Roland A-88MKII de handleiding

Type
de handleiding
Gebruikershandleiding (dit document)
Lees dit eerst. Dit legt de basiswerking uit.
PDF-handleiding (downloaden van het internet)
5
A-88MKII Control Manual (Engels)
Dit legt het gebruik van A-88MKII Control uit.
Om de PDF-handleiding te verkrijgen
1.
Voer de volgende URL in op uw
computer.
http://www.roland.com/manuals/
I
2.
Kies A-88MKII.
Gebruikershandleiding
Lees voor u dit apparaat gebruikt zorgvuldig de hoofdstukken “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” (p. 15) en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (p. 16). Bewaar na het lezen het
document (de documenten) op een direct toegankelijke plaats.
© 2019 Roland Corporation
2
De A-88MKII inschakelen
* Volg onderstaande procedure om alle apparaten in te schakelen nadat alles
correct is aangesloten (p. 5). Wanneer u apparatuur in de verkeerde
volgorde inschakelt, bestaat het risico op apparaatstoringen of -defecten.
1.
Schakel uw apparatuur in deze volgorde in: A-88MKII 0
aangesloten apparatuur.
2.
Schakel de aangesloten apparatuur in en verhoog het
volume naar een geschikt niveau.
* Als de A-88MKII niet aangesloten is een computer, schakelt hij automatisch uit
vier uur nadat hij voor het laatst werd bespeeld of bediend (Auto O-functie).
Als u niet wilt dat het apparaat automatisch wordt uitgeschakeld, schakelt u de
Auto O-functie uit.
5
Druk opnieuw op de aan-/uitknop om het apparaat weer in te schakelen.
De stroom uitschakelen
1.
Schakel uw apparatuur uit in de volgorde: aangesloten
apparatuur
0
A-88MKII.
Het apparaat automatisch uitschakelen
na een bepaalde tijd
(Auto O)
Als de A-88MKII niet is aangesloten op een computer, wordt hij
automatisch uitgeschakeld vier uur nadat hij voor het laatst werd
bespeeld of gebruikt (als de fabrieksinstellingen niet werden
gewijzigd). Als u niet wilt dat het apparaat automatisch wordt
uitgeschakeld, wijzigt u de instelling AUTO OFF” in “OFF” zoals
hieronder beschreven.
1.
Druk op de [FUNC]-knop.
2.
Druk op de toetsen met de vermelding “MISC” erboven.
3.
Gebruik de OCTAVE [-] [+]-knoppen om de instelling te
creëren.
Parameter Knop Verklaring
MISC
OCTAVE [-]
OFF: De stroom wordt niet automatisch
uitgeschakeld.
OCTAVE [+]
ON (standaard): Als de A-88MKII niet
verbonden is met een computer, wordt
hij automatisch uitgeschakeld vier uur
nadat hij voor het laatst werd bespeeld
of gebruikt.
4.
Druk op de [NEXT] (ENTER)-knop.
De A-88MKII op een standaard plaatsen
Gebruik de Roland KS-10Z of KS-12 als u de A-88MKII op een standaard wilt plaatsen. Plaats de A-88MKII als volgt op de standaard.
Volg de instructies in de “Gebruikershandleiding” zorgvuldig op als u het apparaat op een standaard plaatst. Als u het geheel niet correct opstelt,
loopt u het risico een onstabiele situatie te creëren waarbij het apparaat kan vallen of de standaard kan omslaan, met mogelijk letsel als gevolg.
* Pas op dat uw vingers niet gekneld raken tijdens het opstellen van de standaard.
KS-10Z
Pas de breedte van de standaard
aan zodat de rubberen poten van de
A-88MKII op de standaard steunen.
Bovenaanzicht
Stel zo af dat de hoogte niet
meer dan 1 meter bedraagt.
Lijn de voorkant van de
A-88MKII uit met de voorkant
van de standaard.
KS-12
Pas de breedte van de standaard
aan, zodat de rubberen poten
aan de kant van het klavier onder
het klavier in de gaten voor het
rubber passen.
Bovenaanzicht
Inleiding
3
Inleiding
...................................... 2
:
De A-88MKII op een standaard plaatsen
............. 2
:
De A-88MKII inschakelen
......................... 2
De stroom uitschakelen
........................... 2
:
Het apparaat automatisch uitschakelen na een bepaalde
tijd
(Auto O)
................................... 2
Hoofdspecicaties
............................. 3
Paneelbeschrijvingen
.......................... 4
:
Bovenkant paneel
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
:
Achterste paneel
(uw apparatuur aansluiten)
.............. 5
De fabrieksinstellingen herstellen
(FACTORY RESET)
5
Overzicht van de A-88MKII
..................... 6
Zone-instellingen
(FUNCTION)
.................... 7
Bespelen
...................................... 8
:
De snelheidscurve aangeven
(VELO CURVE)
............. 8
:
De zone en het toetsbereik aangeven
(zone-instellingen)
... 8
Eén geluid afspelen
(single)
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Meerdere gelaagde geluiden spelen
(layer)
............... 8
Een toetsbereik voor geluiden opgeven
(split)
............. 8
Controllercommandos verzenden naar een specieke zone
(doelzone)
....................................... 9
:
Het octaaf veranderen
(octave shift)
.................. 9
:
De toonhoogte in halve tonen veranderen
(transpose)
.... 9
:
De regelaars gebruiken om Control Change-commando’s
te verzenden
.................................. 9
:
De pads gebruiken om MIDI-commando’s te verzenden
10
De pads gebruiken om van geluid te wisselen
(program change)
.. 10
De pads gebruiken om control changes door te geven
(Cc/Control Change)
................................. 10
De pads gebruiken om noten te spelen
(note on)
........... 10
:
Arpeggios uitvoeren
............................ 11
De stappen van het arpeggio wijzigen
(ARPEGGIATOR STEP)
..... 11
De duur van de noot wijzigen
(ARPEGGIATOR GATE)
........... 11
De instellingen opslaan
(SNAP SHOT)
.............. 12
:
Een SNAPSHOT oproepen
........................ 12
:
Een SNAPSHOT opslaan
.......................... 12
Systeeminstellingen
(FUNCTIE)
................... 13
:
De snelheidswaarden van het klavier speciceren
(KEY VELO)
...................................... 13
:
Onderbreking voorkomen bij USB-verbinding
(NO SUSPEND)
.................................... 13
:
Het USB-stuurprogramma selecteren
(DRIVER)
......... 13
:
De bediening van het pedaal instellen
(CTRL DIR)
........ 13
:
De werking van de pads wisselen
(vergrendeld/tijdelijk)
..... 14
:
Een controllernummer aan een regelaar toewijzen
..... 14
:
De pedalen gebruiken om het geluid te wijzigen
...... 14
:
Een Program Change-commando aan een pad toewijzen
(PROG CHG)
..................................... 14
:
Een Control Change-commando toewijzen aan een pad
(CC)
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
:
Nootcommandos toewijzen aan pads
(OPMERKING)
...... 14
:
Vastzittende noten stoppen
(PANIC)
................. 14
HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN
.............. 15
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
.................. 16
Inhoud
Hoofdspecicaties
Roland A-88MKII: MIDI keyboard controller
Klavier 88 toetsen (PHA-4-standaardklavier: met Escapement en Ivory
Feel)
Stroomtoevoer Geleverd vanaf de computer via de USB COMPUTER-poort
Netadapter
Stroomverbruik 260 mA (USB)
300 mA (netstroomadapter)
Afmetingen 1429 (B) x 274 (D) x 119 (H) mm
Gewicht 17,5 kg
Accessoires Gebruikershandleiding
USB Type-C naar USB Type-C-kabel
USB Type-C naar USB A type kabel
Opties Klavierstandaard (KS-10Z, KS-12)
Pianopedaal (RPU-3)
Demperpedaal (DP-10)
Pedaalschakelaar (DP-2)
Expressiepedaal (EV-5)
Netadapter (PSB-1U)
* In dit document worden de specicaties van het product uitgelegd op het
moment dat het document werd uitgegeven. Raadpleeg de Roland-website
voor de meest recente informatie.
