Miele DAD 4841 Black Levantar Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gebruiks- en montagehandleiding
Werkbladafzuiging
Lees altijd eerst de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw
toestel installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u
voorkomt schade aan uw toestel.
nl-BE M.-Nr. 12 468 540
Inhoud
2
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu ........................................... 4
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen..................................................... 5
Overzicht dampkap ........................................................................................... 14
Hoe werkt uw toestel? ...................................................................................... 16
Luchtcirculatie Plug&Play............................................................................... 16
Eerste ingebruikneming.................................................................................... 17
Luchtafvoer of luchtcirculatie selecteren............................................................. 17
Miele@home instellen.......................................................................................... 18
Met de app verbinden .................................................................................... 18
Via WPS verbinden......................................................................................... 20
WiFi afmelden (terugzetten naar de fabrieksinstellingen)............................... 21
Con@ctivity instellen ........................................................................................... 22
Con@ctivity via het eigen WiFi-netwerk (Con@ctivity 3.0) ............................. 22
Con@ctivity via een directe WiFi-verbinding (Con@ctivity 3.0) ...................... 23
Verbinding herhalen........................................................................................ 23
Bediening (automatische werking) .................................................................. 24
Koken met de Con@ctivity-functie (Automatische bediening) ............................ 24
Bij het braden ...................................................................................................... 25
De automatische functie tijdelijk uitschakelen .................................................... 25
Terug naar de automatische functie............................................................... 25
Bediening (handmatige werking) ..................................................................... 27
Koken zonder Con@ctivity-functie (Handmatige bediening)............................... 27
Afzuiging inschakelen.......................................................................................... 27
Tweede boosterstand kiezen.......................................................................... 27
Nalooptijd inschakelen ........................................................................................ 28
Afzuiging uitschakelen......................................................................................... 28
Nalooptijd bij Plug&Play................................................................................. 28
Kookplaatverlichting inschakelen en dimmen..................................................... 29
Kookplaatverlichting uitschakelen ...................................................................... 29
Wasemscherm inschuiven................................................................................... 29
Automatisch inschuiven ................................................................................. 29
Powermanagement ............................................................................................. 29
Instellingen wijzigen.......................................................................................... 30
Bedrijfsurenteller voor de vetfilters wijzigen........................................................ 30
Bedrijfsurenteller anti-geurfilter wijzigen of deactiveren...................................... 31
Powermanagement deactiveren.......................................................................... 31
Geluidssignaal sensortoetsen ............................................................................. 32
Inhoud
3
Tips om energie te besparen............................................................................ 33
Reiniging en onderhoud.................................................................................... 34
Behuizing............................................................................................................. 34
Roestvrijstalen oppervlakken ......................................................................... 34
Vetfilter en paneel voor randafzuiging ................................................................. 35
Paneel verwijderen ......................................................................................... 37
Opvangschaal reinigen................................................................................... 37
Paneel plaatsen .............................................................................................. 38
De bedrijfsurenteller voor de vetfilter resetten ............................................... 38
Vetfilter vervangen.......................................................................................... 38
Actieve koolstoffilter ............................................................................................ 39
De bedrijfsurenteller voor de antigeurfilter terugzetten naar fabrieksinstel-
lingen.............................................................................................................. 39
Anti-geurfilters weggooien ............................................................................. 39
Regenereerbare antigeurfilters ....................................................................... 40
Nuttige tips......................................................................................................... 41
Klantendienst..................................................................................................... 42
Contact bij storingen ........................................................................................... 42
Positionering van het typeplaatje ........................................................................ 42
Garantie............................................................................................................... 42
Installatie............................................................................................................ 43
Voor de installatie ................................................................................................ 43
Installatiemateriaal............................................................................................... 43
Afmetingen van het toestel.................................................................................. 44
Inbouwmaten....................................................................................................... 45
Inbouwmogelijkheden ......................................................................................... 50
Voegen afdichten................................................................................................. 51
Luchtafvoerleiding............................................................................................... 52
Terugslagklep ................................................................................................. 52
Elektrische aansluiting......................................................................................... 53
Technische gegevens ....................................................................................... 54
Accessoires die voor luchtcirculatie achteraf nog besteld kunnen worden ........ 54
Verklaring van overeenstemming ........................................................................ 54
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu
4
Afdanken van de verpakking
De verpakking zorgt ervoor dat u het
toestel kunt hanteren en beschermt het
toestel tegen transportschade. Het ver-
pakkingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een zo gering mogelijke belas-
ting van het milieu en de mogelijkheden
voor recyclage.
Door hergebruik van verpakkingsmateri-
aal wordt er op grondstoffen bespaard.
Gebruik materiaalspecifieke inzame-
lings- en retouropties voor recyclebaar
materiaal. Uw Miele vakhandelaar
neemt de transportverpakking terug.
Het oude toestel afdanken
Elektrische en elektronische toestellen
bevatten meestal waardevolle materia-
len. Ze bevatten ook stoffen, mengsels
en onderdelen die nodig waren om de
toestellen goed en veilig te laten func-
tioneren. Wanneer u uw oude toestel bij
het gewone huisvuil gooit of er niet
goed mee omgaat, kunnen deze stoffen
schadelijk zijn voor de gezondheid en
het milieu. Gooi uw oude toestellen
daarom nooit weg met het gewone
huisvuil.
Lever het toestel in bij een gratis, ge-
meentelijk inzameldepot voor elek-
trische en elektronische toestellen, bij
uw vakhandelaar of bij Miele. U bent
wettelijk zelf verantwoordelijk voor het
wissen van eventuele persoonlijke ge-
gevens op het oude toestel. U bent
wettelijk verplicht om niet compleet in-
gebouwde gebruikte batterijen en ac-
cu's alsmede lampen die onbeschadigd
kunnen worden verwijderd, te verwij-
deren. Breng deze naar een geschikte
inzamellocatie, waar u ze gratis kunt in-
leveren. Het oude toestel moet tot die
tijd buiten het bereik van kinderen wor-
den opgeslagen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
5
Deze dampkap voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften.
Onjuist gebruik kan echter persoonlijk letsel of materiële schade
tot gevolg hebben.
Lees de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door voor-
dat u de dampkap in gebruik neemt. Hierin vindt u belangrijke in-
structies met betrekking tot de montage, de veiligheid, het gebruik
en het onderhoud. Daardoor beschermt u zichzelf en vermijdt u
beschadigingen aan de dampkap.
In overeenstemming met de norm IEC60335-1 adviseert Miele u
uitdrukkelijk om het hoofdstuk over de installatie van het toestel en
de veiligheidsinstructies en waarschuwingen te lezen en op te vol-
gen.
Wanneer de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet worden
opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor scha-
de die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door
aan een eventuele volgende eigenaar.
Verantwoord gebruik
Deze dampkap is niet bestemd voor gebruik buiten.
Gebruik de dampkap uitsluitend in huishoudelijke context voor het
wegzuigen van kookdampen die ontstaan bij het bereiding van ge-
rechten.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid,
hun onervarenheid of gebrek aan kennis van de dampkap niet in
staat zijn om deze veilig te bedienen, mogen de dampkap alleen on-
der toezicht gebruiken.
Deze personen mogen de dampkap alleen zonder toezicht gebruiken
als ze weten hoe ze het toestel veilig moeten bedienen. Ze moeten
de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen inzien en
begrijpen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
6
Kinderen in het gezin
Houd kinderen onder 8jaar bij de dampkap vandaan, tenzij u
voortdurend toezicht houdt.
Kinderen vanaf 8jaar mogen de dampkap alleen zonder toezicht
gebruiken als ze weten hoe ze de dampkap veilig moeten bedienen.
Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening
kunnen inzien en begrijpen.
Kinderen mogen de dampkap niet zonder toezicht reinigen of on-
derhouden.
Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van de
dampkap bevinden. Laat kinderen nooit met de dampkap spelen.
Verstikkingsgevaar. Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in
verpakkingsmateriaal wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal
over hun hoofd trekken en stikken. Houd verpakkingsmaterialen weg
van kinderen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
7
Technische veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of repara-
tiewerkzaamheden kan de gebruiker aanzienlijke risico's lopen. In-
stallatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen
door een door Miele geautoriseerde deskundige worden uitgevoerd.
Schade aan de dampkap kan uw veiligheid in gevaar brengen.
Controleer de dampkap op zichtbare schade. Gebruik nooit een be-
schadigde dampkap.
De elektrische veiligheid van de dampkap is uitsluitend gegaran-
deerd, als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol-
gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda-
mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elek-
trische installatie bij twijfel door een elektricien inspecteren.
Tijdelijke of permanente werking op een autonoom of niet-netge-
koppeld stroomvoorzieningssysteem (zoals stand-alonenetten, back-
upsystemen) is mogelijk. Voorwaarde voor het gebruik is dat de
energievoorzieningsinstallatie voldoet aan de bepalingen van
EN50160 of een vergelijkbare standaard.
