Bosch KIF51SDD0/01 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

nl
101
Inhoudsopgave
Veiligheid.....................................103
Algemene aanwijzingen ...............103
Bestemming van het apparaat.....103
Inperking van de gebruikers ........104
Veiliger transport ..........................104
Veilige installatie...........................104
Veilig gebruik................................105
Beschadigd apparaat...................107
Het voorkomen van materiële
schade .........................................109
Milieubescherming en bespa-
ring...............................................109
Afvoeren van de verpakking ........109
Energie besparen.........................109
Opstellen en aansluiten..............110
Leveringsomvang .........................110
Apparaat opstellen en aanslui-
ten.................................................110
Criteria voor de opstellocatie .......111
Het apparaat voor het eerste ge-
bruik voorbereiden .......................111
Apparaat elektrisch aansluiten.....111
Uw apparaat leren kennen..........112
Apparaat.......................................112
Bedieningselementen...................112
Uitrusting.....................................112
Legplateau....................................112
Variabel legplateau.......................112
Uittrekbaar legplateau ..................113
Groente- en fruitlade.....................113
Verskoellade.................................113
Boter- en kaasvak ........................113
Deurrekken...................................113
Accessoires..................................113
De Bediening in essentie............114
Apparaat inschakelen...................114
Opmerkingen bij het gebruik .......114
Machine uitschakelen...................114
Temperatuur instellen...................114
Extra functies ..............................114
Superkoelen ................................114
Alarm............................................115
Deuralarm.....................................115
Koelvak........................................115
Tips voor het bewaren van le-
vensmiddelen in het koelvak........115
Koudezones in het koelvak..........115
Verskoelruimte ............................115
Bewaartijden in de verskoelruim-
te bij 0 °C.....................................116
Ontdooien....................................116
Ontdooien in het koelvak. ............116
Ontdooien in de verskoelruimte...116
Reiniging en onderhoud.............116
Apparaat voorbereiden voor rei-
niging............................................116
Apparaat schoonmaken...............117
Onderdelen eruit halen ................117
Apparaatonderdelen demonte-
ren ................................................118
Storingen verhelpen ...................119
Functiestoringen...........................119
Aanwijzingen op het display ........120
Temperatuurprobleem..................120
Geluiden .......................................121
Geurtjes ........................................121
Apparaatzelftest uitvoeren............122
Opslaan en afvoeren...................122
Apparaat buiten gebruik stellen ...122
Afvoeren van uw oude apparaat..122
Servicedienst...............................123
Productnummer (E-nr.) en pro-
ductienummer (FD) ......................123
Veiligheid nl
103
Veiligheid
Houd de informatie omtrent veiligheid aan, zodat u het apparaat
veilig kunt gebruiken.
Dit apparaat is conform de desbetreffende veiligheidsbepalingen
voor elektrische apparaten en is ontstoord.
Algemene aanwijzingen
Hier vindt u algemene informatie over deze gebruiksaanwijzing.
¡ Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door. Alleen dan kunt
u het apparaat veilig en efficiënt gebruiken.
¡ Deze gebruiksaanwijzing is bestemd voor de gebruiker van het
apparaat.
¡ Neem de veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen in acht.
¡ Bewaar de gebruiksaanwijzing en de productinformatie voor la-
ter gebruik of voor volgende eigenaren.
¡ Controleer het apparaat na het uitpakken. Sluit het apparaat in
geval van transportschade niet aan.
Bestemming van het apparaat
Om het apparaat veilig en op de juiste manier te gebruiken dient
u de aanwijzingen over het beoogd gebruik in acht te nemen.
Dit apparaat is uitsluitend voor de inbouw bedoeld. Installatie-
handleiding aanhouden.
Gebruik het apparaat uitsluitend:
¡ volgens deze gebruiksaanwijzing.
¡ om levensmiddelen te koelen.
¡ voor huishoudelijk gebruik en in gesloten ruimtes binnen de hui-
selijke omgeving.
¡ tot een hoogte van maximaal 2000m boven zeeniveau.
nl Veiligheid
104
Inperking van de gebruikers
Voorkom risico's voor kinderen en kwetsbare personen.
Dit apparaat kan worden bediend door kinderen vanaf 8 jaar en
door personen met fysieke, sensorische of geestelijke beperkin-
gen of met gebrekkige ervaring en/of kennis, indien zij onder toe-
zicht staan of zijn geïnstrueerd in het veilige gebruik van het appa-
raat en de daaruit resulterende gevaren hebben begrepen.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en gebruikersonderhoud mogen niet worden uitgevoerd
door kinderen indien deze niet onder toezicht staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan 8 jaar niet bij het ap-
paraat of de aansluitkabel kunnen komen.
Kinderen vanaf 3 jaar en jonger dan 8 jaar mogen de koelkast/
diepvriezer vullen en legen.
Veiliger transport
Houd de veiligheidsaanwijzingen aan wanneer u het apparaat
transporteert.
WAARSCHUWING‒Gevaar voor letsel!
Het hoge gewicht van het apparaat kan bij het optillen letsels
veroorzaken.
Het apparaat niet alleen optillen.
Veilige installatie
Houd deze veiligheidsaanwijzingen in acht bij de installatie van
het apparaat.
WAARSCHUWING‒Gevaar voor een elektrische schok!
Ondeskundige installaties zijn gevaarlijk.
Het apparaat uitsluitend aansluiten en gebruiken volgens de
gegevens op het typeplaatje.
Het apparaat uitsluitend via een volgens de voorschriften
geïnstalleerd stopcontact met randaarde op een stroomnet
met wisselstroom aansluiten.
Veiligheid nl
105
Het randaardesysteem van de elektrische huisinstallatie
moet conform de elektrotechnische voorschriften zijn geïn-
stalleerd.
Nooit het apparaat via een externe schakelinrichting voe-
den, bijvoorbeeld een tijdschakelaar of besturing op af-
stand.
Wanneer het apparaat is ingebouwd, moet de netstekker
van de netaansluitkabel vrij toegankelijk zijn, of wanneer
vrije toegang niet mogelijk is, moet in de vast geplaatste
elektrische installatie een alpolige scheidingsinrichting vol-
gens de installatievoorschriften worden ingebouwd.
Bij het opstellen van het apparaat erop letten dat het net-
snoer niet wordt afgeklemd of beschadigd.
WAARSCHUWING‒Risico van brand!
¡ Het gebruik van een verlengd netsnoer en niet-toegestane
adapters is gevaarlijk.
Geen verlengsnoeren of meervoudige stopcontacten gebrui-
ken.
Als het netsnoer te kort is, contact opnemen met de servi-
cedienst.
Alleen door de fabrikant goedgekeurde adapters gebruiken.
¡
Draagbare meervoudige stopcontacten of draagbare netvoe-
dingen kunnen oververhit raken en tot brand leiden.
Plaats geen draagbare meervoudige stopcontacten of
draagbare netvoedingen achter het apparaat.
Veilig gebruik
Neem bij gebruik van het apparaat de veiligheidsaanwijzingen in
acht.
WAARSCHUWING‒Gevaar voor een elektrische schok!
¡ Een beschadigde isolatie van het netsnoer is gevaarlijk.
Nooit het aansluitsnoer met hete apparaatonderdelen of
warmtebronnen in contact brengen.
nl Veiligheid
106
Nooit het aansluitsnoer met scherpe punten of randen in
contact brengen.
Het aansluitsnoer nooit knikken, knellen of veranderen.
¡ Binnendringend vocht kan een schok veroorzaken.
Gebruik het apparaat alleen in gesloten ruimtes.
Stel het apparaat nooit bloot aan grote hitte en vochtigheid.
Geen stoomreiniger of hogedrukreiniger gebruiken om het
apparaat te reinigen.
WAARSCHUWING‒Verstikkingsgevaar!
¡ Kinderen kunnen verpakkingsmateriaal over het hoofd trekken
en hierin verstrikt raken en stikken.
Verpakkingsmateriaal uit de buurt van kinderen houden.
Laat kinderen niet met verpakkingsmateriaal spelen.
¡ Kinderen kunnen kleine onderdelen inademen of inslikken en
hierdoor stikken.
Kleine onderdelen uit de buurt van kinderen houden.
Kinderen niet met kleine onderdelen laten spelen.
WAARSCHUWING‒Explosiegevaar!
¡ Elektrische apparaten binnenin het apparaat kunnen explode-
ren, bijv. verwarmingsapparaten of elektrische ijsbereiders.
Gebruik geen elektrische apparaten binnenin het apparaat.
¡ Mechanische inrichtingen of andere middelen kunnen de kou-
dekringloop beschadigen, brandbaar koudemiddel kan lekken
en exploderen.
Gebruik voor het versnellen van het ontdooien geen andere
mechanische inrichtingen of andere middelen dan diegene
die door de fabrikant zijn aanbevolen.
¡ Producten met brandbare drijfgassen en explosieve stoffen
kunnen exploderen, bijv. spuitbussen.
Bewaar geen producten met brandbare drijfgassen en ex-
plosieve stoffen in het apparaat.
Veiligheid nl
107
WAARSCHUWING‒Gevaar voor letsel!
¡ Flessen of blikjes met koolzuurhoudende drank kunnen bar-
sten.
Geen flessen of blikjes met koolzuurhoudende drank in de
verskoelruimte bewaren.
¡ Letsel aan de ogen door lekkend brandbaar koudemiddel en
schadelijke gassen.
Beschadig de leidingen van de koudemiddelkringloop en
isolatie niet.
VOORZICHTIG‒Gezondheidsrisico!
Houd de volgende aanwijzingen aan om verontreiniging van
levensmiddelen te voorkomen.
Wanneer de deur langere tijd wordt geopend, kan dit leiden
tot een aanzienlijke temperatuurstijging in de vakken van
het apparaat.
Maak de oppervlakken, die met levensmiddelen en toegan-
kelijke afvoersystemen in contact komen, regelmatig
schoon.
Rauw vlees en vis in geschikte containers in de koelkast
dusdanig bewaren dat het niet in contact komt met andere
levensmiddelen of op deze drupt.
Wanneer het koel-/vriesapparaat langere tijd leeg staat, het
apparaat uitschakelen, ontdooien, reinigen en de deur open
laten, om schimmelvorming te voorkomen.
Beschadigd apparaat
Neem deze veiligheidsvoorschriften in acht als uw apparaat be-
schadigd is.
WAARSCHUWING‒Gevaar voor een elektrische schok!
¡ Een beschadigd apparaat of een beschadigd netsnoer is ge-
vaarlijk.
Nooit een beschadigde apparaat gebruiken.
Nooit een apparaat met gescheurd of gebroken oppervlak
gebruiken.
nl Veiligheid
108
Nooit aan het netsnoer trekken, om het apparaat van het
elektriciteitsnet te scheiden. Altijd aan de stekker van het
netsnoer trekken.
Wanneer het apparaat of het netsnoer is beschadigd, dan
direct de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen
of de zekering in de meterkast uitschakelen.
Neem contact op met de servicedienst. →Pagina123
Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag reparaties
aan het apparaat uitvoeren.
¡ Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag reparaties
aan het apparaat uitvoeren.
Er mogen uitsluitend originele reserveonderdelen worden
gebruikt voor reparatie van het apparaat.
Als het netsnoer van dit apparaat beschadigd raakt, moet
het ter vermijding van risico's worden vervangen door de fa-
brikant, de servicedienst of een andere gekwalificeerde per-
soon.
WAARSCHUWING‒Risico van brand!
Bij beschadiging van de leidingen kunnen brandbaar koude-
middel en schadelijke gassen ontsnappen en ontsteken.