4
Bovenkant paneel
1
2
3
4
5
6
7
1 PAD-bediening
BANK [
K
] [
J
]-knop
Schakelbanken 1–8.
Door de [SHIFT]-knop ingedrukt te houden en de BANK [K] [J]-
knoppen te gebruiken, kunt u overschakelen naar banken 9–16.
BANK-indicator
De momenteel geselecteerde bank is opgelicht. Wit geeft banken
1–8 aan en rood geeft banken 9-16 aan.
2
[SNAP SHOT] (WRITE)-knop
Hiermee kunt u toewijzingen en zone-instellingen als een snapshot
in het gebruikersgeheugen opslaan of laden.
3
PAD [1]–[8]
Gebruik deze om de toegewezen commandos te verzenden.
[PREV] (EXIT)-knop
Keert terug naar de vorige programmawijziging.
Dit wordt ook gebruikt om een instelling te annuleren.
[NEXT] (ENTER)-knop
Gaat door naar de volgende programmawijziging.
Dit wordt ook gebruikt om een instelling te bevestigen.
[PROG CHG]-knop
Laat de pads programmawijzigingen verzenden.
[CC]-knop
Laat de pads control changes verzenden.
[NOTE]-knop
Laat de pads noten verzenden.
4
[SHIFT]-knop
Gebruikt in combinatie met andere knoppen om verschillende
functies uit te voeren.
[FUNC] (ASSIGN)-knop
Als u op deze knop drukt zodat deze oplicht, kunt u het MIDI-kanaal
wijzigen of een programmanummer verzenden door op de juiste
toetsen te drukken (p. 7).
5 Toewijsbare bediening
[1]–[8]-regelaars
U kunt van geluid wisselen door op deze knoppen te drukken.
6 Zoneregeling
Met deze knoppen kunt u drie gelaagde geluiden tegelijkertijd
spelen (layer) of verschillende geluiden spelen in de linker- en
rechtergedeelten van het klavier, verdeeld over een specieke toets
(split) (p. 8).
[LOWER] [UPPER1] [UPPER2]-knoppen
Schakel elke zone in (knop opgelicht) of uit (knop niet opgelicht).
[SPLIT]-knop
Wanneer split is ingeschakeld (knop opgelicht), is het klavier
verdeeld voor uitvoering.
[S1] [S2]-knoppen
U kunt control change-commando’s verzenden door op deze
knoppen te drukken.
Standaard: [S1] CC#80, [S2] CC#81
[TRANSPOSE]-knop
Terwijl u de [TRANSPOSE]-knop ingedrukt houdt, worden de
OCTAVE/TRANSPOSE-indicator en OCTAVE [-] [+]-knopfuncties
omgeschakeld.
Als de [TRANSPOSE]-knop is ingeschakeld, is de transpositie-
instelling ingeschakeld. Als de [TRANSPOSE]-knop is uitgeschakeld,
is de transpositie-instelling uitgeschakeld.
OCTAVE [-] [+]-knoppen
Met deze knop kunt u de toonhoogte van het klavier in stappen
van een octaaf verhogen of verlagen.
OCTAVE- en TRANSPOSE-indicator
Geeft de octaaf- of transponeerwaarde aan.
7 Pitch bend / Modulatie
Pitch bend / Modulatiehendel
Gebruik deze hendel om de toonhoogte te variëren of een vibrato
toe te passen.
Paneelbeschrijvingen
De fabrieksinstellingen herstellen (FACTORY RESET)
5
A MIDI (IN/OUT)-aansluitingen
Verzend of ontvang MIDI-commando’s van of naar een extern MIDI-
apparaat dat hierop is aangesloten.
NOTE
Data van MIDI IN kunnen vertragen terwijl een snapshot wordt opgeslagen
ofgeladen.
B [POWER]-schakelaar
Schakelt de stroom in/uit (p. 2).
C USB-poort (type C)
Gebruik een USB-kabel om deze poort op de USB-poort van uw
computer aan te sluiten. Hierdoor kan de A-88MKII werken als een
USB MIDI-apparaat. U hoeft geen stuurprogramma te installeren.
* Gebruik geen USB-kabel die alleen bedoeld is voor het opladen van een
apparaat. Kabels alleen bedoeld voor opladen, kunnen geen gegevens
verzenden.
D Pedaalaansluitingen
Sluit een apart verkochte Roland DP-serie of EV-5-pedaal aan.
* Gebruik alleen het opgegeven expressiepedaal. Het aansluiten van een
expressiepedaal van een ander type kan leiden tot defecten en/of schade aan
het apparaat.
* Om een expressiepedaal te gebruiken, moet u instellingen maken in de
speciale app.
E DC-IN-aansluiting
Sluit hier de netstroomadapter (apart verkrijgbaar) aan.
* Gebruik de snoerhaak om het snoer van de netstroomadapter vast te zetten,
zoals weergegeven in de afbeelding.
De fabrieksinstellingen herstellen
(FACTORY RESET)
3
2
1
1.
Druk op de [FUNC]-knop.
2.
Druk op de toetsen met de vermelding “FACTORY RESET” erboven.
3.
Druk op de [NEXT] (ENTER)-knop.
Achterste paneel
(uw apparatuur aansluiten)
* Om storingen en uitval van apparatuur te voorkomen, zet u het volume altijd laag en schakelt u alle eenheden uit voordat u aansluitingen maakt.
A
B
C
D
E
Snoerhaak
Extern MIDI-apparaat
Computer
Expressiepedaal (EV-5)
of
Pedaalschakelaar
(DP-serie)
6
Drie zones
(LOWER, UPPER 1, UPPER 2)
De A-88MKII slaat de klavierinstellingen op voor drie zones, LOWER,
UPPER 1 en UPPER 2.
De klavierinstellingen omvatten de uitvoerinstelling, MIDI-kanaal,
volume, bankkeuze en octaafverschuiving.
Instellingen opgeslagen door elke zone
OUTPUT
&
“Zone-instellingen (FUNCTION)” (p. 7)
0
“OUTPUT”
De namen van de poort van de uitvoerbestemming verschillen afhankelijk
van de instellingen van het stuurprogramma van “Het USB-stuurprogramma
selecteren (DRIVER)” (p. 13).
