HP Compaq dx7400 Microtower PC Referentie gids

Type
Referentie gids
Naslaggids voor de hardware
HP Compaq dx7400 serie Microtowermodellen
© Copyright 2007 Hewlett-Packard
Development Company, L.P. De informatie
in deze publicatie kan zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
Microsoft, Windows en Windows Vista zijn
handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation in
de Verenigde Staten en/of andere landen.
De enige garanties die gelden voor HP
producten en diensten zijn de garanties die
worden beschreven in de
garantievoorwaarden behorende bij deze
producten en diensten. Geen enkel
onderdeel van dit document mag als extra
garantie worden opgevat. HP aanvaardt
geen aansprakelijkheid voor technische
fouten of redactionele fouten, drukfouten of
weglatingen in deze publicatie.
De informatie in dit document valt onder het
auteursrecht. Geen enkel deel van dit
document mag worden gekopieerd,
vermenigvuldigd of vertaald in een andere
taal, zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van Hewlett-Packard
Company.
Naslaggids voor de hardware
HP Compaq dx7400 serie
Microtowermodellen
Eerste editie, juli 2007
Artikelnummer van document: 448660-331
Over deze handleiding
Deze handleiding bevat algemene informatie voor het upgraden van dit model computer.
WAARSCHUWING! Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot persoonlijk letsel
of levensgevaar.
VOORZICHTIG: Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot beschadiging van
de apparatuur of verlies van gegevens.
OPMERKING: De tekst na dit kopje biedt belangrijke aanvullende informatie.
NLWW iii
iv Over deze handleiding NLWW
Inhoudsopgave
1 Voorzieningen
Voorzieningen van de standaardconfiguratie ....................................................................................... 1
Voorzieningen voor onderhoud ............................................................................................................ 1
Toetsenbord ......................................................................................................................................... 2
Windows-logotoets gebruiken .............................................................................................. 3
Waarschuwingen en instructies ............................................................................................................ 4
2 Hardware-upgrades
Voorpaneel en toegangspaneel van de computer verwijderen ............................................................ 5
Afdekplaatje van een 5,25-inch schijfeenheid verwijderen ................................................................... 7
Afdekplaatje van een 3,5-inch schijfpositie verwijderen ....................................................................... 8
Extra geheugen installeren ................................................................................................................... 9
DIMM's ................................................................................................................................. 9
DDR2-SDRAM DIMM's ........................................................................................................ 9
DIMM's installeren ............................................................................................................. 10
Een uitbreidingskaart installeren ........................................................................................................ 12
Schijfeenheid vervangen of upgraden ................................................................................................ 14
Schijfposities herkennen .................................................................................................... 14
Schijfeenheidconnectoren op de systeemkaart ................................................................. 15
5,25-inch optische-schijfeenheid verwijderen .................................................................... 16
3,5-inch mediakaartlezer of diskettedrive verwijderen ....................................................... 17
3,5-inch vaste schijf verwijderen ........................................................................................ 18
Beveiligingsslot bevestigen ................................................................................................................ 20
Bijlage A Specificaties
Bijlage B Batterij vervangen
Bijlage C Richtlijnen voor gebruik, regelmatig onderhoud en voorbereiding voor transport
Richtlijnen voor gebruik en regelmatig onderhoud ............................................................................. 25
Voorzorgsmaatregelen voor optische schijfeenheden ....................................................................... 26
Gebruik .............................................................................................................................. 26
Schoonhouden ................................................................................................................... 26
Veiligheid ........................................................................................................................... 26
Computer voorbereiden op transport ................................................................................................. 26
Bijlage D Elektrostatische ontlading
Schade door elektrostatische ontlading voorkomen ........................................................................... 28
Aardingsmethoden ............................................................................................................................. 28
Index ................................................................................................................................................................... 29
NLWW v
vi NLWW
1 Voorzieningen
Voorzieningen van de standaardconfiguratie
Afbeelding 1-1 HP Compaq dx7400 serie Microtower
OPMERKING: Mogelijk wijkt bovenstaande schijfconfiguratie af van uw computermodel.
Mogelijk wijkt bovenstaande afbeelding af van uw computermodel.
Voorzieningen voor onderhoud
De microtower heeft speciale voorzieningen die het uitvoeren van upgrades en onderhoud aan de
computer vergemakkelijken. Voor veel van de installatieprocedures die in dit hoofdstuk worden
beschreven, heeft u een orx T-15-schroevendraaier nodig.
NLWW Voorzieningen van de standaardconfiguratie 1
Toetsenbord
Afbeelding 1-2 Onderdelen van het toetsenbord
Tabel 1-1 Onderdelen van het toetsenbord
1 Functietoetsen Met de functietoetsen kunt u speciale functies uitvoeren, afhankelijk van de
gebruikte applicatie.
2 Bewerkingstoetsen Hieronder vallen de volgende toetsen: Insert, Home, Page Up, Delete, End en
Page Down.
3 Statuslampjes Deze lampjes geven informatie over de status van de computer en de
toetsenbordinstellingen (Num Lock, Caps Lock en Scroll Lock).
4 Numerieke toetsen Deze toetsen gebruikt u net als de toetsen op een rekenmachine.
5 Pijltoetsen De pijltoetsen worden gebruikt om te navigeren binnen documenten of websites.
Met deze toetsen kunt u de aanwijzer op het scherm naar links, rechts, boven of
beneden bewegen zonder dat u de muis hoeft te gebruiken.
6 Ctrl-toetsen Deze toetsen worden in combinatie met een andere toets gebruikt. De functie is
afhankelijk van de gebruikte applicatie.
7 Applicatietoets
1
Wordt gebruikt om popupmenu's te openen in een Microsoft Office-applicatie (net
als de rechtermuisknop). Kan in andere applicaties andere functies hebben.
8 Windows-logotoetsen
1
Met deze toetsen opent u het menu Start in Microsoft Windows. Wordt in
combinatie met andere toetsen gebruikt voor andere functies.
9 Alt-toetsen Deze toetsen worden in combinatie met een andere toets gebruikt. De functie is
afhankelijk van de gebruikte applicatie.
1
Deze toetsen zijn alleen beschikbaar in bepaalde landen.
2 Hoofdstuk 1 Voorzieningen NLWW
Windows-logotoets gebruiken
U gebruikt de Windows-logotoets in combinatie met andere toetsen om bepaalde functies in Windows
uit te voeren. Raadpleeg
Toetsenbord op pagina 2 voor meer informatie over de Windows-logotoets.