Houd vuur en ontstekingsbronnen uit de buurt van het ap-
paraat.
Ventileer de ruimte.
Het apparaat uitschakelen. →Pagina114
De stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken of
de zekering in de meterkast uitschakelen.
Neem contact op met de service-afdeling. →Pagina123
Het voorkomen van materiële schade nl
109
Het voorkomen van materiële schade
Het voorkomen van mate-
riële schade
Ter voorkoming van materiële scha-
de, aan het apparaat, de accessoires
of keukenvoorwerpen dient u de aan-
wijzingen in acht te nemen.
LET OP!
¡ Door verontreinigingen met olie of
vet kunnen kunststofdelen en
deurafdichtingen poreus worden.
Houd kunststofdelen en deuraf-
dichtingen olie- en vetvrij.
¡ Door het gebruik van de plint, la-
den of apparaatdeuren als zitvlak
of opstapje kan het apparaat be-
schadigd raken.
Niet op de plint, laden of deuren
staat of leunen.
Milieubescherming en besparing
Milieubescherming en be-
sparing
Bescherm het milieu door het appa-
raat op een hulpbronnenbesparende
manier te gebruiken en herbruikbare
materialen op de juiste manier af te
voeren.
Afvoeren van de verpakking
De verpakkingsmaterialen zijn milieu-
vriendelijk en kunnen worden herge-
bruikt.
De afzonderlijke componenten op
soort gescheiden afvoeren.
Bij uw dealer en uw gemeente- of
deelraadskantoor kunt u informatie
verkrijgen over de actuele afvoer-
methoden.
Energie besparen
Als u deze aanwijzingen opvolgt, ver-
bruikt uw apparaat minder stroom.
Keuze van de opstellingslocatie
Houd deze aanwijzing aan wanneer u
het apparaat plaatst.
¡ Stel het apparaat niet bloot aan di-
rect zonlicht.
¡ Plaats het apparaat zo ver moge-
lijk van radiatoren, fornuis en an-
dere warmtebronnen:
Houd 30mm afstand aan tot
elektrische- of gasfornuizen.
Houd 30cm afstand aan tot
olie- en kolenfornuizen.
Het apparaat hoeft bij lagere om-
gevingstemperaturen minder vaak
te koelen.
¡ Een nisdiepte van 560 mm gebrui-
ken.
¡ Ventilatieopeningen niet afdekken
of blokkeren.
¡ Ventileer de ruimte dagelijks.
De lucht aan de achterwand van
het apparaat kan beter ontsnap-
pen, het apparaat warmt niet zo
sterk op.
Het apparaat hoeft minder vaak te
koelen.
Energie besparen bij het
gebruik.
Houd deze aanwijzing aan wanneer u
uw apparaat gebruikt.
AanwijzingDe plaatsing van de uit-
rustingsonderdelen heeft geen in-
vloed op het energieverbruik van het
apparaat.
nl Opstellen en aansluiten
110
¡ Ventilatieopeningen niet afdekken
of blokkeren.
De lucht aan de achterwand van
het apparaat kan beter ontsnap-
pen, het apparaat warmt niet zo
sterk op.
¡ Open de ovendeur slechts kort.
¡ Transporteer gekoelde levensmid-
delen in een koeltas en leg ze snel
in het apparaat.
¡ Warme gerechten en dranken
eerst laten afkoelen, daarna in het
apparaat plaatsen.
¡ Leg om de koude van de diep-
vriesproducten te benutten, deze
ter ontdooiing in het koelvak.
De lucht in het apparaat warmt
niet zo sterk op.
Het apparaat hoeft minder vaak te
koelen.
¡ Laat altijd wat ruimte tussen de le-
vensmiddelen en de achterwand.
¡ Verpak de levensmiddelen lucht-
dicht.
De lucht kan circuleren en de
luchtvochtigheid blijft constant.
Opstellen en aansluiten
Opstellen en aansluiten
Waar en hoe u het apparaat het bes-
te opstelt, komt u hier te weten. Bo-
vendien komt u te weten hoe u het
apparaat op het elektriciteitsnet aan-
sluit.
Leveringsomvang
Controleer na het uitpakken alle on-
derdelen op transportschade en de
volledigheid van de levering.
Neem bij klachten met uw dealer of
onze servicedienst →Pagina123
contact op.
De levering bestaat uit:
¡ Inbouw
¡ Uitrusting en accessoires
1
¡ Montagemateriaal
¡ Montagehandleiding
¡ Gebruiksaanwijzing
¡ Klantenserviceboekje
¡ Garantiebijlage
2
¡ Energielabel
¡ Productgegevensblad
¡ Informatie over energieverbruik en
geluiden
Apparaat opstellen en aansluiten
Voorwaarde:De leveringsomvang
van het apparaat is gecontroleerd.
→Pagina110
1. Houd de criteria aan voor de op-
stellocatie van het apparaat.
→Pagina111
2. Het apparaat conform meegelever-
de montagehandleiding installeren.
3. Het apparaat voor het eerste ge-
bruik voorbereiden. →Pagina111
4. Het apparaat elektrisch aansluiten.
→Pagina111
1
Afhankelijk van de apparaatuitvoering
2
Niet in alle landen
Opstellen en aansluiten nl
111
Criteria voor de opstellocatie
Houd deze aanwijzing aan wanneer u
het apparaat plaatst.
WAARSCHUWING
Explosiegevaar!
Wanneer het apparaat in een te klei-
ne ruimte staat, kan er bij een lek van
het koudecircuit een brandbaar gas-
luchtmengsel ontstaan.
Stel het apparaat uitsluitend op in
een ruimte, welke tenminste een
volume heeft van 1m
3
per 8g
koudemiddel. De hoeveelheid van
het koudemiddel staat op het type-
plaatje. →Afb.
1
/
7
Het gewicht van het apparaat kan af-
hankelijk van het model tot 55 bedra-
gen.
De ondergrond moet stabiel genoeg
zijn om het gewicht van het apparaat
te dragen.
Toegestane ruimtetemperatuur
De toegestane kamertemperatuur is
afhankelijk van de klimaatklasse van
het apparaat.
De klimaatklasse vindt u op het type-
plaatje. →Afb.
1
/
7
Klimaatklas-
se
Toegestane ruimtetempe-
ratuur
SN 10°C…32°C
N 16°C…32°C
ST 16°C…38°C
T 16°C…43°C
Het apparaat is volledig functioneel
binnen de toegestane binnentempe-
ratuur.
Wanneer u een apparaat van de kli-
maatklasse SN gebruikt bij lagere ka-
mertemperaturen, dan kunnen be-
schadigingen aan het apparaat tot
een kamertemperatuur van 5°C wor-
den uitgesloten.
Nismaten
Neem de nisafmetingen in acht als u
uw apparaat in de meubelnis in-
bouwt. Bij afwijkingen kunnen proble-
men optreden tijdens de installatie
van het apparaat.
Nisdiepte
Bouw het apparaat in de aanbevolen
nisdiepte van 560 mm in.
Bij een kleinere nisdiepte wordt het
energieverbruik iets hoger. De nis-
diepte moet minimaal 550 mm be-
dragen.
Nisbreedte
Voor het apparaat is een meubelnis
met een binnenbreedte van minimaal
560 mm nodig.
Het apparaat voor het eerste ge-
bruik voorbereiden
1. Haal het informatiemateriaal er uit.
2. Verwijder de beschermfolie en
transportborgingen, bijv. plakstrips
en karton.
3. Het apparaat voor de eerste keer
reinigen. →Pagina117
Apparaat elektrisch aansluiten
1. De netstekker van het aansluit-
snoer van het apparaat in een
stopcontact in de omgeving van
het apparaat steken.
De aansluitgegevens van het ap-
paraat staan op het typeplaatje.
→Afb.
1
/
7
2. De netstekker op vastheid contro-
leren.
a Het apparaat is nu gereed voor ge-
bruik.
nl Uw apparaat leren kennen
112
Uw apparaat leren kennen
Uw apparaat leren ken-
nen
Lees meer over de onderdelen van
uw apparaat.
Apparaat
Hier vindt u een overzicht van de on-
derdelen van uw apparaat.
→Afb.
1
A
Koelvak
B
Verskoelruimte
1
Bedieningselementen
2
Variabel legplateau →Pagina112
3
Uittrekbaar legplateau →Pagina113
4
Scheidingsplaat met vochtigheidsre-
gelaar
5
Groente- en fruitlade →Pagina113
6
Verskoellade →Pagina113
7
Typeplaatje
8
Boter- en kaasvak →Pagina113
9
Deurrek voor grote flessen
AanwijzingVerschillen tussen uw ap-
paraat en de afbeeldingen zijn moge-
lijk op basis van uitrusting en grootte.
Bedieningselementen
Via de bedieningselementen kunt u
alle functies van uw apparaat instel-
len en informatie krijgen over de ge-
bruikstoestand.
→Afb.
2
1
schakelt het alarmsignaal uit.
2
/ stelt de temperatuur van het koel-
vak in.
3
Toont de ingestelde temperatuur van
het koelvak in°C.
4
schakelt Superkoelen in of uit.
5
schakelt het apparaat in of uit.
Uitrusting
Uitrusting
Hier krijgt u een overzicht van de ac-
cessoires behorende bij uw apparaat
en de manier waarop ze worden ge-
bruikt.
De uitrusting van uw apparaat is mo-
delafhankelijk.
Legplateau
Om de schappen naar wens te varië-
ren, het schap uitnemen en op een
andere positie weer plaatsen.
→"Plateau verwijderen", Pagina117
Variabel legplateau
Gebruik het variabel legplateau al-
leen om op het daaronder liggende
plateau hoog koelmateriaal te bewa-
ren, bijv. kannen of flessen.
U kunt het voorste deel van het varia-
bele legplateau uittrekken en onder
het achterste deel van het variabele
legplateau schuiven.
→Afb.
3
Uitrusting nl
113
Uittrekbaar legplateau
Om een beter overzicht te krijgen en
levensmiddelen sneller te kunnen uit-
nemen, het legplateau uittrekken.
Groente- en fruitlade
Bewaar vers fruit en groente in de
fruit- en groentelade.
Met de vochtigheidsregelaar van de
scheidingsplaat en een speciale af-
dichting kunt u de luchtvochtigheid in
de fruit- en groentelade aanpassen.
→Afb.
4
De luchtvochtigheid in de fruit- en
groentelade kunt uafhankelijk van het
soort en de hoeveelheid bewaarde
levensmiddelen instellen:
¡ Lage luchtvochtigheid bij overbe-
wegend bewaren van fruit en hoge
belading.
¡ Hoge luchtvochtigheid bij overwe-
gend bewaren van groente alsook
bij gemengde belading of geringe
beladen.
Afhankelijk van de soort levensmid-
delen en de hoeveelheid kan zich in
de fruit- en groentelade condenswa-
ter vormen.
Het condenswater verwijderen met
een droge doek en de luchtvochtig-
heid in de groentelade aanpassen
met behulp van de vochtigheidsrege-
laar.
Om ervoor te zorgen dat de kwaliteit
en het aroma behouden blijven, moet
u koudegevoelig fruit en groente bui-
ten het apparaat bewaren bij tempe-
raturen van ca. 8°C tot 12°C.
Koudegevoelig fruit ¡ Ananas
¡ Bananen
¡ Mango
¡ Papaya
¡ Citrusvruchten
Koudegevoelige
groente
¡ Aubergines
¡ Komkommers
¡ Courgette
¡ Paprika
¡ Tomaten
¡ Aardappels
Verskoellade
Gebruik de lagere temperaturen in
de verskoellade om gevoelige le-
vensmiddelen te bewaren, bijv. vis,
vlees en worst.
