Gardena CST 3518 - 8860 de handleiding

Categorie
Elektrische kettingzagen
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

D
WICHTIGE INFORMATION
Übersetzung der englischen
Originalbetriebsanleitung
. Bitte vor dem
Benutzen des Gerätes durchlesen und gut
aufbewahren.
GB
IMPORTANT INFORMATION
Original Instructions. Read before use and
retain for future reference.
F
RENSEIGNEMENTS IMPORTANTS
Instructions d’origine. A lire avant usage et
à conserver pour référence ultérieure.
NL
BELANGRIJKE INFORMATIE
Oorspronkelijke instructies. Leest u deze
informatie voor het gebruik en bewaar ze
voor toekomstige raadpleging.
S
VIKTIG INFORMATION
Originalinstruktioner. Läs anvisningarna
före användningen och spara dem för
framtida behov.
N
VIKTIG INFORMASJON
Originalinstrukser. Les bruksanvisningen
nøye før bruk og oppbevar den for senere bruk.
FIN
VIGTIGE OPLYSNINGER
Alkuperäiset ohjeet. Du bør læse
brugsanvisningen før brug og gemme til
senere henvisning.
I
INFORMAZIONI IMPORTANTI
Istruzioni originali. Leggere prima dell’uso
e conservare per ulteriore consultazione.
E
INFORMACIÓN IMPORTANTE
Instrucciones originales. Léase antes de
utilizar y consérvela como referencia en el
futuro
P
INFORMAÇÕES IMPORTANTES
Instruções Originais. Leia antes de utilizar
e guarde para consulta futura
VIGTIGE OPLYSNINGER
Originale instruktioner. Du bør læse
brugsanvisningen før brug og gemme til
senere henvisning.
SK
GR
PL
H
CZ
DK
UWAGA
Oryginalne Instrukcje. Zapoznać się z
treścią niniejszej instrukcji przed użyciem i
zachować ją do dalszego użytkowania
urządzenia.
RUS
FONTOS INFORMÁCIÓ
Eredeti Utasítás. Használat előtt olvassa
el, és tartsa meg későbbi felhasználásra.
DŮLEŽITÁ INFORMACE
Originální pokyny. Než začnete stroj
používat, přečtěte si pozorně tento návod a
uschovejte jej pro další použití v budoucnu.
DÔLEŽITÉ INFORMÁCIE
vodné pokyny. Pred použitím si
prečítajte nasledovné informácie a odložte
si ich pre budúcu potrebu.
ΣΗΜΑΝΤΙΚΕΣ ΠΛΗΡΟΦΟΡΙΕΣ
Aρχικές οδηγ
ί
ες. ∆ιαβάστε αυτό το φυλλάδιο
πριν από τη χρήση της συσκευής και
φυλάξτε το για µελλοντική αναφορά.
ВАЖНАЯ ИНФОРМАЦИЯ
Иcxoдныe инcтрyкции. Прочитайте перед
тем, как включить триммер, и сохраните
для дальнейшего использования.
SLO
POMEMBNA INFORMACIJA
Originalna navodila. Preberite pred
uporabo in shranite za prihodnjo uporabo.
HR
VAŽNE INFORMACIJE
Originalne upute. Pročitati prije upotrebe i
sačuvati za buduće osvrte.
UA
ВАЖЛИВА ІНФОРМАЦІЯ
Оригінальні інструкції. Прочитайте
перед початком роботи і збережіть для
подальшого використання.
RO
MANUAL DE INSTRUCŢIUNI
Instrucţiuni originale. Inainte să folosiţi
mașina de tuns pentru prima oară, citiţi cu
atenţie manualul de instrucţiuni pentru a-i
înţelege conţinutul.
TR
ÖNEMLİ BİLGİLER
Orijinal Talimatlar. Kullanmadan önce
okuyunuz ve ileride başvurmak üzere
saklayınız.
BG
ВАЖНА ИНФОРМАЦИЯ
Оригиналните инструкции. очетете
преди употреба и запазете за бъдещи
справки
EST
OLULINE TEAVE
Algsed juhised. Enne seadme
kasutuselevõtmist lugege kasutusjuhend
läbi ning säilitage see tuleviku tarbeks.
LT
OPERATORIAUS INSTRUKCI RINKINYS
Pagrindinės instrukcijos. Perskaitykite šį
instrukcijų rinkinį labai atidžiai, kad pilnai
suprastumėte turinį, prieš pradėdami
naudoti vejos/žolės pjovėją.
LV
SVARĪGA INFORMĀCIJA
Sākotnējās instrukcijas. Pirms lietošanas
izlasiet un saglabājiet turpmākām uzziņām.
SRB
BIH
VAŽNE INFORMACIJE
Originalna uputstva. Pročitajte pre upotrebe
i sačuvajte kao podsetnik u budućnosti
INFORMACION I RËNDËSISHËM
Udhëzimet origjinale. Lexojini përpara se ta
përdorni pajisjen dhe ruajini për t'ju referuar
në të ardhmen.
AL
A. ALGEMENE BESCHRIJVING
1) Geluidsvermogen gegarandeerd
volgens richtlijn 2000/14/EC
2) Werktuig van Klasse II
3) CE-markering
4) Nominale frequentie
5) Nominaal vermogen
6) Wisselstroom
7) Nominale spanning
8) Productcode
9) Bouwjaar
10) Maximale lengte van geleider
11) Naam en adres fabrikant
12) Mode
Voorbeeld-etiket
1) Kabel
2) Handvat achter
3) Handbescherming achter
4) Kijkglaasje oliereservoir
5) Ventilatiegaten
6) Schakelaar
7) Dop oliereservoir
8) Handvat voor
9) Handbescherming voor /remhendel
10) Gepunte bumper
11) Kettingopspanknop – buitenste knop
12) Geleiderborgknop – binnenste knop
13) Kettingvanger
14) Kettingwielkast
15) Smeergat
16) Geleidergroef
17) Geleider
18) Neuskettingwiel
19) Kettingopspanplaat
20) Uitschakelknop
21) Geleiderkap
22) Ketting
23) Handleiding
24) Snijtand
25) Snijdieptemeter
26) Aandrijftand
27) Snijschakel
28) Kettingwiel
29) Geleiderborgschroef
30) Trekontlasting
31) Oliefles
NEDERLANDS - 1
1
9
7
4
5
3
6
8
11
12
2
10
B. VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Waarschuwing
Gebruiksaanwijzing
aandachtig lezen
Veiligheidslaarzen
Helm, gehoor-
bescherming en
veiligheidsbril of vizier
Veiligheids-
handschoenen
Lange veiligheidsbroek
tegen snijwonden
Rem uitgeschakeld,
ingeschakeld
Als het snoer beschadigd
of doorgesneden is, dient
u de stekker onmiddellijk
uit het stopcontact te halen
Houd omstanders uit
de buurt
Richting van de
snijtand
Altijd met twee handen
gebruiken
Gevaar voor terugslag
Niet blootstellen aan
regen of vocht
Kettingolie
Niet doen …
Machine uitschakelen
Haal de stekker uit het
stopcontact voordat u
de machine verstelt of
schoonmaakt
Kans op elektrische
schok
BETEKENIS VAN DE SYMBOLEN
10 m10 m
Algemene veiligheidswaarschuwingen voor elektrische
gereedschappen.
WAARSCHUWING Lees alle
veiligheidswaarschuwingen en alle instructies.
Het niet opvolgen van de waarschuwingen en instructies
kan stroomschokken, brand en/of ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Bewaar alle waarschuwingen en instructies voor
toekomstig gebruik.
Onder de term ‘“elektrisch gereedschap” in de
waarschuwingen wordt verstaan uw elektrisch
gereedschap met netvoeding (met snoer) of uw
elektrisch gereedschap met batterij (zonder snoer).
1) Veiligheid op de werkplek
a) Zorg ervoor dat de werkplek schoon en goed verlicht
is.
Een rommelige of donkere werkplek kan
ongelukken veroorzaken.
b) Gebruik het elektrisch gereedschap niet in explosieve
atmosferen, bijvoorbeeld in aanwezigheid van
ontvlambare vloeistoffen, gassen of stof.
Elektrische
gereedschappen geven vonken af die het stof of de
dampen vlam kunnen doen vatten.
c) Zorg ervoor dat kinderen en omstanders op een
afstand blijven wanneer u een elektrisch
gereedschap gebruikt.
Als u afgeleid wordt kunt u de
controle over het gereedschap verliezen.
2) Elektrische veiligheid
a) De stekker van het elektrisch gereedschap moet
geschikt zijn voor het stopcontact. Nooit een stekker
modificeren. Gebruik geen adapterstekkers in
combinatie met geaarde elektrische
gereedschappen.
Ongemodificeerde stekkers en
geschikte stopcontacten reduceren het risico van
stroomschokken.
b) Vermijd lichaamscontact met geaarde oppervlakken
zoals pijpen, radiators, fornuizen en koelkasten.
Het
risico van stroomschokken neemt toe als uw lichaam
geaard wordt.
c) Stel elektrische gereedschappen niet bloot aan regen
of natte condities.
Als er water in een elektrisch
gereedschap komt, neemt het risico van
stroomschokken toe.
NEDERLANDS - 2
d) Misbruik het snoer niet. Gebruik het snoer niet om
het elektrisch gereedschap te dragen of naar u toe te
trekken, of de stekker uit het stopcontact te trekken.
Houd het snoer uit de buurt van warmtebronnen, olie,
scherpe randen en bewegende onderdelen.
Met een
beschadigd of verknoopt snoer neemt het risico van
stroomschokken toe.
e) Als het elektrisch gereedschap buiten gebruikt wordt,
gebruik dan een verlengsnoer dat geschikt is voor
gebruik buitenshuis.
Het gebruik van een geschikt
snoer vermindert het risico van stroomschokken.
f) Als gebruik van elektrisch gereedschap op een
vochtige plek onvermijdelijk is, gebruik dan een door
een aardlekschakelaar (RCD) beschermde
voedingsbron.
Een RCD vermindert het risico van
stroomschokken.
3) Persoonlijke veiligheid
a) Blijf alert, let op wat u doet en gebruik uw gezond
verstand bij gebruik van elektrisch gereedschap.
Gebruik elektrische gereedschappen niet als u moe
of onder invloed van drugs, alcohol of
geneesmiddelen bent.
Zelfs als u één ogenblik niet
oplet tijdens gebruik van elektrisch gereedschap, kan
dit ernstig persoonlijk letsel veroorzaken.
b) Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen. Draag
altijd oogbescherming.
Beschermingsmiddelen zoals
een stofmasker, slipvrije veiligheidsschoenen, een
helm of oorbescherming in bepaalde condities
verminderen het risico van persoonlijk letsel.
Deze
bescherming is verkrijgbaar van een
werkkledingleverancier.
c) Voorkom dat u de apparatuur per ongeluk opstart.
Controleer of de schakelaar in de uit-stand staat
voordat u de stekker in het stopcontact steekt, een
batterij aansluit of het gereedschap oppakt.
Het
dragen van elektrisch gereedschap met uw vinger op
de schakelaar of het inschakelen van elektrisch
gereedschap dat aanstaat kan ongelukken
veroorzaken.
d) Reik niet te ver. Zorg dat u altijd stevig staat en in
balans blijft.
U heeft dan beter controle over het
elektrisch gereedschap in onverwachte situaties.
e) Draag geschikte kleding. Draag geen loszittende
kleding of sierraden. Houd haar, kleding en
handschoenen uit de buurt van bewegende
onderdelen.
Loszittende kleding, sierraden of lang
haar kan verstrengeld raken in bewegende
onderdelen.
4) Gebruik en verzorging van elektrische
gereedschappen
a) Forceer het elektrisch gereedschap niet. Gebruik het
juiste elektrisch gereedschap voor het betreffende
doeleinde.
Het juiste elektrisch gereedschap levert
betere resultaten op en is veiliger voor het doel
waarvoor het ontworpen werd.
b) Gebruik het elektrisch gereedschap niet als het niet
met de schakelaar aan en uit te zetten is.
Een
elektrisch gereedschap dat niet via de schakelaar te
bedienen is, is gevaarlijk en moet gerepareerd
worden.
c) Neem de stekker uit het stopcontact en uit het
elektrisch gereedschap voordat u instellingen
verandert, hulpstukken verwisselt of het gereedschap
opbergt.
Dergelijke voorzorgsmaatregelen
verminderen het risico dat het elektrisch gereedschap
per ongeluk opstart.
d) Bewaar elektrische gereedschappen buiten het
bereik van kinderen en laat ze niet bedienen door
personen die niet vertrouwd zijn met het gereedschap
of deze instructies.
Elektrische gereedschappen zijn
gevaarlijk in de handen van onervaren gebruikers.
e) Houd het elektrisch gereedschap goed bij. Controleer
op foutuitlijning of vasthaken van bewegende
onderdelen, kapotte onderdelen en andere condities
die de werking van het gereedschap kunnen
aantasten. Indien het elektrisch gereedschap
beschadigd is, repareer het dan alvorens het weer te
gebruiken.
Veel ongelukken worden veroorzaakt
door slecht onderhouden elektrische
gereedschappen.
f) Houd snijgereedschappen scherp en schoon.
