Is de airconditioner bezig met de
voorbereiding op het verwarmen?
Pagina 59
Tijdens het verwarmen komt er koele
lucht uit de airconditioner.
Als u de airconditioner inschakelt, als de compressor start of stopt of als u de
airconditioner uitschakelt, kunt u een gorgelend geluid horen. Dit betekent dat de
koelvloeistof circuleert en dit is normaal.
Dit wordt veroorzaakt doordat het plastic werkt.
Deze geluiden zijn afkomstig van automatische processen in de airconditioner.
De lucht die uit het binnenapparaat komt geurt soms.
Dit wordt veroorzaakt door sigarettenrook of cosmetica die in het apparaat zijn
achtergebleven.
Als de airconditioner wordt gebruikt in een omgeving met veel oliedampen, zoals
een restaurant, kan er witte nevel uit de luchtuitvoer komen.
Neem in dat geval contact op met de leverancier om de warmtewisselaar te laten
reinigen.
Het apparaat schakelt soms automatisch over naar de ventilatiefunctie om te
voorkomen dat er zich een ijslaagje op de warmtewisselaar van het binnenapparaat
hecht. Na enige tijd schakelt het apparaat terug naar het koelen.
Voor het afvoeren van restwarmte van het verwarmingselement kan de ventilator
ongeveer 40 seconden lang blijven werken nadat het apparaat is uitgeschakeld.
Schakel de netstroom niet uit voordat de ventilator stopt.
Zelfs als u het apparaat weer inschakelt, kunt u het
koelen, ontvochtigen en verwarmen niet gebruiken
gedurende drie minuten na het uitschakelen van de
airconditioner. Dit wordt verhinderd door de
beschermingstijdklok die is geactiveerd.
(Gedurende de wachttijd werkt het apparaat in de
ventilatiemodus.)
Tijdens het ontvochtigen wordt er afwisselend sterk, zwak of niet geventileerd om
te sterke koeling of stijging van de luchtvochtigheid te voorkomen.
Nadat u de netstroom hebt ingeschakeld, zwenkt de vin automatisch twee keer.
Dit is normaal. Daarnaast staat de vin in de horizontale stand tijden het
voorbereiden op verwarmen.
Het lampje knippert als de werkingsmodi van de binnenapparaten niet
overeenkomen en naar ventileren worden overgeschakeld. Zorg ervoor dat de
modi overeenkomen of schakel de andere apparaten uit.
Dit komt voor als ijs dat op het buitenapparaat is afgezet, wordt verwijderd
(gedurende het ontdooien).
Als u van koelen naar verwarmen schakelt (en omgekeerd), wordt het apparaat
gedurende drie minuten op zwak ventileren geschakeld.
Tijdens ontdooien of verwarmen bij een hoge buitentemperatuur wordt de
ventilator uitgeschakeld. Bij lagere temperaturen wordt de ventilator echter wel
gebruikt.
Als het opvangen van stroomstoringen is ingeschakeld, begint de airconditioner
te werken met dezelfde status als voor de stroomstoring of het uitschakelen van
de netstroom. Zie pagina 59.
Nadat de ingestelde temperatuur is vastgelegd, wijzigt deze niet, ook al drukt u
op de knoppen
.
U hoort een zacht gorgelend
geluid.
U hoort een zacht krakend geluid.
U hoort een sissend of gorgelend geluid als
het apparaat is uitgeschakeld.
U ruikt iets.
Terwijl de airconditioner
actief is, komt er wat witte
nevel uit het binnenapparaat.
Gedurende het koelen schakelt de
airconditioner over naar de ventilatiefunctie.
De luchtuitvoer van het binnenapparaat stopt
niet, ook al is de airconditioner gedurende de
verwarmingscyclus uitgeschakeld.
U kunt de airconditioner niet
direct weer inschakelen
nadat u deze hebt
uitgeschakeld.
Er is geen luchtstroom of u kunt de
ventilatiesnelheid niet wijzigen tijdens het
ontvochtigen.
De swingflap zwenkt uit zichzelf.
Het werkingsmoduslampje op de
afstandsbediening knippert (tijdens koelen,
ontvochtigen of verwarmen).
Er komt gedurende het verwarmen water of
stoom vrij van het buiten apparaat.
De ventilatiesnelheid neemt af als de
airconditioner naar een andere modus
overschakelt (bij de multi-KXR voor
onafhankelijk koelen en verwarmen.)
De ventilator van het buitenapparaat draait
niet.
Direct nadat de netstroom is ingeschakeld,
begint de airconditioning te werken.
De ingestelde temperatuur verandert niet (de
temperatuurweergave knippert).
De volgende omstandigheden betekenen niet dat het apparaat niet goed werkt:
ATTENTIE
Hoewel de ventilator stilstaat, kan deze plotseling gaan draaien. Steek
er daarom geen vingers of voorwerpen in. Dit kan verwondingen tot
gevolg hebben.
Het apparaat werkt helemaal niet.
Is de netstroom ingeschakeld?
Is de stroomvoorziening normaal? Is de aarding in orde?
Als de aarding niet in orde is, kan dit gevaarlijk
zijn. Schakel de netstroom onmiddellijk uit en
neem contact op met de leverancier.
Heeft u de thermostaat op een goede
temperatuur ingesteld?
Is het luchtfilter schoon? Komt de werkingsmodus van het
apparaat dat u wilt gebruiken overeen
met de werkingsmodus van de andere
binnenapparaten?
Als de werkingsmodi niet overeenkomen,
schakelt de airconditioner over op ventileren.
Staan er deuren of ramen open? Staat de swingflap in de horizontale
stand? (Gedurende het verwarmen.)
Als de swingflap horizontaal staat, kan de
luchtstroom de vloer niet bereiken.
Wordt de lucht inlaat of -uitvoer
gehinderd?
Is er een warmtebron in de kamer? Zijn er teveel mensen in de kamer?
Controleer het volgende voordat u de servicedienst belt:
Straalt er direct zonlicht in de kamer?
Als de airconditioner niet goed werkt nadat u de bovengenoemde zaken
hebt gecontroleerd of als een van de volgende omstandigheden optreedt,
schakelt u de airconditioner uit en neemt u contact op met de verkoper.
● De zekering of stroomonderbreker valt vaak uit.
● Er komt water vrij gedurende koelen en ontvochtigen.
● Het apparaat werkt onregelmatig of u hoort een vreemd geluid.
● Het controlelampje knippert.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Schoonmaken
1. Maak het luchtfilter schoon met een stofzuiger of door erop te tikken. U kunt het
filter het beste met water schoonmaken.
Als het luchtfilter erg vies is, lost u wat neutraal schoonmaakmiddel op in lauwwarm
water (ongeveer 30°C). Was het filter en spoel het schoonmaakmiddel goed uit met
schoon water.
2. Nadat u het luchtfilter hebt laten drogen, plaatst u dit in de airconditioner en drukt
u op de knop FILTER RESET.
ATTENTIE
● Droog het luchtfilter niet boven open vuur.
● Schakel de airconditioner niet in zonder luchtfilter.
Schoonmaken van het apparaat
● Maak het apparaat schoon met een zachte, droge doek.
● Als het apparaat erg vies is, maakt u de doek vochtig met een neutraal schoonmaakmiddel in lauwwarm water.
Verwijder als u klaar bent het schoonmaakmiddel met schoon water.
Aan het begin van het seizoen
● Verwijder alles wat de lucht inlaat of -uitvoer bij het binnen- of het buitenapparaat kan hinderen.
● Controleer of het luchtfilter schoon is.
● Schakel de netstroom 12 uur voordat u de airconditioner inschakelt in.
Slechte koeling of verwarming
Slechte koeling
58
Aan het einde van het seizoen
● Laat de airconditioner een halve dag bij mooi weer in ventilatiefunctie draaien, zodat het binnenwerk goed kan opdrogen.
● Schakel het apparaat uit en schakel de netstroom uit. Ook nadat de airconditioner is uitgeschakeld, verbruikt deze energie.
● Maak het luchtfilter schoon en plaats het terug.
De schakelaar
staat uit.
PSA012B656_D_A3 06.7.28, 6:07 PM8