Zanussi ZFC102 Handleiding

Type
Handleiding
23
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
ADVIEZEN EN RICHTLIJNEN
Voor een veiliger gebruik, deze adviezen grondig doorlezen, voordat u uw vriezer installeert en in gebruik neemt.
ATTENTIE!
Het is belangrijk dat u deze voorschriften bij de vriezer bewaart. Indien de vriezer wordt verkocht of door anderen gebruikt
wordt, of bij verhuizing wordt achtergelaten, dienen deze voorschriften de vriezer te volgen, zodat de nieuwe eigenaar de
vriezer op juiste wijze kan gebruiken en de adviezen kan doorlezen.
Deze vriezer is uitsluitend bedoeld voor het invriezen van levensmiddelen en het bewaren van diepvriesprodukten.
Deze vriezer dient alleen door volwassenen bediend te worden. Kinderen niet met de knoppen of de vriezer laten spelen.
Wijzigingen aan de elektriciteitsvoorziening in verband met het aansluiten van de vriezer, altijd door een goedgekeurde elec-
tricien of andere daartoe bevoegde personen laten uitvoeren.
In geen geval zelf trachten de vriezer te repareren. Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen persoonlijk letsel of schade
aan de vriezer tot gevolg hebben.
Servicewerkzaamheden door een goedgekeurd servicebedrijf laten uitvoeren en alleen originele onderdelen gebruiken. Zie
“Garantiebepalingen en Service”.
Wijzigingen aan de technische instellingen of de vriezer in z’n geheel kan de veiligheid in gevaar brengen.
Let op dat de vriezer niet bovenop de stroomtoevoerkabel wordt geplaatst.
Ontdooide produkten niet opnieuw invriezen.
De adviezen voor het bewaren van diepvriesprodukten grondig doornemen. Zie “Nuttige tips”.
Onderdelen van deze vriezer worden tijdens werking verwarmd. Een goede ventilatie is dus noodzakelijk. Onvoldoende venti-
latie kan bedorven diepvriesprodukten tot gevolg hebben. Zie “installatie”.
In de vriezer zijn buizen aangebracht waardoor een koelmiddel loopt. Wanneer deze buizen worden doorgestoken kan de vriez-
er worden beschadigd zonder te kunnen worden gerepareerd en de diepvriesprodukten kunnen verloren gaan. Gebruik geen
scherpe voorwerpen om ijs en rijp te verwijderen. Rijp kan worden verwijderd met bijgesloten schraper. Het ijs aan de zijwan-
den van de vriezer niet afsteken, maar door ontdooien verwijderen. Zie “Onderhoud”.
Geen dranken in de vriezer plaatsen. Flessen en blikjes met koolzuurhoudende dranken kunnen exploderen, waardoor de vriezer
beschadigd kan worden.
Deze vriezer is zwaar. Let op bij het verplaatsen.
Deze vriezer is voorzien van een slot, zodat kinderen deze niet kunnen openen. De sleutel altijd buiten het bereik van kinderen
en uit de buurt van de vriezer bewaren.
Het slot onbruikbaar maken voordat u de oude vriezer wegdoet. Dit om ongelukken te voorkomen, kinderen kunnen erin opges-
loten raken.
Ijslollies niet direkt uit de vriezer opeten, gevaar voor bevriezing van de mond.
Koelmiddelen
Dit apparaat bevat een milieuvriendelijk gas (R134a) als koelmiddel.
Zorg ervoor dat de stekker niet wordt platgedrukt of beschadigd door de achterkant van het koel/vriesapparaat.
-Een beschadigde stekker kan oververhit raken en brand veroorzaken.
Plaats geen zware voorwerpen of het koel/vriesapparaat zelf op het aansluitsnoer.
-Daardoor bestaat kans op kortsluiting en brand.
Trek de stekker niet uit het stopcontact door aan het snoer te trekken, vooral niet als het koel/vriesapparaat uit de nis wordt
getrokken.
-Schade aan het snoer kan kortsluiting, brand en/of een elektrische schok veroorzaken.
-Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet het worden vervangen door onze serviceafdeling of door een erkend installateur.
Als het stopcontact los zit, steek de stekker er dan niet in.
-Daardoor bestaat kans op een elektrische schok of brand.
AFVALVERWERKING
Informatie over de toestelverpakking
Alle gebruikte materialen zijn niet milieu-onvriendelijk. Ze kunnen zonder gevaar bij het afval worden gezet en in een vuilver-
brandingsinstallatie worden verbrand.
De kunststoffen kunnen hergebruikt worden en hebben de volgende aanduidingen:
>PE< voor polyethyleen, bijv. de buitenste verpakking en de plastic zakjes.
>PS< voor geschuimd polystyreen, bijv. de hoekbeschermers (volkomen cfk-vrij).
Het karton is van oud papier gemaakt en wij adviseren u dit ook weer in een container voor oud papier te deponeren.
Oude apparaten
Uit het oogpunt van milieubescherming moeten afgedankte koel- en vriestoestellen op deskundige wijze verwerkt worden. Dit geldt
voor uw oude apparaat en later ook voor uw nieuwe apparaat.