De maatregelen voorzien in de huisinstallatie en dit Miele product
moeten ook in hun functie en werking gegarandeerd zijn in geïso-
leerd of niet netsynchroom bedrijf of de veiligheidsmaatregelen in de
installatie moeten door gelijkwaardige maatregelen vervangen wor-
den. Zoals bijvoorbeeld beschreven in de huidige publicatie van
VDE-AR-E 2510-2.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
van de dampkap moeten beslist met de waarden van het elektrici-
teitsnet overeenkomen om beschadiging van de dampkap te voorko-
men.
Vergelijk deze aansluitgegevens voordat u het toestel aansluit. Raad-
pleeg bij twijfel een elektricien.
Deze dampkap mag niet op het elektriciteitsnet worden aangeslo-
ten via meervoudige stopcontacten of verlengsnoeren die daarvoor
niet geschikt zijn. Dit in verband met gevaar voor oververhitting.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
8
Gebruik uw dampkap enkel in geïnstalleerde toestand. Enkel dan
is een veilige werking gewaarborgd.
Deze dampkap mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
Raak geen onderdelen aan die onder spanning staan. Verander
niets aan de elektrische en mechanische opbouw van het toestel.
Open de ommanteling van de dampkap slechts zo ver als in het ka-
der van de montage en de reiniging is toegestaan. Open in geen ge-
val overige delen van de ommanteling.
Worden deze instructies niet opgevolgd, dan kunnen gebruikers een
elektrische schok krijgen en is het mogelijk dat het toestel niet meer
goed functioneert.
Het recht op garantie vervalt wanneer de dampkap door een tech-
nische dienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een er-
kend vakman/vakvrouw worden vervangen.
De lampen van de verlichting zijn permanent ingebouwd. De lamp
mag uitsluitend worden vervangen door een door Miele erkende
technicus of door de Miele klantendienst.
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mag er
geen elektrische spanning op de dampkap staan. Dat is het geval als
aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
- de zekeringen van de elektrische installatie zijn uitgeschakeld of
- de schroefzekeringen van de elektrische aansluiting zijn er geheel
uitgedraaid of
- de stekker (indien aanwezig) is uit de contactdoos getrokken. Trek
daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
9
Gelijktijdig gebruik met een toestel dat lucht uit dezelfde ruimte verbruikt
Dit kan levensgevaarlijk zijn!
Wees heel voorzichtig als u de dampkap tegelijk gebruikt met ver-
brandingssystemen die lucht uit dezelfde ruimte gebruiken of ge-
bruikmaken van dezelfde afvoerinstallatie.
Dergelijke verbrandingssystemen halen de lucht die nodig is voor
de verbranding uit het vertrek waar de systemen zich bevinden en
voeren de rookgassen af via een afvoerkanaal (bijvoorbeeld via
een schoorsteen). Dit kunnen bijvoorbeeld gas-, olie-, hout- of
kolenkachels zijn, maar ook gasboilers, warmwaterketels op gas,
gaskookplaten en gasovens.
De dampkap zuigt lucht uit de keuken en de aangrenzende ruim-
ten. Dit geldt bij:
– luchtafvoer en bij
– luchtcirculatie met een buiten het vertrek geplaatste luchtcircula-
tiebox.
Als de luchtaanvoer niet voldoende is, ontstaat er onderdruk. Het
verbrandingssysteem krijgt te weinig lucht. De verbranding wordt
negatief beïnvloed.
Giftige verbrandingsgassen kunnen uit de schoorsteen of een an-
der luchtafvoerkanaal naar de woonruimten geleid worden.
Levensgevaarlijk!
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
10
Het gelijktijdige gebruik van de dampkap en een verbrandingssys-
teem in dezelfde ruimte is ongevaarlijk als de onderdruk niet groter
is dan 4Pa (0,04mbar). In dat geval is er geen gevaar dat verbran-
dingsgassen teruggezogen worden.
Er zullen geen onderdrukproblemen ontstaan als door niet-afsluit-
bare openingen bijvoorbeeld in deuren of ramen voldoende lucht in
de ruimte kan komen. De diameter van de opening waardoor de
lucht naar binnen stroomt, moet dan wel groot genoeg zijn. Alleen
een muurkast voor luchttoevoer/luchtafvoer is meestal niet toerei-
kend.
Bij de beoordeling van een en ander dient men altijd rekening te
houden met de totale ventilatie van de woning. Raadpleeg in ieder
geval een vakman.
Wanneer de dampkap met luchtcirculatie wordt gebruikt en de
lucht wordt teruggevoerd in de ruimte waar het toestel is geplaatst,
is gelijktijdig gebruik van een dampkap en een verbrandingstoestel
in dezelfde ruimte niet gevaarlijk.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
11
Veilig gebruik
Gevaar voor beknelling! Grijp niet in het bewegingsbereik van de
dampkap wanneer deze uit- of inschuift.
Bij open vuur bestaat brandgevaar.
Werk nooit met open vuur onder de dampkap. Bijvoorbeeld het flam-
beren en grillen met open vlam is niet toegestaan. Als de dampkap
ingeschakeld is, worden de vlammen in de filter gezogen. Vetresten
kunnen vuur vatten.
Condenswater kan zorgen voor corrosieschade aan de dampkap.
Schakel de dampkap altijd in als u een kookzone gebruikt om opho-
ging van condenswater te voorkomen.
Olie en vet kunnen bij oververhitting vanzelf ontbranden en daarbij
de dampkap in brand zetten.
Let op potten, pannen en friteuses wanneer u met olie en vet werkt.
Ook het grillen op elektrische griltoestellen moet daarom onder con-
tinu toezicht plaatsvinden.
Gebruik de dampkap nooit zonder vetfilters om te voorkomen dat
zich vuil en vet in de dampkap afzetten,
waardoor deze op den duur niet meer goed zal functioneren.
Er kan brand ontstaan als het toestel niet volgens de aanwijzingen
in deze gebruiksaanwijzing wordt gereinigd.
Hou ermee rekening dat de dampkap bij het koken door de opstij-
gende hitte erg warm kan worden.
Raak de ommanteling en de vetfilters pas aan wanneer de dampkap
is afgekoeld.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
12
Installatie volgens de voorschriften
Controleer in de specificaties van de fabrikant of uw kooktoestel
in combinatie met een dampkap mag worden gebruikt.
Het is niet toegestaan de werkbladafzuiging boven stookplaatsen
voor vaste brandstoffen te monteren.
De dampkap mag niet in combinatie met een gaskookplaat wor-
den gebruikt.
Volg voor het monteren van de werkbladafzuiging de aanwijzingen
in het hoofdstuk “Installatie” op.
Gebruik voor de luchtafvoerleiding enkel buizen of slangen van
onbrandbaar materiaal. Die zijn bij uw Miele-handelaar of via de
Technische Dienst van Miele verkrijgbaar.
De lucht mag niet worden afgevoerd via een afvoerschoorsteen
die wordt gebruikt voor de afvoer van rook of gas, noch via een
schacht die wordt gebruikt voor de ontluchting van ruimten waarin
wordt gestookt.
Wanneer de lucht moet worden afgevoerd via een schoorsteen die
niet meer in gebruik is, dient u eerst de officiële voorschriften te
raadplegen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
13
Reiniging en onderhoud
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen
die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor het reinigen van de dampkap nooit een stoomreiniger.
Accessoires en onderdelen
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga-
rantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemon-
teerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of pro-
ductaansprakelijkheid.
Enkel bij gebruik van originele Miele-onderdelen garandeert Miele
dat aan de veiligheidseisen wordt voldaan. Defecte onderdelen mo-
gen alleen door originele Miele-onderdelen worden vervangen.
Miele geeft u na het einde van de serieproductie een leveringsga-
rantie van maximaal 15jaar en minimaal 10jaar voor essentiële re-
serve-onderdelen.
Overzicht dampkap
14
Overzicht dampkap
15
aBedieningselementen
bUitschuifbaar wasemscherm
cKookplaatverlichting
dPaneel voor de randafzuiging
eOpvangschaal
fAntigeurfilter
Wegwerp- of regenereerbare antigeurfilter
Accessoires die voor luchtcirculatie achteraf nog besteld kunnen worden
gVetfilter
hLuchtafvoertuit
iSensortoets voor het in- en uitschakelen van de dampkap
jSensortoetsen voor het in- en uitschakelen van de afzuiging en voor het instel-
len van het afzuigvermogen
kSensortoets voor de naloopfunctie
lSensortoets voor de bedrijfsurenteller van de vetfilters
mSensortoets voor de bedrijfsurenteller van de anti-geurfilters
nSensortoets voor het in- en uitschakelen en dimmen van de kookplaatverlich-
ting
oSensortoetsen voor de keuze en de weergave van de verlichtingsstanden
Hoe werkt uw toestel?
16
De dampkap kan op de volgende ma-
nieren worden gebruikt:
Werking met luchtafvoer
De dampkap zuigt de kookdampen aan.
De lucht wordt hierbij via het paneel
voor randafzuiging door de vetfilters ge-
voerd en gezuiverd. Vervolgens wordt
de lucht naar buiten geleid.
Luchtcirculatie
(met ombouwset en antigeurfilters als
bij te bestellen accessoires)
De aangezogen lucht wordt door het
paneel van de randafzuiging, de vetfil-
ters en ook nog door een antigeurfilter
gereinigd. Daarna komt de lucht weer in
de keuken.
Wij adviseren bij luchtcirculatie de lucht
door een leiding met uitlaat in bijvoor-
beeld het sokkelpaneel de keuken in te
leiden.
Luchtcirculatie Plug&Play
Wanneer de inbouwnis te weinig ruimte
biedt voor een luchtleiding, kan de lucht
ook met Plug&Play naar de sokkel on-
der het keukenmeubel worden geleid.
Lees daarvoor het hoofdstuk “Installa-
tie”.
Eerste ingebruikneming
17
Luchtafvoer of luchtcirculatie
selecteren
De dampkap is geschikt voor luchtaf-
voer en luchtcirculatie. Het vermogen
van de afzuiging wordt aangepast op
de gekozen werkingswijze. Standaard
is luchtcirculatie ingesteld. Voor lucht-
afvoer moet de dampkap opnieuw in-
gesteld worden.
Er wordt overgeschakeld op luchtafvoer
door de bedrijfsurenteller voor de anti-
geurfilter(s) te deactiveren.
Raak de aan-uittoets aan als het
wasemscherm is ingeschoven.
Alle symbolen branden minder fel.
Houd de toets voor de nalooptijd
ingedrukt totdat de symbolen vetfil-
ter en antigeurfilter branden.
Raak het antigeurfiltersymbool
aan.
Het antigeurfiltersymbool en één van
de vermogensstanden gaan knipperen.
Druk dan op de toets B.
Bevestig de procedure met de anti-
geurfiltertoets.
Alle controlelampjes gaan uit.
Luchtafvoer is ingesteld.
Bevestigt u de procedure niet binnen
4minuten na het instellen, dan neemt
het toestel automatisch de oude instel-
ling weer over.
Plug&Play activeren/deactive-
ren
Raak de aan-uittoets aan.
Alle symbolen branden minder fel.
Houd de toets voor de nalooptijd
ingedrukt.
Na enkele seconden branden de sym-
bolen vetfilter en antigeurfilter, na
nog eens 5seconden brandt indicator 1
van de vermogensweergave van de af-
zuiging.
Het wasemscherm schuift naar buiten.
Raak daarna volgende toetsen achter
elkaar aan:
- de 1-toets,
- de verlichtingstoets en nog een
keer
- de toetsverlichting.
Als Plug&Play gedeactiveerd is, knippe-
ren de weergaven 1 en 3.
Als de functie geactiveerd is, branden
de weergaven 1 en 3 continu.
Activeer het powermanagement door
de toetsB aan te raken.
De standen 1 en 3 branden continu.
Raak de toets 1 aan om te deactive-
ren.
De standen 1 en 3 knipperen.
Druk op toets uitloop om de pro-
cedure te bevestigen.
Alle lampjes gaan uit.
Als u de procedure niet binnen 4minu-
ten bevestigt, neemt het toestel auto-
matisch de oude instelling over.
Eerste ingebruikneming
18
Miele@home instellen
Voorwaarde:
- Een WiFi-netwerk
- De Miele-app
- Een gebruikersaccount bij Miele.
Het gebruikersaccount kunt u aan-
maken via de Miele-app.
Uw dampkap heeft een geïntegreerde
WiFi-module. Verbind de dampkap met
uw wifi-netwerk. Daarna kunt u de
dampkap met de Miele-app bedienen.
Als uw Miele-kookplaat ook in het eigen
WiFi-netwerk is opgenomen, kunt u de
automatische besturing van de damp-
kap met de Con@ctivity-functie ge-
bruiken.Als uw Miele-kookplaat ook in
het eigen WiFi-netwerk is opgenomen,
kunt u de automatische besturing van
de dampkap met de Con@ctivity-func-
tie gebruiken.
Het signaal van uw WiFi-netwerk
moet voldoende sterk zijn op de lo-
catie waar uw damkap geïnstalleerd
wordt.
U kunt verbinding maken met uw eigen
WiFi-netwerk met de Miele-app of via
WPS.
Beschikbaarheid van Miele@home
Het gebruik van de Miele-app is afhan-
kelijk van de beschikbaarheid van de
Miele@home-services in uw land.
De service Miele@home is niet in elk
land beschikbaar.
Informatie over de beschikbaarheid
vindt u op de website www.miele.com.
Miele-app
De Miele-app kunt u gratis downloaden
uit de Apple App Store® of de Google
Play Store™.
Met de app verbinden
U kunt de netwerkverbinding met de
Miele-app tot stand brengen.
Installeer de Miele app op uw mobie-
le toestel.
Eerste ingebruikneming
19
Om via de app te kunnen aanmelden,
dient u te beschikken over:
1. Het wachtwoord van uw WiFi-net-
werk
2. Het wachtwoord van uw dampkap
Het wachtwoord van de dampkap be-
staat uit de laatste 9cijfers van het pro-
ductienummer op het typeplaatje.
U vindt het typeplaatje aan de voorkant
van de behuizing.
Start de toestelaanmelding in de app.
Volg de aanmeldingsstappen.
Als u gevraagd wordt om de wifi van de
dampkap te activeren, gaat u als volgt
te werk:
Raak de aan-uittoets aan als het
wasemscherm is ingeschoven.
Alle symbolen branden minder fel.
Houd de toets voor de nalooptijd
ingedrukt totdat de symbolen vetfil-
ter en antigeurfilter branden.
Druk dan op de toets 2.
Het wasemscherm schuift naar buiten.
2 licht continu op, 3 knippert.
De dampkap is tijdens de volgende
2minuten klaar voor de verbinding.
Volg de overige aanwijzingen in de
app op.
Na succesvolle verbinding branden 2 en
3 continu.
Verlaat de verbindingsmodus van de
dampkap door op de toets naloop
te drukken.
De dampkap kan nu met de app be-
diend worden.
Eerste ingebruikneming
20
Via WPS verbinden
Uw wifirouter moet geschikt zijn voor
WPS (WiFi Protected Setup).
Raak de aan-uittoets aan als het
wasemscherm is ingeschoven.
Alle symbolen branden minder fel.
Houd de toets voor de nalooptijd
ingedrukt totdat de symbolen vetfil-
ter en antigeurfilter branden.
Druk dan op de toets 2.
Het wasemscherm schuift naar buiten.
2 licht continu op, 3 knippert.
De wifiverbinding moet gelijktijdig op de
dampkap en op uw WPS-router gestart
worden.
Druk na enkele seconden op de toets
B op de dampkap.
Na korte tijd licht 2 continu op, 3 en B
knipperen.
De dampkap is tijdens de volgende
tweeminuten klaar voor de verbinding.
Start de WPS-verbinding op uw wi-
firouter.
Na succesvolle verbinding branden 2 en
3 continu.
Verlaat de verbindingsmodus van de
dampkap door op de toets naloop
te drukken.
De dampkap kan nu met de app be-
diend worden.
Als er geen verbinding kon worden ge-
maakt, kan het zijn dat u de WPS op uw
router niet snel genoeg heeft ingescha-
keld. Herhaal de vorige stappen.
Tip: Gebruik de verbinding via de Miele
app als uw wifirouter niet over WPS be-
schikt.
Eerste ingebruikneming
21
WiFi afmelden (terugzetten naar de
fabrieksinstellingen)
Om een nieuwe WiFi-verbinding te ma-
ken moet eerst de bestaande WiFi-ver-
binding verbroken worden.
Raak de aan-uittoets aan als het
wasemscherm is ingeschoven.
Alle symbolen branden minder fel.
Houd de toets voor de nalooptijd
ingedrukt totdat de symbolen vetfil-
ter en antigeurfilter branden.
Druk dan op de toets 1.
Het wasemscherm schuift naar buiten.
Bij een bestaande wifi-verbinding bran-
den 2 en 3 continu.
De dampkap is tijdens de volgende
twee minuten klaar voor het verbreken
van de verbinding.
Druk dan op de toets 1.
2 licht continu op en 3 knippert.
Na enkele seconden knipperen 2 en 3.
De verbinding is verbroken.
Verlaat de afmeldmodus van de
dampkap door op de toets uitloop
te drukken.
De wifiverbinding is verbroken. Er kan
een nieuwe verbinding worden ge-
maakt.
Eerste ingebruikneming
22
Con@ctivity instellen
Con@ctivity beschrijft de directe com-
municatie tussen een elektrische kook-
plaat van Miele en een Miele-dampkap.
Hiermee kan de dampkap automatisch
bestuurd worden, afhankelijk van de
status van een daaronder liggende los-
se elektrische Miele-kookplaat.
- Nadat de kookplaat is ingeschakeld,
gaan de kookplaatverlichting en na
korte tijd de afzuiging van de damp-
kap automatisch aan.
- Tijdens het kookproces kiest de
dampkap automatisch het juiste af-
zuigvermogen. De vermogensstand
van de afzuiging hangt af van het
aantal ingeschakelde kookplaten en
van de gekozen kookstanden.
- Nadat de kookplaat is uitgeschakeld,
gaan na een uitlooptijd ook de afzui-
ging en de kookplaatverlichting van
de dampkap automatisch uit.
Gedetailleerde informatie over deze
functie vindt u in het hoofdstuk: 'Bedie-
ning'.
Con@ctivity via het eigen WiFi-net-
werk (Con@ctivity 3.0)
Voorwaarde:
- Eigen WiFi-netwerk
- Kookplaat die geschikt is voor wifi
Neem de dampkap en uw kookplaat
in het eigen WiFi-netwerk op (zie pa-
ragraaf “Miele@home installeren”).
Con@ctivity wordt automatisch geacti-
veerd.
Eerste ingebruikneming
23
Con@ctivity via een directe WiFi-ver-
binding (Con@ctivity 3.0)
Voorwaarde(n):
- Kookplaat die geschikt is voor
WiFi
Als u geen eigen netwerk heeft, kunt u
een directe verbinding tussen kookplaat
en dampkap tot stand brengen.
Raak de aan-uittoets aan als het
wasemscherm is ingeschoven.
Alle symbolen branden minder fel.
Houd de toets voor de nalooptijd
ingedrukt totdat de symbolen vetfil-
ter en antigeurfilter branden.
Druk dan op de toets 3.
Het wasemscherm schuift naar buiten.
2 licht continu op, 3 knippert.
De dampkap is tijdens de volgende
2minuten klaar voor de verbinding.
Start de wifiverbinding op de kook-
plaat. Zie daarvoor de gebruiksaan-
wijzing van de kookplaat.
Na succesvolle verbinding branden 2 en
3 continu.
Verlaat de verbindingsmodus van de
dampkap door op de toets naloop
te drukken.
Con@ctivity is nu geactiveerd.
Als de directe wifiverbinding tot stand
is gebracht, kunnen de kookplaat en
dampkap niet in een eigen netwerk
opgenomen worden. Mocht u dit later
toch wensen, dan dient u eerst de di-
recte wifi-verbinding tussen kookplaat
en dampkap uit te schakelen (zie para-
graaf “Wifi afmelden”).
Verbinding herhalen
Als er geen verbinding mogelijk is, knip-
peren 2 en 3 of wordt de procedure
door de dampkap afgebroken.
Verbreek de verbinding met de
dampkap (zie paragraaf “Wifi afmel-
den”) en met de kookplaat.
Herhaal de verbinding.
Bediening (automatische werking)
24
Gevaar voor beknelling!
Grijp niet in het bewegingsbereik van
de dampkap wanneer deze uit- of in-
schuift.
Wanneer Con@ctivity is geactiveerd,
werkt de dampkap altijd in de automa-
tische functie (zie hoofdstuk: “Eerste
ingebruikname”, paragraaf “Con@ctivi-
ty instellen”).
Zie hoofdstuk “Bediening (Handmatige
bediening)”, paragraaf “Koken zonder
Con@ctivity-functie” als u de damp-
kap handmatig wenst te bedienen.
Koken met de Con@ctivity-
functie (Automatische bedie-
ning)
Schakel een kookplaat in op een wil-
lekeurige stand.
Het wasemscherm schuift naar buiten.
De kookplaatverlichting wordt inge-
schakeld.
Na een paar seconden gaat de afzui-
ging aan: eerst kort op stand 2, daarna
direct op stand 1.
Tijdens het kookproces kiest de damp-
kap automatisch het juiste afzuigvermo-
gen.
Dit is gebaseerd op het totale vermogen
dat op dat moment voor de kookplaat is
ingeschakeld, nl. het aantal ingescha-
kelde kookzones en de ingeschakelde
kookstanden.
Wanneer u bij de kookplaat een ho-
gere kookstand inschakelt of wanneer
u meerdere kookzones inschakelt,
kiest de dampkap een hogere vermo-
gensstand.
Wanneer u bij de kookplaat een lage-
re kookstand inschakelt of wanneer u
één of meer kookzones uitschakelt,
kiest de dampkap een lagere vermo-
gensstand.
Voorbeelden voor de vermogensstanden 1
tot en met B
Reactietijd
De dampkap reageert met vertraging.
Een wijziging in de vermogensstand van
de kookplaat hoeft namelijk niet meteen
tot meer of minder dampontwikkeling te
leiden.
De vertraging is ook toe te schrijven aan
het feit dat de kookplaat de informatie
met tussenpozen naar de dampkap ver-
zendt.
De reactie van de dampkap volgt na en-
kele seconden of enkele minuten.
Bediening (automatische werking)
25
Bij het braden
U schakelt bijvoorbeeld voor het ver-
hitten van een pan, een kookplaat op
de hoogste stand in. Circa 10secon-
den tot 4minuten daarna zet u deze
op een lagere stand (60seconden tot
5minuten bij een Highlight-kookplaat).
De dampkap herkent dat u aan het bra-
den bent.
De dampkap gaat aan. Nadat de kook-
plaat op een lagere stand is gezet,
wordt de dampkap naar stand3 terug-
geschakeld en blijft deze circa 5minu-
ten op deze stand staan.
Daarna wordt het afzuigvermogen van
de dampkap weer door de Con@ctivity-
functie gestuurd.
U kunt het afzuigvermogen ook voortij-
dig handmatig wijzigen.
Uitschakelen
Schakel alle kookzones uit.
De afzuiging wordt stap voor stap op
een lagere stand gezet en ten slotte he-
lemaal uitgeschakeld.
Dan wordt de keukenlucht gezuiverd
van eventueel nog aanwezige dampen
en geurtjes.
Afhankelijk van de vermogensstand die
het laatst geactiveerd was, duurt de
procedure 2 tot 5minuten.
30seconden nadat de afzuiging uitge-
schakeld is, wordt ook de kookplaatver-
lichting uitgeschakeld.
1minuut later schuift het wasemscherm
naar binnen.
We zijn klaar met koken.
De automatische functie tijde-
lijk uitschakelen
U kunt de automatische functie tijdens
het koken tijdelijk uitschakelen, en wel
als volgt:
kies handmatig een andere vermo-
gensstand of
schakel de dampkap handmatig uit of
u activeert de functie uitloop van
de dampkap. De afzuiging gaat na de
gekozen uitlooptijd uit, de verlichting
blijft ingeschakeld.
De functies van de dampkap kunnen nu
met de hand worden bediend (zie
hoofdstuk “Bediening (Handmatige be-
diening)”).
Als u de afzuiging bij Plug&Play hand-
matig uitschakelt, blijft deze op stand
1 actief (zie hoofdstuk “Bediening
(handmatige bediening)”, paragraaf
Afzuiging uitschakelen”).
Terug naar de automatische functie
U kunt terug naar de automatische
functie en wel als volgt:
- kies handmatig een vermogensstand
en wacht circa 5minuten voordat u
de dampkap weer gaat bedienen, of
- kies handmatig een vermogensstand
die overeenkomt met de automa-
tische vermogensstand, of
- zorg ervoor dat de afzuiging van de
dampkap en de kookplaat minstens
30seconden uitgeschakeld zijn ge-
weest.
De eerstvolgende keer dat u de kook-
plaat weer inschakelt, start deze weer
in de automatische functie.
Bediening (automatische werking)
26
U hebt de mogelijkheid om de damp-
kap tijdens een volledige kookbeurt
handmatig te bedienen.
Schakel daarvoor de afzuiging van de
dampkap voor de kookplaat in.
Als na het koken de dampkap en de
kookplaat minstens 30seconden uitge-
schakeld waren, start de kookplaat de
volgende keer opnieuw in de automa-
tische functie.
Bediening (handmatige werking)
27
Gevaar voor beknelling!
Grijp niet in het bewegingsbereik van
de dampkap wanneer deze uit- of in-
schuift.
Koken zonder Con@ctivity-
functie (Handmatige bediening)
Onder de volgende voorwaarden kunt u
de dampkap met de hand bedienen:
- De Con@ctivity-functie is niet geacti-
veerd.
- U heeft de Con@ctivity-functie tijde-
lijk gedeactiveerd (Zie hoofdstuk “Be-
diening (Automatische bediening)”,
paragraaf “De automatische functie
tijdelijk uitschakelen”).
Afzuiging inschakelen
Voor lichte tot zware kookdampen, geu-
ren en warmte-ontwikkeling kunt u kie-
zen tussen de vermogensstanden 1 tot
en met 3.
Als de kookdampen, geuren of warmte-
ontwikkeling toenemen, verhoogt u de
vermogensstand.
Als er tijdelijk zeer veel kookdampen,
geuren of warmte-ontwikkeling ont-
staan, bijv. tijdens het aanbraden,
selecteert u de boosterstand B.
Raak de aan-uittoets aan als het
wasemscherm is ingeschoven.
Alle symbolen branden minder fel.
Raak één van de toetsen 1 tot B aan.
Het wasemscherm schuift naar buiten.
De afzuiging schakelt naar de gewenste
stand.
Tweede boosterstand kiezen
Als u de boosterstand kiest, brandt
het symbool B. Als u nog een keer
een hogere vermogensstand wilt,
dient u de toets B opnieuw aan te ra-
ken.
Het symbool B brandt.
De tweede boosterstand is geactiveerd.
De afzuigcapaciteit wordt gedurende
korte tijd verhoogd.
De boosterstanden terugschakelen
Als powermanagement geactiveerd is
(vooraf ingesteld), wordt de eerste
boosterstand B na 5minuten automa-
tisch naar stand 3 teruggeschakeld.
De tweede boosterstand B wordt na
2minuten teruggeschakeld (ook als po-
wermanagement gedeactiveerd is).
Bediening (handmatige werking)
28
Nalooptijd inschakelen
Laat de afzuiging na het koken nog en-
kele minuten werken. De keukenlucht
wordt gezuiverd van eventueel nog aan-
wezige dampen en geurtjes.
Resten in de dampkap en en de geur-
tjes die hierdoor ontstaan worden voor-
komen.
De naloopfunctie biedt de mogelijkheid,
dat de afzuiging na een gekozen tijd au-
tomatisch uitschakelt.
Tip na het koken de toets naloop
aan als de afzuiging ingeschakeld is.
- 1xvoor 5minuten uitlooptijd, waarbij
5 gaat branden.
- 2xvoor 15minuten uitlooptijd, waar-
bij 15 gaat branden.
- Als u opnieuw op de toets naloop
drukt, blijft de afzuiging ingescha-
keld. ( dooft).
Afzuiging uitschakelen
Als u de toets van de actieve vermo-
gensstand nogmaals aanraakt, wordt
de afzuiging uitgeschakeld.
Het wasemscherm blijft uitgeschoven.
Nalooptijd bij Plug&Play
Als u de afzuiging bij Plug&Play uitscha-
kelt, blijft deze op stand 1 actief.
De nalooptijd zorgt ervoor dat de sokkel
na het koken wordt geventileerd.
Afhankelijk van de vermogensstand die
het laatst geactiveerd was, duurt de na-
looptijd tussen 2 en 30minuten.
U kunt de afzuiging tijdens de naloop-
tijd met de toets 1 of de aan-uittoets
direct uitschakelen.
Deze functie is onafhankelijk van de na-
loopfunctie.
Bediening (handmatige werking)
29
Kookplaatverlichting inscha-
kelen en dimmen
De kookplaatverlichting kunt u onafhan-
kelijk van de afzuiging in- en uitscha-
kelen en de lichtsterkte verminderen.
Raak de aan-uittoets aan als het
wasemscherm is ingeschoven.
Alle symbolen branden minder fel.
Raak de verlichtingstoets kort aan.
Het wasemscherm schuift naar buiten.
De verlichting brandt nu op maximale
helderheid. Alle 3balken naast de ver-
lichtingstoets branden.
Wilt u de verlichting zwakker hebben,
blijf dan op toets van de verlich-
ting drukken. De verlichting wordt
zwakker totdat u de toets loslaat.
Wilt u de verlichting weer sterker heb-
ben, druk dan opnieuw op toets ver-
lichting en blijf erop drukken. De
verlichting wordt sterker totdat u de
toets loslaat.
U kunt ook 3helderheidsniveaus kie-
zen door de balken naast de ver-
lichtingstoets aan te raken.
Kookplaatverlichting uitscha-
kelen
Als u de verlichtingstoets nog een
keer aanraakt, wordt de kookplaat-
verlichting uitgeschakeld.
Het wasemscherm blijft uitgeschoven.
Wasemscherm inschuiven
Raak de aan-uittoets aan.
De afzuiging en de kookplaatverlichting
worden uitgeschakeld.
Alle symbolen doven.
De dampkap schuift naar binnen.
Automatisch inschuiven
Als u de afzuiging en de verlichting uit-
schakelt terwijl het wasemscherm nog
uitgeschoven is, schuift het wasem-
scherm na 1minuut automatisch in.
Powermanagement
De dampkap beschikt over een power-
management. Het powermanagement
zorgt voor de energiebesparing. Het
zorgt ervoor dat de afzuiging automa-
tisch terugschakelt en de verlichting
wordt uitgeschakeld.
- Als de boosterstand ingesteld is,
wordt de afzuiging na 5minuten au-
tomatisch naar stand3 teruggescha-
keld,
- Als stand3,2of1 ingesteld is, wordt
het afzuigvermogen na 2uur automa-
tisch éénstand lager gezet en daarna
in stappen van 30minuten uitgescha-
keld.
- Als de kookvlakverlichting ingescha-
keld is, wordt deze na 12uur auto-
matisch uitgeschakeld.
Instellingen wijzigen
30
Alle instellingen vinden plaats als de
dampkap uitgeschakeld is.
Schakel de afzuiging en de verlichting
uit en schuif het wasemscherm in.
Bedrijfsurenteller voor de vet-
filters wijzigen
U kunt de bedrijfsurenteller aan uw
kookgewoonten aanpassen.
Vanuit de fabriek is een reinigingsinter-
val van 30uur ingesteld.
- Kies 20uur wanneer u veel braadt en
frituurt.
- Als u slechts af en toe kookt, kunt u
ook een korter reinigingsinterval kie-
zen. Daardoor voorkomt u dat aange-
koekt vet verhardt en het reinigen
daardoor moeilijker wordt.
- Kies een langere reinigingsinterval
van 40of50uur wanneer u regelma-
tig zeer vetarm kookt.
Raak de aan-uittoets aan.
Alle symbolen branden minder fel.
Houd de toets voor de nalooptijd
ingedrukt totdat de symbolen vetfil-
ter en antigeurfilter branden.
Raak het vetfiltersymbool aan.
Het symbool vetfilter en één van de
vermogensstanden gaan knipperen.
De standen 1 tot en met B geven aan
hoeveel uren zijn ingesteld:
Stand 1........................................ 20uur
Stand 2........................................ 30uur
Stand 3........................................ 40uur
Stand B....................................... 50uur
Kies met de sensortoetsen de ge-
wenste tijd.
Bevestig de procedure met de toets
vetfilter. Bevestigt u de procedure
niet binnen 4minuten na het instellen,
dan neemt het toestel automatisch de
oude instelling weer over.
Instellingen wijzigen
31
Bedrijfsurenteller anti-geurfil-
ter wijzigen of deactiveren
De anti-geurfilters zijn nodig voor lucht-
circulatie.
U kunt de bedrijfsurenteller aan uw
kookgewoonten aanpassen.
Voor luchtafvoer moet deze uitgescha-
keld worden.
Standaard is een wisselinterval van
180uur ingesteld.
Raak de aan-uittoets aan.
Alle symbolen branden minder fel.
Houd de toets voor de nalooptijd
ingedrukt totdat de symbolen vetfil-
ter en antigeurfilter branden.
Raak het antigeurfiltersymbool
aan.
Het antigeurfiltersymbool en één van
de vermogensstanden gaan knipperen.
De standen 1 tot en met B geven aan
hoeveel uren zijn ingesteld:
Stand 1...................................... 120uur
Stand 2...................................... 180uur
Stand 3...................................... 240uur
Stand B....................... niet geactiveerd
Kies met de sensortoetsen de ge-
wenste tijd.
Bevestig de procedure met de anti-
geurfiltertoets. Bevestigt u de pro-
cedure niet binnen 4minuten na het
instellen, dan neemt het toestel auto-
matisch de oude instelling weer over.
Powermanagement deactive-
ren
Onthoud dat deactiveren kan leiden tot
een verhoogd energieverbruik.
Powermanagement deactiveren/acti-
veren
Raak de aan-uittoets aan.
Alle symbolen branden minder fel.
Houd de toets voor de nalooptijd
ingedrukt.
Na enkele seconden branden de sym-
bolen vetfilter en antigeurfilter, na
nog eens 5seconden brandt indicator 1
van de vermogensweergave van de af-
zuiging.
Het wasemscherm schuift naar buiten.
Raak daarna volgende toetsen achter
elkaar aan:
- de toetsverlichting ,
- de 1 toets en weer op
- de toetsverlichting.
Als het powermanagement ingescha-
keld is, branden de standen1enB con-
tinu.
Als dit is uitgeschakeld, knipperen de
standen1enB.
Raak de toets1 aan om het power-
management te deactiveren.
De standen 1 en B knipperen.
Activeer het powermanagement door
de toetsB aan te raken.
De standen 1 en B branden continu.
Druk op toets uitloop om de pro-
cedure te bevestigen.
Instellingen wijzigen
32
Alle lampjes gaan uit.
Als u de procedure niet binnen 4minu-
ten bevestigt, neemt het toestel auto-
matisch de oude instelling over.
Geluidssignaal sensortoetsen
Als u met de sensortoetsen een functie
kiest, klinkt er ter bevestiging een kort
geluidssignaal.
Het geluidssignaal kan worden uitge-
schakeld.
Raak de aan-uittoets aan.
Alle symbolen branden minder fel.
Houd de toets voor de nalooptijd
ingedrukt totdat de symbolen vetfil-
ter en antigeurfilter branden.
Druk dan op de toets B.
Het geluidssignaal is uitgeschakeld.