Boter- en kaasvak
Bewaar boter en harde kaas in het
boter- en kaasvak.
Deurrekken
Om het deurrek naar behoefte te vari-
ëren deze er uit nemen en op een
andere positie weer plaatsen.
→"Deurrek verwijderen", Pagina117
Accessoires
Gebruik alleen originele accessoires.
Deze zijn speciaal op uw apparaat af-
gestemd. Hier krijgt u een overzicht
van de accessoires behorende bij uw
apparaat en de manier waarop ze
worden gebruikt.
De accessoires van het apparaat zijn
afhankelijk van het model.
Eierplateau
Bewaar eieren veilig op het eierpla-
teau.
Flessenhouder
De flessenhouder voorkomt dat fles-
sen bij het openen en sluiten van de
apparaatdeur kantelen.
→Afb.
5
nl De Bediening in essentie
114
De Bediening in essentie
De Bediening in essentie
Hier wordt de bediening van het ap-
paraat in essentie beschreven.
Apparaat inschakelen
1. indrukken.
a Het apparaat begint te koelen.
2. De gewenste temperatuur instellen.
→Pagina114
Opmerkingen bij het gebruik
¡ Wanneer u het apparaat heeft in-
geschakeld, wordt de ingestelde
temperatuur pas na enkele uren
bereikt. Geen levensmiddelen in
het apparaat doen voordat de tem-
peratuur is bereikt.
¡ De behuizing links, rechts en on-
der de verskoelruimte wordt tijde-
lijk licht verwarmd. Dit voorkomt
vorming van condenswater in de
zone van de deurafdichting.
Machine uitschakelen
indrukken.
a Het apparaat koelt niet meer.
Temperatuur instellen
Nadat u het apparaat heeft ingescha-
keld, kunt u de temperatuur instellen.
Koelvaktemperatuur instellen
Zo vaak op / drukken tot de
temperatuurindicatie de gewenste
temperatuur toont.
De aanbevolen temperatuur in het
koelvak bedraagt 4°C.
Temperatuur verskoelruimte
instellen
AanwijzingDe temperatuur in de ver-
skoelruimte wordt op circa 0°C ge-
houden.
Wanneer rijp op de kleine koelpro-
ducten in de verskoelruimte voor-
komt, de verskoeltemperatuur ho-
ger instellen. →Pagina120
Extra functies
Extra functies
Kom te weten over welke instelbare
extra functies uw apparaat beschikt.
Superkoelen
Bij het Superkoelen koelt het koelvak
zo koud mogelijk. Daardoor koelen
levensmiddelen en dranken snel tot
in de kern.
Schakel Superkoelen vóór het inla-
den van grote hoeveelheden levens-
middelen in.
AanwijzingAls Superkoelen is inge-
schakeld, kan er meer geluid ont-
staan.
Superkoelen inschakelen
indrukken.
a brandt.
AanwijzingNa ca. 15 uur schakelt
het apparaat over op de normale
werking.
Superkoelen uitschakelen
indrukken.
a De voordien ingestelde tempera-
tuur wordt op indicatie aangege-
ven.
Alarm nl
115
Alarm
Alarm
Uw apparaat beschikt over alarm-
functies.
Deuralarm
Als de deur van het apparaat langere
tijd openstaat wordt het deuralarm in-
geschakeld.
Waarschuwingssignaal
(deuralarm) uitschakelen
De apparaatdeur sluiten of op
drukken.
a Het waarschuwingssignaal is uitge-
schakeld.
Koelvak
Koelvak
In het koelvak kunt u melkproducten,
eieren, bereide gerechten, bakwaren,
geopende conservenblikken en har-
de kaas bewaren.
De temperatuur in het koelvak kunt u
van 3°C tot 8°C instellen.
De aanbevolen temperatuur in het
koelvak bedraagt 4°C.
Door de koelopslag kunt uook zeer
bederfelijke levensmiddelen opkorte
ofmiddellange termijn bewaren. Hoe
lager de gekozen temperatuur is, des
te langer blijven de levensmiddelen
vers.
Tips voor het bewaren van le-
vensmiddelen in het koelvak
Volg de tips op bij het bewaren van
levensmiddelen in uw koelvak.
¡ Om ervoor te zorgen dat de vers-
heid en kwaliteit van de levensmid-
delen langer behouden blijven, uit-
sluitend verse en ongeschonden
levensmiddelen bewaren.
¡ Bij kant-en-klaar-producten en ge-
bottelde producten de door de fa-
brikant vermelde houdbaarheids-
datum of gebruiksdatum niet over-
schrijden.
¡ Om aroma, kleur en versheid te
behouden of smaakoverdracht en
verkleuringen van de kunststofde-
len te vermijden, levensmiddelen
goed verpakt of afgedekt bewaren.
¡ Warme gerechten en dranken
eerst laten afkoelen, voordat u de-
ze in het koelvak plaatst.
Koudezones in het koelvak
Door de luchtcirculatie in et koelvak
ontstaan verschillende koudezones.
Koudste zone
De koudste zone is op de schei-
dingsplaat en in het deurrek voor
grote flessen.
Warmste zone
De warmste zone bevindt zich hele-
maal bovenaan in de deur.
Tips
¡ Bewaar minder gevoelige levens-
middelen in de warmste zone, bijv.
harde kaas en boter. Hierdoor
komt het aroma van de kaas beter
tot ontwikkeling en blijft de boter
smeerbaar.
¡ Bewaar gevoelige levensmiddelen
in de verskoelruimte, bijv. vis,
worst en vlees.
→"Verskoelruimte", Pagina115
Verskoelruimte
Verskoelruimte
In de verskoelruimte kunt u verse le-
vensmiddelen tot drie keer langer
vers houden dan in het koelvak.
De temperatuur in de verskoelruimte
wordt op circa 0°C gehouden.
nl Ontdooien
116
Door het vershouden blijft de kwaliteit
van de opgeslagen levensmiddelen
beter behouden. De lage temperatuur
en de optimale luchtvochtigheid ma-
ken ideale omstandigheden mogelijk
voor het bewaren van verse levens-
middelen.
Bewaartijden in de verskoelruim-
te bij 0 °C
De bewaartijden zijn afhankelijk van
de uitgangskwaliteit van uw levens-
middelen.
Levensmiddel Bewaartijd
Verse vis, zeevruchten tot 3dagen
Gevogelte, vlees (gekookt/ge-
braden)
tot 5dagen
Rundvlees, varkensvlees, lams-
vlees, worstwaren (broodbeleg)
tot 7dagen
Gerookte vis, broccoli tot 14da-
gen
Sla, venkel, abrikozen, pruimen tot 21da-
gen
Zachte kaas, yoghurt, kwark,
karnemelk, bloemkool
tot 30da-
gen
Ontdooien
Ontdooien
Houdt u de informatie aan, wanneer
u uw apparaat wilt ontdooien.
Ontdooien in het koelvak.
Het koelvak van uw apparaat ont-
dooit automatisch.
Ontdooien in de verskoelruimte
De verskoelruimte van uw apparaat
ontdooit automatisch.
Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
Reinig en onderhoud uw apparaat
zorgvuldig om er voor te zorgen dat
het lang goed blijft werken.
De reiniging van ontoegankelijke
plaatsen moet door de servicedienst
worden uitgevoerd. Aan de reiniging
door de servicedienst kunnen kosten
verbonden zijn.
Apparaat voorbereiden voor rei-
niging
Informatie over de wijze waarop u uw
apparaat voorbereid voor reiniging
1. Het apparaat uitschakelen.
→Pagina114
2. Haal de stekker van het apparaat
uit het stopcontact.
De stekker van het netsnoer uit het
stopcontact trekken of de zekering
in de meterkast uitschakelen.
3. Haal alle levensmiddelen uit het
apparaat en bewaar deze op een
koele plek.
Indien beschikbaar koelelementen
op de levensmiddelen leggen.
4. Als een rijplaag voorhanden is, de-
ze laten ontdooien.
Reiniging en onderhoud nl
117
5. Neem alle uitrustingsdelen uit het
apparaat. →Pagina117
6. De volgende apparaatonderdelen
uit het apparaat demonteren:
→"Scheidingsplaat en afdekking
van de fruit- en groentelade",
Pagina118
→"Telescooprails", Pagina118
Apparaat schoonmaken
Maak het apparaat schoon zoals
voorgeschreven, zodat het niet door
een verkeerde reiniging of onge-
schikte schoonmaakmiddelen be-
schadigd raakt.
WAARSCHUWING
Gevaar voor een elektrische schok!
¡ Binnendringend vocht kan een
schok veroorzaken.
Geen stoomreiniger of hoge-
drukreiniger gebruiken om het
apparaat te reinigen.
¡ Vloeistof in de verlichting kan ge-
vaarlijk zijn.
Het sop mag niet in de verlich-
ting terechtkomen.
LET OP!
¡ Ongeschikte reinigingsmiddelen
kunnen de oppervlakken van het
apparaat beschadigen.
Geen harde schuur- of afwas-
sponsjes gebruiken.
Geen scherpe of schurende rei-
nigingsmiddelen gebruiken.
Geen sterk alcoholhoudende rei-
nigingsmiddelen gebruiken.
¡ Wanneer u uitrustingsdelen en ac-
cessoires in de vaatwasser reinigt,
kunnen deze vervormen of verkleu-
ren.
Reinig nooit plateaus en hou-
ders in de vaatwasser.
1. Apparaat voorbereiden voor reini-
ging. →Pagina116
2. Het apparaat, de uitrustingsdelen,
de apparaatdelen en de deuraf-
dichtingen met een vaatdoek,
lauwwarm water en een beetje pH-
neutraal afwasmiddel reinigen.
3. Met een zachte, droge doek gron-
dig nadrogen.
4. De uitrustingsdelen plaatsen en de
apparaatdelen inbouwen.
5. Het apparaat elektrisch aansluiten.
6. Het apparaat inschakelen.
→Pagina114
7. Doe de levensmiddelen in het ap-
paraat.
Onderdelen eruit halen
Neem wanneer u de uitrustingsdelen
grondig wilt reinigen deze uit het ap-
paraat.
Plateau verwijderen
Het legplateau uittrekken en verwij-
deren.
Uittrekbaar legplateau
verwijderen
1. Het uittrekbare legplateau uittrek-
ken tot de grendelnok losklikt.
→Afb.
6
2. Het legplateau neerlaten en zij-
waarts naar buiten draaien.
Deurrek verwijderen
Het deurrek omhoog tillen en ver-
wijderen
→Afb.
7
Groente- en fruitlade verwijderen
De fruit- en groentelade naar voren
kantelen en verwijderen ⁠.
→Afb.
8
nl Reiniging en onderhoud
118
Verskoellade verwijderen
De verskoellade naar voren kante-
len en verwijderen ⁠.
→Afb.
8
Apparaatonderdelen demonte-
ren
Als u uw apparaat grondig wilt reini-
gen, kunt u bepaalde onderdelen uit
uw apparaat demonteren.
Scheidingsplaat en afdekking
van de fruit- en groentelade
Om de scheidingsplaat en de afdek-
king van de fruit- en groentelade
grondig te reinigen, kunt u deze de-
monteren.
Scheidingsplaat demonteren
1. De fruit- en groentelade verwijde-
ren.
2. De hendels aan de onderkant aan
beide zijden indrukken en de
scheidingsplaat naar voren trekken
⁠.
→Afb.
9
3. De scheidingsplaat optillen en zij-
waarts naar buiten draaien.
Afdekking demonteren
De afdekking van de fruit- en
groentelade optillen, naar voren
trekken en zijwaarts naar buiten
draaien.
