HP RP7 Retail System Model 7100 Base Model Referentie gids

Type
Referentie gids

Deze handleiding is ook geschikt voor

Naslaggids voor de hardware
HP RP7 Retail Systeem Model 7100
© Copyright 2012 Hewlett-Packard
Development Company, L.P. De
bijgevoegde informatie kan zonder
aankondiging worden verandert.
Microsoft® and Windows® Vista zijn
handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation
in de Verenigde Staten en/of andere
landen.
De enige garanties die gelden voor HP
producten en diensten zijn de garanties die
worden beschreven in de
garantievoorwaarden behorende bij deze
producten en diensten. Geen enkel
onderdeel van dit document mag als extra
garantie worden opgevat. HP aanvaardt
geen aansprakelijkheid voor technische
fouten of redactionele fouten, drukfouten of
weglatingen in deze publicatie.
De informatie in dit document valt onder het
auteursrecht. Geen enkel deel van dit
document mag worden gekopieerd,
vermenigvuldigd of vertaald in een andere
taal, zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van Hewlett-Packard
Company.
Naslaggids voor de hardware
HP RP7 Retail Systeem Model 7100
Tweede uitgave (december 2012)
Artikelnummer: 704407-332
Over deze handleiding
Deze handleiding bevat algemene informatie voor het upgraden van dit model computer.
WAARSCHUWING! Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot persoonlijk
letsel of levensgevaar.
VOORZICHTIG: Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot beschadiging van
de apparatuur of verlies van gegevens.
OPMERKING: De tekst na dit kopje biedt belangrijke aanvullende informatie.
iii
iv Over deze handleiding
Inhoudsopgave
1 Voorzieningen ................................................................................................................................................. 1
Standaardvoorzieningen ...................................................................................................................... 1
Optionele HP RP7-accessoires ............................................................................................................ 2
Knoppen aan de voorkant .................................................................................................................... 3
Menu Scherminstellingen gebruiken .................................................................................................... 4
Onderdelen aan de achterkant ............................................................................................................. 5
2 Hardware-upgrades ........................................................................................................................................ 6
Benodigde gereedschappen ................................................................................................................ 6
Waarschuwingen en instructies ............................................................................................................ 6
De RP7 aan een muur of zwenkarm bevestigen .................................................................................. 6
De RP7 instelbare standaard installeren .............................................................................................. 7
Kabelgeleiding van externe apparaten ............................................................................................... 13
Optionele geïntegreerde USB-modules installeren ............................................................................ 17
Een optionele HP Retail RP7 10,4” klantenscherm installeren .......................................................... 25
Een optioneel HP Retail RP7 VFD klantenscherm installeren ........................................................... 31
Geheugen installeren ......................................................................................................................... 38
DDR3-SDRAM SODIMM ................................................................................................... 38
Een SODIMM installeren ................................................................................................... 39
Een vaste schijf verwijderen en installeren ........................................................................................ 42
De batterij vervangen ......................................................................................................................... 49
Het gebruik van de USB-beveiligingsdoos ......................................................................................... 54
De RP7 vastzetten op een toonbankblad ........................................................................................... 57
Een extern beveiligingsslot installeren ............................................................................................... 58
Kabelslot ............................................................................................................................ 58
Hangslot ............................................................................................................................. 58
3 Software configureren .................................................................................................................................. 60
Kalibratie van aanraakscherm ............................................................................................................ 60
Kalibratie voor Windows 7 en POSReady 7 ...................................................................... 60
Kalibratie voor Windows XP .............................................................................................. 60
Magneetstriplezer en VFD-klantenscherm configureren .................................................................... 60
Voeding van een seriële poort configureren ....................................................................................... 61
Bijlage A Problemen oplossen ....................................................................................................................... 62
Betekenis van POST-meldingen via lampjes op het voorpaneel en via geluidssignalen ................... 62
v
Bijlage B Elektrostatische ontlading .............................................................................................................. 65
Schade door elektrostatische ontlading voorkomen ........................................................................... 65
Aardingsmethoden ............................................................................................................................. 65
Bijlage C Richtlijnen voor gebruik, regelmatig onderhoud en voorbereiding voor transport .................. 66
Richtlijnen voor gebruik en regelmatig onderhoud ............................................................................. 66
Tips voor schermonderhoud ............................................................................................................... 66
Computer voorbereiden op transport ................................................................................................. 67
Index ................................................................................................................................................................... 68
vi
1 Voorzieningen
Standaardvoorzieningen
De HP RP7 Retail Systeem omvat de volgende kenmerken:
Ontworpen voor toepassing op lange termijn binnen de algemene detailhandel, dienstverlening
en andere detailhandelsmarkten
Keuze voor een naar de klant gericht aanraakscherm:
15” Resistive
15” Projective Capacitive
17” Projective Capacitive
Functies voor kabelbeheer
Bestand tegen water en stof, volgens de norm IP54
Flexibel gebruik dankzij de aanpasbare hoogte en kantelpositie van het beeldscherm
Drie optionele randapparaten voor integratie:
HP Retail geïntegreerde MSR (Magneetstriplezer) met dubbele kop
HP Retail geïntegreerde vingerafdruklezer
HP Retail geïntegreerde webcam
Naar klant gerichte twee-lijnen VFD (Vacuum Florescent Display); standaard op bepaalde
modellen (VFD kan aan de RP7 bevestigd worden of op een apparte standaard)
Naar klant gericht 10,4” LCD-scherm; optioneel (kan niet samen met de twee-lijnen VFD
gebruikt worden)
DDR3 geheugen
Standaardvoorzieningen 1
Keuze van besturingssysteem
Geïntegreerde NIC en WiFi (sommige modellen)
USB+PWR-poorten
Poort voor geldlade
Keuzes van SSD
Geschikt voor RAID 0 en 1 (RAID 1 kan door HP vooraf geconfigureerd worden)
Hulpprogramma's voor beheer
Beveiligde USB-poort (beveiligingsschroef meegeleverd)
Voldoet aan Energy Star 5-normen, EU-conform, RoHS2-conform
Interne voedingsadapter met efficiënt energieverbruik van 87%
HP beperkte garantie, 3/3/3 standaard: 3 jaar garantie op onderdelen, 3 jaar op arbeid, 3 jaar
onsite service
Optionele HP RP7-accessoires
De volgende accessoiresvoor de HP RP7 zijn beschikbaar bij HP.
2 Hoofdstuk 1 Voorzieningen
1 HP RP7 instelbare standaard 4 HP Retail geïntegreerde webcam
2 HP Retail RP7 VFD klantenscherm 5 HP Retail geïntegreerde vingerafdruklezer
3 HP Retail RP7 10.4” klantenscherm 6 HP Retail geïntegreerde MSR
(Magneetstriplezer) met dubbele kop
OPMERKING: Een op een apparte standaard gemonteerde autonome VFD is ook bij HP
beschikbaar (niet afgebeeld).
Knoppen aan de voorkant
Besturing Functie
1
Menu Opent het hoofdmenu van het schermmenu.
2
– (min) Tik als het schermmenu actief is om terug te bladeren in het schermmenu
en instelwaarden verlagen.
3
+ (plus) Tik als het schermmenu actief is om vooruit te bladeren in het
schermmenu en instelwaarden te verhogen.
4
OK Tik als het schermmenu actief is om de gemarkeerde menuoptie te
selecteren.
5
Stroomlampje Groen = Monitor staat volledig aan.
Knipperend groen = Slaapstand
Rood = PC-fout (raadpleeg voor meer informatie
Betekenis van POST-
meldingen via lampjes op het voorpaneel en via geluidssignalen
op pagina 62).
Uit = Voeding is uitgeschakeld
6 Aan/uit-knop Schakelt het systeem in of uit en zet het systeem in hibernation- of
slaapstand.
Knoppen aan de voorkant 3
Menu Scherminstellingen gebruiken
Via het menu met scherminstellingen stelt u het schermbeeld in op basis van uw persoonlijke
voorkeuren. U geeft dit menu als volgt weer op het beeldscherm:
1. Als het systeem nog niet is ingeschakeld, drukt u op de aan/uit-knop om het systeem in te
schakelen.
2. Om de OSD-functie in te schakelen, tikt u links van het aan/uit-pictogram op het voorpaneel.
3. Om het OSD-menu te openen, tikt op het Menu-pictogram op het voorpaneel van de monitor.
4. U gebruikt het + (Plus)-pictogram op het voorpaneel van de monitor om omhoog te bladeren in
het menu en met het (Min)-pictogram bladert u omlaag.
5. Als u een item in het menu wilt selecteren, gebruikt u eerst de pictogrammen + en om de
gewenste functie te markeren. Druk vervolgens op de knop OKom deze functie te selecteren.
6. Stel de functie in door de aanpassingsschalen met behulp van de pictogrammen + en te
wijzigen.
7. Nadat u de functie heeft ingesteld, selecteert u Save and Return (Opslaan en teruggaan), of
Cancel (Annuleren) als u de nieuwe instelling niet wilt opslaan. Selecteer vervolgens Exit
(Afsluiten) uit het hoofdmenu.
De volgende tabel geeft een overzicht van de menu-opties met een korte beschrijving van elke optie.
Tabel 1-1 Menu-instellingen
Icoon Hoofdmenu Beschrijving
Brightness
(Helderheid)
Hiermee kunt u de helderheid van het scherm aanpassen.
Contrast Hiermee kunt u het contrast van het scherm aanpassen.
Color (Kleur) Selecteert de schermkleur en past deze aan.
OSD Control
(Scherm-
instellingen)
Past de bedieningselementen van het menu aan.
Management
(Beheer)
Hiermee kunt u de schermmodus en ondersteuning van DDC/CI in- en uitschakelen en
op modellen met ingebouwde luidsprekers kunt u hiermee het volume aanpassen.
Language (Taal) Instellen in welke taal het menu met scherminstellingen wordt weergegeven. De
fabrieksinstelling is Engels.
Information
(Informatie)
Hiermee kunt u belangrijke informatie over het scherm selecteren en weergeven.
Factory Reset
(Standaard
herstellen)
Schakelt voor alle menu-instellingen van OSD en de DDC/CI-regelaars weer de
standaard fabrieksinstellingen in met uitzondering van de instelling Taal.
Exit (Afsluiten) Het menu met scherminstellingen afsluiten.
4 Hoofdstuk 1 Voorzieningen
Onderdelen aan de achterkant
1 Lampje van de vaste schijf 9 Beveiligde USB-poort
2 Line-out uitgang voor audioapparaten met
netvoeding (groen)
10 Linie-in audio-ingang (blauw)
3 DVI-I-connector (voor een tweede scherm of
het optionele HP Retail RP7 10,4”
klantenscherm)
11 Parallelle poort
4 PS/2-toetsenbordconnector 12 RJ-45-netwerkconnector
5 Gelijkstroomuitgang (alleen voor het
optionele HP Retail RP7 10,4”
klantenscherm)
13 Seriële poorten 5V/12V
6 USB-poorten (6) 14 USB met 12 V-voeding
7 Gelijkstroomingang 15 Aansluiting voor kassalade
8 USB-model met 24 V-voeding
OPMERKING: De seriële poorten kunnen worden ingesteld als 5 V of 12 V gevoede seriële
poorten. Raadpleeg
Voeding van een seriële poort configureren op pagina 61 voor meer informatie.
OPMERKING: De 24-volts PoweredUSB-connector en de 12-volts PoweredUSB-connector zijn
verschillend, om ervoor te zorgen dat u geen verkeerde aansluitingen kunt maken.
OPMERKING: Plastic beschermkapjes voor bescherming van de I/O-poorten op de achterkant zijn
bij het systeem meegeleverd.
OPMERKING: Om een geldlade aan te kunnen sluiten moet u de metaaltape van de connector
verwijderen.
VOORZICHTIG: De aansluiting voor de kassalade heeft dezelfde grootte en vorm als een
modemaansluiting. Om schade aan de computer te vermijden, mag u de netwerkkabel NIET in de
aansluiting voor de kassalade steken.
VOORZICHTIG: Sluit op de gelijkstroomuitgang geen andere apparaten aan dan alleen het HP
Retail RP7 10,4” klantenscherm.
Onderdelen aan de achterkant 5
2 Hardware-upgrades
Benodigde gereedschappen
Voor veel installatieprocedures die in dit hoofdstuk worden beschreven, heeft u een Phillips-, Torx- of
platte schroevendraaier nodig.
Waarschuwingen en instructies
Lees zorgvuldig alle instructies en waarschuwingen in deze handleiding voordat u een upgrade
uitvoert.
WAARSCHUWING! U beperkt als volgt het risico van persoonlijk letsel door elektrische schokken,
warme oppervlakken of brand:
Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en laat de interne systeemonderdelen afkoelen
voordat u ze aanraakt.
Sluit geen telecommunicatie- of telefoonconnectoren aan op de aansluitpunten van de
netwerkadapter (NIC).
Schakel de geaarde stekker van het netsnoer niet uit. De geaarde stekker is een belangrijke
veiligheidsvoorziening.
Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat altijd goed bereikbaar is.
Lees de Handleiding voor veiligheid & comfort om het risico van ernstig letsel te verminderen. In de
handleiding vindt u een beschrijving van de juiste instelling van het werkstation, de correcte houding
en goede en gezonde gewoonten bij het werken met de computer. Ook bevat de handleiding
belangrijke informatie over het veilig werken met elektrische en mechanische onderdelen. U vindt
deze handleiding op het web op
http://www.hp.com/ergo.
WAARSCHUWING! Bevat elektrische en bewegende onderdelen.
Schakel de stroomtoevoer tot het apparaat uit voordat u de behuizing verwijdert.
Plaats de behuizing terug voordat u de stroomtoevoer weer aansluit.
VOORZICHTIG: Een ontlading van statische elektriciteit kan elektrische onderdelen of
uitbreidingskaarten in de computer beschadigen. Zorg ervoor dat u niet statisch geladen bent. Raak
een geaard metalen voorwerp aan voordat u deze handelingen uitvoert. Zie
Elektrostatische
ontlading op pagina 65 voor meer informatie.
Wanneer de computer is aangesloten op een stopcontact, wordt de systeemkaart altijd van stroom
voorzien. Haal de stekker uit het stopcontact voordat u de computer opent om schade aan interne
onderdelen te voorkomen.
De RP7 aan een muur of zwenkarm bevestigen
De RP7 kan aan een muur, op een zwenkarm of een andere armatuur worden bevestigd. Deze RP7
is voorzien van VESA-compatibele schroefgaten met een onderlinge afstand van 100 mm.
6 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
Als u dit apparaat aan de muur wilt bevestigen, moet u een wandmontagebeugel gebruiken die door
UL of CSA is goedgekeurd. HP adviseert om voor muurmontage gebruik te maken van een HP Quick
Release-montagebeugel (artikelnummer EM870AA).
VOORZICHTIG: Voor bevestiging aan een montagevoorziening van een andere leverancier zijn vier
schroeven met een lengte van 10 mm, een doorsnee van 4 mm en een spoed van 0,7 vereist.
Langere schroeven mogen niet worden gebruikt, omdat deze het systeem kunnen beschadigen. Het
is belangrijk dat u controleert of de montageoplossing van de fabrikant voldoet aan de VESA-norm en
geschikt is om het gewicht van het systeem te ondersteunen.
De RP7 instelbare standaard installeren
OPMERKING: In dit gedeelte vindt u instructies voor het installeren van de RP7 instelbare
standaard, wanneer de standaard afzonderlijk aangeschaft is.
1. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit.
2. Koppel de voedingsbron los van het toegangspaneel aan de achterkant en van het stopcontact.
VOORZICHTIG: Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is
aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het systeem in- of uitgeschakeld is. Haal de
stekker van het netsnoer uit het stopcontact om schade aan de interne onderdelen van de
computer te voorkomen.
3. Ontkoppel alle kabels aan de achterkant van de computer.
De RP7 instelbare standaard installeren 7
4. Trek de afdekking van de voedingsbron terug en til het uit het systeem.
5. Verwijder de decoratieve afdekplaat aan de achterkant van het systeem door het los te wrikken
van de basis bij de tabjes aan de boven- en zijkanten van de afdekplaat, zoals hieronder is
afgebeeld (1). Trek daarna de bovenkant van de plaat weg van de onderkant (2) en druk de
plaat naar beneden om de tabjes aan de onderkant vrij te maken (3).
8 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
6. Schuif de twee hendels op de bovenhoeken van het toegangspaneel aan de achterkant naar
beneden (1) en kantel de afdekplaat van het systeem af (2).
7. Bevestig het RP7-scherm aan de montagebeugel van de standaard door de sleuven van het
scherm op de haken van de montagebeugel te plaatsen en het scherm naar beneden te
schuiven (1). Plaats de drie met de standaard meegeleverde schroeven door de montagebeugel
en draai het scherm vast op zijn plaats (2).
De RP7 instelbare standaard installeren 9
8. Schuif de afdekking van de montagebeugel over de montagebeugel van de standaard.
9. Draai het kleine deurtje aan de onderkant van de voedingsbehuizing open (1) en schuif de
voedingsbron in de behuizing (2).
OPMERKING: Zorg ervoor dat bij het inschuiven van de voedingsbron de zijkant van de
voedingsbron met het label en de rubbere voet naar de voorkant van het systeem is gericht.
10 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
10. Sluit het kleine deurtje aan de onderkant van de voedingsbehuizing (1). Voer de voedingskabel
door de zijkant van de basis naar het midden van de basis (2) en daarna omhoog door de
kabelhouder op de hals van de standaard. Plaats de kabel in de kabelclip naast de
voedingspoort (3) en sluit de kabel aan op de gelijkstroomingang.
11. Voer het netsnoer door de onderkant van de basis van de standaard en vervolgens door de
holte in de basis. Sluit het netsnoer daarna aan op voedingsbron. Plaats het netsnoer in de
kabelclip aan de zijkant van de basis en steek het andere uiteinde in een stopcontact.
De RP7 instelbare standaard installeren 11
12. Klik de decoratieve afdekplaat op de achterkant van de basis.
13. Zet de afdekking van de voedingsbron terug door deze over de hals van de basis te laten
zakken en daarna terug te schuiven tot hij op zijn plaats klikt.
12 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
14. Plaats de afdekplaat van het toegangspaneel terug door de haakjes aan de onderkant van de
afdekplaat in de sleuven aan de onderkant van het chassis te stoppen (1). Draai vervolgens de
afdekplaat naar boven tot deze vast klikt in het chassis (2).
15. U kunt de hoogte van de monitorstandaard aanpassen en in diverse posities kantelen. Kies de
meest ergonomische positie voor het gebruik van de monitor.
Kabelgeleiding van externe apparaten
1. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit.
2. Haal het netsnoer uit het stopcontact.
VOORZICHTIG: Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is
aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het systeem in- of uitgeschakeld is. Haal de
stekker van het netsnoer uit het stopcontact om schade aan de interne onderdelen van de
computer te voorkomen.
Kabelgeleiding van externe apparaten 13
3. Schuif de twee hendels op de bovenhoeken van het toegangspaneel aan de achterkant naar
beneden (1) en kantel de afdekplaat van het systeem af (2).
4. Trek de afdekking van de voedingsbron terug en til het uit het systeem.
14 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
5. Verwijder de decoratieve afdekplaat aan de achterkant van het systeem door het los te wrikken
van de basis bij de tabjes aan de boven- en zijkanten van de afdekplaat, zoals hieronder is
afgebeeld (1). Trek daarna de bovenkant van de plaat weg van de onderkant (2) en druk de
plaat naar beneden om de tabjes aan de onderkant vrij te maken (3).
6. Voer de kabels onder aan de achterkant van de basis en daarna door de opening in het midden
van de basis. Voer de kabels dan door kabelhouder op de hals van de standaard en sluit ze op
de juiste poorten aan.
VOORZICHTIG: Zorg ervoor dat het netsnoer is vastgezet in de kabelclip naast de
voedingsingang op het toegangspaneel, zodat het netsnoer niet uit de connector getrokken kan
worden.
Kabelgeleiding van externe apparaten 15
7. Klik de decoratieve afdekplaat op de achterkant van de basis.
8. Zet de afdekking van de voedingsbron terug door deze over de hals van de basis te laten
zakken en daarna terug te schuiven tot hij op zijn plaats klikt.
16 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
9. Plaats de afdekplaat van het toegangspaneel terug door de haakjes aan de onderkant van de
afdekplaat in de sleuven aan de onderkant van het chassis te stoppen (1). Draai vervolgens de
afdekplaat naar boven tot deze vast klikt in het chassis (2).
10. Sluit het netsnoer weer aan en druk op de aan/uit-knop.
Optionele geïntegreerde USB-modules installeren
Er zijn drie optionele geïntegreerde USB-modules verkrijgbaar bij HP (afzonderlijk aan te schaffen).
1 retail geïntegreerde webcam voor live-videofuncties
2 retail geïntegreerde vingerafdruklezer om identificatiefuncties voor extra beveiliging toe te
voegen
3 retail geïntegreerde magneetstriplezer met dubbele kop om kaartgegevens te lezen
De geïntegreerde USB-modules kunnen boven op het scherm of aan een van de zijkanten van het
scherm worden geïnstalleerd.
OPMERKING: Monteer een webcam niet aan de zijkanten van het scherm. De webcam moet voor
goede video-oriëntatie op de bovenkant van het scherm gemonteerd worden.
OPMERKING: Deze USB-poorten bieden alleen ondersteuning voor de onderstaande USB-
modules. Ze bieden geen ondersteuning voor optische schijven of vaste schijven.
Optionele geïntegreerde USB-modules installeren 17
De procedure voor de installatie van een geïntegreerde USB-module is hetzelfde voor alle modules.
U installeert als volgt een USB-module:
1. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit.
2. Haal het netsnoer uit het stopcontact.
VOORZICHTIG: Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is
aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het systeem in- of uitgeschakeld is. Haal de
stekker van het netsnoer uit het stopcontact om schade aan de interne onderdelen van de
computer te voorkomen.
3. Schuif de twee hendels op de bovenhoeken van het toegangspaneel aan de achterkant naar
beneden (1) en kantel de afdekplaat van het systeem af (2).
18 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
4. Schuif de decoratieve afdekplaat boven op de afsluitklep (1) naar achteren en schroef de
beveiligingsschroef (2) los.
OPMERKING: Deze stap is niet nodig als de beveiligingsschroef eerder niet vastgedraaid was.
OPMERKING: U moet hiervoor een tegen vervalsing beschermde T-10 Torx-schroevendraaier
van HP gebruiken om de beveiligingsschroef los te draaien.
5. Til de afsluitklep boven op het achterpaneel (1) op en draai hem open (2).
Optionele geïntegreerde USB-modules installeren 19
6. Draai de twee antennebeugels weg van het systeem.
VOORZICHTIG: De attennesteuntjes moeten naar boven gedraaid worden om het
computerpaneel te kunnen verwijderen.
7. Draai de vier bevestigingsschroeven waarmee het computerpaneel aan het achterpaneel is
bevestigd los (1) en trek het computerpaneel van het achterpaneel (2).
20 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
8. Verwijder de twee schroeven waarmee de USB-afdekplaat aan het scherm is bevestigd (1) en
schuif de afdekplaat vervolgens van het scherm af (2). Verwijder alleen de afdekplaat op de
locatie waar u de USB-module wilt installeren.
OPMERKING: De binnenkant van de USB-afdekplaat heeft een smalle sleuf waarmee de
afdekplaat eenvoudiger van het systeem geschoven kan worden.
9. Trek de stekker die is aangesloten op de USB-poort uit de poort.
OPMERKING: Bij sommige modellen is er geen stekker aangesloten op de USB-poorten.
Optionele geïntegreerde USB-modules installeren 21
10. Schuif de afdekplaat voor de schroefgaten van de module terug (1) en sluit de USB-connector
op de module aan op de USB-poort (2).
11. Bevestig de twee schroeven die u eerder hebt verwijderd (1) en schuif de afdekplaat op de
module naar voren zodat de schroeven worden afgedekt (2).
22 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
12. Plaats het computerpaneel op het achterpaneel (1) en draai de vier bevestigingsschroeven
waarmee het computerpaneel aan het achterpaneel bevestigd wordt, vast (2).
13. Draai de twee antennebeugels naar beneden in de normale stand.
Optionele geïntegreerde USB-modules installeren 23
14. Draai de afsluitklep omhoog (1) en druk hem naar beneden zodat hij afsluit (2).
15. U kunt de afsluitklep vastzetten door de beveiligingsschroef aan te draaien en het decoratieve
paneel naar voren te schuiven (2).
OPMERKING: U moet hiervoor een tegen vervalsing beschermde T-10 Torx-schroevendraaier
van HP gebruiken om de schroef vast te zetten.
24 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
16. Plaats de afdekplaat van het toegangspaneel terug door de haakjes aan de onderkant van de
afdekplaat in de sleuven aan de onderkant van het chassis te stoppen (1). Draai vervolgens de
afdekplaat naar boven tot deze vast klikt in het chassis (2).
17. Sluit het netsnoer weer aan en druk op de aan/uit-knop.
Een optionele HP Retail RP7 10,4” klantenscherm
installeren
1. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit.
2. Haal het netsnoer uit het stopcontact.
VOORZICHTIG: Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is
aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het systeem in- of uitgeschakeld is. Haal de
stekker van het netsnoer uit het stopcontact om schade aan de interne onderdelen van de
computer te voorkomen.
Een optionele HP Retail RP7 10,4” klantenscherm installeren 25
3. Schuif de twee hendels op de bovenhoeken van het toegangspaneel aan de achterkant naar
beneden (1) en kantel de afdekplaat van het systeem af (2).
4. Trek de afdekking van de voedingsbron terug en til het uit het systeem.
26 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
5. Verwijder de decoratieve afdekplaat aan de achterkant van het systeem door het los te wrikken
van de basis bij de tabjes aan de boven- en zijkanten van de afdekplaat, zoals hieronder is
afgebeeld (1). Trek daarna de bovenkant van de plaat weg van de onderkant (2) en druk de
plaat naar beneden om de tabjes aan de onderkant vrij te maken (3).
6. Sluit de audio-, DVI- en voedingskabels aan op het klantenscherm. Stop de DVI-kabel in de
kabelclip op de basis van het scherm.
Een optionele HP Retail RP7 10,4” klantenscherm installeren 27
7. Voer de audio-, DVI- en voedingskabels door de opening in het achterpaneel van het
klantenscherm (1). Monteer het achterpaneel op het klantenscherm door de haken op het
achterpaneel in de gaten aan de achterkant van het scherm te passen en het achterpaneel naar
boven te schuiven (2) zodat de schroefgaten op het achterpaneel uitgelijnd worden met de
schroefgaten van het scherm. Plaats de twee schroeven en schroef het achterpaneel aan het
scherm vast (3).
8. Voer de uiteinden van de kabel door de opening in het midden van de decoratieve afdekplaat
dat met het klantenscherm meegeleverd is.
28 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
9. Voer de audio-, DVI-, USB- en voedingskabels door de achterkant van de basis naar de
voorkant van de basis en daarna door kabelhouder op de hals van de RP7-standaard. Sluit de
kabels aan op de RP7 in- en uitgangspoorten.
10. Klik de decoratieve afdekplaat in de achterkant van de basis.
Een optionele HP Retail RP7 10,4” klantenscherm installeren 29
11. Schuif de montagebeugel van het achterpaneel in de montageopening op de achterkant van de
RP7-basis (1) en plaats de twee met het klantenscherm meegeleverde schroeven in de
schroefgaten bovenin de montagebeugel (2).
12. Zet de afdekking van de voedingsbron terug door deze over de hals van de basis te laten
zakken en daarna terug te schuiven tot hij op zijn plaats klikt.
30 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
13. Plaats de afdekplaat van het toegangspaneel terug door de haakjes aan de onderkant van de
afdekplaat in de sleuven aan de onderkant van het chassis te stoppen (1). Draai vervolgens de
afdekplaat naar boven tot deze vast klikt in het chassis (2).
14. Sluit het netsnoer weer aan en druk op de aan/uit-knop van beide schermen.
Een optioneel HP Retail RP7 VFD klantenscherm
installeren
Het geïntegreerde VFD klantenscherm kan zonder of met een of twee verlengstukken geïnstalleerd
worden, afhankelijk van de gewenste hoogte van de VFD.
1. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit.
2. Haal het netsnoer uit het stopcontact.
VOORZICHTIG: Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is
aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het systeem in- of uitgeschakeld is. Haal de
stekker van het netsnoer uit het stopcontact om schade aan de interne onderdelen van de
computer te voorkomen.
Een optioneel HP Retail RP7 VFD klantenscherm installeren 31
3. Schuif de twee hendels op de bovenhoeken van het toegangspaneel aan de achterkant naar
beneden (1) en kantel de afdekplaat van het systeem af (2).
4. Trek de afdekking van de voedingsbron terug en til het uit het systeem.
32 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
5. Verwijder de decoratieve afdekplaat aan de achterkant van het systeem door het los te wrikken
van de basis bij de tabjes aan de boven- en zijkanten van de afdekplaat, zoals hieronder is
afgebeeld (1). Trek daarna de bovenkant van de plaat weg van de onderkant (2) en druk de
plaat naar beneden om de tabjes aan de onderkant vrij te maken (3).
6. Als u de VFD zonder verlengstukken installeert, steekt u de VFD-kabel door het midden van de
montagebeugel (1) en schuift u de VFD op de montagebeugel (2).
Een optioneel HP Retail RP7 VFD klantenscherm installeren 33
7. Als u de VFD met verlengstukken installeert, schuif dan een of twee verlengstukken op de
montagebeugel, afhankelijk van de gewenste hoogte van de VFD. Leid het verlengsnoer door de
bovenkant van de verlengstukken en aan de onderkant uit de montagebeugel (1). Schuif daarna
de VFD op het verlengstuk (2).
8. Voer de VFD-kabel door de opening in de decoratieve afdekplaat die bij de VFD meegeleverd is
en vervolgens door de achterkant van de basis (1) naar de voorkant van de basis. Voer het
verlengsnoer verder naar boven door de kabelhouder (2) en verbind de VFD-kabel met de 12V
USB-poort op de RP7 (3).
34 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
9. Wikkel het overtollige stuk verlengsnoer om de haken aan de achterkant van de basis.
10. Klik de decoratieve afdekplaat in de achterkant van de basis.
Een optioneel HP Retail RP7 VFD klantenscherm installeren 35
11. Schuif de montagebeugel van de VFD in de opening op de achterkant van de RP7-basis (1) en
plaats de twee met de VFD meegeleverde schroeven in de schroefgaten aan de bovenkant van
de montagebeugel (2).
12. Zet de afdekking van de voedingsbron terug door deze over de hals van de basis te laten
zakken en daarna terug te schuiven tot hij op zijn plaats klikt.
36 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
13. Plaats de afdekplaat van het toegangspaneel terug door de haakjes aan de onderkant van de
afdekplaat in de sleuven aan de onderkant van het chassis te stoppen (1). Draai vervolgens de
afdekplaat naar boven tot deze vast klikt in het chassis (2).
14. Sluit het netsnoer weer aan en druk op de aan/uit-knop.
Een optioneel HP Retail RP7 VFD klantenscherm installeren 37
Geheugen installeren
De computer wordt geleverd met een DDR3-SDRAM-geheugen (Double Data Rate 3 Synchronous
Dynamic Random Access Memory) in de vorm van SODIMM (Small Outline Dual Inline Memory
Module).
DDR3-SDRAM SODIMM
VOORZICHTIG: Dit product ondersteunt GEEN DDR3 Ultra Low Voltage (DDR3U) geheugen. De
processor is niet compatibel met DDR3U-geheugen, en als u DDR3U-geheugen in de systeemkaart
steekt, kan dit fysieke schade aan de SODIMM opleveren of een slecht werkend systeem
veroorzaken.
Voor een juiste werking van het systeem moet de SODIMM als volgt zijn:
204-pins modules die voldoen aan industrienormen
voldoet aan niet-gebufferde non-ECC PC3-12800 DDR3-1600 MHz
1,5-volt DDR3-SDRAM SODIMM
De DDR3-SDRAM SODIMM moet tevens:
ondersteunt CAS latentie 11 DDR3 1600 MHz (11-11-11 timing)
de verplichte specificatie van de JEDEC (Joint Electronic Device Engineering Council) bevatten
Daarnaast ondersteunt de computer:
512-Mbit, 1-Gbit, 2-Gbit, 4-Gbit en 8-Gbit niet-ECC-geheugentechnologieën
enkelzijdige en dubbelzijdige SODIMMS's
SODIMM's met x8 en x16 DDR-elementen. SODIMM's met x4 SDRAM worden niet ondersteund
OPMERKING: Het systeem functioneert niet goed wanneer er niet-ondersteunde SODIMM's zijn
geïnstalleerd.
38 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
Een SODIMM installeren
VOORZICHTIG: Koppel het netsnoer los en wacht ongeveer 30 seconden om de spanning uit het
systeem te laten wegvloeien, voordat u geheugenmodules toevoegt of verwijdert. Er staat altijd
spanning op de geheugenmodules zolang de computer is aangesloten op een actief stopcontact,
ongeacht of het systeem is in- of uitgeschakeld. Het toevoegen of verwijderen van geheugenmodules
terwijl er spanning op het systeem staat, kan leiden tot onherstelbare beschadiging van de
geheugenmodules of de systeemkaart.
De voetjes voor geheugenmodules hebben vergulde contactpunten. Als u het geheugen uitbreidt, is
het belangrijk dat u geheugenmodules met vergulde contactpunten gebruikt om corrosie en/of
oxidatie ten gevolge van contact tussen onverenigbare metalen te voorkomen.
een ontlading van statische elektriciteit kan elektronische onderdelen of uitbreidingskaarten in de
computer beschadigen. Zorg ervoor dat u niet statisch geladen bent. Raak een geaard metalen
voorwerp aan voordat u deze handelingen uitvoert. Raadpleeg
Elektrostatische ontlading
op pagina 65 voor meer informatie.
Voorkom dat u de contactpunten van een geheugenmodule aanraakt. Als de contactpunten worden
aangeraakt, kan de module beschadigd raken.
1. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit.
2. Haal het netsnoer uit het stopcontact.
VOORZICHTIG: Koppel het netsnoer los en wacht ongeveer 30 seconden om de spanning uit
het systeem te laten wegvloeien, voordat u geheugenmodules toevoegt of verwijdert. Er staat
altijd spanning op de geheugenmodules zolang de computer is aangesloten op een actief
stopcontact, ongeacht of het systeem is in- of uitgeschakeld. Het toevoegen of verwijderen van
geheugenmodules terwijl er spanning op het systeem staat, kan leiden tot onherstelbare
beschadiging van de geheugenmodules of de systeemkaart.
3. Schuif de decoratieve afdekplaat boven op de afsluitklep (1) naar achteren en schroef de
beveiligingsschroef (2) los.
OPMERKING: Deze stap is niet nodig als de beveiligingsschroef eerder niet vastgedraaid was.
OPMERKING: U moet hiervoor een tegen vervalsing beschermde T-10 Torx-schroevendraaier
van HP gebruiken om de beveiligingsschroef los te draaien.
Geheugen installeren 39
4. Til de afsluitklep boven op het achterpaneel (1) op en draai hem open (2) om bij de SODIMM te
kunnen komen.
5. Druk de twee vergrendelingen aan de uiteinden van de SODIMM opzij (1) en trek de SODIMM
uit het voetje (2).
40 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
6. Plaats een SODIMM, door de nieuwe SODIMM in het voetje te drukken onder een hoek van
ongeveer 30° (1) en druk de SODIMM omlaag in het voetje (2) zodat de grendels hem op zijn
plaats zetten.
OPMERKING: Een geheugenmodule kan slechts in één stand worden geïnstalleerd. Zorg dat
de uitsparing op de module aansluit op het lipje van het geheugenvoetje.
7. Draai de afsluitklep omhoog (1) en druk hem naar beneden zodat hij afsluit (2).
Geheugen installeren 41
8. U kunt de afsluitklep vastzetten door de beveiligingsschroef aan te draaien en het decoratieve
paneel naar voren te schuiven (2).
OPMERKING: U moet hiervoor een tegen vervalsing beschermde T-10 Torx-schroevendraaier
van HP gebruiken om de schroef vast te zetten.
9. Sluit het netsnoer weer aan en druk op de aan/uit-knop.
Het extra geheugen wordt automatisch herkend wanneer u de computer inschakelt.
Een vaste schijf verwijderen en installeren
VOORZICHTIG: Als u de harde schijf vervangt, moet u een back-up maken van de gegevens op de
oude schijf, zodat u de gegevens kunt overbrengen naar de nieuwe schijf.
1. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit.
2. Haal het netsnoer uit het stopcontact.
VOORZICHTIG: Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is
aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het systeem in- of uitgeschakeld is. Haal de
stekker van het netsnoer uit het stopcontact om schade aan de interne onderdelen van de
computer te voorkomen.
42 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
3. Schuif de twee hendels op de bovenhoeken van het toegangspaneel aan de achterkant naar
beneden (1) en kantel de afdekplaat van het systeem af (2).
4. Schuif de decoratieve afdekplaat boven op de afsluitklep (1) naar achteren en schroef de
beveiligingsschroef (2) los.
OPMERKING: Deze stap is niet nodig als de beveiligingsschroef eerder niet vastgedraaid was.
OPMERKING: U moet hiervoor een tegen vervalsing beschermde T-10 Torx-schroevendraaier
van HP gebruiken om de beveiligingsschroef los te draaien.
Een vaste schijf verwijderen en installeren 43
5. Til de afsluitklep boven op het achterpaneel (1) op en draai hem open (2).
6. Draai de twee antennebeugels weg van het systeem.
VOORZICHTIG: De attennesteuntjes moeten naar boven gedraaid worden om het
computerpaneel te kunnen verwijderen.
44 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
7. Draai de vier bevestigingsschroeven waarmee het computerpaneel aan het achterpaneel is
bevestigd los (1) en trek het computerpaneel van het achterpaneel (2).
8. Knijp de twee tabjes op de afsluitklep van de vaste schijf (1) en draai deze open (2). Pak daarna
de vaste schijf vast aan de trektabjes aan de zijkanten van de schijf en trek de schijf uit de
schijflade (3).
Een vaste schijf verwijderen en installeren 45
9. Verwijder de vier schroeven aan de zijkanten van de schijfhouder (1) en til de vaste schijf uit de
houder (2).
10. Plaats de nieuwe vaste schijf in de houder (1) en plaats de vier schroeven terug in de zijkanten
van de houder (2).
46 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
11. Schuif de houder met de vaste schijf in de schijflade (1) en sluit de afsluitklep (2).
12. Plaats het computerpaneel op het achterpaneel (1) en draai de vier bevestigingsschroeven
waarmee het computerpaneel aan het achterpaneel bevestigd wordt, vast (2).
Een vaste schijf verwijderen en installeren 47
13. Draai de twee antennebeugels naar beneden in de normale stand.
14. Draai de afsluitklep omhoog (1) en druk hem naar beneden zodat hij afsluit (2).
48 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
15. U kunt de afsluitklep vastzetten door de beveiligingsschroef aan te draaien en het decoratieve
paneel naar voren te schuiven (2).
OPMERKING: U moet hiervoor een tegen vervalsing beschermde T-10 Torx-schroevendraaier
van HP gebruiken om de schroef vast te zetten.
16. Plaats de afdekplaat van het toegangspaneel terug door de haakjes aan de onderkant van de
afdekplaat in de sleuven aan de onderkant van het chassis te stoppen (1). Draai vervolgens de
afdekplaat naar boven tot deze vast klikt in het chassis (2).
17. Sluit het netsnoer weer aan en druk op de aan/uit-knop.
De batterij vervangen
De bij de computer geleverde batterij voorziet de real-timeklok van elektriciteit. Gebruik bij vervanging
een batterij die gelijkwaardig is aan de oorspronkelijke batterij. De computer wordt geleverd met een
3-volt lithium-knoopcelbatterij.
De batterij vervangen 49
WAARSCHUWING! De computer bevat een lithium-mangaandioxidebatterij. Als u niet op de juiste
manier omgaat met de batterij, kan er brand ontstaan en kunt u brandwonden oplopen. Ga als volgt
te werk om het risico van lichamelijk letsel te beperken:
Probeer nooit de batterij op te laden.
Stel de batterij niet bloot aan temperaturen boven 60 °C.
Probeer niet de batterij uit elkaar te halen, te pletten of te doorboren. Zorg dat u geen kortsluiting
veroorzaakt tussen de externe contactpunten en laat de batterij niet in aanraking komen met water of
vuur.
Vervang de batterij uitsluitend door een HP batterij die voor dit product wordt aanbevolen.
VOORZICHTIG: Het is belangrijk dat u vóór het vervangen van de batterij een back-up maakt van
de CMOS-instellingen van de computer. Wanneer u de batterij verwijdert of vervangt, worden de
CMOS-instellingen gewist.
Een ontlading van statische elektriciteit kan elektronische onderdelen of uitbreidingskaarten in de
computer beschadigen. Zorg ervoor dat u niet statisch bent geladen. Raak een geaard metalen
voorwerp aan voordat u deze handelingen uitvoert.
OPMERKING: U verlengt de levensduur van de lithiumbatterij door de computer aan te sluiten op
een stopcontact. De lithiumbatterij wordt alleen gebruikt wanneer de computer NIET is aangesloten
op een stopcontact.
HP adviseert klanten gebruikte elektronische apparatuur, originele HP printcartridges en oplaadbare
batterijen te recyclen. Ga voor meer informatie over recyclingprogramma's naar
http://www.hp.com/
recycle.
1. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit.
2. Haal het netsnoer uit het stopcontact.
VOORZICHTIG: Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is
aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het systeem in- of uitgeschakeld is. Haal de
stekker van het netsnoer uit het stopcontact om schade aan de interne onderdelen van de
computer te voorkomen.
50 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
3. Schuif de decoratieve afdekplaat boven op de afsluitklep (1) naar achteren en schroef de
beveiligingsschroef (2) los.
OPMERKING: Deze stap is niet nodig als de beveiligingsschroef eerder niet vastgedraaid was.
OPMERKING: U moet hiervoor een tegen vervalsing beschermde T-10 Torx-schroevendraaier
van HP gebruiken om de beveiligingsschroef los te draaien.
4. Til de afsluitklep boven op het achterpaneel (1) op en draai hem open (2).
De batterij vervangen 51
5. Onthoud welke kant van de batterij positief is, zodat de nieuwe batterij op dezelfde manier
geplaatst wordt en trek de batterij uit de houder.
6. Plaats de nieuwe batterij. Zorg ervoor dat de positieve kant van de nieuwe batterij naar dezelfde
richting wijst als de verwijderde batterij.
52 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
7. Draai de afsluitklep omhoog (1) en druk hem naar beneden zodat hij afsluit (2).
8. U kunt de afsluitklep vastzetten door de beveiligingsschroef aan te draaien en het decoratieve
paneel naar voren te schuiven (2).
OPMERKING: U moet hiervoor een tegen vervalsing beschermde T-10 Torx-schroevendraaier
van HP gebruiken om de schroef vast te zetten.
9. Sluit het netsnoer weer aan en druk op de aan/uit-knop.
De batterij vervangen 53
Het gebruik van de USB-beveiligingsdoos
1. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit.
2. Haal het netsnoer uit het stopcontact.
VOORZICHTIG: Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is
aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het systeem in- of uitgeschakeld is. Haal de
stekker van het netsnoer uit het stopcontact om schade aan de interne onderdelen van de
computer te voorkomen.
3. Schuif de twee hendels op de bovenhoeken van het toegangspaneel aan de achterkant naar
beneden (1) en kantel de afdekplaat van het systeem af (2).
4. Druk de tab aan de onderkant van de USB-beveiligingsdoos naar binnen (1) en draai de
onderkant van de doos naar boven (2) om te verwijderen.
54 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
5. Steek het USB-apparaat in de USB-poort
6. Steek de bovenkant van de USB-beveiligingsdoos met de onderkant van de doos enigszins
opgetild in het toegangspaneel (1) en draai de onderkant vervolgens naar beneden tot deze op
zijn plaats klikt (2).
OPMERKING: Als het USB-apparaat een kabel heeft, voer deze dan door de opening aan de
zijkant van de beveilgingsdoos.
Het gebruik van de USB-beveiligingsdoos 55
7. Als u het USB-apparaat wilt beveiligen, verwijder dan de beveiligingsschroef aan de binnenkant
van het toegangspaneel en bevestig deze in het schroefgat aan de zijkant van de USB-
beveiligingsdoos.
OPMERKING: U moet hiervoor een tegen vervalsing beschermde T-10 Torx-schroevendraaier
van HP gebruiken om de schroef vast te zetten.
8. Plaats de afdekplaat van het toegangspaneel terug door de haakjes aan de onderkant van de
afdekplaat in de sleuven aan de onderkant van het chassis te stoppen (1). Draai vervolgens de
afdekplaat naar boven tot deze vast klikt in het chassis (2).
9. Sluit het netsnoer weer aan en druk op de aan/uit-knop.
56 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
De RP7 vastzetten op een toonbankblad
1. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit.
2. Haal het netsnoer uit het stopcontact.
VOORZICHTIG: Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is
aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het systeem in- of uitgeschakeld is. Haal de
stekker van het netsnoer uit het stopcontact om schade aan de interne onderdelen van de
computer te voorkomen.
3. Trek de afdekking van de voedingsbron terug en til het uit het systeem.
4. Er zijn twee schroefgaten in onderkant van de standaard. Bevestig de standaard aan het
toonbankblad met voor het oppervlak geschikte schroeven of bouten.
OPMERKING: HP levert houtschroeven voor bevestiging op een houten oppervlak.
De RP7 vastzetten op een toonbankblad 57
5. Zet de afdekking van de voedingsbron terug door deze over de hals van de basis te laten
zakken en daarna terug te schuiven tot hij op zijn plaats klikt.
6. Sluit het netsnoer weer aan en druk op de aan/uit-knop.
Een extern beveiligingsslot installeren
Kabelslot
Met een kabelslot kan het achterpaneel van de RP7 aan een extern object vastgezet worden.
Hangslot
Een hangslot kan gebruikt worden om het achterpaneel van de RP7 te beveiligen.
58 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
Een extern beveiligingsslot installeren 59
3 Software configureren
Kalibratie van aanraakscherm
Het is niet nodig om het aanraakstuurprogramma voor Microsoft Windows 7 of POSReady 7 te
installeren. Voor deze monitor zijn de aanraakstuurprogramma's voor die besturingssystemen al
meegeleverd.
HP adviseert om het aanraakscherm te kalibreren voordat u het systeem gebruikt, zodat het
aanraakpunt op het scherm registreert waar de digitale pen of vinger het scherm aanraakt. Als u
merkt dat het aanraakpunt niet goed registreert, kan het zijn dat u de kalibratie nogmaals moet
uitvoeren.
Kalibratie voor Windows 7 en POSReady 7
De aanraakmodule kalibreren in Windows 7 en POSReady 7:
1. Selecteer in de fabrieksimage van HP Start > All Programs > Load Windows Calibration Tool
en ga verder met stap 2.
OF
Open het Startmenu, tik op de koppeling Configuratiescherm en typ “kalibreren” in het
zoekvak. Tik in Instellingen voor Tablet PC op de koppeling Het beeldscherm kalibreren
voor pen- of aanraakinvoer. Tik in het dialoogvenster Instellingen voor Tablet PC op de knop
Kalibreren en ga verder met stap 2.
2. Volg de instructies op het scherm om de doelmarkeringen op het aanraakscherm te drukken.
Aan het einde van het kalibratieproces moet de aanraakmodule zijn uitgelijnd met de video en
zijn de aanraakpunten nauwkeurig.
Kalibratie voor Windows XP
U moet het meegeleverde stuurprogramma voor het aanraakscherm op de cd met software en
documentatie installeren als u Windows XP of een besturingssysteem op basis van Windows XP
gebruikt. Op de cd die bij de monitor wordt meegeleverd, vindt u ook een kalibratieprogramma voor
Windows XP.
De aanraakmodule kalibreren in Windows XP:
1. Installeer de software vanaf de cd met software en documentatie en raadpleeg voor instructies
over kalibratie het leesmij-bestand.
2. Na de installatie start u de software en volgt u de instructies op het scherm. Aan het einde van
het kalibratieproces moet de aanraakmodule zijn uitgelijnd met de video en zijn de
aanraakpunten nauwkeurig.
Magneetstriplezer en VFD-klantenscherm configureren
Voor de configuratie van de magneetstriplezer en het VFD-scherm raadpleegt u de HP Point of Sale
Configuration Guide (alleen beschikbaar in het Engels). Deze handleiding staat op de vaste schijf van
het systeem. In Windows XP of Windows Embedded POSReady 2009 selecteert u Start > Alle
programma's > HP Point of Sale Information om de handleiding te openen. In Windows XP of
60 Hoofdstuk 3 Software configureren
Windows Embedded POSReady 7 selecteert u Start > HP Point of Sale Information om de
handleiding te openen.
Voeding van een seriële poort configureren
De seriële poorten kunnen worden geconfigureerd als standaard (niet-gevoede) seriële poorten of
gevoede seriële poorten. Sommige apparaten maken gebruik van een gevoede seriële poort. Als de
seriële poort wordt geconfigureerd als een gevoede poort, hebben apparaten die een gevoede seriële
interface ondersteunen, geen externe voedingsbron nodig.
OPMERKING: Standaard zijn alle seriële poorten geconfigureerd voor de standaard seriële modus,
tenzij modellen met seriële poorten met eigen voeding zijn besteld.
De seriële poorten kunnen worden ingesteld met het Computer F10 Setup-hulpprogramma. In het
menu Onboard Devices heeft u de optie om de volgende drie instellingen te selecteren voor elke
afzonderlijke seriële poort.
Standaard
5 v op de pennen 1 en 9
12 v op de pennen 1 en 9
OPMERKING: Om het hulpprogramma Computer F10 Setup te openen, herstart u de computer en
drukt u op F10 zodra het scherm met het HP logo verschijnt (voordat het besturingssysteem start).
Voeding van een seriële poort configureren 61
A Problemen oplossen
Betekenis van POST-meldingen via lampjes op het
voorpaneel en via geluidssignalen
In dit gedeelte worden de codes beschreven die via lampjes op het voorpaneel worden weergegeven,
en de geluidssignalen die mogelijk vóór of tijdens de POST worden weergegeven en waar niet altijd
een foutcode of tekstbericht bij hoort.
WAARSCHUWING! Wanneer de computer is aangesloten op een stopcontact, wordt de
systeemkaart altijd van stroom voorzien. Beperk het risico van persoonlijk letsel ten gevolge van
elektrische schokken of hete oppervlakken, door de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te
halen en de interne onderdelen van het systeem te laten afkoelen voordat u deze aanraakt.
OPMERKING: Als u ziet dat er lampjes knipperen op een PS/2-toetsenbord, kijkt u of er ook
lampjes knipperen op het voorpaneel van de computer. Raadpleeg de onderstaande tabel voor de
betekenis van de codes die door de lampjes op het voorpaneel worden aangegeven.
De aanbevolen handelingen in de onderstaande tabel worden genoemd in de volgorde waarin ze
moeten worden uitgevoerd.
Niet alle diagnoselampjes en geluidssignalen zijn op alle modellen beschikbaar.
Tabel A-1 POST-meldingen via lampjes op het voorpaneel en via geluidssignalen
Activiteit Geluidssig
nalen
Mogelijke oorzaak Aanbevolen actie
Groen aan/uit-lampje brandt. Geen De computer is
ingeschakeld.
Geen
Groen aan/uit-lampje knippert. Geen De computer staat in de
slaapstand Suspend to
RAM (Alles behalve RAM
uitschakelen; alleen
beschikbaar op bepaalde
modellen) of in de
normale standbystand.
Geen. Om de computer weer wakker te maken,
drukt u op een willekeurige toets als een
toetsenbord aangesloten is of beweegt u de
muis als een muis aangesloten is. U kunt de
computer ook wakker maken door op de aan/uit-
knop te drukken of op het aanraakscherm te
tikken.
Het aan/uit-lampje knippert
twee keer in de kleur rood met
tussenpozen van een
seconde, gevolgd door een
pauze van twee seconden. De
geluidssignalen worden in
totaal vijf keer herhaald. De
lampjes blijven knipperen
totdat het probleem is
opgelost.
2 De hittebeveiliging van de
processor is geactiveerd:
Ventilator is geblokkeerd
of draait niet.
OF
Het geheel van
koelelement met
ventilator is niet goed
bevestigd aan de
processor.
1. Zorg ervoor dat de ventilatie-openingen van
de computer niet zijn geblokkeerd en dat de
ventilator werkt.
2. Open de kap, druk op de aan/uit-knop en
controleer of de ventilator draait. Als de
ventilator niet draait, controleert u of de
kabel van de ventilator is aangesloten op
de systeemkaart.
3. Als de ventilator is aangesloten maar niet
draait, vervangt u het geheel van
koelelement en ventilator.
4. Neem contact op met een HP Business of
Service Partner.
62 Bijlage A Problemen oplossen
Tabel A-1 POST-meldingen via lampjes op het voorpaneel en via geluidssignalen (vervolg)
Activiteit Geluidssig
nalen
Mogelijke oorzaak Aanbevolen actie
Het aan/uit-lampje knippert
drie keer in de kleur rood met
tussenpozen van een
seconde, gevolgd door een
pauze van twee seconden. De
geluidssignalen worden in
totaal vijf keer herhaald. De
lampjes blijven knipperen
totdat het probleem is
opgelost.
3 Processor is niet
geïnstalleerd (wijst niet op
een defecte processor).
1. Controleer of de processor geplaatst is.
2. Verwijder de processor en plaats deze
opnieuw.
Het aan/uit-lampje knippert
vier keer in de kleur rood met
tussenpozen van een
seconde, gevolgd door een
pauze van twee seconden. De
geluidssignalen worden in
totaal vijf keer herhaald. De
lampjes blijven knipperen
totdat het probleem is
opgelost.
4 Voeding is uitgevallen
(netvoeding overbelast).
1. Controleer of de voedingskabel is
aangesloten op het toegangspaneel.
2. Controleer of een bepaald apparaat
problemen veroorzaakt door ALLE
apparaten te verwijderen (zoals een vaste
schijf). Start het systeem. Als het syteem in
POST start, schakelt u het systeem uit en
vervangt u het apparaat om te zien of het
probleem opgelost is.
3. Vervang de voedingsbron.
4. Vervang de systeemkaart.
Het aan/uit-lampje knippert vijf
keer in de kleur rood met
tussenpozen van een
seconde, gevolgd door een
pauze van twee seconden. De
geluidssignalen worden in
totaal vijf keer herhaald. De
lampjes blijven knipperen
totdat het probleem is
opgelost.
5 Het geheugen is defect
(gedetecteerd voordat
video actief wordt).
VOORZICHTIG: Verwijder het netsnoer van de
computer voordat u een SODIMM-module
opnieuw plaatst, verwijdert of installeert, om
schade aan de SODIMM's of de systeemkaart te
voorkomen.
1. Plaats de SODIMM's opnieuw.
2. Vervang de SODIMM's een voor een om te
bepalen welke module defect is.
3. Vervang geheugen van andere leveranciers
door geheugen van HP.
4. Vervang de systeemkaart.
Het aan/uit-lampje knippert
zes keer in de kleur rood met
tussenpozen van een
seconde, gevolgd door een
pauze van twee seconden. De
geluidssignalen worden in
totaal vijf keer herhaald. De
lampjes blijven knipperen
totdat het probleem is
opgelost.
6 De grafische kaart is
defect (gedetecteerd
voordat video actief
wordt).
1. Koppel het netsnoer los. Druk op de CMOS
reset-knop. Installeer de FDO-jumper om
ME uit te schakelen (of verwijder de FDO-
jumper om ME uit te schakelen als het
geïnstalleerd was).
2. Vervang de systeemkaart.
Het aan/uit-lampje knippert
zeven keer in de kleur rood
met tussenpozen van een
seconde, gevolgd door een
pauze van twee seconden. De
geluidssignalen worden in
totaal vijf keer herhaald. De
lampjes blijven knipperen
totdat het probleem is
opgelost.
7 De systeemkaart is defect
(gedetecteerd voordat
video actief wordt).
Vervang de systeemkaart.
Betekenis van POST-meldingen via lampjes op het voorpaneel en via geluidssignalen 63
Tabel A-1 POST-meldingen via lampjes op het voorpaneel en via geluidssignalen (vervolg)
Activiteit Geluidssig
nalen
Mogelijke oorzaak Aanbevolen actie
Het aan/uit-lampje knippert
acht keer in de kleur rood met
tussenpozen van een
seconde, gevolgd door een
pauze van twee seconden. De
geluidssignalen worden in
totaal vijf keer herhaald. De
lampjes blijven knipperen
totdat het probleem is
opgelost.
8 Het ROM is defect
(checksum incorrect).
1. Flash het systeem-ROM met het nieuwste
BIOS-image.
2. Vervang de systeemkaart.
Het aan/uit-lampje knippert
negen keer in de kleur rood
met tussenpozen van een
seconde, gevolgd door een
pauze van twee seconden. De
geluidssignalen worden in
totaal vijf keer herhaald. De
lampjes blijven knipperen
totdat het probleem is
opgelost.
9 De computer wordt wel
ingeschakeld, maar kan
niet opstarten.
1. Vervang de processor.
2. Vervang de systeemkaart.
Het aan/uit-lampje knippert
twaalf keer in de kleur rood
met tussenpozen van een
seconde, gevolgd door een
pauze van twee seconden. De
geluidssignalen worden drie
keer herhaald, waarna de
computer opnieuw opstart.
12 De diagnosetimer is
verlopen.
Geen.
Het systeem gaat niet aan en
er branden geen lampjes.
Geen Het systeem kan niet
worden gestart.
Druk op de aan/uit-knop en houd deze kort
(minder dan 4 seconden) ingedrukt. Als het
lampje van de vaste schijf groen gaat branden,
werkt de aan/uit-knop correct. Vervang de
systeemkaart.
OF
Druk op de aan/uit-knop en houd deze kort
(minder dan 4 seconden) ingedrukt. Als het
lampje van de vaste schijf nu NIET groen gaat
branden, doet u het volgende:
1. Controleer of de computer is aangesloten
op een werkend stopcontact.
2. Controleer of de voedingskabel is
aangesloten op het toegangspaneel.
3. Vervang de voedingsbron.
64 Bijlage A Problemen oplossen
B Elektrostatische ontlading
Een ontlading van statische elektriciteit via vingers of andere geleiders kan leiden tot beschadiging
van de systeemkaart, uitbreidingskaarten of andere onderdelen die gevoelig zijn voor statische
elektriciteit. Dit soort schade kan de levensduur van het apparaat bekorten.
Schade door elektrostatische ontlading voorkomen
Houd u aan de volgende richtlijnen om schade door ontlading van statische elektriciteit te voorkomen:
Zorg dat u de onderdelen zo weinig mogelijk met de hand aanraakt door ze in een antistatische
verpakking te vervoeren en te bewaren.
Bewaar onderdelen die gevoelig zijn voor statische elektriciteit in de bijbehorende verpakking
totdat u bij een werkstation komt dat vrij is van statische elektriciteit.
Leg onderdelen op een geaard oppervlak als u deze uit de verpakking neemt.
Voorkom dat u pinnen, voedingsdraden of circuits aanraakt.
Zorg ervoor dat u goed geaard bent als u een onderdeel of eenheid aanraakt.
Aardingsmethoden
Er zijn verschillende methoden waarmee u voor aarding kunt zorgen. Pas één of meer van de
volgende maatregelen toe wanneer u onderdelen hanteert of installeert die gevoelig zijn voor
elektrostatische elektriciteit:
Gebruik een polsbandje dat via een aardedraad is verbonden met een geaard werkstation of het
chassis van de computer. Polsbanden zijn flexibele bandjes met een minimumweerstand van
1 MOhm +/- 10 procent in de aardedraden. Draag voor een goede aarding de bandjes strak
tegen de huid.
Gebruik hiel-, voet- of teenbandjes wanneer u met staande werkstations werkt. Draag de
bandjes om beide voeten wanneer u op geleidende vloeren of dissiperende vloermatten staat.
Gebruik geleidend gereedschap.
Gebruik een draagbare gereedschapskist met een opvouwbare dissiperende werkmat.
Als u niet beschikt over de genoemde hulpmiddelen voor een juiste aarding, neemt u contact op met
een geautoriseerde HP Business Partner.
OPMERKING: Raadpleeg een HP Business Partner voor meer informatie over het omgaan met
statische elektriciteit.
Schade door elektrostatische ontlading voorkomen 65
C Richtlijnen voor gebruik, regelmatig
onderhoud en voorbereiding voor
transport
Richtlijnen voor gebruik en regelmatig onderhoud
Volg deze richtlijnen om de computer en de monitor op de juiste manier te installeren en te
onderhouden:
Hoewel het display waterbestendig is, wordt u aangeraden het display niet bloot te stellen aan
een hoge luchtvochtigheid, direct zonlicht en extreem hoge of lage temperaturen.
Zorg dat ventilatieopeningen of luchtgaten nooit worden geblokkeerd, om te voorkomen dat de
luchttoevoer naar de computer wordt gehinderd.
Gebruik de computer nooit als de afdekplaat of het zijpaneel verwijderd is.
Plaats nooit twee computers boven op elkaar. Plaats computers niet zo dicht opeen dat de
warme uitgaande luchtstroom van de ene computer door het ventilatiesysteem van de andere
computer wordt aangezogen.
Als de computer binnen een afzonderlijke behuizing wordt gebruikt, moet deze behuizing
beschikken over adequate voorzieningen voor luchtaanvoer en -afvoer. Bovendien zijn de
bovenvermelde richtlijnen voor het gebruik onverminderd van toepassing.
Zorg dat er geen vloeistoffen terechtkomen in de ventilatieopeningen van de computer.
Dek de ventilatieopeningen van de monitor nooit af (met wat dan ook).
Installeer of gebruik de functies voor energiebeheer van het besturingssysteem of andere
software, inclusief de voorzieningen voor slaap- en standbystanden.
Schakel de computer uit voordat u de hierna genoemde onderhoudswerkzaamheden uitvoert:
De buitenkant van de computer afnemen met een zachte, vochtige doek.
Schoonmaakmiddelen kunnen de afwerking doen verkleuren of beschadigen.
Af en toe alle ventilatieopeningen van de computer reinigen. Stof, vuil en andere materialen
kunnen de ventilatieopeningen blokkeren en de ventilatie belemmeren.
Tips voor schermonderhoud
Houd de monitor en de aanraaksensor schoon. De aanraaksensor heeft weinig onderhoud nodig. Het
is raadzaam om het glazen oppervlak van de aanraaksensor af en toe te reinigen. Vergeet niet de
monitor uit te schakelen voordat u deze reinigt. Doorgaans is een oplossing van isopropylalcohol en
water in een verhouding van 50:50 het beste reinigingsmiddel voor de aanraaksensor. Gebruik geen
bijtende chemische middelen op de aanraaksensor. Gebruik geen oplossingen op basis van azijn.
Breng het reinigingsmiddel aan met een zachte, pluisvrije doek. Gebruik geen korrelige doek. Maak
de doek altijd vochtig en reinig vervolgens de sensor. Spuit de reinigingsvloeistof op de doek, niet op
de sensor, zodat er geen druppels in de monitor kunnen lopen of vlekken op de behuizing kunnen
ontstaan.
66 Bijlage C Richtlijnen voor gebruik, regelmatig onderhoud en voorbereiding voor transport
Computer voorbereiden op transport
Ga als volgt te werk wanneer u de computer wilt voorbereiden op transport:
1. Maak een back-up van bestanden op de vaste schijf. Zorg dat het back-upmedium tijdens
opslag of transport niet wordt blootgesteld aan elektrische of magnetische schokken.
OPMERKING: De vaste schijf wordt automatisch vergrendeld wanneer u het systeem
uitschakelt.
2. Verwijder alle verwisselbare media en sla deze op.
3. Zet de computer en externe apparatuur uit.
4. Neem de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en ontkoppel het snoer van de computer.
5. Koppel de systeemonderdelen en externe apparatuur los van hun voedingsbron en vervolgens
van de computer.
6. Verpak de systeemonderdelen en externe apparatuur in de originele of een soortgelijke
verpakking en gebruik voldoende opvulmateriaal om de apparatuur te beschermen.
Computer voorbereiden op transport 67
Index
A
aanraakscherm
kalibratie 60
onderhoud 66
accessoires 2
B
batterij, vervangen 49
beveiligingsslot 58
C
Computergebruik, richtlijnen 66
E
Elektrostatische ontlading, schade
voorkomen 65
G
geheugen
installeren 38
specificaties 38
I
Installatierichtlijnen 6
K
kabelgeleiding 13
klantenscherm, installeren 25
M
magneetstriplezer
configureren 60
installeren 17
muurbevestiging 6
O
onderdelen
toegangspaneel aan de
achterkant 5
voorkant 3
P
problemen oplossen 62
S
Scherminstellingenmenu (OSD)
4
seriële poorten, configureren voor
voeding 61
standaard, installeren 7
T
toegangspaneel aan de
achterkant 5
toonbankblad, vastzetten 57
Transport voorbereiden 67
U
USB-beveiligingsdoos 54
V
vaste schijf
installeren 42
verwijderen 42
Ventilatierichtlijnen 66
VFD
configureren 60
installeren 31
vingerafdruklezer, installeren 17
voorpaneel\:knoppen 3
voorzieningen 1
W
webcam, installeren 17
68 Index
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74

HP RP7 Retail System Model 7100 Base Model Referentie gids

Type
Referentie gids
Deze handleiding is ook geschikt voor