Tabel 1-2 Functies van de Windows-logotoets
De volgende functies van de Windows-logotoets zijn beschikbaar in Microsoft Windows XP en Microsoft Windows
Vista.
Windows-logotoets
Opent of verbergt het menu Start
Windows-logotoets + d Toont het bureaublad
Windows-logotoets + m Minimaliseert alle open applicaties.
Shift+ Windows-logotoets + m Maakt het minimaliseren van alle vensters ongedaan
Windows-logotoets + e Start Deze computer
Windows-logotoets + f Start Document zoeken
Windows-logotoets + Ctrl + f Start Computer zoeken
Windows-logotoets + F1 Start Windows Help
Windows-logotoets + l Hiermee vergrendelt u de computer als u verbinding heeft met een
netwerkdomein. Als er geen verbinding met een netwerkdomein
is, kunt u hiermee op een andere gebruiker overschakelen.
Windows-logotoets + r Opent het dialoogvenster Uitvoeren
Windows-logotoets + u Start Hulpprogrammabeheer
Windows-logotoets + Pause/Break Hiermee opent u het dialoogvenster Systeemeigenschappen.
Windows-logotoets + Tab Hiermee doorloopt u de knoppen op de Taakbalk (Windows XP).
Hiermee doorloopt u de programma's op de taakbalk met
Windows Flip 3-D (Windows Vista).
Naast de hierboven beschreven functies van de Windows-logotoets zijn in Windows Vista bovendien de volgende
functies beschikbaar.
Ctrl + Windows-logotoets + Tab
Gebruik de pijltoetsen om de programma's op de taakbalk te
doorlopen met Windows Flip 3-D (Windows Vista).
Windows-logotoets + Spatiebalk Hiermee brengt u alle gadgets naar de voorgrond en selecteert u
Windows Sidebar.
Windows-logotoets + g Hiermee doorloopt u de gadgets in de Sidebar.
Windows-logotoets + u Hiermee opent u het Toegankelijkheidscentrum.
Windows-logotoets + x Hiermee opent u het Windows Mobiliteitscentrum.
Windows-logotoets + willekeurige cijfertoets Hiermee opent u de Snel starten-snelkoppeling in de positie die
correspondeert met het cijfer (met Windows-logotoets + 1 opent u
bijvoorbeeld de eerste snelkoppeling in het menu Snel starten).
NLWW Toetsenbord 3
Waarschuwingen en instructies
Lees zorgvuldig alle instructies en waarschuwingen in deze handleiding voordat u een upgrade uitvoert.
WAARSCHUWING! U beperkt als volgt het risico van persoonlijk letsel door elektrische schokken,
draaiende ventilatorbladen, warme oppervlakken en/of brand:
Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en laat de interne systeemonderdelen afkoelen
voordat u ze aanraakt.
Sluit geen telecommunicatie- of telefoonconnectoren aan op de aansluitpunten van de netwerkadapter
(NIC).
Gebruik de geaarde stekker van het netsnoer. De geaarde stekker is een belangrijke
veiligheidsvoorziening.
Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat altijd gemakkelijk bereikbaar is.
Lees de Handleiding voor veiligheid & comfort voor informatie over het beperken van het risico van
ernstig letsel. Deze handleiding bevat informatie over de juiste plaatsing van de computer, een goede
zithouding, gezondheidsaspecten en gewoonten met betrekking tot het werken met de computer,
alsmede belangrijke instructies met betrekking tot elektrische en mechanische veiligheid.
VOORZICHTIG: Een ontlading van statische elektriciteit kan de elektronische onderdelen van de
computer of optionele apparatuur beschadigen. Zorg ervoor dat u niet statisch geladen bent. Raak een
geaard metalen voorwerp aan voordat u deze handelingen uitvoert.
Wanneer de computer is aangesloten op een stopcontact, wordt de systeemkaart altijd van stroom
voorzien. Haal de stekker uit het stopcontact voordat u de computer opent om schade aan interne
onderdelen te voorkomen.
4 Hoofdstuk 1 Voorzieningen NLWW
2 Hardware-upgrades
Voorpaneel en toegangspaneel van de computer
verwijderen
1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd
of ontkoppeld.
2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals diskettes of cd's, uit de computer.
3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit.
4. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel de voedingskabel en eventuele externe
apparatuur van de computer (1).
WAARSCHUWING! Wanneer de computer is aangesloten op een stopcontact, wordt de
systeemkaart altijd van stroom voorzien. Beperk het risico van persoonlijk letsel door elektrische
schokken of hete oppervlakken, door de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te halen en
de interne onderdelen van het systeem te laten afkoelen voordat u deze aanraakt.
5. Verwijder de twee schroeven waarmee het toegangspaneel aan het chassis van de computer is
bevestigd (2).
6. Schuif het toegangspaneel ongeveer 1,25 cm naar achteren en til het van de computer weg (2).
Afbeelding 2-1 Voedingskabel en toegangspaneel verwijderen
OPMERKING: Als u het toegangspaneel weer wilt terugplaatsen, voert u dezelfde stappen in
omgekeerde volgorde uit.
NLWW Voorpaneel en toegangspaneel van de computer verwijderen 5
7. U verwijdert het voorpaneel door alle drie de lipjes aan de linkerkant van het paneel (1) naar buiten
te trekken en vervolgens het paneel van het chassis (2) weg te draaien (eerst de linkerkant en
daarna de rechterkant).
Afbeelding 2-2 Voorpaneel verwijderen
OPMERKING: Als u het voorpaneel terug wilt plaatsen, steekt u de drie haakjes aan de
rechterkant van het voorpaneel in de rechthoekige openingen in het chassis. Draai het paneel
vervolgens op zijn plaats, zodat de drie lipjes aan de linkerkant van het paneel vastklikken in de
bijbehorende uitsparingen in het chassis.
6 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades NLWW
Afdekplaatje van een 5,25-inch schijfeenheid verwijderen
Als de computer niet is geleverd met een schijf in de schijfpositie van 5,25-inch, wordt de schijfpositie
afgedekt door een afdekplaatje. Als u een schijfeenheid in de schijfpositie wilt plaatsen, verwijdert u
eerst het afdekplaatje.
1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd
of ontkoppeld.
2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals diskettes of cd's, uit de computer.