Goed
onderhouden snijgereedschappen met scherpe
snijranden blijven minder snel haken en zijn
gemakkelijker te bedienen.
g) Gebruik het elektrisch gereedschap, de hulpstukken
en bitten etc. in overeenstemming met deze
instructies. Houd tevens rekening met de
werkcondities en het doeleinde.
Het gebruik van het
elektrisch gereedschap voor andere doeleinden dan
die waarvoor het bedoeld is, kan tot gevaarlijke
situaties leiden.
5. Onderhoud
a) Laat het elektrisch gereedschap door een bevoegde
monteur onderhouden, uitsluitend met gebruik van
identieke vervangingsonderdelen.
Zo wordt de
veiligheid van het elektrisch gereedschap
gehandhaafd.
Veiligheidswaarschuwingen:
Houd alle lichaamsdelen uit de buurt van de ketting
wanneer de kettingzaag wordt gebruikt. Voordat u de
kettingzaag start, moet u ervoor zorgen dat de ketting
nergens contact mee maakt.
Een moment van
onoplettendheid tijdens het gebruik van de
kettingzaag kan ervoor zorgen dat uw kleding of uw
lichaam met de ketting in contact komt.
Houd de kettingzaag altijd met uw rechterhand aan
het achterste handvat vast en met uw linkerhand aan
het voorste handvat.
Als u de kettingzaag
omgekeerd vasthoudt, vergroot u de kans op
lichamelijk letsel. Doe dit dus noot.
Het elektrische gereedschap alleen aan de
geïsoleerde oppervlakken vasthouden, want de
zaagketting kan contact maken met verborgen
bedrading of het eigen snoer.
Als de zaagketting
contact maakt met een stroomvoerende draad, kan
dit blootliggende metalen delen van het elektrische
gereedschap stroomvoerend maken en de gebruiker
een elektrische schok geven.
Draag een veiligheidsbril en oorbeschermers.
Aanbevolen wordt ook uw hoofd, handen, benen en
voeten te beschermen.
Goede beschermende
kleding verlaagt de kans op lichamelijk letsel door
rondvliegende deeltjes of contact met de ketting.
Deze bescherming is verkrijgbaar van een
werkkledingleverancier.
Gebruik de kettingzaag niet in een boom.
Als u de
kettingzaag gebruikt wanneer u in een boom bent
geklommen, loopt u kans op lichamelijk letsel.
Zorg er altijd voor dat u een stevige voetensteun hebt
en gebruik de kettingzaag alleen wanneer u op een
stabiel, veilig en horizontaal oppervlak staat.
Glibberige of instabiele oppervlakken, zoals ladders,
kunnen ervoor zorgen dat u uw evenwicht verliest en
de controle over de kettingzaag verliest.
•Wanneer u een tak afzaagt die onder spanning staat,
moet u oppassen voor de terugvering.
Wanneer de
spanning in de houtvezels wordt afgelaten, kan de tak
u met kracht raken en/of ervoor zorgen dat u de
controle over de kettingzaag verliest.
•Wees heel voorzichtig wanneer u kreupelhout en
jonge boompjes afzaagt.
Dit dunne hout kan de
ketting raken en vooruit in uw richting worden
getrokken of u uit uw evenwicht trekken.
Draag de kettingzaag bij het voorste handvat
wanneer de ketting uitgezet is en houd de zaag uit de
buurt van uw lichaam. Wanneer u de kettingzaag
vervoert of opbergt, moet u altijd de kap over de
geleider van de zaagketting doen.
Als de kettingzaag
goed wordt gebruikt, loopt u minder risico dat u per
ongeluk contact maakt met de ketting.
NEDERLANDS - 3
Volg de aanwijzingen voor smering,
kettingopspanning en het verwisselen van
accessoires.
IOnjuist opgespannen of gesmeerde
kettingen breken of vergroten de kans op terugslag.
Houd de handvatten droog, schoon en vrij van olie en
vet.
Vettige, olieachtige handvatten zijn glibberig en
kunnen ervoor zorgen dat u de controle over de
machine verliest.
Zaag alleen hout met deze machine. Gebruik de
kettingzaag nooit voor iets anders dan het beoogde
doel. Bijvoorbeeld: gebruik de kettingzaag niet voor
het zagen van plastic, steen of constructiemateriaal
dat niet van hout is gemaakt.
Als u de kettingzaag
gebruikt voor iets anders dan het beoogde doel, kan
een gevaarlijke situatie ontstaan.
De oorzaak van terugslag en hoe dit voorkomen kan
worden:
Terugslag gebeurt wanneer de neus of punt van de
geleider een voorwerp raakt (afb. B3) of wanneer het
hout de ketting tijdens het zagen vastklemt.
Dit contact met de punt kan een plotselinge
omgekeerde reactie veroorzaken, waardoor de
geleider omhoog en naar achteren, naar de gebruiker
wordt geduwd.
Als de ketting langs de bovenkant van de geleider
wordt vastgeknepen, kan de geleider ineens snel
naar de gebruiker worden geduwd.
Beide reacties kunnen ervoor zorgen dat u de
controle over de kettingzaag verliest, wat tot ernstig
lichamelijk letsel kan leiden. Vertrouw niet uitsluitend
op de veiligheidsfuncties van de kettingzaag zelf. Als
gebruiker van de kettingzaag, moet u enkele stappen
ondernemen om ervoor te zorgen dat er bij uw werk
geen ongelukken of ongevallen voorkomen.
Terugslag is het gevolg van onjuist gebruik van het
gereedschap en/of onjuiste bedrijfsprocedures of
omstandigheden en kan worden vermeden door de
onderstaande voorzorgsmaatregelen te treffen.
Handhaaf een stevige greep op de machine, Waarbij
de duimen en vingers de handvatten van de
kettingzaag omvatten. Houd de kettingzaag met
beide handen vast, en plaats uw lichaam en arm zo,
dat u de terugslagkracht kunt weerstaan.
De
terugslagkracht kan door de gebruiker worden
weerstaan als de juiste voorzorgsmaatregelen
worden getroffen. Laat de kettingzaag nooit los.
Strek niet te ver vooruit en zaag niet boven
schouderhoogte.
Dit helpt te voorkomen dat de punt
van de ketting per ongeluk ergens tegenaan stoot en
zorgt ervoor dat u de kettingzaag in een onverwachte
situatie beter onder controle kunt houden.
Gebruik alleen geleiders en kettingen die door de
fabrikant worden aangeraden.
Onjuist vervangen
geleiders en kettingen kunnen ervoor zorgen dat de
ketting breekt en/of terugslaat.
Volg de slijp- en onderhoudsaanwijzingen van de
fabrikant.
Als de snijdiepte wordt verminderd, kan dit
tot meer terugslag leiden.
Aanvullende veiligheidsaanbevelingen
1. Handleiding. Iedereen die deze machine gebruikt,
moet de handleiding zorgvuldig doorlezen. De
handleiding moet bij de machine worden meegeleverd
als iemand anders de kettingzaag koopt of leent.
2. Voorzorgsmaatregelen. Zorg ervoor dat niemand
deze machine gebruikt die niet precies weet wat er in
de handleiding staat. Onervaren mensen moeten
eerst worden getraind (alleen met een zaagbok).
3. Controles. Controleer de machine zorgvuldig voor elk
gebruik, vooral als hij zwaar werk heeft moeten
leveren of als u het idee hebt dat zich een storing
heeft voorgedaan. Voer alle handelingen uit die staan
beschreven in het hoofdstuk "Onderhoud en opslag –
voorafgaand aan elk gebruik".
4. Reparatie en onderhoud. Alle machineonderdelen die
vervangen kunnen worden, staan duidelijk beschreven
in het hoofdstuk "Assemblage / demontage". Alle
andere machineonderdelen mogen alleen vervangen
worden door een erkend reparatiecentrum.
5. Kleding. (afb. B1) Wanneer deze machine wordt
gebruikt, moet de gebruiker de volgende
goedgekeurde persoonlijke beschermende kleding
dragen: nauw aansluitende beschermende kleding,
veiligheidsschoenen met antislipzolen, kreukelvrije
teenbeschermers en snijbestendige bescherming,
snijbestendige trillingsvrije handschoenen,
veiligheidsbril of vizier, oorbescherming en helm (als
er kans is op vallende voorwerpen). Deze
bescherming is verkrijgbaar van een
werkkledingleverancier.
6. Gezondheidswaarschuwingen – Trillingen en
geluidsniveau. Controleer of er lawaailimieten in de
onmiddellijke omgeving bestaan. Langdurig gebruik
van de machine stelt de operator bloot aan trillingen
die zogenaamde 'dode vingers' (fenomeen van
Raynaud), carpale tunne-syndroom en soortgelijke
aandoeningen kunnen veroorzaken.
7. Gezondheidswaarschuwingen – Chemische stoffen.
Gebruik de soort olie die door de fabrikant wordt
aanbevolen.
8. Gezondheidswaarschuwingen – Hitte. Tijdens het
gebruik bereiken het tandwiel en de ketting erg hoge
temperaturen. Raak deze onderdelen dus niet aan
wanneer ze heet zijn.
Voorzorgsmaatregelen voor transport en opslag. (afb.
B2) Telkens wanneer van werklocatie wordt veranderd,
moet de stekker uit het stopcontact worden gehaald en
moet de remhendel wordt gebruikt. Breng de
geleiderkap aan, telkens wanneer de kettingzaag wordt
vervoerd of opgeborgen. Draag de machine altijd met de
hand met de geleider naar achteren gekeerd. Als de
machine in een voertuig wordt vervoerd, moet hij altijd
goed worden vastgezet, om schade te voorkomen.
Terugslag. (afb.
B3) Terugslag bestaat uit een
plotselinge harde beweging van de geleider naar boven
en naar achteren, richting gebruiker. Dit gebeurt meestal
wanneer het bovenste deel van de geleiderneus (ook wel
de 'terugslagzone' genoemd - zie de rode markeringen
op de geleider), contact maakt met een voorwerp of als
de ketting in het hout komt vast te zitten. Door deze
terugslag raakt de operator de controle over de machine
kwijt, wat tot ernstig en zelfs fataal letsel kan leiden. De
remhendel en andere veiligheidsfuncties zijn
onvoldoende om de gebruiker tegen lichamelijk letsel te
beschermen: de gebruiker moet zich goed bewust zijn
van de omstandigheden waarin terugslag voorkomt en
deze vermijden door de aandacht erbij te houden, op
basis van zijn ervaring, en door de machine verstandig
en juist te gebruiken (bijvoorbeeld: zaag nooit meerdere
takken tegelijkertijd, omdat deze per ongeluk in contact
kunnen komen met de 'terugslagzone'.
Veiligheid in het werkgebied
1. Laat de machine nooit gebruiken door kinderen of
mensen die de gebruiksaanwijzingen niet kennen.
Plaatselijke regels kunnen beperkingen opleggen aan
de leeftijd van de gebruiker.
2. Gebruik het product alleen op de manier en voor de
doeleinden die in deze aanwijzingen staan
beschreven.
NEDERLANDS - 4
3. Controleer het hele werkgebied zorgvuldig op
mogelijke gevaren (bijv. wegen, paden, elektrische
kabels, gevaarlijke bomen, enz.)
4. Houd alle omstanders en dieren uit de buurt van het
werkgebied (zet zo nodig het gebied af en plaats
waarschuwingsborden). Zorg voor een minimum
afstand van 2,5 x de stamhoogte; nooit minder dan
tien meter.
5. De operator is verantwoordelijk voor ongelukken of
gevaarlijke situaties voor andere mensen en hun
eigendommen.
Elektrische beveiliging
1. Aanbevolen wordt dat u een aardlekschakelaar
gebruikt met een uitschakelstroom van niet meer dan
30 mA. Zelfs met een aardlekschakelaar kan de
veiligheid niet 100% worden gegarandeerd en moet
men te allen tijde de veiligheidsrichtlijnen toepassen.
Controleer uw aardlekschakelaar telkens wanneer u
hem gebruikt.
2.
Het snoer vóór gebruik op tekenen van schade of
slijtage controleren. Als het snoer defect is, het
product naar een erkend reparatiecentrum
brengen om het snoer te laten vervangen.
3. Gebruik het product niet als de elektrische snoeren
beschadigd of versleten zijn.
4. Als het snoer wordt doorgesneden of als de isolatie is
beschadigd, moet de netstroom onmiddellijk van de
kettingzaag worden afgehaald. Raak het
elektriciteitssnoer niet aan totdat de stroom is
uitgeschakeld. Repareer een doorgesneden of
beschadigd snoer niet. Neem het product mee naar
een erkend reparatiecentrum en laat het snoer
vervangen.
5. Zorg er altijd voor dat het (verleng)snoer achter de
gebruiker blijft, waarbij het geen gevaar voor de
gebruiker of andere mensen mag opleveren. Zorg
ervoor dat het snoer niet kan worden beschadigd
(door hitte, scherpe voorwerpen, scherpe randen,
olie, enz.)
6. Houd het snoer zo vast dat het tijdens het zagen niet
achter takken e.d. blijft haken.
