FD-M191FD-M360
42T-32T-22T 48T-38T-28T 42T-34T-24T
FC-M361-8
FC-M191 /
FC-M151
FC-M191 /
FC-M151
42T-32T-22T
48T-38T-28T
104 mm / 64 mm —
170 mm, 175 mm 170 mm
BC 9/16" X 20 T.P.I. (Engelse draad)
FC-M361
BB-UN26 (-K)
FD-M190-3
X
X
18T
8T
S, M, L
63°- 66°
47,5 / 50 mm
FD-M191
X
X
20T
10T
S, M, L
63°- 66°
66°- 69°
47,5 / 50 mm
FD-M360
X
X
20T
10T
S, M, L
63°- 66°
66°- 69°
47,5 / 50 mm
FD-M190A
X
X
18T
8T
S, M, L
66°- 69°
47,5 / 50 mm
Modelnummer
Combinatie van kettingwielvertandingen
Diameter van boutcirkel
Lengte van crankarm
50 mm 47,5 mm / 47,5 mm + t *Kettinglijn van toepassing
FD-M190-3 /
FD-M190A
Voorderailleur van toepassing
Afmetingen van pedaalschroefdraad
Afmetingen van schroef- draad van trapascup
*
t = Dikte van kettinghuis (1,5 -- 2,1 mm)
BC 1,37" X 24 T.P.I. (68, 73 mm)
Specificaties
Normale type
Type met bovengeleide kabel
Verschil vertanding voorste kettingwiel
Min. verschil tussen grootste en middelste
kettingring
Diameter van voorderailleurklemband
Hoek van kettingsteun (
a
)
Kettinglijn van toepassing
Voorderailleur
Diameters van montageklemband:
S (28,6 mm), M (31,8 mm), L (34,9 mm)
Hoek van
kettingsteun
Modelnummer
X = Beschikbaar
Kettingwiel
Ondersteun toepassing BB-ES25 (-K) BB-UN26 (-K) BB-UN26 (-K)
Trapas
Modelnummer BB-ES25 (-K)BB-UN26 (-K)
123 mm
LL123 (K)
126 mm
126 (K)
—
—
BB-UN26 (-K)
122,5 mm
—
D-NL K—
D-NL—
Aslengte
Kettinglijn 47,5 mm
Kettinglijn 50 mm
Kettinglijn 47,5 mm + t *
OT-SP40
FD-M360 / FD-M190-3 / FD-M190A / FD-M191
BB-UN26 (-K) / BB-ES25 (-K)
CN-HG50 / CN-HG40
SM-SP17 / SM-BT17 / SM-SP18 / SM-BT18
Acera
ST-M360 / SL-M360
FC-M361 / FC-M361-8 / FC-M191 / FC-M151
“De onderhoudsinterval is afhankelijk van het gebruik en de
rijomstandigheden. Reinig de ketting regelmatig met een geschikte
kettingreiniger. Gebruik nooit oplosmiddelen die alkali of zuur
bevatten, zoals roestreinigers. Als dergelijke oplosmiddelen worden
gebruikt, kan de ketting breken en ernstig letsel veroorzaakt worden.”
• Gebruik de versterkte verbindingspen uitsluitend voor het verbinden van het smalle
kettingtype.
• Er zijn twee verschillende typen versterkte verbindingspen beschikbaar. Zie onderstaande
tabel voor het kiezen van het te gebruiken type verbindingspen. Als er andere
verbindingspennen dan de speciale versterkte verbindingspennen worden gebruikt, of als
er een versterkte verbindingspen of gereedschap wordt gebruikt welke niet geschikt is voor
het type ketting, bestaat de kans dat de sterkte van de verbinding niet voldoende is,
hetgeen tot gevolg kan hebben dat de ketting breekt of van de tandwielen valt.
• Als het afstellen van de kettinglengte noodzakelijk is
als gevolg van een verandering in het aantal
tandwieltanden, de ketting op een andere plaats
doorsnijden dan op de plaats waar de ketting door
middel van een versterkte verbindingspen of een
sluitpen aan elkaar verbonden is. De ketting zal
worden beschadigd wanneer deze op de plaats wordt
doorgesneden waar deze door middel van een versterkte verbindingspen of een sluitpen
aan elkaar verbonden is.
• Wees voorzichtig dat tijdens het fietsen de uiteinden van uw kleding niet tussen de ketting
beklemd raken, anders bestaat de kans dat u van de fiets valt.
• Controleer of de spanning van de ketting correct is en of de ketting niet beschadigd is. Als
de spanning onvoldoende is of de ketting beschadigd is, dient de ketting vernieuwd te
worden. Als dit niet gebeurt, bestaat de kans dat de ketting breekt en dat u van de fiets
valt.
• Het is van belang de aantrekkoppels voor de crankarmen en pedalen van tijd tot tijd te
controleren. Controleer na het rijden van ongeveer 100 km nogmaals de aantrekkoppels.
Als de aantrekkoppels te zwak zijn, bestaat de kans dat de crankarmen of pedalen
losraken en dat u met de fiets komt te vallen en ernstig letsel oploopt.
• Controleer of er geen scheurtjes in de crankarmen zijn alvorens met de fiets te gaan rijden.
Als er scheurtjes zijn, bestaat de kans dat de crankarm breekt en dat u van de fiets valt.
• Zorg er voor dat u de montage-instructies heeft en lees deze nauwkeurig alvorens de
onderdelen te monteren. Loszittende, versleten of beschadigde onderdelen kunnen tot
gevolg hebben dat u met de fiets komt te vallen en ernstig letsel oploopt. Het wordt ten
zeerste aanbevolen uitsluitend gebruik te maken van originele Shimano
vervangingsonderdelen.
• Zorg er voor dat u de montage-instructies heeft en lees deze nauwkeurig alvorens de
onderdelen te monteren. Als de afstellingen niet correct worden uitgevoerd, kan de ketting
afglijden en dit kan tot gevolg hebben dat u van de fiets valt en ernstig letsel oploopt.
• Lees deze technische montage-instructies nauwkeurig en bewaar ze op een veilige plaats
voor toekomstige referentie.
• Als de ketting om de kleinste of middelste kettingring ligt, bestaat het gevaar van letsel
door de uiteinden van de tanden op de grootste kettingring.
Opmerking
• Verder, als de werking van de pedalen niet normaal aanvoelt, dit nogmaals controleren.
• Controleer alvorens met de fiets te gaan rijden of de verbinding geen speling heeft of loszit.
Zorg er voor de crankarmen en pedalen periodiek aan te trekken.
• Breng bij het monteren van de pedalen een kleine hoeveelheid vet aan op de
schroefdraden om te voorkomen dat de pedalen gaan klemmen. Gebruik een
momentsleutel om de pedalen stevig vast te draaien. Aantrekkoppel: 35 - 55 N·m {350 -
550 kgf·cm}. De rechter crankarm heeft rechtse schroefdraad en de linker crankarm heeft
linkse schroefdraad.
• Het trapashuis niet reinigen met hogedruk waterstralen.
• Als u voelt dat de trapas speling heeft, dient u het trapashuis te vernieuwen.
• Als het overschakelen van de versnellingen niet soepel verloopt, de derailleur schoon
spoelen en alle bewegende onderdelen smeren.
• Als de mate van speling in de verbindingen zodanig is dat afstelling niet mogelijk is, dient u
de derailleur te vernieuwen.
• U dient de kettingringen regelmatig in een neutraal reinigingsmiddel schoon te spoelen en
deze vervolgens opnieuw te smeren. Bovendien kan het reinigen van de ketting met een
neutraal reinigingsmiddel en het smeren een effectieve manier zijn om de gebruiksduur van
de kettingringen en de ketting te verlengen.
• Tijdens het rijden kunnen uw broekspijpen door de ketting vuil worden.
• Als de ketting tijdens het fietsen van de kettingringen blijft afglijden, de kettingringen en de
ketting vernieuwen.
• Wanneer de ketting zich in de positie bevindt
welke is aangegeven in de illustratie, is het
mogelijk dat de ketting de voorste kettingringen of
de voorderailleur raakt en geluid voortbrengt. Als
het geluid een probleem is, de ketting naar het
volgende grotere achterste versnellingstandwiel of
het daaropvolgende tandwiel overbrengen.
• Breng vet aan op het trapashuis alvorens dit te
monteren.
• Voor een soepele werking dient men steeds gebruik te maken van
de OT-SP buitenkabel en de trapas-kabelgeleider.
• Deze voorderailleur is uitsluitend bestemd voor gebruik met een
kettingwiel met drie tandwielen. Deze kan niet worden gebruikt met
een kettingwiel met twee tandwielen, aangezien de schakelpunten
niet overeenkomen.
• Bij het monteren van een type met bovengeleide kabel, dient men
een frame te kiezen met drie buitenkabelhouders, zoals aangegeven in illustratie.
• Gebruik een buitenkabel die lang genoeg is, ook voor wanneer het stuur volledig naar
beide kanten gedraaid wordt. Controleer bovendien of de schakelhendel het fietsframe niet
raakt wanneer het stuur volledig naar beide kanten gedraaid wordt.
• Smeer de binnenkabel en de binnenzijde van de buitenkabel alvorens dczc in gebruik te
nemen om er voor te zorgen dat deze goed glijden.
• De hendels van de versnelling dienen alleen te worden gebruikt als het voorwiel draait.
• Onderdelen zijn niet gegarandeerd tegen natuurlijke slijtage of veroudering als gevolg van
normaal gebruik.
• Raadpleeg een professionele fietsenhandelaar voor eventuele vragen betreffende de
methode van montage, afstelling, onderhoud of bediening.
Voor-aandrijf systeem
Technische montage-instructies SI-6R3FA-003
HoofdhuisAdapter
Afsnijden van de buitenkabel
Bij het afsnijden van de buitenkabel, deze aan het uiteinde
tegenovergesteld aan het uiteinde met de markering afsnijden. Na
het afsnijden van de buitenkabel het uiteinde
er van zodanig afronden dat de binnenomtrek
van het gat een gelijkmatige diameter heeft.
Insteken van de binnenkabel
Steek de binnenkabel in de buitenkabel vanaf het uiteinde met de
markering. Breng vet aan vanaf het uiteinde met de markering om
van een soepele werking van de
kabel verzekerd te zijn.
Bevestig hetzelfde buitenkabelafsluitkapje op het afgesneden
uiteinde van het
buitenkabel.
Markering
SIS afstelling
Zorg er voor de hieronder aangegeven volgorde aan te houden.
1. Afstelling van de laagste versnelling
Verwijder eerst het Pro-Set uitrichtingsblok.Stel vervolgens zodanig
af dat de speling tussen de binnenste plaat van de kettinggeleider
en de ketting 0 - 0,5 mm bedraagt.
Afstelschroef
voor laagste
versnelling
Ketting
Binnenste plaat van
kettinggeleider
Afstelschroef
voor hoogste
versnelling
Ketting
Buitenste plaat van
kettinggeleider
Kettingpositie
Grootste
versnellingstandwiel
Kleinste van
kettingring
Normale type
Type met
bovengelide kabel
Trekken
Trekken
3. Afstelling van de hoogste versnelling
Stel zodanig af dat de speling tussen de buitenste plaat van
de kettinggeleider en de ketting 0 - 0,5 mm bedraagt.
Het platte gedeelte van de buitenste plaat
van de kettinggeleider dient direct boven
en parallel ten opzichte van de grootste
kettingring te staan.
Vastzetten met behulp van een 5 mm
inbussleutel.
Aantrekkoppel:
5 - 7 N·m {50 - 70 kgf·cm}
Kettingwiel
(grootste kettingring)
Kettinggeleider
Algemene veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING
Serie
Rapidfire Plus
Buitenkabel
Voorderailleur
Voorste kettingwiel
Trapas
Ketting
Trapas-kabelgeleider
Voor het verkrijgen van de beste prestaties wordt het aanbevolen gebruik te maken van
de onderstaande combinatie.
Montage van de voorderailleur,
trapashuis en voorste kettingwiel
Monteer met behulp van het speciaal
gereedschap TL-UN74-S / TL-UN66.
Monteer eerst het hoofdhuis en
vervolgens de adapter.
Gebruik een 8 mm inbussleutel voor het monteren van de voorste
kettingwiel.
Stevig vastdraaien
De voorderailleur op de wijze aangegeven in de illustratie afstellen en
vervolgens monteren. Tijdens montage het Pro-Set uitrichtingsblok niet
verwijderen.
Aantrekkoppel van adapter / trapashuis:
50 - 70 N·m {500 - 700 kgf·cm}
Aantrekkoppel:
35 - 50 N·m (350 - 500 kgf·cm)
8 mm inbussleutel
(TL-WR38)
Pro-Set uitrichtingsblok
De tandwielvertanding
moet in dit bereik
komen.
Trek de kabel eerst strak aan en bevestig deze aan de
voorderailleur zoals aangegeven in de illustratie.
Kettingpositie
Kleinste
versnellingstandwiel
Grootste
kettingring
4. Afstellen van de middelste kettingring
Tijdens het uitvoeren van de afstelling de ketting op het
grootste versnellingstandwiel plaatsen. Plaats de ketting
aan de voorzijde op de middelste kettingring
Stel met behulp van de afstelnippel voor de buitenkabel
zodanig af dat de speling tussen de binnenste plaat van de
kettinggeleider en de ketting 0 - 0,5 mm bedraagt.
Kettingpositie
Grootste
versnellingstandwiel
Middelste
kettingring
Ketting
Binnenste plaat van
kettinggeleider
Pro-Set
uitrichtingsblok
Pro-Set meter
Buitenkabelafsluitkapje
Als de ketting naar de zijde van de
crank afglijdt
Als het overschakelen van de middelste
kettingring naar de grootste kettingring
problemen oplevert
Als het overschakelen van de middelste
kettingring naar de kleinste kettingring
problemen oplevert
Als de ketting door de binnenste plaat
van de voorderailleur gehinderd wordt
wanneer de ketting zich op de grootste
kettingring bevindt
Als de ketting door de buitenste plaat
van de voorderailleur gehinderd wordt
wanneer de ketting zich op de grootste
kettingring bevindt
Als de middelste kettingring bij het
overschakelen van de grootste
kettingring wordt overgeslagen
Als de ketting door de binnenste plaat
van de voorderailleur gehinderd wordt
wanneer naar het grootste
versnellingstandwiel van de
achterderailleur wordt overgeschakeld
en de ketting zich op de middelste
kettingring bevindt
Als de ketting naar de zijde van de
trapas afglijdt
Draai de afstelschroef voor de
hoogste versnelling rechtsom
aan (ongeveer 1/4 slag).
Draai de afstelschroef voor de
hoogste versnelling linksom los
(ongeveer 1/8 slag).
Draai de afstelschroef voor de
laagste versnelling linksom los
(ongeveer 1/4 slag).
Draai de afstelschroef voor de
hoogste versnelling rechtsom
aan (ongeveer 1/8 slag).
Draai de afstelschroef voor de
hoogste versnelling linksom los
(ongeveer 1/8 slag).
Draai de afstelnippel voor de
buitenkabel linksom los
(1 of 2 slagen).
Draai de afstelnippel voor de
buitenkabel rechtsom aan
(1 of 2 slagen).
Draai de afstelschroef voor de
laagste versnelling rechtsom
aan (ongeveer 1/2 slag).
5. Storingstabel
Verplaats na het uitvoeren van de stappen 1 - 4 de
schakelhendel om het overschakelen te controleren.
(Dit is eveneens van toepassing indien het schakelen
tijdens gebruik problemen oplevert.)
Overschakelen van een grote kettingring naar een
kleinere kettingring (Hendel B)
Wanneer de hendel eenmaal wordt ingedrukt, vindt er
overschakeling van één versnelling plaats van een groot
tandwiel naar een kleinere kettingring
Voorbeeld:
de grootste kettingring naar de middelste kettingring.
Overschakelen van de versnellingen
Zowel hendel (A) als hendel (B) keren altijd naar hun uitgangspositie terug wanneer deze na het
overschakelen worden losgelaten. Bij het bedienen van een van de hendels steeds er op letten
tegelijkertijd de crankarm te draaien.
Uitgangspositie van hendel (A)
Hendel (B)
Overschakelen van een kleine kettingring naar een
grotere kettingring. (Hendel A)
Wanneer de hendel eenmaal wordt ingedrukt, vindt er
overschakeling van één versnelling plaats van een kleine
kettingring naar een grotere kettingring.
Voorbeeld:
van de middelste kettingring naar de grootste kettingring.
Kettinglengte
Voeg 2 schakels toe terwiji de
ketting om het grootste
versnellingstandwiel en de
grootste kettingring geplaatst is.
Grootste
versnellingstandwiel
Grootste
Kettingring
Ketting
Montage van de hendel
5 mm inbussleutel
Aantrekkoppel :
6 - 8 N·m {60 - 80 kgf·cm}
Aantrekkoppel :
5 N·m {50 kgf·cm}
Gebruik een stuurhandgreep met een maximum buitendiameter van 32 mm.
• Monteer de schakelhendel in
een positie waarbij de
remwerking en de
overschakeling van de
versnellingen niet gehinderd
wordt.
• Niet gebruiken in een
combinatie die tot gevolg heeft
dat de remwerking gehinderd
wordt.
ST-M360
5 mm inbussleutel
SL-M360
SL-M360
2. Aansluiten en vastzetten van de binnenkabel
Bedien hendel (B) tweemaal of
meer en controleer op de
indicator of de hendel in de
laagste stand staat. Verwijder
vervolgens de afdekking van het
binnenste gat en sluit de
binnenkabel aan.
Monteer de afdekking van het binnenste
gat door deze tot aan de aanslag te
draaien zoals aangegeven in de illustratie.
Niet verder dan dit punt draaien,
aangezien anders de schroefdraad
beschadigd wordt.
Hendel (B)
Afdekking van binnenste gat
Binnenkabel
Afdekking van
binnenste gat
Aantrekkoppel :
0,3 - 0,5 N·m {3 - 5 kgf·cm}