3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit.
4. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel de voedingskabel en eventuele externe
apparatuur van de computer.
WAARSCHUWING! Wanneer de computer is aangesloten op een stopcontact, wordt de
systeemkaart altijd van stroom voorzien. Beperk het risico van persoonlijk letsel door elektrische
schokken of hete oppervlakken, door de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te halen en
de interne onderdelen van het systeem te laten afkoelen voordat u deze aanraakt.
5. Verwijder het toegangspaneel en het voorpaneel. Raadpleeg Voorpaneel en toegangspaneel van
de computer verwijderen op pagina 5.
6. Druk aan de binnenkant van het afdekplaatje de twee lipjes aan de rechterkant, die het afdekplaatje
op zijn plek houden, in de richting van de buitenzijde van het paneel (1). Trek het afdekplaatje
vervolgens naar binnen om het te verwijderen (2).
Afbeelding 2-3 Afdekplaatje van een 5,25-inch schijfeenheid plaatsen
OPMERKING: Als u een 5,25-inch afdekplaatje wilt plaatsen, schuift u de linkerkant van het
afdekplaatje in de twee openingen aan de linkerkant van het voorpaneel en klikt u vervolgens de
rechterkant van het afdekplaatje op zijn plek.
NLWW Afdekplaatje van een 5,25-inch schijfeenheid verwijderen 7
Afdekplaatje van een 3,5-inch schijfpositie verwijderen
Als de computer niet is geleverd met een apparaat in de 3,5-inch schijfpositie, wordt de ruimte afgedekt
door een afdekplaatje. Als u een apparaat in de 3,5-inch schijfpositie wilt plaatsen, verwijdert u eerst
het afdekplaatje.
1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd
of ontkoppeld.
2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals diskettes of cd's, uit de computer.
3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit.
4. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel de voedingskabel en eventuele externe
apparatuur van de computer.
WAARSCHUWING! Wanneer de computer is aangesloten op een stopcontact, wordt de
systeemkaart altijd van stroom voorzien. Beperk het risico van persoonlijk letsel door elektrische
schokken of hete oppervlakken, door de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te halen en
de interne onderdelen van het systeem te laten afkoelen voordat u deze aanraakt.
5. Verwijder het toegangspaneel en het voorpaneel. Raadpleeg Voorpaneel en toegangspaneel van
de computer verwijderen op pagina 5.
6. Druk aan de binnenkant van het afdekplaatje de twee lipjes aan de rechterkant, die het afdekplaatje
op zijn plek houden, naar buiten (1). Trek het afdekplaatje vervolgens naar binnen om het te
verwijderen (2).
Afbeelding 2-4 Afdekplaatje van een 3,5-inch schijfeenheid verwijderen
OPMERKING: Als u een afdekplaatje voor een 3,5-inch schijfpositie wilt plaatsen, drukt u het
afdekplaatje naar binnen vanuit de binnenkant van het voorpaneel, zodat het op zijn plaats klikt.
8 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades NLWW
Extra geheugen installeren
De computer wordt geleverd met DDR2-SDRAM (Double Data Rate 2 Synchronous Dynamic Random
Access Memory) DIMM's (Dual-Inline Memory Modules).
DIMM's
De systeemkaart bevat geheugenmodulevoetjes voor maximaal vier industriestandaard DIMM's. In
deze voetjes bevindt zich ten minste één vooraf geïnstalleerde DIMM. De voetjes zijn aangeduid met
DIMM1, DIMM2, DIMM3 en DIMM4. Voor een optimale geheugencapaciteit kunt u maximaal 4 GB (4 x
1 GB) geheugen op de systeemkaart installeren.
DDR2-SDRAM DIMM's
Voor een correcte werking van het systeem moeten de DDR2-SDRAM DIMM's aan de volgende eisen
voldoen:
industriestandaard 240-pins modules;
ongebufferd, compatibel met PC2-5300 667 en ongebufferd compatibel met PC2-6400 800 MHz;
1,8 Volt DDR2-SDRAM DIMM's.
De DDR2-SDRAM DIMM's moeten bovendien:
ondersteuning bieden voor CAS-latency 4 (CL = 4), compatibel met PC2-5300 667 MHz en
PC2-6400 800 MHz;
voorzien zijn van de voorgeschreven JEDEC SPD-informatie.
Daarnaast ondersteunt de computer:
256 Mbit, 512 Mbit en 1 Gbit niet-ECC-geheugen;
enkelzijdige en dubbelzijdige DIMM's;
DIMM's met x8 en x16 DDR-elementen. DIMM's met x4 SDRAM worden daarentegen niet
ondersteund.
OPMERKING: Het systeem kan niet worden opgestart wanneer er niet-ondersteunde DIMM's zijn
geïnstalleerd.
NLWW Extra geheugen installeren 9
DIMM's installeren
VOORZICHTIG: Koppel het netsnoer los en wacht ongeveer 30 seconden om de spanning uit het
systeem te laten wegvloeien, voordat u geheugenmodules toevoegt of verwijdert. Er staat altijd spanning
op de geheugenmodules zolang de computer is aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het
systeem is in- of uitgeschakeld Het toevoegen of verwijderen van geheugenmodules terwijl er spanning
op het systeem staat, kan leiden tot onherstelbare beschadiging van de geheugenmodules of de
systeemkaart. Als op de systeemkaart nog een lampje brandt, staat er nog steeds spanning op het
systeem.
De voetjes voor geheugenmodules hebben vergulde contactpunten. Als u het geheugen uitbreidt, is het
belangrijk dat u geheugenmodules met vergulde contactpunten gebruikt om corrosie en/of oxidatie ten
gevolge van contact tussen onverenigbare metalen te voorkomen.
Een ontlading van statische elektriciteit kan leiden tot beschadiging van uitbreidingskaarten of andere
elektronische onderdelen van de computer. Zorg ervoor dat u niet statisch geladen bent. Raak een
geaard metalen voorwerp aan voordat u deze handelingen uitvoert.
Voorkom dat u contactpunten aanraakt terwijl u een geheugenmodule hanteert. Als u dat wel doet, kunt
u de module beschadigen.
1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd
of ontkoppeld.
2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals diskettes of cd's, uit de computer.
3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit.
4. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel de voedingskabel en eventuele externe
apparatuur van de computer.
