42
OPNEMEN
Audio opnemen van de draaitafel of AUX-bronnen op de cd-recorder:
1. Druk herhaaldelijk de knop PHONO/AUX/USB in om de op te nemen bron te selecteren, PHONO of AUX.
2. Druk de knop OPENEN/SLUITEN s in en plaats een opneembare cd-r of cd-rw in de invoerlade met het
bedrukte label naar boven. Druk daarna op de knop OPENEN/SLUITEN s
om de invoerlade te sluiten.
Opmerking: Zorg ervoor dat de indicatoren “NO TOC” en “CD-R” (of “CD-RW”) op het scherm
oplichten. Anders werkt de RECORD-knop niet.
3. Selecteer de modus voor tracknummertoewijzing met behulp van de knop MANUEEL/AUTO REC.
Wanneer de knop MANUEEL/AUTO REC één keer wordt ingedrukt, wordt de huidige modus weergegeven.
Druk meermaals op de knop MANUEEL/AUTO REC om een andere modus te kiezen.
• (MANUEEL)
In deze modus worden de tracknummers niet automatisch toegewezen. Gebruik de knop NUMMER
SPLITSEN om de nummers te verdelen.
MANUEEL is aanbevolen voor opnames van een analoge bron, zoals een vinylplaat. Wanneer het
apparaat wordt uitgezet, worden de instellingen opnieuw op “Manueel” gezet.
• –20db, –30db of –40db (AUTO REC)
In deze modus zal het apparaat automatisch een track opsplitsen in het opgenomen materiaal van zodra
het geluidsniveau voor meer dan 2 seconden onder de drempel zakt en dan weer aanvangt. “-20dB”
vereist een luider signaal om het nummer op te splitsen. “-30dB” betekent dat een relatief stil signaal het
nummer opsplitst. “-40dB” is geschikt voor de opname van een ruisvrije bron, zoals een cd. Bij opname
van een bron met ongewenste ruis of een analoge bron in de automatische opsplitsmodus, kunnen er
mogelijk meer tracknummers worden toegewezen dan er eigenlijk werden opgenomen. Gebruik in dat
geval de “Manual” modus en druk op de knop NUMMER SPLITSEN om de tracknummers toe te wijzen
op de punten van uw keuze.
• AUTO REC werkt mogelijk niet naar behoren met analoge bronnen die ruis van een laag niveau
bevatten.
AUTO REC werkt mogelijk niet naar behoren met bepaalde genres (klassieke muziek, voordracht, enz.)
waar één nummer lange stiltes kan bevatten.
• De indicator AUTO TRACK gaat branden wanneer –20dB, –30dB or –40dB zijn geselecteerd.
• De standaardinstelling is MANUEEL (uitgeschakeld). Wanneer het apparaat aan wordt gezet of de knop
OPENEN/SLUITEN wordt ingedrukt, wordt de instelling automatisch opnieuw op MANUEEL
(uitgeschakeld) gezet.
• De knop MANUEEL/AUTO REC werkt niet tijdens de opname.
• Gebruik van de modus MANUEEL/AUTO REC is onmogelijk tijdens het invoeren van een cd in de speler.
Het gebruik van deze modus is mogelijk wanneer “NO TOC” wordt weergegeven.
4. Druk op de knop OPNEMEN. Het apparaat zet zich in de opnamepauzestand. De indicator licht rood op
tijdens de opname. In opnamepauzestand knippert de “REC”-indicator en gaat op het scherm de Pause -
indicator branden.
• Zolang “BUSY” wordt weergegeven, werkt het drukken op knoppen niet. Wacht ongeveer 10 seconden,
tot “BUSY” van het scherm verdwijnt.
5. Instellen van het opnameniveau. Speel van zodra de opnameknop
is ingedrukt de op te nemen geluidsbron af om te testen en pas het
opnameniveau zodanig aan dat de luidste gedeelten de “OVER”-
indicator op de niveaumeter niet overschrijden. Het niveau kan
worden aangepast van -8 (-12dB) tot +8 (+12 dB).
• De standaardinstelling is 0. Telkens een opname wordt
beëindigd, wordt deze instelling teruggezet op 0.
• Verschillende geluidsbronnen (Phono, Lijningang, CD) hebben
verschillende volumes.
Om aan het optimale volume voor
deze geluidsbronnen op te nemen, moet voor elke bron het
opnameniveau worden aangepast. Pas het opnameniveau zo
aan dat het luidste gedeelte de “OVER”-indicator op de niveaumeter niet overschrijdt.
LCD-scherm tijdens het opnemen