7. Schakel de machine altijd bij de netstroom uit voordat
u een stekker, contact of verlengsnoer verwijdert.
8. Schakel de machine uit, haal de stekker uit het
stopcontact en inspecteer het stroomsnoer op
beschadiging of slijtage voordat u het snoer oprolt.
Een beschadigd snoer mag niet gerepareerd worden.
Neem het product mee naar een erkend
reparatiecentrum en laat het snoer vervangen.
9. Haal de stekker uit het stopcontact voordat u het
product enige tijd onbeheerd achterlaat.
10.Wikkel het snoer altijd voorzichtig op. Het mag niet
geknikt worden.
11.Gebruik alleen de wisselstroomspanning die op het
productlabel staat aangegeven.
12.De kettingzaag is dubbel geïsoleerd volgens
EN60745 en EN60745-2-13. Onder geen beding
mag een aarde aan enig onderdeel van het product
worden verbonden.
Snoeren
1. Stroom- en verlengsnoeren zijn verkrijgbaar bij een
erkend reparatiecentrum.
2. Gebruik alleen goedgekeurde verlengsnoeren.
3. Verlengsnoeren en kabels mogen alleen worden
gebruikt als ze geschikt zijn voor gebruik buitenshuis.
4. Als u een verlengsnoer met dit product wilt
gebruiken, mogen alleen de volgende
snoerafmetingen worden gebruikt:
- 1,0 mm
2
: max. 40 m lang
- 1,5 mm
2
: max. 60 m lang
- 2,5 mm
2
: max. 100 m lang
C. BESCHRIJVING VAN DE VEILIGHEIDSUITRUSTINGEN
SCHAKELAARVERGRENDELING
Op uw machine is een inrichting (fig.1A)
geïnstalleerd die, indien niet geactiveerd, verhindert
dat de schakelaar kan worden ingedrukt, om per
ongeluk starten van de machine te voorkomen.
KETTINGREM BIJ LOSLATEN VAN DE
SCHAKELAAR
Uw machine is voorzien van een inrichting die de
ketting onmiddellijk blokkeert wanneer de schakelaar
wordt losgelaten; mocht deze beveiliging niet goed
werken dan mag u de machine niet gebruiken en
moet u hem direct naar een erkende
servicewerkplaats brengen.
HANDBESCHERMING
VOOR/KETTINGREMHANDEL
De handbescherming voor (fig.1B) voorkomt (mits u
de machine op de juiste wijze vasthoudt) dat uw
linker hand in contact komt met de ketting. De
handbescherming voor fungeert bovendien als
kettingrem, een inrichting die werd ontwikkeld om de
ketting binnen enkele milliseconden te blokkeren in
geval van terugslag. De kettingrem wordt
uitgeschakeld door de handbescherming voor naar
achteren te trekken en te vergrendelen (fig.2). De
kettingrem wordt geactiveerd wanneer de voorste
handbescherming naar voren wordt geduwd, zodat
de ketting stopt (fig.3). De kettingrem kan
geactiveerd worden met de linkerpols door naar
voren te duwen, of
wanneer de pols in contact komt met de voorste
handbescherming door een terugslag. Wanneer de
machine gebruikt wordt met het kettingblad in
horizontale positie, bijvoorbeeld bij het omhakken
van een boom, dan biedt de kettingrem minder
bescherming. (fig.4)
OPMERKING: Wanneer de kettingrem is geactiveerd,
koppelt een veiligheidsschakelaar de stroom naar de
motor af.
Het loslaten van de kettingrem, terwijl de
schakelaar wordt vastgehouden, zal het
product starten.
KETTINGVANGER
Deze machine is uitgerust met een kettingvanger
(fig.5) geplaatst onder het kettingwiel. Dit
mechanisme is bedoeld om de achterwaartse
kettingbeweging te stoppen wanneer de ketting
breekt of uit de groef loopt. Deze situaties kunt u
vermijden door ervoor te zorgen dat u de ketting op
de juiste wijze spant (Zie hoofdstuk "D. In elkaar
zetten/uit elkaar halen").
HANDBESCHERMING ACHTER
Deze dient ter bescherming (fig.6) van de rechter
hand in geval breuk of aflopen van de ketting.
NEDERLANDS - 5
D. MONTAGE / DEMONTAGE
GELEIDER EN KETTING
Wees heel voorzichtig wanneer u de ketting over de geleider legt. Zorg dat dit goed gebeurt.
Haal de stekker uit het stopcontact voordat u werkzaamheden aan de kettingzaag uitvoert.
1. Controleer of de kettingrem is geactiveerd. Is dat het geval, haal de rem eraf.
2a & 2b. Haal de binnenste geleiderborgknop naar buiten en draai hem naar links om de kap van het
kettingwiel te verwijderen.
Draag altijd handschoenen.
3. Leg de ketting over de geleider. Begin bij het neuswiel en leg de ketting in de groef van de geleider.
Zorg dat de scherpe kant van de snijdanten aan de bovenkant van de geleider naar voren gericht is (zie de
markering op de geleider).
4. Plaats de geleider op de borgschroef en zorg ervoor dat hij zover mogelijk naar achteren, richting tandwiel
aan zit. Plaats de ketting over het tandwiel en trek de geleider naar voren om de ketting op te spannen.
5. Zet de kap van het kettingwiel terug en draai de binnenste geleiderborgknop naar rechts, totdat hij iets vast
zit.
6 & 7. Om de ketting op spanning te brengen, draait u de buitenste knop van de kettingspanner naar rechts.
Breng de ketting op spanning, totdat de spanning juist is. Controleer de spanning door de ketting van de
geleider af te trekken. Zorg dat de tussenruimte ca. 2-3 mm is. Als u spanning van de ketting af moet halen,
draait u de knop naar links. (Wanneer u dit doet, houdt u de neus van de geleider naar boven gericht.)
8a & 8b. Wanneer de spanning juist is, draait u de binnenste geleiderborgknop naar rechts, totdat hij goed
strak zit. Klap de knop weer terug op zijn plaats.
Als de ketting te strak is gespannen, wordt de motor overbelast, wat schade kan veroorzaken. Onvoldoende
spanning kan ervoor zorgen dat de ketting van de geleider af gaat. Een ketting die juist is gespannen zorgt
voor uitstekend resultaat en gaat lang mee. Controleer de spanning regelmatig, omdat de ketting door het
gebruik langer wordt (vooral wanneer de ketting nieuw is; na de eerste montage moet de kettingspanning na
enkele minuten werking worden gecontroleerd); maak de ketting niet onmiddellijk na het gebruik strakker,
wacht totdat hij is afgekoeld.
Waarschuwing: De ketting en de geleider kunnen heel heet worden
NEDERLANDS - 6
E. STARTEN EN STOPPEN
Begin: pak beide handgrepen stevig vast, maak de
kettingremhendel los terwijl u ervoor zorgt dat uw
hand nog steeds op de voorste handgreep ligt, druk
het schakelblok in en houdt dit ingedrukt; druk dan
de schakelaar in (u kunt nu het schakelblok loslaten).
Stoppen: De machine stopt wanneer de schakelaar
wordt losgelaten of wanneer de kettingrem wordt
gebruikt.
F. SMEREN VAN ZWAARD EN KETTING
OPGEPAST! Onvoldoende smering zorgt ervoor dat
de ketting breekt en veroorzaakt ernstig lichamelijk
letsel.
Controleer volgens de aanwijzingen in “Onderhoud“
of de juist hoeveelheid kettingolie wordt afgegeven.
Keuze van de kettingolie
Gebruik de soort olie die door de fabrikant wordt
aanbevolen.
Wij raden het gebruik van biologische kettingolie aan,
die biologisch afbreekbaar is.
Olie bijvullen
Draai de olietankdop open, vul te tank zonder olie te
morsen (mocht dit toch gebeuren reinig de machine
dan zorgvuldig) en draai de dop goed vast.
H. ZAAGTECHNIEKEN
Voorkom het volgende tijdens gebruik: (fig.1)
- zaagwerk in situaties waarbij de stam tijdens het
zagen kan breken (hout onder spanning, droge dode
bomen, etc.): een onverwachte breuk kan zeer
gevaarlijk zijn.
- dat het zwaard of de ketting in de snede geklemd
raakt: mocht dit gebeuren, de machine van het
voedingsnet afkoppelen en probeer de stam op te
tillen door een geschikt middel als hefboom te
gebruiken; tracht de machine niet te bevrijden door
schudden of trekken, omdat u hiermee schade of
letsel kunt veroorzaken.
- situaties die de kans op terugslag kunnen
verhogen.
- het product boven schouderhoogte te gebruiken
- hout te zagen waarin vreemde objecten zoals
spijkers zitten
De machine nooit gebruiken in aarde of stenen, daar
dit de ketting direct zou beschadigen.
Tijdens het gebruik: (fig.1)
- Indien u op hellend terrein werkt, blijf dan boven de
stam, zodat deze u niet kan raken mocht hij naar
benden rollen.
- Bij het vellen van bomen het werk altijd afmaken:
een gedeeltelijk gevelde boom kan breken.
- Na beëindiging van elke snede voelt u een
aanzienlijke verandering in de kracht die nodig is om
de machine vast te houden. Wees zeer voorzichtig
zodat u de controle over de machine niet verliest.
G. ONDERHOUD EN OPSLAG
Haal de stekker uit het stopcontact voordat u
onderhouds- of schoonmaakwerkzaamheden
gaat uitvoeren.
PAS OP! In geval van werk in een bijzonder
vuile of stoffige omgeving, moeten de
beschreven werkzaamheden met kortere intervallen
worden uitgevoerd dan hier aangegeven.
Voor elk gebruik
Controleer of de kettingoliepomp goed werkt: richt
het zwaard op een licht oppervlak, op een afstand
van ca. twintig centimeter; nadat de machine een
minuut heeft gewerkt moet het oppervlak duidelijke
oliesporen vertonen (fig.1). Controleer of het in- en
uitschakelen van de kettingrem niet te moeizaam of
te gemakkelijk gaat en of hij niet geblokkeerd is.
Controleer vervolgens de werking ervan als volgt:
schakel de kettingrem uit, pak de machine op de
juiste wijze vast en start hem, schakel de kettingrem
in door de handbescherming voor met uw linker
pols/arm naar voren te duwen, maar zonder de
handgrepen los te laten (fig.2). Als de kettingrem
correct werkt, moet de ketting onmiddellijk
geblokkeerd worden. Controleer of de ketting scherp
is (zie hieronder), in goede staat verkeert en correct
is gespannen, indien hij onregelmatig gesleten is of
een snijtand heeft van slechts 3mm, moet hij worden
vervangen (fig.3).
Reinig de ventilatieopeningen regelmatig om
oververhitting van de motor te voorkomen. (fig 4).
Controleer de werking van de schakelaar en de
schakelaarvergrendeling (uit te voeren bij
uitgeschakelde kettingrem): bedien de schakelaar en
de schakelaarvergrendeling en controleer of ze in de
ruststand terugkomen zodra ze worden losgelaten;
controleer of het onmogelijk is de schakelaar te
bedienen zonder dat de schakelaarvergrendeling is
ingedrukt.
Controleer of de kettingvanger en de
handbescherming achter in perfecte staat verkeren
en geen defecten vertonen, zoals beschadigingen
van het materiaal.
Elke 2-3 werkuren
Controleer het zwaard, en reinig indien nodig
zorgvuldig de smeergaten (fig.5) en de
kettinggeleider (fig.6); indien deze versleten is of
diepe putten vertoont moet hij worden vervangen.
Maak het kettingwiel regelmatig schoon en zorg
ervoor dat het niet te veel is versleten. (fig.7). Smeer
het neuswiel van het zwaard met lagervet via de
aangegeven opening (fig.8).
Vijlen van de ketting
Neem contact op met een erkend servicecentrum als
u een probleem ondervindt met het slijpen van de
ketting.
De ketting moet op de juiste wijze worden
geslepen. Een onjuist geslepen ketting zorgt
voor terugslag en een grote kans op lichamelijk
letsel.
Als de ketting niet zaagt zonder dat men het zwaard
tegen het hout drukt en als het zaagsel zeer fijn is, is dit
een teken dat de ketting niet goed scherp is. Als de
snede geen zaagsel produceert, dan is de snijkant van
de ketting volledig afgesleten en wordt het hout bij het
zagen verpulverd. Een goed geslepen ketting gaat
moeiteloos door het hout en vormt grof, lang zaagsel.
