- 32 -
5. Zoeken naar sterren
In het begin valt de oriëntering aan de sterrenhemel beslist niet mee,
omdat sterren en sterrenbeelden altijd in beweging zijn en afhankelijk
van het seizoen, datum en de tijd hun positie in de hemel veranderen.
Uitzondering hierop is de poolster. Dat is een vaste ster en uitgangspunt
van alle sterrenkaarten.
Op de tekening (Afb. 17) ziet u enkele bekende sterrenbeelden en
stergroeperingen die het hele jaar door zichtbaar zijn. De groepering van
de hemellichamen is echter afhankelijk van datum en tijd.
6. Toebehoor
Bij uw telescoop in de basisuitvoering is nog meer toebehoor (Afb. 2).
Afhankelijk van het model kunnen dat
6.1. Oculairen:
Door het wisselen van de oculairen legt u de vergroting van uw
telescoop vast.
Formule voor de berekening van de vergroting:
Brandp. Telescoop : Brandp. Oculair = Vergroting
Voorbeelden:
Brandp.
Telescoop
Brandp.
Oculair
Vergroting Vergroting met
Barlowlens 3x
700 mm 20 mm 35X 105X
700 mm 4 mm 175X 525X
6.2. Zenitspiegel (enkel Refractor)
De Zenitspiegel (19) veroorzaakt een beeldomkering (spiegelverkeerd)
en wordt daarom enkel voor hemelobservaties gebruikt.
6.3. Barlowlens
Met een Barlowlens 3x (20) bereikt u een bijkomende, tot driemaal,
stijging van de vergroting.
6.3.1 Montage en gebruik van de lenzentelescopen
Als u een lenzentelescoop gebruikt, mag de Barlowlens enkel in de
zenitspiegel (Fig. 12a, X) ingezet worden. Verwijder dus het oculair
uit de zenitspiegel en vervang deze door de Barlowlens. Aansluitend
zet u eerst het oculair met het grootste brandpunt in en u draait de
klemschroeven handvast aan om te fixeren (Fig. 21, Z)
6.3.1 Montage en gebruik van de spiegeltelescopen
Als u een spiegeltelescoop gebruikt, maak dan alsjeblieft de
klemschroeven aan de oculairsteunen los (Fig. 12a, 19) en verwijder
het oculair uit de oculairsteunen. Zet dan de Barlowlens (20) recht
in de oculairsteunen en draai de klemschroeven weer handvast aan.
Aansluitend zet u eerst het oculair met het grootste brandpunt in en u
draait de klemschroeven handvast aan om te fixeren (Fig. 21, Z)
6.4 Smartphone-houder
Zet het oculair in de smartphone-houder en draai de schroef (fig. 23,
X) op de houder stevig aan. Zet daarna de smartphone-houder met het
oculair in het oculair-aansluitstuk (6) of de zenitspiegel (19) (lenzente-
lescoop) en draai nu de klemschroef (fig. 23, Y) van het aansluitstuk of
zenitspiegel stevig aan. Start nu de camera-app van uw smartphone.
Druk nu uw smartphone op de houder en controleer of hij echt goed
vast zit. De camera moet precies over het oculair heen vallen. Centreer
uw smartphone precies in het midden van het oculair, zodat het beeld
exact gecentreerd op uw display te zien is. Het kan eventueel nodig zijn
het beeld met de zoomfunctie over het gehele scherm van uw smart-
phone weer te geven. De zuignappen moeten droog, schoon en vrij
van alle soorten stof en vuil zijn. Wij accepteren geen aansprakelijkheid
voor smartphones die gevallen en gebroken zijn als gevolg van verkeerd
gebruik.
7. Afbouw
De telescoop is een hoogwaardig en optisch apparaat. Daarom moet
men vermijden dat stof en vochtigheid met de telescoop in aanraking
komen. Vermijdt vingerafdrukken op de lenzen. Wanneer er toch
viezigheid en stof op telescoop terechtkomen verwijder deze eerst met
een zachte penseel. Daarna reinigen met een zachte, pluisvrije doek.
Vingerafdrukken op de optische plekken kan men het beste verwijderen
met een zachte, pluisvrije doek waarop men een beetje alcohol kan
doen. Wanneer de telescoop eenmaal verstoft en vochtig is probeer het
dan niet te reinigen maar laat het in dit geval doen door een vakman.
TIPS voor reiniging
Reinig de lenzen (oculair en/of objectief) alleen met een zachte en
pluisvrije doek (b. v. microvezel). Druk niet te hard op de doek om het
bekrassen van de lens te voorkomen.
Om sterke bevuiling te verwijderen kunt u de poetsdoek met een bril-
lenreinigingsvloeistof bevochtigen en daarmee de lens poetsen zonder
veel kracht te zetten.
Bescherm het toestel tegen stof en vocht! Laat het toestel na gebruik
– zeker bij hoge luchtvochtigheid – enige tijd op kamertemperatuur
acclimatiseren zodat alle restvocht geëlimineerd wordt.
Deel III – Aanhangsel
1. Suggesties voor te observeren hemellichamen
In het volgende hebben we voor u een paar bijzonder interessante
hemellichamen en sterrenhopen uitgezocht en van uitleg voorzien. Op
de bijbehorende afbeeldingen aan het eind van de handleiding wordt
getoond hoe u deze door uw telescoop met de bijgeleverde oculairen
bij goed zicht zult zien:
Maan (afb. 24)
De maan is de enige natuurlijke satelliet van de aarde
Omloopbaan: circa 384.400 km van de aarde verwijderd
Diameter: 3.476 km
Afstand: 384.401 km
De maan is sinds prehistorische tijden bekend. Na de zon is zij het
meest heldere lichaam aan de hemel. Omdat de maan in een maand
om de aarde draait, verandert de hoek tussen de aarde, de maan en de
zon voortdurend; dat is aan de cycli van de maanfasen te zien. De tijd
tussen twee op elkaar volgende nieuwemaanfasen bedraagt ongeveer
29,5 dag (709 uur).
Sterrenbeeld ORION / M42 (afb. 25)
Rechte klimming: 05:32.9 (Uren : Minuten)
Declinatie: -05:25 (Graden : Minuten)
Afstand: 1.500 lichtjaar
Met een afstand van circa 1600 lichtjaar is de Orionnevel (M42) de
meest heldere diffuse nevel aan de hemel - met het blote oog zichtbaar,
en een bijzonder lonend object om met telescopen in alle uitvoerin-
gen te bekijken, van de kleinste verrekijker tot de grootste aardse
observatoria en de Hubble Space Telescope.
Wij zien het belangrijkste gedeelte van een nog veel grotere wolk van
waterstofgas en stof, die zich met meer dan 10 graden over ruim de
helft van het sterrenbeeld Orion uitstrekt. Deze enorme wolk heeft een
omvang van meerdere honderden lichtjaren.
Sterrenbeeld LIER / M57 (afb. 26)
Rechte klimming: 18:51.7 (Uren : Minuten)
Declinatie: +32:58 (Graden : Minuten)
Afstand: 4.100 lichtjaar
De beroemde ringnevel M57 in het sterrenbeeld Lier wordt vaak gezien
als het prototype van een planetaire nevel; hij hoort bij de hoogtepunten
van de zomerhemel van het noordelijk halfrond. Recent onderzoek toont
aan dat het waarschijnlijk een ring (torus) van helder oplichtend materiaal
betreft die de centrale ster omringt (alleen met grotere telescopen waar
te nemen), en niet een bol- of ellipsvormige gasstructuur. Als men de
ringnevel van de zijkant zou bekijken, dan zag hij er ongeveer zo uit als
de Halternevel M27. Wij kijken precies op de pool van de nevel.
Sterrenbeeld VOS / M27 (afb. 27)
Rechte klimming: 19:59.6 (Uren : Minuten)
Declinatie: +22:43 (Graden : Minuten)
Afstand: 1.250 lichtjaar
De Dumbbell-nevel M27 of Halternevel in het sterrenbeeld Vosje was
de allereerste planetaire nevel die werd ontdekt. Op 12 juli 1764
ontdekte Charles Messier deze nieuwe en fascinerende klasse hemel-
lichamen. Bij dit object kijken wij bijna precies op de evenaar. Zouden
we echter naar een van de polen van de Halternevel kijken, dan had hij
waarschijnlijk de vorm van een ring en zou ongeveer hetzelfde beeld
geven, als we van de ringnevel M57 kennen.
Dit object is bij matig goed weer en kleine vergrotingen reeds goed
zichtbaar.