WAARSCHUWING! Koppel het netsnoer los en wacht ongeveer 30 seconden om de spanning
uit het systeem te laten wegvloeien, voordat u geheugenmodules toevoegt of verwijdert. Er staat
altijd spanning op de geheugenmodules zolang de computer is aangesloten op een actief
stopcontact, ongeacht of het systeem is in- of uitgeschakeld Het toevoegen of verwijderen van
geheugenmodules terwijl er spanning op het systeem staat, kan leiden tot onherstelbare
beschadiging van de geheugenmodules of de systeemkaart.
5. Verwijder het toegangspaneel van de computer.
6. Bepaal de plaats van de DIMM-voetjes op de systeemkaart.
10 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades NLWW
7. Open beide vergrendelingen van het geheugenvoetje (1) en plaats de geheugenmodule in het
voetje (2).
Afbeelding 2-5 DIMM installeren
OPMERKING: Een geheugenmodule kan slechts in één stand worden geïnstalleerd. Zorg dat
de uitsparing op de module aansluit op het lipje van het geheugenvoetje.
8. Duw de module in het voetje en zorg dat de module goed op zijn plaats zit. Zorg ervoor dat de
vergrendelingen gesloten zijn (3).
9. Plaats het toegangspaneel terug.
10. Sluit het netsnoer weer aan en zet de computer aan. Normaal gesproken wordt het extra geheugen
automatisch herkend wanneer u de computer weer aanzet.
NLWW Extra geheugen installeren 11
Een uitbreidingskaart installeren
De computer heeft een standaard PCI-uitbreidingsslot, waarin ruimte is voor een uitbreidingskaart met
een lengte van maximaal 17,46 cm. De computer heeft tevens twee PCI Express x1-uitbreidingsslot en
een PCI Express x16-uitbreidingsslot.
1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd
of ontkoppeld.
2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals diskettes of cd's, uit de computer.
3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit.
4. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel de voedingskabel en eventuele externe
apparatuur van de computer.
WAARSCHUWING! Wanneer de computer is aangesloten op een stopcontact, wordt de
systeemkaart altijd van stroom voorzien. Beperk het risico van persoonlijk letsel door elektrische
schokken of hete oppervlakken, door de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te halen en
de interne onderdelen van het systeem te laten afkoelen voordat u deze aanraakt.
5. Verwijder het toegangspaneel en leg de computer op zijn kant, met de opening naar de interne
onderdelen naar boven gericht.
6. Verwijder de schroef waarmee de vergrendeling van de uitbreidingsslots is vastgezet op het
achterpaneel (1) en schuif de vergrendeling naar boven en weg van de slots om deze van de
computer te kunnen verwijderen (2).
Afbeelding 2-6 Vergrendeling van uitbreidingsslots openen
7. Als u voor het eerst een uitbreidingskaart plaatst, gebruikt u een standaardschroevendraaier om
het metalen plaatje op het achterpaneel, dat het uitbreidingsslot afdekt, te verwijderen. Zorg ervoor
dat u het juiste plaatje verwijdert voor de uitbreidingskaart die u wilt plaatsen.
Verwijderbaar plaatje Type uitbreidingskaart
Bovenste plaatje PCI Express x16
Tweede plaatje PCI Express x1
Derde plaatje PCI Express x1
Onderste plaatje PCI
12 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades NLWW
8. Houd de kaart vlak boven het uitbreidingsvoetje op de systeemkaart. Vervolgens beweegt u de
uitbreidingskaart in de richting van de achterkant van het chassis, zodat de onderkant van de
uitbreidingskaart in het kleine slot op het chassis schuift. Druk nu de uitbreidingskaart recht naar
beneden in het voetje op de systeemkaart.
Afbeelding 2-7 Uitbreidingskaart installeren
OPMERKING: Druk de uitbreidingskaart stevig aan, zodat de connector over de gehele lengte
goed in het uitbreidingsslot vastzit.
9. Houd de bevestigingsbeugel van de uitbreidingskaart tegen het chassis aangedrukt en schuif de
vergrendeling omlaag over de beugels van de uitbreidingskaarten en afdekplaatjes, zodat deze
worden vastgezet. Zet de vergrendeling vervolgens vast met behulp van de schroef (2).
10. Sluit indien nodig externe kabels aan op de geïnstalleerde kaart. Sluit interne kabels aan op de
systeemkaart, indien van toepassing.
11. Plaats het toegangspaneel van de computer terug en sluit de voedingskabel opnieuw aan.
OPMERKING: Voer de installatieprocedure in omgekeerde volgorde uit om een uitbreidingskaart te
verwijderen.
VOORZICHTIG: Nadat u een uitbreidingskaart heeft verwijderd, moet deze worden vervangen door
een nieuwe uitbreidingskaart of door een afdekplaatje, omdat anders de koeling van de interne
onderdelen niet goed functioneert.
NLWW Een uitbreidingskaart installeren 13
Schijfeenheid vervangen of upgraden
De computer ondersteunt maximaal vijf schijfeenheden, die in verschillende configuraties kunnen
worden geïnstalleerd.
In dit gedeelte vindt u de procedure voor het vervangen of upgraden van de opslag-schijfeenheden. U
heeft een Torx T-15 schroevendraaier nodig om de geleideschroeven en de borgschroeven van een
schijfeenheid te verwijderen en te monteren.
Schijfposities herkennen
OPMERKING: Mogelijk wijkt onderstaande schijfconfiguratie af van uw computermodel.
Afbeelding 2-8 Schijfposities
1 Externe schijfpositie voor 5,25-inch optische-schijfeenheid van halve
hoogte
2 Externe schijfpositie voor 5,25-inch optionele schijfeenheid van halve
hoogte
3 Externe optionele schijfpositie van 3,5 inch (mediakaartlezer wordt
weergegeven)
1
4 Interne 3,5-inch schijfpositie voor optionele secundaire vaste schijf
5 Interne 3,5-inch schijfpositie voor primaire vaste schijf
1
In de externe 3,5-inch optionele-schijfpositie kunt u een diskettedrive of mediakaartlezer plaatsen.
14 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades NLWW
Schijfeenheidconnectoren op de systeemkaart
Volg de richtlijnen in onderstaande afbeelding en tabel om schijfeenheden aan te sluiten op de
systeemkaart.
Afbeelding 2-9 Schijfeenheidconnectoren op de systeemkaart
Schijfconfiguratie Systeemkaartconnectoren
1 vaste schijf
1 optische-schijfeenheid
primaire vaste schijf: (1) SATA1
optische-schijfeenheid: (2) SATA2
1 vaste schijf
2 optische-schijfeenheden
primaire vaste schijf: (1) SATA1
eerste optische-schijfeenheid: (2) SATA2
tweede optische-schijfeenheid: (4) SATA4
2 vaste schijven
0 optische-schijfeenheden
primaire vaste schijf: (1) SATA1
secundaire vaste schijf: (2) SATA2
2 vaste schijven
1 optische-schijfeenheid
primaire vaste schijf: (1) SATA1
secundaire vaste schijf: (3) SATA3
optische-schijfeenheid: (2) SATA2
2 vaste schijven
2 optische-schijfeenheden
primaire vaste schijf: (1) SATA1
secundaire vaste schijf: (3) SATA3
eerste optische-schijfeenheid: (2) SATA2
tweede optische-schijfeenheid: (4) SATA4
mediakaartlezer (5) USB-connector (wit)
diskettedrive (6) FDD-connector (zwart)
NLWW Schijfeenheid vervangen of upgraden 15
5,25-inch optische-schijfeenheid verwijderen
1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd
of ontkoppeld.
2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals diskettes of cd's, uit de computer.
3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit.
4. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel de voedingskabel en eventuele externe
apparatuur van de computer.
WAARSCHUWING! Wanneer de computer is aangesloten op een stopcontact, wordt de
systeemkaart altijd van stroom voorzien. Beperk het risico van persoonlijk letsel door elektrische
schokken of hete oppervlakken, door de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te halen en
de interne onderdelen van het systeem te laten afkoelen voordat u deze aanraakt.
5. Verwijder het toegangspaneel en het voorpaneel. Raadpleeg Voorpaneel en toegangspaneel van
de computer verwijderen op pagina 5.
6. Ontkoppel de gegevenskabel en de voedingskabel aan de achterkant van de schijfeenheid.
7. Verwijder de twee borgschroeven waarmee de schijfeenheid in de schijfpositie is bevestigd (1).
Schuif de schijfeenheid vervolgens naar voren en uit de schijfpositie (2).
Afbeelding 2-10 5,25-inch externe schijfeenheid verwijderen
Als u een schijfeenheid wilt plaatsen, voert u dezelfde procedure in omgekeerde volgorde uit. Zorg
ervoor dat u een geleideschroef monteert aan de voorkant rechts van een nieuwe vaste schijf. De
geleideschroef houdt de vaste schijf op zijn plaats.
OPMERKING: Als u een schijfeenheid in de onderste 5,25-inch schijfpositie wilt plaatsen, verwijdert
u het metalen plaatje dat de positie afdekt. Dit doet u door het zilverkleurige lipje aan de linkerkant van
het chassis in te drukken en het plaatje vervolgens van de voorkant van het chassis weg te trekken.
Er bevinden zich in totaal acht extra geleideschroeven/borgschroeven aan de voorkant van het chassis,
achter het voorpaneel. Vier van deze schroeven zijn voorzien van 6-32 schroefdraad en vier schroeven
zijn voorzien van M3 metrische schroefdraad. De 6-32 schroeven worden gebruikt voor vaste schijven
en zijn zilverkleurig. Metrische schroeven worden gebruikt voor alle overige schijfeenheden en zijn
zwart. Zorg dat u de juiste schroeven op de schijfeenheid monteert.
16 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades NLWW
3,5-inch mediakaartlezer of diskettedrive verwijderen
In de externe 3,5-inch schijfpositie kunt u een diskettedrive of mediakaartlezer plaatsen. Voor beide
apparaten is de verwijderprocedure gelijk.
1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd
of ontkoppeld.
2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals diskettes of cd's, uit de computer.
3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit.
4. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel de voedingskabel en eventuele externe
apparatuur van de computer.
WAARSCHUWING! Wanneer de computer is aangesloten op een stopcontact, wordt de
systeemkaart altijd van stroom voorzien. Beperk het risico van persoonlijk letsel door elektrische
schokken of hete oppervlakken, door de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te halen en
de interne onderdelen van het systeem te laten afkoelen voordat u deze aanraakt.
5. Verwijder het toegangspaneel en het voorpaneel. Raadpleeg Voorpaneel en toegangspaneel van
de computer verwijderen op pagina 5.
6. Als u een mediakaartlezer wilt plaatsen, koppelt u de interne USB-kabel los van de systeemkaart.
Als u een diskettedrive wilt plaatsen, koppelt u de voedings- en gegevenskabels los van de
achterkant van de schijfeenheid.
7. Verwijder de twee borgschroeven waarmee de schijfeenheid in de schijfpositie is bevestigd (1).
Schuif de schijfeenheid vervolgens naar voren en uit de schijfpositie (2).
Afbeelding 2-11 3,5-inch apparaat verwijderen (mediakaartlezer wordt weergegeven)
Als u een schijfeenheid wilt plaatsen, voert u dezelfde procedure in omgekeerde volgorde uit. Raadpleeg
de volgende tabel voor de juiste locaties van borg- en geleideschroeven.
Apparaat Borgschroeven Geleideschroeven
Diskettedrive 2 (op chassis voorzien van label
met “FDD”)
1 (linker voorzijde van
schijfeenheid)
mediakaartlezer 2 (op chassis voorzien van label
met “CR”)
Geen
NLWW Schijfeenheid vervangen of upgraden 17
OPMERKING: Als u voor het eerst een schijfeenheid in de externe 3,5-inch schijfpositie plaatst,
gebruikt u een standaardschroevendraaier om het metalen plaatje op het achterpaneel te verwijderen
dat de schijfpositie bedekt.
Er bevinden zich in totaal acht extra geleideschroeven/borgschroeven aan de voorkant van het chassis,
achter het voorpaneel. Vier van deze schroeven zijn voorzien van 6-32 schroefdraad en vier schroeven
zijn voorzien van M3 metrische schroefdraad. De 6-32 schroeven worden gebruikt voor vaste schijven
en zijn zilverkleurig. Metrische schroeven worden gebruikt voor alle overige schijfeenheden en zijn
zwart. Zorg dat u de juiste schroeven op de schijfeenheid monteert.
3,5-inch vaste schijf verwijderen
VOORZICHTIG: Vergeet niet om voordat u de vaste schijf verwijdert, een set herstelschijven te maken
met HP Backup and Recovery Manager en een backup van uw persoonlijke bestanden op de vaste
schijf te maken naar een extern opslagapparaat. Als u dit niet doet, gaan uw gegevens verloren. Nadat
u de primaire vaste schijf heeft vervangen, laadt u de bestanden die door HP in de fabriek zijn
geïnstalleerd vanaf de herstelschijven.
1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd
of ontkoppeld.
2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals diskettes of cd's, uit de computer.
3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit.
4. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel de voedingskabel en eventuele externe
apparatuur van de computer.
WAARSCHUWING! Wanneer de computer is aangesloten op een stopcontact, wordt de
systeemkaart altijd van stroom voorzien. Beperk het risico van persoonlijk letsel door elektrische
schokken of hete oppervlakken, door de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te halen en
de interne onderdelen van het systeem te laten afkoelen voordat u deze aanraakt.
5. Verwijder het toegangspaneel en het voorpaneel. Raadpleeg Voorpaneel en toegangspaneel van
de computer verwijderen op pagina 5.
6. Ontkoppel de gegevenskabel en de voedingskabel aan de achterkant van de vaste schijf.
7. Verwijder de vier borgschroeven waarmee de schijfeenheid in de schijfpositie is bevestigd (1).
Schuif de schijfeenheid vervolgens naar achteren en uit de schijfpositie (2).
Afbeelding 2-12 3,5-inch vaste schijf verwijderen
18 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades NLWW
OPMERKING: Als u een vaste schijf wilt plaatsen, voert u dezelfde procedure in omgekeerde volgorde
uit. Voor schijfeenheden die in een 3,5-inch vaste-schijfpositie worden geplaatst, heeft u geen
geleideschroeven nodig.
NLWW Schijfeenheid vervangen of upgraden 19
Beveiligingsslot bevestigen
Aan de achterkant van de computer kan een optioneel beveiligingsslot worden bevestigd voor de fysieke
beveiliging van de computer.
Afbeelding 2-13 Beveiligingsslot bevestigen
OPMERKING: Mogelijk wijkt de locatie van het onderstaande slot voor het beveiligingsslot af van uw
computermodel.
20 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades NLWW
A Specificaties
Tabel A-1 Specificaties
Afmetingen van de desktopcomputer
Hoogte
Breedte
Diepte
13,9 inch
6,89 inch
16,38 inch
35,3 cm
17,5 cm
41,6 cm
Geschat gewicht 21.16 lb 9,6 kg
Temperatuurbereik
In bedrijf
Niet in bedrijf
50° tot 95 °F
-22 tot 140 °F
10 tot 35 °C
-30 tot 60 °C
OPMERKING: Tot 3.000 m boven zeeniveau geldt dat de maximale bedrijfstemperatuur afneemt met 1,0 °C per
300 m (zonder blootstelling aan direct zonlicht). De maximaal toegestane temperatuurverandering is 10 °C/uur. Deze
limiet is mogelijk lager, afhankelijk van type en aantal van de geïnstalleerde opties.
Relatieve luchtvochtigheid (zonder condensatie)
In bedrijf
Buiten bedrijf (maximale natteboltemperatuur: 38,7 °C)
10-90%
5-95%
Maximale hoogte (niet in drukcabine)
In bedrijf
Niet in bedrijf
10.000 voet
30.000 voet
3.048 m
9.144 m
Warmteafgifte
Maximaal (standaard PS)
Normaal (niet actief; standaard PS)
606,07 BTU/uur
294,83 BTU/uur
295.76 kg-cal/uur
143.88 kg-cal/uur
Netvoeding
Bedrijfsspanning
1
Nominale netspanning
Nominale lijnfrequentie
115V
90 - 140 V wisselspanning
100 - 127 V
wisselspanning
50 tot 60 Hz
230V
180 - 264 V
wisselspanning
200 - 240 V
wisselspanning
50 tot 60 Hz
Uitgangsvermogen 300 W
Nominale ingangsstroom (maximum)
1
7 A bij 100 V
wisselspanning
31,5 A bij 200 V
wisselspanning
1
Dit systeem is voorzien van een voedingseenheid met actieve nominale correctie om schommelingen in de harmonische
ingangsstroom te beperken. Hiermee voldoet het systeem aan de vereisten voor het CE-keurmerk voor de landen in de
Europese Unie. Deze voedingseenheid heeft als extra voordeel dat er geen schakelaar voor de ingangsspanning vereist is.
NLWW 21
B Batterij vervangen
De bij de computer geleverde batterij voorziet de real-timeklok van elektriciteit. Gebruik bij vervanging
een batterij die gelijkwaardig is aan de oorspronkelijke batterij. De computer wordt geleverd met een 3-
volt lithium-knoopcelbatterij.
WAARSCHUWING! De computer bevat een lithium-mangaandioxidebatterij. Als u niet op de juiste
manier omgaat met de batterij, kan er brand ontstaan en kunt u brandwonden oplopen. U beperkt als
volgt het risico van lichamelijk letsel:
Probeer nooit de batterij op te laden.
Stel de batterij niet bloot aan temperaturen boven 60 °C.
Probeer niet de batterij uit elkaar te halen, te pletten of te doorboren. Zorg dat u geen kortsluiting
veroorzaakt tussen de externe contactpunten en laat de batterij niet in aanraking komen met water of
vuur.
Vervang de batterij uitsluitend door een HP batterij die voor dit product wordt aanbevolen.
VOORZICHTIG: Het is belangrijk dat u vóór het vervangen van de batterij een backup maakt van de
CMOS-instellingen van de computer. Wanneer u de batterij verwijdert of vervangt, worden de CMOS-
instellingen gewist. Raadpleeg de handleiding Computerinstellingen voor informatie over de manier
waarop u een backup van de CMOS-instellingen maakt.
Een ontlading van statische elektriciteit kan elektronische onderdelen of uitbreidingskaarten in de
computer beschadigen. Zorg ervoor dat u niet statisch geladen bent. Raak een geaard metalen
voorwerp aan voordat u deze handelingen uitvoert.
OPMERKING: U verlengt de levensduur van de lithiumbatterij door de computer aan te sluiten op een
stopcontact. De lithiumbatterij wordt alleen gebruikt wanneer de computer NIET is aangesloten op een
stopcontact.
HP adviseert klanten gebruikte elektronische apparatuur, originele HP printcartridges en oplaadbare
batterijen te recyclen. Ga voor meer informatie over recyclingprogramma's naar
http://www.hp.com/
recycle.
1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd
of ontkoppeld.
2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals diskettes of cd's, uit de computer.
3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit.
4. Neem de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
WAARSCHUWING! Wanneer de computer is aangesloten op een stopcontact, wordt de
systeemkaart altijd van stroom voorzien. Beperk het risico van persoonlijk letsel door elektrische
schokken of hete oppervlakken, door de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te halen en
de interne onderdelen van het systeem te laten afkoelen voordat u deze aanraakt.
5. Verwijder het toegangspaneel van de computer.
22 Bijlage B Batterij vervangen NLWW
6. Bepaal de plaats van de batterij en de batterijhouder op de systeemkaart.
OPMERKING: Bij bepaalde modellen kan het noodzakelijk zijn een intern onderdeel te
verwijderen om toegang tot de batterij te krijgen.
7. Het type batterijhouder op de systeemkaart bepaalt welke van de volgende sets instructies van
toepassing is voor het vervangen van de batterij.
Type 1
a. Neem de batterij uit de houder.
Afbeelding B-1 Knoopcelbatterij verwijderen (type 1)
b. Schuif de nieuwe batterij in de juiste positie met de pluspool naar boven. De batterij wordt
automatisch in de juiste positie vergrendeld.
Type 2
a. Knijp de metalen klem die boven één kant van de batterij uitsteekt, iets samen om de batterij
te ontgrendelen. Verwijder de batterij wanneer deze omhoog komt (1).
b. Schuif één kant van de nieuwe batterij onder het palletje van de houder, met de pluspool naar
boven. Duw de andere kant van de batterij omlaag totdat de klem vastklikt (2).
Afbeelding B-2 Knoopcelbatterij verwijderen en vervangen (type 2)
Type 3
a. Trek de batterijklem naar achteren (1) en verwijder de batterij (2).
NLWW 23
b. Plaats de nieuwe batterij en breng de klem weer in de oorspronkelijke stand.
Afbeelding B-3 Knoopcelbatterij verwijderen (type 3)
OPMERKING: Voer na vervanging van de batterij de volgende stappen uit om de procedure te
voltooien.
8. Plaats het toegangspaneel terug.
9. Steek de stekker in het stopcontact en zet de computer aan.
10. Stel de datum en de tijd, de wachtwoorden en eventuele andere speciale systeeminstellingen
opnieuw in met behulp van Computer Setup (Computerinstellingen). Raadpleeg hiervoor de
handleiding Computerinstellingen.
11. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het
toegangspaneel.
24 Bijlage B Batterij vervangen NLWW
C Richtlijnen voor gebruik, regelmatig
onderhoud en voorbereiding voor
transport
Richtlijnen voor gebruik en regelmatig onderhoud
Volg deze richtlijnen om de computer en de monitor op de juiste manier te installeren en te onderhouden:
Plaats de computer niet in zeer vochtige ruimtes en stel de computer niet bloot aan direct zonlicht
of zeer hoge of lage temperaturen.
Plaats de computer op een stabiele, vlakke ondergrond. Laat voor de benodigde ventilatie aan alle
geventileerde zijden van de computer en boven de monitor ruim 10 cm ruimte vrij.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen en de luchtgaten nooit geblokkeerd worden om te
voorkomen dat de luchtstroom in de computer wordt belemmerd. Plaats het toetsenbord niet met
de voetjes naar beneden direct tegen de voorkant van de computer, aangezien dit de luchtstroom
belemmert.
Gebruik de computer nooit als de kap of het zijpaneel verwijderd is.
Plaats nooit twee computers boven op elkaar. Plaats computers niet zo dicht opeen dat de warme
uitgaande luchtstroom van de ene computer door het ventilatiesysteem van de andere computer
wordt aangezogen.
Als de computer binnen een afzonderlijke behuizing wordt gebruikt, moet deze behuizing
beschikken over adequate voorzieningen voor luchtaanvoer en -afvoer. Bovendien zijn de
bovenvermelde richtlijnen voor het gebruik onverminderd van toepassing.
Zorg dat de computer en het toetsenbord niet in aanraking komen met vloeistoffen.
Dek de ventilatieopeningen van de monitor nooit af (met wat dan ook).
Installeer of gebruik de functies voor energiebeheer van het besturingssysteem of andere software,
inclusief de voorzieningen voor slaap- en standbystanden.
Schakel de computer uit voordat u de hierna genoemde onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
Neem de buitenkant van de computer af met een zachte, vochtige doek.
Schoonmaakmiddelen kunnen de afwerking doen verkleuren of beschadigen.
Reinig af en toe alle ventilatieopeningen van de computer. Stof, vuil en andere materialen
kunnen de ventilatieopeningen blokkeren en de ventilatie belemmeren.
NLWW Richtlijnen voor gebruik en regelmatig onderhoud 25
Voorzorgsmaatregelen voor optische schijfeenheden
Neem de volgende richtlijnen in acht wanneer u een optische-schijfeenheid gebruikt of reinigt.
Gebruik
Verplaats de schijfeenheid niet terwijl deze in gebruik is. Dit kan namelijk leiden tot een storing
tijdens het lezen.
Stel de schijfeenheid niet bloot aan plotselinge temperatuurverschillen, aangezien hierdoor
condensatie kan optreden. Als de temperatuur plotseling verandert terwijl de schijfeenheid in bedrijf
is, wacht u ten minste één uur voordat u de computer uitschakelt. Als u de schijfeenheid te snel
weer in gebruik neemt, kan er tijdens het lezen een storing optreden.
Plaats de schijfeenheid niet in een omgeving met hoge luchtvochtigheid, extreme temperaturen,
mechanische trillingen of direct zonlicht.
Schoonhouden
Reinig het paneel en de knoppen met een zachte, droge doek of met een zachte doek die is
bevochtigd met een verdunde oplossing van een mild schoonmaakmiddel. Spuit nooit
schoonmaakmiddelen direct op de eenheid.
Gebruik geen oplosmiddelen zoals alcohol of wasbenzine, omdat de afwerkingslaag hierdoor
beschadigd kan raken.
Veiligheid
Als er een voorwerp of vloeistof in de opening van de schijfeenheid terechtkomt, neemt u onmiddellijk
de stekker van de computer uit het stopcontact en laat u de computer nakijken door een geautoriseerde
HP Business Partner.
Computer voorbereiden op transport
Ga als volgt te werk wanneer u de computer wilt voorbereiden op transport:
1. Maak een backup van de bestanden op de vaste schijf. Gebruik hiervoor PD-diskettes,
tapecartridges, cd's of diskettes. Zorg ervoor dat de backupmedia tijdens opslag of transport niet
worden blootgesteld aan elektrische of magnetische impulsen.
OPMERKING: De vaste schijf wordt automatisch vergrendeld wanneer u het systeem
uitschakelt.
2. Verwijder alle verwisselbare media en sla deze op.
3. Plaats een lege diskette in de diskettedrive om de drive tijdens het vervoer te beschermen. Gebruik
daarvoor geen diskette waarop u gegevens heeft opgeslagen of waarop u nog gegevens wilt
opslaan.
4. Zet de computer en externe apparatuur uit.
5. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en ontkoppel het snoer van de computer.
6. Koppel de systeemonderdelen en externe apparatuur los van hun voedingsbron en vervolgens van
de computer.
26 Bijlage C Richtlijnen voor gebruik, regelmatig onderhoud en voorbereiding voor transport NLWW
OPMERKING: Zorg dat alle uitbreidingskaarten goed en veilig vastzitten in de uitbreidingsslots
voordat u de computer vervoert.
7. Verpak de systeemonderdelen en externe apparatuur in de originele of een soortgelijke verpakking
en gebruik voldoende opvulmateriaal om de apparatuur te beschermen.
NLWW Computer voorbereiden op transport 27
D Elektrostatische ontlading
Een ontlading van statische elektriciteit via vingers of andere geleiders kan leiden tot beschadiging van
de systeemkaart, uitbreidingskaarten of andere onderdelen die gevoelig zijn voor statische elektriciteit.
Dit soort schade kan de levensduur van het apparaat bekorten.
Schade door elektrostatische ontlading voorkomen
Houd u aan de volgende richtlijnen om schade door ontlading van statische elektriciteit te voorkomen:
Zorg dat u de onderdelen zo weinig mogelijk met de hand aanraakt door ze in een antistatische
verpakking te vervoeren en te bewaren.
Bewaar onderdelen die gevoelig zijn voor elektrostatische ontlading in de verpakking totdat u de
onderdelen installeert.
Leg onderdelen op een geaard oppervlak wanneer u ze uit de verpakking haalt.
Raak nooit pinnen, voedingsdraden of circuits aan.
Zorg ervoor dat u goed geaard bent als u een onderdeel aanraakt.
Aardingsmethoden
U kunt op verschillende manieren voor een juiste aarding zorgen. Pas één of meer van de volgende
maatregelen toe wanneer u onderdelen hanteert of installeert die gevoelig zijn voor elektrostatische
elektriciteit:
Gebruik een polsbandje dat via een aardedraad is verbonden met een geaard werkstation of het
chassis van de computer. Polsbanden zijn flexibele bandjes met een minimumweerstand van 1
MOhm +/- 10 procent in de aardedraden. Draag voor een goede aarding de bandjes strak tegen
de huid.
Gebruik hiel-, teen- of schoenbandjes wanneer u staand werkt. Draag de bandjes om beide voeten
wanneer u op geleidende vloeren of dissiperende vloermatten staat.
Gebruik geleidend gereedschap.
Gebruik een draagbare gereedschapskist met een opvouwbare dissiperende werkmat.
Als u niet beschikt over de genoemde hulpmiddelen voor een juiste aarding, neemt u contact op met
een geautoriseerde HP Business Partner.
OPMERKING: Raadpleeg een HP Business Partner voor meer informatie over het omgaan met
statische elektriciteit.
28 Bijlage D Elektrostatische ontlading NLWW
Index
A
Afdekplaatje, installeren
3.5” 8
Afdekplaatje, verwijderen
3.5” 8
5.25” 7
Afdekplaatjes, installeren
5.25” 7
B
Batterij vervangen 22
Beveiligingsslot, bevestigen 20
C
Computer
richtlijnen voor gebruik 25
voorzieningen 1
D
DIMM's
capaciteit 9
geheugenmodule 9
installeren 9, 10
Specificaties 9
Diskettedrive
installeren 17
verwijderen 17
E
Elektrostatische ontlading, schade
voorkomen 28
G
Geheugenmodule
capaciteit 9
installeren 9, 10
Specificaties 9
I
Installeren
12
3,5-inch vaste schijf 19
5,25-inch optische-
schijfeenheid 16
afdekplaatje van een 3,5-inch
schijfpositie 8
afdekplaatje van een 5,25-inch
schijfpositie 7
batterij 22
beveiligingsslot 20
DIMM's 9, 10
Diskettedrive 17
geheugenmodule 9, 10
mediakaartlezer 17
PCI Express-kaart 12
PCI-uitbreidingskaart 12
toegangspaneel 5
Uitbreidingskaart 12
Voorpaneel 6
M
Mediakaartlezer
installeren 17
verwijderen 17
N
Netvoeding 21
O
Optische-schijfeenheid
installeren 16
verwijderen 16
voorzorgsmaatregelen 26
R
Richtlijnen, computergebruik 25
S
Schijfeenheidconnectoren, op de
systeemkaart 15
Schijfposities 14
Specificaties
computer 21
DIMM's 9
geheugenmodule 9
Systeemkaart,
schijfeenheidconnectoren op
de 15
T
Toegangspaneel
installeren 5
verwijderen 5
Toetsenbord
onderdelen 2
Transport voorbereiden 26
U
Uitbreidingskaart, installeren 12
V
Vaste schijf, 3,5-inch
installeren 19
verwijderen 18
Ventilatierichtlijnen 25
Verwijderen
3,5-inch vaste schijf 18
5,25-inch optische-
schijfeenheid 16
afdekplaatje van een 3,5-inch
schijfpositie 8
afdekplaatje van een 5,25-inch
schijfpositie 7
batterij 22
Diskettedrive 17
mediakaartlezer 17
Toegangspaneel 5
Voorpaneel 5
Voorpaneel
installeren 6
verwijderen 5
Voorzieningen voor onderhoud 1
Voorzorgsmaatregelen, optische
schijfeenheden 26
W
Waarschuwingen 4
Windows-logotoetsen 3
NLWW Index 29
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35

HP Compaq dx7400 Microtower PC Referentie gids

Type
Referentie gids