96
KOFFIEMOLEN
nadat het lange tijd niet gebruikt is, moet,
nadat het water verbruikt is en er stoom is
afgenomen, het circuit van het apparaat
weer worden gevuld.
• Druk op de hoofdschakelaar (3), het
lampje zal gaan branden.
• Richt het stoompijpje (“Pannarello”) op
het druppelbakje.
• Draai de knop (6) “heet water/stoom”
tegen de klok in open, en druk op de
koffieschakelaar.
• Wacht tot er een regelmatige waterstroom
uit het stoompijpje komt (“Pannarello”).
• Druk nogmaals op de koffieschakelaar
(4) en draai de knop (6) “heet water/
stoom” met de klok mee dicht.
Het apparaat is nu gereed voor de afgifte
van koffie.
5 KOFFIEMOLEN
Let op! Er mag alleen aan de
regelknop van de maling worden
gedraaid als de koffiemolen in werking
is. Doe geen gemalen koffie in het
reservoir voor de koffiebonen.
Het is verboden andere materialen
dan koffiebonen in het reservoir
te doen. De koffiemolen bevat
bewegende delen, die gevaarlijk kunnen
zijn; het is verboden er vingers of andere
voorwerpen in te steken. Voordat u om
welke reden dan ook werkzaamheden
wilt verrichten in het koffiereservoir, moet
de hoofdschakelaar worden uitge-
schakeld en moet de stekker uit het
stopcontact worden getrokken. Doe
geen koffiebonen in het koffiereservoir
terwijl het apparaat in werking is.
• Verwijder de deksel (11) van het
koffiebonenreservoir (12).
• Controleer of het reservoir schoon is, giet
de verse koffiebonen erin en sluit het
reservoir weer met het deksel (11).
De kwaliteit en de smaak van de koffie
hangen behalve van de gebruikte branding
ook af van de maling.
De koffiemolen heeft een knop (13) voor
de instelling van de grofheid van de
maling.
De grofheid van de maling kan worden
gevarieerd door aan de knop te draaien
terwijl de molen in werking is (de cijfers
geven de grofheid aan); elk apparaat
wordt in de fabriek afgesteld op een
gemiddelde grofheid van de maling.
Door de knop op lagere cijfers te draaien
wordt de maling grover; op hogere cijfers
wordt de koffie fijner gemalen.
Het wordt afgeraden de koffie op
verschillende grofheden te malen.
5.1 Aandrijving koffiemolen /
dosering
• Zet het apparaat aan, als dit niet actief
is, door op de hoofdschakelaar (3) te
drukken.
• Breng om de koffiemolen aan te
drijven de filterhouder dichter bij de koffie-
uitgang (14) en steek hem in de daarvoor
bestemde vork. Druk ertegen met de
filterhouder totdat de schakelaar voor het
koffiemalen (15) wordt aangedreven.
• De koffiemolen treedt in werking door de
gemalen koffie in de filterhouder te
doseren.
• Stop het malen van de koffie als de
gewenste hoeveelheid bereikt is, door de
filterhouder uit de vork te halen;
Opmerking. de dosering gebeurt
onmiddellijk en wordt overgelaten
aan de gevoeligheid van de gebruiker.
Gebruik niet te veel of te weinig koffie; de
hoeveelheid gemalen koffie voor elk kopje
zou moeten variëren van 5 tot 7 gr..
Com004a 165925900 Rev01.pmd 13/07/2003, 18.3096