Scheidingsplaat en afdekking
inbouwen
1. De afdekking van de fruit- en
groentelade plaatsen.
2. De vochtigheidsregelaar op lagere
luchtvochtigheid instellen.
3. De scheidingsplaat aanbrengen.
→Afb.
10
Telescooprails
Om de telescooprails grondig te rei-
nigen, kunt u deze demonteren.
Telescooprails demonteren
1. De telescooprail uittrekken.
→Afb.
11
2. De vergrendeling in de richting van
de pijl schuiven en van de ach-
terste pen losmaken ⁠.
→Afb.
12
3. De telescooprail in elkaar schui-
ven.
4. De telescooprail boven de achter-
ste pen naar achteren schuiven
en losklikken ⁠.
→Afb.
13
Uittrekbare rails monteren
1. De telescooprail in uitgeschoven
toestand op de voorste pen plaat-
sen en om te vergrendelen iets
naar voren trekken ⁠.
→Afb.
14
2. De telescooprail aan de achterste
pen plaatsen en de vergrende-
ling naar achteren schuiven ⁠.
→Afb.
15
Storingen verhelpen nl
119
Storingen verhelpen
Storingen verhelpen
Kleinere storingen aan het apparaat kunt u zelf verhelpen. Raadpleeg voordat u
contact opneemt met de klantenservice de informatie over het verhelpen van
storingen. Zo voorkomt u onnodige kosten.
WAARSCHUWING
Gevaar voor een elektrische schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag reparaties aan het apparaat
uitvoeren.
Er mogen uitsluitend originele reserveonderdelen worden gebruikt voor repa-
ratie van het apparaat.
Als het netsnoer van dit apparaat beschadigd raakt, moet het ter vermijding
van risico's worden vervangen door de fabrikant, de servicedienst of een an-
dere gekwalificeerde persoon.
Functiestoringen
Storing Oorzaak Verhelpen van storingen
Apparaat werkt niet.
Er brandt geen enkele indi-
catie.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
Sluit de stekker aan.
De zekering is geactiveerd.
Controleer de zekeringen.
De stroom is uitgevallen. 1. Controleer of er stroom is.
2. Leg indien beschikbaar koelele-
menten op het bovenste plateau.
Apparaat koelt niet, indica-
ties en verlichting branden.
Het presentatielicht is inge-
schakeld.
Voer de apparaatzelftest uit.
→Pagina122
a Na het verstrijken van de apparaat-
zelftest gaat het apparaat weer over
op normale werking.
LED-verlichting functioneert
niet.
Kapje van de lamp niet ver-
wijderen.
Verschillende oorzaken zijn
mogelijk.
Neem contact op met de klanten-
service.
→"Servicedienst", Pagina123
De koelmachine schakelt va-
ker en langer in.
Apparaatdeur werd vaak ge-
opend.
Open de apparaatdeur niet onno-
dig.
De ventilatieopeningen zijn
afgedekt.
Verwijder blokkades voor de venti-
latie-openingen
nl Storingen verhelpen
120
Aanwijzingen op het display
Storing Oorzaak Verhelpen van storingen
Melding met "D" of "E" ver-
schijnt op het display.
De elektronica heeft een
fout geconstateerd.
Neem contact op met de klanten-
service.
→"Servicedienst", Pagina123
Alarmsignaal weerklinkt en
brandt.
Verschillende oorzaken zijn
mogelijk.
Druk op .
a Schakel het alarm uit.
Deur van het apparaat is
open.
Sluit de deur van het apparaat.
Temperatuurprobleem
Storing Oorzaak Verhelpen van storingen
Temperatuur wijkt erg af van
deinstelling.
Verschillende oorzaken zijn
mogelijk.
1. Schakel het apparaat uit.
→Pagina114
2. Schakel het apparaat na ca. 5 minu-
ten opnieuw in. →Pagina114
Als de temperatuur te hoog
is, controleer dan de tempe-
ratuur na een paar uur op-
nieuw.
Als de temperatuur te laag is,
controleer de temperatuur
dan de volgende dag op-
nieuw.
Cool-fresh-vak is te warm of
te koud
Standaardinstelling is te
hoog of te laag, bijv. bevrie-
zing in cool-fresh-vak
AanwijzingDe standaardinstelling
van het cool-fresh-vak is vooraf inge-
steld op 0. Instelling 0 komt overeen
met een temperatuur van ca. 0°C. U
kunt de temperatuur in het cool-fresh-
vak tot 3instellingen warmer of kou-
der instellen.
1. Druk op tot het temperatuur-
display knippert.
2. Om de instelling te wijzigen drukt u
op / .
Instelling -3 komt overeen met
de koudste instelling.
Instelling +3 komt overeen met
de warmste instelling.
a De geselecteerde instelling wordt
na een minuut opgeslagen.
Storingen verhelpen nl
121
Geluiden
Storing Oorzaak Verhelpen van storingen
Apparaat bromt. Geen storing. Een motor
draait, bijv. koelaggregaat,
ventilator.
Geen handeling vereist.Geen hande-
ling vereist.
Apparaat borrelt, zoemt of
gorgelt.
Geen storing. Er stroomt
koudemiddel door de bui-
zen.
Geen handeling vereist.Geen hande-
ling vereist.
Apparaat klikt. Geen storing. Motor, schake-
laars of magneetventielen
schakelen in- of uit.
Geen handeling vereist.Geen hande-
ling vereist.
Apparaat produceert gelui-
den.
Het apparaat staat niet wa-
terpas.
Stel het apparaat horizontaal met
behulp van een waterpas. Leg er zo
nodig iets onder.
Uitrustingsdelen wiebelen of
klemmen.
Controleer de uitneembare uitrus-
tingsdelen en zet ze eventueel op-
nieuw in het apparaat.
Flessen of containers raken
elkaar.
Haal flessen of containers van el-
kaar.
Geurtjes
Storing Oorzaak Verhelpen van storingen
Het apparaat ruikt onaange-
naam.
Verschillende oorzaken zijn
mogelijk.
1. Bereide het apparaat voor om te rei-
nigen. →Pagina116
2. Reinig het apparaat. →Pagina117
3. Reinig alle levensmiddelenverpak-
kingen.
4. Verpak sterk ruikende levensmid-
delen luchtdicht om geurvorming te
voorkomen.
5. Controleer na 24 uur opnieuw of er
luchtjes zijn ontstaan.
nl Opslaan en afvoeren
122
Apparaatzelftest uitvoeren
1. Het apparaat uitschakelen.
→Pagina114
2. Het apparaat na ca. 5 minuten op-
nieuw inschakelen. →Pagina114
3. Binnen 10 seconden na het in-
schakelen gedurende 3 tot 5
seconden ingedrukt houden.
a De apparaatzelftest start.
a Tijdens de apparaatzelftest weer-
klinkt tussendoor een lang akoes-
tisch signaal.
a Als na het einde van de apparaat-
zelftest 2 akoestische signalen
weerklinken en de temperatuurindi-
catie de ingestelde temperatuur
toont, is uw apparaat in orde. Het
apparaat gaat over op de normale
werking.
a Als na het einde van de apparaat-
zelftest 5 akoestische signalen
weerklinken en gedurende
10 seconden knippert, contact op-
nemen met de service.
Opslaan en afvoeren
Opslaan en afvoeren
Hier krijgt u uitleg over de manier
waarop u het apparaat voorbereidt
voor de opslag. Daarnaast leggen we
u uit hoe u oude apparaten dient af
te voeren.
Apparaat buiten gebruik stellen
1. Het apparaat uitschakelen.
→Pagina114
2. Haal de stekker van het apparaat
uit het stopcontact.
De stekker van het netsnoer uit het
stopcontact trekken of de zekering
in de meterkast uitschakelen.
3. Het apparaat ontdooien.
→Pagina116
4. Het apparaat reinigen.
→Pagina117
5. Laat de deur van het apparaat
open.
Afvoeren van uw oude apparaat
Door een milieuvriendelijke afvoer
kunnen waardevolle grondstoffen op-
nieuw worden gebruikt.
WAARSCHUWING
Gezondheidsrisico!
Kinderen kunnen zich in het apparaat
opsluiten en in levensgevaar gera-
ken.
Om te voorkomen dat kinderen in
het apparaat kruipen legplateaus
en lades niet uit het apparaat ne-
men.
Kinderen uit de buurt van een af-
gedankt apparaat houden.
WAARSCHUWING
Risico van brand!
Bij beschadiging van de leidingen
kunnen brandbaar koudemiddel en
schadelijke gassen ontsnappen en
ontsteken.
De buizen van de koudemiddel-
kringloop en de isolatie niet be-
schadigen.
1. De stekker van het netsnoer uit het
stopcontact trekken.
2. Het netsnoer doorknippen.
3. Het apparaat milieuvriendelijk af-
voeren.
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de Euro-
pese richtlijn 2012/19/EU be-
treffende afgedankte elektri-
sche en elektronische appara-
tuur (waste electrical and elec-
tronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan
voor de in de EU geldige terug-
neming en verwerking van oude
apparaten.
Servicedienst nl
123
Servicedienst
Servicedienst
Als u vragen hebt, een storing aan
het apparaat niet zelf kunt verhelpen
of als het apparaat moet worden ge-
repareerd, neem dan contact op met
onze servicedienst.
Veel problemen kunt u via de infor-
matie voor het verhelpen van storin-
gen in deze gebruiksaanwijzing of op
onze website zelf verhelpen. Als dit
niet het geval is, neem dan contact
op met onze servicedienst.
We vinden altijd een passende oplos-
sing en proberen onnodig bezoek
van de servicetechnicus te vermijden.
We zorgen ervoor dat het apparaat
zowel binnen de garantieperiode als
na het verstrijken van de fabrieksga-
rantie met originele reserveonderde-
len door geschoolde servicetechnici
wordt gerepareerd.
Om veiligheidsredenen mag alleen
geschoold vakpersoneel reparaties
aan het apparaat uitvoeren. De ga-
rantieclaim vervalt indien reparaties
of ingrepen worden uitgevoerd door
personen die daartoe niet door ons
zijn gemachtigd, dan wel indien onze
apparaten worden voorzien van ver-
vangende onderdelen, aanvullende
onderdelen of accessoires die geen
originele onderdelen zijn en daardoor
een defect wordt veroorzaakt.
Originele vervangende onderdelen
die relevant zijn voor de werking in
overeenstemming met de desbetref-
fende Ecodesign-verordening kunt u
voor de duur van ten minste 10 jaar
vanaf het moment van in de handel
brengen van het apparaat binnen de
Europese Economische Ruimte bij
onze servicedienst verkrijgen.
AanwijzingHet inschakelen van de
servicedienst is in het kader van de
plaatselijk geldende fabrieksgarantie-
voorwaarden gratis. De minimumduur
van de garantie (fabrieksgarantie
voor particuliere gebruikers) in de Eu-
ropese Economische Ruimte be-
draagt 2 jaar (behalve in Denemar-
ken en Zweden waar de duur 1 jaar
bedraagt) in overeenstemming met
de geldende plaatselijke garantie-
voorwaarden. De garantievoorwaar-
den doen geen afbreuk aan eventue-
le andere rechten of claims die u op
grond van het plaatselijke recht heeft.
Gedetailleerde informatie over de ga-
rantieperiode en garantievoorwaar-
den in uw land kunt u opvragen bij
onze servicedienst, uw dealer of op
onze website.
Als u contact opneemt met de servi-
cedienst, hebt u het productnummer
(E-Nr.) en het productienummer (FD)
van het apparaat nodig.
De contactgegevens van de service-
dienst vindt u in de meegeleverde
servicedienstlijst of op onze website.
Productnummer (E-nr.) en pro-
ductienummer (FD)
Het productnummer (E-Nr.) en het
productienummer (FD) vindt u op het
typeplaatje van het apparaat.
→Afb.
1
/
7
Om uw apparaatgegevens en de ser-
vicedienst-telefoonnummers snel te-
rug te kunnen vinden, kunt u de ge-
gevens noteren.
Technische gegevens
Technische gegevens
Koudemiddel, netto inhoud en overi-
ge technische gegevens bevinden
zich op het typeplaatje.
→Afb.
1
/
7
nl Technische gegevens
124
Overige informatie over uw model
vindt u op het internet onder https://
energylabel.bsh-group.com
1
. Dit we-
badres bevat een link naar de officië-
le EU-productdatabase EPREL, waar-
van de URL ten tijde van het drukken
nog niet was gepubliceerd. Volg dan
de aanwijzingen bij het zoeken naar
het model op. De modelidentificatie
bestaat uit het teken voor de slash
van het E-nummer (E-Nr.) op het ty-
peplaatje. Alternatief vindt u de mo-
delidentificatie ook in de eerste regel
van het EU-energielabel.
1
Geldt alleen voor landen in de Europese Economische Ruimte

Documenttranscriptie

nl Inhoudsopgave Veiligheid..................................... 103 Algemene aanwijzingen ............... 103 Bestemming van het apparaat ..... 103 Inperking van de gebruikers ........ 104 Veiliger transport .......................... 104 Veilige installatie........................... 104 Veilig gebruik................................ 105 Beschadigd apparaat................... 107 Het voorkomen van materiële schade ......................................... 109 Milieubescherming en besparing............................................... 109 Afvoeren van de verpakking ........ 109 Energie besparen ......................... 109 Opstellen en aansluiten .............. 110 Leveringsomvang ......................... 110 Apparaat opstellen en aansluiten................................................. 110 Criteria voor de opstellocatie ....... 111 Het apparaat voor het eerste gebruik voorbereiden ....................... 111 Apparaat elektrisch aansluiten..... 111 Uw apparaat leren kennen.......... 112 Apparaat....................................... 112 Bedieningselementen................... 112 Uitrusting..................................... 112 Legplateau.................................... 112 Variabel legplateau....................... 112 Uittrekbaar legplateau .................. 113 Groente- en fruitlade..................... 113 Verskoellade................................. 113 Boter- en kaasvak ........................ 113 Deurrekken ................................... 113 Accessoires .................................. 113 De Bediening in essentie............ 114 Apparaat inschakelen................... 114 Opmerkingen bij het gebruik ....... 114 Machine uitschakelen................... 114 Temperatuur instellen................... 114 Extra functies .............................. 114 Superkoelen ................................ 114 Alarm............................................ 115 Deuralarm..................................... 115 Koelvak ........................................ 115 Tips voor het bewaren van levensmiddelen in het koelvak........ 115 Koudezones in het koelvak .......... 115 Verskoelruimte ............................ 115 Bewaartijden in de verskoelruimte bij 0 °C..................................... 116 Ontdooien .................................... 116 Ontdooien in het koelvak. ............ 116 Ontdooien in de verskoelruimte ... 116 Reiniging en onderhoud ............. 116 Apparaat voorbereiden voor reiniging............................................ 116 Apparaat schoonmaken ............... 117 Onderdelen eruit halen ................ 117 Apparaatonderdelen demonteren ................................................ 118 Storingen verhelpen ................... 119 Functiestoringen ........................... 119 Aanwijzingen op het display ........ 120 Temperatuurprobleem.................. 120 Geluiden ....................................... 121 Geurtjes ........................................ 121 Apparaatzelftest uitvoeren............ 122 Opslaan en afvoeren................... 122 Apparaat buiten gebruik stellen ... 122 Afvoeren van uw oude apparaat .. 122 Servicedienst............................... 123 Productnummer (E-nr.) en productienummer (FD) ...................... 123 101 Veiligheid nl Veiligheid Houd de informatie omtrent veiligheid aan, zodat u het apparaat veilig kunt gebruiken. Dit apparaat is conform de desbetreffende veiligheidsbepalingen voor elektrische apparaten en is ontstoord. Algemene aanwijzingen Hier vindt u algemene informatie over deze gebruiksaanwijzing. ¡ Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door. Alleen dan kunt u het apparaat veilig en efficiënt gebruiken. ¡ Deze gebruiksaanwijzing is bestemd voor de gebruiker van het apparaat. ¡ Neem de veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen in acht. ¡ Bewaar de gebruiksaanwijzing en de productinformatie voor later gebruik of voor volgende eigenaren. ¡ Controleer het apparaat na het uitpakken. Sluit het apparaat in geval van transportschade niet aan. Bestemming van het apparaat Om het apparaat veilig en op de juiste manier te gebruiken dient u de aanwijzingen over het beoogd gebruik in acht te nemen. Dit apparaat is uitsluitend voor de inbouw bedoeld. Installatiehandleiding aanhouden. Gebruik het apparaat uitsluitend: ¡ volgens deze gebruiksaanwijzing. ¡ om levensmiddelen te koelen. ¡ voor huishoudelijk gebruik en in gesloten ruimtes binnen de huiselijke omgeving. ¡ tot een hoogte van maximaal 2000 m boven zeeniveau. 103 nl Veiligheid Inperking van de gebruikers Voorkom risico's voor kinderen en kwetsbare personen. Dit apparaat kan worden bediend door kinderen vanaf 8 jaar en door personen met fysieke, sensorische of geestelijke beperkingen of met gebrekkige ervaring en/of kennis, indien zij onder toezicht staan of zijn geïnstrueerd in het veilige gebruik van het apparaat en de daaruit resulterende gevaren hebben begrepen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en gebruikersonderhoud mogen niet worden uitgevoerd door kinderen indien deze niet onder toezicht staan. Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan 8 jaar niet bij het apparaat of de aansluitkabel kunnen komen. Kinderen vanaf 3 jaar en jonger dan 8 jaar mogen de koelkast/ diepvriezer vullen en legen. Veiliger transport Houd de veiligheidsaanwijzingen aan wanneer u het apparaat transporteert. WAARSCHUWING ‒ Gevaar voor letsel! Het hoge gewicht van het apparaat kan bij het optillen letsels veroorzaken. ▶ Het apparaat niet alleen optillen. Veilige installatie Houd deze veiligheidsaanwijzingen in acht bij de installatie van het apparaat. WAARSCHUWING ‒ Gevaar voor een elektrische schok! Ondeskundige installaties zijn gevaarlijk. ▶ Het apparaat uitsluitend aansluiten en gebruiken volgens de gegevens op het typeplaatje. ▶ Het apparaat uitsluitend via een volgens de voorschriften geïnstalleerd stopcontact met randaarde op een stroomnet met wisselstroom aansluiten. 104 Veiligheid nl ▶ Het randaardesysteem van de elektrische huisinstallatie moet conform de elektrotechnische voorschriften zijn geïnstalleerd. ▶ Nooit het apparaat via een externe schakelinrichting voeden, bijvoorbeeld een tijdschakelaar of besturing op afstand. ▶ Wanneer het apparaat is ingebouwd, moet de netstekker van de netaansluitkabel vrij toegankelijk zijn, of wanneer vrije toegang niet mogelijk is, moet in de vast geplaatste elektrische installatie een alpolige scheidingsinrichting volgens de installatievoorschriften worden ingebouwd. ▶ Bij het opstellen van het apparaat erop letten dat het netsnoer niet wordt afgeklemd of beschadigd. WAARSCHUWING ‒ Risico van brand! ¡ Het gebruik van een verlengd netsnoer en niet-toegestane adapters is gevaarlijk. ▶ Geen verlengsnoeren of meervoudige stopcontacten gebruiken. ▶ Als het netsnoer te kort is, contact opnemen met de servicedienst. ▶ Alleen door de fabrikant goedgekeurde adapters gebruiken. ¡ Draagbare meervoudige stopcontacten of draagbare netvoedingen kunnen oververhit raken en tot brand leiden. ▶ Plaats geen draagbare meervoudige stopcontacten of draagbare netvoedingen achter het apparaat. Veilig gebruik Neem bij gebruik van het apparaat de veiligheidsaanwijzingen in acht. WAARSCHUWING ‒ Gevaar voor een elektrische schok! ¡ Een beschadigde isolatie van het netsnoer is gevaarlijk. ▶ Nooit het aansluitsnoer met hete apparaatonderdelen of warmtebronnen in contact brengen. 105 nl Veiligheid ▶ Nooit het aansluitsnoer met scherpe punten of randen in contact brengen. ▶ Het aansluitsnoer nooit knikken, knellen of veranderen. ¡ Binnendringend vocht kan een schok veroorzaken. ▶ Gebruik het apparaat alleen in gesloten ruimtes. ▶ Stel het apparaat nooit bloot aan grote hitte en vochtigheid. ▶ Geen stoomreiniger of hogedrukreiniger gebruiken om het apparaat te reinigen. WAARSCHUWING ‒ Verstikkingsgevaar! ¡ Kinderen kunnen verpakkingsmateriaal over het hoofd trekken en hierin verstrikt raken en stikken. ▶ Verpakkingsmateriaal uit de buurt van kinderen houden. ▶ Laat kinderen niet met verpakkingsmateriaal spelen. ¡ Kinderen kunnen kleine onderdelen inademen of inslikken en hierdoor stikken. ▶ Kleine onderdelen uit de buurt van kinderen houden. ▶ Kinderen niet met kleine onderdelen laten spelen. WAARSCHUWING ‒ Explosiegevaar! ¡ Elektrische apparaten binnenin het apparaat kunnen exploderen, bijv. verwarmingsapparaten of elektrische ijsbereiders. ▶ Gebruik geen elektrische apparaten binnenin het apparaat. ¡ Mechanische inrichtingen of andere middelen kunnen de koudekringloop beschadigen, brandbaar koudemiddel kan lekken en exploderen. ▶ Gebruik voor het versnellen van het ontdooien geen andere mechanische inrichtingen of andere middelen dan diegene die door de fabrikant zijn aanbevolen. ¡ Producten met brandbare drijfgassen en explosieve stoffen kunnen exploderen, bijv. spuitbussen. ▶ Bewaar geen producten met brandbare drijfgassen en explosieve stoffen in het apparaat. 