Ga op dezelfde manier te werk als u
het geluidssignaal weer wilt inscha-
kelen.
Nadat de dampkap losgekoppeld is
geweest van het elektriciteitsnet of na-
dat zich een stroomstoring heeft voor-
gedaan, wordt het geluidssignaal au-
tomatisch weer ingeschakeld, ook
wanneer het daarvoor was uitgescha-
keld.
Tips om energie te besparen
33
Deze dampkap werkt zeer efficiënt en
energiebesparend. Volgende maatre-
gelen ondersteunen u bij het spaarzame
gebruik:
- Zorg bij het koken voor een goede
ventilatie van de keuken. Stroomt bij
luchtafvoer niet voldoende lucht, dan
werkt de dampkap niet efficiënt en
zijn er verhoogde werkingsgeluiden.
- Kook op een zo laag mogelijke kook-
stand. Weinig kookdampen beteke-
nen een lage vermogensstand aan de
dampkap en hierdoor ook minder
stroomverbruik.
da5125
- Als er tijdens het koken veel stoom
ontstaat, dient u de pannen zo dicht
mogelijk bij de dampkap te plaatsen.
Bereid gerechten zoveel mogelijk al-
leen in gesloten potten of pannen. Zo
voorkomt u, dat er onnodig warmte
ontsnapt.
Als u met open pannen kookt, leg er
dan schuin een deksel op. Leg bij-
voorbeeld een pollepel tussen de pan
en het deksel. De kookdampen wor-
den naar de afzuiging geleid, die zo
optimaal werkt.
- Maak de filters geregeld schoon of
vervang ze. Door erg vette filters
wordt het vermogen verlaagd en be-
staat er brandgevaar. Voorts bestaat
dan een risico voor de hygiëne.
- Gebruik de Con@ctivity-functie. De
dampkap wordt automatisch in- en
uitgeschakeld. De dampkap kiest de
optimale vermogensstand voor des-
betreffende situatie en zorgt zo voor
een laag energieverbruik.
- Als u de dampkap handmatig be-
dient, let dan op het volgende:
Controleer het ingestelde vermo-
gen op de dampkap. Meestal is
een lage vermogensstand vol-
doende. Gebruik de boosterstand
alleen als dat nodig is.
Schakel als er veel damp vrijkomt
tijdig naar een hogere vermogens-
stand. Dat is efficiënter dan door
langdurig afzuigen te proberen
dampen terug te zuigen die zich al
in de keuken hebben verspreid.
Let erop om de dampkap na het
koken weer uit te schakelen.
Als na het koken de lucht in de
keuken nog gezuiverd moet wor-
den van aanwezige damp en geu-
ren, gebruikt u de uitloopfunctie.
De afzuiging wordt na de gekozen
uitlooptijd automatisch uitgescha-
keld.
Reiniging en onderhoud
34
Behuizing
Algemeen
De oppervlakken en bedieningsele-
menten kunnen door ongeschikte
reinigingsmiddelen aangetast wor-
den.
Gebruik geen reinigingsmiddelen die
soda, zuur, chloor of oplosmiddelen
bevatten.
Gebruik geen schurende reinigings-
middelen zoals schuurpoeder en
vloeibaar schuurmiddel en ook geen
schuursponsjes of sponsjes waar
nog resten van schuurmiddelen in
zitten.
Vocht in de dampkap kan leiden
tot schade.
Let erop dat er geen water in de
dampkap komt.
Reinig oppervlak en bedieningsele-
menten alleen met een licht vochtige
doek, wat reinigingsmiddel en wat
warm water.
Wrijf de oppervlakken daarna met
een zachte doek droog.
Roestvrijstalen oppervlakken
Neem de algemene regels in acht en
gebruik daarnaast een niet-schurend
reinigingsmiddel dat speciaal geschikt
is voor roestvrij staal.
Gebruik, om te voorkomen dat de op-
pervlakken snel weer vuil worden, ook
een onderhoudsmiddel voor roestvrij
staal (verkrijgbaar bij Miele).
Bijzondere opmerkingen voor glazen
oppervlakken
Neem hiervoor de algemene regels in
acht. Gebruik daarnaast een reini-
gingsmiddel dat speciaal geschikt is
voor glas.
Reiniging en onderhoud
35
Vetfilter en paneel voor randaf-
zuiging
Brandgevaar
Verzadigde vetfilters zijn brandbaar.
Reinig de vetfilters regelmatig.
Het paneel voor randafzuiging en de
voor hergebruik geschikte metalen vet-
filters in het toestel nemen de vaste
deeltjes uit de keukendampen op (vet,
stof etc.) en zorgt er zo voor dat de
dampkap niet vuil wordt.
De vetfilters en het paneel moeten re-
gelmatig gereinigd worden.
Sterk vervuilde vetfilters verminderen
het afzuigvermogen en zorgen voor
meer vervuiling van de dampkap en
de keuken.
Reinigingsinterval
Het is aan te raden om het paneel voor
randafzuiging en de vetfilters om de 3-4
weken te reinigen. Het verzamelde vet
wordt na langere tijd hard. De vetfilters
en het paneel voor randafzuiging kun-
nen dan minder vlot worden schoonge-
maakt.
De bedrijfsurenteller herinnert u eraan
dat u de randafzuiging en de vetfilters
regelmatig moet reinigen. Het vetfilter-
symbool gaat dan branden.
Paneel en vetfilters uitnemen
Paneel openen
Raak de aan-uittoets aan als het
wasemscherm is ingeschoven.
Raak de verlichtingstoets kort aan.
Het wasemscherm schuift naar buiten.
Gevaar voor beknelling!
Als u de afzuiging en de verlichting
uitschakelt terwijl het wasemscherm
nog uitgeschoven is, schuift het wa-
semscherm na 1minuut automatisch
in. U kunt zich verwonden. Het geo-
pende paneel kan beschadigd raken.
Laat de verlichting ingeschakeld, zo-
dat het wasemscherm niet inschuift.
Het paneel zit met magneten vast.
Trek het paneel aan de bovenkant
naar voren en open het.
Reiniging en onderhoud
36
Open de vergrendeling van de vetfil-
ter en neem de vetfilter langs onderen
uit.
De vetfilters met de hand reinigen
Reinig de vetfilters in warm water met
een afwasborstel en een zacht hand-
afwasmiddel. Gebruik het handaf-
wasmiddel niet geconcentreerd.
Ongeschikte reinigingsmiddelen
Vetfilters kunnen beschadigd raken
door reinigingsmiddelen die daarvoor
niet geschikt zijn.
De volgende reinigingsmiddelen mogen
niet worden gebruikt:
- kalkoplossende reinigingsmiddelen
- schuurpoeder of schuurcrème
- agressieve allesreinigers en vetoplos-
sprays
- ovenspray
Vetfilters in de vaatwasser reinigen
Kans op beschadigingen door te
hoge temperaturen in de vaatwasser.
De vetfilters kunnen als gevolg van te
hoge temperaturen onbruikbaar wor-
den, bijv. door vervorming.
Kies een programma dat de aanbe-
volen temperatuur niet overschrijdt.
Neem ook de aanwijzingen in de ge-
bruiksaanwijzing van de vaatwasser
in acht.
Plaats de vetfilters verticaal of schuin
in het onderrek. Let erop dat de
sproeiarm vrij kan bewegen.
Gebruik een huishoudelijk reinigings-
middel.
Kies een programma met een tempe-
ratuur van maximaal 65°C.
Afhankelijk van het reinigingsmiddel
kunnen er blijvende verkleuringen op
de binnenkant van de filteroppervlak-
ken ontstaan. Deze verkleuringen heb-
ben geen nadelig effect op de functie
van de vetfilters.
Leg de vetfilters na het schoonmaken
nog op een vochtopnemend voor-
werp te drogen.
Reiniging en onderhoud
37
Paneel verwijderen
Trek het geopende paneel er naar bo-
ven toe uit en leg het op een zachte
ondergrond.
Reiniging van het paneel
Neem de aanwijzingen onder “Om-
manteling” in acht.
Het paneel is niet geschikt voor reini-
ging in de vaatwasser.
Wanneer het paneel en de vetfilters
uitgenomen zijn, kan u de bereikbare
onderdelen van de behuizing van vet
ontdoen. Op die manier voorkomt u
brandgevaar.
Opvangschaal reinigen
Een opvangschaal onder de vetfilter
vangt condenswater op. De opvang-
schaal kan worden verwijderd om te rei-
nigen.
Trek de opvangschaal voorzichtig
omhoog uit de houders. Giet het ver-
zamelde condenswater eruit en reinig
de opvangschaal met een vochtig
doekje.
Hang de opvangschaal na het reini-
gen weer in de houders.
Reiniging en onderhoud
38
Paneel plaatsen
Plaats het paneel in de sleuven van
het wasemscherm.
Plaats de vetfilters terug. Zorg ervoor
dat de vergrendeling bij het plaatsen
van de vetfilters naar buiten wijst.
Als de vetfilters verkeerd geplaatst
zijn, kunt u de vergrendeling door de
uitsparingen met een kleine schroe-
vendraaier ontgrendelen.
Klap het paneel dicht totdat de mag-
neten het vastzetten.
De bedrijfsurenteller voor de vetfilter
resetten
Na de reiniging moet de bedrijfsurentel-
ler worden gereset.
Controleer of de afzuiging aan is en
raak dan circa 3seconden de vetfil-
tertoets aan totdat alleen nog
stand 1 knippert.
Het symbool vetfilter gaat uit.
Vetfilter vervangen
Door regelmatig gebruik en reiniging
kunnen de filteroppervlakken verslijten.
Wanneer u schade vaststelt, vervangt u
de vetfilters.
U kunt de vetfilters via Miele (zie achter
in deze gebruiksaanwijzing) of de Miele
vakhandelaar verkrijgen.
Reiniging en onderhoud
39
Actieve koolstoffilter
Bij luchtcirculatie dient u naast de vetfil-
ters ook nog twee anti-geurfilters te ge-
bruiken. De anti-geurfilters binden de
kookgeurtjes.
U kunt de anti-geurfilters in de webshop
van Miele, bij Miele zelf (zie achter in
deze gebruiksaanwijzing) of bij de
Miele-vakhandelaar verkrijgen.
De type-aanduiding vindt u in het
hoofdstuk “Technische gegevens”.
Antigeurfilter plaatsen/vervangen
Verwijder het paneel en haal de op-
vangschaal eruit, zoals eerder be-
schreven.
Haal de antigeurfilter uit de verpak-
king.
Plaats de antigeurfilters in het wa-
semscherm. Zorg ervoor dat de lus-
sen naar boven wijzen.
Plaats de opvangschaal en het pa-
neel er weer in.
Vervangingsfrequentie
Vervang de anti-geurfilters altijd zodra
de kookluchtjes niet meer voldoende
opgenomen worden, maar uiterlijk elke
zes maanden.
De werkingsurenteller geeft aan wan-
neer de anti-geurfilters moet worden
vervangen. Het symbool van het anti-
geurfilter gaat dan branden.
De bedrijfsurenteller voor de anti-
geurfilter terugzetten naar fabrieksin-
stellingen
Na de vervanging moet de urenteller
worden gereset.
Controleer of de afzuiging aan is en
raak de antigeurfiltertoets dan cir-
ca 3seconden aan, totdat alleen
stand 1 knippert.
Het antigeurfiltersymbool gaat uit.
Anti-geurfilters weggooien
Gooi de gebruikte anti-geurfilters bij
het huisvuil.
Reiniging en onderhoud
40
Regenereerbare antigeurfilters
Voor deze dampkap zijn regenereerbare
antigeurfilters verkrijgbaar. U kunt ze in
de oven regenereren en vaker ge-
bruiken.
Raadpleeg voor het gebruik de bijbeho-
rende gebruiksaanwijzing.
Nuttige tips
41
De meeste storingen en defecten die bij het dagelijks gebruik kunnen optreden,
kunt u zelf verhelpen. U bespaart daarmee niet alleen tijd, maar ook kosten, omdat
u Miele niet hoeft in te schakelen.
Op www.miele.com/service vindt u informatie over hoe u zelf storingen kunt ver-
helpen.
De volgende tabellen helpen u de oorzaken van een probleem te achterhalen en te
verhelpen.
Probleem Oorzaak en oplossing
Het wasemscherm
blokkeert tijdens het
uitschuiven.
Het wasemscherm wordt bijvoorbeeld door een
zwaar voorwerp geblokkeerd.
Als het wasemscherm tijdens het uitschuiven geblok-
keerd wordt, beweegt het een stukje terug en stopt
dan.
Raak de aan-uittoets aan.
Het wasemscherm schuift uit en daarna weer in.
Het wasemscherm
blokkeert tijdens het in-
schuiven.
Er is een voorwerp in het wasemscherm vast komen
te zitten.
Als het wasemscherm tijdens het inschuiven geblok-
keerd wordt, schuift het een stukje uit en stopt dan.
Raak de aan-uittoets aan.
Schakel de afzuiging en de verlichting in.
Het wasemscherm schuift naar buiten.
Klantendienst
42
Op www.miele.com/service vindt u in-
formatie over hoe u zelf storingen kunt
verhelpen en over Miele onderdelen.
Contact bij storingen
Voor storingen die u niet zelf kunt ver-
helpen, waarschuwt u uw Miele vakhan-
delaar of de klantendienst van Miele.
De klantendienst van Miele kunt u onli-
ne boeken op www.miele.com/ser-
vice.
De contactgegevens van de klanten-
dienst van Miele vindt u achteraan in
dit document.
De klantendienst van Miele heeft de ty-
peaanduiding en het fabricagenummer
nodig (Fabr./SN/nr.). Beide gegevens
vindt u op het typeplaatje.
Positionering van het typepla-
tje
U vindt het typeplaatje aan de voorkant
van de behuizing.
Garantie
De garantietermijn voor dit toestel be-
draagt 2 jaar.
Voor meer informatie, zie de bijge-
voegde garantievoorwaarden.
Installatie
*INSTALLATION*
43
Voor de installatie
Neem voordat u met de installa-
tie begint de informatie in dit hoofd-
stuk en in het hoofdstuk: “Veilig-
heidsinstructies en waarschuwingen”
in acht.
Installatiemateriaal
6schroeven M4x8mm
8schroeven 4x15mm
2schroeven M4x100mm
Montage
Installation
Montaje
Montaggio
Montering
Montagem
Asennus
Montageschema
De montagestappen zijn in het monta-
geschema afzonderlijk beschreven.
Installatie
*INSTALLATION*
44
Afmetingen van het toestel
Installatie
*INSTALLATION*
45
Inbouwmaten
Gevaar voor beschadiging door hitte.
De hitte van een gaskookplaat kan de dampkap beschadigen.
De dampkap mag niet in combinatie met een gaskookplaat worden gebruikt.
Wanneer u een oven of fornuis voor het toestel wilt plaatsen, neem dan de
daarbij behorende inbouwinstructies en de instructies met betrekking tot de
toevoer van koele lucht in acht.
De montagelocatie moet gemakkelijk toegankelijk zijn. Ook voor een eventuele
herstelling moet de dampkap vrij toegankelijk zijn en gedemonteerd kunnen wor-
den.
Installatie
*INSTALLATION*
46
Installatie van de werkbladafzuiging en kookplaat in aparte uitsparingen
Vlakke installatie
Naadloos aansluitende installatie
Installatie
*INSTALLATION*
47
Aangrenzende installatie van de werkbladafzuiging en kookplaat in een gedeelde
uitsparing
Voorbeeld: combinatie met KM7697FL of KM7594FL
Vlakke installatie
Naadloos aansluitende installatie
Installatie
*INSTALLATION*
48
Aangrenzende installatie van de werkbladafzuiging en kookplaat in een gedeelde
uitsparing
Voorbeeld: combinatie met KM7684FL of KM7689FL
Vlakke installatie
Naadloos aansluitende installatie
Installatie
*INSTALLATION*
49
aAls u de werkbladafzuiging en de kookplaat aangrenzend aan elkaar in een ge-
deelde uitsparing installeert, moet u de meegeleverde hoeklijsten gebruiken.
bDe minimale afmeting is vereist als er platte afvoerkanalen onder de kasten
aangebracht worden of als de luchtcirculatiebox DUU600 gebruikt wordt.
cUitsparing voor luchtafvoerleiding in de kastbodem
dZorg ervoor dat het werkblad voldoende stabiel is.
eTrapsgewijze uitsparing bij naadloos aansluitende montage in een werkblad.
Houd rekening met de verschillende freesbreedtes voor de kookplaat en de
werkbladafzuiging. In plaats van een trapsgewijze uitsparing kan als alternatief
een 5,5mm naar onderen verplaatste houten lijst worden geïnstalleerd (niet in-
begrepen).
Aansluitstuk luchtafvoer 150mm.
Houd bij de installatie ook rekening met de instructies in de gebruiks- en montage-
handleiding van de kookplaat.
Installatie
*INSTALLATION*
50
Inbouwmogelijkheden
Installatie
*INSTALLATION*
51
aLuchtafvoer met platte afvoerkana-
len en muurkast DMK150-1
bLuchtcirculatie met platte afvoerka-
nalen en luchtcirculatiebox DUU600
cPlug&Play met ombouwset DUP150
Zorg bij Plug&Play voor voldoende
ventilatie van het sokkelbereik, bijv.
door spleten in het sokkelpaneel.
De diameter van de openingen moet
ten minste 425cm² bedragen.
Indien de vloer aan de grond of aan
de buitenlucht grenst, mag de
warmtedoorgangscoëfficiënt van de
vloer niet meer bedragen dan 0,5W/
(m²K).
De elektronica van de wasemafvoer
moet op Plug&Play worden inge-
steld, zie hoofdstuk “Eerste inge-
bruikneming”, “Plug&Play instellen”.
Voegen afdichten
Schade door een ongeschikte
voegenkit.
Door een ongeschikte voegenkit kan
natuursteen beschadigd raken.
