Roland RD-88 de handleiding

Type
de handleiding
Gebruikershandleiding (dit document)
Lees dit eerst. In deze gebruikershandleiding staat wat u moet weten om de RD-88 te kunnen gebruiken.
PDF-handleiding (download via het internet)
5 Parametergids
Hierin worden alle parameters van de RD-88 verklaard.
5 Lijst met geluiden
Dit is een lijst met de geluiden die zijn ingebouwd in de RD-88.
5 MIDI-implementatie
Dit is gedetailleerde informatie over MIDI-berichten.
Om de PDF-handleiding te verkrijgen
1. Voer de volgende URL in op uw computer.
http://www.roland.com/manuals/
I
2. Kies “RD-88” als de productnaam.
Lees zorgvuldig “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” en “BELANGRIJKE
OPMERKINGEN” (het infoblad “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” en de
Gebruikershandleiding (p. 25)), voordat u het apparaat gaat gebruiken.
Bewaar na het lezen het document/de documenten op een direct
toegankelijke plaats.
© 2020 Roland Corporation
Gebruikershandleiding
2
Inhoudsopgave
Inleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
De RD-88 op een standaard plaatsen ...................... 3
De stroom in- en uitschakelen ............................. 3
Paneelbeschrijvingen ................................... 4
Bovenpaneel ............................................. 4
Lijst van sneltoetsen ..................................... 5
Achterpaneel (aansluiting van uw apparatuur) ............. 6
Overzicht van de RD-88 ................................. 8
Basisstructuur van de RD-88 .............................. 8
Over scènes ............................................. 8
Basisfuncties ............................................. 9
Hoofdschermen ......................................... 9
Over de cursorknoppen .................................. 9
Een waarde bewerken .................................... 9
Uitvoering ............................................... 10
Naar de demo luisteren (DEMO PLAY) ..................... 10
Piano-uitvoeringen ....................................... 10
Uitvoeren met verschillende scènes ....................... 11
Meerdere klanken met het klavier spelen .................. 11
Met gelaagde klanken spelen (dualmodus) ................ 11
Verschillende klanken in twee verschillende gedeeltes van
het klavier spelen (splitmodus) ........................... 12
De klank voor een ZONE wijzigen ......................... 12
Het volumeniveau voor individuele zones aanpassen ...... 13
De aanslag van de toetsen veranderen .................... 13
De toets van het klavier transponeren (TRANSPOSE) ....... 14
Galm aan het geluid toevoegen (REVERB) ................. 14
Omvang aan het geluid toevoegen (CHORUS/DELAY) ...... 15
Het geluid in realtime wijzigen (WHEEL1/2) ................ 15
Vitaliteit aan het geluid toevoegen (COMPRESSOR) ........ 15
Het karakter van het geluid regelen (TONE COLOR) ........ 16
Verschillende eecten op het geluid toepassen (MFX). . . . . . 16
De niveaus van elk frequentiebereik regelen (EQUALIZER) ... 17
De knoppen uitschakelen (paneelvergrendeling) .......... 17
De handige functies tijdens het spelen gebruiken ..... 18
Vaak gebruikte geluiden (scènes) registreren op knoppen
(FAVORITE)
............................................... 18
Een favoriet registreren .................................. 18
Een favoriet oproepen ................................... 18
De favorietenbank wisselen .............................. 18
De favorietenlijst bekijken ................................ 18
Ritme spelen ............................................. 19
Ritmetempo’s veranderen ................................ 19
Het ritmepatroon veranderen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Songs spelen ............................................. 20
De functie van elke controller toewijzen ................... 20
De [ONE TOUCH PIANO]-knop gebruiken .................. 20
De RD-88 als een master keyboard gebruiken .............. 21
Wat is MIDI? ............................................. 21
Instellingen voor het bedienen van een externe
geluidsmodule .......................................... 21
Gedetailleerde instellingen voor klanken maken ...... 22
Een scène bewerken ...................................... 22
Een scène opslaan (Write) ................................ 22
De systeemeecten bewerken ............................ 22
De systeemeecten opslaan (Write) ....................... 22
Overige functies ........................................ 23
Handige functies (UTILITY) ............................... 23
Een back-up maken van de gegevens op een USB-stick
(BACKUP) ............................................... 23
Back-upgegevens herstellen (RESTORE) ................... 23
Terugkeren naar de fabrieksinstellingen (FACTORY RESET) ... 23
Een USB-stick formatteren (FORMAT USB MEMORY) ........ 24
De systeeminstellingen bewerken (SYSTEM) ............... 24
De systeeminstellingen opslaan (System Write) ............ 24
De programmaversie bekijken (INFORMATION) ............ 24
HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN ..................... 25
BELANGRIJKE OPMERKINGEN .......................... 25
Belangrijkste specicaties .............................. 26
3
Inleiding
De RD-88 op een standaard plaatsen
Als u de RD-88 op een standaard wilt plaatsen, gebruikt u de Roland KS-10Z of KS-12.
Let op dat uw vingers niet gekneld raken wanneer u de standaard opstelt.
KS-10Z
Breng de horizontale middelpunten
van de RD-88 en van de standaard
op één lijn.
Pas de breedte van de standaard
aan naar het tweede niveau of
breder. Het kan niet worden
gebruikt in de smalste positie van
het schroefgat.
Breng de voorkant van de
RD-88 op een lijn met de
voorkant van de standaard.
KS-12
Pas de breedte van de standaard
aan, zodat de rubberen voet aan
de klavierzijde van de onderkant
van het klavier in de gaten voor het
rubber past.
Bovenaanzicht
Opmerking bij het plaatsen van de RD-88 op een standaard
Volg de instructies in de gebruikershandleiding zorgvuldig op als u het apparaat op een standaard plaatst.
Als u het geheel niet correct opstelt, loopt u het risico een onstabiele situatie te creëren waarbij het apparaat kan vallen of de standaard
kan omslaan, met mogelijk letsel als gevolg.
Let op dat uw vingers niet gekneld raken wanneer u de standaard opstelt.
Pas op voor omvallen!
Oefen om te voorkomen dat de RD-88 omvalt, geen overmatige kracht uit en ga er nooit op zitten of staan.
De stroom in- en uitschakelen
Druk op de [L] (aan/uit)-knop om de stroom in te schakelen.
Houd de [L] (aan/uit)-knop lang ingedrukt om de stroom uit te
schakelen.
* Dit apparaat wordt automatisch uitgeschakeld na een vooraf
ingestelde tijdspanne sinds het apparaat voor het laatst werd
gebruikt om muziek af te spelen of sinds de knoppen of
bedieningselementen van het apparaat voor het laatst werden
gebruikt (Auto O-functie). Als u niet wilt dat het apparaat
automatisch wordt uitgeschakeld, schakelt u de Auto O-functie
uit. Raadpleeg de parametergids (PDF) voor meer informatie.
* Niet-opgeslagen gegevens gaan verloren wanneer het apparaat
wordt uitgeschakeld. Voordat u het apparaat uitschakelt, slaat u
de gegevens op die u wilt behouden (p. 22).
* Verlaag altijd eerst het volume voor u het apparaat in- of
uitschakelt. Zelfs als u het volume verlaagd hebt, hoort u mogelijk
geluid wanneer u het apparaat in- of uitschakelt. Dit is normaal en
wijst niet op een defect.
4
Paneelbeschrijvingen
1
WHEEL 1/2
Draai aan de wielen om het geluid te wijzigen. U kunt het type
wijziging opgeven dat zich voordoet (p. 15).
2
[L]-schakelaar
Schakelt de stroom in/uit.
[VOLUME]-regelaar
Regelt het algemene volume van de RD-88.
[TONE COLOR]-regelaar
Varieert het klankkarakter of geluidsbeeld (p. 16).
Als de [EQ ADJUST]-knop is opgelicht, werkt deze als de EQ
[LOW]-regelaar (p. 17).
[MFX]-regelaar
Regelt de diepte van het eect (p. 16).
Als de [EQ ADJUST]-knop is opgelicht, werkt deze als de EQ [MID]-
regelaar (p. 17).
[CHORUS/DELAY]-regelaar
Pas de diepte van chorus/delay aan (p. 15).
Als de [EQ ADJUST]-knop is opgelicht, werkt deze als de EQ
[HIGH]-regelaar (p. 17).
[REVERB]-regelaar
Past de diepte van galm aan (p. 14).
[EQ ADJUST]-knop
Schakel in wanneer u de EQ wilt aanpassen. Als deze knop is
ingeschakeld (opgelicht), kunt u de bovenstaande drie regelaars
gebruiken om de EQ aan te passen (p. 17).
[ASSIGN]-knop
U kunt de gewenste parameters aan de regelaars toewijzen voor
aanpassing. Als deze knop is ingeschakeld (opgelicht), passen
de regelaars de waarden van de toegewezen parameters aan
(p. 20).
[COMPRESSOR]-knop
Schakelt de compressor in/uit (p. 15).
[TRANSPOSE]-knop
Met deze knop kunt u uw uitvoering transponeren (p. 14).
LEVEL [LOWER]-, [UPPER2]-, [UPPER1]-regelaars
Regel het volume van elke zone (p. 13).
LEVEL [MIC/LINE IN]-regelaar
Past het ingangsniveau van MIC/LINE aan.
[SPLIT]-knop
Schakelt de splitmodus in/uit (p. 11).
Met deze knop kunt u het klavier in een linker- en een rechterzone
verdelen en in elke zone een ander geluid spelen.
Door deze knop en de [DUAL]-knop tegelijk in te drukken, kunt u
demosongs beluisteren (p. 10).
[DUAL]-knop
Hiermee schakelt u de dualmodus in/uit (p. 11).
Dit legt lagen van de UPPER 1- en UPPER 2-klanken samen over
het hele klavier.
Door deze knop en de [SPLIT]-knop tegelijk in te drukken, kunt u
demosongs beluisteren (p. 10).
[EXTERNAL CTRL SETTING]-knop
Geeft toegang tot een scherm waar u instellingen kunt maken om
een externe MIDI-geluidsmodule te bedienen (p. 21).
Bovenpaneel
1 3 4 5 2
5
Paneelbeschrijvingen
[MIC/LINE IN SETTING]-knop
Opent het instellingenscherm van de MIC/LINE-ingang. U kunt EQ
en galm toepassen op de MIC/LINE-ingang (p. 7).
3
Display
Toont de namen van scènes en de waarden van verschillende
instellingen, enz.
4
[<] [>] [ ] [ ]-knoppen
Druk op deze knoppen om te veranderen van pagina en om de
cursor te verplaatsen.
[INC] [DEC]-knoppen
Hiermee kunt u waarden wijzigen. Als u één knop ingedrukt
houdt terwijl u op de andere drukt, wordt de waarde sneller
gewijzigd.
[SHIFT]-knop
U kunt gemakkelijk bewerkingsschermen oproepen voor
gerelateerde parameters door deze knop ingedrukt te houden
terwijl u knoppen indrukt, aan regelaars draait of andere
controllers bedient (raadpleeg “Lijst van sneltoetsen”). Als u een
parameterwaarde bewerkt terwijl u deze knop ingedrukt houdt,
zal de waarde in grotere sprongen veranderen.
[EXIT]-knop
Druk deze knop om terug te keren naar een vorig scherm of om
een procedure die wordt uitgevoerd te annuleren.
[ENTER]-knop
Gebruik deze knop om een waarde te bevestigen of een
bewerking uit te voeren.
5
[ONE TOUCH PIANO]-knop
Roept een pianogeluid op (scène).
U kunt het ook zo instellen zodat een favoriet geluid wordt
opgeroepen in plaats van een pianogeluid (p. 11).
OPMERKING
Let erop dat de instellingen die u bewerkt verloren gaan wanneer
u deze knop indrukt om een pianogeluid op te roepen.
FAVORITE [ON]-knop
Schakelt de functie (FAVORITE-functie) die favoriete geluiden
oproept die u hebt geregistreerd in/uit (p. 18).
FAVORITE [BANK]-knop
Hiermee selecteert u de bank met FAVORITE-geheugens (p. 18)
waarin u uw favoriete geluiden kunt registreren.
[MENU]-knop
Het MENU-scherm verschijnt.
[WRITE]-knop
Het WRITE-scherm verschijnt.
[KEY TOUCH]-knop
Opent een scherm waar u aanraakinstellingen van het klavier kunt
maken (p. 13).
SONG/RHYTHM [SELECT]-knop
Opent een scherm waarop u songs of ritmes kunt selecteren
(p. 19, p. 20).
SONG/RHYTHM [s]-knop
Start of stopt het afspelen van de song of het ritme (p. 19, p. 20).
[SPEAKER ON]-knop
Schakelt de interne luidsprekers in/uit.
De interne luidsprekers worden uitgeschakeld wanneer
een hoofdtelefoon op de hoofdtelefoonaansluiting wordt
aangesloten, maar als u op deze knop drukt, worden de
luidsprekers ingeschakeld, zelfs als er een hoofdtelefoon is
aangesloten. U kunt de luidsprekers ook uitschakelen zelfs als er
geen hoofdtelefoon is aangesloten.
[PANEL LOCK]-knop
Druk lang op deze knop om de paneelvergrendeling in of uit
te schakelen (een functie waarmee u de paneelbewerkingen
uitschakelt) (p. 17).
[PIANO]-, [OTHER]-knoppen/[0]-[9]-knoppen
Selecteer klankcategorieën (Scène) (p. 11).
Wanneer de [FAVORITE]-knop of de [BANK]-knop oplicht, werken
deze knoppen als [0]-[9]-knoppen (p. 18).
Lijst van sneltoetsen
* “[A]+[B]” geeft de handeling aan van de [A]-knop ingedrukt
houden en op de [B]-knop drukken.
Sneltoets Uitleg
[SHIFT] + [DEC]
[SHIFT] + [INC]
Wijzigt de waarde in stappen van 10. Wanneer
het scènescherm wordt weergegeven,
verandert dit de categorie van de scène.
[SHIFT] + Favorite [BANK] of
[SHIFT] + Favorite [ON]
Opent de favorietenlijst.
[SHIFT] + een regelaar 1-4
bedienen
Gaat naar het parameterbewerkingsscherm
voor de bijbehorende regelaar.
[SHIFT] + een regelaar 1-8
bedienen
* Als de [ASSIGN]-knop is ingeschakeld
Gaat naar het bewerkingsscherm om de
regelaars toe te wijzen.
[SHIFT] + een WHEEL 1/2
bedienen
Gaat naar het scherm om de wielen toe te
wijzen.
[SHIFT] + een pedaal bedienen
Gaat naar het scherm om het pedaal toe te
wijzen.
6
Paneelbeschrijvingen
6
DC IN-aansluiting
Sluit de bijgeleverde netstroomadapter aan op deze aansluiting.
USB MEMORY-poort
Hier kunt u een USB-stick aansluiten.
USB COMPUTER-poort
U kunt deze poort met uw computer verbinden, zodat er
speelgegevens en een audiosignaal kunnen worden uitgewisseld
met de RD-88.
MEMO
5 De RD-88 ondersteunt USB MIDI en USB Audio. Om USB-audio
te gebruiken, moet het speciale USB-stuurprogramma op uw
computer zijn geïnstalleerd. U kunt het stuurprogramma van de
Roland-website downloaden.
5 Raadpleeg de “Parametergids (PDF) voor meer informatie over
de instellingen van het USB-stuurprogramma en de USB MIDI/
audio.
5 U kunt een speciale plug-in gebruiken om op meer
geavanceerde manieren de software op uw computer te
bedienen. Raadpleeg de Roland-website voor meer informatie.
Achterpaneel (aansluiting van uw apparatuur)
Netsnoer
Stopcontact
6 7 8
USB-stick
Pedaalapparaat
(RPU-3)
Expressiepedaal (EV-reeks)
of
Voetschakelaar (DP-reeks)
Mengpaneel, enz.
Monitorluidsprekers
(met voeding)
Microfoon
Audiospeler
Hoofdtelefoon
Extern MIDI-apparaat
* Zet het volume altijd op nul en schakel alle apparaten uit voordat u aansluitingen maakt om defecten en storingen van de apparatuur te voorkomen.
Netstroomadapter
7
Paneelbeschrijvingen
7
MIDI OUT-aansluiting
Verzendt MIDI-berichten naar een extern MIDI-apparaat dat
hierop is aangesloten.
PEDAL-aansluitingen (DAMPER/R, FC2/C, FC1/L)
Door de bij de RD-88 geleverde voetschakelaar aan te sluiten
op de DAMPER-aansluiting, kunt u de schakelaar als een
demperpedaal gebruiken.
Wanneer een pedaal is aangesloten op de FC1- of FC2-aansluiting,
kunt u vervolgens allerlei functies toewijzen aan het pedaal
(p. 20).
* Gebruik enkel het opgegeven expressiepedaal. Het aansluiten van
een expressiepedaal van een ander type kan leiden tot defecten
en/of schade aan het apparaat.
8
INPUT-aansluitingen (MIC, LINE)
U kunt een microfoon of extern audioapparaat aansluiten en
de microfoon gebruiken om te zingen terwijl u speelt of samen
met een song spelen dat wordt afgespeeld vanaf uw externe
audioapparaat
Aansluiting Uitleg
MIC Sluit een microfoon (apart verkrijgbaar) aan op deze aansluiting.
LINE
Dit is een aansluiting voor audio-ingang. U kunt uw digitale
audiospeler of andere audiobron hier aansluiten.
MEMO
5 Gebruik de [MIC/LINE IN]-regelaar om het volume aan te passen.
5 De RD-88 ondersteunt dynamische microfoons.
Condensatormicrofoons worden niet ondersteund.
5 U kunt EQ en galm toepassen op de ingevoerde audio. Druk op
de [MIC/LINE IN SETTING]-knop om het instellingenscherm te
openen. U kunt hetzelfde scherm ook openen via [MENU]0
[INPUT SETTING]. Raadpleeg de parametergids (PDF) voor meer
informatie over de parameters die kunnen worden ingesteld.
OUTPUT-aansluitingen (L/MONO, R)
Deze aansluitingen wordt verbonden met een versterker of
een ander apparaat. Gebruik voor mono-uitvoer de L/MONO-
aansluiting.
PHONES-aansluiting
Hier kunt u een hoofdtelefoon aansluiten.
8
Overzicht van de RD-88
Basisstructuur van de RD-88
De RD-88 kan worden verdeeld in twee gedeeltes: een
controllergedeelte en een geluidsgeneratorgedeelte.
Controllergedeelte
(controllers zoals klavier, modulatiewielen, enz.)
Geluidsgeneratorgedeelte
Afspelen
Controllergedeelte
Dit gedeelte bevat het klavier, de modulatiewielen, de regelaars van
het paneel, de schuifregelaars en de pedalen die zijn aangesloten op
het achterpaneel. Acties zoals het indrukken en loslaten van toetsen
op het klavier, een demperpedaal indrukken enz., worden omgezet
in MIDI-berichten die naar het geluidsgeneratorgedeelte of naar een
extern MIDI-apparaat worden verstuurd.
Geluidsgeneratorgedeelte
Het geluidsgeneratorgedeelte produceert het geluid. De MIDI-
berichten ontvangen van het controllergedeelte of extern MIDI-
apparaat worden hier omgezet in muzikale signalen, die vervolgens
worden uitgevoerd als analoge signalen van de OUTPUT- en
PHONES-aansluitingen.
Over scènes
Met de RD-88 kunt u de geluiden opslaan die u maakt.
Een geluid dat u maakt, wordt een scène” genoemd; u kunt de knoppen gebruiken om een scène op te roepen en deze vervolgens af te spelen.
Scene
Zone (UPPER 1)
Zone (UPPER 2)
Zone (UPPER 3)
Ritme
Galm
Chorus
Klank
MFX
EQ
EQ
EQ
MFX
MFX
Klank
Klank
Klankkleur
Klankkleur
Klankkleur
Compressor
Equalizer
IFX/sympathetische
resonantie
Zone
De RD-88 beschikt over drie delen (UPPER 1, UPPER 2 en LOWER) die
u kunt gebruiken om de interne delen met de knoppen en het klavier
van de RD-88 vrij te bedienen. Deze drie delen die worden gebruikt
voor het bedienen van de interne delen worden gezamenlijk de
“zone genoemd.
Bovendien kunt u externe MIDI-geluidsgenerators op dezelfde
manier vrij bedienen met de RD-88 als bij de zone. U kunt ook
de externe MIDI-geluidsgenerator bedienen met de drie delen
(UPPER 1, UPPER 2 en LOWER), waarbij deze groep van drie delen de
“EXTERNE zone” wordt genoemd. De externe MIDI-geluidsgenerator
is toegewezen aan deze drie delen voor de bediening.
Klank
De individuele geluiden die worden gebruikt bij het bespelen van de
RD-88 worden “klanken” genoemd. Aan elke zone worden klanken
toegewezen.
Ritme
Er zijn drumpatronen voor verschillende muzikale genres zoals jazz
en rock ingebouwd. U kunt deze patronen afspelen.
Eecten
Elke zone 1-3 heeft een MFX, FX en klankkleur die voor elke zone
apart kunnen worden ingesteld.
Er zijn ook nog galm, chorus en IFX/sympathetische resonantie die
gezamenlijk door alle zones kunnen worden gebruikt.
9
Overzicht van de RD-88
Basisfuncties
Hoofdschermen
Scènescherm (basisscherm)
De momenteel geselecteerde scène wordt weergegeven (p. 11).
U kunt deze scène bewerken.
Song/ritmescherm
Wanneer de SONG/RHYTHM [SELECT]-knop wordt ingedrukt, wordt
dit scherm weergegeven.
U kunt ritmepatronen, het tempo en het volume wijzigen (p. 20).
U kunt ook een USB-stick (apart verkrijgbaar) aansluiten op de USB
MEMORY-aansluiting en audiobestanden afspelen die u op de USB-
stick hebt opgeslagen.
Druk op de [EXIT]-knop om terug te keren naar het scènescherm.
Over de cursorknoppen
De cursorknoppen worden gebruikt om van scherm te wisselen en
om naar een item te gaan waarvan u de instelling wilt wijzigen (door
de cursor te verplaatsen).
Bewegen tussen weergavepagina's
Wanneer de pijlsymbolen (“ en “ ”) rechtsboven in het scherm
verschijnen, geeft dit aan dat er extra pagina's in de richting van de
pijlen staan.
U kunt van scherm wisselen met de [<]- en [>]-cursorknoppen.
Navigeren tussen in te stellen items (cursor)
Wanneer op een scherm meer dan één parameter wordt
weergegeven, worden de naam en de waarde van de te veranderen
parameter weergegeven met een kadertje errond. Dit kadertje
wordt de cursor genoemd. De cursor wordt verplaatst met de
cursorknoppen.
Cursor
Een waarde bewerken
Wanneer u de instelwaarden wijzigt, kunt u de [DEC]- en [INC]-
knoppen gebruiken.
Doel Paneelbediening
Om de waarde
continu te
veranderen
Houd de [DEC]-knop of de [INC]-knop ingedrukt.
Om de waarde snel
te verhogen
Druk op de [DEC]-knop terwijl u de [INC]-knop ingedrukt
houdt.
Omgekeerd kunt u de waarde snel verlagen door de [DEC]-
knop ingedrukt te houden en op de [INC]-knop te drukken.
10
Uitvoering
Naar de demo luisteren (DEMO PLAY)
Hier is hoe je naar de demosongs kunt luisteren.
OPMERKING
5 Er zullen voor de muziek die wordt gespeeld, geen gegevens
worden uitgevoerd via de MIDI OUT-aansluitingen.
5 Het klavier van de RD-88 zal geen geluid voortbrengen terwijl de
demosongs worden gespeeld.
1
2
3
2
54
MEMO
Wanneer u de demo-modus opent, gaan alle niet-opgeslagen
instellingen verloren.
Sla alle instellingen die u wilt behouden op in Scene of System
(p. 22).
1. Houd de [SPLIT]-knop ingedrukt en druk op de
[DUAL]-knop.
De RD-88 gaat naar de demo-modus. Het Demo-scherm
verschijnt.
2. Gebruik de [ ] [ ]-cursorknoppen of de [DEC] [INC]-
knoppen om een demosong te selecteren.
3. Druk op de [ENTER]-knop om het afspelen van de
demosong te starten.
4. Druk op de [EXIT]-knop om een demosong te
stoppen tijdens het afspelen.
5. Druk op de [EXIT]-knop terwijl de song is gestopt
om te eindigen met de demo-modus.
U keert terug naar het vorige scherm.
Piano-uitvoeringen
Probeer nu de piano te spelen.
Met de RD-88 kunt u op elk moment de ideale instellingen voor
piano-uitvoering oproepen door eenvoudig op een knop te drukken.
U kunt ook uw gewenste klanken en instellingen selecteren en deze
opslaan op de knoppen van de RD-88.
2
1
1. Druk op de [PIANO]-knop of de [E. PIANO]-knop.
Als u op de [PIANO]-knop drukt, wordt het hele klavier met de
pianoklank gespeeld.
Als u op de [E. PIANO]-knop drukt, wordt het hele klavier ingesteld
om elektrische pianoklank te spelen.
2. Gebruik de [DEC] [INC]-knoppen om een scène te
selecteren.
MEMO
Wanneer in het scènescherm de cursor op het scènenummer
staat, kunt u op de [ENTER]-knop drukken om een lijst met scènes
te openen. U kunt de cursorknoppen gebruiken om een scène
te selecteren. Nadat u een scène hebt geselecteerd, drukt u
op de [EXIT]-knop of [ENTER]-knop om terug te keren naar het
scènescherm.
Gedetailleerde instellingen maken
Met de RD-88 kunt u ook meer gedetailleerde instellingen
maken om het geluid nog beter te laten aansluiten op uw
favoriete piano-uitvoeringen. De conguraties kunnen voor
elke scène worden opgeslagen.
Raadpleeg “Gedetailleerde instellingen voor klanken maken”
(p. 22) voor meer informatie over de parameterinstellingen
van de scène.
OPMERKING
Wanneer u een instelling bewerkt, verschijnt er een “*”.
Als u de stroom uitschakelt of een One Touch-klank of een scène
selecteert terwijl de “*” is weergegeven, worden de aangebrachte
wijzigingen genegeerd. Als u de instellingen wilt behouden, slaat u
de scène op (p. 22).
11
Uitvoering
Uitvoeren met verschillende scènes
De RD-88 wordt geleverd met heel wat ingebouwde geluiden.
Elk individueel geluid wordt een “scène” genoemd.
De scènes worden toegewezen aan de knoppen van de
scènecategorie volgens de geselecteerde klankcategorie.
Elke categorie bevat verschillende scènes.
Probeer een aantal verschillende scènes te selecteren en uit te
voeren.
1
2
1. Druk op een van de knoppen van de
scènecategorie om de categorie te selecteren.
De indicator van de geselecteerde knop van de scènecategorie
licht op.
2. Gebruik de [DEC] [INC]-knoppen om de scène te
selecteren.
Speel op het klavier en u hoort de geselecteerde scène.
OPMERKING
Als u de stroom uitschakelt of een andere scène selecteert terwijl een
“*” is weergegeven in het scherm, worden de wijzigingen die u hebt
aangebracht, genegeerd. Als u de instellingen wilt behouden, slaat u
de scène op (p. 22).
Meerdere klanken met het klavier spelen
De RD-88 beschikt over drie interne zones (UPPER 1, UPPER 2 en
LOWER) en er kan één toon worden toegewezen aan elk van deze
zones.
U kunt spelen met klankcombinaties door elke zone in of uit te
schakelen. U kunt meerdere klanken tegelijkertijd in lagen hebben en
zelfs verschillende klanken spelen in het linker- en rechtergedeelte
van het klavier.
UPPER 1
UPPER 2
LOWER
Met gelaagde klanken spelen (dualmodus)
Met deze modus kunt u de UPPER 1- en UPPER 2-klanken spelen,
gelaagd over het hele klavier.
21
1. Druk op de [DUAL]-knop zodat de indicatoren
oplichten.
Probeer het klavier te bespelen.
De klanken voor UPPER 1 en UPPER 2 worden gelaagd en
gespeeld.
Het scherm toont de UPPER 2-klank.
2. Om de DUAL MODE te beëindigen, drukt
u nogmaals op de [DUAL]-knop, zodat het
indicatielampje uitgaat.
De klanken voor UPPER 1 worden gespeeld.
MEMO
U kunt ook drie klanken in lagen leggen door de LOWER-klank
toe te voegen. Voor meer informatie raadpleegt u “Gedetailleerde
instellingen voor klanken maken (p. 22).
12
Uitvoering
Verschillende klanken in twee verschillende
gedeeltes van het klavier spelen (splitmodus)
Een dergelijke verdeling van het klavier in rechter- en linkergedeeltes
wordt een “split” genoemd en de toets waar de verdeling plaatsvindt,
wordt het “splitpunt” genoemd.
In de splitmodus wordt een geluid dat aan de rechterkant
wordt gespeeld een “UPPER-deel genoemd en het geluid dat
aan de linkerkant wordt gespeeld een “LOWER-deel” genoemd.
Desplitpunttoets behoort tot het LOWER-gedeelte.
Het splitpunt is in de fabriek ingesteld op “F#3”.
MEMO
U kunt het splitpunt wijzigen. Raadpleeg hiervoor “Het splitpunt van
het klavier veranderen (p. 12).
21
1. Druk op de [SPLIT]-knop, zodat de indicator oplicht.
Splitpunt (F#3)
LOWER UPPER 1
Probeer het klavier te bespelen.
De UPPER 1-klank speelt in het rechtergedeelte van het klavier en
de LOWER-klank speelt in het linkergedeelte.
Het scherm toont de LOWER-klank.
2. Om de splitmodus te verlaten, drukt u nogmaals op
de [SPLIT]-knop, zodat het indicatielampje uitgaat.
Het splitpunt van het klavier veranderen
U kunt het punt waarop het klavier is verdeeld (het splitpunt) in de
splitmodus wijzigen.
1. Houd de [SPLIT]-knop enkele seconden ingedrukt.
De huidige waarde van de instelling wordt weergegeven.
2. Terwijl u de [SPLIT]-knop ingedrukt houdt, drukt u
op de toets die het nieuwe splitpunt moet worden.
Wanneer u de [SPLIT]-knop loslaat, zult u opnieuw op het vorige
display terechtkomen.
De splitpunttoets behoort tot het LOWER-gedeelte.
Zone Bereik
UPPER 1, UPPER 2 Splitpunt +1-C8
LOWER A0-splitpunt
Wanneer u het splitpunt opgeeft, wordt het toetsbereik van elke
zone op het splitpunt naar links en rechts verdeeld en wordt het
ingesteld op de waarden in de tabel.
MEMO
5 U kunt het splitpunt wijzigen in stappen van halve klanken door
de [SPLIT]-knop ingedrukt te houden en op de [DEC] [INC]-
knoppen te drukken.
5 U kunt het gewenste toetsbereik voor elke zone vrij instellen.
Raadpleeg de “Parameter Guide” (PDF) voor meer informatie.
UPPER 1
UPPER 2
LOWER
De klank voor een ZONE wijzigen
2
1
1. Gebruik de cursorknoppen in het scènescherm
om de zone te selecteren waarvan u de klank wilt
wijzigen.
2. Gebruik de [DEC] [INC]-knoppen om een klank te
selecteren.
U kunt de [SHIFT] + [<] [>]-knoppen gebruiken om de klankbank
te selecteren.
MEMO
Als de cursor op de klank staat, kunt u op de [ENTER]-knop
drukken om een lijst met klanken te openen. Gebruik de [
] [ ]-
knoppen om een klank te selecteren. U kunt ook de [<] [>]-
knoppen gebruiken om de klankbank te wijzigen. Nadat u een
klank hebt geselecteerd, drukt u op de [EXIT]-knop of [ENTER]-
knop om terug te keren naar het scènescherm.
13
Uitvoering
Het volumeniveau voor individuele zones
aanpassen
U kunt de LEVEL [LOWER]-, [UPPER2]- en [UPPER1]-regelaars
gebruiken om het volume van elke zone aan te passen.
MEMO
Gebruik de [VOLUME]-regelaar om het algemene volumeniveau aan
te passen (p. 4).
De aanslag van de toetsen veranderen
U kunt geavanceerde instellingen maken voor de aanslag die wordt
gebruikt voor de toetsen.
1
3
2
1. Druk op de [KEY TOUCH]-knop.
Het instellingenscherm voor de aanslag van het klavier verschijnt.
2. Gebruik de [ ] [ ]-cursorknoppen om een
parameter te selecteren en gebruik de [DEC] [INC]-
knoppen om de waarde ervan te wijzigen.
3. Druk op [EXIT] om terug te keren naar het vorige
scherm.
MEMO
De instellingen voor de toetsaanslag kunnen voor elke scène
afzonderlijk worden opgeslagen. Raadpleeg “Een scène opslaan
(Write)” (p. 22), om de instellingen op te slagen.
Parameter Waarde Uitleg
Source
SCENE
De instellingen voor de toetsaanslag die
door de scène zijn opgegeven, worden
ingeschakeld.
SYS
De instellingen voor de toetsaanslag die
voor het systeem zijn opgegeven, worden
ingeschakeld.
MEMO
Als u wilt dat de toetsaanslag voor meerdere
scènes hetzelfde is, stelt u de source in op
“SYS”. U hebt toegang tot de instellingen
voor aanslag van gedeelde toetsen via
[MENU]0[SYSTEM]0[KEY TOUCH]. Om de
instellingen op te slaan, voert u de system
write-bewerking uit (p. 24).
Indien u een scène hebt geselecteerd
waarvan de bron is ingesteld op “SYS”, kunt
u op de [KEY TOUCH]-knop drukken om het
instellingenscherm van de SYSTEM Key Touch
te openen.
Velo Crv
(Velocity Curve)
SPR LIGHT Een nog lichtere instelling dan LICHT.
LIGHT
Dit stelt het toetsenbord in op een lichte
aanslag. U kunt fortissimo () met een
minder krachtige aanslag dan normaal
spelen, zodat het klavier lichter aanvoelt.
Deze instelling maakt het gemakkelijk om te
spelen, zelfs voor kinderen.
MEDIUM
Hiermee wordt het klavier ingesteld op de
standaardaanslag. U kunt met de meest
natuurlijke aanslag spelen. Dit komt het dichtst
in de buurt van een akoestische piano.
HEAVY
Hierdoor wordt het klavier met een zware
aanslag ingesteld. U moet het klavier krachtiger
bespelen dan normaal om fortissimo ( ) te
spelen, zodat de klavieraanslag zwaarder
aanvoelt. Dynamisch spelen voegt nog meer
gevoel toe aan uw uitvoering.
SPR HEAVY Een nog zwaardere instelling dan HEAVY.
Velo Oset
(Velocity Oset)
-10-+9
Deze instelling biedt een nog nauwkeurigere
aanpassing van de toetsaanslag dan
die beschikbaar is met de instelling
Velocity Curve alleen. Hiermee kunt u een
nauwkeurigere instelling voor de Velocity
Curve bereiken door een tussenwaarde
tussen Key Touch-instellingen op te geven.
De aanrslaggevoeligheid wordt zwaarder
naarmate de waarde toeneemt.
Wanneer deze parameter is ingesteld op
een waarde die de boven- of ondergrens
overschrijdt, wordt de instelling voor de
Velocity Curve (een van de vijf mogelijke
waarden) automatisch gewijzigd om aan de
waarde te voldoen die u hebt opgegeven.
Velocity
REAL
De volumeniveaus en de manier waarop
geluiden worden gespeeld veranderen in
reactie op de snelheid.
1-127
De vaste snelheidswaarde die u hier opgeeft,
bepaalt het volume en de manier waarop
het geluid wordt geproduceerd, ongeacht de
speelsterkte van uw klavier.
Velo Dly Sens
(Velocity Delay
Sensitivity)
-63-+63
Dit stelt het interval in vanaf het moment
waarop de toets wordt bespeeld tothet
moment waarop het geluid wordt
geproduceerd.
Naarmate de waarde wordt verlaagd, wordt
de tijd van het geluid meer vertraagd
wanneer meer kracht wordt gebruikt om de
toetsen te bespelen. Naarmate de waarde
toeneemt, wordt de tijd van het geluid meer
vertraagd als er minder kracht wordt gebruikt
om de toetsen te bespelen.
Velo Keyfollow
(Velocity Keyfollow
Sensitivity)
-63-+63
Deze instelling wijzigt de aanslag-
gevoeligheid volgens het gebruikte
toetsenbereik.
Naarmate de waarde toeneemt, wordt de
aanslag zwaarder in de bovenste registers en
lichter in de onderste toetsen.
Key O Pos (Key O
Position)
STND
(STANDARD)
Er gebeurt een note-o op de diepte van een
conventionele piano.
DEEP
De note-o zal op een diepere positie
plaatsvinden. Dit is geschikt voor elektrische
pianogeluiden.
14
Uitvoering
De toets van het klavier transponeren
(TRANSPOSE)
U kunt uitvoeringen transponeren zonder de toetsen die u speelt
te veranderen en de toonhoogte met een octaaf veranderen. Deze
functie wordt Transpose” (transponeren) genoemd.
Dit is een handige functie om te gebruiken wanneer u de toonhoogte
van het klavierspel wilt overeenstemmen met de toonhoogte van
een vocalist of wilt spelen met de gedrukte muziek voor trompetten
of andere getransponeerde instrumenten.
U kunt de transponeerinstelling aanpassen in stappen van een halve
toon over een bereik van -5–0–+6 ten opzichte van C4. Transpose is
in de fabriek ingesteld op “0”.
1 2 3
1. Houd de [TRANSPOSE]-knop enkele seconden
ingedrukt.
Het Transpose-scherm verschijnt en de huidige waarde van de
instelling wordt weergegeven.
2. Houd de [TRANSPOSE]-knop ingedrukt en druk op
een toets.
Als u de C4-toets (de middelste C-toets) indrukt, zal de
hoeveelheid transpositie worden ingesteld op “0”.
Om bijvoorbeeld “E”-geluid te hebben wanneer u “C” speelt op het
klavier, houdt u de [TRANSPOSE]-knop ingedrukt en drukt u op de
E4-toets. De graad van transpositie wordt vervolgens “+4”.
Wanneer u de [TRANSPOSE]-knop loslaat, zult u opnieuw op het
vorige display terechtkomen.
Wanneer de hoeveelheid transpositie is ingesteld, wordt de
transpositiefunctie ingeschakeld en gaat de [TRANSPOSE]-knop
branden.
MEMO
5 U kunt ook transponeren door de [TRANSPOSE]-knop ingedrukt te
houden en de [DEC] [INC]-knoppen te gebruiken.
5 Als u de [TRANSPOSE]-knop ingedrukt houdt en op F#4 of een
hogere toets drukt, wordt de transponeerwaarde ingesteld op
[+6].
5 Als u de [TRANSPOSE]-knop ingedrukt houdt en op G3 of een
lagere toets drukt, wordt de transponeerwaarde ingesteld op [-5].
3. Om Transpose uit te zetten, drukt u op de
[TRANSPOSE]-knop zodat zijn indicator uitgaat.
De volgende keer dat de [TRANSPOSE]-knop wordt ingedrukt,
wordt het geluid getransponeerd met een hoeveelheid die
overeenkomt met de waarde die hier is ingesteld.
MEMO
U kunt voor elke zone afzonderlijk de graad van transpositie instellen.
Voor meer informatie raadpleegt u “Gedetailleerde instellingen voor
klanken maken” (p. 22).
OPMERKING
5 Als de hoeveelheid transpositie gelijk is aan 0, zal de [TRANSPOSE]-
knop niet worden ingeschakeld, zelfs niet als u erop drukt.
5 Als u de stroom uitschakelt, keert de transpositie terug naar 0.
Galm aan het geluid toevoegen (REVERB)
De RD-88 kan een galmeect toepassen op de noten die u op het
klavier speelt.
Door galm toe te passen, wordt er aangename galm toegevoegd
aan wat u speelt. Hierdoor lijkt het alsof u in een concertzaal aan het
spelen bent.
1
1. Draai aan de [REVERB]-regelaar.
De diepte van het galmeect verandert.
U kunt de diepte van de galm aanpassen binnen een bereik van
0-127.
MEMO
U kunt het type galm selecteren in het MENU-scherm 0 “SYSTEM
EFFECTS” 0 “Sys Reverb”-pagina.
OPMERKING
In het [MENU] 0 [SCENE EDIT] 0 [ZONE EDIT] 0 “INTERNAL”-
pagina, als de waarde van “Rev Send (reverb send)” is ingesteld op “0”,
wordt er geen galmeect toegepast. Afhankelijk van de instellingen
van de scène kunnen er ook gevallen zijn waarin het draaien van
de regelaar geen eect heeft. Voor meer informatie raadpleegt u
“Gedetailleerde instellingen voor klanken maken” (p. 22).
15
Uitvoering
Omvang aan het geluid toevoegen
(CHORUS/DELAY)
U kunt een chorus- en delayeect toepassen op de noten die u op
het klavier speelt.
Door het chorus- en delayeect toe te voegen, kunt u het geluid
grootser, vetter en breder maken.
1
1. Draai aan de [CHORUS/DELAY]-regelaar.
De diepte van het chorus- en delayeect verandert.
U kunt de chorus- en delaydiepte aanpassen binnen een bereik
van 0-127.
MEMO
U kunt het type chorus/delay selecteren in het MENU-scherm 0
“SYSTEM EFFECTS” 0 “Sys Chorus”-pagina.
OPMERKING
In het [MENU] 0 [SCENE EDIT] 0 [ZONE EDIT] 0 “INTERNAL”-
pagina, als de waarde van “Cho Send (chorus send)” is ingesteld op
“0”, wordt er geen chorus- en delayeect toegepast. Afhankelijk van
de instellingen van de scène kunnen er ook gevallen zijn waarin
het draaien van de regelaar geen eect heeft. Voor meer informatie
raadpleegt u “Gedetailleerde instellingen voor klanken maken”
(p. 22).
Het geluid in realtime wijzigen
(WHEEL1/2)
Door aan wiel 1 of 2 te draaien terwijl u het klavier bespeelt, kunt u
het geluid in realtime aanpassen. Wiel 1 past standaard een eect
van toonverbuiging toe (pitch change) en wiel 2 past een modulatie-
eect (vibrato) toe.
U kunt de eecten die door wielen 1/2 worden toegepast, vrij
wijzigen. Voor meer informatie raadpleegt u “De functie van elke
controller toewijzen” (p. 20).
Vitaliteit aan het geluid toevoegen
(COMPRESSOR)
De compressor inschakelen onderdrukt verschillen in volume voor
een consistenter geluid.
21
1. Druk op de [COMPRESSOR]-knop zodat de indicator
oplicht.
Telkens als u op de [COMPRESSOR]-knop drukt, zal de compressor
afwisselend worden in- en uitgeschakeld.
2. Om deze functie te annuleren, drukt u nogmaals
op de [COMPRESSOR]-knop, waardoor de indicator
uitgaat.
OPMERKING
Geluiden kunnen worden vervormd met bepaalde klanken.
MEMO
5 U kunt de compressorinstellingen vrij bewerken. Voor meer
informatie raadpleegt u “Gedetailleerde instellingen voor klanken
maken (p. 22).
5 Als u op de [SHIFT]+[COMPRESSOR]-knoppen drukt, verschijnt het
instellingenscherm van de compressor.
16
Uitvoering
Het karakter van het geluid regelen
(TONE COLOR)
Door aan de [TONE COLOR]-regelaar te draaien, zal een aspect van
het geluid worden gewijzigd, zoals het karakter of geluidsbeeld
ervan.
1
1. Draai aan de [TONE COLOR]-regelaar.
Het eect dat aan de regelaar is toegewezen, wordt toegepast.
U kunt een van de volgende eecten toewijzen aan de [TONE
COLOR]-regelaar.
Parameter Uitleg
Stereobreedte
Als het geluid in stereo wordt uitgevoerd, wordt bij het
geleidelijk naar links draaien van de regelaar de audio-
uitvoer omgezet in mono en de regelaar naar rechts draaien
wordt het naar stereo omgezet. Afhankelijk van de situatie
van uw uitvoering is het monogeluid mogelijk beter om naar
te luisteren.
EQ
Hiermee kunt u de EQ met een enkele regelaar aanpassen.
Als u de regelaar naar links draait, verhoogt u de
middenfrequentiezone en als u de regelaar naar rechts draait,
verhoogt u de hoge frequentie- en lage frequentiezones.
Als u dit op de juiste manier aanpast aan de situatie van uw
uitvoering, kan het geluid beter zijn om te beluisteren.
MEMO
De toewijzing van de klankkleur is gespeciceerd in [MENU] 0
[SCENE EDIT] 0 [ZONE SOUND] 0 TONE COLOR. Als u de instelling
wilt opslagen, slaat u de scène op (p. 22).
Verschillende eecten op het geluid
toepassen (MFX)
Naast koor (p. 15) en galm (p. 14), kunt u met de RD-88 een
“multi-eect” toepassen. Met het multi-eect kunt u kiezen uit
verschillende eecttypen, waaronder vervorming en rotatie.
Er wordt met de fabrieksinstellingen een eect geschikt voor elke
klank toegewezen.
1
1. Draai aan de [MFX]-regelaar om het eect aan te
passen.
Het multi-eect dat is opgegeven voor de geselecteerde klank
wordt toegepast.
MEMO
Het eect wordt toegepast op de MFX van de huidige geselecteerde
zone. De waarde die verandert wanneer u aan de regelaar draait, is
vooraf ingesteld volgens het type. Voor sommige eecttypen kan het
moeilijk zijn om het eect op te merken.
Als de MFX-instelling van de klank is ingesteld op Thru”, wordt er
geen eect toegepast.
MFX-instellingen kunnen ook worden opgegeven voor afzonderlijke
scènes. Raadpleeg de “Parameter Guide (PDF) voor meer informatie.
17
Uitvoering
De niveaus van elk frequentiebereik
regelen (EQUALIZER)
De RD-88 is uitgerust met een equalizer.
U kunt de EQ [LOW]-regelaar, [MID]-regelaar en [HIGH]-regelaar
gebruiken om het niveau van elk frequentiebereik aan te passen.
OPMERKING
Er wordt equalisatie toegepast op de algehele geluidsuitvoer van de
OUTPUT-aansluitingen.
1. Druk op de [EQ ADJUST]-knop.
1
De knop is opgelicht en de functies van de regelaar veranderen
als volgt.
5 [TONE COLOR]-regelaar 0 EQ [LOW]-regelaar
5 [MFX]-regelaar 0 EQ [MID]-regelaar
5 [CHORUS/DELAY]-regelaar 0 EQ [HIGH]-regelaar
2. Draai aan de regelaars om de niveaus in elk bereik
te regelen.
Als u de EQUALIZER [LOW]-, [MID]- of [HIGH]-regelaars naar links
draait, verlaagt u het niveau van het overeenkomstige bereik; door
de regelaars naar rechts te draaien, wordt het niveau verhoogd.
MEMO
In MENU 0 SYSTEM EFFECTS 0 Master EQ kunt u gedetailleerde
EQ-instellingen maken.
OPMERKING
5 Geluiden kunnen worden vervormd met bepaalde regelaar-
instellingen. Regel de ingangsversterking op de “Master EQ”,
als dat gebeurt.
5 De EQ-instellingen blijven behouden, zelfs als u scènes wijzigt,
maar gaan verloren als u de stroom uitschakelt. Als u de EQ-
instellingen wilt opslaan, voert u “De systeemeecten opslaan
(Write)” (p. 22) uit.
De knoppen uitschakelen
(paneelvergrendeling)
Met de paneelvergrendelingsfunctie kunt u de knoppen tijdelijk
uitschakelen zodat hun instellingen niet per ongeluk worden
gewijzigd, bijvoorbeeld terwijl u op een podium staat.
1
1. Druk lang op de [PANEL LOCK]-knop.
Het paneel wordt vergrendeld en het onderstaande scherm
verschijnt.
Wanneer u nogmaals lang op de [PANEL LOCK]-knop drukt, wordt
de paneelvergrendeling opgeheven.
MEMO
U kunt de regelaars en wielen bedienen, zelfs als het paneel is
vergrendeld.
18
De handige functies tijdens het spelen gebruiken
Vaak gebruikte geluiden (scènes)
registreren op knoppen (FAVORITE)
“Favorite” is een functie waarmee u vaak gebruikte geluiden (scènes)
kunt registreren zodat u deze met één druk op de knop kunt
oproepen.
De Favorite-functie registreert het nummer van de scène.
Favorietenbank 9
Favorietenbank 0
Favoriet 0-9
MEMO
5 Met favorieten 0–9 als één set kunt u in het totaal tien sets
registreren in de favoriete banken.
5 Gebruik de tien [0]-[9]-knoppen om scènes op te roepen of te
registreren.
OPMERKING
Als u een scène bewerkt, slaat u eerst deze scène op voordat u deze
als een favoriet registreert.
Een favoriet registreren
1. Selecteer de scène die u wilt registreren.
2. Druk op de FAVORITE [BANK]-knop om het
indicatorlampje te doen branden.
3. Druk op een [0]–[9]-knop om de bank te selecteren
die als bestemming voor de registratie wordt
gebruikt.
4. Houd de FAVORITE [ON]-knop ingedrukt en druk op
de [0]–[9]-knop waarop u de scène wilt registreren.
De huidige geselecteerde scène wordt op die knop geregistreerd.
Een favoriet oproepen
1. Druk op de FAVORITE [ON]-knop om het
indicatorlampje te doen branden.
De [0]–[9]-knoppen functioneren als knoppen voor het selecteren
van favorieten.
2. Gebruik een [0]–[9]-knop om een favoriet te
selecteren.
Als u op een knop drukt waarop nog geen favoriet is
geregistreerd, wordt op het scherm “Unregistered!” weergegeven.
De favorietenbank wisselen
1. Druk op de FAVORITE [BANK]-knop om het
indicatorlampje te doen branden.
De knop ([0]–[9]) die overeenkomt met de huidige geselecteerde
bank, knippert.
2. Druk op een [0]–[9]-knop om een bank te selecteren.
De favorietenlijst bekijken
1. Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de
FAVORITE [ON]-knop.
De Favorite-functie wordt ingeschakeld en een lijst met scènes die
als favorieten zijn geregistreerd, wordt weergegeven.
MEMO
Gebruik de [
] [ ]-cursorknoppen om tussen scènes te wisselen en
gebruik de [<] [>]-knoppen om banken te wisselen. U kunt ook de
[0]-[9]-knoppen gebruiken om tussen scènes te wisselen.
2. Druk op de [EXIT]-knop om terug te keren naar het
vorige scherm.
19
De handige functies tijdens het spelen gebruiken
Ritme spelen
De RD-88 beschikt over interne drumpatronen als aanvulling op jazz,
rock en andere muzikale genres. Deze drumpatronen worden “ritmes”
genoemd.
1
1. Druk op de [SELECT]-knop om de indicatorknop te
doen branden.
Het SONG/RHYTHM-scherm verschijnt.
2. Druk opnieuw op de [SELECT]-knop om het SONG-
scherm te openen.
Telkens als u op de [SELECT]-knop drukt, zult u afwisselen tussen
het SONG-scherm en het RHYTHM-scherm.
3. Druk op de [ ]-knop, zodat deze oplicht.
Het ritme begint te klinken.
Wanneer u nog een keer op de [
]-knop drukt om zijn licht
uit te schakelen, stopt het ritme.
MEMO
Als u op de [SELECT]-knop drukt om naar het SONG-scherm te
wisselen terwijl een ritme speelt, stopt het ritme.
Ritmetempos veranderen
1. Druk in het RHYTHM-scherm op de cursorknop om
de cursor naar de tempo-indicatie op de bovenste
regel van het scherm te verplaatsen.
2. Gebruik de [DEC] [INC]-knoppen om het tempo te
veranderen.
Het ritme wordt tegen het geselecteerde tempo gespeeld.
Het ritmepatroon veranderen
U kunt de manier selecteren waarop een ritme wordt gespeeld
(het patroon) om met verschillende muziekgenres overeen te
stemmen.
1. Gebruik de cursorknoppen in het RHYTHM-scherm
om de cursor naar het ritmenummer, weergegeven
op het scherm te verplaatsen.
2. Gebruik de [DEC] [INC]-knoppen om de patronen te
veranderen.
Het ritmepatroon zal veranderen.
3. Om het ritme te stoppen, drukt u op de [ ]-knop,
zodat de indicator niet meer oplicht.
20
De handige functies tijdens het spelen gebruiken
Songs spelen
U kunt een audiobestand (MP3 of WAV) van uw computer kopiëren
naar een USB-stick en op de RD-88 spelen terwijl dat audiobestand
wordt afgespeeld.
1. Formatteer uw USB-stick op de RD-88.
“Een USB-stick formatteren (FORMAT USB MEMORY)” (p. 24)
MEMO
5 Gebruik een in de handel verkrijgbare USB-stick. We kunnen
echter niet garanderen dat alle in de handel verkrijgbare USB-
sticks correct zullen werken.
5 We raden u aan single-byte alfanumerieke tekens voor de
bestandsnaam te gebruiken. Als u double-byte tekens gebruikt,
wordt de bestandsnaam niet correct weergegeven op het display.
2. Kopieer het audiobestand naar de map “SONG LIST”.
Geluidsbestanden die kunnen worden afgespeeld
MP3
Indeling MPEG-1-geluidslaag 3
Samplefrequentie 48 kHz
Bitsnelheid
32/40/48/56/64/80/96/112/128/160/
192/224/256/320 kbps, VBR (variabele
bitsnelheid)
WAV
Samplefrequentie 48 kHz
Bitdiepte 16-/24-bits
* Zowel voor MP3 als WAV is de enige ondersteunde
samplefrequentie 48 kHz. Als uw bestand een andere
samplefrequentie dan 48 kHz heeft, gebruikt u de software op uw
computer om dit vooraf te converteren naar 48 kHz.
3. Sluit de USB-stick aan op de USB MEMORY-poort
van de RD-88.
4. Druk op de [SELECT]-knop om de indicatorknop te
doen branden.
Het SONG/RHYTHM-scherm verschijnt.
5. Druk op de [SELECT]-knop om het SONG-scherm te
openen.
Telkens als u op de [SELECT]-knop drukt, zult u afwisselen tussen
het SONG-scherm en het RHYTHM-scherm.
6. Verplaats de cursor naar het songnummer en
gebruik de [DEC] [INC]-knoppen om een song te
selecteren.
7. Om een song af te spelen, drukt u op de [ ]-knop
om deze te doen branden.
Wanneer u op de [ ]-knop drukt om zijn indicator uit te
schakelen, stopt de song.
MEMO
Verplaats de cursor naar “Volume en gebruik de [DEC] [INC]-knoppen
om het volume van de song aan te passen.
Als u de volume-instelling wilt opslaan, voert u de System Write-
bewerking uit (p. 24).
De functie van elke controller toewijzen
U kunt de parameters wijzigen die worden bestuurd door de
[1]-[8]-regelaars, WHEEL 1/2 en FC1/FC2-pedalen.
1. Druk op de [MENU]-knop.
2. Gebruik de [ ] [ ]-cursorknoppen om “SYSTEM” te
selecteren en druk vervolgens op de [ENTER]-knop.
3. Gebruik de [ ] [ ]-cursorknoppen om ASSIGN” te
selecteren en druk vervolgens op de [ENTER]-knop.
4. Gebruik de [<] [>]-cursorknoppen om de controller
te selecteren waarvan u de toewijzing wilt
veranderen.
5. Gebruik de [ ] [ ]-cursorknoppen om een
parameter te selecteren en gebruik de [DEC] [INC]-
knoppen om de waarde ervan te wijzigen.
Raadpleeg de “Parameter Guide” (PDF) voor meer informatie.
6. Als u de instelling wilt opslaan, voert u de System
Write-bewerking uit.
“De systeeminstellingen opslaan (System Write)” (p. 24)
MEMO
De instellingen van deze controllers kunnen afzonderlijk voor elke
scène worden opgegeven en opgeslagen. Dit is handig wanneer u de
controllertoewijzingen voor elk geluid (scène) wilt wijzigen. Wijzig in
de bewerkingsparameters van de scène de bron van elke controller
van System naar Scene. Raadpleeg de “Parameter Guide” (PDF) voor
meer informatie.
De [ONE TOUCH PIANO]-knop gebruiken
Met de fabrieksinstellingen, roept u het pianogeluid van scène 001
op, als u op de [ONE TOUCH PIANO]-knop drukt.
Als alternatief kunt u een favoriete scène toewijzen aan de [ONE
TOUCH PIANO]-knop met de volgende procedure. De scène die is
toegewezen aan de [ONE TOUCH PIANO]-knop, is de scène die het
eerst wordt geselecteerd bij het opstarten.
1. Een favoriete scène selecteren.
2. Houd de [WRITE]-knop ingedrukt en druk op de
[ONE TOUCH PIANO]-knop.
De huidige instellingen worden opgeslagen op de
[ONE TOUCH PIANO]-knop.
21
De handige functies tijdens het spelen gebruiken
De RD-88 als een master keyboard
gebruiken
U kunt het externe MIDI-apparaat vanaf de RD-88 bedienen.
De RD-88 verstuurt gesproken nootberichten van de MIDI OUT-
connector, maar u kunt instellingen maken om een extern apparaat
te bedienen, zodanig dat niet alleen nootberichten, maar een
verscheidenheid aan instellingen op uw externe MIDI-apparaat
kunnen worden bediend.
U kunt interne en externe geluidsgenerators onafhankelijk bedienen.
Wat is MIDI?
MIDI (Musical Instrument Digital Interface) is een standaardspecicatie
waarmee muzikale gegevens tussen elektronische muziekinstrumenten
en computers kunnen worden uitgewisseld. Door een MIDI-kabel
te gebruiken om apparaten met MIDI-connectoren aan te sluiten,
kunt u een ensemble maken waarin een enkel MIDI-klavier meerdere
instrumenten kan bespelen of instellingen automatisch kan wijzigen
naarmate de song vordert.
MIDI OUT-aansluiting
De MIDI-berichten worden via deze connectoren naar externe MIDI-
apparaten verzonden. De MIDI OUT-aansluitingen van de RD-88
worden gebruikt voor het verzenden van de uitvoeringsgegevens
van het controllergedeelte.
Extern MIDI-apparaat
Instellingen voor het bedienen van een
externe geluidsmodule
Er kunnen instellingen voor het besturen van een externe MIDI-
geluidsmodule voor elke zone (UP1/UP2/LOW) van de scène worden
gemaakt. Van één RD-88 kunt u de interne geluiden in lagen leggen
met de geluiden van een externe geluidsmodule of ze afzonderlijk
bedienen.
Omdat deze instellingen voor elke scène afzonderlijk kunnen worden
opgeslagen, kunt u onmiddellijk de bedieningsinstellingen voor de
interne geluidsgenerator en een externe geluidsmodule oproepen
door eenvoudig van scène te wisselen.
1. Druk op de [EXT CTRL SETTING]-knop.
Er verschijnt een scherm voor het bewerken van de
bedieningsinstellingen van de externe geluidsmodule.
MEMO
U kunt vanuit hetzelfde scherm vanuit het MENU 0
SCENE EDIT 0 ZONE EDIT-scherm openen door op de
[>]-cursorknop te drukken.
2. Gebruik de knoppen van de scènecategorie [0],
[1] en [2] om de zone te selecteren waarvan u de
instellingen wilt bewerken.
De knop is opgelicht en de geselecteerde zone wordt rechtsboven
op het scherm weergegeven.
Knop Zone
0 UP1
1 UP2
2 LOW
OPMERKING
Als de zone die u bewerkt niet is ingeschakeld (on), worden de
bedieningsberichten niet uitgevoerd. Gebruik de knoppen voor
de scènecategorie [3], [4] en [5] om de zones in te schakelen die u
wilt gebruiken.
Knop Zone
3 UP1
4 UP2
5 LOW
3. Gebruik de [ ] [ ]-cursorknoppen om de parameter
die u wilt bewerken te selecteren en gebruik de
[DEC] [INC]-knoppen om de waarde te bewerken.
Parameter Waarde Uitleg
TxMode
ON
Normaal wordt deze instelling gebruikt.
Dezelfde MIDI-berichten worden naar
de interne geluidsgenerator van de
RD-88 en naar het externe MIDI-
apparaat verzonden. Berichten die
klanken selecteren en banken wisselen
(bank select en program change)
gebruiken de instellingen van de klank
die voor die zone is geselecteerd.
INT
Gebruik deze instelling als u niet wilt
dat MIDI-berichten van een specieke
zone naar een extern MIDI-apparaat
worden verzonden. Kies deze INT-
instelling als u alleen de interne
geluiden van de RD-88 wilt spelen.
EXT
Kies deze instellingen als u de RD-88
wilt gebruiken als een master keyboard
om een extern MIDI-apparaat te
bedienen.
Ext Port ALL, MIDI, USB
Hiermee geeft u de connector op die
bedieningsberichten verzendt. Als dit
ALL is, worden berichten zowel via de
MIDI OUT-connector als via de USB-
poort verzonden.
Ext Ch 1-16 Geeft het MIDI-verzendkanaal op.
Ext MSB
OFF, 0–127
Geeft de numerieke waarde van het
programmanummer en de bank select
MSB/LSB-berichten op om geluiden
op een extern MIDI-apparaat te
selecteren.
Ext LSB
Ext PC OFF, 1–128
MEMO
Raadpleeg de parametergids (PDF) voor meer informatie over de
parameters.
4. Om de instellingen op te slagen, voert u de Scene
Write-bewerking uit.
Master keyboard-instellingen worden afzonderlijk voor elke scène
opgeslagen.
&“Een scène opslaan (Write)” (p. 22)
22
Gedetailleerde instellingen voor klanken maken
De RD-88 heeft twee geluidsgerelateerde bewerkingstypen.
Scène bewerken
Hier kunt u de parameters voor een scène bewerken. Deze
parameters omvatten de aan-/uit-instelling en niveau-aanpassing
voor elke zone, eectinstellingen voor elke scène.
Systeemeecten bewerken
Hier kunt u instellingen bewerken voor de eecten die
van toepassing zijn op het algemene uitgestuurde geluid
(systeemeecten).
De systeemeecten bieden chorus/delay, galm, EQ en compressor.
OPMERKING
5 De bewerkte instellingen gaan verloren tenzij u deze opslaat
(schrijft). Als u de instellingen wilt behouden, slaat u deze als volgt
op.
5 Een scène die u bewerkt, wordt aangegeven met een
bewerkingssymbool (*) naast het scènenummer.
Een scène bewerken
1. Druk op de [MENU]-knop.
2. Gebruik de [ ] [ ]-cursorknoppen om “SCENE EDIT
te selecteren en druk op de [ENTER]-knop.
3. Gebruik de [ ] [ ]-cursorknoppen om het item
te selecteren dat u wilt bewerken, en druk op de
[ENTER]-knop.
4. Gebruik de [ ] [ ]-cursorknoppen om een
parameter te selecteren en gebruik de [DEC] [INC]-
knoppen om de waarde te bewerken.
Raadpleeg de “Parameter Guide” (PDF) voor meer informatie.
MEMO
Als een item meerdere pagina's bevat, worden de symbolen
rechtsboven op het scherm weergegeven. Gebruik de [<]
[>]-cursorknoppen om tussen pagina´s te bewegen.
Een scène opslaan (Write)
5. Druk op de [WRITE]-knop om de wijzigingen op te
slagen.
MEMO
Als u de scène bewerkt, verschijnt er naast “SCENE” een
“*”-symbool.
6. Gebruik de [ ] [ ]-cursorknoppen om “SCENE” te
selecteren en druk vervolgens op de [ENTER]-knop.
Er wordt een scherm weergegeven waar u de scène kunt
selecteren die als opslagbestemming wordt gebruikt.
7. Gebruik de [ ] [ ]-cursorknoppen om de scène die
als opslagbestemming wordt gebruikt te selecteren
en druk vervolgens op de [ENTER]-knop.
Het invoerscherm voor de scènenaam verschijnt.
8. Gebruik de [<] [>]-cursorknoppen om de cursor te
verplaatsen en gebruik de [DEC] [INC]-knoppen om
het teken te wijzigen.
9. Wanneer u de naam volledig hebt bewerkt, drukt u
op de [ENTER]-knop.
Het SCENE WRITE-bevestigingsscherm verschijnt.
OPMERKING
Wanneer u opslaat, wordt de scène van de geselecteerde
opslagbestemming overschreven en gaan de vorige gegevens
verloren.
10.
Om uit te voeren, gebruikt u de [<] [>]-cursorknoppen
om WRITE” te selecteren en drukt u vervolgens op de
[ENTER]-knop.
Als u wilt annuleren, drukt u op de [EXIT]-knop.
OPMERKING
De wijzigingen in de scène die u aan het bewerken bent, gaan
verloren als u het apparaat uitschakelt of wanneer u een andere scène
selecteert. Als u de instellingen wilt behouden, slaat u de scène op.
De systeemeecten bewerken
1. Druk op de [MENU]-knop.
2. Gebruik de [ ] [ ]-cursorknoppen om “SYSTEM
EFFECT te selecteren en druk vervolgens op de
[ENTER]-knop.
3. Gebruik de [<] [>]-cursorknoppen om het eect
dat u wilt bewerken te selecteren, gebruik de [ ] [
]-cursorknoppen om een parameter te selecteren
en gebruik de [DEC] [INC]-knoppen om de waarde
te bewerken.
Raadpleeg de “Parameter Guide” (PDF) voor meer informatie.
De systeemeecten opslaan (Write)
4. Als u de wijzigingen wilt opslaan, drukt u op de
[WRITE]-knop.
MEMO
Als u de systeeminstellingen bewerkt, verschijnt er naast “SYSTEM”
een “*”-symbool.
5. Gebruik de [ ] [ ]-cursorknoppen om “SYSTEM” te
selecteren en druk vervolgens op de [ENTER]-knop.
Het SYSTEM WRITE-bevestigingsscherm verschijnt.
6. Om uit te voeren, gebruikt u de [<]
[>]-cursorknoppen om WRITE” te selecteren en
drukt u vervolgens op de [ENTER]-knop.
Als u wilt annuleren, drukt u op de [EXIT]-knop.
23
Overige functies
Handige functies (UTILITY)
Hier kunt u een back-up maken van de gegevens van de RD-88
op een USB-stick of de gegevens van een USB-stick herstellen
op de RD-88. U kunt ook de “UTILITY”-functies gebruiken om de
fabrieksinstellingen van de RD-88 te herstellen of om een USB-stick te
formatteren.
UTILITY Uitleg
BACKUP
Maakt een back-up van gebruikersgegevens op een
USB-stick.
RESTORE Herstelt gegevens van een USB-stick op de RD-88.
FACTORY RESET Herstelt de fabrieksinstellingen van de RD-88.
FORMAT USB MEMORY Initialiseert een USB-stick.
Een back-up maken van de gegevens op een
USB-stick (BACKUP)
Hier leest u hoe u op een USB-stick een back-up maakt van de
gebruikersgegevens.
Gegevens waarvan een back-up wordt gemaakt
5 Alle scènegegevens
5 Favorieten
5 Systeeminstellingen (inclusief systeemeecten)
OPMERKING
Schakel het apparaat niet uit en verwijder de USB-stick niet wanneer
op het scherm “Executing... wordt weergegeven.
1. Druk op de [MENU]-knop.
2. Gebruik de [ ] [ ]-cursorknoppen om “UTILITY” te
selecteren en druk vervolgens op de [ENTER]-knop.
3. Gebruik de [ ] [ ]-cursorknoppen om “BACKUP” te
selecteren en druk vervolgens op de [ENTER]-knop.
Het BACKUP NAME-scherm verschijnt.
4. Gebruik de [<] [>]-cursorknoppen om de cursor te
verplaatsen en gebruik de [DEC] [INC]-knoppen om
tekens te selecteren.
5. Wanneer u de bestandsnaam hebt opgegeven,
drukt u op de [ENTER]-knop.
Er verschijnt een bevestigingsbericht.
Als u wilt annuleren, drukt u op de [EXIT]-knop.
6. Druk op de [ENTER]-knop om de bewerking uit te
voeren.
Wanneer het maken van de back-up is voltooid, geeft het scherm
“Completed!” weer.
Als er al een bestand met dezelfde naam bestaat, wordt u in een
bevestigingsscherm (Overwrite?) gevraagd of u het bestaande
bestand wilt overschrijven.
Back-upgegevens herstellen (RESTORE)
Hier leest u hoe u gebruikersgegevens waarvan u een back-up op
een USB-stick hebt gemaakt, kunt terugzetten naar de RD-88. Deze
bewerking wordt “Restore” of herstellen genoemd.
OPMERKING
5 Alle gebruikersgegevens worden opnieuw geschreven wanneer u
de herstelbewerking uitvoert. Als uw RD-88 belangrijke gegevens
bevat, wijst u hieraan een andere naam toe en maakt u een back-
up op een USB-stick voordat u de herstelbewerking uitvoert.
5 Schakel het apparaat niet uit en verwijder de USB-stick niet
wanneer op het scherm “Executing... wordt weergegeven.
1. Druk op de [MENU]-knop.
2. Gebruik de [ ] [ ]-cursorknoppen om “UTILITY” te
selecteren en druk vervolgens op de [ENTER]-knop.
3. Gebruik de [ ] [ ]-cursorknoppen om “RESTORE” te
selecteren en druk vervolgens op de [ENTER]-knop.
4. Gebruik de [ ] [ ]-cursorknoppen om het bestand
te selecteren dat u wilt herstellen.
5. Druk op de [ENTER]-knop.
Er verschijnt een bevestigingsbericht.
Als u wilt annuleren, drukt u op de [EXIT]-knop.
6. Druk op de [ENTER]-knop om de bewerking uit te
voeren.
Wanneer de herstelbewerking is voltooid, verschijnt er op het
scherm “Completed. Turn o power. weer.
7. Schakel de RD-88 uit en vervolgens opnieuw in.
Terugkeren naar de fabrieksinstellingen
(FACTORY RESET)
Hier leest u hoe u de instellingen die u op de RD-88 hebt bewerkt en
opgeslagen, kunt herstellen naar de fabrieksinstellingen.
* Wanneer u deze bewerking uitvoert, gaan alle instellingen die
u na de aankoop van de RD-88 hebt gewijzigd, inclusief de
geluidsparameters, verloren.
* Als u de huidige instellingen later nodig heeft, moet u de back-
upfunctie (p. 23) gebruiken om de huidige instellingen op te
slaan voordat u de fabrieksinstellingen herstelt.
1. Druk op de [MENU]-knop.
2. Gebruik de [ ] [ ]-cursorknoppen om “UTILITY” te
selecteren en druk vervolgens op de [ENTER]-knop.
3. Gebruik de [ ] [ ]-cursorknoppen om “FACTORY
RESET te selecteren en druk vervolgens op de
[ENTER]-knop.
Er verschijnt een bevestigingsbericht.
Als u wilt annuleren, drukt u op de [EXIT]-knop.
4. Om uit te voeren, gebruikt u de [<]
[>]-cursorknoppen om “OK” te selecteren en drukt
u vervolgens op de [ENTER]-knop.
5. Wanneer op het scherm Completed. wordt
weergegeven, schakelt u de RD-88 uit en weer in.
24
Overige functies
Een USB-stick formatteren (FORMAT USB
MEMORY)
OPMERKING
5 Als de USB-stick belangrijke gegevens bevat, moet u er rekening
mee houden dat deze bewerking alle gegevens van de stick
verwijdert.
5 Schakel het apparaat niet uit en verwijder de USB-stick niet
wanneer op het scherm “Executing... wordt weergegeven.
1. Druk op de [MENU]-knop.
2. Gebruik de [ ] [ ]-cursorknoppen om “UTILITY” te
selecteren en druk vervolgens op de [ENTER]-knop.
3. Gebruik de [ ] [ ]-cursorknoppen om “FORMAT USB
MEMORY” te selecteren en druk vervolgens op de
[ENTER]-knop.
Er verschijnt een bevestigingsbericht.
Als u wilt annuleren, drukt u op de [EXIT]-knop.
4. Om uit te voeren, verplaatst u de cursor naar OK”
en drukt u op de [ENTER]-knop.
Wanneer het formatteren is voltooid, geeft het scherm
“Completed!” weer.
De mapstructuur van een USB-stick
ROLAND
RD-88
BACKUP
SONG LIST
Als u songs van een USB-stick wilt
afspelen, plaats u deze in de SONG
LIST-map.
De back-upgegevens worden in de
BACKUP-map opgeslagen.
De systeeminstellingen bewerken
(SYSTEM)
Hier leest u hoe u de systeemparameters kunt bewerken.
1. Druk op de [MENU]-knop.
2. Gebruik de [ ] [ ]-cursorknoppen om “SYSTEM” te
selecteren en druk vervolgens op de [ENTER]-knop.
3. Gebruik de [ ] [ ]-cursorknoppen om het item
te selecteren dat u wilt bewerken, en druk op de
[ENTER]-knop.
4. Gebruik de [ ] [ ]-cursorknoppen om de parameter
die u wilt bewerken te selecteren en gebruik de
[DEC] [INC]-knoppen om de waarde te bewerken.
Raadpleeg de “Parameter Guide” (PDF) voor meer informatie.
De systeeminstellingen opslaan
(System Write)
5. Druk op de [WRITE]-knop om de wijzigingen op te
slagen.
MEMO
Als u de systeeminstellingen bewerkt, verschijnt er naast “SYSTEM”
een “*”-symbool.
6. Gebruik de [ ] [ ]-cursorknoppen om “SYSTEM” te
selecteren en druk vervolgens op de [ENTER]-knop.
Het SYSTEM WRITE-bevestigingsscherm verschijnt.
7. Om uit te voeren, gebruikt u de [<]
[>]-cursorknoppen om WRITE” te selecteren en
drukt u vervolgens op de [ENTER]-knop.
Als u wilt annuleren, drukt u op de [EXIT]-knop.
De programmaversie bekijken
(INFORMATION)
Hier leest u hoe u de versie van het systeemprogramma van de RD-88
kunt bekijken.
1. Druk op de [MENU]-knop.
2. Gebruik de [ ] [ ]-cursorknoppen om
“INFORMATION” te selecteren en druk vervolgens
op de [ENTER]-knop.
25
HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN
WAARSCHUWING
De Auto O-functie
Dit apparaat wordt automatisch
uitgeschakeld na een vooraf
ingestelde tijdsspanne sinds het
apparaat voor het laatst werd
gebruikt om muziek af te spelen of sinds de
knoppen of bedieningselementen van het
apparaat voor het laatst werden gebruikt
(Auto O-functie). Als u niet wilt dat het
apparaat automatisch wordt uitgeschakeld,
schakelt u de Auto O-functie uit (p. 3).
Gebruik alleen aanbevolen standaards
Het apparaat mag alleen gebruikt
worden met een standaard die
door Roland is aanbevolen.
Plaats het apparaat niet op een instabiele ondergrond
Als u het apparaat gebruikt met een
standaard die door Roland wordt
aangeraden, dient u deze zorgvuldig
te plaatsen, zodat de standaard
horizontaal en stabiel staat. Als u geen
standaard gebruikt, dient u ervoor te zorgen
dat u het apparaat op een een oppervlak
plaatst dat het apparaat goed ondersteunt, en
dat het apparaat niet kan wankelen.
WAARSCHUWING
Voorzorgen met betrekking tot de plaatsing op een
standaard van dit apparaat
Volg de instructies in de
gebruikershandleiding zorgvuldig
op als u het apparaat op een
standaard plaatst (p. 3).
Als u het geheel niet correct opstelt, loopt u
het risico een onstabiele situatie te creëren
waarbij het apparaat kan vallen of de
standaard kan omslaan, met mogelijk letsel
als gevolg.
Gebruik alleen de meegeleverde netstroomadapter
en het correcte voltage
Gebruik alleen de
netstroomadapter die bij het
apparaat wordt geleverd. Ga
na of het lijnvoltage van het
elektriciteitsnet overeenkomt met het
ingangsvoltage dat op de netstroomadapter
wordt weergegeven. Andere
netstroomadapters gebruiken mogelijk een
andere polariteit of zijn ontworpen voor een
ander voltage. Het gebruik van dergelijke
adapters kan resulteren in schade, defecten
of elektrische schokken.
WAARSCHUWING
Gebruik alleen het meegeleverde netsnoer
Gebruik uitsluitend het bevestigde
netsnoer. Sluit het meegeleverde
netsnoer ook niet aan op andere
apparaten.
OPGELET
Gebruik alleen de opgegeven standaard(en)
Dit apparaat is ontworpen voor
gebruik in combinatie met
specieke standaarden (KS-12,
KS-10Z) vervaardigd door Roland.
Wanneer u gebruik maakt van andere
standaarden, loopt u het risico letsels op te
lopen wanneer het apparaat valt of omslaat
als gevolg van onvoldoende stabiliteit.
Beoordeel het veiligheidsrisico voordat u
standaarden gebruikt
Zelfs als u de waarschuwingen in
de gebruikershandleiding volgt,
kunnen bepaalde handelingen
ertoe leiden dat het apparaat van
de standaard valt of dat de standaard kantelt.
Ga bewust om met de veiligheidsaspecten
vooraleer dit apparaat te gebruiken.
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Stroomtoevoer
Plaats de netstroomadapter zodanig dat de zijde
met tekst naar beneden wijst.
Plaatsing
Laat geen voorwerpen op het klavier liggen. Dat kan
leiden tot defecten, zoals toetsen die geen signaal
meer geven.
Afhankelijk van het materiaal en de temperatuur
van het oppervlak waarop u het apparaat plaatst,
kunnen de rubberen voetstukken mogelijk het
oppervlak verkleuren of ontsieren.
Onderhoud van het klavier
Schrijf nooit op het klavier met een pen of andere
voorwerpen. Breng geen stempels of andere
markeringen aan op het instrument. Inkt zal in de
groeven aan het oppervlak sijpelen en kan dan niet
meer worden verwijderd.
Breng geen stickers aan op het klavier. Mogelijk kunt
u stickers met sterke lijm niet meer verwijderen en
de lijm kan bovendien verkleuring veroorzaken.
Om hardnekkig vuil te verwijderen, kunt u een
in de handel verkrijgbare klavierreiniger zonder
schuurmiddel gebruiken. Begin met voorzichtig
schoonwrijven. Als het vuil niet loskomt, kunt u
geleidelijk aan harder gaan wrijven. Let er wel op dat
u de toetsen niet beschadigt.
Reparatie en gegevens
Voordat het apparaat voor reparaties wordt
verzonden, maakt u een back-up van de gegevens
die op het apparaat zijn opgeslagen of noteert u de
nodige gegevens op papier als u dat wilt. Tijdens de
reparatie doen wij uiteraard ons uiterste best om
de gegevens die op uw apparaat zijn opgeslagen,
te behouden, maar er kunnen gevallen zijn waarbij
de opgeslagen inhoud niet kan worden hersteld,
bijvoorbeeld wanneer het fysieke geheugen
beschadigd is geraakt. Roland kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor het herstel van opgeslagen
inhoud die verloren is gegaan.
Extra voorzorgsmaatregelen
De gegevens die zijn opgeslagen op het apparaat,
kunnen verloren gaan door storingen, onjuist
gebruik enzovoort. Om dergelijk onherstelbaar
gegevensverlies te voorkomen, moet u regelmatig
back-ups maken van de gegevens die u op het
apparaat hebt opgeslagen.
Roland kan niet aansprakelijk worden gesteld voor
het herstel van opgeslagen inhoud die verloren is
gegaan.
Sla nooit op het display of oefen er geen sterke druk
op uit.
Het geluid van aangeslagen toetsen en de
trillingen geproduceerd door het bespelen van een
instrument kunnen sterker dan verwacht worden
overgedragen via de vloer of de muren. Zorg ervoor
dat u anderen in uw omgeving niet stoort.
Gebruik enkel het opgegeven expressiepedaal. Het
aansluiten van een expressiepedaal van een ander
type kan leiden tot defecten en/of schade aan het
apparaat.
Gebruik geen verbindingskabels met een
ingebouwde weerstand.
Externe geheugens gebruiken
Houd rekening met de volgende voorzorgs-
maatregelen wanneer u externe geheugenapparaten
gebruikt. Volg bovendien zorgvuldig alle voorzorgs-
maatregelen van het externe geheugenapparaat.
Verwijder het apparaat niet terwijl het aan het
lezen/schrijven is.
Om schade als gevolg van statische elektriciteit
te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat alle
statische elektriciteit van uw eigen lichaam is
ontladen voordat u het apparaat aanraakt.
Intellectueel eigendomsrecht
Roland is een gedeponeerd handelsmerk of
handelsmerk van de Roland Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
De bedrijfsnamen en productnamen in dit
document zijn gedeponeerde handelsmerken of
handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars.
Het opnemen van audio of video, kopiëren,
wijzigen, distribueren, verkopen, leasen, uitvoeren
of uitzenden van materiaal onder auteursrecht
(muziek, video's, uitzendingen, liveoptredens
enzovoort) dat geheel of gedeeltelijk eigendom is
van een derde, is wettelijk niet toegestaan zonder
de toestemming van de auteursrechteigenaar.
Gebruik dit apparaat niet voor doeleinden die de
auteursrechten van een derde kunnen schenden.
Wij kunnen niet aansprakelijk worden gesteld voor
schendingen van auteursrechten van derden door
uw gebruik van dit apparaat.
De auteursrechten op de inhoud van dit product
(golfvormgegevens van het geluid, stijlgegevens,
begeleidende patronen, frasegegevens, audioloops
en beeldgegevens) zijn voorbehouden door Roland
Corporation.
Kopers van dit product hebben de toestemming
om de betreende inhoud (behalve songgegevens
zoals demosongs) te gebruiken voor het aanmaken,
uitvoeren, opnemen en verdelen van originele
muziekuitvoeringen.
Kopers van dit product hebben GEEN toestemming
om de betreende inhoud in de oorspronkelijke
of een gewijzigde vorm aan het apparaat te
onttrekken met als doel het verspreiden van een
opgenomen medium met de betreende inhoud of
het ter beschikking stellen van deze inhoud via een
computernetwerk.
Dit product bevat het geïntegreerde eParts-
softwareplatform van eSOL Co.,Ltd. eParts is een
handelsmerk van eSOL Co., Ltd. in Japan.
Dit product gebruikt de broncode van μT-Kernel
onder de T-License 2.0 verleend door T-Engine
Forum (www.tron.org).
Belangrijkste specicaties
Roland RD-88: digitale piano
Klavier
88 toetsen (PHA-4 standaardklavier: met Escapement
en ivoorgevoel)
Stroomtoevoer Netstroomadapter
Stroomverbruik 1.500 mA
Afmetingen 1.284 (B) x 258 (D) x 159 (H) mm
Gewicht 13,5 kg
Accessoires
Gebruikershandleiding, infoblad “HET APPARAAT
VEILIG GEBRUIKEN”, netstroomadapter,
Netsnoer
Opties (apart
verkrijgbaar)
Klavierstandaard (KS-12, KS-10Z), pedalen (DP-2,
DP-10, EV-5, RPU-3),
Draagtas: CB-88RL, CB-76RL
Hoofdtelefoon, USB-stick
* In dit document worden de specicaties van het product
uitgelegd op het moment dat het document werd vrijgegeven.
Raadpleeg de Roland-website voor de meest recente informatie.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26

Roland RD-88 de handleiding

Type
de handleiding