Voor GENERIC
Naam poort Niet opgelicht
A-88MK2 port 1 Keyboard, control
A-88MK2 port 2 MIDI (IN/OUT) connectors (p. 5)
Voor het speciale stuurprogramma
Naam poort Niet opgelicht
A-88MK2 Keyboard, control
A-88MK2 MIDI MIDI IN/OUT
A-88MK2 port 2 MIDI (IN/OUT) connectors (p. 5)
MIDI OUT CH
&
“Zone-instellingen (FUNCTION)” (p. 7)
0
“MIDI CHANNEL
VOLUME
Control change (CC#7)
Bank Select
&
“Zone-instellingen (FUNCTION)” (p. 7)
0
“Bank Select MSB/LSB”
OCTAVE
&
“Het octaaf veranderen (octave shift)” (p. 9)
Overzicht van de A-88MKII
Controller
Klavier
Pitch Bend/
Modulatie
Pad,
Regelaar,
Schakelaar
ZONE
UPPER 1
ArpeggioArpeggio
USB MIDI
MIDI OUT
ZONE
UPPER 2
USB MIDI
MIDI OUT
ZONE
LOWER
USB MIDI
MIDI OUT
TransposeTranspose
7
Het MIDI-verzendkanaal speciceren
(MIDI CHANNEL)
Om geluiden op een MIDI-geluidsmodule te spelen, moet het MIDI-verzendkanaal van de A-88MKII overeenkomen met het MIDI-ontvangstkanaal
van de MIDI-geluidsmodule.
NOTE
Deze instelling wordt onthouden, zelfs wanneer u de stroom uitschakelt.
1
2
1.
Druk op de [FUNC]-knop.
De zoneknop van het doel knippert. U kunt het doel wijzigen door
op een andere zoneknop te drukken.
2.
Druk op de toetsen met de vermelding “MIDI CH 1–16”
erboven.
De Bank Select MSB/LSB aangeven
(BANK MSB/LSB)
4
2
1
3
Waarde: 0–127
1.
Druk op de [FUNC]-knop.
De zoneknop van het doel knippert. U kunt het doel wijzigen door
op een andere zoneknop te drukken.
2.
Druk op de toetsen met de vermelding “BANK MSB” of
“BANK LSB” erboven.
3.
Druk op de toetsen met de vermelding “NUMERIC (0–9)”
erboven om de waarde in te voeren.
Bereik: 0–127
4.
Druk op de [NEXT] (ENTER)-knop.
Elke keer dat u de pads gebruikt om een programmawijziging te
verzenden, worden ook de MSB en LSB verzonden.
De uitvoerbestemming van de zone aangeven
(OUTPUT)
2
1
3
4
1.
Druk op de [FUNC]-knop.
De zoneknop van het doel knippert. U kunt het doel wijzigen door
op een andere zoneknop te drukken.
2.
Druk op de toetsen met de vermelding OUTPUT” erboven.
3.
Druk op pad [1] of [2] om de uitvoer op te geven.
Pad Opgelicht Niet opgelicht
1 Uitvoer van MIDI OUT.
Geen uitvoer.
2 Uitvoer via de USB-poort.
4.
Druk op de [NEXT] (ENTER)-knop.
Wat de pads betekenen
MIDI OUT USB
Uitvoerbestemming
1 2
Rood Blauw
Zone-instellingen
(FUNCTION)
8
De snelheidscurve aangeven
(VELO CURVE)
1.
Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en gebruik de OCTAVE [-]
[+]-knoppen om in te stellen.
Bereik: 1–6
1 (SUPER LIGHT)
2 (LIGHT)
3 (MEDIUM)
4 (MEDIUM HEAVY)
6 (SUPER HEAVY)
5 (HEAVY)
Parameter Waarde Verklaring
VELO CURVE
1 (SUPER LIGHT)
SUPER LICHT: Een nog lichtere
instelling dan LIGHT.
2 (LIGHT)
LICHT: Stelt het klavier in op een lichte
aanslag. U kunt fortissimo () spelen
met een minder krachtige aanslag
dan MEDIUM, zodat het klavier lichter
aanvoelt. Deze instelling maakt het
gemakkelijk om te spelen, zelfs voor
kinderen.
3 (MEDIUM)
MEDIUM (standaard): Stelt het klavier
in op de standaard aanslag. Ukunt
spelen met de meest natuurlijke
aanslag. Dit komt het dichtst in de buurt
bij het aanslaan op een akoestische
piano.
4 (MEDIUM HEAVY)
MEDIUM ZWAAR: Dicht bij de typische
toetsaanslag van een digitale piano van
Roland.
5 (HEAVY)
ZWAAR: Stelt het klavier in op een
zware aanslag. U moet het klavier
krachtiger bespelen dan MEDIUM om
fortissimo () te spelen, zodanig dat
de aanslag op het klavier zwaarder
aanvoelt. Dynamische vingerzetting
voegt nog meer gevoel toe aan wat
uspeelt.
6 (SUPER HEAVY)
SUPER ZWAAR: Een nog zwaardere
instelling dan HEAVY.
2.
Om terug te keren naar de oorspronkelijke instelling, houdt
u de [SHIFT]-knop ingedrukt en drukt u tegelijkertijd op de
OCTAVE [-] [+]-knoppen.
De zone en het toetsbereik aangeven
(zone-instellingen)
De A-88MKII slaat klavierinstellingen zoals MIDI-kanaal en
octaafverschuiving op in drie zones: LOWER, UPPER 1 en UPPER 2.
Eén geluid afspelen
(single)
Zo speelt u met slechts één zone.
1.
Druk op de [SPLIT]-knop zodat ze niet is opgelicht.
2.
Druk op een zoneknop ([UPPER 1], [UPPER 2] of [LOWER])
waarvan u het geluid wilt spelen. De overeenkomende
knop zal oplichten.
Meerdere gelaagde geluiden spelen
(layer)
Afhankelijk van de volgorde waarin u op de zoneknoppen drukt, kunt
u meerdere geluiden combineren met maximaal drie lagen (LOWER,
UPPER 1, UPPER 2).
1.
Druk op de [SPLIT]-knop zodat ze niet is opgelicht.
2.
Druk tegelijkertijd op de gewenste ([UPPER 1]-, [UPPER 2]-
of [LOWER])-zoneknoppen zodat ze oplichten.
Een toetsbereik voor geluiden opgeven
(split)
“Split” verwijst naar instellingen waarin het klavier is verdeeld in linker-
en rechtergebieden en het “splitpunt” is de toets waarop deze divisie
zich bevindt.
1.
Houd de [SPLIT]-knop ingedrukt en druk tegelijkertijd op
de [UPPER 1]-, [UPPER 2]- en [LOWER]-knoppen zodat ze
oplichten.
U kunt splitpuntinstellingen maken om het klavier in twee of drie
gebieden te verdelen.
2.
Om split te verlaten, drukt u nogmaals op de [SPLIT]-knop
zodat ze niet meer oplicht.
Verdeeld in twee (split +
layer)
Splitpunt (F#3)
De rechterkant van het klavier speelt de UPPER 1/2-zones (als laag),
en de linkerkant speelt de LOWER-zone (single). De splitpunttoets
bevindt zich in de LOWER-zone.
Bespelen
Bespelen
9
Controllercommandos verzenden naar een
specieke zone
(doelzone)
Wanneer u een split speelt, kunt u controllercommandos naar een
specieke zone verzenden.
1.
Druk op de [UPPER 1]-, [UPPER 2]- of [LOWER]-knop
waarnaar u wilt verzenden.
De knop is helder opgelicht.
2.
Uitvoeren.
Controllercommandos van de pads en regelaars, enz. worden
verzonden naar de zone die helder opgelicht is.
Het splitpunt van het klavier wijzigen
1.
Houd de [SPLIT]-knop ingedrukt en druk op de toets waar u
het klavier wilt verdelen.
De splitpunttoets bevindt zich in de LOWER-zone.
Verdeeld in drie (twee sp
litpunten)
Splitpunt (F#3)
Splitpunt (B5)
De UPPER 1/2-zones die in twee gebieden zijn verdeeld, kunnen
verder worden verdeeld, zodat drie verschillende gebieden van
het klavier afzonderlijk kunnen worden bespeeld. UPPER 2 is het
rechtergedeelte van het klavier, UPPER 1 het midden en LOWER
het linker.
Het splitpunt van het klavier wijzigen
(verdeeld in drie)
1.
Houd de [SPLIT]-knop en de [SHIFT]-knop ingedrukt en
druk op de toets waar u het klavier verder wilt verdelen.
De toets van het tweede splitpunt bevindt zich in de UPPER 1-zone.
2.
Om terug te gaan naar een tweewegsplit, houdt u de
[SPLIT]-knop en de [SHIFT]-knop ingedrukt en drukt u op
de hoogste (of laagste) toets van het klavier.
Het octaaf veranderen
(octave shift)
Hier ziet u hoe het toonhoogtebereik van het klavier in eenheden van
een octaaf kan worden verschoven.
1.
Druk op de OCTAVE [-] [+]-knoppen.
Telkens u op de knop drukt, verandert de toonhoogte met een
octaaf. De huidige instelling wordt weergegeven door de OCTAVE-
en TRANSPOSE-indicatoren.
Bereik: -4–5 octaaf
-4 +5
2.
Druk tegelijkertijd op de [+]-knop en [-]-knop om terug te
keren naar de oorspronkelijke instelling.
De instelling van de octaafverschuiving wordt teruggezet op 0.
De toonhoogte in halve tonen
veranderen
(transpose)
Hier ziet u hoe het toonhoogtebereik van het klavier in eenheden van
een halve toon kan worden verschoven.
1.
Houd de [TRANSPOSE]-knop ingedrukt en druk op de
OCTAVE [-] [+]-knoppen.
De knop is opgelicht en transpose wordt ingeschakeld.
Telkens u op de knop drukt, verandert de instelling met een halve
toon. De huidige instelling wordt weergegeven door de OCTAVE-
en TRANSPOSE-indicatoren.
Bereik: -6–5
+5-4
2.
Om het transponeren uit te schakelen, drukt u op de
[TRANSPOSE]-knop zodat de knop niet meer is opgelicht.
3.
Houd de [TRANSPOSE]-knop ingedrukt en druk
tegelijkertijd op de [+]-knop en [-]-knop om terug te keren
naar de oorspronkelijke instelling.
De transponeerinstelling is teruggezet naar 0.
De regelaars gebruiken om Control
Change-commandos te verzenden
De belangrijkste parameters van de plug-in synthesizers van Roland
zijn al aan de regelaars toegewezen.
U kunt de [SHIFT]-knop + [FUNC]-knop gebruiken om de parameters
van uw keuze aan de regelaars toe te wijzen.
&
“Een controllernummer aan een regelaar toewijzen (p. 14)
Bespelen
10
De pads gebruiken om MIDI-commandos
te verzenden
De pads gebruiken om van geluid te
wisselen
(program change)
1.
Druk op de [PROG CHG]-knop.
Pads 1–8 zijn zwak verlicht.
2.
Selecteer een bank.
&
“Een bank selecteren (p. 10)
3.
Druk op een pad om een programmawijziging te verzenden.
De pad is rood verlicht.
&
“Een geluid selecteren (p. 10)
MEMO
U kunt ook achtereenvolgens program change-commando’s verzenden door
op de [NEXT] (ENTER)-knop te drukken.
Een bank selecteren
Indicator
Bank Bewerking Kleur indicator
1–8 Druk op de BANK [K] [J]-knop. Wit
9–16
Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de
BANK [K] [J]-knop.
Rood
Een geluid selecteren
Druk op de pad [1]–[8].
Overeenstemming pad/bank
Bank
(Indicator kleur)
Pad
1 2 3 4 5 6 7 8
1
(wit) 0 1 2 3 4 5 6 7
2
(wit) 8 9 10 11 12 13 14 15
3
(wit) 16 17 18 19 20 21 22 23
4
(wit) 24 25 26 27 28 29 30 31
5
(wit) 32 33 34 35 36 37 38 39
6
(wit) 40 41 42 43 44 45 46 47
7
(wit) 48 49 50 51 52 53 54 55
8
(wit) 56 57 58 59 60 61 62 63
9
(rood) 64 65 66 67 68 69 70 71
10
(rood) 72 73 74 75 76 77 78 79
11
(rood) 80 81 82 83 84 85 86 87
12
(rood) 88 89 90 91 92 93 94 95
13
(rood) 96 97 98 99 100 101 102 103
14
(rood) 104 105 106 107 108 109 110 111
15
(rood) 112 113 114 115 116 117 118 119
16
(rood) 120 121 122 123 124 125 126 127
De pads gebruiken om control changes door
te geven
(Cc/Control Change)
1.
Druk op de [CC]-knop.
Pads 1–8 zijn zwak verlicht.
2.
Selecteer een bank.
&
“Een bank selecteren (p. 10)
3.
Druk op een pad om een control change-commando te
verzenden.
De pad is blauw opgelicht.
* U kunt een FUNCTIE-instelling gebruiken (p. 14) om aan te geven of de pad
werkt als een tijdelijke of een vergrendelde controller.
Indien “tijdelijk, is de pad verlicht terwijl u ze ingedrukt houdt.
Indien “vergrendeld”, wisselt de pad telkens tussen opgelicht en
niet opgelicht telkens wanneer u op de pad drukt.
De pads gebruiken om noten te spelen
(note on)
1.
Druk op de [NOTE]-knop.
Pads 1–8 zijn zwak verlicht.
2.
Selecteer een bank.
&
“Een bank selecteren (p. 10)
3.
Druk op een pad om een noot te verzenden.
De pad is oranje opgelicht.
De PADLED brandt terwijl u de pad ingedrukt houdt.
Bespelen
11
Arpeggios uitvoeren
Een arpeggio is een uitvoeringstechniek waarbij de noten van een
akkoord op verschillende tijden worden gespeeld.
De uitvoeringsgegevens van de UPPER 1-zone worden naar de
arpeggio verzonden (p. 6).
1.
Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de [UPPER1]
(ARPEGGIO)-knop om deze te doen oplichten.
De arpeggio wordt ingeschakeld en de pads lichten groen op.
2.
Gebruik pads [1][4] (ARP RANGE) om het bereik van de
arpeggio te selecteren (de afstand waarover noten worden
gespeeld).
Pad ARP RANGE Verklaring
1 1 octaaf
Selecteert het bereik van het arpeggio in eenheden
van een octaaf.
2 2 octaven
3 3 octaven
4 4 octaven
3.
Gebruik pads [5][8] (ARP MODE) om het arpeggiopatroon
te selecteren.
Pad ARP MODE Verklaring
5 UP
De toetsen die u indrukt, klinken opeenvolgend vanaf
de laagste.
6 DOWN
De toetsen die u indrukt, klinken opeenvolgend vanaf
de hoogste.
7
U&D
(OP EN NEER)
De toetsen die u indrukt, klinken achtereenvolgens van
de laagste naar de hoogste en vervolgens herhaaldelijk
terug naar laagste.
De laatste noot van UP is de eerste noot van DOWN.
8
RND
(WILLEKEURIG)
De toetsen die u indrukt, klinken willekeurig.
4.
Druk op de [S2] (TAP TEMPO)-knop om het tempo te
wijzigen.
* Als uw DAW start, wordt de arpeggio gesynchroniseerd met het tempo van
deDAW.
* Terwijl de [S1] (HOLD)-knop wordt ingedrukt, houden noten langer aan,
zelfsals u uw vingers van het klavier haalt.
5.
Om arpeggio uit te schakelen, houdt u de [SHIFT]-knop
ingedrukt en drukt u nogmaals op de [UPPER1] (ARPEGGIO)-
knop.
De stappen van het arpeggio wijzigen
(ARPEGGIATOR STEP)
Hier ziet u hoe u de nootlengte van elke stap (timingresolutie) kunt
wijzigen.
1.
Druk op de [FUNC]-knop.
2.
Druk op de toetsen met de vermelding ARPEGGIATOR
STEP” erboven.
Parameter Toets Verklaring
ARPEGGIATOR
STEP
1/4 Kwartnoot
1/4T Kwartnoot triplet
1/8 Achtste noot
1/8T Achtste noot triplet
1/16 Zestiende noot
1/16T Zestiende noot triplet
De duur van de noot wijzigen
(ARPEGGIATOR GATE)
Hier ziet u hoe u de duur van de noten kunt wijzigen om ze legato of
staccato te maken.
1.
Druk op de [FUNC]-knop.
2.
Druk op de toetsen met de vermelding ARPEGGIATOR
GATE” erboven.
Parameter Toets Verklaring
ARPEGGIATOR
GATE
50%
De noten klinken voor de helft van de duur
van de nootwaarde (staccato).
100%
De noten klinken voor de volledige duur van
de nootwaarde (legato).
12
De A-88MKII laat u instellingen zoals zones en controllers in het
gebruikersgeheugen opslaan als snapshots” (maximaal acht).
Gebruikersgeheugen
Zone
UPPER 1
USB MIDI
MIDI OUT
Zone
UPPER 2
USB MIDI
MIDI OUT
Zone
LOWER
USB MIDI
MIDI OUT
Parameter toewijzen
Velocity curve Transpose-instelling
Een SNAPSHOT oproepen
2
1
3
1.
Druk op de [SNAP SHOT]-knop om snapshot in te schakelen.
De pads waarin al een snapshot is geschreven, lichten bleekwit op.
Deze kunnen gebruikersgeheugens oproepen.
2.
Gebruik de pads om het nummer van de snapshot dat u wilt
oproepen op te geven.
De pad en de [NEXT] (ENTER)-knop knipperen.
3.
Druk op de [NEXT] (ENTER)-knop.
De instellingen worden opgeroepen.
Een SNAPSHOT opslaan
Hier ziet u hoe u de huidige instellingen naar een snapshot kunt
schrijven.
2
1
3
1
1.
Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de
[SNAP SHOT]-knop.
2.
Geef de pad op waarin u het snapshot wilt schrijven.
De pad en de [NEXT] (ENTER)-knop knipperen.
3.
Druk op de [NEXT] (ENTER)-knop.
De instellingen worden geschreven.
De instellingen opslaan
(SNAP SHOT)
13
De snelheidswaarden van het klavier
speciceren
(KEY VELO)
1.
Druk op de [FUNC]-knop.
2.
Druk op de toetsen met de vermelding “KEY VELO” erboven.
3.
Druk op de toetsen met de vermelding “NUMERIC (0–9)”
erboven om de waarde in te voeren.
Parameter Waarde Verklaring
KEY VELO
0 (TOUCH)
AANRAKING (standaard):
Snelheidswaarden die overeenkomen
met de dynamiek van uw klavierspel
worden verzonden.
1–127 (VASTE
WAARDE)
VASTE WAARDE: De vaste
snelheidswaarde die u opgeeft,
wordt verzonden ongeacht de
aanslaggevoeligheid van uw klavier.
4.
Druk op de [NEXT] (ENTER)-knop.
Onderbreking voorkomen bij USB-
verbinding
(NO SUSPEND)
Wanneer de A-88MKII via USB op uw computer is aangesloten, kan
deze een energiebesparende modus inschakelen (suspend) met
behoud van de instellingen.
Als u niet wilt dat de onderbrekingsmodus inschakelt terwijl u werkt
op de A-88MKII, kiest u “NO SUSPEND”.
1.
Druk op de [FUNC]-knop.
2.
Druk op de toetsen met de vermelding “NO SUSPEND”
erboven.
3.
Gebruik de OCTAVE [-] [+]-knoppen om de instelling
tecreëren.
Parameter Knop Verklaring
NO SUSPEND
OCTAVE [+]
SUSPEND (standaard): Het apparaat zal
onderbreken.
OCTAVE [-]
NO SUSPEND: Het apparaat zal niet
onderbreken.
4.
Druk op de [NEXT] (ENTER)-knop.
Het USB-stuurprogramma selecteren
(DRIVER)
1.
Druk op de [FUNC]-knop.
2.
Druk op de toetsen met de vermelding “DRIVER” erboven.
3.
Gebruik de OCTAVE [-] [+]-knoppen om de instelling
tecreëren.
Parameter Knop Verklaring
DRIVER
OCTAVE [+]
ALGEMEEN (standaard): Het standaard
stuurprogramma van het besturingssysteem
wordt gebruikt.
Dit is praktisch als er geen speciale driver
is of als u de speciale driver niet kunt
installeren.
OCTAVE [-]
Speciale driver: Het speciale
stuurprogramma wordt gebruikt.
* Kies het speciale stuurprogramma als u A-88MKII Control op Windows gebruikt.
4.
Druk op de [NEXT (ENTER)]-knop.
* Nadat u de instelling hebt gewijzigd, schakelt u de stroom uit en vervolgens
weer in zodat de instelling van kracht wordt.
De bediening van het pedaal instellen
(CTRL DIR)
1.
Druk op de [FUNC]-knop.
2.
Druk op de toetsen met de vermelding CTRL DIR” erboven.
3.
Gebruik de OCTAVE [-] [+]-knoppen om de instelling
tecreëren.
Parameter Knop Verklaring
CTRL DIR
OCTAVE [+]
POSITIEF (standaard): Het indrukken van
het pedaal verhoogt de waarde.
OCTAVE [-]
OMGEKEERD: Het indrukken van het pedaal
verlaagt de waarde.
4.
Druk op de [NEXT] (ENTER)-knop.
Systeeminstellingen
(FUNCTIE)
[NEXT] (ENTER)-knop
OCTAVE [-] [+]-knoppen
NUMERIC [0]–[9]-toetsen
SYSTEEMinstellingen
[FUNC]-knop
Systeeminstellingen (FUNCTIE)
14
De werking van de pads wisselen
(vergrendeld/tijdelijk)
* Dit kan alleen worden opgegeven als de [CC]-knop is opgelicht.
Wanneer u op een pad drukt om een control change-commando
te verzenden, geeft de instelling die u hier maakt aan of de control
change alleen is ingeschakeld terwijl u de pad ingedrukt houdt (tijdelijk)
of afwisselend aan- en uitschakelt telkens wanneer u op de pad
(vergrendeling) drukt.
1.
Druk op de [FUNC]-knop.
2.
Druk op de toetsen met de vermelding “PAD/Cc” erboven.
3.
Gebruik de OCTAVE [-] [+]-knoppen om de instelling te creëren.
Parameter Knop Verklaring
PAD/Cc
OCTAVE [+]
Tijdelijk: De control change is alleen ingeschakeld
terwijl u de pad ingedrukt houdt.
OCTAVE [-]
Latch (standaard): De control change schakelt
afwisselend in en uit telkens wanneer u de pad indrukt.
4.
Druk op de [NEXT] (ENTER)-knop.
Een controllernummer aan een regelaar
toewijzen
1.
Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de [FUNC]-knop.
De toewijsbare pads en regelaars knipperen.
2.
Om de controller die u wilt toewijzen te selecteren, drukt u
op die pad of bedient u die regelaar.
3.
Geef het controllernummer op door op de toetsen te
drukken met de vermelding “NUMERIC (0–9)” erboven.
Bereik: 0–127
4.
Druk op de [NEXT] (ENTER)-knop.
De pedalen gebruiken om het geluid te wijzigen
De A-88MKII kan het meegeleverde demperpedaal, een pedaaleenheid
(RPU-3: afzonderlijk verkocht), een expressiepedaal (EV-5: afzonderlijk
verkocht) of een pedaalschakelaar (DP-serie: afzonderlijk verkocht)
gebruiken.
* Om een expressiepedaal te gebruiken, moet u instellingen maken in de
speciale app.
DAMPER Hold (CC#64)
Gebruik dit pedaal om noten aan te houden. Terwijl u dit pedaal
ingedrukt houdt, houden noten aan, zelfs als u uw vingers van het
klavier haalt.
FC2 Sostenuto (CC#66)
Alleen de noten die al werden gespeeld toen dit pedaal werd
ingedrukt, worden aangehouden.
FC1 Soft pedal (CC#67)
Dit pedaal wordt gebruikt om het geluid zachter te maken.
* Het toegewezen eect verschilt afhankelijk van de geluidsmodule.
MEMO
Expressie aan uw uitvoering toevoegen (expressiepedaal)
Terwijl u het klavier bespeelt, verhoogt en verlaagt u het expressiepedaal.
Door het volume te variëren, kunt u uw uitvoering expressiever maken.
* Voorbeeld: Een expressiepedaal gebruiken dat is aangesloten op de FC2-
aansluiting om het volume aan te passen (expressie: CC#11)
Een Program Change-commando aan
een pad toewijzen
(PROG CHG)
1.
Druk op de [PROG CHG]-knop.
2.
Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de [FUNC]-knop.
De toewijsbare pads knipperen.
3.
Druk op de pad die u wilt toewijzen.
4.
Geef het programmanummer op door op toetsen te
drukken met de vermelding “NUMERIC (0–9)” erboven.
Bereik: 0–127
5.
Druk op de [NEXT] (ENTER)-knop.
Een Control Change-commando
toewijzen aan een pad
(CC)
1.
Druk op de [CC]-knop.
2.
Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de [FUNC]-knop.
De toewijsbare pads knipperen.
3.
Druk op de pad die u wilt toewijzen.
4.
Geef het controllernummer op door op de toetsen te
drukken met de vermelding “NUMERIC (0–9)” erboven.
Bereik: 0–127
5.
Druk op de [NEXT] (ENTER)-knop.
Nootcommandos toewijzen aan pads
(OPMERKING)
1.
Druk op de [NOTE]-knop.
2.
Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de [FUNC]-knop.
De toewijsbare pads knipperen.
3.
Druk op de pad die u wilt toewijzen.
4.
Druk op een of meer toetsen om de noten op te geven.
U kunt maximaal vier noten speciceren.
5.
Druk op de [NEXT] (ENTER)-knop.
Vastzittende noten stoppen
(PANIC)
Als u “vastzittende noten op de aangesloten MIDI-geluidsmodule
ervaart of als er iets anders mis is met het geluid, kunt u
resetcommandos verzenden om het probleem op te lossen.
1.
Druk op de [FUNC]-knop.
2.
Druk op de toetsen met de vermelding “PANIC” erboven.
De resetcommandos All Sounds O, All Notes O en Reset All
Controller worden op alle kanalen verzonden.
15
WAARSCHUWING
Als u het apparaat volledig wilt uitschakelen, trekt
u de stekker uit het stopcontact
Zelfs wanneer het apparaat is
uitgeschakeld, betekent dit niet dat dit
apparaat volledig van de stroomtoevoer
is losgekoppeld. Als u de stroomtoevoer
volledig wilt afsluiten, zet u de aan/uit-schakelaar
op het apparaat uit en trekt u de stekker uit het
stopcontact. Steek de stekker van het netsnoer daarom
in een stopcontact dat gemakkelijk bereikbaar is.
De Auto O-functie
Dit apparaat wordt automatisch
uitgeschakeld na een vooraf ingestelde
tijdsspanne sinds het apparaat voor het
laatst werd gebruikt om muziek af te spelen
of sinds de knoppen of bedieningselementen van het
apparaat voor het laatst werden gebruikt (Auto O-
functie). Als u niet wilt dat het apparaat automatisch
wordt uitgeschakeld, schakelt u de Auto O-functie
uit (p. 2).
Demonteer of wijzig het apparaat niet zelf
Voer niets uit tenzij u dit wordt opgedragen
in de gebruikershandleiding. Anders
riskeert u een defect te veroorzaken.
Repareer het apparaat niet zelf en vervang er geen
onderdelen van
Neem contact op met uw dealer, een
Roland-servicecentrum of een ociële
Roland-dealer.
Raadpleeg de Roland-website voor een
lijst met Roland-servicecentra en ociële
Roland-dealers.
Gebruik of bewaar het apparaat niet op plaatsen die:
• aan extreme temperaturen worden
blootgesteld (bv. direct zonlicht in een
gesloten voertuig, in de buurt van een
verwarmingsleiding, op materiaal dat
warmte produceert);
• nat zijn (bv. bad, wasruimte, op natte
vloeren);
• worden blootgesteld aan damp of rook;
• worden blootgesteld aan zout;
• worden blootgesteld aan regen;
• stog of zanderig zijn;
• worden blootgesteld aan hoge trillingsniveaus en
schokken; of
• slecht geventileerd zijn.
Gebruik alleen de aanbevolen standaard
Gebruik dit apparaat uitsluitend met
een standaard die door Roland wordt
aanbevolen.
WAARSCHUWING
Plaats het apparaat niet op een instabiele
ondergrond
Als u het apparaat gebruikt met een
standaard die door Roland wordt
aangeraden, dient u deze zorgvuldig te
plaatsen, zodat de standaard horizontaal
en stabiel staat. Als u geen standaard
gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat u het apparaat
op een een oppervlak plaatst dat het apparaat goed
ondersteunt, en dat het apparaat niet kan wankelen.
Voorzorgen met betrekking tot de plaatsing op een
standaard van dit apparaat
Volg de instructies in de
Gebruikershandleiding zorgvuldig op als
u het apparaat op een standaard plaatst
(p. 2).
Als u het geheel niet correct opstelt, loopt
u het risico een onstabiele situatie te creëren waarbij
het apparaat kan vallen of de standaard kan omslaan,
met mogelijk letsel als gevolg.
Gebruik alleen de opgegeven netstroomadapter en
het juiste voltage
Gebruik alleen de opgegeven
netstroomadapter en controleer of het
lijnvoltage bij de installatie overeenkomt
met het ingangsvoltage dat op de
netstroomadapter is aangegeven.
Gebruik alleen het meegeleverde netsnoer
Gebruik uitsluitend het bevestigde
netsnoer. Sluit het meegeleverde netsnoer
ook niet aan op andere apparaten.
Buig het netsnoer niet en plaats er geen zware
voorwerpen op
Anders kan brand of een elektrische schok
het resultaat zijn.
Zorg ervoor dat er geen vreemde voorwerpen of
vloeistoen in het apparaat terechtkomen; plaats
geen voorwerpen met vloeistoen op het apparaat
Plaats geen voorwerpen die vloeistoen
bevatten (bv. vazen) op dit product. Zorg
ervoor dat er nooit vreemde voorwerpen
(bv. brandbaar materiaal, munten of
draden) of vloeistoen (bv. water of
vruchtensap) in dit product terechtkomen.
Dit kan kortsluiting, storingen of andere
defecten veroorzaken.
HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN
WAARSCHUWING
Schakel het apparaat uit als het afwijkend
reageert of er een defect optreedt
Schakel in de volgende gevallen
onmiddellijk de stroom uit, haal de
netadapter uit het stopcontact en neem
contact op met uw dealer, een Roland
Service Center of een ociële Roland-dealer voor
onderhoud:
• de netstroomadapter of het netsnoer
beschadigdzijn;
• rook of ongewone geuren ontstaan;
• objecten of vloeistof in of op het apparaat zijn
terechtgekomen;
• het apparaat aan regen is blootgesteld (of op een
andere manier nat is geworden);
• het apparaat niet normaal lijkt te werken of
duidelijk anders functioneert.
Raadpleeg de Roland-website voor een lijst met
Roland-servicecentra en ociële Roland-dealers.
Bescherm kinderen zodat ze niet gewond
kunnenraken
Zorg ervoor dat er altijd een volwassene
in de buurt is om toezicht te houden
en begeleiding te bieden wanneer het
apparaat gebruikt wordt op plaatsen
waar kinderen aanwezig zijn of wanneer een kind het
apparaat gebruikt.
Laat het apparaat niet vallen en bescherm het
tegen zware schokken
Anders riskeert u schade of een defect te
veroorzaken.
Gebruik niet hetzelfde stopcontact voor het
apparaat en een buitensporig aantal andere
apparaten
Anders riskeert u oververhitting of brand.
Gebruik het apparaat niet in het buitenland
Raadpleeg uw handelaar, het
dichtstbijzijnde Roland-servicecenter of
een bevoegde Roland-verdeler voordat u
het apparaat in het buitenland gebruikt.
Raadpleeg de Roland-website voor een lijst met
Roland-servicecentra en ociële Roland-dealers.
OPGELET
Gebruik alleen de specieke standaard(en)
Dit apparaat is ontworpen voor gebruik
in combinatie met specieke standaarden
(KS-10Z, KS-12), vervaardigd door Roland.
Wanneer u gebruik maakt van andere
standaarden, loopt u het risico letsels op te lopen
wanneer het apparaat valt of omslaat als gevolg van
onvoldoende stabiliteit.
Beoordeel de veiligheidsaspecten vooraleer u
standaarden gebruikt
Zelfs wanneer u de voorzorgsmaatregelen
vermeld in de “Gebruikershandleiding”
(PDF) opvolgt, kunnen sommige
manieren van omgaan met het apparaat
ervoor zorgen dat het toch van de standaard valt,
of dat de standaard omslaat. Ga bewust om met
de veiligheidsaspecten vooraleer dit apparaat te
gebruiken.
Houd het netsnoer vast bij de stekker wanneer
uhet uittrekt
Om schade aan het netsnoer te
voorkomen, moet u dit altijd vastnemen
bij de stekker wanneer u de stekker uittrekt.
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
16
OPGELET
Reinig de stekker regelmatig
Ophoping van stof of vreemde objecten
tussen de stekker en het stopcontact kan
brand of elektrische schokken veroorzaken.
Trek de stekker regelmatig uit het
stopcontact en veeg alle stof en vreemde
objecten dat/die zich mogelijk heeft/hebben
opgehoopt weg met behulp van een droge doek.
Trek de stekker uit het stopcontact als het
apparaat langere tijd niet wordt gebruikt
Er kan mogelijk brand ontstaan in het
onwaarschijnlijke geval dat een storing zou
optreden.
Verleg alle netsnoeren en kabels zodanig dat ze
niet in de war raken
Personen zouden gewond kunnen raken
wanneer iemand over een kabel zou
struikelen en zo het apparaat zou doen
vallen of omvallen.
OPGELET
Ga niet boven op het apparaat staan en plaats er
geen zware voorwerpen op
Anders riskeert u gewond te raken wanneer
het apparaat omvalt of valt.
Steek een stekker nooit met natte handen in het
stopcontact of trek hem niet uit met natte handen
Anders krijgt u mogelijk een elektrische
schok.
Koppel alle snoeren/kabels los voor u het apparaat
verplaatst
Trek de stekker uit het stopcontact en
trek alle kabels van externe apparaten
uitvooraleer u het apparaat verplaatst.
OPGELET
Trek de stekker uit het stopcontact vooraleer het
apparaat te reinigen
Wanneer de stekker niet uit het
stopcontact is verwijderd, riskeert u een
elektrische schok.
Trek de stekker uit het stopcontact als er gevaar
voor bliksem dreigt
Wanneer de stekker niet uit het stopcontact
is verwijderd, riskeert u defecten of een
elektrische schok.
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Stroomtoevoer
• Sluit dit apparaat niet aan op een stopcontact
dat tegelijkertijd door een elektrisch apparaat
wordt gebruikt dat wordt aangedreven door
een omvormer of een motor (zoals een koelkast,
wasmachine, magnetron of airconditioner).
Afhankelijk van de manier waarop elektrische
apparaten worden gebruikt, kan ruis van de
stroomvoorziening defecten aan dit apparaat of
hoorbare ruis veroorzaken. Als het niet praktisch is
om een apart stopcontact te gebruiken, plaats dan
een ruislter voor de stroomvoorziening tussen dit
apparaat en het stopcontact.
• De netstroomadapter kan warm worden na enkele
uren ononderbroken gebruik. Dit is normaal en
geen reden tot bezorgdheid.
• Plaats de netstroomadapter met de kant van de
indicator naar boven. Het lampje gaat branden
als u de netstroomadapter aansluit op een
stopcontact.
Plaatsing
• Dit apparaat kan de radio- en televisieontvangst
verstoren. Gebruik dit apparaat niet in de buurt van
dergelijke ontvangers.
• Wanneer het apparaat naar een andere locatie
wordt verplaatst waar de temperatuur en/
of vochtigheid sterk verschilt, kunnen er
waterdruppels (condens) ontstaan in het apparaat.
Als u het apparaat in deze toestand probeert te
gebruiken, kan dit schade of defecten veroorzaken.
Voordat u het apparaat gebruikt, moet u het
daarom enkele uren ongemoeid laten, tot de
condens volledig is verdampt.
• Laat geen voorwerpen op het klavier liggen.
Datkan leiden tot defecten, zoals toetsen die geen
signaal meer geven.
• Afhankelijk van het materiaal en de temperatuur
van het oppervlak waarop u het apparaat plaatst,
kunnen de rubberen voetstukken mogelijk het
oppervlak verkleuren of ontsieren.
• Plaats geen verpakkingen of andere zaken die
vloeistof bevatten op dit apparaat. Veeg vloeistof
bovendien vlug weg met een zachte, droge doek
wanneer deze op het oppervlak van het apparaat
wordt gemorst.
Onderhoud
• Gebruik geen benzine, verdunningsmiddelen,
alcohol of oplosmiddelen om verkleuring en
vervorming te voorkomen.
Onderhoud van het klavier
• Schrijf nooit op het klavier met een pen of andere
voorwerpen. Breng geen stempels of andere
markeringen aan op het instrument. Inkt zal in de
groeven aan het oppervlak sijpelen en kan dan niet
meer worden verwijderd.
• Breng geen stickers aan op het klavier. Mogelijk
kunt u stickers met sterke lijm niet meer
verwijderen, de lijm kan bovendien verkleuring
veroorzaken.
• Om hardnekkig vuil te verwijderen, kunt u een
in de handel verkrijgbare klavierreiniger zonder
schuurmiddel gebruiken. Begin met voorzichtig
schoonwrijven. Als het vuil niet loskomt, kunt u
geleidelijk aan harder gaan wrijven. Let er wel op
dat u de toetsen niet beschadigt.
Reparatie en gegevens
• Maak voordat u het apparaat laat repareren een
back-up van de gegevens die op het apparaat
zijn opgeslagen of noteer de nodige gegevens op
papier als u dat wilt. Tijdens de reparatie doen wij
uiteraard ons uiterste best om de gegevens die op
uw apparaat zijn opgeslagen, te behouden, maar
er kunnen gevallen zijn waarbij de opgeslagen
inhoud niet kan worden hersteld, bijvoorbeeld
wanneer het fysieke geheugen beschadigd is
geraakt. Roland kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor het herstel van opgeslagen inhoud die
verloren is gegaan.
Extra voorzorgsmaatregelen
• De gegevens die zijn opgeslagen op het apparaat,
kunnen verloren gaan door storingen, onjuist
gebruik enzovoort. Om dergelijk onherstelbaar
gegevensverlies te voorkomen, moet u regelmatig
back-ups maken van de gegevens die u op het
apparaat hebt opgeslagen.
• Roland kan niet aansprakelijk worden gesteld voor
het herstel van opgeslagen inhoud die verloren is
gegaan.
• Ga zorgvuldig te werk bij het gebruik van
de knoppen, schuifknoppen of andere
bedieningselementen van het apparaat en bij
het gebruik van ingangen en aansluitingen. Als u
ruw omgaat met de apparatuur, kan dit defecten
veroorzaken.
• Neem de stekker vast als u kabels loskoppelt; trek
nooit aan de kabel zelf. Op die manier vermijdt
u kortsluitingen of schade aan de inwendige
elementen van de kabel.
• Het geluid van aangeslagen toetsen en de
trillingen geproduceerd door het bespelen van een
instrument kunnen sterker dan verwacht worden
overgedragen via de vloer of de muren. Zorg
ervoor dat u anderen in uw omgeving niet stoort.
• Gebruik alleen het opgegeven expressiepedaal. Het
aansluiten van een expressiepedaal van een ander
type kan leiden tot defecten en/of schade aan het
apparaat.
• Voortdurend bespelen kan leiden tot verkleuring
van de pad, maar dit zal de functie ervan niet
beïnvloeden.
Intellectueel eigendomsrecht
• Roland is hetzij een gedeponeerd handelsmerk,
hetzij handelsmerk van de Roland Corporation in
de Verenigde Staten en/of andere landen.
• Bedrijfsnamen en productnamen die in dit
document worden vermeld, zijn gedeponeerde
handelsmerken of handelsmerken van hun
respectieve eigenaars.
Model: A-88MK2
Version: 1.00
Date: Nov. 1, 2019
MIDI Implementation Chart
Function... Transmitted Recognized Remarks
Basic Channel Default
Changed
1,2,3
1– 16
x
x
Mode Default
Messages
Altered
Mode 3
OMNI ON/OFF, MONO, POLY
**************
x
x
x
Note Number
: True Voice
0– 127
**************
x
x
Velocity Note ON
Note OFF
O (9n v=1–127)
O (8n v=1–127), (9n v=0)
x
x
Aftertouch Keys
Ch’s
x
x
x
x
Pitch Bend O x
Control Change 0-119 O x
Program Change
: True #
O (0–127)
**************
x
x
System Exclusive O x
System Common : Song Pos
: Song Sel
: Tune
O
O (0–127)
O
x
x
x
System Real Time : Clock
: Command
O
O
O *2
x
Aux Message : All Sound O
: Reset All Controller
: Local control
: All Notes O
: Active Sense
: Reset
O *1 (120)
O *1 (121)
O
O *1 (123)
O
O
x
x
x
x
x
x
Notes *1 Transmits when the Panic function is executed.
*2 When the arpeggiator is operating.
Mode 1 : OMNI ON, POLY Mode 2 : OMNI ON, MONO O : Yes
Mode 3 : OMNI OFF, POLY Mode 4 : OMNI OFF, MONO X : No
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17

Roland A-88MKII de handleiding

Type
de handleiding