Gebruik voor natuursteen en tegels
van natuursteen uitsluitend een sili-
conenkit die voor natuursteen ge-
schikt is. Neem de aanwijzingen van
de fabrikant in acht.
Vul bij een naadloos aansluitende in-
stallatie de voeg tussen de werkbla-
dafzuiging en het werkblad en bij een
aangrenzende installatie de voeg tus-
sen de werkbladafzuiging en kook-
plaat met een geschikte, hittebesten-
dige siliconenvoegenkit (mini-
maal160°C).
Installatie
*INSTALLATION*
52
Luchtafvoerleiding
Voor de luchtafvoer mogen alleen
gladde buizen of flexibele luchtaf-
voerleidingen van niet-brandbaar
materiaal gebruikt worden.
Voor een zo groot mogelijk afzuigver-
mogen en een zo laag mogelijk geluids-
niveau moeten de volgende punten in
acht worden genomen:
- De diameter van de luchtafvoerlei-
ding mag niet kleiner zijn dan die van
de luchtafvoertuit (zie het hoofdstuk
Afmetingen”). Dit geldt vooral bij het
gebruik van platte afvoerkanalen.
- De luchtafvoerleiding moet zo kort en
recht mogelijk zijn.
- Gebruik alleen bochten met een grote
doorsnede.
- Er mogen geen knikken in de luchtaf-
voerleiding komen en de luchtafvoer-
leiding mag niet in elkaar gedrukt
worden.
- Alle verbindingspunten moeten stevig
zijn en mogen niet lekken.
- Als de luchtafvoerleiding kleppen
heeft, moeten deze bij het inscha-
kelen van de dampkap worden geo-
pend.
Iedere beperking in de luchtstroming
vermindert de afzuigcapaciteit en
verhoogt het geluidsniveau.
Schoorsteen
Als de verbruikte lucht door een
schoorsteen afgevoerd moet worden,
moet de invoerbuis in stromingsrichting
geplaatst worden.
Als de schoorsteen door meerdere ven-
tilatietoestellen gebruikt wordt, moet de
doorsnede ervan groot genoeg zijn.
Terugslagklep
Gebruik een terugslagklep in het
luchtafvoersysteem.
Een terugslagklep zorgt ervoor dat er
geen ongewenste luchtuitwisseling tus-
sen kamer en buitenlucht plaatsvindt
als de dampkap uitgeschakeld is.
Als de verbruikte lucht naar buiten afge-
voerd wordt, kan het beste een Miele
muurkast of een Miele dakdoorvoer ge-
installeerd worden (na te bestellen ac-
cessoire). Deze beschikken over een
geïntegreerde terugslagklep.
Miele is niet aansprakelijk voor func-
tionele gebreken of schade die veroor-
zaakt wordt door een ontoereikende
luchtafvoerleiding.
Installatie
*INSTALLATION*
53
Elektrische aansluiting
De dampkap is standaard “stekker-
klaar” uitgerust voor aansluiting op een
geaard stopcontact.
Als het stopcontact niet goed bereik-
baar is of als er sprake is van een vaste
aansluiting, zorg er dan voor dat er voor
elke pool een werkschakelaar is.
Brandgevaar door oververhitting.
Het gebruik van de dampkap via ver-
deelstekkers en verlengsnoeren kan
tot overbelasting van de kabels lei-
den.
Gebruik om veiligheidsredenen geen
verdeelstekkers en verlengsnoeren.
De elektrische installatie moet conform
VDE0100 zijn uitgevoerd.
Om veiligheidsredenen raden we aan
een verliesstroomschakelaar van het ty-
pe te gebruiken in de huisinstallatie
waarin u de dampkap installeert.
Een beschadigde aansluitkabel mag al-
leen door een speciale aansluitkabel
van hetzelfde type worden vervangen
(verkrijgbaar bij Miele). Om veiligheids-
redenen mag de kabel alleen door een
gekwalificeerde vakman of door een
technicus van Miele worden vervangen.
Op het typeplaatje en in de gebruiks-
aanwijzing staat informatie over het no-
minale verbruik en de bijbehorende ze-
kering. Vergelijk deze informatie met de
gegevens van de elektrische aansluiting
ter plaatse.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
Tijdelijke of permanente werking op een
autonoom of niet-netgekoppeld stroom-
voorzieningssysteem (zoals stand-al-
onenetten, back-upsystemen) is moge-
lijk. Voorwaarde voor het gebruik is dat
de energievoorzieningsinstallatie vol-
doet aan de bepalingen van EN50160
of een vergelijkbare standaard. De wer-
king van in de huisinstallatie en in dit
Miele product aanwezige veiligheids-
maatregelen moeten ook in geïsoleerd
of in niet-netsynchroon bedrijf gewaar-
borgd zijn of de veiligheidsmaatregelen
in de installatie moeten door gelijkwaar-
dige maatregelen vervangen worden.
Zoals beschreven in de huidige publica-
tie van VDE-AR-E2510-2.
Technische gegevens
54
Motor van de afzuiging 180W
Wasemschermmotor 60W
Kookplaatverlichting 11,2W
Totale aansluitwaarde 251,2W
Netspanning, frequentie AC 230V, 50Hz
Zekering 10A
Lengte van de aansluitkabel 1,5m
Gewicht 34kg
WiFi-module
Frequentieband 2,400–2,4835GHz
Maximaal zendvermogen <100mW
Accessoires die voor luchtcirculatie achteraf nog besteld kun-
nen worden
Antigeurfilterset DKF30-P of DKF30-R (regenereerbaar). De sets bevatten 2anti-
geurfilters.
Voor Plug&Play heeft u de set DUP 150 nodig. De set bevat een tuit, een slang en
de geurfilterset DKF 30-P.
Verklaring van overeenstemming
Hierbij verklaart Miele dat deze dampkap voldoet aan de Richtlijn 2014/53/EU.
De volledige tekst van de EU-verklaring van overeenstemming is te vinden op een
van de volgende internetadressen:
- Producten, download, op www.miele.be/nl
- Service, informatie aanvragen, gebruiksaanwijzingen, op www.miele.be/nl/c/in-
formatie-aanvragen-385.htm door de productnaam of het fabricagenummer in te
geven
Instructie voor vergelijkende onderzoeken
De bepaling van de energie-efficiëntie moet in bij luchtafvoer uitgevoerd worden.
Standaard is luchtcirculatie ingesteld. Er wordt overgeschakeld op luchtafvoer
door de bedrijfsurenteller voor de geurfilter(s) te deactiveren (zie 'Eerste ingebruik-
name').
Technische gegevens
55
Productkaart voor huishoudelijke dampkappen
volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr.
66/2014
MIELE
Identificatie van het model DAD 4841
Jaarlijks energieverbruik (AECdampkap) 41,6 kWh/jaar
Energie-efficiëntieklasse A
Energie-efficiëntie-index (EEIdampkap) 49,3
Hydrodynamische efficiëntie (FDEdampkap) 34,0
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Verlichtingsefficiëntie (LEdampkap) 35,7 lx/W
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Vetfilteringsefficiëntie 87,4%
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) B
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt 313,6 m3/h
Luchtstroom (minimumsnelheid) 205 m3/h
Luchtstroom (maximumsnelheid) 443 m3/h
Luchtstroom (intensieve of boostmodus) 644 m3/h
Max. luchtstroom (Qmax)644 m3/h
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt 447 Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid) 44 dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid) 62 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus 72 dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt 114,5 W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po) W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps) 0,35 W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem 11,2 W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookopper-
vlak
400 Ix
Tijdstoenamefactor 0,8
Technische gegevens
56
Productkaart voor huishoudelijke dampkappen
volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr.
66/2014
MIELE
Identificatie van het model DAD 4941
Jaarlijks energieverbruik (AECdampkap) 41,6 kWh/jaar
Energie-efficiëntieklasse A
Energie-efficiëntie-index (EEIdampkap) 49,3
Hydrodynamische efficiëntie (FDEdampkap) 34,0
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Verlichtingsefficiëntie (LEdampkap) 35,7 lx/W
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Vetfilteringsefficiëntie 87,4%
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) B
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt 313,6 m3/h
Luchtstroom (minimumsnelheid) 205 m3/h
Luchtstroom (maximumsnelheid) 443 m3/h
Luchtstroom (intensieve of boostmodus) 644 m3/h
Max. luchtstroom (Qmax)644 m3/h
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt 447 Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid) 44 dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid) 62 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus 72 dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt 114,5 W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po) W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps) 0,35 W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem 11,2 W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookopper-
vlak
400 Ix
Tijdstoenamefactor 0,8
Duitsland
Miele & Cie. KG
Carl-Miele-Straße 29
33332 Gütersloh
nv Miele België
Z.5 Mollem 480
1730 Mollem (Asse)
Maak een afspraak in het Miele Experience Center
in Brussel, Mollem, Antwerpen of Hasselt
Herstellingen aan huis en andere inlichtingen: 02/451.16.16
Internet: www.miele.be
M.-Nr. 12 468 540 / 00nl-BE
DAD4841, DAD4941
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60

Miele DAD 4841 Black Levantar Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor