nl
54
Apparaat uitschakelen en uit
bedrijf nemen
Apparaat uitschakelen
Netstekker lostrekken of zekering uitschakelen.
Apparaat stil zetten
Wanneer u het apparaat langere tijd niet gebruikt:
1. Alle levensmiddelen uit het apparaat nemen.
2. Apparaat uitschakelen.
3. Apparaat reinigen.
4. Apparaatdeur open laten.
Ontdooien
Koelruimte
Terwijl het apparaat in bedrijf is, vormen zich op de
achterwand van de koelruimte dauwwaterdruppels of
rijp. Omdat de achterwand automatisch ontdooit, is het
niet nodig rijp of dauwwaterdruppels te verwijderen.
Apparaat reinigen
m Attentie
■ Gebruik geen zand-, chloor- of zuurhoudende
schoonmaak- en oplosmiddelen.
■ Geen schurende of krassende sponzen gebruiken.
Op metalen oppervlakken kan corrosie ontstaan.
■ Nooit plateaus en bakken in de vaatwasser reinigen.
De delen kunnen vervormen!
Ga als volgt te werk:
1. Vóór het reinigen het apparaat uitschakelen.
2. Netstekker uit het stopcontact halen of de zekering
uitschakelen.
3. Levensmiddelen uit het apparaat halen en op een
koele plaats bewaren. Koelelementen (indien
beschikbaar) op de levensmiddelen leggen.
4. Reinig het apparaat met een zachte doek,
lauwwarm water en wat pH-neutraal afwasmiddel.
Het schoonmaakwater mag niet in de verlichting of
door het afvoergat in de verdampingsschaal
komen.
5. De deurafdichting alleen met schoon water afvegen
en daarna grondig droog wrijven.
6. Condensator, be- en ontluchtingsopening met een
penseel of stofzuiger reinigen.
7. Afvoergat met een wattenstaafje reinigen.
8. Na het schoonmaken het apparaat weer aansluiten
en inschakelen.
9. Levensmiddelen weer in het apparaat doen.
Uitrusting
Voor de reiniging kunnen alle variabele onderdelen van
het apparaat worden uitgenomen (zie hoofdstuk
Uitrusting).
Geuren
Wanneer u onaangename geuren constateert:
1. Apparaat uitschakelen.
2. Alle levensmiddelen uit het apparaat nemen.
3. Binnenruimte reinigen (zie hoofdstuk Apparaat
reinigen).
4. Alle verpakkingen reinigen.
5. Sterk ruikende levensmiddelen luchtdicht
verpakken om geurvorming te voorkomen.
6. Apparaat weer inschakelen.
7. Levensmiddelen in het apparaat doen.
8. Na 24 uur controleren of er opnieuw geurvorming
optreedt.
Verlichting (LED)
Uw apparaat is uitgevoerd met een onderhoudsvrije
LED-verlichting.
Reparaties aan deze verlichting mogen uitsluitend door
de Servicedienst of geautoriseerde vakkrachten worden
uitgevoerd.
Energie besparen
■ Apparaat in een droge, geventileerde ruimte
plaatsen. Het apparaat mag niet direct in de zon of in
de nabijheid van een warmtebron staan (bijv.
radiator, open haard).
Gebruik eventueel een isolatieplaat.
■ Warme levensmiddelen en dranken eerst laten
afkoelen, dan pas in het apparaat zetten.
■ Diepvriesproducten voor het ontdooien in de
koelruimte plaatsen en de koude van het
diepvriesproduct voor de koeling van
levensmiddelen benutten.
■ Apparaatdeur zo kort mogelijk openen.
■ Let er op dat de deur van het apparaat altijd gesloten
is.
■ De in het hoofdstuk Het apparaat leren kennen
weergegeven configuratie van de
uirustingsonderdelen is de meest zuinige. Andere
configuraties kunnen tot een hoger energieverbruik
van het apparaat leiden.
■ Om een verhoogd stroomverbruik te vermijden, de
be- en ontluchtingsopeningen af en toe met een
kwast of stofzuiger reinigen.