Het snijdende gedeelte van de ketting wordt gevormd
door de snijschakel (fig.9), met een snijtand (fig.10)
en
een dieptesteller (fig.11). Het hoogteverschil hiertussen
bepaalt de zaagdiepte; om een goede scherpte te
verkrijgen zijn een vijlgeleider en een ronde vijl met een
diameter van 4mm vereist. Ga als volgt te werk: met de
ketting gemonteerd en correct gespannen, de
kettingrem inschakelen en de vijlgeleider loodrecht op
het zwaard plaatsen zoals in de afbeelding getoond
(fig.12). Vijl de snijtand met de aangegeven hoek
(fig.13A & fig 13B), steeds van de binnenkant naar de
buitenkant en met afnemende druk bij de teruggaande
beweging (het is van groot belang dat deze
aanwijzingen worden opgevolgd: een overmatige of
onvoldoende slijphoek of een verkeerde vijldiameter
verhoogt de kans op terugslag). Om een betere precisie
op de zijhoeken te verkrijgen wordt aangeraden de vijl
zo te plaatsen dat hij verticaal ca. 0,5 mm over de
bovenste snijkant steekt. Vijl eerst alle tanden aan de
ene kant, draai daarna de machine om en vijl de tanden
aan de andere kant. Zorg ervoor dat een gelijke lengte
van alle tanden wordt verkregen en dat de hoogte van
de dieptestellers 0,6mm lager is dan de bovenste
snijkant: controleer de hoogte met behulp van een
kaliber en vijl (met een platte vijl) het uitstekende
gedeelte af, en werk het voorste gedeelte van de
dieptesteller rond af (fig.14), waarbij u erop moet
letten dat u NIET ook de terugslag-
beschermingstand afvijlt (fig.15).
Om de 30 bedrijfsuren.
Breng de machine naar een erkend reparatiecentrum.
Opslag/Transport
Laat het product afkoelen en plaats de kap over de
geleider en de ketting.
Sla het product op een koele, droge plaats op, buiten
het bereik van kinderen. Niet buiten opslaan.
Zorg ervoor dat er geen olie uit het product lekt.
NEDERLANDS - 7
NEDERLANDS - 8
In de onderstaande tekst wordt verwezen naar de
volgende twee zaagmethodes:
Zagen met getrokken ketting (van boven naar
beneden) (fig.2), waarbij het risico bestaat van een
plotselinge beweging van de machine naar de stam
toe met als gevolg controleverlies, gebruik indien
mogelijk de veltand tijdens het zagen.
Zagen met geduwde ketting (van onder naar boven)
(fig.3): hierbij bestaat het gevaar van een plotselinge
beweging van de machine naar de gebruiker toe, met
het risico dat deze geraakt wordt, of stoten van de
risicozone tegen de stam met als gevolg terugslag;
bij deze zaagmethode is grote voorzichtigheid
geboden.
De meest veilige methode om de machine te
gebruiken is met het hout op de zaagbok
geblokkeerd, van boven naar onder zagend en op
het gedeelte buiten de steun. (fig.4)
Gebruik van de veltand
Gebruik wanneer mogelijk de veltand om veiliger te
werken: plant hem in de schors of het stamoppervlak,
zodat u gemakkelijker de controle over de machine
bewaart.
Hieronder worden de standaard procedures
beschreven die in bepaalde situaties moeten worden
toegepast. U dient echter van keer tot keer te
beoordelen of deze procedures al dan niet op uw
geval van toepassing zijn, om een methode te kiezen
die zo min mogelijk risico’s met zich meebrengt.
Stam aan de grond (Risico dat de grond aan het eind
van de snede met de ketting wordt geraakt). (fig.5)
Zaag van boven naar onder door de hele stam. Werk
voorzichtig aan het eind van de snede om te voorkomen
dat de ketting de grond raakt. Stop indien mogelijk op
2/3 van de dikte van de stam, draai hem om en zaag
het resterende gedeelte van boven naar onder, om
het risico van contact met de grond te voorkomen.
Stam aan één kant ondersteund (Risico dat de stam
breekt tijdens het zagen) (fig.6)
Begin de snede van onder tot op circa 1/3 van de
diameter, en zaag vervolgens van bovenaf tot u bij de
ondersnede uitkomt.
Stam aan beide uiteinden ondersteund (Risico dat
de ketting geklemd raakt.) (fig.7)
Begin de snede van bovenaf tot op circa 1/3 van de
diameter, en zaag vervolgens van onderaf tot u bij de
bovensnede uitkomt.
Een boomstam die tegen een helling aan ligt Ga altijd
aan de hogere kant van de boomstam staan. Wanneer
u de boomstam doorzaagt, bewaart u controle over de
kettingzaag door de snijdruk tegen het einde van de
zaagbeweging wat af te laten, zonder dat u uw greep
op de handvatten van de kettingzaag ontspant. Zorg
ervoor dat de ketting niet in contact komt met de grond.
Bomen vellen
PAS OP! :Probeer geen bomen te vellen wanneer u hier
niet de nodige ervaring mee heeft, en vel in geen geval een
boom die een grotere diameter heeft dan de lengte van het
zwaard! Deze operatie mag alleen door deskundigen
en met geschikte uitrustingen worden uitgevoerd.
Bij het vellen van een boom is het de bedoeling hem in de
meest geschikte positie te laten vallen voor het latere
onttakken en in stukken zagen. (Voorkom dat een vallende
boom in een andere boom verstrikt raakt: een verstrikte
boom laten vallen is een zeer gevaarlijke operatie).
U moet de juiste valrichting bepalen door het volgende te
beoordelen: wat zich rond de boom bevindt, de helling en
kromming van de boom, de windrichting en de
dichtheid van de takken.
Houd ook rekening met de aanwezigheid van dode of
gebroken takken die af kunnen breken tijdens het
vellen en een gevaar kunnen vormen.
PAS OP! Tijdens het vellen van een boom in kritieke
omstandigheden, na het zagen altijd direct de
gehoorbescherming afnemen om ongewone
geluiden en eventuele waarschuwingssignalen te
kunnen horen.
Voorbereidende werkzaamheden en bepalen van de
vluchtroute
Verwijder eventuele takken die het werk hinderen
(fig.8), van boven naar onder werkend, en houd de
stam tussen u en de machine terwijl u vervolgens de
moeilijkere takken één voor één verwijdert. Verwijder
de begroeiing rond de boom en let op eventuele
aanwezige obstakels (stenen, wortels, greppels etc.)
bij het plannen van uw vluchtroute (te benutten
tijdens het vallen van de boom); zie de afbeelding
(fig.9) voor de te kiezen richting (A voorziene
valrichting van de boom. B. Vluchtroute C. Risicozone)
VELTECHNIEK (fig.10)
Om de controle over de vallende boom te verzekeren
moeten de volgende sneden worden uitgevoerd:
De valkerf, die het eerst moet worden gemaakt en dient om
de valrichting van de boom te bepalen: maak eerst
de BOVENSNEDE van de valkerf aan de kant waarnaar de
boom moet vallen. Blijf rechts van de boom en zaag met
getrokken ketting; maak vervolgens de ONDERSNEDE van
de valkerf, die op hetzelfde punt moet eindigen als
de bovensnede. De diepte van de valkerf moet 1/4 van de
stamdiameter bedragen, met een hoek tussen de boven-
en ondersnede van tenminste 45°. Het ontmoetingspunt
tussen de twee sneden wordt “valkerflijn” genoemd.
Deze lijn moet perfect horizontaal zijn en een rechte
hoek (90°) vormen met de valrichting.
De velsnede, die het doel heeft de boom te doen
vallen, moet op 3-5 cm boven het ondervlak van de
valkerf worden gemaakt, en moet eindigen op een
afstand van de valkerf die overeenkomt met 1/10 van
de stamdiameter. Blijf links van de boom en zaag met
getrokken ketting, met gebruik van de veltand.
Controleer of de boom zich niet in een andere
richting beweegt dan de beoogde valrichting. Steek
zodra dit mogelijk is een wig in de zaagsnede. Het
ongezaagde stuk van de stam wordt scharnierpunt
genoemd, en dient om de valrichting van de boom te
sturen. Als het scharnierpunt te klein is, niet recht is
of geheel is doorgezaagd, is het niet meer mogelijk
de vallende boom te sturen (zeer gevaarlijk!).
Daarom moeten de diverse sneden met grote
precisie worden uitgevoerd.
Wanneer de zaagsneden zijn voltooid, begint de
boom te vallen en kan eventueel worden geholpen
met een wig of velhevel.
Onttakken
Wanneer de boom is geveld moet de stam van zijn
takken worden ontdaan. Onderschat dit werk niet,
want de meeste ongelukken als gevolg van terugslag
vinden juist in deze fase plaats. Let dus goed op de
positie van de neus van het zwaard tijdens het zagen
en werk aan de linkerkant van de stam.
ECOLOGISCHE INFORMATIE
In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie voor het behoud van de ecologische kenmerken die in de
ontwikkelingsfase van de machine werden vastgesteld, een correct gebruik van de machine en de verwerking
van de olie.
GEBRUIK VAN DE MACHINE
De werkzaamheden voor het vullen van de olietank moeten zo worden uitgevoerd dat geen lozing van de
kettingolie in het milieu wordt veroorzaakt.
LANGE PERIODES VAN STILSTAND
Maak de olietank altijd leeg in geval van langdurige opslagperiodes.
SLOOP
Voorkom lozing in het milieu van de afgedankte machine; lever hem in bij de aangewezen instellingen voor
afvalverwerking volgens de geldende wettelijke voorschriften.
Het symbool op het product of de verpakking betekent dat dit product niet mag worden behandeld als
gewoon huishoudelijk afval, maar in plaats daarvan moet worden ingeleverd bij het punt voor recycling van
elektrische en elektronische apparatuur. Door dit product correct te verwijderen helpt u om de negatieve
gevolgen die een verkeerde verwerking van dit product kan hebben voor het milieu en de gezondheid te
voorkomen.
Voor verdere informatie over recycling van dit product kunt u contact opnemen met uw gemeente, de relevante
dienst voor de verwerking van huishoudelijk afval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
TABEL VOOR STORINGSOPSPORING
NEDERLANDS - 9
De motor De motor De machine De motor De draaiende
start niet draait slecht start wel maar draait op ketting wordt niet
of verliest zaagt niet ongewone goed door het
vermogen goed wijze remmechanisme
geblokkeerd
Controleer of er stroom
op het net staat
VControleer of de
stekker goed in het
stopcontact is gestoken
Controleer de
voedingskabel en de
verlengkabel op
beschadigingen
Controleer of de
kettingrem niet is
ingeschakeld
Controleer of de ketting
goed aangebracht
en gespannen is
Controleer de smering
van de ketting zoals
beschreven in
hoofdstuk F en G
Controleer of de
ketting scherp is
Wend u tot een
erkende
servicewerkplaats
••
••
De ketting en kettinggeleider zijn verbruiksartikelen en worden niet door de garantie gedekt
EU CONFORMITEITSVERKLARING
Ondergetekende, Husqvarna AB, S-561 82, Huskvarna, Sweden, bevestigt hierbij dat hieronder genoemde
apparaten in de door ons in de handel gebrachte uitvoering voldoen aan de eis van, en in overeenstemming
zijn met de EU-richtlijnen, de EU-veiligheidsstandaarden en de voor het product specifieke standaarden. Deze
verklaring komt te vervallen wanneer de eenheid zonder onze goedkeuring gewijzigd wordt.
Omschrijving van het apparaat................... Chainsaw - Kettingzaag
Type ................................................... CST3018, CST3518 - CS = Chainsaw
Jaar van de CE-aanduiding........................ 2009
EU-richtlijnen:
2006/42/EC, 2004/108/EC, 2000/14/EC, 2011/65/EU
Geharmoniseerd EN:
EN60745-1, EN60745-2-13, EN50366, EN55014-1, EN61000-3-2, EN61000-3-11
Erkend lichaam dat het EG-typeonderzoek heeft uitgevoerd ........................ MEEI Kft., 1007
Váci út 48/a-b
1132 Budapest
Hungary
Certificaatnr.. .................................................................................................. M3 69240048
Ulm
15/02/2013
Peter Lameli
Wereldwijd directeur O&O - Handheld
Houder van technische documentatie
1) Met werkgebied gerelateerd emissiekenmerk: niveau L
pA
voldoet aan EN60745-2-13 in de tabel.
Trillingen: waarde a
h
voldoet aan EN60745-2-13 in de tabel.
De vermelde totale trillingswaarde is gemeten in overeenstemming met een standaardtestmethode en kan
worden gebruikt om gereedschappen met elkaar te vergelijken.
De vermelde totale trillingswaarde kan tevens worden gebruikt bij een voorlopige beoordeling van
blootstelling.
Waarschuwing:
De trilling die dit elektrisch gereedschap tijdens het gebruik veroorzaakt, kan afwijken van de vermelde totale
trillingswaarde, afhankelijk van de manier waarop het gereedschap gebruikt wordt.
Gebruikers moeten veiligheidsmaatregelen treffen om zichzelf te beschermen, die zijn gebaseerd op een
geraamde blootstelling onder de werkelijke gebruiksomstandigheden (naast het eigenlijke gebruik ook
rekening houdend met alle fasen van de gebruikscyclus, zoals keren dat het gereedschap wordt
uitgeschakeld en tijd dat het stationair draait).
2) De geluidsniveauwaarden L
WA
voldoen aan 2000/14/EC in de tabel.
Controleprocedure conformiteit...................... Annex V
EN 61000-3-11 Verklaring van overeenkomstigheid
Al naar gelang de kenmerken van het plaatselijke stroomnetwerk kan het gebruik van dit product voor een kort
spanningsverlies zorgen, zodra het wordt ingeschakeld. Dit kan van invloed zijn op andere elektrische
apparatuur, bijv. een lamp die tijdelijk dimt. Als de impedantie van uw stroomnetwerk lager is dan de waarde in
de tabel (die voor uw model geldt), dan hebt u geen last van dit effect. De waarde van de netwerkimpedantie
kan wordt vastgesteld door contact op te nemen met uw elektriciteitsbedrijf.
Type CST3018 CST3518
Art. no. 8864 8860
Droog gewicht
(Kg) 5.4 5.5
Vermogen (kW) 1.8 1.8
Inhoud olietank (cm
3
) 180 180
Kettingsteek (inches) 3/8 3/8
Kettingmaat (mm) 1.3 1.3
Maximale lengte van geleider (mm) 300 350
Gemeten geluidsvermogen L
WA
2)
(dB(A)) 106 106
Gegarandeerd geluidsvermogen L
WA
2)
(dB(A)) 108 108
Geluidsdruk L
pA
1)
(dB(A)) 86 86
Onzekerheid K
pA
(dB(A)) 2.5 2.5
Hand-armtrillingen a
h
1)
(m/s
2
) 3.4 3.4
Onzekerheid K
ah
(m/s
2
) 1.5 1.5
Voedingsimpedantie Z
max (
Ω)
0.382 0.382
Snijsnelheid (m/s)
10 10
NEDERLANDS - 10

Documenttranscriptie

D GB F NL S WICHTIGE INFORMATION Übersetzung der englischen Originalbetriebsanleitung. Bitte vor dem Benutzen des Gerätes durchlesen und gut aufbewahren. IMPORTANT INFORMATION Original Instructions. Read before use and retain for future reference. RENSEIGNEMENTS IMPORTANTS Instructions d’origine. A lire avant usage et à conserver pour référence ultérieure. BELANGRIJKE INFORMATIE Oorspronkelijke instructies. Leest u deze informatie voor het gebruik en bewaar ze voor toekomstige raadpleging. VIKTIG INFORMATION Originalinstruktioner. Läs anvisningarna före användningen och spara dem för framtida behov. ΣΗΜΑΝΤΙΚΕΣ ΠΛΗΡΟΦΟΡΙΕΣ GR Aρχικές οδηγίες. ∆ιαβάστε αυτό το φυλλάδιο πριν από τη χρήση της συσκευής και φυλάξτε το για µελλοντική αναφορά. ВАЖНАЯ ИНФОРМАЦИЯ RUS Иcxoдныe инcтрyкции. Прочитайте перед тем, как включить триммер, и сохраните для дальнейшего использования. SLO POMEMBNA INFORMACIJA Originalna navodila. Preberite pred uporabo in shranite za prihodnjo uporabo. HR VAŽNE INFORMACIJE Originalne upute. Pročitati prije upotrebe i sačuvati za buduće osvrte. VAŽNE INFORMACIJE SRB Originalna uputstva. Pročitajte pre upotrebe BIH i sačuvajte kao podsetnik u budućnosti VIGTIGE OPLYSNINGER DK Originale instruktioner. Du bør læse N FIN I E P brugsanvisningen før brug og gemme til senere henvisning. VIKTIG INFORMASJON Originalinstrukser. Les bruksanvisningen nøye før bruk og oppbevar den for senere bruk. VIGTIGE OPLYSNINGER Alkuperäiset ohjeet. Du bør læse brugsanvisningen før brug og gemme til senere henvisning. INFORMAZIONI IMPORTANTI Istruzioni originali. Leggere prima dell’uso e conservare per ulteriore consultazione. INFORMACIÓN IMPORTANTE Instrucciones originales. Léase antes de utilizar y consérvela como referencia en el futuro INFORMAÇÕES IMPORTANTES Instruções Originais. Leia antes de utilizar e guarde para consulta futura ВАЖЛИВА ІНФОРМАЦІЯ UA Оригінальні інструкції. Прочитайте перед початком роботи і збережіть для подальшого використання. MANUAL DE INSTRUCŢIUNI RO Instrucţiuni originale. Inainte să folosiţi mașina de tuns pentru prima oară, citiţi cu atenţie manualul de instrucţiuni pentru a-i înţelege conţinutul. ÖNEMLİ BİLGİLER TR Orijinal Talimatlar. Kullanmadan önce okuyunuz ve ileride başvurmak üzere saklayınız. ВАЖНА ИНФОРМАЦИЯ BG Оригиналните инструкции. очетете преди употреба и запазете за бъдещи справки AL UWAGA PL Oryginalne Instrukcje. Zapoznać się z treścią niniejszej instrukcji przed użyciem i zachować ją do dalszego użytkowania urządzenia. H FONTOS INFORMÁCIÓ Eredeti Utasítás. Használat előtt olvassa el, és tartsa meg későbbi felhasználásra. DŮLEŽITÁ INFORMACE CZ Originální pokyny. Než začnete stroj používat, přečtěte si pozorně tento návod a uschovejte jej pro další použití v budoucnu. DÔLEŽITÉ INFORMÁCIE SK Pôvodné pokyny. Pred použitím si prečítajte nasledovné informácie a odložte si ich pre budúcu potrebu. INFORMACION I RËNDËSISHËM Udhëzimet origjinale. Lexojini përpara se ta përdorni pajisjen dhe ruajini për t'ju referuar në të ardhmen. OLULINE TEAVE EST Algsed juhised. Enne seadme LT kasutuselevõtmist lugege kasutusjuhend läbi ning säilitage see tuleviku tarbeks. OPERATORIAUS INSTRUKCIJŲ RINKINYS Pagrindinės instrukcijos. Perskaitykite šį instrukcijų rinkinį labai atidžiai, kad pilnai suprastumėte turinį, prieš pradėdami naudoti vejos/žolės pjovėją. SVARĪGA INFORMĀCIJA LV Sākotnējās instrukcijas. Pirms lietošanas izlasiet un saglabājiet turpmākām uzziņām. A. ALGEMENE BESCHRIJVING 1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8) 9) 10) 11) 12) 13) 14) 15) 16) Kabel Handvat achter Handbescherming achter Kijkglaasje oliereservoir Ventilatiegaten Schakelaar Dop oliereservoir Handvat voor Handbescherming voor /remhendel Gepunte bumper Kettingopspanknop – buitenste knop Geleiderborgknop – binnenste knop Kettingvanger Kettingwielkast Smeergat Geleidergroef 17) 18) 19) 20) 21) 22) 23) 24) 25) 26) 27) 28) 29) 30) 31) Geleider Neuskettingwiel Kettingopspanplaat Uitschakelknop Geleiderkap Ketting Handleiding Snijtand Snijdieptemeter Aandrijftand Snijschakel Kettingwiel Geleiderborgschroef Trekontlasting Oliefles 11 4 3 9 Voorbeeld-etiket 12 8 7 5 6 2 1 10 1) Geluidsvermogen gegarandeerd volgens richtlijn 2000/14/EC 2) Werktuig van Klasse II 3) CE-markering 4) Nominale frequentie 5) Nominaal vermogen 6) Wisselstroom 7) Nominale spanning 8) Productcode 9) Bouwjaar 10) Maximale lengte van geleider 11) Naam en adres fabrikant 12) Mode NEDERLANDS - 1 B. VEILIGHEIDSINSTRUCTIES BETEKENIS VAN DE SYMBOLEN Waarschuwing Richting van de snijtand Gebruiksaanwijzing aandachtig lezen Altijd met twee handen gebruiken Veiligheidslaarzen Gevaar voor terugslag Helm, gehoorbescherming en veiligheidsbril of vizier Niet blootstellen aan regen of vocht Veiligheidshandschoenen Kettingolie Lange veiligheidsbroek tegen snijwonden Niet doen … Rem uitgeschakeld, ingeschakeld Machine uitschakelen Haal de stekker uit het stopcontact voordat u de machine verstelt of schoonmaakt Als het snoer beschadigd of doorgesneden is, dient u de stekker onmiddellijk uit het stopcontact te halen 10 m Houd omstanders uit de buurt Algemene veiligheidswaarschuwingen voor elektrische gereedschappen. WAARSCHUWING Lees alle veiligheidswaarschuwingen en alle instructies. Het niet opvolgen van de waarschuwingen en instructies kan stroomschokken, brand en/of ernstig letsel tot gevolg hebben. Bewaar alle waarschuwingen en instructies voor toekomstig gebruik. Onder de term ‘“elektrisch gereedschap” in de waarschuwingen wordt verstaan uw elektrisch gereedschap met netvoeding (met snoer) of uw elektrisch gereedschap met batterij (zonder snoer). 1) Veiligheid op de werkplek a) Zorg ervoor dat de werkplek schoon en goed verlicht is. Een rommelige of donkere werkplek kan ongelukken veroorzaken. b) Gebruik het elektrisch gereedschap niet in explosieve atmosferen, bijvoorbeeld in aanwezigheid van ontvlambare vloeistoffen, gassen of stof. Elektrische gereedschappen geven vonken af die het stof of de dampen vlam kunnen doen vatten. Kans op elektrische schok c) Zorg ervoor dat kinderen en omstanders op een afstand blijven wanneer u een elektrisch gereedschap gebruikt. Als u afgeleid wordt kunt u de controle over het gereedschap verliezen. 2) Elektrische veiligheid a) De stekker van het elektrisch gereedschap moet geschikt zijn voor het stopcontact. Nooit een stekker modificeren. Gebruik geen adapterstekkers in combinatie met geaarde elektrische gereedschappen. Ongemodificeerde stekkers en geschikte stopcontacten reduceren het risico van stroomschokken. b) Vermijd lichaamscontact met geaarde oppervlakken zoals pijpen, radiators, fornuizen en koelkasten. Het risico van stroomschokken neemt toe als uw lichaam geaard wordt. c) Stel elektrische gereedschappen niet bloot aan regen of natte condities. Als er water in een elektrisch gereedschap komt, neemt het risico van stroomschokken toe. NEDERLANDS - 2 d) Misbruik het snoer niet. Gebruik het snoer niet om het elektrisch gereedschap te dragen of naar u toe te trekken, of de stekker uit het stopcontact te trekken. Houd het snoer uit de buurt van warmtebronnen, olie, scherpe randen en bewegende onderdelen. Met een beschadigd of verknoopt snoer neemt het risico van stroomschokken toe. e) Als het elektrisch gereedschap buiten gebruikt wordt, gebruik dan een verlengsnoer dat geschikt is voor gebruik buitenshuis. Het gebruik van een geschikt snoer vermindert het risico van stroomschokken. f) Als gebruik van elektrisch gereedschap op een vochtige plek onvermijdelijk is, gebruik dan een door een aardlekschakelaar (RCD) beschermde voedingsbron. Een RCD vermindert het risico van stroomschokken. 3) Persoonlijke veiligheid a) Blijf alert, let op wat u doet en gebruik uw gezond verstand bij gebruik van elektrisch gereedschap. Gebruik elektrische gereedschappen niet als u moe of onder invloed van drugs, alcohol of geneesmiddelen bent. Zelfs als u één ogenblik niet oplet tijdens gebruik van elektrisch gereedschap, kan dit ernstig persoonlijk letsel veroorzaken. b) Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen. Draag altijd oogbescherming. Beschermingsmiddelen zoals een stofmasker, slipvrije veiligheidsschoenen, een helm of oorbescherming in bepaalde condities verminderen het risico van persoonlijk letsel. Deze bescherming is verkrijgbaar van een werkkledingleverancier. c) Voorkom dat u de apparatuur per ongeluk opstart. Controleer of de schakelaar in de uit-stand staat voordat u de stekker in het stopcontact steekt, een batterij aansluit of het gereedschap oppakt. Het dragen van elektrisch gereedschap met uw vinger op de schakelaar of het inschakelen van elektrisch gereedschap dat aanstaat kan ongelukken veroorzaken. d) Reik niet te ver. Zorg dat u altijd stevig staat en in balans blijft. U heeft dan beter controle over het elektrisch gereedschap in onverwachte situaties. e) Draag geschikte kleding. Draag geen loszittende kleding of sierraden. Houd haar, kleding en handschoenen uit de buurt van bewegende onderdelen. Loszittende kleding, sierraden of lang haar kan verstrengeld raken in bewegende onderdelen. 4) Gebruik en verzorging van elektrische gereedschappen a) Forceer het elektrisch gereedschap niet. Gebruik het juiste elektrisch gereedschap voor het betreffende doeleinde. Het juiste elektrisch gereedschap levert betere resultaten op en is veiliger voor het doel waarvoor het ontworpen werd. b) Gebruik het elektrisch gereedschap niet als het niet met de schakelaar aan en uit te zetten is. Een elektrisch gereedschap dat niet via de schakelaar te bedienen is, is gevaarlijk en moet gerepareerd worden. c) Neem de stekker uit het stopcontact en uit het elektrisch gereedschap voordat u instellingen verandert, hulpstukken verwisselt of het gereedschap opbergt. Dergelijke voorzorgsmaatregelen verminderen het risico dat het elektrisch gereedschap per ongeluk opstart. d) Bewaar elektrische gereedschappen buiten het bereik van kinderen en laat ze niet bedienen door personen die niet vertrouwd zijn met het gereedschap of deze instructies. Elektrische gereedschappen zijn gevaarlijk in de handen van onervaren gebruikers. e) Houd het elektrisch gereedschap goed bij. Controleer op foutuitlijning of vasthaken van bewegende onderdelen, kapotte onderdelen en andere condities die de werking van het gereedschap kunnen aantasten. Indien het elektrisch gereedschap beschadigd is, repareer het dan alvorens het weer te gebruiken. Veel ongelukken worden veroorzaakt door slecht onderhouden elektrische gereedschappen. f) Houd snijgereedschappen scherp en schoon. Goed onderhouden snijgereedschappen met scherpe snijranden blijven minder snel haken en zijn gemakkelijker te bedienen. g) Gebruik het elektrisch gereedschap, de hulpstukken en bitten etc. in overeenstemming met deze instructies. Houd tevens rekening met de werkcondities en het doeleinde. Het gebruik van het elektrisch gereedschap voor andere doeleinden dan die waarvoor het bedoeld is, kan tot gevaarlijke situaties leiden. 5. Onderhoud a) Laat het elektrisch gereedschap door een bevoegde monteur onderhouden, uitsluitend met gebruik van identieke vervangingsonderdelen. Zo wordt de veiligheid van het elektrisch gereedschap gehandhaafd. Veiligheidswaarschuwingen: • Houd alle lichaamsdelen uit de buurt van de ketting wanneer de kettingzaag wordt gebruikt. Voordat u de kettingzaag start, moet u ervoor zorgen dat de ketting nergens contact mee maakt. Een moment van onoplettendheid tijdens het gebruik van de kettingzaag kan ervoor zorgen dat uw kleding of uw lichaam met de ketting in contact komt. • Houd de kettingzaag altijd met uw rechterhand aan het achterste handvat vast en met uw linkerhand aan het voorste handvat. Als u de kettingzaag omgekeerd vasthoudt, vergroot u de kans op lichamelijk letsel. Doe dit dus noot. • Het elektrische gereedschap alleen aan de geïsoleerde oppervlakken vasthouden, want de zaagketting kan contact maken met verborgen bedrading of het eigen snoer. Als de zaagketting contact maakt met een stroomvoerende draad, kan dit blootliggende metalen delen van het elektrische gereedschap stroomvoerend maken en de gebruiker een elektrische schok geven. • Draag een veiligheidsbril en oorbeschermers. Aanbevolen wordt ook uw hoofd, handen, benen en voeten te beschermen. Goede beschermende kleding verlaagt de kans op lichamelijk letsel door rondvliegende deeltjes of contact met de ketting. Deze bescherming is verkrijgbaar van een werkkledingleverancier. • Gebruik de kettingzaag niet in een boom. Als u de kettingzaag gebruikt wanneer u in een boom bent geklommen, loopt u kans op lichamelijk letsel. • Zorg er altijd voor dat u een stevige voetensteun hebt en gebruik de kettingzaag alleen wanneer u op een stabiel, veilig en horizontaal oppervlak staat. Glibberige of instabiele oppervlakken, zoals ladders, kunnen ervoor zorgen dat u uw evenwicht verliest en de controle over de kettingzaag verliest. • Wanneer u een tak afzaagt die onder spanning staat, moet u oppassen voor de terugvering. Wanneer de spanning in de houtvezels wordt afgelaten, kan de tak u met kracht raken en/of ervoor zorgen dat u de controle over de kettingzaag verliest. • Wees heel voorzichtig wanneer u kreupelhout en jonge boompjes afzaagt. Dit dunne hout kan de ketting raken en vooruit in uw richting worden getrokken of u uit uw evenwicht trekken. • Draag de kettingzaag bij het voorste handvat wanneer de ketting uitgezet is en houd de zaag uit de buurt van uw lichaam. Wanneer u de kettingzaag vervoert of opbergt, moet u altijd de kap over de geleider van de zaagketting doen. Als de kettingzaag goed wordt gebruikt, loopt u minder risico dat u per ongeluk contact maakt met de ketting. NEDERLANDS - 3 • Volg de aanwijzingen voor smering, kettingopspanning en het verwisselen van accessoires. IOnjuist opgespannen of gesmeerde kettingen breken of vergroten de kans op terugslag. • Houd de handvatten droog, schoon en vrij van olie en vet. Vettige, olieachtige handvatten zijn glibberig en kunnen ervoor zorgen dat u de controle over de machine verliest. • Zaag alleen hout met deze machine. Gebruik de kettingzaag nooit voor iets anders dan het beoogde doel. Bijvoorbeeld: gebruik de kettingzaag niet voor het zagen van plastic, steen of constructiemateriaal dat niet van hout is gemaakt. Als u de kettingzaag gebruikt voor iets anders dan het beoogde doel, kan een gevaarlijke situatie ontstaan. De oorzaak van terugslag en hoe dit voorkomen kan worden: Terugslag gebeurt wanneer de neus of punt van de geleider een voorwerp raakt (afb. B3) of wanneer het hout de ketting tijdens het zagen vastklemt. Dit contact met de punt kan een plotselinge omgekeerde reactie veroorzaken, waardoor de geleider omhoog en naar achteren, naar de gebruiker wordt geduwd. Als de ketting langs de bovenkant van de geleider wordt vastgeknepen, kan de geleider ineens snel naar de gebruiker worden geduwd. Beide reacties kunnen ervoor zorgen dat u de controle over de kettingzaag verliest, wat tot ernstig lichamelijk letsel kan leiden. Vertrouw niet uitsluitend op de veiligheidsfuncties van de kettingzaag zelf. Als gebruiker van de kettingzaag, moet u enkele stappen ondernemen om ervoor te zorgen dat er bij uw werk geen ongelukken of ongevallen voorkomen. Terugslag is het gevolg van onjuist gebruik van het gereedschap en/of onjuiste bedrijfsprocedures of omstandigheden en kan worden vermeden door de onderstaande voorzorgsmaatregelen te treffen. • Handhaaf een stevige greep op de machine, Waarbij de duimen en vingers de handvatten van de kettingzaag omvatten. Houd de kettingzaag met beide handen vast, en plaats uw lichaam en arm zo, dat u de terugslagkracht kunt weerstaan. De terugslagkracht kan door de gebruiker worden weerstaan als de juiste voorzorgsmaatregelen worden getroffen. Laat de kettingzaag nooit los. • Strek niet te ver vooruit en zaag niet boven schouderhoogte. Dit helpt te voorkomen dat de punt van de ketting per ongeluk ergens tegenaan stoot en zorgt ervoor dat u de kettingzaag in een onverwachte situatie beter onder controle kunt houden. • Gebruik alleen geleiders en kettingen die door de fabrikant worden aangeraden. Onjuist vervangen geleiders en kettingen kunnen ervoor zorgen dat de ketting breekt en/of terugslaat. • Volg de slijp- en onderhoudsaanwijzingen van de fabrikant. Als de snijdiepte wordt verminderd, kan dit tot meer terugslag leiden. Aanvullende veiligheidsaanbevelingen 1. Handleiding. Iedereen die deze machine gebruikt, moet de handleiding zorgvuldig doorlezen. De handleiding moet bij de machine worden meegeleverd als iemand anders de kettingzaag koopt of leent. 2. Voorzorgsmaatregelen. Zorg ervoor dat niemand deze machine gebruikt die niet precies weet wat er in de handleiding staat. Onervaren mensen moeten eerst worden getraind (alleen met een zaagbok). 3. Controles. Controleer de machine zorgvuldig voor elk gebruik, vooral als hij zwaar werk heeft moeten leveren of als u het idee hebt dat zich een storing heeft voorgedaan. Voer alle handelingen uit die staan beschreven in het hoofdstuk "Onderhoud en opslag – voorafgaand aan elk gebruik". 4. Reparatie en onderhoud. Alle machineonderdelen die vervangen kunnen worden, staan duidelijk beschreven in het hoofdstuk "Assemblage / demontage". Alle andere machineonderdelen mogen alleen vervangen worden door een erkend reparatiecentrum. 5. Kleding. (afb. B1) Wanneer deze machine wordt gebruikt, moet de gebruiker de volgende goedgekeurde persoonlijke beschermende kleding dragen: nauw aansluitende beschermende kleding, veiligheidsschoenen met antislipzolen, kreukelvrije teenbeschermers en snijbestendige bescherming, snijbestendige trillingsvrije handschoenen, veiligheidsbril of vizier, oorbescherming en helm (als er kans is op vallende voorwerpen). Deze bescherming is verkrijgbaar van een werkkledingleverancier. 6. Gezondheidswaarschuwingen – Trillingen en geluidsniveau. Controleer of er lawaailimieten in de onmiddellijke omgeving bestaan. Langdurig gebruik van de machine stelt de operator bloot aan trillingen die zogenaamde 'dode vingers' (fenomeen van Raynaud), carpale tunne-syndroom en soortgelijke aandoeningen kunnen veroorzaken. 7. Gezondheidswaarschuwingen – Chemische stoffen. Gebruik de soort olie die door de fabrikant wordt aanbevolen. 8. Gezondheidswaarschuwingen – Hitte. Tijdens het gebruik bereiken het tandwiel en de ketting erg hoge temperaturen. Raak deze onderdelen dus niet aan wanneer ze heet zijn. Voorzorgsmaatregelen voor transport en opslag. (afb. B2) Telkens wanneer van werklocatie wordt veranderd, moet de stekker uit het stopcontact worden gehaald en moet de remhendel wordt gebruikt. Breng de geleiderkap aan, telkens wanneer de kettingzaag wordt vervoerd of opgeborgen. Draag de machine altijd met de hand met de geleider naar achteren gekeerd. Als de machine in een voertuig wordt vervoerd, moet hij altijd goed worden vastgezet, om schade te voorkomen. Terugslag. (afb. B3) Terugslag bestaat uit een plotselinge harde beweging van de geleider naar boven en naar achteren, richting gebruiker. Dit gebeurt meestal wanneer het bovenste deel van de geleiderneus (ook wel de 'terugslagzone' genoemd - zie de rode markeringen op de geleider), contact maakt met een voorwerp of als de ketting in het hout komt vast te zitten. Door deze terugslag raakt de operator de controle over de machine kwijt, wat tot ernstig en zelfs fataal letsel kan leiden. De remhendel en andere veiligheidsfuncties zijn onvoldoende om de gebruiker tegen lichamelijk letsel te beschermen: de gebruiker moet zich goed bewust zijn van de omstandigheden waarin terugslag voorkomt en deze vermijden door de aandacht erbij te houden, op basis van zijn ervaring, en door de machine verstandig en juist te gebruiken (bijvoorbeeld: zaag nooit meerdere takken tegelijkertijd, omdat deze per ongeluk in contact kunnen komen met de 'terugslagzone'. Veiligheid in het werkgebied 1. Laat de machine nooit gebruiken door kinderen of mensen die de gebruiksaanwijzingen niet kennen. Plaatselijke regels kunnen beperkingen opleggen aan de leeftijd van de gebruiker. 2. Gebruik het product alleen op de manier en voor de doeleinden die in deze aanwijzingen staan beschreven. NEDERLANDS - 4 3. Controleer het hele werkgebied zorgvuldig op mogelijke gevaren (bijv. wegen, paden, elektrische kabels, gevaarlijke bomen, enz.) 4. Houd alle omstanders en dieren uit de buurt van het werkgebied (zet zo nodig het gebied af en plaats waarschuwingsborden). Zorg voor een minimum afstand van 2,5 x de stamhoogte; nooit minder dan tien meter. 5. De operator is verantwoordelijk voor ongelukken of gevaarlijke situaties voor andere mensen en hun eigendommen. Elektrische beveiliging 1. Aanbevolen wordt dat u een aardlekschakelaar gebruikt met een uitschakelstroom van niet meer dan 30 mA. Zelfs met een aardlekschakelaar kan de veiligheid niet 100% worden gegarandeerd en moet men te allen tijde de veiligheidsrichtlijnen toepassen. Controleer uw aardlekschakelaar telkens wanneer u hem gebruikt. 2. Het snoer vóór gebruik op tekenen van schade of slijtage controleren. Als het snoer defect is, het product naar een erkend reparatiecentrum brengen om het snoer te laten vervangen. 3. Gebruik het product niet als de elektrische snoeren beschadigd of versleten zijn. 4. Als het snoer wordt doorgesneden of als de isolatie is beschadigd, moet de netstroom onmiddellijk van de kettingzaag worden afgehaald. Raak het elektriciteitssnoer niet aan totdat de stroom is uitgeschakeld. Repareer een doorgesneden of beschadigd snoer niet. Neem het product mee naar een erkend reparatiecentrum en laat het snoer vervangen. 5. Zorg er altijd voor dat het (verleng)snoer achter de gebruiker blijft, waarbij het geen gevaar voor de gebruiker of andere mensen mag opleveren. Zorg ervoor dat het snoer niet kan worden beschadigd (door hitte, scherpe voorwerpen, scherpe randen, olie, enz.) 6. Houd het snoer zo vast dat het tijdens het zagen niet achter takken e.d. blijft haken. 7. Schakel de machine altijd bij de netstroom uit voordat u een stekker, contact of verlengsnoer verwijdert. 8. Schakel de machine uit, haal de stekker uit het stopcontact en inspecteer het stroomsnoer op beschadiging of slijtage voordat u het snoer oprolt. Een beschadigd snoer mag niet gerepareerd worden. Neem het product mee naar een erkend reparatiecentrum en laat het snoer vervangen. 9. Haal de stekker uit het stopcontact voordat u het product enige tijd onbeheerd achterlaat. 10.Wikkel het snoer altijd voorzichtig op. Het mag niet geknikt worden. 11.Gebruik alleen de wisselstroomspanning die op het productlabel staat aangegeven. 12.De kettingzaag is dubbel geïsoleerd volgens EN60745 en EN60745-2-13. Onder geen beding mag een aarde aan enig onderdeel van het product worden verbonden. Snoeren 1. Stroom- en verlengsnoeren zijn verkrijgbaar bij een erkend reparatiecentrum. 2. Gebruik alleen goedgekeurde verlengsnoeren. 3. Verlengsnoeren en kabels mogen alleen worden gebruikt als ze geschikt zijn voor gebruik buitenshuis. 4. Als u een verlengsnoer met dit product wilt gebruiken, mogen alleen de volgende snoerafmetingen worden gebruikt: 2 - 1,0 mm : max. 40 m lang 2 - 1,5 mm : max. 60 m lang 2 - 2,5 mm : max. 100 m lang C. BESCHRIJVING VAN DE VEILIGHEIDSUITRUSTINGEN SCHAKELAARVERGRENDELING Op uw machine is een inrichting (fig.1A) geïnstalleerd die, indien niet geactiveerd, verhindert dat de schakelaar kan worden ingedrukt, om per ongeluk starten van de machine te voorkomen. KETTINGREM BIJ LOSLATEN VAN DE SCHAKELAAR Uw machine is voorzien van een inrichting die de ketting onmiddellijk blokkeert wanneer de schakelaar wordt losgelaten; mocht deze beveiliging niet goed werken dan mag u de machine niet gebruiken en moet u hem direct naar een erkende servicewerkplaats brengen. HANDBESCHERMING VOOR/KETTINGREMHANDEL De handbescherming voor (fig.1B) voorkomt (mits u de machine op de juiste wijze vasthoudt) dat uw linker hand in contact komt met de ketting. De handbescherming voor fungeert bovendien als kettingrem, een inrichting die werd ontwikkeld om de ketting binnen enkele milliseconden te blokkeren in geval van terugslag. De kettingrem wordt uitgeschakeld door de handbescherming voor naar achteren te trekken en te vergrendelen (fig.2). De kettingrem wordt geactiveerd wanneer de voorste handbescherming naar voren wordt geduwd, zodat de ketting stopt (fig.3). De kettingrem kan geactiveerd worden met de linkerpols door naar voren te duwen, of wanneer de pols in contact komt met de voorste handbescherming door een terugslag. Wanneer de machine gebruikt wordt met het kettingblad in horizontale positie, bijvoorbeeld bij het omhakken van een boom, dan biedt de kettingrem minder bescherming. (fig.4) OPMERKING: Wanneer de kettingrem is geactiveerd, koppelt een veiligheidsschakelaar de stroom naar de motor af. Het loslaten van de kettingrem, terwijl de schakelaar wordt vastgehouden, zal het product starten. KETTINGVANGER Deze machine is uitgerust met een kettingvanger (fig.5) geplaatst onder het kettingwiel. Dit mechanisme is bedoeld om de achterwaartse kettingbeweging te stoppen wanneer de ketting breekt of uit de groef loopt. Deze situaties kunt u vermijden door ervoor te zorgen dat u de ketting op de juiste wijze spant (Zie hoofdstuk "D. In elkaar zetten/uit elkaar halen"). HANDBESCHERMING ACHTER Deze dient ter bescherming (fig.6) van de rechter hand in geval breuk of aflopen van de ketting. NEDERLANDS - 5 D. MONTAGE / DEMONTAGE GELEIDER EN KETTING Wees heel voorzichtig wanneer u de ketting over de geleider legt. Zorg dat dit goed gebeurt. Haal de stekker uit het stopcontact voordat u werkzaamheden aan de kettingzaag uitvoert. 1. Controleer of de kettingrem is geactiveerd. Is dat het geval, haal de rem eraf. 2a & 2b. Haal de binnenste geleiderborgknop naar buiten en draai hem naar links om de kap van het kettingwiel te verwijderen. Draag altijd handschoenen. 3. Leg de ketting over de geleider. Begin bij het neuswiel en leg de ketting in de groef van de geleider. Zorg dat de scherpe kant van de snijdanten aan de bovenkant van de geleider naar voren gericht is (zie de markering op de geleider). 4. Plaats de geleider op de borgschroef en zorg ervoor dat hij zover mogelijk naar achteren, richting tandwiel aan zit. Plaats de ketting over het tandwiel en trek de geleider naar voren om de ketting op te spannen. 5. Zet de kap van het kettingwiel terug en draai de binnenste geleiderborgknop naar rechts, totdat hij iets vast zit. 6 & 7. Om de ketting op spanning te brengen, draait u de buitenste knop van de kettingspanner naar rechts. Breng de ketting op spanning, totdat de spanning juist is. Controleer de spanning door de ketting van de geleider af te trekken. Zorg dat de tussenruimte ca. 2-3 mm is. Als u spanning van de ketting af moet halen, draait u de knop naar links. (Wanneer u dit doet, houdt u de neus van de geleider naar boven gericht.) 8a & 8b. Wanneer de spanning juist is, draait u de binnenste geleiderborgknop naar rechts, totdat hij goed strak zit. Klap de knop weer terug op zijn plaats. Als de ketting te strak is gespannen, wordt de motor overbelast, wat schade kan veroorzaken. Onvoldoende spanning kan ervoor zorgen dat de ketting van de geleider af gaat. Een ketting die juist is gespannen zorgt voor uitstekend resultaat en gaat lang mee. Controleer de spanning regelmatig, omdat de ketting door het gebruik langer wordt (vooral wanneer de ketting nieuw is; na de eerste montage moet de kettingspanning na enkele minuten werking worden gecontroleerd); maak de ketting niet onmiddellijk na het gebruik strakker, wacht totdat hij is afgekoeld. Waarschuwing: De ketting en de geleider kunnen heel heet worden E. STARTEN EN STOPPEN Begin: pak beide handgrepen stevig vast, maak de kettingremhendel los terwijl u ervoor zorgt dat uw hand nog steeds op de voorste handgreep ligt, druk het schakelblok in en houdt dit ingedrukt; druk dan de schakelaar in (u kunt nu het schakelblok loslaten). Stoppen: De machine stopt wanneer de schakelaar wordt losgelaten of wanneer de kettingrem wordt gebruikt. F. SMEREN VAN ZWAARD EN KETTING OPGEPAST! Onvoldoende smering zorgt ervoor dat de ketting breekt en veroorzaakt ernstig lichamelijk letsel. Controleer volgens de aanwijzingen in “Onderhoud“ of de juist hoeveelheid kettingolie wordt afgegeven. Keuze van de kettingolie Gebruik de soort olie die door de fabrikant wordt aanbevolen. Olie bijvullen Draai de olietankdop open, vul te tank zonder olie te morsen (mocht dit toch gebeuren reinig de machine dan zorgvuldig) en draai de dop goed vast. Wij raden het gebruik van biologische kettingolie aan, die biologisch afbreekbaar is. NEDERLANDS - 6 G. ONDERHOUD EN OPSLAG Haal de stekker uit het stopcontact voordat u onderhouds- of schoonmaakwerkzaamheden gaat uitvoeren. PAS OP! In geval van werk in een bijzonder vuile of stoffige omgeving, moeten de beschreven werkzaamheden met kortere intervallen worden uitgevoerd dan hier aangegeven. Voor elk gebruik Controleer of de kettingoliepomp goed werkt: richt het zwaard op een licht oppervlak, op een afstand van ca. twintig centimeter; nadat de machine een minuut heeft gewerkt moet het oppervlak duidelijke oliesporen vertonen (fig.1). Controleer of het in- en uitschakelen van de kettingrem niet te moeizaam of te gemakkelijk gaat en of hij niet geblokkeerd is. Controleer vervolgens de werking ervan als volgt: schakel de kettingrem uit, pak de machine op de juiste wijze vast en start hem, schakel de kettingrem in door de handbescherming voor met uw linker pols/arm naar voren te duwen, maar zonder de handgrepen los te laten (fig.2). Als de kettingrem correct werkt, moet de ketting onmiddellijk geblokkeerd worden. Controleer of de ketting scherp is (zie hieronder), in goede staat verkeert en correct is gespannen, indien hij onregelmatig gesleten is of een snijtand heeft van slechts 3mm, moet hij worden vervangen (fig.3). Reinig de ventilatieopeningen regelmatig om oververhitting van de motor te voorkomen. (fig 4). Controleer de werking van de schakelaar en de schakelaarvergrendeling (uit te voeren bij uitgeschakelde kettingrem): bedien de schakelaar en de schakelaarvergrendeling en controleer of ze in de ruststand terugkomen zodra ze worden losgelaten; controleer of het onmogelijk is de schakelaar te bedienen zonder dat de schakelaarvergrendeling is ingedrukt. Controleer of de kettingvanger en de handbescherming achter in perfecte staat verkeren en geen defecten vertonen, zoals beschadigingen van het materiaal. Elke 2-3 werkuren Controleer het zwaard, en reinig indien nodig zorgvuldig de smeergaten (fig.5) en de kettinggeleider (fig.6); indien deze versleten is of diepe putten vertoont moet hij worden vervangen. Maak het kettingwiel regelmatig schoon en zorg ervoor dat het niet te veel is versleten. (fig.7). Smeer het neuswiel van het zwaard met lagervet via de aangegeven opening (fig.8). Vijlen van de ketting Neem contact op met een erkend servicecentrum als u een probleem ondervindt met het slijpen van de ketting. De ketting moet op de juiste wijze worden geslepen. Een onjuist geslepen ketting zorgt voor terugslag en een grote kans op lichamelijk letsel. Als de ketting niet zaagt zonder dat men het zwaard tegen het hout drukt en als het zaagsel zeer fijn is, is dit een teken dat de ketting niet goed scherp is. Als de snede geen zaagsel produceert, dan is de snijkant van de ketting volledig afgesleten en wordt het hout bij het zagen verpulverd. Een goed geslepen ketting gaat moeiteloos door het hout en vormt grof, lang zaagsel. Het snijdende gedeelte van de ketting wordt gevormd door de snijschakel (fig.9), met een snijtand (fig.10) en een dieptesteller (fig.11). Het hoogteverschil hiertussen bepaalt de zaagdiepte; om een goede scherpte te verkrijgen zijn een vijlgeleider en een ronde vijl met een diameter van 4mm vereist. Ga als volgt te werk: met de ketting gemonteerd en correct gespannen, de kettingrem inschakelen en de vijlgeleider loodrecht op het zwaard plaatsen zoals in de afbeelding getoond (fig.12). Vijl de snijtand met de aangegeven hoek (fig.13A & fig 13B), steeds van de binnenkant naar de buitenkant en met afnemende druk bij de teruggaande beweging (het is van groot belang dat deze aanwijzingen worden opgevolgd: een overmatige of onvoldoende slijphoek of een verkeerde vijldiameter verhoogt de kans op terugslag). Om een betere precisie op de zijhoeken te verkrijgen wordt aangeraden de vijl zo te plaatsen dat hij verticaal ca. 0,5 mm over de bovenste snijkant steekt. Vijl eerst alle tanden aan de ene kant, draai daarna de machine om en vijl de tanden aan de andere kant. Zorg ervoor dat een gelijke lengte van alle tanden wordt verkregen en dat de hoogte van de dieptestellers 0,6mm lager is dan de bovenste snijkant: controleer de hoogte met behulp van een kaliber en vijl (met een platte vijl) het uitstekende gedeelte af, en werk het voorste gedeelte van de dieptesteller rond af (fig.14), waarbij u erop moet letten dat u NIET ook de terugslagbeschermingstand afvijlt (fig.15). Om de 30 bedrijfsuren. Breng de machine naar een erkend reparatiecentrum. Opslag/Transport Laat het product afkoelen en plaats de kap over de geleider en de ketting. Sla het product op een koele, droge plaats op, buiten het bereik van kinderen. Niet buiten opslaan. Zorg ervoor dat er geen olie uit het product lekt. H. ZAAGTECHNIEKEN Voorkom het volgende tijdens gebruik: (fig.1) - zaagwerk in situaties waarbij de stam tijdens het zagen kan breken (hout onder spanning, droge dode bomen, etc.): een onverwachte breuk kan zeer gevaarlijk zijn. - dat het zwaard of de ketting in de snede geklemd raakt: mocht dit gebeuren, de machine van het voedingsnet afkoppelen en probeer de stam op te tillen door een geschikt middel als hefboom te gebruiken; tracht de machine niet te bevrijden door schudden of trekken, omdat u hiermee schade of letsel kunt veroorzaken. - situaties die de kans op terugslag kunnen verhogen. - het product boven schouderhoogte te gebruiken - hout te zagen waarin vreemde objecten zoals spijkers zitten De machine nooit gebruiken in aarde of stenen, daar dit de ketting direct zou beschadigen. Tijdens het gebruik: (fig.1) - Indien u op hellend terrein werkt, blijf dan boven de stam, zodat deze u niet kan raken mocht hij naar benden rollen. - Bij het vellen van bomen het werk altijd afmaken: een gedeeltelijk gevelde boom kan breken. - Na beëindiging van elke snede voelt u een aanzienlijke verandering in de kracht die nodig is om de machine vast te houden. Wees zeer voorzichtig zodat u de controle over de machine niet verliest. NEDERLANDS - 7 In de onderstaande tekst wordt verwezen naar de volgende twee zaagmethodes: Zagen met getrokken ketting (van boven naar beneden) (fig.2), waarbij het risico bestaat van een plotselinge beweging van de machine naar de stam toe met als gevolg controleverlies, gebruik indien mogelijk de veltand tijdens het zagen. Zagen met geduwde ketting (van onder naar boven) (fig.3): hierbij bestaat het gevaar van een plotselinge beweging van de machine naar de gebruiker toe, met het risico dat deze geraakt wordt, of stoten van de risicozone tegen de stam met als gevolg terugslag; bij deze zaagmethode is grote voorzichtigheid geboden. De meest veilige methode om de machine te gebruiken is met het hout op de zaagbok geblokkeerd, van boven naar onder zagend en op het gedeelte buiten de steun. (fig.4) Gebruik van de veltand Gebruik wanneer mogelijk de veltand om veiliger te werken: plant hem in de schors of het stamoppervlak, zodat u gemakkelijker de controle over de machine bewaart. Hieronder worden de standaard procedures beschreven die in bepaalde situaties moeten worden toegepast. U dient echter van keer tot keer te beoordelen of deze procedures al dan niet op uw geval van toepassing zijn, om een methode te kiezen die zo min mogelijk risico’s met zich meebrengt. Stam aan de grond (Risico dat de grond aan het eind van de snede met de ketting wordt geraakt). (fig.5) Zaag van boven naar onder door de hele stam. Werk voorzichtig aan het eind van de snede om te voorkomen dat de ketting de grond raakt. Stop indien mogelijk op 2/3 van de dikte van de stam, draai hem om en zaag het resterende gedeelte van boven naar onder, om het risico van contact met de grond te voorkomen. Stam aan één kant ondersteund (Risico dat de stam breekt tijdens het zagen) (fig.6) Begin de snede van onder tot op circa 1/3 van de diameter, en zaag vervolgens van bovenaf tot u bij de ondersnede uitkomt. Stam aan beide uiteinden ondersteund (Risico dat de ketting geklemd raakt.) (fig.7) Begin de snede van bovenaf tot op circa 1/3 van de diameter, en zaag vervolgens van onderaf tot u bij de bovensnede uitkomt. Een boomstam die tegen een helling aan ligt Ga altijd aan de hogere kant van de boomstam staan. Wanneer u de boomstam doorzaagt, bewaart u controle over de kettingzaag door de snijdruk tegen het einde van de zaagbeweging wat af te laten, zonder dat u uw greep op de handvatten van de kettingzaag ontspant. Zorg ervoor dat de ketting niet in contact komt met de grond. Bomen vellen PAS OP! :Probeer geen bomen te vellen wanneer u hier niet de nodige ervaring mee heeft, en vel in geen geval een boom die een grotere diameter heeft dan de lengte van het zwaard! Deze operatie mag alleen door deskundigen en met geschikte uitrustingen worden uitgevoerd. Houd ook rekening met de aanwezigheid van dode of gebroken takken die af kunnen breken tijdens het vellen en een gevaar kunnen vormen. PAS OP! Tijdens het vellen van een boom in kritieke omstandigheden, na het zagen altijd direct de gehoorbescherming afnemen om ongewone geluiden en eventuele waarschuwingssignalen te kunnen horen. Voorbereidende werkzaamheden en bepalen van de vluchtroute Verwijder eventuele takken die het werk hinderen (fig.8), van boven naar onder werkend, en houd de stam tussen u en de machine terwijl u vervolgens de moeilijkere takken één voor één verwijdert. Verwijder de begroeiing rond de boom en let op eventuele aanwezige obstakels (stenen, wortels, greppels etc.) bij het plannen van uw vluchtroute (te benutten tijdens het vallen van de boom); zie de afbeelding (fig.9) voor de te kiezen richting (A voorziene valrichting van de boom. B. Vluchtroute C. Risicozone) VELTECHNIEK (fig.10) Om de controle over de vallende boom te verzekeren moeten de volgende sneden worden uitgevoerd: De valkerf, die het eerst moet worden gemaakt en dient om de valrichting van de boom te bepalen: maak eerst de BOVENSNEDE van de valkerf aan de kant waarnaar de boom moet vallen. Blijf rechts van de boom en zaag met getrokken ketting; maak vervolgens de ONDERSNEDE van de valkerf, die op hetzelfde punt moet eindigen als de bovensnede. De diepte van de valkerf moet 1/4 van de stamdiameter bedragen, met een hoek tussen de bovenen ondersnede van tenminste 45°. Het ontmoetingspunt tussen de twee sneden wordt “valkerflijn” genoemd. Deze lijn moet perfect horizontaal zijn en een rechte hoek (90°) vormen met de valrichting. De velsnede, die het doel heeft de boom te doen vallen, moet op 3-5 cm boven het ondervlak van de valkerf worden gemaakt, en moet eindigen op een afstand van de valkerf die overeenkomt met 1/10 van de stamdiameter. Blijf links van de boom en zaag met getrokken ketting, met gebruik van de veltand. Controleer of de boom zich niet in een andere richting beweegt dan de beoogde valrichting. Steek zodra dit mogelijk is een wig in de zaagsnede. Het ongezaagde stuk van de stam wordt scharnierpunt genoemd, en dient om de valrichting van de boom te sturen. Als het scharnierpunt te klein is, niet recht is of geheel is doorgezaagd, is het niet meer mogelijk de vallende boom te sturen (zeer gevaarlijk!). Daarom moeten de diverse sneden met grote precisie worden uitgevoerd. Wanneer de zaagsneden zijn voltooid, begint de boom te vallen en kan eventueel worden geholpen met een wig of velhevel. Onttakken Wanneer de boom is geveld moet de stam van zijn takken worden ontdaan. Onderschat dit werk niet, want de meeste ongelukken als gevolg van terugslag vinden juist in deze fase plaats. Let dus goed op de positie van de neus van het zwaard tijdens het zagen en werk aan de linkerkant van de stam. Bij het vellen van een boom is het de bedoeling hem in de meest geschikte positie te laten vallen voor het latere onttakken en in stukken zagen. (Voorkom dat een vallende boom in een andere boom verstrikt raakt: een verstrikte boom laten vallen is een zeer gevaarlijke operatie). U moet de juiste valrichting bepalen door het volgende te beoordelen: wat zich rond de boom bevindt, de helling en kromming van de boom, de windrichting en de dichtheid van de takken. NEDERLANDS - 8 ECOLOGISCHE INFORMATIE In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie voor het behoud van de ecologische kenmerken die in de ontwikkelingsfase van de machine werden vastgesteld, een correct gebruik van de machine en de verwerking van de olie. GEBRUIK VAN DE MACHINE De werkzaamheden voor het vullen van de olietank moeten zo worden uitgevoerd dat geen lozing van de kettingolie in het milieu wordt veroorzaakt. LANGE PERIODES VAN STILSTAND Maak de olietank altijd leeg in geval van langdurige opslagperiodes. SLOOP Voorkom lozing in het milieu van de afgedankte machine; lever hem in bij de aangewezen instellingen voor afvalverwerking volgens de geldende wettelijke voorschriften. Het symbool op het product of de verpakking betekent dat dit product niet mag worden behandeld als gewoon huishoudelijk afval, maar in plaats daarvan moet worden ingeleverd bij het punt voor recycling van elektrische en elektronische apparatuur. Door dit product correct te verwijderen helpt u om de negatieve gevolgen die een verkeerde verwerking van dit product kan hebben voor het milieu en de gezondheid te voorkomen. Voor verdere informatie over recycling van dit product kunt u contact opnemen met uw gemeente, de relevante dienst voor de verwerking van huishoudelijk afval of de winkel waar u het product hebt gekocht. De ketting en kettinggeleider zijn verbruiksartikelen en worden niet door de garantie gedekt TABEL VOOR STORINGSOPSPORING De motor start niet Controleer of er stroom op het net staat VControleer of de stekker goed in het stopcontact is gestoken Controleer de voedingskabel en de verlengkabel op beschadigingen Controleer of de kettingrem niet is ingeschakeld Controleer of de ketting goed aangebracht en gespannen is Controleer de smering van de ketting zoals beschreven in hoofdstuk F en G Controleer of de ketting scherp is Wend u tot een erkende servicewerkplaats De motor draait slecht of verliest vermogen De machine start wel maar zaagt niet goed De motor draait op ongewone wijze De draaiende ketting wordt niet goed door het remmechanisme geblokkeerd • • • • • • • • • • • NEDERLANDS - 9 • • EU CONFORMITEITSVERKLARING Ondergetekende, Husqvarna AB, S-561 82, Huskvarna, Sweden, bevestigt hierbij dat hieronder genoemde apparaten in de door ons in de handel gebrachte uitvoering voldoen aan de eis van, en in overeenstemming zijn met de EU-richtlijnen, de EU-veiligheidsstandaarden en de voor het product specifieke standaarden. Deze verklaring komt te vervallen wanneer de eenheid zonder onze goedkeuring gewijzigd wordt. Omschrijving van het apparaat................... Chainsaw - Kettingzaag Type ................................................... CST3018, CST3518 - CS = Chainsaw Jaar van de CE-aanduiding........................ 2009 EU-richtlijnen: 2006/42/EC, 2004/108/EC, 2000/14/EC, 2011/65/EU Geharmoniseerd EN: EN60745-1, EN60745-2-13, EN50366, EN55014-1, EN61000-3-2, EN61000-3-11 Erkend lichaam dat het EG-typeonderzoek heeft uitgevoerd ........................ MEEI Kft., 1007 Váci út 48/a-b 1132 Budapest Hungary Certificaatnr.. .................................................................................................. M3 69240048 Ulm 15/02/2013 Peter Lameli Wereldwijd directeur O&O - Handheld Houder van technische documentatie Type Art. no. Droog gewicht (Kg) Vermogen (kW) Inhoud olietank (cm3) Kettingsteek (inches) Kettingmaat (mm) Maximale lengte van geleider (mm) Gemeten geluidsvermogen LWA2) (dB(A)) CST3018 8864 5.4 1.8 180 3/8 1.3 300 106 CST3518 8860 5.5 1.8 180 3/8 1.3 350 106 Gegarandeerd geluidsvermogen LWA2) (dB(A)) 108 108 Geluidsdruk LpA1) (dB(A)) 86 86 Onzekerheid KpA (dB(A)) 2.5 2.5 Hand-armtrillingen ah1) (m/s2) 3.4 3.4 Onzekerheid Kah (m/s2) Voedingsimpedantie Zmax (Ω) 1.5 0.382 1.5 0.382 Snijsnelheid (m/s) 10 10 1) Met werkgebied gerelateerd emissiekenmerk: niveau LpA voldoet aan EN60745-2-13 in de tabel. Trillingen: waarde ah voldoet aan EN60745-2-13 in de tabel. De vermelde totale trillingswaarde is gemeten in overeenstemming met een standaardtestmethode en kan worden gebruikt om gereedschappen met elkaar te vergelijken. De vermelde totale trillingswaarde kan tevens worden gebruikt bij een voorlopige beoordeling van blootstelling. Waarschuwing: De trilling die dit elektrisch gereedschap tijdens het gebruik veroorzaakt, kan afwijken van de vermelde totale trillingswaarde, afhankelijk van de manier waarop het gereedschap gebruikt wordt. Gebruikers moeten veiligheidsmaatregelen treffen om zichzelf te beschermen, die zijn gebaseerd op een geraamde blootstelling onder de werkelijke gebruiksomstandigheden (naast het eigenlijke gebruik ook rekening houdend met alle fasen van de gebruikscyclus, zoals keren dat het gereedschap wordt uitgeschakeld en tijd dat het stationair draait). 2) De geluidsniveauwaarden LWA voldoen aan 2000/14/EC in de tabel. Controleprocedure conformiteit...................... Annex V EN 61000-3-11 Verklaring van overeenkomstigheid Al naar gelang de kenmerken van het plaatselijke stroomnetwerk kan het gebruik van dit product voor een kort spanningsverlies zorgen, zodra het wordt ingeschakeld. Dit kan van invloed zijn op andere elektrische apparatuur, bijv. een lamp die tijdelijk dimt. Als de impedantie van uw stroomnetwerk lager is dan de waarde in de tabel (die voor uw model geldt), dan hebt u geen last van dit effect. De waarde van de netwerkimpedantie kan wordt vastgesteld door contact op te nemen met uw elektriciteitsbedrijf. NEDERLANDS - 10
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272

Gardena CST 3518 - 8860 de handleiding

Categorie
Elektrische kettingzagen
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor