
Roosterstanden
Voorverwarming
(minuten)
Aangeraden
temperatuur
Kooktijd
(minuten)
Traditionele
oven
Eend
Braadstuk
Varkensrollade
Koekjes (kruimeldeeg)
Taarten
1
1
1
-
1
3
3
3
3
3
15
15
15
15
15
200
200
200
180
180
65-75
70-75
70-80
15-20
30-35
Multikoken
Pizza (op 2 roosters)
Lasagne
Lamsvlees
Kip + gebakken aardappels
Makreel
Plum-cake
Soesjes (op 2 roosters)
Koekjes (op 2 roosters)
Cake (op 1 rooster)
Cake (op 2 roosters)
Quiche
1
1
1
1+1
1
1
0.5
0.5
0.5
1
1.5
2 en 4
3
2
2 en 4
2
2
2 en 4
2 en 4
2
2 en 4
3
15
10
10
15
10
10
10
10
10
10
15
230
180
180
200
180
170
190
180
170
170
200
15-20
30-35
40-45
60-70
30-35
40-50
20-25
10-15
15-20
20-25
25-30
Oven Boven
Afmaken van het gerecht
- 3/4 15 220 -
Grill
Tong en inktvis
Calamari- en garnalenspiesjes
Kabeljauwfilet
Gegrilde groenten
Kalfsbiefstuk
Koteletten
Hamburgers
Makreel
Toast
1
1
1
1
1
1
1
1
n.° 4
4
4
4
3 of 4
4
4
4
4
4
5
5
5
5
5
5
5
5
5
Max
Max
Max
Max
Max
Max
Max
Max
Max
8-10
6-8
10
10-15
15-20
15-20
7-10
15-20
2-3
Gratineren
Gegrilde kip
Inktvis
1.5
1.5
2
2
5
5
200
200
55-60
30-35
9
NL
C
A
A
B
B
C
A
A
A
A
Kookplaat
Type kookplaten
Bij de oven hoort een kookplaat die
samengesteld kan zijn uit twee
verschillende verwarmingselementen:
elektrische kookplaten van gietijzer (zie
afbeelding 1) of glaskeramische
kookplaten die zowel traditioneel
kunnen zijn (zie afbeelding 2) als
verlengbaar (zie afbeelding 3).
Aanzetten kookplaat glaskeramiek
Traditioneel kookgedeelte
De traditionele straalelementen (A) zijn gemaakt van
cirkelvormige verwarmingselementen die pas zon tiental
seconden na ontsteking rood worden.
Ieder kookgedeelte heeft zijn eigen bedieningsknop
waarmee u 9 verschillende temperaturen kunt kiezen, met
een minimumwaarde van 1 tot een maximumwaarde van 9.
Verlengbaar kookgedeelte
De verlengbare straalelementen (B) herkent u aan het
dubbele verwarmingsgedeelte. U kunt alleen het binnenste
gedeelte aansteken of beide gedeelten.
Door middel van de bedieningsknop kunt u kiezen tussen
twee stroomsterktes; deze gaan beide van een
minimumwaarde van 1 tot een maximumwaarde van 9:
door de knop met de klok mee te draaien van 1 naar 9
stelt u een lagere stroomsterkte in.
door de knop te draaien tot aan het einde
(
))
))
)), te
herkennen aan een lichte klik, stelt u de maximum
stroomsterkte in, die geregeld kan worden tussen 9 en 1
door de knop tegen de klok in te draaien. Om de
minimum stroomsterkte weer in te stellen, moet u de
knop weer op stand 0 terugbrengen.
In het geval van dubbele kookgedeeltes, zal het eerste
deel van de draaiing het kleinere (binnenste) kookgedeelte
activeren. Om zowel het binnenste als het buitenste
gedeelte te activeren moet u de knop tot aan het einde
doordraaien (
))
))
)) en een stroomsterkte kiezen tussen 9 en
1.
Controlelampje resterende warmte (slechts op
enkele modellen aanwezig)
De warmtecontrolelampjes (C) geven aan dat het
betreffende kookgedeelte warmer is dan 60°C, ook nadat
het verwarmingselement is uitgeschakeld.
Aangeraden stroomsterktes voor verschillend gebruik:
Stroomsterkte Straalelement
0Uit
1 Boter of chocolade smelten
2 en 3 Vloeistoffen o
p
warmen
4 Crèmes of sausen bereiden
5 Vlees stoven
6 Pasta of ri
j
st koken
7 en 8 Vlees, vis, eieren o
p
hoo
g
vuur koken
9 Bakken
)
Beide kook
g
edeeltes aanzetten
Praktische tips voor het gebruik van de
glaskeramische kookplaat
De lijm die gebruikt is voor de afdichtingen laat wat
vetvlekjes achter op het glas. Voordat u de kookplaat
gebruikt, raden wij u aan de vlekken te verwijderen met
een niet-schurend schoonmaakmiddel. Gedurende de
eerste uren van gebruik is het mogelijk dat u een
rubbergeur ruikt, die echter snel wegtrekt.
Teneinde optimale resultaten te bereiken van de kookplaat:
gebruik pannen met een platte bodem die perfect
aansluiten aan het verwarmgedeelte;
gebruik pannen die groot genoeg zijn om de kookplaat
geheel te bedekken teneinde alle beschikbare hitte te
benutten;
houdt de bodem van de pannen altijd schoon en droog
zodat ze goed aansluiten op het kookvlak. Dit verlengt
de levensduur van zowel de pannen als het
kookgedeelte.
vermijdt dezelfde pannen te gebruiken die u ook op een
gasfornuis gebruikt: de warmteconcentratie van
gasbranders kan de bodem van pannen vervormen,
waardoor ze niet goed meer aansluiten;
laat nooit een kookgedeelte aan staan zonder een pan
erop. De verhitting, die snel het maximum niveau
bereikt, zou de verwarmingselementen kunnen
beschadigen.
afbeelding 2
afbeelding 3
afbeelding 1
10
NL
Voorzorgsmaatregelen en advies
Dit apparaat is ontworpen en vervaardigd volgens de
geldende internationale veiligheidsvoorschriften. Deze
aanwijzingen zijn geschreven voor uw veiligheid en u
dient ze derhalve goed door te nemen.
Algemene veiligheidsmaatregelen
Dit apparaat is vervaardigd voor niet-professioneel
gebruik binnenshuis.
Het apparaat dient niet buitenshuis te worden
geplaatst, ook niet in overdekte toestand. Het is erg
gevaarlijk als het in aanraking komt met regen of als
het onweert.
Maak gebruik van de handgrepen aan de zijkant
van de oven als u het apparaat moet verplaatsen.
Raak de oven niet blootsvoets of met natte handen
of voeten aan.
Het apparaat dient om gerechten te koken. Het mag
uitsluitend worden gebruikt door volwassenen en
alleen volgens de instructies die beschreven staan
in deze handleiding.
Gedurende het gebruik van de oven worden de
verwarmingselementen en enkele delen van de
ovendeur heet. Raak ze niet aan en houdt
kinderen op afstand.
Voorkom dat elektrische snoeren van andere kleine
keukenapparaten op warme delen van de oven
terechtkomen.
Laat de ventilatieopeningen en warmteafvoer vrij.
Pak het handvat van de ovendeur alleen in het
midden vast: aan de zijkant zou het heet kunnen zijn.
Gebruik altijd ovenwanten om gerechten in de oven
te zetten en eruit te halen.
Plaats geen aluminiumfolie op de bodem van de oven.
Plaats geen brandbaar materiaal in de oven: als de
oven plotseling aan zou worden gezet, zou dit
materiaal vlam kunnen vatten.
Controleer altijd dat de knoppen in de positie l/
¡staan als het fornuis niet gebruikt wordt.
Haal de stekker nooit uit het stopcontact door aan
het snoer te trekken.
Maak de oven niet schoon of voer geen onderhoud
uit als de stekker nog in het stopcontact zit.
Als de oven defect is, mag u nooit aan het interne
systeem sleutelen om een reparatie proberen uit te
voeren. Neem contact op met de Technische Dienst
(zie Service).
Plaats geen zware voorwerpen op de open
ovendeur.
De glaskeramische kookplaat is bestand tegen
mechanische stoten. Hij kan echter worden
beschadigd (of barsten) als hij wordt geraakt door
een puntig object, bijvoorbeeld door gereedschap.
Als dit gebeurt, moet u onmiddellijk het apparaat
afsluiten van de elektrische stroom en contact
opnemen met de Technische Dienst.
Vergeet niet dat de temperatuur in het kookgedeelte
aanzienlijk hoog blijft tot minstens 30 minuten nadat
het wordt uitgeschakeld.
Houdt voorwerpen die kunnen smelten op afstand
van de kookplaat, zoals b.v. plastic, aluminium of
suikerhoudende etenswaren. Let vooral op plastic of
aluminium verpakkingen of folie: als u ze op het nog
warme of lauwe kookvlak neerlegt, kunt u een zware
schade aanrichten.
Afvalverwijdering
Verwijdering van het verpakkingsmateriaal: houdt u
aan de plaatselijke normen, zodat het
verpakkingsmateriaal hergebruikt kan worden.
De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernietiging
van Electrische en Electronische Apparatuur
(WEEE), vereist dat oude huishoudelijke electrische
apparaten niet mogen vernietigd via de normale
ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten moeten
apart worden ingezameld om zo het hergebruik van
de gebruikte materialen te optimaliseren en de
negatieve invloed op de gezondheid en het milieu te
reduceren. Het symbool op het product van de
afvalcontainer met een kruis erdoor herinnert u aan
uw verplichting, dat wanneer u het apparaat
vernietigt, het apparaat apart moet worden
ingezameld.
Consumenten moeten contact opnemen met de
locale autoriteiten voor informatie over de juiste wijze
van vernietiging van hun oude apparaat.
Energiebesparing en milieubesef
Door de oven te gebruiken vanaf het late middaguur
tot aan de vroege ochtend zorgt u ervoor dat uw
elektriciteitscentrale minder wordt belast tijdens het
spitsuur.
Houdt bij de functie GRILL altijd de ovendeur dicht:
dit om betere resultaten te bereiken en voor een
betere energiebesparing (circa 10%).
Houdt de afdichtingen altijd schoon zodat ze goed
aansluiten op de deur en er geen hitte vrij kan komen.
11
NL
De elektrische stroom afsluiten
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u tot enige
handeling overgaat.
Schoonmaken van de oven
De buitenkant, dus zowel het email en het roestvrij
staal als de rubberen afdichtingen, kunnen met een
spons en een sopje worden afgenomen. Als de
vlekken moeilijk te verwijderen zijn, kunt u een
speciaal reinigingsmiddel gebruiken. Na het
reinigen dient u alles goed af te spoelen en te
drogen. Gebruik geen schuurmiddelen of bijtende
producten.
De binnenkant van de oven kunt u het beste direct
na gebruik schoonmaken, als hij nog lauw is.
Gebruik warm water en een schoonmaakmiddel,
spoel vervolgens af en droog met een zachte doek.
Gebruik geen schuurmiddelen.
De accessoires kunnen gewoon worden afgewassen
(eventueel ook in de vaatwasser), met uitzondering
van de geleiders.
Gebruik nooit stoom- of hogedrukreinigers voor het
reinigen van het apparaat.
De ovendeur reinigen
Reinig het glas van de deur met een spons en niet
schurende producten. Droog met een zachte doek.
Gebruik geen ruwe schurende materialen of scherpe
schrapertjes die het oppervlak zouden kunnen krassen
waardoor als gevolg het glas zou kunnen barsten. U
kunt voor een grondige reiniging de ovendeur
verwijderen:
1. open de deur volledig (zie afbeelding).
2. til de hendeltjes op die zich aan de scharnieren
bevinden en draai ze (zie afb.);
3. pak de deur aan de
zijkanten beet en sluit hem
langzaam, maar niet helemaal.
Druk op de klemmen
FF
FF
F, trek
dan de deur naar u toe en haal
hem uit zijn voegen (zie
afbeelding). Zet de deur weer
op zijn plaats door deze
handelingen in omgekeerde
volgorde uit te voeren.
Controleer de afdichtingen
Controleer regelmatig de staat van de afdichting
rondom de ovendeur. In het geval de afdichtingen
beschadigd zijn, dient u zich tot de dichtstbijzijnde
Technische Dienst te wenden (zie Service). Gebruik de
oven niet voordat de reparatie is uitgevoerd.
Vervangen van het lampje
Voor het vervangen van het ovenlampje:
1. Schroef het glazen
lampenkapje los.
2. Schroef het lampje
los en vervang het met
eenzelfde soort lampje:
sterkte 25W, fitting E 14.
3. Plaats het deksel er
weer op (zie afb.).
Montage van de Kit Glijders
Zo monteert u de glijders:
1. Schroef de twee
schroeven A los (zie
afbeelding). Als de oven
voorzien is van
zelfreinigende panelen
zullen deze tijdelijk van
hun plaats zijn.
2. Vervang de schroeven A met de schroeven en
afstandsleiders (B+C) die zich in de kit bevinden.
3. Schroef de nieuwe schroeven B en desbetreffende
afstandsleiders C weer vast en zet de zelfreinigende
panelen weer op hun plaats.
4. Zet de twee
verbindingen D van de
glijder vast in de
speciale gaten aan de
zijkant van de oven (zie
afbeelding). De gaten
voor de linkerglijder
bevinden zich aan de
bovenkant, de gaten
voor de rechterglijder
aan de onderkant.
5. Zet de glijder vast op de afstandsleider C.
6. Plaats de geleiders nooit in stand 5.
F
F
Onderhoud en verzorging
B
C
A
A
D
12
NL
Service
Dit dient u door te geven:
het model oven (Mod.)
het serienummer (S/N)
Deze informatie bevindt zich op het typeplaatje op het apparaat en/of op de verpakking.

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing OVEN Samenvatting NL DE Nederlands, 1 Deutsch, 13 Het installeren, 2-4 Plaatsing Elektrische aansluiting Typeplaatje Beschrijving van het apparaat, 5 Algemeen aanzicht Bedieningspaneel Starten en gebruik, 6 De oven starten Programma’s, 7-8 Kookprogramma’s Praktische kooktips Kooktabel HR 50.2/HA HR 50.2 IX/HA HR 50.2 T/HA HR 50.2 T IX/HA Kookplaat, 9 Type kookplaat Aanzetten kookplaat glaskeramiek Praktische tips voor het gebruik van de glaskeramische kookplaat Voorzorgsmaatregelen en advies, 10 Algemene veiligheidsmaatregelen Afvalverwijdering Energiebesparing en milieubesef Onderhoud en verzorging, 11 De elektrische stroom afsluiten Schoonmaken van de oven De ovendeur reinigen Vervangen van het lampje Montage van de Kit Glijders Service, 12 NL Het installeren  Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele verdere raadpleging. Wanneer u het product weggeeft, verkoopt, of wanneer u verhuist, dient u dit boekje bij de oven te bewaren zodat alle nodige informatie voorhanden blijft.  Lees de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig door: er staat belangrijke informatie in over installatie, gebruik en veiligheid. Ventilatie Om een goede ventilatie te kunnen garanderen is het noodzakelijk de achterkant van het meubel te verwijderen. Het verdient de voorkeur de oven op twee houten balken te plaatsen, of eventueel op een enkele plank die een opening heeft van tenminste 45 x 560 mm (zie afbeeldingen). Plaatsing  Het verpakkingsmateriaal is niet bestemd voor kinderen en dient daarom te worden weggegooid volgens de geldende normen (zie Voorzorgsmaatregelen en advies).  De installatie moet worden uitgevoerd door een bevoegde installateur en volgens de instructies van de fabrikant. Een verkeerde installatie kan schade berokkenen aan personen, dieren of dingen. Inbouw Voor een goede werking van het apparaat moet het keukenmeubel de juiste kenmerken hebben: • de zijkanten van de kastjes die aan de oven grenzen moeten hittebestendig zijn; . 560 mm 45 m m. Centreren en bevestigen Regel de 4 klemmetjes aan de zijkant van de oven in overeenkomst met de 4 gaten in de lijst. De stand hangt af van de dikte van de zijkant van het meubel: als de dikte 20 mm is: verwijder dan het beweegbare gedeelte van het voetje (zie afb.); • in het bijzonder moet, in geval van meubels met fineer, de lijm bestand zijn tegen temperaturen van 100°C; • voor het inbouwen van de oven, zowelonder het aanrecht (zie figuur) alsin stapelbouw, dient het meubel de volgende afmetingen te hebben: 580 39 500 0 +4 -0 560 +4 -0 48 als de dikte 18 mm is: gebruik dan de eerste gleuf; zoals al door de fabriek is voorzien (zie afb.); in m 45 572 23 575-585 min 555 15 595 als de dikte 16 mm is: gebruik de tweede gleuf (zie afb.). 53 558 min 54 NL 595  Nadat het apparaat is ingebouwd, mag er geen contact meer mogelijk zijn met de elektrische onderdelen. Het energieverbruik dat staat aangegeven op het typeplaatje is gebaseerd op dit soort installatie. Om het apparaat aan het keukenkastje te bevestigen: open de ovendeur en schroef de 4 houtschroeven in de 4 gaten in de zijrand.  Alle beschermende onderdelen moeten zodanig worden bevestigd dat ze niet kunnen worden verwijderd zonder gereedschap te gebruiken. 2 Elektrische aansluiting NL 400V 3N~H05RR-F 5x2.5 CEI-UNEL 35363 N L3 L2 L1 1 3 5 De keuken moet aan het elektrische net worden aangesloten. Deze functioneert met de wisselstroom, de spanning en de frequentie die aangegeven staan op het typeplaatje (zie volgende pagina). De kookplaat wordt aan het fornuis verbonden met een speciale aansluiting. Het klemmenbord is ingesteld voor een verbinding op 400 V driefasenstroom (zie afbeeldingen onder). INBOUWPLAAT 2 4 Slechts op enkele modellen aanwezig P N BLAUW WIT ROOD GEEL L3 GROEN L2 INBOUWFORNUIS Nadat u de kookplaat heeft aangesloten, dient u de metalen bescherming weer op zijn plaats te doen. Als de kookplaat wordt verwijderd moet u de rode dop, die oorspronkelijk op de rode connector zat, weer op zijn plaats doen. Als de elektrische installatie andere eigenschappen heeft (zie afbeeldingen onder), dient u de elektrische verbinding tot stand te brengen door middel van de verbindings-U-bouten in doos P. 230V 1N~H07RN-F 3x4 CEI-UNEL 35364 N L 1 2 4 N 400V 2N~H05RR-F 4x2.5 CEI-UNEL 35363 L2 L1 1 3 5 2 4 1. Licht de lipjes aan de zijkant van het deksel van het klemmenbord op met een schroevendraaier: trek het deksel van het klemmenbord open (zie afb.). 2. Draai de schroef van de kabelklem los en verwijder hem met behulp van een schroevendraaier (zie afbeelding). 3. Verwijder de schroeven van de contacten L-Nen bevestig de draden onder de koppen van de schroeven met inachtneming van de kleuren: Blauw (N) Bruin (L) Geel-Groen ( ). 3 5 Monteren voedingskabel L1 3. Maak de voedingskabel vast aan de speciale kabelklem. 4. Maak het deksel van het klemmenbord dicht. 3 NL Het aansluiten van de voedingskabel aan het net Gebruik voor de voedingskabel een stekker die genormaliseerd is voor de lading aangegeven op het typeplaatje(zie hiernaast). Wanneer het apparaat rechtstreeks op het net wordt aangesloten moet men tussen het apparaat en het net een meerpolige schakelaar aanbrengen met een afstand tussen de contacten van minstens 3mm, aangepast aan het elektrische vermogen en voldoend aan de geldende normen (de aarding mag niet worden onderbroken door de schakelaar). De voedingskabel moet zodanig geplaatst worden dat hij nergens een temperatuur bereikt die 50°C hoger is dan de kamertemperatuur.  De installateur is verantwoordelijk voor de correcte elektrische verbinding en het in acht nemen van de geldende veiligheidsnormen. Vóór het aansluiten moet u controleren dat: • het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende normen; • het stopcontact in staat is het maximale vermogen van het apparaat te verdragen, zoals aangegeven op het typeplaatje (zie onder); • de spanning zich bevindt tussen de waarden die staan aangegeven op het typeplaatje (zie onder); • het stopcontact en de stekker overeenkomen. Als dat niet zo is, dient u ofwel de stekker ofwel het stopcontact te vervangen; gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers. TYPEPLAATJE Afmetingen breedte 43,5 cm. hoogte 32 cm. diepte 41,5 cm.  Wanneer het apparaat geïnstalleerd is, moeten de snoer en het stopcontact makkelijk te bereiken zijn. Inhoud liter 58  De kabel mag niet worden gebogen of samengedrukt. Elektrische aansluitingen spanning 230V/400V~ 3N 50/60Hz maximum vermogen 10250W Richtlijn 2002/40/CE op etiket van elektrische ovens. Norm EN 50304  De kabel moet van tijd tot tijd worden gecontroleerd en mag alleen door erkende monteurs worden vervangen (zie Service).  De fabrikant kan niet verantwoordelijkheid worden gesteld als deze normen niet worden nageleefd. ENERGY LABEL Energieverbruik convectie Natuurlijk – verwarmingsfunctie: Traditioneel; Energieverbruikverklaring Klasse convectie Hetelucht verwarmingsfunctie: Multikoken. Dit apparaat voldoet aan de volgende EU Richtlijnen: 73/23/EEG van 19/02/73 (laagspanning) en daaropvolgende wijzigingen; -89/336/EEG van 03/05/89 (elektromagnetische compatibiliteit) en daaropvolgende wijzigingen - 93/68/EEG van 22/07/93 en daaropvolgende wijzigingen - 2002/96/EC 4 Beschrijving van het apparaat Algemeen aanzicht NL GLIJDERS om roosters in te schuiven Bedieningspaneel positie positie positie positie positie Rooster GRILL Rooster LEKPLAAT Bedieningspaneel 5 4 3 2 1 THERMOSTAATKNOP Knop KOOKPLATEN DUBBELE DIAMETER Controlelampje KOOKPLATEN Knop KOOKPLATEN Knop PROGRAMMA’S Controlelampje THERMOSTAAT 5 Starten en gebruik NL  Wij raden u aan bij het eerste gebruik de oven minstens een uur leeg te laten functioneren, op maximum temperatuur en met de deur dicht. Nadat u de oven hebt uitgedaan, opent u de ovendeur en lucht u het vertrek. De lucht die u ruikt komt door het verdampen van de middelen die worden gebruikt om de oven te beschermen. ventilator. Hierdoor ontstaat een luchtstroom die tussen het bedieningspaneel en de ovendeur naar buiten komt.  Aan het einde van de kooktijd blijft de ventilator draaien totdat de oven voldoende is afgekoeld. Ovenverlichting De oven starten Deze gaat werken door de knop PROGRAMMA’S op 1. Door aan de knop PROGRAMMA’S te draaien kunt u het gewenste kookprogramma kiezen. 2. Kies de temperatuur door aan de knop THERMOSTAAT te draaien. Een lijst met kooktijden en aanbevolen kooktemperaturen kunt u terugvinden in de Kooktabel (zie Programma’s). 3. Als het controlelampje THERMOSTAAT aan is, bevindt de oven zich in de verwarmingsfase en is bezig de ingestelde temperatuur te bereiken. 4. Tijdens het koken kunt u nog altijd: - het kookprogramma veranderen met behulp van de knop PROGRAMMA’S; - de temperatuur veranderen met behulp van de knop THERMOSTAAT; - het koken onderbreken door de knop PROGRAMMA’S weer op stand “0” te zetten. te draaien. Ze blijft aan wanneer u een kookprogramma selecteert.  Zet nooit voorwerpen op de bodem van de oven; u riskeert hiermee het email te beschadigen. Plaats de ovenschalen altijd op bijgeleverde roosters. Ventilator Teneinde de hitte aan de buitenkant van de oven te beperken, zijn enkele modellen voorzien van een 6 Programma’s Kookprogramma’s  U kunt voor alle programma’s een temperatuur tussen de 60°C en MAX instellen, behalve: • GRILL (hierbij is het aanbevolen alleen MAX te gebruiken); • GRATINEREN (hierbij is het aanbevolen niet meer dan 200°C in te stellen). Programma TRADITIONELE OVEN De onderste en bovenste verwarmingselementen gaan aan. Met deze traditionele kookwijze is het beter een enkel rooster te gebruiken: met meerdere roosters riskeert u een slechte temperatuursverspreiding. Programma MULTIOVEN Alle verwarmingselementen gaan aan (onder en boven) en de ventilator gaat draaien. Aangezien de warmte in de hele oven constant is, zorgt de lucht dat de gerechten op gelijkmatige wijze gekookt en gebakken worden. Hierbij is het mogelijk maximaal twee roosters tegelijk te gebruiken. Programma OVEN BOVEN Het bovenste verwarmingselement gaat aan. Deze functie kan worden gebruikt voor het afmaken van een gerecht. Programma GRILL Het bovenste verwarmingselement gaat aan. De hoge en rechtstreekse hitte bruint de oppervlakten van het vlees onmiddellijk zodat er geen vocht verloren gaat en de binnenkant mals blijft. Het koken onder de grill is vooral aan te raden voor gerechten die een hoge temperatuur aan de buitenkant nodig hebben: kalfs- en runderbiefstuk, entrecôte, filet, hamburger etc... U vindt enkele voorbeelden in het hoofdstuk “Praktische kooktips”. Kook met de ovendeur dicht. met de circulatie van de lucht in de oven. Eventueel verbranden van de buitenkant wordt zo vermeden; de warmte dringt gemakkelijker door naar de binnenkant. Kook met de ovendeur dicht. NL Praktische kooktips  Gebruik voor het koken met de heteluchtoven nooit de standen 1 en 5: de hete lucht zou fijne gerechten kunnen verbranden.  Bij de functies GRILL of GRATINEREN raden wij u aan de lekplaat op stand 1 te zetten om eventueel vet of jus op te vangen. MULTIKOKEN • Gebruik de standen 2 en 4, en plaats de gerechten die meer warmte nodig hebben op stand 2. • Plaats de lekplaat op de onderste stand en de grill op de hoogste. GRILL • Plaats de grill op stand 3 of 4, plaats de gerechten op het midden van de grill. • We raden u aan het energieniveau op de hoogste stand te zetten. Het is normaal dat het bovenste verwarmingselement niet constant aan blijft: zijn werking wordt geregeld door een thermostaat. PIZZA • Voor een optimale pizza dient u het programma MULTIKOKEN te gebruiken. • Gebruik een lichte aluminium ovenschaal en zet hem op het bijgeleverde ovenrooster. Bij gebruik van de bakplaat duurt het langer en krijgt u waarschijnlijk geen krokante pizza. • Bij zeer gevulde pizza’s raden wij aan de mozzarella of andere kaas pas halverwege de kooktijd toe te voegen. Programma GRATINEREN Het bovenste verwarmingselement gaat aan en de ventilator gaat draaien. Hiermee wordt de rechtstreekse bovenhitte van de grill gecombineerd 7 NL Kooktabel Programma's Traditionele oven Multikoken Oven Boven Grill Gratineren 8 Gerechten Eend Braadstuk Varkensrollade Koekjes (kruimeldeeg) Taarten Pizza (op 2 roosters) Lasagne Lamsvlees Kip + gebakken aardappels Makreel Plum-cake Soesjes (op 2 roosters) Koekjes (op 2 roosters) Cake (op 1 rooster) Cake (op 2 roosters) Quiche Afmaken van het gerecht Tong en inktvis Calamari- en garnalenspiesjes Kabeljauwfilet Gegrilde groenten Kalfsbiefstuk Koteletten Hamburgers Makreel Toast Gegrilde kip Inktvis Gewicht Roosterstanden (kg) Voorverwarming (minuten) Aangeraden temperatuur Kooktijd (minuten) 1 1 1 1 1 1 1 1+1 1 1 0.5 0.5 0.5 1 1.5 3 3 3 3 3 2 en 4 3 2 2 en 4 2 2 2 en 4 2 en 4 2 2 en 4 3 15 15 15 15 15 15 10 10 15 10 10 10 10 10 10 15 200 200 200 180 180 230 180 180 200 180 170 190 180 170 170 200 65-75 70-75 70-80 15-20 30-35 15-20 30-35 40-45 60-70 30-35 40-50 20-25 10-15 15-20 20-25 25-30 - 3/4 15 220 - 1 1 1 1 1 1 1 1 n.° 4 1.5 1.5 4 4 4 3 of 4 4 4 4 4 4 2 2 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 Max Max Max Max Max Max Max Max Max 200 200 8-10 6-8 10 10-15 15-20 15-20 7-10 15-20 2-3 55-60 30-35 Kookplaat Type kookplaten Bij de oven hoort een kookplaat die samengesteld kan zijn uit twee verschillende verwarmingselementen: elektrische kookplaten van gietijzer (zie afbeelding 1) of glaskeramische kookplaten die zowel traditioneel kunnen zijn (zie afbeelding 2) als verlengbaar (zie afbeelding 3). afbeelding 1 A A A C A B afbeelding 3 afbeelding 2 A Aangeraden stroomsterktes voor verschillend gebruik: B NL Stroomsterkte Straalelement 0 Uit 1 Boter of chocolade smelten 2 en 3 4 Vloeistoffen opwarmen Crèmes of sausen bereiden 5 Vlees stoven 6 Pasta of rijst koken 7 en 8 Vlees, vis, eieren op hoog vuur koken 9 Bakken ) Beide kookgedeeltes aanzetten A C Aanzetten kookplaat glaskeramiek Traditioneel kookgedeelte De traditionele straalelementen (A) zijn gemaakt van cirkelvormige verwarmingselementen die pas zo’n tiental seconden na ontsteking rood worden. Ieder kookgedeelte heeft zijn eigen bedieningsknop waarmee u 9 verschillende temperaturen kunt kiezen, met een minimumwaarde van 1 tot een maximumwaarde van 9. Verlengbaar kookgedeelte De verlengbare straalelementen (B) herkent u aan het dubbele verwarmingsgedeelte. U kunt alleen het binnenste gedeelte aansteken of beide gedeelten. Door middel van de bedieningsknop kunt u kiezen tussen twee stroomsterktes; deze gaan beide van een minimumwaarde van 1 tot een maximumwaarde van 9: • door de knop met de klok mee te draaien van 1 naar 9 stelt u een lagere stroomsterkte in. )), te • door de knop te draaien tot aan het einde () herkennen aan een lichte klik, stelt u de maximum stroomsterkte in, die geregeld kan worden tussen 9 en 1 door de knop tegen de klok in te draaien. Om de minimum stroomsterkte weer in te stellen, moet u de knop weer op stand 0 terugbrengen. In het geval van dubbele kookgedeeltes, zal het eerste deel van de draaiing het kleinere (binnenste) kookgedeelte activeren. Om zowel het binnenste als het buitenste gedeelte te activeren moet u de knop tot aan het einde )) en een stroomsterkte kiezen tussen 9 en doordraaien () 1. Controlelampje resterende warmte (slechts op enkele modellen aanwezig) De warmtecontrolelampjes (C) geven aan dat het betreffende kookgedeelte warmer is dan 60°C, ook nadat het verwarmingselement is uitgeschakeld. Praktische tips voor het gebruik van de glaskeramische kookplaat  De lijm die gebruikt is voor de afdichtingen laat wat vetvlekjes achter op het glas. Voordat u de kookplaat gebruikt, raden wij u aan de vlekken te verwijderen met een niet-schurend schoonmaakmiddel. Gedurende de eerste uren van gebruik is het mogelijk dat u een rubbergeur ruikt, die echter snel wegtrekt. Teneinde optimale resultaten te bereiken van de kookplaat: • gebruik pannen met een platte bodem die perfect aansluiten aan het verwarmgedeelte; • gebruik pannen die groot genoeg zijn om de kookplaat geheel te bedekken teneinde alle beschikbare hitte te benutten; • houdt de bodem van de pannen altijd schoon en droog zodat ze goed aansluiten op het kookvlak. Dit verlengt de levensduur van zowel de pannen als het kookgedeelte. • vermijdt dezelfde pannen te gebruiken die u ook op een gasfornuis gebruikt: de warmteconcentratie van gasbranders kan de bodem van pannen vervormen, waardoor ze niet goed meer aansluiten; • laat nooit een kookgedeelte aan staan zonder een pan erop. De verhitting, die snel het maximum niveau bereikt, zou de verwarmingselementen kunnen beschadigen. 9 Voorzorgsmaatregelen en advies NL  Dit apparaat is ontworpen en vervaardigd volgens de geldende internationale veiligheidsvoorschriften. Deze aanwijzingen zijn geschreven voor uw veiligheid en u dient ze derhalve goed door te nemen. Algemene veiligheidsmaatregelen • Dit apparaat is vervaardigd voor niet-professioneel gebruik binnenshuis. • Het apparaat dient niet buitenshuis te worden geplaatst, ook niet in overdekte toestand. Het is erg gevaarlijk als het in aanraking komt met regen of als het onweert. • Maak gebruik van de handgrepen aan de zijkant van de oven als u het apparaat moet verplaatsen. • Raak de oven niet blootsvoets of met natte handen of voeten aan. • Het apparaat dient om gerechten te koken. Het mag uitsluitend worden gebruikt door volwassenen en alleen volgens de instructies die beschreven staan in deze handleiding. • Gedurende het gebruik van de oven worden de verwarmingselementen en enkele delen van de ovendeur heet. Raak ze niet aan en houdt kinderen op afstand. • Voorkom dat elektrische snoeren van andere kleine keukenapparaten op warme delen van de oven terechtkomen. • Laat de ventilatieopeningen en warmteafvoer vrij. • Pak het handvat van de ovendeur alleen in het midden vast: aan de zijkant zou het heet kunnen zijn. • Gebruik altijd ovenwanten om gerechten in de oven te zetten en eruit te halen. • Plaats geen aluminiumfolie op de bodem van de oven. • Plaats geen brandbaar materiaal in de oven: als de oven plotseling aan zou worden gezet, zou dit materiaal vlam kunnen vatten. • Controleer altijd dat de knoppen in de positie “l”/ “¡” staan als het fornuis niet gebruikt wordt. • Haal de stekker nooit uit het stopcontact door aan het snoer te trekken. • Maak de oven niet schoon of voer geen onderhoud uit als de stekker nog in het stopcontact zit. • Als de oven defect is, mag u nooit aan het interne systeem sleutelen om een reparatie proberen uit te voeren. Neem contact op met de Technische Dienst (zie Service). • Plaats geen zware voorwerpen op de open ovendeur. 10 • De glaskeramische kookplaat is bestand tegen mechanische stoten. Hij kan echter worden beschadigd (of barsten) als hij wordt geraakt door een puntig object, bijvoorbeeld door gereedschap. Als dit gebeurt, moet u onmiddellijk het apparaat afsluiten van de elektrische stroom en contact opnemen met de Technische Dienst. • Vergeet niet dat de temperatuur in het kookgedeelte aanzienlijk hoog blijft tot minstens 30 minuten nadat het wordt uitgeschakeld. • Houdt voorwerpen die kunnen smelten op afstand van de kookplaat, zoals b.v. plastic, aluminium of suikerhoudende etenswaren. Let vooral op plastic of aluminium verpakkingen of folie: als u ze op het nog warme of lauwe kookvlak neerlegt, kunt u een zware schade aanrichten. Afvalverwijdering • Verwijdering van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan de plaatselijke normen, zodat het verpakkingsmateriaal hergebruikt kan worden. • De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernietiging van Electrische en Electronische Apparatuur (WEEE), vereist dat oude huishoudelijke electrische apparaten niet mogen vernietigd via de normale ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten moeten apart worden ingezameld om zo het hergebruik van de gebruikte materialen te optimaliseren en de negatieve invloed op de gezondheid en het milieu te reduceren. Het symbool op het product van de “afvalcontainer met een kruis erdoor” herinnert u aan uw verplichting, dat wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat apart moet worden ingezameld. Consumenten moeten contact opnemen met de locale autoriteiten voor informatie over de juiste wijze van vernietiging van hun oude apparaat. Energiebesparing en milieubesef • Door de oven te gebruiken vanaf het late middaguur tot aan de vroege ochtend zorgt u ervoor dat uw elektriciteitscentrale minder wordt belast tijdens het ‘spitsuur’. • Houdt bij de functie GRILL altijd de ovendeur dicht: dit om betere resultaten te bereiken en voor een betere energiebesparing (circa 10%). • Houdt de afdichtingen altijd schoon zodat ze goed aansluiten op de deur en er geen hitte vrij kan komen. Onderhoud en verzorging De elektrische stroom afsluiten Sluit altijd eerst de stroom af voordat u tot enige handeling overgaat. Schoonmaken van de oven • De buitenkant, dus zowel het email en het roestvrij staal als de rubberen afdichtingen, kunnen met een spons en een sopje worden afgenomen. Als de vlekken moeilijk te verwijderen zijn, kunt u een speciaal reinigingsmiddel gebruiken. Na het reinigen dient u alles goed af te spoelen en te drogen. Gebruik geen schuurmiddelen of bijtende producten. • De binnenkant van de oven kunt u het beste direct na gebruik schoonmaken, als hij nog lauw is. Gebruik warm water en een schoonmaakmiddel, spoel vervolgens af en droog met een zachte doek. Gebruik geen schuurmiddelen. • De accessoires kunnen gewoon worden afgewassen (eventueel ook in de vaatwasser), met uitzondering van de geleiders. • Gebruik nooit stoom- of hogedrukreinigers voor het reinigen van het apparaat. Vervangen van het lampje Montage van de Kit Glijders Zo monteert u de glijders: A De ovendeur reinigen Reinig het glas van de deur met een spons en niet schurende producten. Droog met een zachte doek. Gebruik geen ruwe schurende materialen of scherpe schrapertjes die het oppervlak zouden kunnen krassen waardoor als gevolg het glas zou kunnen barsten. U kunt voor een grondige reiniging de ovendeur verwijderen: 1. open de deur volledig (zie afbeelding). 2. til de hendeltjes op die zich aan de scharnieren bevinden en draai ze (zie afb.); NL Voor het vervangen van het ovenlampje: 1. Schroef het glazen lampenkapje los. 2. Schroef het lampje los en vervang het met eenzelfde soort lampje: sterkte 25W, fitting E 14. 3. Plaats het deksel er weer op (zie afb.). A 1. Schroef de twee schroeven A los (zie afbeelding). Als de oven voorzien is van zelfreinigende panelen zullen deze tijdelijk van hun plaats zijn. 2. Vervang de schroeven A met de schroeven en afstandsleiders (B+C) die zich in de kit bevinden. C B F F 3. pak de deur aan de zijkanten beet en sluit hem langzaam, maar niet helemaal. Druk op de klemmen F, trek dan de deur naar u toe en haal hem uit zijn voegen (zie afbeelding). Zet de deur weer op zijn plaats door deze handelingen in omgekeerde volgorde uit te voeren. Controleer de afdichtingen Controleer regelmatig de staat van de afdichting rondom de ovendeur. In het geval de afdichtingen beschadigd zijn, dient u zich tot de dichtstbijzijnde Technische Dienst te wenden (zie Service). Gebruik de oven niet voordat de reparatie is uitgevoerd. 3. Schroef de nieuwe schroeven B en desbetreffende afstandsleiders C weer vast en zet de zelfreinigende panelen weer op hun plaats. 4. Zet de twee verbindingen D van de glijder vast in de speciale gaten aan de zijkant van de oven (zie afbeelding). De gaten voor de linkerglijder bevinden zich aan de D bovenkant, de gaten voor de rechterglijder aan de onderkant. 5. Zet de glijder vast op de afstandsleider C. 6. Plaats de geleiders nooit in stand 5. 11 Service NL Dit dient u door te geven: • het model oven (Mod.) • het serienummer (S/N) Deze informatie bevindt zich op het typeplaatje op het apparaat en/of op de verpakking. 12
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

Whirlpool HR 50.2 IX /HA Gebruikershandleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Gebruikershandleiding