Waarschuwing!
Afgedankte apparaten onbruikbaar maken voordat u ze wegdoet. Stekker uit het stopcontact trekken, aansluitsnoer afs-
nijden, eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of onbruikbaar maken. U verhindert daardoor, dat spelende kinderen
NNLL
24
elkaar of zichzelf in het toestel opsluiten (verstikkingsgevaar!) en daardoor in levensgevaar komen.
Afvalverwerking
Het apparaat mag niet samen met huisvuil of gesloopte apparaten weggegooid worden. Zorg ervoor dat het koelcircuit niet
beschadigd wordt.
Informeer bij de gemeente naar de mogelijkheden voor afvalverwerking in uw woonplaats.
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld.
Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u
ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen
die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit
product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
INSTALLATIE
PLAATSING
De vriezer horizontaal, rustend op alle vier plastic voeten op een vlakke ondergrond plaatsen. Bij een ongelijke vloer een houten blok-
je of dergelijke gebruiken.
In een droge en goed geventileerde ruimte plaatsen.
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het energieverbruik van het toestel. Daarom:
Plaats het toestel niet in het zonlicht, naast een radiator of vuurhaard.
Stel het toestel op een plaats waar de omgevingstemperatuur aan de klimaatklasse beantwoordt, waarvoor het toestel ont-
worpen is.
klimaatklasse omgevingstemperatuur
SN vanaf +10 t/m +32°C
N vanaf +16 t/m +32°C
ST vanaf +18 t/m +38°C
T vanaf +18 t/m +43°C
Wanneer de vriezer bij uitzondering op de zijkant is getransporteerd, na
plaatsing in horizontale positie 12 uur wachten voor het aanschakelen.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
De vriezer aansluiten op 230-240V wisselstroom, 50 Hz. De zekering moet tenminste 10A zijn.
dieses Gerät entspricht den folgenden EG-Richtlinien:
- 73/23/EWG vom 19. 02. 1973 - Niederspannungsrichtlinie
- 89/336/EWG vom 03. 05. 1989 (einschließlich Änderungsrichtlinie 92/31/EWG) - EMV-Richtlinie.
Einige der Geräte sind nicht in allen Ländern erhältlich.
Der Gerät wurde getestet nach den ISO 5155-Bestimmungen für Gefriervermögen, Energieverbrauch und Lagerzeit bei Störung.
DE VRIEZER AANZETTEN
Sluit de op de juiste wijze geïnstalleerde bovenkant van de vriezer, dan sluit de machine op bovenvermelde wijze aan op elek-
triciteit. De elektronische onderdelen binnenin staan dan onder stroom.
Draai de temperatuurregelaar met de klok mee tot de middelste stand. Na een lichte klik en een nauwelijks voelbare vibratie en
geluid begint de koelcompressor te werken.
Als de vriezer een paar uur werkt, gaat het rode lampje uit. Dit betekent dat de juiste temperatuur is bereikt voor de bevroren
goederen. (zie ook: temperatuurregelaar en lampjes)
GEBRUIKSAANWIJZING
TEMPERATUURREGELING
De temperatuur in de vriezer wordt geregeld en konstant gehouden door middel van de ther-
mostaat. Door de thermostaatknop naar te draaien, wordt de temperatuur in de vriezer
kouder, en door de knop naar te draaien,
wordt de temperatuur warmer. De korrekte instelling kunt u vinden door de temperatuur van de bovenste
verpakking in het midden van de vriezer te meten. Deze moet normaal gesproken kouder zijn dan –18°C.
OPENEN EN SLUITEN VAN HET DEKSEL
Het deksel is voorzien van een sluitband, waardoor onnodige rijpvorming door het binnendringen van lucht voorkomen wordt.
Zodra het deksel geopend wordt, wordt de koude lucht in de vriezer iets warmer en zet uit. Na het wederom sluiten van het deksel wordt
de lucht onmiddellijk weer afgekoeld.
NNLL
25
Hierdoor kan een vacuum ontstaan, waardoor de deksel direkt na het sluiten moeilijk opnieuw geopend kan worden. Dit is een natu-
urlijk verschijnsel. Wacht enkele minuten totdat het vacuum is verdwenen en open het deksel door voorzichtig te trekken. Nooit hard
aan de dekselgreep rukken.
De bovenkant kan worden geopend en gesloten. Als de bovenkant geforceerd geopend wordt voorbij 95° dan kan deze afbreken.
INVRIEZEN
Het is belangrijk dat verse levensmiddelen zo snel mogelijk ingevroren worden en dat de reeds aanwezige diepvriesprodukten zo
min mogelijk warmteinvloed hiervan ondergaan.
Bij het invriezen van meer dan 3-4 kg:
De thermostaatknop op de koudste stand zetten 7. De vriezer werkt nu met extra koeling, zodat er een voldoende koudereserve
gevormd wordt.
De thermostaatknop 6-24 uur van te voren indrukken, afhankelijk van de in te vriezen hoeveelheid.
De in te vriezen produkten in de vriezer laden en de thermostaatknop nog 24 uur op 7 stand laten.
De thermostaatknop weer terug draaien. De vriezer schakelt nu weer over op normale koeling tot de ingestelde bewaartemper-
atuur. Wanneer u vergeet de thermostaatknop weer terug te draaien, zal de vriezer geen schade ondervinden door enige tijd
op 7 schakeling te werken - maar er is een onnodig energieverbruik.
VERPAKKING EN PLAATS
Warme produkten vóór het invriezen eerst laten afkoelen (op kamertemperatuur).
De produkten in luchtdichte en vochtbestendige verpakking bewaren, teneinde uitdrogen te voorkomen.
De in te vriezen produkten dicht tegen de vriezende wanden plaatsen, en zo mogelijk zonder in aanraking te komen met de
reeds ingevroren produkten.
Zorg ervoor dat er altijd een ruimte van 5 mm tot de bovenkant open blijft.
Zie “Nuttige tips”
INVRIESKAPACITEIT
De invrieskapaciteit van de diepvriezer is aangegeven op het typeplaatje (kg/24 uur). Dit maximum
niet overschrijden - de benodigde invriestijd zal anders langer worden. Het typeplaatje is aange-
bracht aan de binnenkant van het deksel.
ATTENTIE!
De aangegeven invrieskapaciteit kan volledig benut worden wanneer er niet regelmatig
grote hoeveelheden verse produkten ingevroren worden. Worden er dagelijks grote hoeveel-
heden ingevroren, dan is de toegestane invrieskapaciteit éénderde minder dan aangegeven.
MANDEN
De manden zijn bedoeld voor het opslaan van reeds diepgevroren produkten.
NUTTIGE TIPS
OPSLAAN INGEVROREN PRODUKTEN
Diepvriesprodukten kunnen overal in de diepvriezer geplaatst worden, maar altijd 5 mm tot de bovenkant open laten. De
opgegeven houdbaarheid van diepvriesprodukten niet overschrijden. Let bij aankoop van diepvriesprodukten op, of deze op
juiste temperatuur zijn bewaard. Geen produkten kopen waarvan de verpakking nat of beschadigd is. Gekochte produkten zo snel
mogelijk in de vriezer plaatsen. Gebruik van een geďsoleerde tas voor het transporteren van diepvriesprodukten wordt aanbevolen.
Nooit flessen, warme produkten of koolzuurhoudende drank in de vriezer plaatsen.
INVRIEZEN
Gebruik uitsluitend verse produkten van hoge kwaliteit. Warme gerechten zo snel mogelijk tot kamertemperatuur laten afkoelen,
alvorens deze in te vriezen. De produkten zorgvuldig in diepvriesfolie, diepvrieszakken of-dozen inpakken. Produkten in
aangepaste hoeveelheden verdelen - kleine porties vriezen sneller in, en u ontdooit alleen de hoeveelheid die voor direkt gebruik noodza-
kelijk is. Let wel, eenmaal ontdooide produkten mogen niet nogmaals ingevroren worden. Gerechten waarbij ontdooide diepvriesproduk-
ten gebruikt zijn kunnen echter wel ingevroren worden. De invriesdatum op de verpakking van de in te vriezen produkten aangeven. Het
verdient aanbeveling een overzicht over de inhoud van de vriezer bij te houden. Bij te langzaam invriezen wordt de kwaliteit van de in te
vriezen produkten verminderd. Daarom geen grotere hoeveelheden invriezen dan aangegeven op het typeplaatje. Wanneer u meerdere
dagen achter elkaar produkten invriest, wordt de maximale invrieskapaciteit per dag met éénderde gereduceerd. Het deksel zo min
mogelijk open laten staan. Wanneer u geen grondige kennis van diepvriezen heeft, adviseren wij u een boekje over “zelf diepvriezen” te
kopen.
ONTDOOIEN
Over het algemeen levensmiddelen niet bij kamertemperatuur laten ontdooien, daar hierdoor de kans op bacteriënvorming
wordt vergroot. Het is aan te raden om grote hoeveelheden vlees of gevogelte in de koelkast te laten ontdooien. Dit geldt
ook voor produkten die geconsumeerd worden zonder toebereiding (bijv. fruit, boter en gesneden vleeswaren). Kleine hoeveelhe-
NNLL
den kunnen direkt vanuit de vriezer worden bereid. Een groot aantal kant-en-klare gerechten kunnen ook bereid worden zonder
eerst te ontdooien. De aanwijzingen op de verpakking volgen. Brood in een warme oven laten ontdooien. De magnetron kan
gebruikt worden voor het snel ontdooien van de meeste diepvriesprodukten. De gebruiksaanwijzing van de magnetron volgen.
ONDERHOUD
ONTDOOIEN
Rijpvorming aan de binnenwanden van de vriezer is niet te voorkomen. Rijp wordt gevormd wanneer het vocht in de lucht in kontakt
komt met de koude wand van de vriezer. Daarom het deksel niet onnodig openen en zo kort mogelijk open laten staan.
Een dun laagje rijp heeft geen nadelige invloed op de werking van de vriezer, en kan met bijgeleverde schraper verwijderd worden.
ATTENTIE!
Voor het verwijderen van rijp nooit een mes of andere scherpe voorwerpen gebruiken.
Wanneer de rijplaag 10-15 mm dik is, dient te vriezer ontdooid te worden. Wij raden aan te ontdooien wanneer er weinig of geen
produkten in de vriezer liggen.
De stroomtoevoer uitschakelen. De inhoud van de vriezer verwijderen, in kranten wikkelen en op een koude plaats zetten.
Het ontdooien kan versneld worden door een of meer schalen met warm water in de vriezer te plaatsen en het deksel te sluiten.
Na enige tijd het deksel openen en voorzichtig de rijplaag verwijderen.
Het ontdooiproces nooit op andere wijze dan hier beschreven proberen te laten versnellen. Dat kan schade aan uw diepvriez-
er tot gevolg hebben. Na het ontdooien de binnenkant van de diepvriezer schoonmaken.
DE BINNENKANT VAN DE VRIEZER REINIGEN
De stekker uit het stopkontakt nemen en alle accessoires verwijderen. Het verdient aanbeveling om de vriezer te reinigen na het
ontdooien en voordat de stroomtoevoer weer aangeschakeld is. De vriezer reinigen met een vochtige doek en warm water met een
zacht reukloos schoonmaakmiddel. Vervolgens de mand/manden reinigen en terugplaatsen.
ATTENTIE!
Bij het reinigen van uw vriezer nooit sterke reinigingsmiddelen, schuurmiddelen of sterk ruikende middelen
gebruiken. Deze kunnen de binnenkant van de vriezer aantasten of een sterke lucht achterlaten.
26
DE BUITENKANT VAN DE VRIEZER REINIGEN
De buitenkant reinigen met een vochtige doek een klein beetje reinigingsmiddel, en de sluitband met een zacht reukloos reinig-
ingsmiddel.
NIET IN GEBRUIK
De stekker uit het stopkontakt nemen.
Alle levensmiddelen uit de diepvriezer verwijderen.
De diepvriezer reinigen zoals hierboven beschreven.
Het deksel open laten staan.
Storing
Vriezer
niet koud
genoeg
Vriezer te
koud
Te veel
rijp
Controleer:
Groene lamp niet aan
Groene en rode lamp
aan
Groene lamp aan, rode
lamp niet aan
Gele lamp aan
Gele lamp uit
Deksel niet volledig ges-
loten
Te vochtige ruimte
Produkten slecht
ingepakt
Mogelijke oorzaak:
Stroomtoevoer niet aangesloten
Defecte schakelaar of zekering
Stroomuitval
Verse produkten in de vriezer
geplaatst
Deksel te lang open gestaan
Thermostaat te warm ingesteld
Te dikke rijplaag
“Super” knop aangeschakeld
Thermostaat te koud ingesteld
Deksel in aanraking met produk-
ten in vriezer
Vocht van wasmachine,
droogtrommel enz.
Veel vocht van de produkten
Oplossing:
Stekker en stopkontakt nakijken
Zekering nakijken, electricien raadple-
gen
Wachten totdat de stroom terug komt
Een aantal uren wachten
Een aantal uren wachten
De thermostaat kouder stellen
De vriezer ontdooien
“Super” knop uitschakelen
Thermostaat warmer stellen
Produkten goed leggen en controleer
of deksel nu goed sluit.
De vriezer in ruimte met minder vocht
plaatsen of regelmatig doorluchten.
Produkten opnieuw inpakken, zie
“Gebruiksaanwijzing”
NNLL
27
NNLL
STORINGEN
ALS DE DIEPVRIEZER NIET NAAR BEHOREN FUNKTIONEERT
Alvorens de servicedienst te bellen het volgende controleren:
Wanneer u vervolgens het probleem nog steeds niet kan oplossen, raadpleeg dan de servicedienst.
Zelf geen andere maatregelen nemen. Ondeskundig gebruik kan persoonlijk letsel of ernstigere defecten tot gevolg hebben. Het is
gewoon dat de buitenkant van de vriezer af en toe warm aanvoelt, tijdens het koelproces wordt warmte vrijgegeven. Deze warmte
voorkomt vorming van condenswater en vervolgens roestvorming.
Wanneer de diepvriezer korte tijd is uitgeschakeld, is het mogelijk dat de compressor niet direkt start bij het terugkeren van de
stroom. Dit is normaal.
IN HET GEVAL VAN STROOMUITVAL OF STORING
Als de periode van stilstand de in de technische gegevens vermelde "opwarmtijd" niet overschrijdt, bestaat geen gevaar voor de vei-
ligheid van de in de vriezer annwezige diepgevroren levensmiddelen. Open tijdens de stilstandperiode het deksel niet. Als de vriez-
er slechts gedeeltelijk gevuld is, verkort dat aanzienlijk de duur van de "opwarmtijd".
Kontroleer nadat de stroomlevering of de storing hersteld is de toestand van de levensmiddelen. Voedsel dat een beging van ont-
dooien vertoont of reeds ontdooid is, moet u direkt konsumeren of opnieuw invriezen nadat u het eerst gekookt of gebraden hebt.
Kan dat niet, dan adviseren wij u het betreffende voedsel te vernietigen.
GARANTIEBEPALINGEN EN SERVICE
BELANGRIJK ADVIES
De konstruktie van dit apparaat is zodanig dat de veiligheid daarvan gewaarborgd is.

Documenttranscriptie

NL VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ADVIEZEN EN RICHTLIJNEN Voor een veiliger gebruik, deze adviezen grondig doorlezen, voordat u uw vriezer installeert en in gebruik neemt. ATTENTIE! Het is belangrijk dat u deze voorschriften bij de vriezer bewaart. Indien de vriezer wordt verkocht of door anderen gebruikt wordt, of bij verhuizing wordt achtergelaten, dienen deze voorschriften de vriezer te volgen, zodat de nieuwe eigenaar de vriezer op juiste wijze kan gebruiken en de adviezen kan doorlezen. Deze vriezer is uitsluitend bedoeld voor het invriezen van levensmiddelen en het bewaren van diepvriesprodukten. Deze vriezer dient alleen door volwassenen bediend te worden. Kinderen niet met de knoppen of de vriezer laten spelen. Wijzigingen aan de elektriciteitsvoorziening in verband met het aansluiten van de vriezer, altijd door een goedgekeurde electricien of andere daartoe bevoegde personen laten uitvoeren. In geen geval zelf trachten de vriezer te repareren. Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen persoonlijk letsel of schade aan de vriezer tot gevolg hebben. Servicewerkzaamheden door een goedgekeurd servicebedrijf laten uitvoeren en alleen originele onderdelen gebruiken. Zie “Garantiebepalingen en Service”. Wijzigingen aan de technische instellingen of de vriezer in z’n geheel kan de veiligheid in gevaar brengen. Let op dat de vriezer niet bovenop de stroomtoevoerkabel wordt geplaatst. Ontdooide produkten niet opnieuw invriezen. De adviezen voor het bewaren van diepvriesprodukten grondig doornemen. Zie “Nuttige tips”. Onderdelen van deze vriezer worden tijdens werking verwarmd. Een goede ventilatie is dus noodzakelijk. Onvoldoende ventilatie kan bedorven diepvriesprodukten tot gevolg hebben. Zie “installatie”. In de vriezer zijn buizen aangebracht waardoor een koelmiddel loopt. Wanneer deze buizen worden doorgestoken kan de vriezer worden beschadigd zonder te kunnen worden gerepareerd en de diepvriesprodukten kunnen verloren gaan. Gebruik geen scherpe voorwerpen om ijs en rijp te verwijderen. Rijp kan worden verwijderd met bijgesloten schraper. Het ijs aan de zijwanden van de vriezer niet afsteken, maar door ontdooien verwijderen. Zie “Onderhoud”. Geen dranken in de vriezer plaatsen. Flessen en blikjes met koolzuurhoudende dranken kunnen exploderen, waardoor de vriezer beschadigd kan worden. Deze vriezer is zwaar. Let op bij het verplaatsen. Deze vriezer is voorzien van een slot, zodat kinderen deze niet kunnen openen. De sleutel altijd buiten het bereik van kinderen en uit de buurt van de vriezer bewaren. Het slot onbruikbaar maken voordat u de oude vriezer wegdoet. Dit om ongelukken te voorkomen, kinderen kunnen erin opgesloten raken. Ijslollies niet direkt uit de vriezer opeten, gevaar voor bevriezing van de mond. Koelmiddelen Dit apparaat bevat een milieuvriendelijk gas (R134a) als koelmiddel. Zorg ervoor dat de stekker niet wordt platgedrukt of beschadigd door de achterkant van het koel/vriesapparaat. -Een beschadigde stekker kan oververhit raken en brand veroorzaken. Plaats geen zware voorwerpen of het koel/vriesapparaat zelf op het aansluitsnoer. -Daardoor bestaat kans op kortsluiting en brand. Trek de stekker niet uit het stopcontact door aan het snoer te trekken, vooral niet als het koel/vriesapparaat uit de nis wordt getrokken. -Schade aan het snoer kan kortsluiting, brand en/of een elektrische schok veroorzaken. -Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet het worden vervangen door onze serviceafdeling of door een erkend installateur. Als het stopcontact los zit, steek de stekker er dan niet in. -Daardoor bestaat kans op een elektrische schok of brand. AFVALVERWERKING Informatie over de toestelverpakking Alle gebruikte materialen zijn niet milieu-onvriendelijk. Ze kunnen zonder gevaar bij het afval worden gezet en in een vuilverbrandingsinstallatie worden verbrand. De kunststoffen kunnen hergebruikt worden en hebben de volgende aanduidingen: >PE< voor polyethyleen, bijv. de buitenste verpakking en de plastic zakjes. >PS< voor geschuimd polystyreen, bijv. de hoekbeschermers (volkomen cfk-vrij). Het karton is van oud papier gemaakt en wij adviseren u dit ook weer in een container voor oud papier te deponeren. Oude apparaten Uit het oogpunt van milieubescherming moeten afgedankte koel- en vriestoestellen op deskundige wijze verwerkt worden. Dit geldt voor uw oude apparaat en later ook voor uw nieuwe apparaat. Waarschuwing! Afgedankte apparaten onbruikbaar maken voordat u ze wegdoet. Stekker uit het stopcontact trekken, aansluitsnoer afsnijden, eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of onbruikbaar maken. U verhindert daardoor, dat spelende kinderen 23 NL elkaar of zichzelf in het toestel opsluiten (verstikkingsgevaar!) en daardoor in levensgevaar komen. Afvalverwerking Het apparaat mag niet samen met huisvuil of gesloopte apparaten weggegooid worden. Zorg ervoor dat het koelcircuit niet beschadigd wordt. Informeer bij de gemeente naar de mogelijkheden voor afvalverwerking in uw woonplaats. Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht. INSTALLATIE PLAATSING De vriezer horizontaal, rustend op alle vier plastic voeten op een vlakke ondergrond plaatsen. Bij een ongelijke vloer een houten blokje of dergelijke gebruiken. In een droge en goed geventileerde ruimte plaatsen. De omgevingstemperatuur heeft invloed op het energieverbruik van het toestel. Daarom: – – Plaats het toestel niet in het zonlicht, naast een radiator of vuurhaard. Stel het toestel op een plaats waar de omgevingstemperatuur aan de klimaatklasse beantwoordt, waarvoor het toestel ontworpen is. klimaatklasse omgevingstemperatuur SN vanaf +10 t/m +32°C N vanaf +16 t/m +32°C ST vanaf +18 t/m +38°C T vanaf +18 t/m +43°C Wanneer de vriezer bij uitzondering op de zijkant is getransporteerd, na plaatsing in horizontale positie 12 uur wachten voor het aanschakelen. ELEKTRISCHE AANSLUITING De vriezer aansluiten op 230-240V wisselstroom, 50 Hz. De zekering moet tenminste 10A zijn. dieses Gerät entspricht den folgenden EG-Richtlinien: - 73/23/EWG vom 19. 02. 1973 - Niederspannungsrichtlinie - 89/336/EWG vom 03. 05. 1989 (einschließlich Änderungsrichtlinie 92/31/EWG) - EMV-Richtlinie. Einige der Geräte sind nicht in allen Ländern erhältlich. Der Gerät wurde getestet nach den ISO 5155-Bestimmungen für Gefriervermögen, Energieverbrauch und Lagerzeit bei Störung. DE VRIEZER AANZETTEN Sluit de op de juiste wijze geïnstalleerde bovenkant van de vriezer, dan sluit de machine op bovenvermelde wijze aan op elektriciteit. De elektronische onderdelen binnenin staan dan onder stroom. Draai de temperatuurregelaar met de klok mee tot de middelste stand. Na een lichte klik en een nauwelijks voelbare vibratie en geluid begint de koelcompressor te werken. Als de vriezer een paar uur werkt, gaat het rode lampje uit. Dit betekent dat de juiste temperatuur is bereikt voor de bevroren goederen. (zie ook: temperatuurregelaar en lampjes) GEBRUIKSAANWIJZING TEMPERATUURREGELING De temperatuur in de vriezer wordt geregeld en konstant gehouden door middel van de thermostaat. Door de thermostaatknop naar te draaien, wordt de temperatuur in de vriezer kouder, en door de knop naar te draaien, wordt de temperatuur warmer. De korrekte instelling kunt u vinden door de temperatuur van de bovenste verpakking in het midden van de vriezer te meten. Deze moet normaal gesproken kouder zijn dan –18°C. OPENEN EN SLUITEN VAN HET DEKSEL Het deksel is voorzien van een sluitband, waardoor onnodige rijpvorming door het binnendringen van lucht voorkomen wordt. Zodra het deksel geopend wordt, wordt de koude lucht in de vriezer iets warmer en zet uit. Na het wederom sluiten van het deksel wordt de lucht onmiddellijk weer afgekoeld. 24 NL Hierdoor kan een vacuum ontstaan, waardoor de deksel direkt na het sluiten moeilijk opnieuw geopend kan worden. Dit is een natuurlijk verschijnsel. Wacht enkele minuten totdat het vacuum is verdwenen en open het deksel door voorzichtig te trekken. Nooit hard aan de dekselgreep rukken. De bovenkant kan worden geopend en gesloten. Als de bovenkant geforceerd geopend wordt voorbij 95° dan kan deze afbreken. INVRIEZEN Het is belangrijk dat verse levensmiddelen zo snel mogelijk ingevroren worden en dat de reeds aanwezige diepvriesprodukten zo min mogelijk warmteinvloed hiervan ondergaan. Bij het invriezen van meer dan 3-4 kg: De thermostaatknop op de koudste stand zetten 7. De vriezer werkt nu met extra koeling, zodat er een voldoende koudereserve gevormd wordt. De thermostaatknop 6-24 uur van te voren indrukken, afhankelijk van de in te vriezen hoeveelheid. De in te vriezen produkten in de vriezer laden en de thermostaatknop nog 24 uur op 7 stand laten. De thermostaatknop weer terug draaien. De vriezer schakelt nu weer over op normale koeling tot de ingestelde bewaartemperatuur. Wanneer u vergeet de thermostaatknop weer terug te draaien, zal de vriezer geen schade ondervinden door enige tijd op 7 schakeling te werken - maar er is een onnodig energieverbruik. VERPAKKING EN PLAATS Warme produkten vóór het invriezen eerst laten afkoelen (op kamertemperatuur). De produkten in luchtdichte en vochtbestendige verpakking bewaren, teneinde uitdrogen te voorkomen. De in te vriezen produkten dicht tegen de vriezende wanden plaatsen, en zo mogelijk zonder in aanraking te komen met de reeds ingevroren produkten. Zorg ervoor dat er altijd een ruimte van 5 mm tot de bovenkant open blijft. Zie “Nuttige tips” INVRIESKAPACITEIT De invrieskapaciteit van de diepvriezer is aangegeven op het typeplaatje (kg/24 uur). Dit maximum niet overschrijden - de benodigde invriestijd zal anders langer worden. Het typeplaatje is aangebracht aan de binnenkant van het deksel. ATTENTIE! De aangegeven invrieskapaciteit kan volledig benut worden wanneer er niet regelmatig grote hoeveelheden verse produkten ingevroren worden. Worden er dagelijks grote hoeveelheden ingevroren, dan is de toegestane invrieskapaciteit éénderde minder dan aangegeven. MANDEN De manden zijn bedoeld voor het opslaan van reeds diepgevroren produkten. NUTTIGE TIPS OPSLAAN INGEVROREN PRODUKTEN Diepvriesprodukten kunnen overal in de diepvriezer geplaatst worden, maar altijd 5 mm tot de bovenkant open laten. De opgegeven houdbaarheid van diepvriesprodukten niet overschrijden. Let bij aankoop van diepvriesprodukten op, of deze op juiste temperatuur zijn bewaard. Geen produkten kopen waarvan de verpakking nat of beschadigd is. Gekochte produkten zo snel mogelijk in de vriezer plaatsen. Gebruik van een geďsoleerde tas voor het transporteren van diepvriesprodukten wordt aanbevolen. Nooit flessen, warme produkten of koolzuurhoudende drank in de vriezer plaatsen. INVRIEZEN Gebruik uitsluitend verse produkten van hoge kwaliteit. Warme gerechten zo snel mogelijk tot kamertemperatuur laten afkoelen, alvorens deze in te vriezen. De produkten zorgvuldig in diepvriesfolie, diepvrieszakken of-dozen inpakken. Produkten in aangepaste hoeveelheden verdelen - kleine porties vriezen sneller in, en u ontdooit alleen de hoeveelheid die voor direkt gebruik noodzakelijk is. Let wel, eenmaal ontdooide produkten mogen niet nogmaals ingevroren worden. Gerechten waarbij ontdooide diepvriesprodukten gebruikt zijn kunnen echter wel ingevroren worden. De invriesdatum op de verpakking van de in te vriezen produkten aangeven. Het verdient aanbeveling een overzicht over de inhoud van de vriezer bij te houden. Bij te langzaam invriezen wordt de kwaliteit van de in te vriezen produkten verminderd. Daarom geen grotere hoeveelheden invriezen dan aangegeven op het typeplaatje. Wanneer u meerdere dagen achter elkaar produkten invriest, wordt de maximale invrieskapaciteit per dag met éénderde gereduceerd. Het deksel zo min mogelijk open laten staan. Wanneer u geen grondige kennis van diepvriezen heeft, adviseren wij u een boekje over “zelf diepvriezen” te kopen. ONTDOOIEN Over het algemeen levensmiddelen niet bij kamertemperatuur laten ontdooien, daar hierdoor de kans op bacteriënvorming wordt vergroot. Het is aan te raden om grote hoeveelheden vlees of gevogelte in de koelkast te laten ontdooien. Dit geldt ook voor produkten die geconsumeerd worden zonder toebereiding (bijv. fruit, boter en gesneden vleeswaren). Kleine hoeveelhe- 25 NL den kunnen direkt vanuit de vriezer worden bereid. Een groot aantal kant-en-klare gerechten kunnen ook bereid worden zonder eerst te ontdooien. De aanwijzingen op de verpakking volgen. Brood in een warme oven laten ontdooien. De magnetron kan gebruikt worden voor het snel ontdooien van de meeste diepvriesprodukten. De gebruiksaanwijzing van de magnetron volgen. ONDERHOUD ONTDOOIEN Rijpvorming aan de binnenwanden van de vriezer is niet te voorkomen. Rijp wordt gevormd wanneer het vocht in de lucht in kontakt komt met de koude wand van de vriezer. Daarom het deksel niet onnodig openen en zo kort mogelijk open laten staan. Een dun laagje rijp heeft geen nadelige invloed op de werking van de vriezer, en kan met bijgeleverde schraper verwijderd worden. ATTENTIE! Voor het verwijderen van rijp nooit een mes of andere scherpe voorwerpen gebruiken. Wanneer de rijplaag 10-15 mm dik is, dient te vriezer ontdooid te worden. Wij raden aan te ontdooien wanneer er weinig of geen produkten in de vriezer liggen. De stroomtoevoer uitschakelen. De inhoud van de vriezer verwijderen, in kranten wikkelen en op een koude plaats zetten. Het ontdooien kan versneld worden door een of meer schalen met warm water in de vriezer te plaatsen en het deksel te sluiten. Na enige tijd het deksel openen en voorzichtig de rijplaag verwijderen. Het ontdooiproces nooit op andere wijze dan hier beschreven proberen te laten versnellen. Dat kan schade aan uw diepvriezer tot gevolg hebben. Na het ontdooien de binnenkant van de diepvriezer schoonmaken. DE BINNENKANT VAN DE VRIEZER REINIGEN De stekker uit het stopkontakt nemen en alle accessoires verwijderen. Het verdient aanbeveling om de vriezer te reinigen na het ontdooien en voordat de stroomtoevoer weer aangeschakeld is. De vriezer reinigen met een vochtige doek en warm water met een zacht reukloos schoonmaakmiddel. Vervolgens de mand/manden reinigen en terugplaatsen. ATTENTIE! Bij het reinigen van uw vriezer nooit sterke reinigingsmiddelen, schuurmiddelen of sterk ruikende middelen gebruiken. Deze kunnen de binnenkant van de vriezer aantasten of een sterke lucht achterlaten. Storing Vriezer niet koud genoeg Vriezer te koud Te veel rijp Controleer: Mogelijke oorzaak: Oplossing: Stroomtoevoer niet aangesloten Stekker en stopkontakt nakijken Defecte schakelaar of zekering Zekering nakijken, electricien raadplegen Stroomuitval Wachten totdat de stroom terug komt Verse produkten in de vriezer Een aantal uren wachten Groene en rode lamp geplaatst aan Deksel te lang open gestaan Een aantal uren wachten Groene lamp aan, rode Thermostaat te warm ingesteld De thermostaat kouder stellen lamp niet aan De vriezer ontdooien Te dikke rijplaag “Super” knop aangeschakeld “Super” knop uitschakelen Gele lamp aan Thermostaat te koud ingesteld Thermostaat warmer stellen Gele lamp uit Deksel niet volledig ges- Deksel in aanraking met produk- Produkten goed leggen en controleer ten in vriezer of deksel nu goed sluit. loten Vocht van wasmachine, De vriezer in ruimte met minder vocht Te vochtige ruimte plaatsen of regelmatig doorluchten. droogtrommel enz. Veel vocht van de produkten Produkten opnieuw inpakken, zie Produkten slecht “Gebruiksaanwijzing” ingepakt Groene lamp niet aan DE BUITENKANT VAN DE VRIEZER REINIGEN De buitenkant reinigen met een vochtige doek een klein beetje reinigingsmiddel, en de sluitband met een zacht reukloos reinigingsmiddel. NIET IN GEBRUIK De stekker uit het stopkontakt nemen. Alle levensmiddelen uit de diepvriezer verwijderen. De diepvriezer reinigen zoals hierboven beschreven. Het deksel open laten staan. 26 NL STORINGEN ALS DE DIEPVRIEZER NIET NAAR BEHOREN FUNKTIONEERT Alvorens de servicedienst te bellen het volgende controleren: Wanneer u vervolgens het probleem nog steeds niet kan oplossen, raadpleeg dan de servicedienst. Zelf geen andere maatregelen nemen. Ondeskundig gebruik kan persoonlijk letsel of ernstigere defecten tot gevolg hebben. Het is gewoon dat de buitenkant van de vriezer af en toe warm aanvoelt, tijdens het koelproces wordt warmte vrijgegeven. Deze warmte voorkomt vorming van condenswater en vervolgens roestvorming. Wanneer de diepvriezer korte tijd is uitgeschakeld, is het mogelijk dat de compressor niet direkt start bij het terugkeren van de stroom. Dit is normaal. IN HET GEVAL VAN STROOMUITVAL OF STORING Als de periode van stilstand de in de technische gegevens vermelde "opwarmtijd" niet overschrijdt, bestaat geen gevaar voor de veiligheid van de in de vriezer annwezige diepgevroren levensmiddelen. Open tijdens de stilstandperiode het deksel niet. Als de vriezer slechts gedeeltelijk gevuld is, verkort dat aanzienlijk de duur van de "opwarmtijd". Kontroleer nadat de stroomlevering of de storing hersteld is de toestand van de levensmiddelen. Voedsel dat een beging van ontdooien vertoont of reeds ontdooid is, moet u direkt konsumeren of opnieuw invriezen nadat u het eerst gekookt of gebraden hebt. Kan dat niet, dan adviseren wij u het betreffende voedsel te vernietigen. GARANTIEBEPALINGEN EN SERVICE BELANGRIJK ADVIES De konstruktie van dit apparaat is zodanig dat de veiligheid daarvan gewaarborgd is. 27
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

Zanussi ZFC102 Handleiding

Type
Handleiding