106 Veiligheid nl WAARSCHUWING ‒ Gevaar voor letsel! ¡ Flessen of blikjes met koolzuurhoudende drank kunnen barsten. ▶ Geen flessen of blikjes met koolzuurhoudende drank in de verskoelruimte bewaren. ¡ Letsel aan de ogen door lekkend brandbaar koudemiddel en schadelijke gassen. ▶ Beschadig de leidingen van de koudemiddelkringloop en isolatie niet. VOORZICHTIG ‒ Gezondheidsrisico! Houd de volgende aanwijzingen aan om verontreiniging van levensmiddelen te voorkomen. ▶ Wanneer de deur langere tijd wordt geopend, kan dit leiden tot een aanzienlijke temperatuurstijging in de vakken van het apparaat. ▶ Maak de oppervlakken, die met levensmiddelen en toegankelijke afvoersystemen in contact komen, regelmatig schoon. ▶ Rauw vlees en vis in geschikte containers in de koelkast dusdanig bewaren dat het niet in contact komt met andere levensmiddelen of op deze drupt. ▶ Wanneer het koel-/vriesapparaat langere tijd leeg staat, het apparaat uitschakelen, ontdooien, reinigen en de deur open laten, om schimmelvorming te voorkomen. Beschadigd apparaat Neem deze veiligheidsvoorschriften in acht als uw apparaat beschadigd is. WAARSCHUWING ‒ Gevaar voor een elektrische schok! ¡ Een beschadigd apparaat of een beschadigd netsnoer is gevaarlijk. ▶ Nooit een beschadigde apparaat gebruiken. ▶ Nooit een apparaat met gescheurd of gebroken oppervlak gebruiken. 107 nl Veiligheid ▶ Nooit aan het netsnoer trekken, om het apparaat van het elektriciteitsnet te scheiden. Altijd aan de stekker van het netsnoer trekken. ▶ Wanneer het apparaat of het netsnoer is beschadigd, dan direct de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen of de zekering in de meterkast uitschakelen. ▶ Neem contact op met de servicedienst. → Pagina 123 ▶ Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag reparaties aan het apparaat uitvoeren. ¡ Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk. ▶ Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag reparaties aan het apparaat uitvoeren. ▶ Er mogen uitsluitend originele reserveonderdelen worden gebruikt voor reparatie van het apparaat. ▶ Als het netsnoer van dit apparaat beschadigd raakt, moet het ter vermijding van risico's worden vervangen door de fabrikant, de servicedienst of een andere gekwalificeerde persoon. WAARSCHUWING ‒ Risico van brand! Bij beschadiging van de leidingen kunnen brandbaar koudemiddel en schadelijke gassen ontsnappen en ontsteken. ▶ Houd vuur en ontstekingsbronnen uit de buurt van het apparaat. ▶ Ventileer de ruimte. ▶ Het apparaat uitschakelen. → Pagina 114 ▶ De stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken of de zekering in de meterkast uitschakelen. ▶ Neem contact op met de service-afdeling. → Pagina 123 108 Het voorkomen van materiële schade Het voorkomen van materiële schade Het voorkomen van materiële schade Ter voorkoming van materiële schade, aan het apparaat, de accessoires of keukenvoorwerpen dient u de aanwijzingen in acht te nemen. LET OP! ¡ Door verontreinigingen met olie of vet kunnen kunststofdelen en deurafdichtingen poreus worden. ▶ Houd kunststofdelen en deurafdichtingen olie- en vetvrij. ¡ Door het gebruik van de plint, laden of apparaatdeuren als zitvlak of opstapje kan het apparaat beschadigd raken. ▶ Niet op de plint, laden of deuren staat of leunen. Milieubescherming en besparing Milieubescherming en besparing Bescherm het milieu door het apparaat op een hulpbronnenbesparende manier te gebruiken en herbruikbare materialen op de juiste manier af te voeren. Afvoeren van de verpakking De verpakkingsmaterialen zijn milieuvriendelijk en kunnen worden hergebruikt. ▶ De afzonderlijke componenten op soort gescheiden afvoeren. Bij uw dealer en uw gemeente- of deelraadskantoor kunt u informatie verkrijgen over de actuele afvoermethoden. nl Energie besparen Als u deze aanwijzingen opvolgt, verbruikt uw apparaat minder stroom. Keuze van de opstellingslocatie Houd deze aanwijzing aan wanneer u het apparaat plaatst. ¡ Stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht. ¡ Plaats het apparaat zo ver mogelijk van radiatoren, fornuis en andere warmtebronnen: – Houd 30 mm afstand aan tot elektrische- of gasfornuizen. – Houd 30 cm afstand aan tot olie- en kolenfornuizen. Het apparaat hoeft bij lagere omgevingstemperaturen minder vaak te koelen. ¡ Een nisdiepte van 560 mm gebruiken. ¡ Ventilatieopeningen niet afdekken of blokkeren. ¡ Ventileer de ruimte dagelijks. De lucht aan de achterwand van het apparaat kan beter ontsnappen, het apparaat warmt niet zo sterk op. Het apparaat hoeft minder vaak te koelen. Energie besparen bij het gebruik. Houd deze aanwijzing aan wanneer u uw apparaat gebruikt. Aanwijzing De plaatsing van de uitrustingsonderdelen heeft geen invloed op het energieverbruik van het apparaat. 109 nl Opstellen en aansluiten ¡ Ventilatieopeningen niet afdekken of blokkeren. De lucht aan de achterwand van het apparaat kan beter ontsnappen, het apparaat warmt niet zo sterk op. ¡ Open de ovendeur slechts kort. ¡ Transporteer gekoelde levensmiddelen in een koeltas en leg ze snel in het apparaat. ¡ Warme gerechten en dranken eerst laten afkoelen, daarna in het apparaat plaatsen. ¡ Leg om de koude van de diepvriesproducten te benutten, deze ter ontdooiing in het koelvak. De lucht in het apparaat warmt niet zo sterk op. Het apparaat hoeft minder vaak te koelen. ¡ Laat altijd wat ruimte tussen de levensmiddelen en de achterwand. ¡ Verpak de levensmiddelen luchtdicht. De lucht kan circuleren en de luchtvochtigheid blijft constant. Opstellen en aansluiten Opstellen en aansluiten Waar en hoe u het apparaat het beste opstelt, komt u hier te weten. Bovendien komt u te weten hoe u het apparaat op het elektriciteitsnet aansluit. Leveringsomvang Controleer na het uitpakken alle onderdelen op transportschade en de volledigheid van de levering. Neem bij klachten met uw dealer of onze servicedienst → Pagina 123 contact op. De levering bestaat uit: ¡ Inbouw ¡ Uitrusting en accessoires1 ¡ Montagemateriaal ¡ Montagehandleiding ¡ Gebruiksaanwijzing ¡ Klantenserviceboekje ¡ Garantiebijlage2 ¡ Energielabel ¡ Productgegevensblad ¡ Informatie over energieverbruik en geluiden Apparaat opstellen en aansluiten Voorwaarde: De leveringsomvang van het apparaat is gecontroleerd. → Pagina 110 1. Houd de criteria aan voor de opstellocatie van het apparaat. → Pagina 111 2. Het apparaat conform meegeleverde montagehandleiding installeren. 3. Het apparaat voor het eerste gebruik voorbereiden. → Pagina 111 4. Het apparaat elektrisch aansluiten. → Pagina 111 1 Afhankelijk van de apparaatuitvoering 2 Niet in alle landen 110 Opstellen en aansluiten Criteria voor de opstellocatie Houd deze aanwijzing aan wanneer u het apparaat plaatst. WAARSCHUWING Explosiegevaar! Wanneer het apparaat in een te kleine ruimte staat, kan er bij een lek van het koudecircuit een brandbaar gasluchtmengsel ontstaan. ▶ Stel het apparaat uitsluitend op in een ruimte, welke tenminste een volume heeft van 1 m3 per 8 g koudemiddel. De hoeveelheid van het koudemiddel staat op het typeplaatje. → Afb. 1 / 7 Het gewicht van het apparaat kan afhankelijk van het model tot 55 bedragen. De ondergrond moet stabiel genoeg zijn om het gewicht van het apparaat te dragen. Toegestane ruimtetemperatuur De toegestane kamertemperatuur is afhankelijk van de klimaatklasse van het apparaat. De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje. → Afb. 1 / 7 Klimaatklasse SN N ST T Toegestane ruimtetemperatuur 10 °C…32 °C 16 °C…32 °C 16 °C…38 °C 16 °C…43 °C Het apparaat is volledig functioneel binnen de toegestane binnentemperatuur. Wanneer u een apparaat van de klimaatklasse SN gebruikt bij lagere kamertemperaturen, dan kunnen beschadigingen aan het apparaat tot een kamertemperatuur van 5 °C worden uitgesloten. nl Nismaten Neem de nisafmetingen in acht als u uw apparaat in de meubelnis inbouwt. Bij afwijkingen kunnen problemen optreden tijdens de installatie van het apparaat. Nisdiepte Bouw het apparaat in de aanbevolen nisdiepte van 560 mm in. Bij een kleinere nisdiepte wordt het energieverbruik iets hoger. De nisdiepte moet minimaal 550 mm bedragen. Nisbreedte Voor het apparaat is een meubelnis met een binnenbreedte van minimaal 560 mm nodig. Het apparaat voor het eerste gebruik voorbereiden 1. Haal het informatiemateriaal er uit. 2. Verwijder de beschermfolie en transportborgingen, bijv. plakstrips en karton. 3. Het apparaat voor de eerste keer reinigen. → Pagina 117 Apparaat elektrisch aansluiten 1. De netstekker van het aansluit- snoer van het apparaat in een stopcontact in de omgeving van het apparaat steken. De aansluitgegevens van het apparaat staan op het typeplaatje. → Afb. 1 / 7 2. De netstekker op vastheid controleren. a Het apparaat is nu gereed voor gebruik. 111 nl Uw apparaat leren kennen 3 Uw apparaat leren kennen Uw apparaat leren kennen 4 5 Lees meer over de onderdelen van uw apparaat. Apparaat 5 6 7 8 9 Koelvak Verskoelruimte Bedieningselementen Variabel legplateau → Pagina 112 Uittrekbaar legplateau → Pagina 113 Scheidingsplaat met vochtigheidsregelaar Groente- en fruitlade → Pagina 113 Verskoellade → Pagina 113 Typeplaatje Boter- en kaasvak → Pagina 113 Deurrek voor grote flessen Aanwijzing Verschillen tussen uw apparaat en de afbeeldingen zijn mogelijk op basis van uitrusting en grootte. Bedieningselementen Via de bedieningselementen kunt u alle functies van uw apparaat instellen en informatie krijgen over de gebruikstoestand. → Afb. 2 1 2 112 schakelt het apparaat in of uit. Uitrusting Hier vindt u een overzicht van de onderdelen van uw apparaat. → Afb. 1 A B 1 2 3 4 Toont de ingestelde temperatuur van het koelvak in °C. schakelt Superkoelen in of uit. schakelt het alarmsignaal uit. / stelt de temperatuur van het koelvak in. Uitrusting Hier krijgt u een overzicht van de accessoires behorende bij uw apparaat en de manier waarop ze worden gebruikt. De uitrusting van uw apparaat is modelafhankelijk. Legplateau Om de schappen naar wens te variëren, het schap uitnemen en op een andere positie weer plaatsen. → "Plateau verwijderen", Pagina 117 Variabel legplateau Gebruik het variabel legplateau alleen om op het daaronder liggende plateau hoog koelmateriaal te bewaren, bijv. kannen of flessen. U kunt het voorste deel van het variabele legplateau uittrekken en onder het achterste deel van het variabele legplateau schuiven. → Afb. 3 Uitrusting Uittrekbaar legplateau ¡ ¡ ¡ ¡ Om een beter overzicht te krijgen en levensmiddelen sneller te kunnen uitnemen, het legplateau uittrekken. nl Courgette Paprika Tomaten Aardappels Groente- en fruitlade Verskoellade Bewaar vers fruit en groente in de fruit- en groentelade. Met de vochtigheidsregelaar van de scheidingsplaat en een speciale afdichting kunt u de luchtvochtigheid in de fruit- en groentelade aanpassen. → Afb. 4 Gebruik de lagere temperaturen in de verskoellade om gevoelige levensmiddelen te bewaren, bijv. vis, vlees en worst. De luchtvochtigheid in de fruit- en groentelade kunt u afhankelijk van het soort en de hoeveelheid bewaarde levensmiddelen instellen: ¡ Lage luchtvochtigheid bij overbewegend bewaren van fruit en hoge belading. ¡ Hoge luchtvochtigheid bij overwegend bewaren van groente alsook bij gemengde belading of geringe beladen. Afhankelijk van de soort levensmiddelen en de hoeveelheid kan zich in de fruit- en groentelade condenswater vormen. Het condenswater verwijderen met een droge doek en de luchtvochtigheid in de groentelade aanpassen met behulp van de vochtigheidsregelaar. Om ervoor te zorgen dat de kwaliteit en het aroma behouden blijven, moet u koudegevoelig fruit en groente buiten het apparaat bewaren bij temperaturen van ca. 8°C tot 12°C. Koudegevoelig fruit Koudegevoelige groente ¡ ¡ ¡ ¡ ¡ ¡ ¡ Ananas Bananen Mango Papaya Citrusvruchten Aubergines Komkommers Boter- en kaasvak Bewaar boter en harde kaas in het boter- en kaasvak. Deurrekken Om het deurrek naar behoefte te variëren deze er uit nemen en op een andere positie weer plaatsen. → "Deurrek verwijderen", Pagina 117 Accessoires Gebruik alleen originele accessoires. Deze zijn speciaal op uw apparaat afgestemd. Hier krijgt u een overzicht van de accessoires behorende bij uw apparaat en de manier waarop ze worden gebruikt. De accessoires van het apparaat zijn afhankelijk van het model. Eierplateau Bewaar eieren veilig op het eierplateau. Flessenhouder De flessenhouder voorkomt dat flessen bij het openen en sluiten van de apparaatdeur kantelen. → Afb. 5 113 nl De Bediening in essentie De Bediening in essentie De Bediening in essentie ▶ Wanneer rijp op de kleine koelpro- ducten in de verskoelruimte voorkomt, de verskoeltemperatuur hoger instellen. → Pagina 120 Hier wordt de bediening van het apparaat in essentie beschreven. Apparaat inschakelen indrukken. a Het apparaat begint te koelen. 2. De gewenste temperatuur instellen. → Pagina 114 1. Opmerkingen bij het gebruik ¡ Wanneer u het apparaat heeft ingeschakeld, wordt de ingestelde temperatuur pas na enkele uren bereikt. Geen levensmiddelen in het apparaat doen voordat de temperatuur is bereikt. ¡ De behuizing links, rechts en onder de verskoelruimte wordt tijdelijk licht verwarmd. Dit voorkomt vorming van condenswater in de zone van de deurafdichting. Extra functies Extra functies Kom te weten over welke instelbare extra functies uw apparaat beschikt. Superkoelen Bij het Superkoelen koelt het koelvak zo koud mogelijk. Daardoor koelen levensmiddelen en dranken snel tot in de kern. Schakel Superkoelen vóór het inladen van grote hoeveelheden levensmiddelen in. Aanwijzing Als Superkoelen is ingeschakeld, kan er meer geluid ontstaan. Superkoelen inschakelen ▶ indrukken. brandt. Machine uitschakelen a ▶ indrukken. a Het apparaat koelt niet meer. Aanwijzing Na ca. 15 uur schakelt het apparaat over op de normale werking. Temperatuur instellen Nadat u het apparaat heeft ingeschakeld, kunt u de temperatuur instellen. Koelvaktemperatuur instellen ▶ Zo vaak op / drukken tot de temperatuurindicatie de gewenste temperatuur toont. De aanbevolen temperatuur in het koelvak bedraagt 4 °C. Temperatuur verskoelruimte instellen Aanwijzing De temperatuur in de verskoelruimte wordt op circa 0 °C gehouden. 114 Superkoelen uitschakelen ▶ indrukken. a De voordien ingestelde temperatuur wordt op indicatie aangegeven. Alarm Alarm Alarm Uw apparaat beschikt over alarmfuncties. Deuralarm Als de deur van het apparaat langere tijd openstaat wordt het deuralarm ingeschakeld. Waarschuwingssignaal (deuralarm) uitschakelen ▶ De apparaatdeur sluiten of op drukken. a Het waarschuwingssignaal is uitgeschakeld. nl ¡ Bij kant-en-klaar-producten en gebottelde producten de door de fabrikant vermelde houdbaarheidsdatum of gebruiksdatum niet overschrijden. ¡ Om aroma, kleur en versheid te behouden of smaakoverdracht en verkleuringen van de kunststofdelen te vermijden, levensmiddelen goed verpakt of afgedekt bewaren. ¡ Warme gerechten en dranken eerst laten afkoelen, voordat u deze in het koelvak plaatst. Koudezones in het koelvak Door de luchtcirculatie in et koelvak ontstaan verschillende koudezones. Koudste zone Koelvak Koelvak In het koelvak kunt u melkproducten, eieren, bereide gerechten, bakwaren, geopende conservenblikken en harde kaas bewaren. De temperatuur in het koelvak kunt u van 3 °C tot 8 °C instellen. De aanbevolen temperatuur in het koelvak bedraagt 4 °C. Door de koelopslag kunt u ook zeer bederfelijke levensmiddelen op korte of middellange termijn bewaren. Hoe lager de gekozen temperatuur is, des te langer blijven de levensmiddelen vers. Tips voor het bewaren van levensmiddelen in het koelvak Volg de tips op bij het bewaren van levensmiddelen in uw koelvak. ¡ Om ervoor te zorgen dat de versheid en kwaliteit van de levensmiddelen langer behouden blijven, uitsluitend verse en ongeschonden levensmiddelen bewaren. De koudste zone is op de scheidingsplaat en in het deurrek voor grote flessen. Warmste zone De warmste zone bevindt zich helemaal bovenaan in de deur. Tips ¡ Bewaar minder gevoelige levensmiddelen in de warmste zone, bijv. harde kaas en boter. Hierdoor komt het aroma van de kaas beter tot ontwikkeling en blijft de boter smeerbaar. ¡ Bewaar gevoelige levensmiddelen in de verskoelruimte, bijv. vis, worst en vlees. → "Verskoelruimte", Pagina 115 Verskoelruimte Verskoelruimte In de verskoelruimte kunt u verse levensmiddelen tot drie keer langer vers houden dan in het koelvak. De temperatuur in de verskoelruimte wordt op circa 0 °C gehouden. 115 nl Ontdooien Door het vershouden blijft de kwaliteit van de opgeslagen levensmiddelen beter behouden. De lage temperatuur en de optimale luchtvochtigheid maken ideale omstandigheden mogelijk voor het bewaren van verse levensmiddelen. Bewaartijden in de verskoelruimte bij 0 °C De bewaartijden zijn afhankelijk van de uitgangskwaliteit van uw levensmiddelen. Levensmiddel Verse vis, zeevruchten Gevogelte, vlees (gekookt/gebraden) Rundvlees, varkensvlees, lamsvlees, worstwaren (broodbeleg) Gerookte vis, broccoli Bewaartijd tot 3 dagen tot 5 dagen tot 7 dagen tot 14 dagen Sla, venkel, abrikozen, pruimen tot 21 dagen Zachte kaas, yoghurt, kwark, tot 30 dakarnemelk, bloemkool gen Ontdooien Ontdooien Houdt u de informatie aan, wanneer u uw apparaat wilt ontdooien. Ontdooien in het koelvak. Het koelvak van uw apparaat ontdooit automatisch. Ontdooien in de verskoelruimte De verskoelruimte van uw apparaat ontdooit automatisch. Reiniging en onderhoud Reiniging en onderhoud Reinig en onderhoud uw apparaat zorgvuldig om er voor te zorgen dat het lang goed blijft werken. De reiniging van ontoegankelijke plaatsen moet door de servicedienst worden uitgevoerd. Aan de reiniging door de servicedienst kunnen kosten verbonden zijn. Apparaat voorbereiden voor reiniging Informatie over de wijze waarop u uw apparaat voorbereid voor reiniging 1. Het apparaat uitschakelen. → Pagina 114 2. Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact. De stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken of de zekering in de meterkast uitschakelen. 3. Haal alle levensmiddelen uit het apparaat en bewaar deze op een koele plek. Indien beschikbaar koelelementen op de levensmiddelen leggen. 4. Als een rijplaag voorhanden is, deze laten ontdooien. 116 Reiniging en onderhoud 5. Neem alle uitrustingsdelen uit het apparaat. → Pagina 117 6. De volgende apparaatonderdelen uit het apparaat demonteren: – → "Scheidingsplaat en afdekking van de fruit- en groentelade", Pagina 118 – → "Telescooprails", Pagina 118 Apparaat schoonmaken Maak het apparaat schoon zoals voorgeschreven, zodat het niet door een verkeerde reiniging of ongeschikte schoonmaakmiddelen beschadigd raakt. nl 2. Het apparaat, de uitrustingsdelen, 3. 4. 5. 6. 7. de apparaatdelen en de deurafdichtingen met een vaatdoek, lauwwarm water en een beetje pHneutraal afwasmiddel reinigen. Met een zachte, droge doek grondig nadrogen. De uitrustingsdelen plaatsen en de apparaatdelen inbouwen. Het apparaat elektrisch aansluiten. Het apparaat inschakelen. → Pagina 114 Doe de levensmiddelen in het apparaat. Onderdelen eruit halen WAARSCHUWING Gevaar voor een elektrische schok! ¡ Binnendringend vocht kan een schok veroorzaken. ▶ Geen stoomreiniger of hogedrukreiniger gebruiken om het apparaat te reinigen. ¡ Vloeistof in de verlichting kan gevaarlijk zijn. ▶ Het sop mag niet in de verlichting terechtkomen. Neem wanneer u de uitrustingsdelen grondig wilt reinigen deze uit het apparaat. LET OP! ¡ Ongeschikte reinigingsmiddelen kunnen de oppervlakken van het apparaat beschadigen. ▶ Geen harde schuur- of afwassponsjes gebruiken. ▶ Geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen gebruiken. ▶ Geen sterk alcoholhoudende reinigingsmiddelen gebruiken. ¡ Wanneer u uitrustingsdelen en accessoires in de vaatwasser reinigt, kunnen deze vervormen of verkleuren. ▶ Reinig nooit plateaus en houders in de vaatwasser. ken tot de grendelnok losklikt. → Afb. 6 2. Het legplateau neerlaten en zijwaarts naar buiten draaien. Plateau verwijderen ▶ Het legplateau uittrekken en verwij- deren. Uittrekbaar legplateau verwijderen 1. Het uittrekbare legplateau uittrek- Deurrek verwijderen ▶ Het deurrek omhoog tillen en ver- wijderen → Afb. 7 Groente- en fruitlade verwijderen ▶ De fruit- en groentelade naar voren kantelen → Afb. 8 en verwijderen ⁠. 1. Apparaat voorbereiden voor reini- ging. → Pagina 116 117 nl Reiniging en onderhoud Verskoellade verwijderen Telescooprails demonteren ▶ De verskoellade naar voren kante- 1. De telescooprail uittrekken. len en verwijderen → Afb. 8 ⁠. Apparaatonderdelen demonteren Als u uw apparaat grondig wilt reinigen, kunt u bepaalde onderdelen uit uw apparaat demonteren. Scheidingsplaat en afdekking van de fruit- en groentelade Om de scheidingsplaat en de afdekking van de fruit- en groentelade grondig te reinigen, kunt u deze demonteren. Scheidingsplaat demonteren 1. De fruit- en groentelade verwijde- ren. 2. De hendels aan de onderkant aan beide zijden indrukken en de scheidingsplaat naar voren trekken ⁠. → Afb. 9 3. De scheidingsplaat optillen en zijwaarts naar buiten draaien. Afdekking demonteren ▶ De afdekking van de fruit- en groentelade optillen, naar voren trekken en zijwaarts naar buiten draaien. Scheidingsplaat en afdekking inbouwen 1. De afdekking van de fruit- en groentelade plaatsen. 2. De vochtigheidsregelaar op lagere luchtvochtigheid instellen. 3. De scheidingsplaat aanbrengen. → Afb. 10 Telescooprails Om de telescooprails grondig te reinigen, kunt u deze demonteren. 118 → Afb. 11 2. De vergrendeling in de richting van de pijl schuiven en van de achterste pen losmaken ⁠. → Afb. 12 3. De telescooprail in elkaar schuiven. 4. De telescooprail boven de achterste pen naar achteren schuiven en losklikken ⁠. → Afb. 13 Uittrekbare rails monteren 1. De telescooprail in uitgeschoven toestand op de voorste pen plaatsen en om te vergrendelen iets naar voren trekken ⁠. → Afb. 14 2. De telescooprail aan de achterste pen plaatsen en de vergrendeling naar achteren schuiven ⁠. → Afb. 15 Storingen verhelpen nl Storingen verhelpen Storingen verhelpen Kleinere storingen aan het apparaat kunt u zelf verhelpen. Raadpleeg voordat u contact opneemt met de klantenservice de informatie over het verhelpen van storingen. Zo voorkomt u onnodige kosten. WAARSCHUWING Gevaar voor een elektrische schok! Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk. ▶ Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag reparaties aan het apparaat uitvoeren. ▶ Er mogen uitsluitend originele reserveonderdelen worden gebruikt voor reparatie van het apparaat. ▶ Als het netsnoer van dit apparaat beschadigd raakt, moet het ter vermijding van risico's worden vervangen door de fabrikant, de servicedienst of een andere gekwalificeerde persoon. Functiestoringen Storing Apparaat werkt niet. Er brandt geen enkele indicatie. Oorzaak De stekker zit niet goed in het stopcontact. De zekering is geactiveerd. Verhelpen van storingen ▶ Sluit de stekker aan. De stroom is uitgevallen. 1. Controleer of er stroom is. 2. Leg indien beschikbaar koelele- ▶ Controleer de zekeringen. menten op het bovenste plateau. Apparaat koelt niet, indicaties en verlichting branden. Het presentatielicht is ingeschakeld. ▶ Voer de apparaatzelftest uit. → Pagina 122 a Na het verstrijken van de apparaatzelftest gaat het apparaat weer over op normale werking. Verschillende oorzaken zijn ▶ Neem contact op met de klantenmogelijk. service. → "Servicedienst", Pagina 123 LED-verlichting functioneert niet. Kapje van de lamp niet verwijderen. De koelmachine schakelt va- Apparaatdeur werd vaak ge- ▶ Open de apparaatdeur niet onnoker en langer in. opend. dig. De ventilatieopeningen zijn afgedekt. ▶ Verwijder blokkades voor de venti- latie-openingen 119 nl Storingen verhelpen Aanwijzingen op het display Storing Melding met "D" of "E" verschijnt op het display. Oorzaak De elektronica heeft een fout geconstateerd. Verhelpen van storingen ▶ Neem contact op met de klantenservice. → "Servicedienst", Pagina 123 Alarmsignaal weerklinkt en brandt. Verschillende oorzaken zijn ▶ Druk op . mogelijk. a Schakel het alarm uit. ▶ Sluit de deur van het apparaat. Deur van het apparaat is open. Temperatuurprobleem Storing Oorzaak Temperatuur wijkt erg af van Verschillende oorzaken zijn de instelling. mogelijk. Verhelpen van storingen 1. Schakel het apparaat uit. → Pagina 114 2. Schakel het apparaat na ca. 5 minuten opnieuw in. → Pagina 114 ‒ Als de temperatuur te hoog is, controleer dan de temperatuur na een paar uur opnieuw. ‒ Als de temperatuur te laag is, controleer de temperatuur dan de volgende dag opnieuw. Cool-fresh-vak is te warm of te koud Aanwijzing De standaardinstelling van het cool-fresh-vak is vooraf ingesteld op 0. Instelling 0 komt overeen met een temperatuur van ca. 0 °C. U kunt de temperatuur in het cool-freshvak tot 3 instellingen warmer of kouder instellen. 1. Druk op tot het temperatuurdisplay knippert. 2. Om de instelling te wijzigen drukt u op / . – Instelling -3 komt overeen met de koudste instelling. – Instelling +3 komt overeen met de warmste instelling. a De geselecteerde instelling wordt na een minuut opgeslagen. 120 Standaardinstelling is te hoog of te laag, bijv. bevriezing in cool-fresh-vak Storingen verhelpen nl Geluiden Storing Apparaat bromt. Apparaat borrelt, zoemt of gorgelt. Apparaat klikt. Apparaat produceert geluiden. Oorzaak Geen storing. Een motor draait, bijv. koelaggregaat, ventilator. Geen storing. Er stroomt koudemiddel door de buizen. Geen storing. Motor, schakelaars of magneetventielen schakelen in- of uit. Het apparaat staat niet waterpas. Verhelpen van storingen Geen handeling vereist.Geen handeling vereist. Geen handeling vereist.Geen handeling vereist. Geen handeling vereist.Geen handeling vereist. ▶ Stel het apparaat horizontaal met behulp van een waterpas. Leg er zo nodig iets onder. Uitrustingsdelen wiebelen of ▶ Controleer de uitneembare uitrusklemmen. tingsdelen en zet ze eventueel opnieuw in het apparaat. Flessen of containers raken elkaar. ▶ Haal flessen of containers van el- kaar. Geurtjes Storing Oorzaak Het apparaat ruikt onaange- Verschillende oorzaken zijn naam. mogelijk. Verhelpen van storingen 1. Bereide het apparaat voor om te reinigen. → Pagina 116 2. Reinig het apparaat. → Pagina 117 3. Reinig alle levensmiddelenverpakkingen. 4. Verpak sterk ruikende levensmiddelen luchtdicht om geurvorming te voorkomen. 5. Controleer na 24 uur opnieuw of er luchtjes zijn ontstaan. 121 nl Opslaan en afvoeren Apparaatzelftest uitvoeren 1. Het apparaat uitschakelen. → Pagina 114 2. Het apparaat na ca. 5 minuten op- nieuw inschakelen. → Pagina 114 3. Binnen 10 seconden na het in- schakelen gedurende 3 tot 5 seconden ingedrukt houden. a De apparaatzelftest start. a Tijdens de apparaatzelftest weerklinkt tussendoor een lang akoestisch signaal. a Als na het einde van de apparaatzelftest 2 akoestische signalen weerklinken en de temperatuurindicatie de ingestelde temperatuur toont, is uw apparaat in orde. Het apparaat gaat over op de normale werking. a Als na het einde van de apparaatzelftest 5 akoestische signalen weerklinken en gedurende 10 seconden knippert, contact opnemen met de service. Opslaan en afvoeren Opslaan en afvoeren Hier krijgt u uitleg over de manier waarop u het apparaat voorbereidt voor de opslag. Daarnaast leggen we u uit hoe u oude apparaten dient af te voeren. Apparaat buiten gebruik stellen 1. Het apparaat uitschakelen. → Pagina 114 2. Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact. De stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken of de zekering in de meterkast uitschakelen. 3. Het apparaat ontdooien. → Pagina 116 4. Het apparaat reinigen. → Pagina 117 122 5. Laat de deur van het apparaat open. Afvoeren van uw oude apparaat Door een milieuvriendelijke afvoer kunnen waardevolle grondstoffen opnieuw worden gebruikt. WAARSCHUWING Gezondheidsrisico! Kinderen kunnen zich in het apparaat opsluiten en in levensgevaar geraken. ▶ Om te voorkomen dat kinderen in het apparaat kruipen legplateaus en lades niet uit het apparaat nemen. ▶ Kinderen uit de buurt van een afgedankt apparaat houden. WAARSCHUWING Risico van brand! Bij beschadiging van de leidingen kunnen brandbaar koudemiddel en schadelijke gassen ontsnappen en ontsteken. ▶ De buizen van de koudemiddelkringloop en de isolatie niet beschadigen. 1. De stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken. 2. Het netsnoer doorknippen. 3. Het apparaat milieuvriendelijk af- voeren. Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming met de Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (waste electrical and electronic equipment - WEEE). De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU geldige terugneming en verwerking van oude apparaten. Servicedienst Servicedienst Servicedienst Als u vragen hebt, een storing aan het apparaat niet zelf kunt verhelpen of als het apparaat moet worden gerepareerd, neem dan contact op met onze servicedienst. Veel problemen kunt u via de informatie voor het verhelpen van storingen in deze gebruiksaanwijzing of op onze website zelf verhelpen. Als dit niet het geval is, neem dan contact op met onze servicedienst. We vinden altijd een passende oplossing en proberen onnodig bezoek van de servicetechnicus te vermijden. We zorgen ervoor dat het apparaat zowel binnen de garantieperiode als na het verstrijken van de fabrieksgarantie met originele reserveonderdelen door geschoolde servicetechnici wordt gerepareerd. Om veiligheidsredenen mag alleen geschoold vakpersoneel reparaties aan het apparaat uitvoeren. De garantieclaim vervalt indien reparaties of ingrepen worden uitgevoerd door personen die daartoe niet door ons zijn gemachtigd, dan wel indien onze apparaten worden voorzien van vervangende onderdelen, aanvullende onderdelen of accessoires die geen originele onderdelen zijn en daardoor een defect wordt veroorzaakt. Originele vervangende onderdelen die relevant zijn voor de werking in overeenstemming met de desbetreffende Ecodesign-verordening kunt u voor de duur van ten minste 10 jaar vanaf het moment van in de handel brengen van het apparaat binnen de Europese Economische Ruimte bij onze servicedienst verkrijgen. Aanwijzing Het inschakelen van de servicedienst is in het kader van de plaatselijk geldende fabrieksgarantievoorwaarden gratis. De minimumduur nl van de garantie (fabrieksgarantie voor particuliere gebruikers) in de Europese Economische Ruimte bedraagt 2 jaar (behalve in Denemarken en Zweden waar de duur 1 jaar bedraagt) in overeenstemming met de geldende plaatselijke garantievoorwaarden. De garantievoorwaarden doen geen afbreuk aan eventuele andere rechten of claims die u op grond van het plaatselijke recht heeft. Gedetailleerde informatie over de garantieperiode en garantievoorwaarden in uw land kunt u opvragen bij onze servicedienst, uw dealer of op onze website. Als u contact opneemt met de servicedienst, hebt u het productnummer (E-Nr.) en het productienummer (FD) van het apparaat nodig. De contactgegevens van de servicedienst vindt u in de meegeleverde servicedienstlijst of op onze website. Productnummer (E-nr.) en productienummer (FD) Het productnummer (E-Nr.) en het productienummer (FD) vindt u op het typeplaatje van het apparaat. → Afb. 1 / 7 Om uw apparaatgegevens en de servicedienst-telefoonnummers snel terug te kunnen vinden, kunt u de gegevens noteren. Technische gegevens Technische gegevens Koudemiddel, netto inhoud en overige technische gegevens bevinden zich op het typeplaatje. → Afb. 1 / 7 123 nl Technische gegevens Overige informatie over uw model vindt u op het internet onder https:// energylabel.bsh-group.com1. Dit webadres bevat een link naar de officiële EU-productdatabase EPREL, waarvan de URL ten tijde van het drukken nog niet was gepubliceerd. Volg dan de aanwijzingen bij het zoeken naar het model op. De modelidentificatie bestaat uit het teken voor de slash van het E-nummer (E-Nr.) op het typeplaatje. Alternatief vindt u de modelidentificatie ook in de eerste regel van het EU-energielabel. 1 Geldt alleen voor landen in de Europese Economische Ruimte 124
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128

Bosch KIF51SDD0/01 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor