Samsung MD40B Handleiding

Categorie
Tv's
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gebruikershandl
eiding
MD32B
MD40B
MD46B
MD55B
De kleur en het uiterlijk kunnen afwijken, afhankelijk van
het product. Ook kunnen de specificaties zonder
voorafgaand bericht worden gewijzigd om de prestaties
te verbeteren.
BN46-00237B-03
Inhoudsopgave
2
Inhoudsopgave
VOORDAT U HET
PRODUCT IN GEBRUIK
NEEMT
11 Auteursrecht
12 Reiniging
12 Opslag
13 Veiligheidsvoorzorgen
13 Symbolen
14 Elektriciteit en veiligheid
15 Installatie
17 Bediening
VOORBEREIDINGEN 22 De inhoud controleren
22 De verpakking verwijderen.
23 De componenten controleren
25 Onderdelen
25 Configuratiescherm
27 achterzijde
28 Antidiefstalslot
29 Afstandsbediening
32 Voordat u het product installeert
(installatiehandleiding)
32 Kantelhoek en rotatie
32 Ventilatie
34 Afmetingen
35 Installeren van de wandmontage
35 Installeren van de wandmontageset
35 Specificaties wandmontageset (VESA)
37 Afstandsbediening (RS232C)
37 Kabelaansluitingen
40 Aansluiting
42 Controlecodes
EEN BRONAPPARAAT
AANSLUITEN EN
GEBRUIKEN
53 Voordat u een apparaat aansluit
53 Controlepunten voordat u een apparaat aansluit
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
3
54 Een computer aansluiten en gebruiken
54 Een computer aansluiten
56 De resolutie wijzigen
58 Een verbinding tot stand brengen met
een videoapparaat
58 Een verbinding tot stand brengen via een AV-
kabel
58 Verbinding maken via de componentkabel
58 Een verbinding tot stand brengen met een
HDMI-DVI-kabel
59 Aansluiten met een HDMI-kabel
60 Een audiosysteem aansluiten
61 De netwerkbox aansluiten (los
verkrijgbaar)
61 MagicInfo
65 De invoerbron wijzigen
65 Source
MDC GEBRUIKEN 66 Instellingen configureren voor Multi
Control
66 Instellingen configureren voor Multi Control
67 Programma MDC installeren/verwijderen
67 Installatie
67 Verwijderen
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
4
68 Wat is MDC?
68 Verbinden met MDC
70 Verbindingen beheren
71 Auto Set ID
72 Klonen
73 Opdrachten opnieuw proberen
74 Aan de slag met MDC
76 Indeling van het hoofdscherm
77 Menu's
79 Schermaanpassing
82 Het geluid aanpassen
83 Het systeem instellen
92 Tool
94 Overige functies
99 Problemen oplossen
SCHERMAANPASSING 101 Picture Mode
101 Wanneer de invoerbron PC of DVI is
101 Wanneer de invoerbron AV, Component of
HDMI is
102 Backlight / Contrast / Brightness /
Sharpness / Color / Tint(G/R)
103 Screen Adjustment
103 Picture Size
105 Position
106 PC Screen Adjustment
106 Resolution Select
106 Automatische afstelling
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
5
107 Advanced Settings
107 Black Tone
108 Dynamic Contrast
108 Shadow Detail
108 Gamma
108 Expert Pattern
108 RGB Only Mode
109 Color Space
109 White Balance
109 10p White Balance (Off / On)
110 Flesh Tone
110 Edge Enhancement (Off / On)
110 Motion Lighting (Off / On)
110 LED Motion Plus (Off / On)
111 Picture Options
111 Color Tone
112 Color Temp.
112 Digital Noise Filter
112 MPEG Noise Filter
112 HDMI Black Level
112 Film Mode
113 Auto Motion Plus (Alleen voor het MD55B-
model.)
113 Reset Picture
HET GELUID AANPASSEN 114 Sound Mode
115 Sound Effect
116 Speaker Settings
116 Reset Sound
MEDIA 117 MagicInfo Lite
118 Videos
118 Een video afspelen
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
6
122 Photos
122 Het bekijken van een foto (of Slide Show)
123 Music
123 Muziek afspelen
125 Videos / Photos / Music - Aanvullende
functies
125 Bestandslijsten sorteren
126 Menu voor afspeelopties voor Videos/Photos/
Music
128 Source
128 Source
129 Edit Name
129 Information
129 Refresh
NETWERK 130 Network Settings
130 Aansluiten op een bedraad netwerk
131 Kabelnetwerk instellen
133 Aansluiten op een draadloos netwerk
134 Draadloos netwerk instellen
136 WPS(PBC)
137 One Foot Connection
137 Ad Hoc-netwerkinstelling
138 Network Status
139 MagicInfo Lite Instellingen
SYSTEEM 140 Multi Control
140 Instellingen configureren voor Multi Control
141 Time
141 Clock set
141 Sleep Timer
141 On Timer
142 Off Timer
142 Holiday Management
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
7
144 Menu Language
144 Eco Solution
144 Energy Saving
145 Eco Sensor (Off / On)
145 No Signal Power Off
145 Auto Power Off (Off / On)
146 Security
146 Safety Lock (Off / On)
146 Button Lock (Off / On)
146 Change PIN
147 PIP
148 Auto Protection Time
148 Screen Burn Protection
149 Pixel Shift
149 Timer
150 Pixel
150 Side Gray
151 Video Wall
151 Video Wall
152 Format
152 Horizontal
152 Vertical
153 Screen Position
154 Source AutoSwitch Settings
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
8
155 General
155 Max. Power Saving
155 Game Mode
156 BD Wise
156 Auto Power
156 Standby Control
156 Lamp Schedule
156 OSD Display
157 Power On Adjustment
157 Temperature Control
157 Device Name
158 Anynet+(HDMI-CEC)
158 Anynet+(HDMI-CEC)
159 Auto Turn Off (No / Yes)
160 Receiver
161 DivX® Video On Demand
161 Network Remote Control
162 Reset System
162 Reset All
ONDERSTEUNING 163 Software Upgrade
163 By USB
163 Alternative Software
164 Contact Samsung
MAGICINFO LITE 165 Bestandsindelingen die compatibel zijn
met MagicInfo Lite Player
165 Video / Audio
169 Netwerkschema
169 Verbinding maken met een server
170 MagicInfo Lite-instellingen
170 Een aangesloten apparaat goedkeuren op de
server
174 De huidige tijd instellen
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
9
175 Local Schedule
175 Local Schedule Manager
175 Een Local Schedule registreren
178 Een Local Schedule wijzigen
179 Een Local Schedule verwijderen
181 Een Local Schedule uitvoeren
182 Een Local Schedule stoppen
183 De details van een Local Schedule wijzigen
184 Contents Manager
184 Inhoud kopiëren
185 Inhoud verwijderen
186 Internal AutoPlay
186 Internal AutoPlay gebruiken
186 USB AutoPlay
186 Internal AutoPlay gebruiken
187 Wanneer er inhoud wordt uitgevoerd
187 De details weergeven van inhoud die wordt
uitgevoerd
188 De instellingen wijzigen van inhoud die wordt
uitgevoerd
PROBLEMEN OPLOSSEN 189 Vereisten voordat u contact opneemt
met de klantenservice van Samsung
189 Het product testen
189 De resolutie en frequentie controleren
190 Controleer het volgende
193 Vragen en antwoorden
SPECIFICATIES 195 Algemeen
196 PowerSaver
197 Voorinstelbare timingmodi
199 Licentie
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
10
BIJLAGE
200 Contact opnemen met SAMSUNG
WORLDWIDE
205 Dienstverlening tegen betaling (door
klanten)
205 Geen productdefect
205 Productschade als gevolg van een fout van de
klant
206 Overig
207 Een optimale beeldkwaliteit en het
voorkomen van scherminbranding
207 Optimale beeldkwaliteit
208 Het voorkomen van scherminbranding
210 Correcte verwijdering
210 Correcte verwijdering van dit product
(elektrische & elektronische afvalapparatuur)
210 Correcte behandeling van een gebruikte accu
uit dit product
211 Terminologie
INDEX
11
Voordat u het product in gebruik neemt
Voordat u het product in gebruik neemt
Auteursrecht
Wijzigingen voorbehouden.
© 2012 Samsung Electronics
Het auteursrecht op deze handleiding is eigendom van Samsung Electronics.
Gebruik of vermenigvuldiging van deze handleiding, geheel of gedeeltelijk, zonder toestemming van
Samsung Electronics niet toegestaan.
Het SAMSUNG-logo en het SyncMaster-logo zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Samsung
Electronics.
Microsoft en Windows zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
VESA, DPM en DDC zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van de Video Electronics Standards
Association.
Alle andere genoemde handelsmerken zijn eigendom van de desbetreffende bedrijven.
In de volgende gevallen kunnen administratiekosten in rekening worden gebracht:
(a) Er wordt op uw verzoek een engineer gestuurd, maar het product is niet defect.
(wanneer u deze gebruikershandleiding niet hebt gelezen).
(b) U brengt het apparaat naar een reparatiecentrum, maar het product is niet defect.
(wanneer u deze gebruikershandleiding niet hebt gelezen).
U wordt op de hoogte gesteld van deze administratiekosten voordat een dergelijke reparatie of
bezoek wordt uitgevoerd.
12
Voordat u het product in gebruik neemt
Voordat u het product in gebruik neemt
Reiniging
Wees voorzichtig bij het reinigen. De behuizing en het scherm van geavanceerde LCD-panelen zijn
gevoelig voor krassen.
Ga bij het reinigen als volgt te werk.
De volgende afbeeldingen zijn alleen bedoeld als referentie. De situatie in de praktijk kan afwijken van de
afbeeldingen.
Opslag
Op het oppervlak van hoogglansmodellen kunnen witte vlekken ontstaan als in de buurt een ultrasone
luchtbevochtiger wordt gebruikt.
Neem contact op met ons servicecentrum als het product binnenin moet worden gereinigd (niet gratis).
1. Zet het product en de computer uit.
2. Trek het netsnoer uit het product.
Pak het netsnoer vast aan de stekker en kom niet met natte handen aan
de kabel. Anders kan een elektrische schok worden veroorzaakt.
3. Veeg het product af met een schone, zachte, droge doek.
Gebruik geen reinigingsmiddelen die alcohol,
oplosmiddelen of oppervlakteactieve middelen bevatten.
Spuit geen water of reinigingsmiddel rechtstreeks op het
product.
4. Maak een zachte en droge doek nat met water en wring de doek goed uit,
voordat u daarmee de behuizing van het product reinigt.
5. Sluit het netsnoer weer op het product aan wanneer u klaar bent met
reinigen.
6. Zet het product en de computer aan.
!
13
Voordat u het product in gebruik neemt
Voordat u het product in gebruik neemt
Veiligheidsvoorzorgen
Symbolen
Let op
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK - NIET OPENEN
Let op : OM DE KANS OP EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE VERKLEINEN MAG U HET
PANEEL (OF DE ACHTERZIJDE) NIET VERWIJDEREN.
BEVAT GEEN ONDERDELEN DIE U ZELF KUNT REPAREREN.
LAAT REPARATIE EN ONDERHOUD OVER AAN GEKWALIFICEERD PERSONEEL.
Dit symbool wil zeggen dat er hoogspanning aanwezig is binnenin.
Het is gevaarlijk om onderdelen binnen in het product aan te raken.
Dit symbool wil zeggen dat er belangrijke documentatie over de bediening en
het onderhoud van dit product bestaat.
Waarschuwing
Als de aanwijzingen niet worden opgevolgd, kan dit ernstig letsel of de
dood tot gevolg hebben.
Let op
Als de aanwijzingen niet worden opgevolgd, kan dit lichamelijk letsel of
schade aan eigendommen tot gevolg hebben.
Activiteiten met dit symbool erbij zijn niet toegestaan.
Aanwijzingen met dit symbool erbij moeten worden opgevolgd.
14
Voordat u het product in gebruik neemt
Voordat u het product in gebruik neemt
Elektriciteit en veiligheid
De volgende afbeeldingen zijn alleen bedoeld als referentie. De situatie in de praktijk kan afwijken van de
afbeeldingen.
Waarschuwing
Gebruik geen beschadigd netsnoer of beschadigde stekker en gebruik geen
loszittend stopcontact.
Dit zou een elektrische schok of brand kunnen veroorzaken.
Sluit niet meerdere producten aan op één stopcontact.
Oververhitte stopcontacten kunnen brand veroorzaken.
Kom niet met natte handen aan de stekker. Anders kan een elektrische schok
worden veroorzaakt.
Steek de stekker helemaal in het stopcontact (moet goed vastzitten).
Een slechte verbinding kan brand veroorzaken.
Steek de stekker in een geaard stopcontact (alleen voor apparaten met isolatie
van type 1).
Dit zou een elektrische schok of letsel kunnen veroorzaken.
Buig het netsnoer niet te sterk en trek nooit te hard aan het snoer. Let erop dat
het netsnoer niet onder een zwaar voorwerp komt.
Schade aan het snoer kan leiden tot brand of een elektrische schok.
Houd het netsnoer en product uit de buurt van warmtebronnen.
Dit zou brand of een elektrische schok kunnen veroorzaken.
Verwijder stof van de pennen van de stekker of het stopcontact met een droge
doek.
Er kan brand ontstaan.
!
!
!
15
Voordat u het product in gebruik neemt
Voordat u het product in gebruik neemt
Let op
Installatie
Waarschuwing
Trek de stekker niet uit het stopcontact wanneer het product in gebruik is.
Het product kan schade oplopen door een elektrische schok.
Gebruik alleen het netsnoer dat Samsung met uw product heeft meegeleverd.
Gebruik het netsnoer niet voor andere producten.
Dit zou brand of een elektrische schok kunnen veroorzaken.
Houd voldoende ruimte vrij rond het stopcontact waarop het netsnoer is
aangesloten.
Bij problemen moet u de stekker gemakkelijk uit het stopcontact kunnen
trekken om de stroom naar het product volledig uit te schakelen.
Met alleen de aan-uitknop op de afstandsbediening wordt het product niet
volledig uitgeschakeld.
Trek het netsnoer altijd aan de stekker uit het stopcontact.
Dit zou een elektrische schok of brand kunnen veroorzaken.
Zet geen kaarsen, insectenwerende middelen of sigaretten boven op het
product. Plaats het product niet in de buurt van een warmtebron.
Er kan brand ontstaan.
Laat de wandbevestiging monteren door daartoe gekwalificeerde mensen.
Installatie door ongekwalificeerde personen kan tot letsel leiden.
Gebruik alleen geschikte kasten.
Plaats het product niet in een slecht geventileerde ruimte, zoals een (boeken)kast.
Een te hoge binnentemperatuur kan brand veroorzaken.
!
!
!
!
16
Voordat u het product in gebruik neemt
Voordat u het product in gebruik neemt
Let op
Houd tussen het product en de muur een afstand van minimaal 10 cm aan voor
ventilatie.
Een te hoge binnentemperatuur kan brand veroorzaken.
Houd de plastic verpakking buiten bereik van kinderen.
Kinderen kunnen stikken.
Plaats het product niet op een instabiele of trillende ondergrond (bijvoorbeeld een
plank die niet goed vastzit of een tafel die niet goed recht staat).
Het product kan omvallen, schade oplopen en/of letsel veroorzaken.
Wanneer het product wordt gebruikt in een ruimte met erg veel trillingen, kan
het product schade oplopen of brand veroorzaken.
Plaats het product niet in een voertuig of op een locatie waar het blootstaat aan
stof, vocht (waterdruppels bijvoorbeeld), olie of rook.
Dit zou brand of een elektrische schok kunnen veroorzaken.
Stel het product niet bloot aan direct zonlicht, warmte of warme voorwerpen,
zoals een kachel.
De levensduur van het product kan korter worden of er kan brand ontstaan.
Zorg ervoor dat jonge kinderen niet bij het product kunnen.
Het product kan omvallen en letsel veroorzaken bij kinderen.
De voorkant is zwaar. Plaats het product daarom op een vlakke en stabiele
ondergrond.
Olie die als voedingsproduct wordt gebruikt, sojaolie bijvoorbeeld, kan het
product beschadigen of vervormen. Installeer het project niet in een keuken of in
de buurt van een aanrecht.
Laat het product niet vallen wanneer u het verplaatst.
Het product kan defect raken of er kan lichamelijk letsel ontstaan.
Leg het product niet op de voorkant.
U zou het scherm kunnen beschadigen.
!
!
!
!
17
Voordat u het product in gebruik neemt
Voordat u het product in gebruik neemt
Bediening
Waarschuwing
Zorg er bij plaatsing van het product in een kast of op een plank voor dat de
onderrand van de voorkant van het product niet uitsteekt.
Het product kan omvallen, schade oplopen en/of letsel veroorzaken.
Plaats het product alleen in een kast of op een plank van het juiste formaat.
Zet het product voorzichtig neer.
Het product kan defect raken of er kan lichamelijk letsel ontstaan.
Als u het product op een ongebruikelijke plek plaatst (blootgesteld aan veel fijne
deeltjes, chemische stoffen of extreme temperaturen) of in een vliegveld of
treinstation waar het product lange tijd achter elkaar continu in gebruik is, kan dit
ernstige gevolgen hebben voor de prestaties.
Neem contact op met een Samsung-servicecentrum als u het product op
een dergelijke plek wilt plaatsen.
In het product komt hoogspanning voor. Haal het product niet uit elkaar en
repareer of wijzig het product niet zelf.
Dit zou brand of een elektrische schok kunnen veroorzaken.
Neem voor reparatie contact op met een Samsung-servicecentrum.
Voordat u het product verplaatst, moet u het product uitzetten met de aan-
uitschakelaar en het netsnoer en alle overige aangesloten kabels losmaken.
Schade aan het snoer kan leiden tot brand of een elektrische schok.
Als het product vreemde geluiden, een brandgeur of rook produceert, moet u
onmiddellijk de stekker uit het stopcontact trekken en contact opnemen met een
Samsung-servicecentrum.
Dit zou een elektrische schok of brand kunnen veroorzaken.
Zorg ervoor dat kinderen het product niet als klimrek kunnen gebruiken.
Kinderen kunnen ernstig letsel oplopen.
!
SAMSUNG
!
!
!
18
Voordat u het product in gebruik neemt
Voordat u het product in gebruik neemt
Als u het product laat vallen of als de behuizing beschadigd raakt, moet u het
product uitzetten en het netsnoer losmaken. Neem vervolgens contact op met
een Samsung-servicecentrum.
Langdurig gebruik kan leiden tot brand of een elektrische schok.
Leg geen zware voorwerpen of voorwerpen die de aandacht trekken van
kinderen, zoals speelgoed of snoep, boven op het product.
Het product of de zware voorwerpen kunnen vallen wanneer kinderen dat
speelgoed of snoep proberen te pakken, met mogelijk ernstig letsel tot
gevolg.
Zet bij onweer het product uit en trek de stekker uit het stopcontact.
Dit zou brand of een elektrische schok kunnen veroorzaken.
Laat geen voorwerpen op het product vallen en stoot niet tegen het product.
Dit zou brand of een elektrische schok kunnen veroorzaken.
Verplaats het product niet door aan het netsnoer of ander kabels te trekken.
Een beschadigde kabel kan leiden tot een defect in het product, een
elektrische schok of brand.
Raak het product of de stekker niet aan als er een gaslek is. Laat de ruimte
onmiddellijk goed luchten.
Vonken kunnen een explosie of brand veroorzaken.
Verplaats het product niet en til het niet op door aan het netsnoer of andere
kabels te trekken.
Een beschadigde kabel kan leiden tot een defect in het product, een
elektrische schok of brand.
Gebruik en bewaar geen brandbare sprays of ontvlambare stoffen in de buurt van
het product.
Dit zou een explosie of brand kunnen veroorzaken.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet worden geblokkeerd door een
tafelkleed of gordijn.
Een te hoge binnentemperatuur kan brand veroorzaken.
!
!
!
GAS
!
19
Voordat u het product in gebruik neemt
Voordat u het product in gebruik neemt
Let op
Steek geen metalen voorwerpen (een mes, muntstuk of haarspeld bijvoorbeeld)
of ontvlambare voorwerpen (papier, lucifers en dergelijke) in het product (via de
ventilatieopeningen of in- en uitgangen en dergelijke).
Zet het product uit en maak het netsnoer los als er water of vreemde
substanties in het product komen. Neem vervolgens contact op met een
Samsung-servicecentrum.
Een defect in het product, een elektrische schok of brand kan het gevolg
zijn.
Zet geen voorwerpen met een vloeistof erin, zoals een vaas, bloempot of fles,
boven op het product.
Zet het product uit en maak het netsnoer los als er water of vreemde
substanties in het product komen. Neem vervolgens contact op met een
Samsung-servicecentrum.
Een defect in het product, een elektrische schok of brand kan het gevolg
zijn.
Wanneer er langere tijd een statisch beeld op het scherm wordt weergegeven,
kan het beeld op het scherm inbranden of kunnen er pixels beschadigd raken.
Activeer de energiespaarstand of gebruik een schermbeveiliging met een
bewegend beeld als u het product gedurende langere tijd niet gebruikt.
Trek de stekker uit het stopcontact als u van plan bent het product lang niet te
gebruiken (tijdens een vakantie bijvoorbeeld).
Een teveel aan stof kan in combinatie met warmte een elektrische schok of
een stroomlek veroorzaken.
Gebruik het product op de aanbevolen resolutie en frequentie.
Uw ogen kunnen vermoeid raken.
Houd het product niet op zijn kop en verplaats het product niet aan de voet
alleen.
Het product kan omvallen, schade oplopen en/of letsel veroorzaken.
Te lang van te dichtbij naar het scherm kijken kan slecht zijn voor de ogen.
10 0
!
!
-_-
!
!
!
20
Voordat u het product in gebruik neemt
Voordat u het product in gebruik neemt
Gebruik geen luchtbevochtiger of waterkoker in de buurt van het product.
Dit zou brand of een elektrische schok kunnen veroorzaken.
Laat uw ogen minstens vijf minuten rusten na elk uur dat u de monitor hebt
gebruikt.
Zo geeft u uw ogen rust.
Het product wordt na verloop van tijd warm. Raak het beeldscherm niet aan
wanneer het product al geruime tijd is ingeschakeld.
Houd kleine onderdelen buiten bereik van kinderen.
Wees voorzichtig bij het aanpassen van de hoek of hoogte van het product.
U kunt uw handen of vingers knellen en u pijn doen.
Als u het product te scheef zet, kan het vallen en letsel veroorzaken.
Zet geen zware voorwerpen op het product.
Het product kan defect raken of er kan lichamelijk letsel ontstaan.
Zet bij het gebruik van een koptelefoon het volume niet te hard.
Dit kan uw gehoor beschadigen.
Voorkom dat kinderen de batterij in hun mond stoppen als deze uit de
afstandsbediening wordt gehaald. Houd de batterij buiten bereik van kinderen.
Neem direct contact op met uw arts als een kind een batterij in zijn mond
heeft gestopt.
Let bij het vervangen van de batterij op de juiste polariteit (+, -).
Anders kan de batterij beschadigd raken of brand, persoonlijk letsel of
schade veroorzaken als gevolg van lekkage van batterijvloeistof.
!
!
!
!
21
Voordat u het product in gebruik neemt
Voordat u het product in gebruik neemt
Gebruik alleen de aangegeven standaardbatterijen en gebruik nooit tegelijkertijd
een nieuwe en een gebruikte batterij.
Anders kunnen de batterijen beschadigd raken of brand, persoonlijk letsel of
schade veroorzaken als gevolg van lekkage van batterijvloeistof.
Batterijen (oplaadbaar en niet oplaadbaar) zijn geen standaard afval en dienen ter
recycling te worden aangeboden. Als verbruiker is de klant verantwoordelijk voor
het op de juiste manier retourneren van gebruikte of oplaadbare batterijen.
De klant kan gebruikte of oplaadbare batterijen afgeven bij het
dichtstbijzijnde gemeentelijke afvaldepot of bij een winkel die eenzelfde type
batterijen verkoopt.
!
22
1 Voorbereidingen
1
Voorbereidingen
1.1 De inhoud controleren
1.1.1 De verpakking verwijderen.
1 Verwijder de zwarte vergrendeling onder aan de doos.
2 Gebruik de gleuven in de doos om het bovenste deel op te tillen en te verwijderen.
3 Controleer de componenten en verwijder het piepschuim en het plastic.
Het uiterlijk van de daadwerkelijk componenten kan enigszins afwijken van de getoonde
afbeelding.
De afbeelding is alleen bedoeld ter referentie.
4 Bewaar de doos i een droge omgeving, zodat deze opnieuw kan worden gebruikt wanneer u het
product in de toekomst moet verplaatsen.
321
23
Voorbereidingen
1
1 Voorbereidingen
1.1.2 De componenten controleren
Indien er componenten ontbreken, neemt u contact op met de leverancier waar u het product hebt
gekocht.
Het uiterlijk van de daadwerkelijk componenten en de items die afzonderlijk worden verkocht, kan
enigszins afwijken van de getoonde afbeelding.
De voet wordt niet meegeleverd.
Onderdelen
De componenten kunnen verschillen, afhankelijk van de locatie.
Handleiding voor snelle installatie Garantiekaart (Niet overal
beschikbaar)
Gebruiksaanwijzing
MagicInfo Lite Edition-software-cd Netsnoer Afstandsbediening
Batterijen (Niet overal beschikbaar) D-SUB-kabel
24
Voorbereidingen
1
1 Voorbereidingen
Afzonderlijk verkrijgbare items
De volgende items kunnen worden aangeschaft bij een verkooppunt bij u in de buurt.
Wandmontageset RS232C-kabel DVI-kabel
HDMI-DVI-kabel HDMI-kabel RCA-stereokabel
LAN-kabel Stereokabel Component-kabel
RCA-kabel Videokabel NetWork-module
25
Voorbereidingen
1
1 Voorbereidingen
1.2 Onderdelen
1.2.1 Configuratiescherm
Paneeltoets
De kleur en vorm van de onderdelen kan afwijken van de afbeelding. De specificaties kunnen zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd ter verbetering van de kwaliteit.
Sensor Omschrijving
Product inschakelen.
Als u op de knop [ ] drukt wanneer het product is ingeschakeld, wordt
het bedieningsmenu weergegeven.
U sluit het schermmenu door de paneeltoets minstens één seconde
ingedrukt te houden.
Hiermee gaat u naar een hoger of lager menu. U kunt hiermee ook de
waarde van een optie wijzigen.
Hiermee gaat u naar het menu links of rechts.
U kunt het volume aanpassen door de paneeltoets naar links of rechts te
bewegen wanneer het bedieningsmenu niet wordt weergegeven.
Sensor afstandsbediening
Om de afstandsbediening aan de voorkant van het product te bedienen,
brengt u de sensor van de afstandsbediening lager in de richting van de
pijl.
Sensor afstandsbediening
POWER
Paneeltoets
26
Voorbereidingen
1
1 Voorbereidingen
Bedieningsmenu
Als u op de knop [ ] op de paneeltoets ("1.2 Onderdelen") drukt wanneer het product is
ingeschakeld, wordt het bedieningsmenu weergegeven.
Pictogrammen Omschrijving
Hiermee selecteert u de aangesloten bron.
Beweeg de paneeltoets naar rechts om Source [ ] te selecteren in het
bedieningsmenu. Wanneer de lijst met bronnen wordt weergegeven,
beweegt u de paneeltoets naar boven of onder om de gewenste bron te
selecteren. Druk vervolgens op de paneeltoets.
Hiermee opent u het schermmenu.
Beweeg de paneeltoets naar links om Menu [ ] te selecteren in het
bedieningsmenu. Het bedieningsscherm wordt weergegeven. Beweeg
de paneeltoets naar rechts om het gewenste menu te selecteren. U kunt
een item in een submenu selecteren door de paneeltoets naar boven,
onder, links of rechts te bewegen. Als u instellingen wilt wijzigen,
selecteert u het gewenste menu en drukt u op de paneeltoets.
Hiermee activeert u MagicInfo Lite.
Beweeg de paneeltoets naar boven om MagicInfo Lite [] te
selecteren in het bedieningsmenu.
Het product uitschakelen.
Beweeg de paneeltoets naar onder om Power off [ ] te selecteren in
het bedieningsmenu. Druk vervolgens op de paneeltoets.
Hiermee verlaat u het bedieningsmenu.
Return
27
Voorbereidingen
1
1 Voorbereidingen
1.2.2 achterzijde
De kleur en vorm van de onderdelen kan afwijken van de afbeelding. De specificaties kunnen zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd ter verbetering van de kwaliteit.
Poort Omschrijving
[RGB / DVI / HDMI AUDIO IN]
Hiermee kan via een audiokabel geluid van een PC worden
ontvangen.
[AUDIO OUT]
Aansluiting voor de verbinding met de audio-uitgang van een
bronapparaat.
[USB ]
Poort voor USB-geheugenapparaat.
[HDMI IN] Hierop sluit u bronapparatuur aan die werkt met een HDMI-kabel.
[RGB IN]
Hiermee kunt het apparaat op een bronapparaat aansluiten met een
D-SUB-kabel.
[DVI IN]
Aansluiting voor de verbinding met een bronapparaat via een DVI- of
HDMI-DVI-kabel.
[COMPONENT IN / AV IN]
Aansluiting voor de verbinding met een bronapparaat via een
Component/AV-kabel.
[RJ45]
Hiermee kunt u het apparaat op MDC aansluiten met een LAN-
kabel.
[RS232C IN / OUT]
Hiermee kunt u het apparaat op MDC aansluiten met een RS232C-
kabel.
28
Voorbereidingen
1
1 Voorbereidingen
1.2.3 Antidiefstalslot
Dankzij het antidiefstalslot kunt u het product veilig gebruiken, zelfs in openbare ruimten.
De vorm van het slot en de vergendelingsmethode zijn afhankelijk van de fabrikant. Raadpleeg de
gebruikershandleiding bij het antidiefstalslot voor meer informatie.
Een antidiefstalapparaat vergrendelen
1 Bevestig de kabel van uw antidiefstalslot aan een zwaar object,
bijvoorbeeld een bureau.
2 Steek een uiteinde van de kabel door de lus aan het andere eind.
3 Plaats het vergrendelingsapparaat in het antidiefstalslot aan de
achterzijde van het product.
4 Sluit het slot.
Een antidiefstalslot kan afzonderlijk worden aangeschaft.
Raadpleeg de gebruikershandleiding bij het antidiefstalslot
voor meer informatie.
Antidiefstalsloten zijn verkrijgbaar bij elektronicazaken of
online.
29
Voorbereidingen
1
1 Voorbereidingen
1.2.4 Afstandsbediening
Wanneer u nog andere weergaveapparaten gebruikt in dezelfde als waar deze afstandsbediening
wordt gebruikt, kan het voorkomen dat de andere weergaveapparaten onbedoeld worden
bediend.
De functies van de toetsen op de afstandsbediening kunnen per product verschillen.
30
Voorbereidingen
1
1 Voorbereidingen
Het schermmenu aanpassen met de afstandsbediening
De batterijen in de afstandsbediening plaatsen
1. Opent het schermmenu.
2. U kunt in het schermmenu kiezen uit Picture, Sound, Media,
Network, System of Support.
3. De instellingen naar wens wijzigen.
4. De instellingen voltooien.
5. Het schermmenu (OSD; Onscreen Display) sluiten.
1
3
2
31
Voorbereidingen
1
1 Voorbereidingen
Ontvangstbereik van de afstandsbediening
Gebruik de afstandsbediening binnen 7 tot 10 meter van de sensor op het product en onder een hoek
van 30˚ links en rechts van de sensor.
Bewaar de gebruikte batterijen buiten bereik van kinderen en recycle de batterijen.
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar. Vervang beide batterijen tegelijkertijd.
Als u de afstandsbediening langere tijd niet gebruikt, verwijdert u de batterijen.
7m ~ 10m


32
Voorbereidingen
1
1 Voorbereidingen
1.3 Voordat u het product installeert (installatiehandleiding)
1.3.1 Kantelhoek en rotatie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de klantenservice van Samsung.
A Het product kan onder een hoek van maximaal of 15 worden gekanteld ten opzichte van een rechte
wand.
B Als u het product verticaal wilt gebruiken (staand), draait u het met de klok mee zodat het LED-lampje
zich aan de onderkant bevindt.
1.3.2 Ventilatie
1. Installatie aan een rechte muur
Figure 1.1 Zijaanzicht
A
Minimaal 40 mm
B Omgevingstemperatuur. lager dan 35 C
Wanneer u het product aan een verticale muur bevestigt,
moet u ervoor zorgen dat het product aan de achterzijde
minimaal 40mm ruimte heeft voor de ventilatie en dat de
omgevingstemperatuur beneden de 35 C blijft.
15
A
B
33
Voorbereidingen
1
1 Voorbereidingen
2. Installatie in een nis in de muur
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de klantenservice van Samsung.
Wanneer u het product in een nis aan een verticale muur bevestigt, moet u ervoor zorgen dat het
product aan de achterzijde minimaal 40 mm ruimte heeft voor de ventilatie en dat de
omgevingstemperatuur beneden de 35 C blijft.
3. Installatie in een nis in de vloer
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de klantenservice van Samsung.
Wanneer u het product in een nis in de vloer bevestigt, moet u ervoor zorgen dat het product aan de
achterzijde minimaal 50 mm ruimte heeft voor de ventilatie en dat de omgevingstemperatuur beneden
de 20 C blijft.
Figure 1.2 Zijaanzicht
Bovenaanzicht
A Minimaal 40 mm
B Minimaal 70 mm
C Minimaal 50 mm
D Minimaal 50 mm
E Omgevingstemperatuur. lager dan 35 C
Figure 1.3 Zijaanzicht
A
Minimaal 50 mm
B Omgevingstemperatuur. lager
dan 20 C
A
B
C
E
DD
AB
34
Voorbereidingen
1
1 Voorbereidingen
1.3.3 Afmetingen
Eenheid: mm
Alle tekeningen zijn niet noodzakelijkerwijs op schaal. Sommige afmetingen kunnen zonder melding
vooraf gewijzigd worden. Zie de afmetingen voordat u uw product installeert. Niet verantwoordelijk voor
typografische of drukfouten.
1
2
3
4
5
Modelnaam
MD32B
736,0 698,4 392,9 434,5 93,5
MD40B
925,4 885,6 498,2 541,0 93,5
MD46B
1057,7 1018,1 572,7 615,8 94,9
MD55B 1247,7
1209,6 680,4 722,9 95,2
1
2
3
4
5
35
Voorbereidingen
1
1 Voorbereidingen
1.4 Installeren van de wandmontage
1.4.1 Installeren van de wandmontageset
De wandmontageset (afzonderlijk verkocht) stelt u in staat om het product aan de wand te monteren.
Voor gedetailleerde informatie over het installeren van de wandmontage, wordt verwezen naar de
instructies die meegeleverd worden met de wandmontage. Wij raden aan dat u contact opneemt met
een technicus voor hulp bij het installeren van de beugel van de wandmontage. Samsung Electronics is
niet verantwoordelijk voor enige schade aan het product of verwondingen aan uzelf of anderen als u
ervoor kiest om de wandmontage zelf te installeren.
1.4.2 Specificaties wandmontageset (VESA)
Installeer uw wandmontage op een stevige wand loodrecht op de vloer. Voordat u de wandmontage
bevestigt op oppervlakken zoals gipsplaat, dient u contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde dealer
voor aanvullende informatie. Als u het product installeert tegen een plafond of schuine wand, kan het
vallen en leiden tot ernstige persoonlijke verwondingen.
36
Voorbereidingen
1
1 Voorbereidingen
Installeer uw wandmontageset niet terwijl uw product aan staat. Dit kan leiden tot persoonlijke
verwondingen als gevolg van een elektrische schok.
Standaardafmetingen voor wandmontagesets worden
getoond in de onderstaande tabel.
Samsung-wandmontagesets bevatten een gedetailleerde
installatiehandleiding en alle onderdelen die nodig zijn voor
montage worden meegeleverd.
Gebruik geen schroeven die niet voldoen aan de standaard
VESA-schroefspecificaties.
Gebruik geen langere schroeven dan de standaardlengte en
gebruik geen schroeven die niet voldoen aan de standaard
VESA-schroefspecificaties. Te lange schroeven kunnen
schade veroorzaken aan de binnenkant van het product.
Voor wandmontages die niet voldoen aan de standaard
VESA-schroefspecificaties, kan de lengte van de schroeven
variëren afhankelijk van de specificaties van de
wandmontage.
Draai de schroeven niet te hard vast. Dit kan het product
beschadigen of ertoe leiden dat het product valt, wat leidt tot
persoonlijke verwondingen. Samsung is niet aansprakelijk
voor dit soort ongelukken.
Samsung is niet aansprakelijk voor schade aan het product
of persoonlijke verwondingen wanneer een niet-VESA of
niet-gespecificeerde wandmontage gebruikt wordt of
wanneer de consument de installatie-instructies voor het
product niet opvolgt.
Monteer het product niet met een helling van meer dan 15
graden.
Laat altijd twee mensen het product tegen een wand
monteren.
Modelnaam
VESA-specificaties
schroefgat (A * B) in
millimeter
Standaardschroef Aantal
MD32B
MD40B
200 x 200 M6
4
MD46B
MD55B
400 x 400 M8
37
Voorbereidingen
1
1 Voorbereidingen
1.5 Afstandsbediening (RS232C)
1.5.1 Kabelaansluitingen
Pintoewijzingen
Interface RS232C (9-pins)
Pin TxD (nr. 2), RxD (nr. 3), GND (nr. 5)
Bitsnelheid 9600 bps
Databits 8-bits
Pariteit Geen
Stopbit 1-bits
Datatransportbesturing Geen
Maximale lengte 15 m (alleen afgeschermd type)
Pin Signaal
1 Gegevensdrager detecteren
2 Ontvangen gegevens
3 Verzonden gegevens
4 Gegevensterminal voorbereiden
5 Signaalaarde
6 Gegevensset voorbereiden
7 Verzendaanvraag
8 Klaar voor verzenden
9 Ringindicator
1 2345
6789
38
Voorbereidingen
1
1 Voorbereidingen
RS232C-kabel
Kabel: kruiskabel
LAN-kabel
Pintoewijzingen
-P1- -P1- -P2- -P2-
Vrouwelijk Rx
Tx
Gnd
2
3
5
-------->
<--------
---------
1
2
3
Tx
Rx
Gnd
Vrouwelijk
Pinnr. Standaardkleur Signaal
1 Wit en oranje TX+
2 Oranje TX-
3 Wit en groen RX+
4 Blauw NC
5 Wit en blauw NC
6Groen
RX-
7 Wit en bruin
NC
8Bruin
NC
1
59
6
TwXT
6
95
1
TwYT
12345678
39
Voorbereidingen
1
1 Voorbereidingen
Aansluiting: RJ45
Directe LAN-kabel (PC naar HUB)
Crossover-LAN-kabel (PC naar PC)
Signaal P1 P2 Signaal
TX+ 1 <--------> 1
TX+
TX- 2 <--------> 2 TX-
RX+ 3 <--------> 3 RX+
RX- 6 <--------> 6 RX-
Signaal P1
Pi2
Signaal
TX+ 1 <--------> 3
RX+
TX- 2 <--------> 6 RX-
RX+ 3 <--------> 1 TX+
RX- 6 <--------> 2
TX-
RJ45 MDC RJ45 MDC
HUB
P1
P1P2
P2
RJ45 MDC
P1 P2
40
Voorbereidingen
1
1 Voorbereidingen
1.5.2 Aansluiting
Aanslutiing 1
Aanslutiing 2
RS232C
IN OUT
RS232C
IN OUT
RS232C
IN OUT
RS232C
IN OUT
RJ45 RJ45
41
Voorbereidingen
1
1 Voorbereidingen
Aanslutiing 3
RS232C
OUT
RJ45
RS232C
IN OUT
RS232C
IN OUT
RS232C
IN OUT
42
Voorbereidingen
1
1 Voorbereidingen
1.5.3 Controlecodes
Status weergavebieding (Opdracht bediening ophalen)
Bediening (Opdracht bediening instellen)
Opdracht
De uitgegeven ID's kunnen worden weergegeven in hexadecimalen. ID 0 moet echter worden
weergegeven als 0xFF.
Alle communicaties vindt plaats in hexadecimalen. De checksum wordt berekend door alle waarden
met uitzonderingen van de koptekst, bij elkaar op te tellen. Als de som van de checksum uit meer
dan 2 cijfers bestaat, zoals hieronder (11+FF+01+01=112), wordt het eerste cijfer verwijderd.
Bijvoorbeeld Power On & ID=0
Koptekst Opdracht
ID
Datalengte
Checksum
0xAA Opdrachttyp
e
0
Koptekst Opdracht
ID
Datalengte Data
Checksum
0xAA Opdrachttyp
e
1Waarde
Nr. Opdrachttype Opdracht
Waardebere
ik
1 Aan/uit-regeling 0x11 0~1
2 Volumeregeling 0x12 0~100
3 Ingangsbronbediening 0x14 -
4 Schermmodusregeling 0x18 -
5 Schermgrootteregeling 0x19 0~255
6 PIP aan/uit 0x3C 0~1
7 Bediening automatisch
aanpassen
0x3D 0
8 Regeling modus videomuur 0x5C 0~1
9 Kinderslot 0x5D 0~1
Koptekst Opdracht
ID
Datalengte Data 1
Checksum
0xAA 0x11 1 "Power"
43
Voorbereidingen
1
1 Voorbereidingen
Als u alle apparaten die met een seriële kabel zijn aangesloten, wilt bedienen, ongeacht de ID's, stelt
u voor de ID '0xFE' in en verzend u de opdrachten. De opdrachten worden door elk apparaat
uitgevoerd, maar de ACK reageert niet.
Aan/uit-regeling
Functie
Een product kan via een computer worden in- en uitgeschakeld.
Voedingsstatus weergeven (voedingsstatus AAN/UIT ophalen)
De voeding IN-/UITSCHAKELEN (voeding AAN/UIT)
"Power": de voedingscode die moet worden ingesteld voor een product.
1 : Inschakelen
0 : Uitschakelen
Ack
"Power": de voedingscode die moet worden ingesteld voor een product.
Nak
"ERR": een code die aangeeft welke fout er is opgetreden.
Koptekst Opdracht
ID
Datalengte Data 1
12
0xAA 0x11 1 1
Koptekst Opdracht
ID
Datalengte
Checksum
0xAA 0x11 0
Koptekst Opdracht
ID
Datalengte Data
Checksum
0xAA 0x11 1 "Power"
Kopteks
t
Opdrach
t
ID
Datalengte Ack/Nak r-CMD Value1
Checksum
0xAA 0xFF 3 ‘A’ 0x11 "Power"
Kopteks
t
Opdrach
t
ID
Datalengte Ack/Nak r-CMD Value1
Checksum
0xAA 0xFF 3 ‘N’ 0x11 "ERR"
44
Voorbereidingen
1
1 Voorbereidingen
Volumeregeling
Functie
Het volume van een product kan worden aangepast via een computer.
Volumestatus weergaven (Volumestatus ophalen)
Het volume instellen (Volume instellen)
"Volume": de code voor de volumewaarde die moet worden ingesteld voor een product (0-100)
Ack
"Volume": de code voor de volumewaarde die moet worden ingesteld voor een product (0-100)
Nak
"ERR": een code die aangeeft welke fout er is opgetreden.
Koptekst Opdracht
ID
Datalengte
Checksum
0xAA 0x12 0
Koptekst Opdracht
ID
Datalengte Data
Checksum
0xAA 0x12 1 "Volume"
Kopteks
t
Opdrach
t
ID
Datalengte Ack/Nak r-CMD Value1
Checksum
0xAA 0xFF 3 ‘A’ 0x12
"Volume
"
Kopteks
t
Opdrach
t
ID
Datalengte Ack/Nak r-CMD Value1
Checksum
0xAA 0xFF 3 ‘N’ 0x12 "ERR"
45
Voorbereidingen
1
1 Voorbereidingen
Ingangsbronbediening
Functie
De ingangsbron voor een tv/product kan worden gewijzigd via een computer.
Ingangsbronstatus weergeven (Status ingangsbron ophalen)
De ingangsbron instellen (Ingangsbron instellen)
"Input Source": de code voor de ingangsbron die moet worden ingesteld voor een product.
DVI_video, HDMI1_PC en HDMI2_PC kunnen niet worden gebruikt met de opdracht Instellen.
Deze reageren alleen op de opdrachten met 'Ophalen'.
Dit model ondersteunt geen BNC-, S-Video-, HDMI2- en HDMI2_PC, DisplayPort.
MagicInfo is alleen beschikbaar op modellen met de MagicInfo-functie.
RF (TV) en DTV zijn alleen beschikbaar voor modellen met een tv.
Koptekst Opdracht
ID
Datalengte
Checksum
0xAA 0x14 0
Koptekst Opdracht
ID
Datalengte Data
Checksum
0xAA 0x14 1 "Input
Source"
0x14 PC
0x1E BNC
0x18 DVI
0x0C Ingangsbron
0x04 S-video
0x08 Component
0x20 MagicInfo
0x1F DVI_video
0x30 RF(TV)
0x40 DTV
0x21 HDMI1
0x22 HDMI1_PC
0x23 HDMI2
0x24 HDMI2_PC
0x25 Weergavepoort:
46
Voorbereidingen
1
1 Voorbereidingen
Ack
"Input Source": de code voor de ingangsbron die moet worden ingesteld voor een product.
Nak
"ERR": een code die aangeeft welke fout er is opgetreden.
Kopteks
t
Opdrach
t
ID
Datalengte Ack/Nak r-CMD Value1
Checksu
m
0xAA 0xFF 3 ‘A’ 0x14
"Input
Source"
Kopteks
t
Opdrach
t
ID
Datalengte Ack/Nak r-CMD Value1
Checksu
m
0xAA 0xFF 3 ‘N’ 0x14 "ERR"
47
Voorbereidingen
1
1 Voorbereidingen
Scherm
Functie
De schermmodus van een tv/product kan worden gewijzigd via een computer.
De schermmodus kan niet worden geregeld wanneer de functie Video Wall is ingeschakeld.
Deze bediening kan alle worden uitgevoerd voor modellen met een tv.
De schermstatus weergeven (Status schermmodus ophalen)
De grootte van het beeld instellen (Beeldgrootte instellen)
"Screen Mode": een code waarmee de status van het product wordt ingesteld.
Ack
"Screen Mode": een code waarmee de status van het product wordt ingesteld.
Nak
"ERR": een code die aangeeft welke fout er is opgetreden.
Koptekst Opdracht
ID
Datalengte
Checksum
0xAA 0x18 0
Koptekst Opdracht
ID
Datalengte Data
Checksum
0xAA 0x18 1 "Screen
Mode"
0x01 16 : 9
0x04 Zoom
0x31 Breedbeeldzoom
0x0B 4 : 3
Kopteks
t
Opdrach
t
ID
Datalengte Ack/Nak r-CMD Value1
Checksu
m
0xAA 0xFF 3 ‘A’ 0x18
"Scherm
modus"
Kopteks
t
Opdrach
t
ID
Datalengte Ack/Nak r-CMD Value1
Checksu
m
0xAA 0xFF 3 ‘N’ 0x18 "ERR"
48
Voorbereidingen
1
1 Voorbereidingen
Schermgrootteregeling
Functie
De schermgrootte van een product kan worden gewijzigd via een computer.
De schermgrootte weergeven (Status schermgrootte ophalen)
Ack
"Screen Size": schermgrootte product (bereik: 0 - 255, eenheid: inch)
Nak
"ERR": een code die aangeeft welke fout er is opgetreden.
Koptekst Opdracht
ID
Datalengte
Checksum
0xAA 0x19 0
Kopteks
t
Opdrach
t
ID
Datalengte Ack/Nak r-CMD Value1
Checksu
m
0xAA 0xFF 3 ‘A’ 0x19
"Screen
Size"
Kopteks
t
Opdrach
t
ID
Datalengte Ack/Nak r-CMD Value1
Checksu
m
0xAA 0xFF 3 ‘N’ 0x19 "ERR"
49
Voorbereidingen
1
1 Voorbereidingen
PIP aan/uit
Functie
De PIP-modus van een product kan worden in- of uitgeschakeld via een computer.
Alleen beschikbaar op de modellen die een PIP-functie hebben.
De modus kan niet worden bediend wanneer Video Wall is ingesteld op On.
Deze functie is niet beschikbaar in MagicInfo.
De PIP-status aan/uit weergeven (Status PIP AAN/UIT ophalen)
PIP aan/uit instellen (PIP IN-/UITSCHAKELEN)
"PIP": een code die wordt gebruikt om de PIP-modus van een tv/product in of uit te schakelen.
1 : PIP AAN
0 : PIP UIT
Ack
"PIP": een code die wordt gebruikt om de PIP-modus van een tv/product in of uit te schakelen.
Nak
"ERR": een code die aangeeft welke fout er is opgetreden.
Koptekst Opdracht
ID
Datalengte
Checksum
0xAA 0x3C 0
Koptekst Opdracht
ID
Datalengte Data
Checksum
0xAA 0x3C 1 "PIP"
Kopteks
t
Opdrach
t
ID
Datalengte Ack/Nak r-CMD Value1
Checksum
0xAA 0xFF 3 ‘A’ 0x3C "PIP"
Kopteks
t
Opdrach
t
ID
Datalengte Ack/Nak r-CMD Value1
Checksum
0xAA 0xFF 3 ‘N’ 0x3C "ERR"
50
Voorbereidingen
1
1 Voorbereidingen
Automatische afstellingsregeling (alleen voor computer en BNC)
Functie
Het scherm van het computersysteem automatisch aanpassen via de computer.
De status voor de automatisch afstelling weergeven (Auto Adjustment-status ophalen)
Geen
De automatische afstelling instellen (Set Auto Adjustment)
"Auto Adjustment" : 0x00 (te allen tijde)
Ack
Nak
"ERR": een code die aangeeft welke fout er is opgetreden.
Koptekst Opdracht
ID
Datalengte Data
Checksum
0xAA 0x3D 1 "Auto
Adjustment"
Kopteks
t
Opdrach
t
ID
Datalengte Ack/Nak r-CMD Value1
Checksum
0xAA 0xFF 3 ‘A’ 0x3D
"Auto
Adjustment"
Kopteks
t
Opdrach
t
ID
Datalengte Ack/Nak r-CMD Value1
Checksum
0xAA 0xFF 3 ‘N’ 0x3D "ERR"
51
Voorbereidingen
1
1 Voorbereidingen
Regeling modus Video Wall
Functie
De modus Video Wall kan voor een product worden geactiveerd via een computer.
Deze bediening is alleen beschikbaar voor een product waarvoor de functie Video Wall is
ingeschakeld.
Deze functie is niet beschikbaar in MagicInfo.
De videomuurmodus weergeven (Get Video Wall Mode)
De videomuur instellen (Videommuurmodus instellen)
"Video Wall Mode": een code waarmee de modus Video Wall voor een tv/product wordt
geactiveerd.
1 : Full
0 : Natural
Ack
"Video Wall Mode": een code waarmee de modus Video Wall voor een tv/product wordt
geactiveerd.
Nak
"ERR": een code die aangeeft welke fout er is opgetreden.
Koptekst Opdracht
ID
Datalengte
Checksum
0xAA 0x5C 0
Koptekst Opdracht
ID
Datalengte Data
Checksum
0xAA 0x5C 1 "Video Wall
Mode"
Kopteks
t
Opdrach
t
ID
Datalengte Ack/Nak r-CMD Value1
Checksu
m
0xAA 0xFF 3 ‘A’ 0x5C
"Video Wall
Mode"
Kopteks
t
Opdrach
t
ID
Datalengte Ack/Nak r-CMD Value1
Checksu
m
0xAA 0xFF 3 ‘N’ 0x5C "ERR"
52
Voorbereidingen
1
1 Voorbereidingen
Kinderslot
Functie
De pc kan worden gebruikt om de functie Safety Lock op een product in of uit te schakelen.
Deze functie kan altijd worden ingesteld, ongeacht of het apparaat is in- of uitgeschakeld.
De status van het kinderslot weergeven (Status kinderslot ophalen)
Het kinderslot in- of uitschakelen (Kinderslot in-/uitschakelen)
"Safety Lock": de kinderslotcode die moet worden ingesteld voor een product.
1 : AAN
0 : UIT
Ack
"Safety Lock": de kinderslotcode die moet worden ingesteld voor een product.
Nak
"ERR": een code die aangeeft welke fout er is opgetreden.
Koptekst Opdracht
ID
Datalengte
Checksum
0xAA 0x5D 0
Koptekst Opdracht
ID
Datalengte Data
Checksum
0xAA 0x5D 1 "Safety
Lock"
Kopteks
t
Opdrach
t
ID
Datalengte Ack/Nak r-CMD Value1
Checksum
0xAA 0xFF 3 ‘A’ 0x5D
"Safety
Lock"
Kopteks
t
Opdrach
t
ID
Datalengte Ack/Nak r-CMD Value1
Checksum
0xAA 0xFF 3 N’ 0x5D "ERR"
53
2 Een bronapparaat aansluiten en gebruiken
2
Een bronapparaat aansluiten en gebruiken
2.1 Voordat u een apparaat aansluit
Controleer het volgende voordat u andere apparaten op dit product aansluit. Tot de apparaten die op dit
product kunnen worden aangesloten, behoren pc's, camcorders, luidsprekers, settopboxen en dvd/Blu-
ray-spelers.
2.1.1 Controlepunten voordat u een apparaat aansluit
Lees de gebruikershandleiding die bij het bronapparaat is geleverd voordat u het apparaat aansluit.
Het aantal poorten en de locatie van de poorten kan op bronapparaten kan per apparaat verschillen.
Sluit het netsnoer niet aan totdat alle aansluitingen zijn voltooid. Wanneer u het netsnoer aansluit
tijden het aansluiten, kan het product beschadigd raken.
Sluit de geluidspoorten correct aan: links = wit en rechts = rood.
Controleer het type poorten aan de achterzijde van het product dat u wilt aansluiten.
54
Een bronapparaat aansluiten en gebruiken
2
2 Een bronapparaat aansluiten en gebruiken
2.2 Een computer aansluiten en gebruiken
2.2.1 Een computer aansluiten
Sluit de voedingskabel pas aan wanneer alle andere kabels zijn aangesloten.
Sluit eerst een bronapparaat aan voordat u de voedingskabel aansluit.
U kunt op verschillende manieren een computer op het product aansluiten.
Selecteer een verbindingsmethode die geschikt is voor uw computer.
De aansluitingen kunnen per product verschillen.
Verbinding maken via de D-SUB-kabel (analoog type)
Een verbinding tot stand brengen met een DVI-kabel (digitaal type)
RGB IN
RGB / DVI /
HDMI AUDIO IN
DVI IN
RGB / DVI /
HDMI AUDIO IN
55
Een bronapparaat aansluiten en gebruiken
2
2 Een bronapparaat aansluiten en gebruiken
Een verbinding tot stand brengen met een HDMI-DVI-kabel
Wanneer u een HDMI-DVI-kabel gebruikt om een computer op het product aan te sluiten, stelt u Edit
Name in op DVI PC voor toegang tot de video- en audio-inhoud die is opgeslagen op de computer.
Aansluiten met een HDMI-kabel
HDMI IN
RGB / DVI /
HDMI AUDIO IN
HDMI IN
56
Een bronapparaat aansluiten en gebruiken
2
2 Een bronapparaat aansluiten en gebruiken
2.2.2 De resolutie wijzigen
Wijzig de resolutie en vernieuwingsfrequent in het Configuratiescherm op uw computer voor een
optimale beeldkwaliteit.
De beeldkwaliteit van TFT-LCD's is mogelijk niet optimaal als u niet de optimale resolutie selecteert.
De resolutie wijzigen in Windows XP
Ga naar Configuratiescherm Beeldscherm Instellingen en wijzig de resolutie.
De resolutie wijzigen in Windows Vista
Ga naar Configuratiescherm Persoonlijke instellingen Beeldscherminstellingen en wijzig de
resolutie.
12
3
**** ****
**********
12
34
***********
***********
57
Een bronapparaat aansluiten en gebruiken
2
2 Een bronapparaat aansluiten en gebruiken
De resolutie wijzigen in Windows 7
Ga naar Configuratiescherm Beeldscherm Schermresolutie en wijzig de resolutie.
12
34
58
Een bronapparaat aansluiten en gebruiken
2
2 Een bronapparaat aansluiten en gebruiken
2.3 Een verbinding tot stand brengen met een videoapparaat
U kunt een videoapparaat op het product aansluiten door gebruik te maken van een kabel.
Sluit de voedingskabel pas aan wanneer alle andere kabels zijn aangesloten.
Sluit eerst een bronapparaat aan voordat u de voedingskabel aansluit.
De aansluitingen kunnen per product verschillen.
Druk op de afstandsbediening op de toets SOURCE om de bron te wijzigen.
2.3.1 Een verbinding tot stand brengen via een AV-kabel
2.3.2 Verbinding maken via de componentkabel
2.3.3 Een verbinding tot stand brengen met een HDMI-DVI-kabel
Er wordt geen geluid weergegeven als er een videoapparaat op het product wordt aangesloten
middels een HDMI-DVI-kabel. Om dit probleem op te lossen, kunt u een audiokabel op de
audiopoorten op het product en het videoapparaat aansluiten.
COMPONENT IN / AV IN
COMPONENT IN / AV IN
HDMI IN
RGB / DVI / HDMI
AUDIO IN
59
Een bronapparaat aansluiten en gebruiken
2
2 Een bronapparaat aansluiten en gebruiken
Wanneer u een HDMI-DVI-kabel gebruikt om een computer op het product aan te sluiten, stelt u
Edit Name in op DVI Device voor toegang tot de video- en audio-inhoud die is opgeslagen op het
videoapparaat.
Ondersteunde resoluties zijn onder andere 1080p (50/60Hz), 720p (50/60Hz), 480p en 576p.
2.3.4 Aansluiten met een HDMI-kabel
Gebruik een HDMI-kabel of HDMI-naar-DVI-kabel (tot 1080p)
Gebruik een HDMI-kabel om een digitaal apparaat aan te sluiten en een betere beeld- en
audiokwaliteit te krijgen.
Een HDMI-kabel ondersteunt digitale video- en audiosignalen en vereist geen audiokabel.
Gebruik een HDMI/DVI-kabel en audiokabels om het product op een digitaal apparaat aan te
sluiten dat geen HDMI-uitvoer ondersteunt.
Het beeld wordt mogelijk niet normaal weergegeven (of helemaal niet) of de audio werkt mogelijk niet
als een extern apparaat, dat een oudere versie van HDMI-modus gebruikt, op het product is
aangesloten. Vraag de fabrikant van het externe apparaat om informatie over de HDMI-versie en
vraag, wanneer deze is verouderd, om een upgrade als zich een dergelijk probleem voordoet.
Zorg dat u een HDMI-kabel met een dikte van 14 mm of minder gebruikt.
Zorg dat u een gecertificeerde HDMI-kabel koopt. Anders wordt het beeld mogelijk niet
weergegeven of doet zich een verbindingsstoring voor.
Een HDMI-basiskabel met hoge snelheid of een kabel met ethernet wordt aanbevolen. Dit product
ondersteunt niet de ethernetfunctie via HDMI.
HDMI IN
60
Een bronapparaat aansluiten en gebruiken
2
2 Een bronapparaat aansluiten en gebruiken
2.3.5 Een audiosysteem aansluiten
AUDIO OUT
61
Een bronapparaat aansluiten en gebruiken
2
2 Een bronapparaat aansluiten en gebruiken
2.4 De netwerkbox aansluiten (los verkrijgbaar)
Sluit de DP-HDMI-kabel aan op de [HDMI IN]-poort van het product en op de [MAGICINFO OUT]-poort
van de netwerkbox.
Raadpleeg de gebruikershandleiding die u bij de netwerkbox hebt gekregen voor meer informatie over
het aansluiten van een netwerkbox.
2.4.1 MagicInfo
Voor het gebruik van MagicInfo moet er een (apart verkrijgbare) netwerkbox worden aangesloten op het
product.
Als u de MagicInfo-instellingen wilt aanpassen, moet u "MagicinfoSetupWizard" starten op het
bureaublad.
Raadpleeg de dvd die u bij de netwerkbox hebt gekregen voor meer informatie over het gebruik
van MagicInfo.
Wijzigingen voorbehouden.
Als er zich een probleem voordoet na het installeren van een ander besturingssysteem dan het
systeem dat bij de netwerkbox is geleverd, na het terugzetten van een eerdere versie van het
besturingssysteem of na het installeren van software die niet compatibel is met het
besturingssysteem, kunt u geen beroep meer doen op de technische ondersteuning en zullen
kosten worden aangerekend voor een bezoek van een monteur. Omruil of terugbetaling is dan
evenmin mogelijk.
MagicInfo activeren
1 Nadat u de (apart verkrijgbare) netwerkbox hebt geïnstalleerd en aangesloten op het product, moet
u het product inschakelen.
2 Druk op de knop SOURCE op de afstandsbediening en selecteer MagicInfo.
Wanneer u de netwerkbox aansluit op de [HDMI IN]-poort op het product, springt Source van
HDMI op MagicInfo.
HDMI IN MAGICINFO OUT
62
Een bronapparaat aansluiten en gebruiken
2
2 Een bronapparaat aansluiten en gebruiken
3 Selecteer het programma dat standaard moet worden gestart wanneer MagicInfo wordt gestart.
4 Voer de IP-gegevens in.
MagicInfo Setup Wizard - v.1.12
Select Application - step 1
MagicInfo Pro (LAN, WAN based version)
MagicInfo-i Premium (Web-based version)
Select Later
< Back(B) Next(N) > Finish Cancel
MagicInfo Setup Wizard - v.1.12
Select TCP/IP - step 2
Obtain an IP address automatically
Use the following IP address:
IP address:
Subnet mask:
Default gateway:
192 . 168 . 0 . 102
255 . 255 . 255 . 0
192 . 168 . 0 . 1
Obtain DNS server address automatically
Use the following DNS server address:
Preferred DNS server:
Alternate DNS server:
10 . 44 . 33 . 22
10 . 33 . 22 . 11
< Back(B) Next(N) > Finish Cancel
63
Een bronapparaat aansluiten en gebruiken
2
2 Een bronapparaat aansluiten en gebruiken
5 Selecteer een taal. (Standaard wordt Engels gebruikt.)
6 Selecteer een weergavemodus.
MagicInfo Setup Wizard - v.1.12
Select Language -step 3
Select the language you want to install on the system for menus and
dialogs.
Current Language : Engilsh
German
English
French
Italian
Chinese [Traditional]
Japanese
Korean
Russian
Swedish
Turkish
Chinese [Simplified]
Portuguese
< Back(B) Next(N) > Finish Cancel
MagicInfo Setup Wizard - v.1.12
Select Screen Type - step 4
Landscape
Portrait
< Back(B) Next(N) > Finish Cancel
64
Een bronapparaat aansluiten en gebruiken
2
2 Een bronapparaat aansluiten en gebruiken
7 Kijk de zojuist geconfigureerde instellingen goed na.
Als het uitvoerpictogram niet wordt weergegeven, dubbelklikt u op het pictogram MagicInfo op
het bureaublad. Het pictogram wordt rechtsonder op het scherm weergegeven.
Raadpleeg de cd met MagicInfo Lite Edition die u bij de netwerkbox hebt gekregen voor meer
informatie over het gebruik van MagicInfo.
MagicInfo Setup Wizard - v.1.12
Setup Information
1. Application : MagicInfo Pro [LAN,WAN based version\
2. Internet Protocol [TCP/IP]
IP : 192.168.0.102
3. Language : English
4. Screen Type : Landscape
Do not show again
< Back(B) Apply Finish Cancel
65
Een bronapparaat aansluiten en gebruiken
2
2 Een bronapparaat aansluiten en gebruiken
2.5 De invoerbron wijzigen
2.5.1 Source
MENU Media Source ENTER
Met Source kunt u verschillende bronnen selecteren en de naam van de bronapparaten wijzigen.
Source
U kunt het scherm van een bronapparaat weergeven dat op het product is aangesloten. Selecteer in de
Source List een bron om het scherm van de geselecteerde bron weer te geven.
Zie pagina 128 voor meer informatie over het menu Source.
De weergegeven afbeelding kan verschillen van het model.
Door de knop SOURCE op de afstandsbediening te gebruiken, kan ook de invoerbron worden
gewijzigd.
Het scherm wordt mogelijk niet goed weergegeven als er een onjuiste bron is geselecteerd voor het
bronapparaat waarnaar u wilt converteren.
m
Media
Magicinfo Lite
Videos
Photos
Music
Source
66
3 MDC gebruiken
3
MDC gebruiken
MDC (Multiple Display Control) is een toepassing waarmee u eenvoudig meerdere
weergaveapparaten tegelijkertijd via een computer kunt besturen.
3.1 Instellingen configureren voor Multi Control
MENU System Multi Control ENTER
Hiermee wordt een individuele ID toegewezen aan het apparaat.
3.1.1 Instellingen configureren voor Multi Control
MDC Connection
Hiermee kunt u een poort selecteren om de MDC-invoeringen te ontvangen van.
RS232C MDC
Communiceert via een RS232C MDC-kabel met MDC.
RJ45 MDC
Communiceert via een RJ45 MDC-kabel met MDC.
ID Setup
Wijs een ID aan een set toe. (Bereik: 0~99)
Druk op / om een getal te selecteren en druk op [ ].
ID Input
Geef de ID op van het apparaat dat via een invoerkabel is aangesloten op het product voor de
ontvangst van een ingangssignaal.
Gebruik de cijfertoetsen op afstandsbediening om het gewenste nummer op te geven dat u wilt
gebruiken.
O
m
67
MDC gebruiken
3
3 MDC gebruiken
3.2 Programma MDC installeren/verwijderen
3.2.1 Installatie
1 Plaats de installatie-cd in het cd-rom-station.
2 Klik op het installatieprogramma voor MDC Unified.
Als er geen software-installatievenster wordt weergegeven op het hoofdscherm, kunt u installeren
met het uitvoerbare "MDC Unified"-bestand in de map MDC op de cd.
3 Selecteer een taal voor de installatie. Klik vervolgens op "OK".
4 Klik op "Next" wanneer het venster "Welcome to the Install Shield Wizard for MDC_Unified" wordt
weergegeven.
5 Selecteer in het venster ""License Agreement"" de optie ""I accept the terms of the license
agreement"" en klik op ""Next"".
6 Vul in het venster "Customer Information" alle informatievelden in en klik op "Next".
7 Selecteer in het venster "Destination Folder" het directorypad voor de locatie waar u het programma
wilt installeren en klik op "Next".
Als geen directorypad wordt opgegeven, wordt het programma geïnstalleerd op de standaard
locatie.
8 Controleer in het venster "Ready to Install the Program" het directorypad voor de installatielocatie en
klik op "Install".
9 De voortgang van de installatie wordt weergegeven.
10 Klik op "Finish" in het venster "InstallShield Wizard Complete" dat wordt weergegeven.
Selecteer "Launch MDC Unified" en klik op "Finish" om het MDC-programma meteen uit te voeren.
11 Nadat het programma is geïnstalleerd wordt het snelkoppelingspictogram MDC Unified op het
bureaublad gemaakt.
Het is mogelijk dat het uitvoerpictogram MDC niet wordt weergegeven, afhankelijk van het
computersysteem of de productspecificaties.
Druk op F5 als het uitvoerpictogram niet wordt weergegeven.
3.2.2 Verwijderen
1 Selecteer Instellingen > Configuratiescherm in het menu Start en dubbelklik op Programma
toevoegen/verwijderen.
2 Selecteer MDC Unified in de lijst Wijzigen/verwijderen.
De installatie van MDC kan worden beïnvloed door de grafische kaart, het moederbord en de
netwerkomstandigheden.
68
MDC gebruiken
3
3 MDC gebruiken
3.3 Wat is MDC?
3.3.1 Verbinden met MDC
MDC gebruiken via RS-232C (een norm voor seriële datacommunicatie)
Sluit een seriële RS-232C-kabel aan op de seriële poort op de computer en de monitor.
Een verbinding tot stand brengen met een RS232C-kabel
RS232C IN/OUT
69
MDC gebruiken
3
3 MDC gebruiken
MDC gebruiken via Ethernet
Geef het IP-adres van het primaire weergaveapparaat op en sluit het apparaat aan op de computer. Het
ene weergaveapparaat kan op het andere worden aangesloten met een seriële RJ45-kabel.
Verbinding met een gewone LAN-kabel
Verbinding met een crossover-LAN-kabel
Met de [RS232C IN / OUT]-poort op het product kunnen meerdere producten worden aangesloten.
RJ45
RS232C OUT
RJ45
70
MDC gebruiken
3
3 MDC gebruiken
3.3.2 Verbindingen beheren
De toepassing voor het beheren van verbindingen bevat een lijst met verbindingen en opties om de
verbindingen aan te passen.
Lijst met verbindingen: de lijst met verbindingen laat de details van de verbindingen zien, zoals de
verbindingsinstellingen (IP-adres/COM, poortnummer, MAC-adres en Connection Type), de
verbindingsstatus, de Set ID Range en de gedetecteerde apparaten. Een verbinding kan maximaal 100
doorgeluste apparaten bevatten. Alle gedetecteerde LFD's van een verbinding worden weergegeven in
de lijst met apparaten. Daar kan de gebruiker groepen maken en opdrachten verzenden naar de
gedetecteerde apparaten.
Opties om lijsten met verbindingen aan te passen: de wijzigingsopties zijn Add, Edit, Delete en
Refresh.
71
MDC gebruiken
3
3 MDC gebruiken
3.3.3 Auto Set ID
Auto Set ID is een functie om een ID in te stellen voor alle doorgeluste LFD's van een bepaalde
verbinding. Een verbinding kan maximaal 100 LFD's hebben. De doorgeluste apparaten in de verbinding
krijgen een opeenvolgende ID van 1 tot 99 en dan 0.
72
MDC gebruiken
3
3 MDC gebruiken
3.3.4 Klonen
Met de kloonfunctie kunt u de instellingen van een LFD kopiëren en toepassen op meerdere andere
LFD's die u hebt geselecteerd. In het venster van de optie Copy Settings geeft u zelf aan welke specifieke
tabcategorieën (of alle tabcategorieën) u wilt klonen.
73
MDC gebruiken
3
3 MDC gebruiken
3.3.5 Opdrachten opnieuw proberen
Met deze functie bepaalt u hoe vaak een MDC-opdracht opnieuw wordt geprobeerd als er geen
antwoord of een beschadigd antwoord van een LFD komt. U geeft deze waarde op in het venster
Options. Het aantal nieuwe pogingen moet tussen 1 en 10 liggen. De standaardwaarde is 1.
74
MDC gebruiken
3
3 MDC gebruiken
3.3.6 Aan de slag met MDC
1 U start het programma door te klikken op Start Programma's Samsung MDC Unified.
2 Klik op Add om een weergaveapparaat toe te voegen.
Als er een RS232C-verbinding wordt gebruikt, gaat u naar Serial en stelt u COM Port in.
75
MDC gebruiken
3
3 MDC gebruiken
Als er een Ethernet-verbinding wordt gebruikt, voert u het IP-adres in dat voor het
weergaveapparaat is opgegeven.
76
MDC gebruiken
3
3 MDC gebruiken
3.3.7 Indeling van het hoofdscherm
Menubalk
Hiermee wijzigt u de status van een weergaveapparaat of de
eigenschappen van het programma.
Apparaatcategorie
Hiermee bekijkt u de aangesloten weergaveapparaten of groepen
apparaten.
Roostercategorie
Hiermee bekijkt u een lijst met roosters voor de weergaveapparaten.
Lijst met sets
Hier selecteert u het weergaveapparaat dat u wilt aanpassen.
Lijst met sets wijzigen
Hiermee kunt u sets toevoegen, bewerken, anders groeperen en
verwijderen.
Help-onderwerpen
Hiermee geeft u de Help-onderwerpen van het programma weer.
4
3
2
1
6
5
1
2
3
4
5
6
77
MDC gebruiken
3
3 MDC gebruiken
3.3.8 Menu's
U kunt een geselecteerd apparaat in- en uitschakelen en de bron of het volume van het apparaat
aanpassen.
Kies de gewenste weergaveapparaten in de lijst met sets en selecteer het tabblad Home.
Home
Selecteer een item en wijzig de desbetreffende instelling.
Voeding
On: Hiermee schakelt u het geselecteerde apparaat in.
Off: Hiermee schakelt u het geselecteerde apparaat uit.
Input
Bron: Hiermee wijzigt u de bron.
Welke bronnen beschikbaar zijn hangt af van het apparaatmodel.
Alleen voor schermen die zijn ingeschakeld kan de bron worden gewijzigd.
Channel: Hiermee wijzigt u het kanaal.
Het tv-kanaal kan worden gewijzigd met de pijlen omhoog/omlaag.
Het kanaal kan alleen worden gewijzigd wanneer de bron op TV staat.
Alleen geregistreerde kanalen kunnen worden geselecteerd.
Volume
Alleen voor schermen die zijn ingeschakeld kan het volume worden gewijzigd of gedempt.
Volume
Het volume kan met de schuifbalk worden ingesteld op een waarde van 0 tot 100.
Pas het volume van het geselecteerde scherm aan.
Input
Schakel Mute in of uit voor het geselecteerde scherm.
Mute wordt automatisch uitgeschakeld zodra u Volume aanpast met Mute ingeschakeld.
1
2
78
MDC gebruiken
3
3 MDC gebruiken
Alert
Fault Device
Dit menu laat zien welke weergaveapparaten een foutmelding geven als gevolg van een
probleem met de ventilator, temperatuur, helderheidssensor of lamp.
Selecteer een weergaveapparaat in de lijst. De knop Repair kan nu worden gebruikt. Klik op de
knop voor het vernieuwen van de foutstatus van het weergaveapparaat. Het herstelde
weergaveapparaat verdwijnt uit de Fault Device List.
Fault Device Alert
Een weergaveapparaat waarop een fout wordt gedetecteerd, wordt per e-mail doorgegeven.
Vul alle verplichte velden in. De knoppen Test en OK kunnen nu worden gebruikt. Voer in ieder
geval informatie in bij Sender en geef minstens één Recipient op.
3
79
MDC gebruiken
3
3 MDC gebruiken
3.3.9 Schermaanpassing
De scherminstellingen (contrast, helderheid en dergelijke) kunnen worden aangepast.
Kies de gewenste weergaveapparaten in de lijst met sets en selecteer het tabblad Picture.
Aanpassen
Selecteer een item en wijzig de desbetreffende scherminstelling.
Color en Tint zijn niet beschikbaar als de bron op PC staat.
Red, Green, Blue en PC Screen Adjustment zijn niet beschikbaar als de bron op Video staat.
Color, Tint, Color Tone, Color Temp, Red, Green, Blue en PC Screen Adjustment zijn niet
beschikbaar als zowel PC Source als Video Source is geselecteerd.
Contrast
Hiermee past u het contrast van het geselecteerde weergaveapparaat aan.
Brightness
Hiermee past u de helderheid van het geselecteerde weergaveapparaat aan.
Color
Hiermee past u de kleuren van het geselecteerde weergaveapparaat aan.
Tint (G/R)
Hiermee past u de tint van het geselecteerde weergaveapparaat aan.
Color Tone
Hiermee past u de achtergrondkleur van het geselecteerde weergaveapparaat aan.
Color Temp
Hiermee past u de kleurtemperatuur van het geselecteerde weergaveapparaat aan.
Deze optie kan worden gebruikt als Color Tone is ingesteld op Off.
Red
Hiermee past u de intensiteit van de kleur rood van het geselecteerde weergaveapparaat aan.
Green
Hiermee past u de intensiteit van de kleur groen van het geselecteerde weergaveapparaat aan.
80
MDC gebruiken
3
3 MDC gebruiken
Blue
Hiermee past u de intensiteit van de kleur blauw van het geselecteerde weergaveapparaat aan.
Opties
Dynamic Contrast
Hiermee past u de optie Dynamic Contrast van het geselecteerde weergaveapparaat aan.
Gamma Control
Hiermee wijzigt u de gammawaarde van het geselecteerde weergaveapparaat.
Auto Motion Plus
Deze optie wordt gebruikt voor dynamische beelden.
Off: Hiermee schakelt u de functie Auto Motion Plus uit.
Clear: Hiermee zet u het niveau van Auto Motion Plus op helder. Deze modus wordt gebruikt voor
de weergave van levendige beelden.
Standard: Hiermee zet u het niveau van Auto Motion Plus op standaard.
Smooth: Hiermee zet u het niveau van Auto Motion Plus op vloeiend. Deze modus wordt gebruikt
voor de weergave van vloeiende beelden.
Custom: Hiermee past u het niveau van de scherminbranding of flikkering aan.
Demo: Hiermee wordt de techniek achter Auto Motion Plus gedemonstreerd. Links in het venster
ziet u een voorbeeld van het resultaat van een wijziging van de modus.
Auto Motion Plus is mogelijk niet beschikbaar (afhankelijk van het product).
Brightness Sensor
Hiermee schakelt u de functie Brightness Sensor van het geselecteerde weergaveapparaat in en uit.
Brightness Sensor detecteert de intensiteit van het omgevingslicht en past automatisch de helderheid
van het scherm aan.
Brightness Sensor is mogelijk niet beschikbaar (afhankelijk van het product).
81
MDC gebruiken
3
3 MDC gebruiken
Grootte
Picture Size
Hiermee past u de schermgrootte van het geselecteerde weergaveapparaat aan.
Het item Detail kan niet worden gebruikt als Picture Size op een modus staat waarvoor geen
gedetailleerde configuratie mogelijk is.
Met de knoppen -/+ kan Zoom worden gewijzigd.
Met de pijlen omhoog/omlaag/links/rechts kan de locatie van het scherm worden gewijzigd.
Detail
Hiermee ziet u de details van de geselecteerde schermgrootte.
PC Screen Adjustment
De frequentie kan worden bijgeregeld of nauwkeurig worden afgestemd met de knoppen -/+ bij Coarse
of Fine.
Als u het scherm wilt verschuiven, klikt u op een van de vier afbeeldingen onder Position.
Als u het aanpassen of het nauwkeurige afstemmen van de frequentie of het wijzigen van de positie
automatisch wilt laten uitvoeren, klik dan op Auto Adjustment.
82
MDC gebruiken
3
3 MDC gebruiken
3.3.10 Het geluid aanpassen
Hiermee kunt u de geluidsinstellingen aanpassen.
Kies de gewenste weergaveapparaten in de lijst met sets en selecteer het tabblad Sound.
Het item Bass of Treble kan niet worden gebruikt als het item niet wordt ondersteund door de
geselecteerde set.
Bass
Hiermee past u de lage tonen voor het geselecteerde scherm aan.
Treble
Hiermee past u de hoge tonen voor het geselecteerde scherm aan.
Balance (L/R)
Hiermee past u het volume van de linker- en rechterluidspreker van het geselecteerde weergaveapparaat
aan.
SRS TS XT
Hiermee schakelt u het effect SRS TS XT voor het geselecteerde weergaveapparaat in en uit.
83
MDC gebruiken
3
3 MDC gebruiken
3.3.11 Het systeem instellen
Kies de gewenste weergaveapparaten in de lijst met sets en selecteer het tabblad System.
Video Wall
De functie Video Wall kan worden gebruikt om op elk van de verschillende weergaveapparaten een deel
van het beeld of het volledige beeld weer te geven.
Video Wall kan alleen worden gebruikt wanneer de apparaten deel uitmaken van een groep.
Video Wall
Hiermee schakelt u Video Wall in en uit.
Format
Hiermee selecteert u het formaat dat moet worden weergegeven op het opgedeelde scherm.
84
MDC gebruiken
3
3 MDC gebruiken
H
Hiermee bepaalt u het aantal weergaveapparaten in horizontale richting.
U kunt maximaal 15 weergaveapparaten in een rij plaatsen.
Als u voor H 15 gebruikt, kunt u voor V 6 gebruiken.
V
Hiermee bepaalt u het aantal weergaveapparaten in verticale richting.
U kunt maximaal 15 weergaveapparaten in een rij plaatsen.
Als u voor H 15 gebruikt, kunt u voor V 6 gebruiken.
Screen Position
Hiermee geeft u de lay-out van de schermen weer (geconfigureerd met de Screen Divider) of wijzigt u
indien nodig de lay-out.
Screen Position en Preview kunnen worden gebruikt wanneer Video Wall is ingeschakeld.
Als er meer sets zijn geselecteerd, kan Preview alleen worden gebruikt als de instellingen voor H en V
passen bij de lay-out van de geselecteerde sets.
U wijzigt Position door een set te selecteren en naar een andere plaats te slepen.
De instellingen voor de Screen Divider kunnen variëren, afhankelijk van het model.
85
MDC gebruiken
3
3 MDC gebruiken
PIP
In het menuscherm wordt basisinformatie voor het aanpassen van PIP weergegeven.
PIP wordt uitgeschakeld zodra u Video Wall instelt op ON.
Picture Size wordt uitgeschakeld wanneer u PIP instelt op ON.
PIP Size
Hiermee geeft u de PIP Size van het huidige weergaveapparaat weer.
PIP Source
Hiermee selecteert u een bron voor PIP.
Sound Select
Hiermee selecteert u het geluid van het primaire of secundaire scherm en schakelt u dat geluid in.
Channel
Het kanaal kan worden gewijzigd als PIP Source is ingesteld op TV.
86
MDC gebruiken
3
3 MDC gebruiken
Algemeen
User Auto Color
Hiermee worden de schermkleuren automatisch gewijzigd.
Alleen beschikbaar in de modus PC.
Auto Power
Hiermee wordt het product automatisch ingeschakeld.
Standby Control
Hiermee wordt stand-by geactiveerd als er geen bron wordt gedetecteerd.
Ventilator en temperatuur
Hier configureert u de instellingen voor detectie van de ventilatorsnelheid en de temperatuur binnen in het
product.
Fan Control
Hiermee bepaalt u hoe de ventilatorsnelheid wordt geconfigureerd.
Fan Speed
Hier configureert u de ventilatorsnelheid.
Temperature
Hier geeft u een temperatuurbereik op voor de temperatuur binnen in het product.
87
MDC gebruiken
3
3 MDC gebruiken
Beveiliging
Safety Lock
Hiermee vergrendelt u de schermmenu's.
Als u de menu's wilt ontgrendelen, moet u Safety Lock op Off zetten.
Button Lock
Hiermee zorgt u ervoor dat de knoppen op het weergaveapparaat niet werken.
Als u de knoppen weer wilt gebruiken, moet u Button Lock op Off zetten.
Weergave van het OSD
Source OSD
Hiermee bepaalt u of een melding moet worden weergegeven wanneer Source wordt gewijzigd.
Not Optimum Mode OSD
Hiermee bepaalt u of een melding moet worden weergegeven wanneer een modus wordt geselecteerd
die niet compatibel is.
No Signal OSD
Hiermee bepaalt u of een melding moet worden weergegeven wanneer er geen ingangssignaal is.
MDC OSD
Hiermee bepaalt u of een melding moet worden weergegeven wanneer instellingen door MDC worden
gewijzigd.
88
MDC gebruiken
3
3 MDC gebruiken
Tijd
Clock Set
Hiermee wijzigt u de tijd van het geselecteerde weergaveapparaat volgens de tijd op een computer.
Als de tijd niet is ingesteld op het weergaveapparaat, worden geen waarden weergegeven.
Timer
On Time: Hiermee stelt u in op welk tijdstip het geselecteerde weergaveapparaat moet worden
ingeschakeld.
Off Time: Hiermee stelt u in op welk tijdstip het geselecteerde weergaveapparaat moet worden
uitgeschakeld.
Volume: Hiermee stelt u het volume in dat het weergaveapparaat moet gebruiken wanneer het
wordt ingeschakeld door On Time.
89
MDC gebruiken
3
3 MDC gebruiken
Source: Hiermee stelt u de bron in die het weergaveapparaat moet gebruiken wanneer het apparaat
op het opgegeven tijdstip (On Time) wordt ingeschakeld.
Holiday: Hiermee worden de Holiday Management-instellingen toegepast op de Timer.
Repeat: Hiermee bepaalt u de periode waarin u de geselecteerde Timer wilt herhalen.
Once: Hiermee wordt de timer slechts één keer geactiveerd.
EveryDay: Hiermee wordt de timer dagelijks geactiveerd.
Mon~Fri: Hiermee wordt de timer van maandag tot en met vrijdag geactiveerd.
Mon~Sat: de timer van maandag tot en met zaterdag activeren.
Sat~Sun: Hiermee wordt de timer op zaterdagen en zondagen geactiveerd.
Manual: Hiermee past u de weekdagen aan.
De selectievakjes voor het selecteren van de dagen van de week onder Repeat kunnen alleen
worden gebruikt als Manual is geselecteerd.
Holiday Management
Met Holiday Management kunt u ervoor zorgen dat apparaten die in normale omstandigheden door de
Timer worden ingeschakeld, op een bepaalde datum niet worden ingeschakeld.
De functie Holiday Management kan worden in- en uitgeschakeld via de Timer-instellingen.
Add: Opgeven wat de vrije dagen zijn:
Klik op de knop Add in het venster Holiday Management.
90
MDC gebruiken
3
3 MDC gebruiken
Delete : Vrije dagen verwijderen. Schakel de desbetreffende selectievakjes in en klik op deze knop.
Lijst met vrije dagen: U kunt een overzicht opvragen van de vrije dagen die u hebt toegevoegd.
Bescherming tegen inbranden
Pixel Shift
Hiermee wordt het scherm met een bepaalde regelmaat iets verschoven om inbranden tegen te gaan.
Screen Saver
Deze functie voorkomt scherminbranding wanneer er gedurende een langere periode een statisch beeld
op het scherm wordt weergegeven.
Interval: Hiermee bepaalt u het interval voor het activeren van Screen Saver.
Mode: De instelling bij Time kan per Mode anders zijn.
91
MDC gebruiken
3
3 MDC gebruiken
Safety Screen
Met de functie Safety Screen kunt u voorkomen dat statische beelden die langdurig worden
weergegeven, in het scherm kunnen branden.
Lamp Control
Lamp Control wordt gebruikt om de achtergrondverlichting aan te passen en het energieverbruik te
reduceren.
De achtergrondverlichting van het geselecteerde weergaveapparaat wordt automatisch aangepast op
een bepaald tijdstip.
Als Manual Lamp Control wordt gewijzigd, springt Auto Lamp Control automatisch op Off.
U kunt de achtergrondverlichting van het geselecteerde weergaveapparaat ook handmatig aanpassen.
Als Auto Lamp Control wordt gewijzigd, springt Manual Lamp Control automatisch op Off.
Ambient Light: Ambient Light detecteert de intensiteit van het omgevingslicht en past automatisch
de helderheid van alle doorgeluste LFD's aan.
92
MDC gebruiken
3
3 MDC gebruiken
3.3.12 Tool
Beveiliging
Panel Control
Hiermee schakelt u het scherm van een weergaveapparaat in en uit.
Remote Control
Hiermee schakelt u de afstandsbediening in en uit.
Reset
Reset Picture
Hiermee reset u de scherminstellingen.
Reset Sound
Hiermee reset u de geluidsinstellingen.
Reset System
Hiermee reset u de systeeminstellingen.
Reset All
Hiermee reset u de scherm-, geluids- en systeeminstellingen in één keer.
1 2 3 4
1
2
93
MDC gebruiken
3
3 MDC gebruiken
Edit Column
Hier selecteert u de items die u in de lijst met sets wilt zien.
Information
Hiermee geeft u de programma-informatie weer.
3
4
94
MDC gebruiken
3
3 MDC gebruiken
3.3.13 Overige functies
Het vensterformaat wijzigen
Plaats de muisaanwijzer op een hoek van het programmavenster. Er wordt een pijltje weergegeven.
Versleep de pijl om het programmavenster van formaat te veranderen.
95
MDC gebruiken
3
3 MDC gebruiken
Groepen beheren
Groepen maken
Door groepen te maken kunt u lijsten met sets beheren per groep.
Een naam van een groep kan niet twee keer worden gebruikt.
1 Klik met de rechtermuisknop en selecteer Group>Edit in de lijst met weergaveapparaten links in het
programmavenster.
2 Klik in het venster Edit Group dat wordt weergegeven op Add on the sub level of Add on the
same level.
Add on the sub level: Hiermee maakt u een subgroep onder de geselecteerde groep.
De knop Add on the same level kan alleen worden gebruikt als er minstens één groep is
gemaakt.
96
MDC gebruiken
3
3 MDC gebruiken
Add on the same level: Hiermee maakt u een groep op hetzelfde niveau als de geselecteerde
groep.
De knop Add on the same level kan alleen worden gebruikt als er minstens één groep is
gemaakt.
3 Voer de naam van de groep in.
Groepen verwijderen
1 Selecteer de naam van de groep en klik op Edit.
2 Klik in het venster Edit Group dat wordt weergegeven op Delete.
3 Klik op Yes. De groep wordt verwijderd.
Namen van groepen wijzigen
1 Selecteer de naam van de groep en klik op Edit.
2 Klik in het venster Edit Group dat wordt weergegeven op Rename.
3 Zodra de cursor in de oude naam van de groep komt te staan, voert u een nieuwe naam in.
Rename
97
MDC gebruiken
3
3 MDC gebruiken
Roosters beheren
Roosters maken
U kunt een rooster maken en registreren op basis van een groep.
1 Klik op All Schedule List in het roostergedeelte links in het programmavenster. In het midden kan
nu de knop Add worden gebruikt.
2 Klik op de knop Add. Het venster Add Schedule wordt weergegeven.
98
MDC gebruiken
3
3 MDC gebruiken
3 Klik op Add onder het item Device Group en selecteer de groep waaraan u een rooster wilt
toevoegen.
4 Selecteer Date&Time/Action en klik op OK. Het rooster wordt toegevoegd en in het venster met de
lijst met sets wordt een lijst met roosters weergegeven.
Device Group: Hiermee selecteert u een groep.
Date&Time
Instant Execution: Hiermee wordt het rooster meteen toegepast.
Timer: Hiermee stelt u de datum, de tijd en het interval voor het rooster in.
Action: Hiermee selecteert u de functie die op het opgegeven tijdstip en met het opgegeven
interval moet worden uitgevoerd.
Rooster wijzigen
U kunt een rooster wijzigen door het te selecteren en op Edit te klikken.
Een rooster verwijderen
U kunt een rooster verwijderen door het te selecteren en op Delete te klikken.
99
MDC gebruiken
3
3 MDC gebruiken
3.3.14 Problemen oplossen
Dit programma functioneert soms niet goed vanwege een communicatieprobleem tussen de computer
en het scherm of vanwege de elektromagnetische golven die worden uitgestraald door elektronische
apparaten in de buurt.
Probleem Oplossing
Het scherm dat u wilt beheren,
wordt niet weergegeven in het
overzicht met de systeeminformatie.
1. Controleer de verbinding van de RS232C-kabel (controleer
of de kabel goed is aangesloten op de juiste seriële poort).
2. Controleer of er geen ander scherm met dezelfde ID is
aangesloten. Wanneer er schermen met dezelfde ID
worden aangesloten, is het mogelijk dat de schermen niet
worden weergegeven vanwege gegevensconflicten.
3. Controleer of de ID van het scherm zich binnen het bereik
van 0 en 99 bevindt. (Wijzig de ID via het menu Display.)
Voor een scherm dat een ID binnen het bereik van 0 tot
99 ondersteunt, moet er een ID worden opgegeven
met een waarde tussen de 0 en 99.
Het scherm dat u wilt bedienen,
verschijnt niet in het Control Info
Grid.
Controleer of het scherm is ingeschakeld. (Zie de
voedingsstatus in het overzicht met systeeminformatie.)
Zorg ervoor dat u de bron selecteert waarop het scherm is
aangesloten.
Het volgende bericht wordt
herhaaldelijk weergegeven.
Controleer of het scherm dat u wilt bedienen, is geselecteerd.
De schermen worden op
verschillende tijden in- en
uitgeschakeld, ondanks dat de
functie On Time of Off Time is
ingesteld.
Pas de tijd op de computer aan om de tijd tussen de
aangesloten schermen te synchroniseren.
De afstandsbediening werkt niet. De afstandsbediening werkt mogelijk niet wanneer de RS-
232C-kabel wordt losgekoppeld of wanneer het programma op
ongebruikelijke wijze wordt afgesloten terwijl de functie Remote
Control is ingesteld op Disable. Los dit probleem op door het
programma nogmaals uit te voeren en Remote Control in te
stellen op Enable.
100
MDC gebruiken
3
3 MDC gebruiken
Hoe de weergave-eigenschappen worden weergegeven wanneer er meerdere schermen
worden gebruikt
1 Wanneer er geen scherm is geselecteerd: de standaardwaarde wordt weergegeven.
2 Wanneer er één scherm is geselecteerd: de instellingen voor het geselecteerde scherm worden
weergegeven.
3 Wanneer er twee schermen zijn geselecteerd (bijvoorbeeld in de volgorde ID 1 en ID 3): de
instellingen voor ID 1 worden weergegeven voor de instellingen voor ID 3.
4 Wanneer het selectievakje All+Select is ingeschakeld en alle schermen zijn geselecteerd: de
standaardinstellingen worden weergegeven.
101
4 Schermaanpassing
4
Schermaanpassing
De instellingen voor Picture configureren (Brightness, Color Tone, enz.).
De lay-out van de opties in het menu Picture kunnen variëren, afhankelijk van het product.
4.1 Picture Mode
MENU Picture Picture Mode ENTER
Selecteer een beeldmodus (Picture Mode) die geschikt is voor de omgeving waar het product wordt
gebruikt. Welke opties er voor Picture Mode worden weergegeven, is afhankelijk van de huidige
invoerbron.
De weergegeven afbeelding kan verschillen van het model.
4.1.1 Wanneer de invoerbron PC of DVI is
Information: deze modus zorgt voor minder vermoeide ogen en is geschikt voor het weergeven van
informatie aan het publiek.
Advertisement: deze modus is geschikt voor het weergeven van video-inhoud en binnen-/
buitenreclame.
4.1.2 Wanneer de invoerbron AV, Component of HDMI is
Dynamic: deze modus is geschikt voor heldere omgevingen.
Standard: deze modus is algemeen geschikt voor elke omgeving.
Natural: Geschikt om vermoeidheid aan de ogen te verminderen.
Movie: deze modus zorgt voor minder vermoeide ogen.
O
m
Picture
Picture Mode
· Backlight
· Contrast
· Brightness
· Sharpness
· Color
· Tint (G/R)
Information
100
95
45
50
50
G 50 R 50
102
Schermaanpassing
4
4 Schermaanpassing
4.2 Backlight / Contrast / Brightness / Sharpness / Color /
Tint(G/R)
MENU Picture ENTER
Uw product heeft diverse opties om de beeldkwaliteit af te stellen. Selecteer een optie met de knoppen
en en druk vervolgens op [ ]. Gebruik de pijltoetsen om de optiewaarde af te stellen of selecteer
een optie-instelling. Druk, wanneer gereed, op [ ].
Als u wijzigingen aanbrengt aan Backlight, Contrast, Brightness, Sharpness, Color of Tint (G/
R), wordt het schermmenu overeenkomstig afgesteld.
Wanneer u een PC aansluit, kunt u alleen wijzigingen aanbrengen aan Backlight, Contrast,
Brightness en Sharpness.
U kunt voor elk extern apparaat dat op een ingang van het product is aangesloten, instellingen
afstellen en opslaan.
Door de helderheid van het beeld te verminderen, spaart u energie.
O
m
103
Schermaanpassing
4
4 Schermaanpassing
4.3 Screen Adjustment
MENU Picture Screen Adjustment ENTER
Screen Adjustment biedt diverse opties voor beeldgrootte en lengte/breedte-verhoudingen. Selecteer
een optie met de knoppen en en druk daarna op [ ]. Gebruik de pijltoetsen om in het submenu
een optie te selecteren en druk vervolgens op [ ].
Welke opties er voor Screen Adjustment worden weergegeven, is afhankelijk van de huidige invoerbron:
De weergegeven afbeelding kan verschillen van het model.
4.3.1 Picture Size
Als u een kabelkast of satellietontvanger hebt, kan deze ook zijn eigen schermformaten hebben.
Wij raden u echter aan om vooral de 16:9 modus voor uw product te gebruiken.
16:9: stelt het beeld in op de 16:9-breedtemodus.
Zoom1: gebruik dit voor gematigde vergroting. snijdt de boven- en zijkanten af.
Zoom2 gebruik dit voor een krachtigere vergroting.
Smart View 1: verkleint het 16:9-beeld met 50%.
Smart View 1 wordt alleen ingeschakeld in de HDMI-modus.
Smart View 2: verkleint het 16:9-beeld met 25%.
Smart View 2 wordt alleen ingeschakeld in de HDMI-modus.
4:3: stelt het beeld in op de (4:3)-basismodus.
Stel uw product niet voor langere tijd in op de 4:3-indeling. De randen die links en rechts of boven
en onder aan het scherm worden weergegeven, kunnen beeldretentie (schermverbranding)
veroorzaken die niet door de garantie wordt gedekt.
Screen Fit: geeft het volle beeld weer zonder enige afsnijdingen als HDMI- (720p/1080i/1080p) of
Component- (1080i/1080p) signalen worden ingevoerd.
O
m
Screen Adjustment
Picture Size
· Position
PC Screen Adjustment
Resolution Select
16:9
Off
104
Schermaanpassing
4
4 Schermaanpassing
Custom: Wijzig de resolutie op basis van de voorkeuren van de gebruiker.
U kunt voor elk extern apparaat dat op een ingang van het product is aangesloten, instellingen
afstellen en opslaan.
Original ratio: Als de invoerbron PC, DVI, HDMI (PC-aansluiting) is, wordt de video in de
oorspronkelijke beeldverhouding afgespeeld.
De beschikbare poorten kunnen afwijken, afhankelijk van het model.(pagina 27)
Beeldgrootten beschikbaar via ingangsbron
Ingangsbron Picture Size
AV, Component (480i, 480p) 16:9, Zoom1, Zoom2, 4:3, Custom
Component (1080i, 1080p) 16:9, 4:3, Screen Fit, Custom
HDMI (720p, 1080i, 1080p)
16:9, 4:3, Screen Fit, Smart View 1,
Smart View 2, Custom
PC, DVI, HDMI (wanneer een pc is
aangesloten)
16:9, 4:3, Original ratio
105
Schermaanpassing
4
4 Schermaanpassing
4.3.2 Position
Hiermee past u de beeldpositie aan. Position is alleen beschikbaar als Picture Size is ingesteld op
Zoom1, Zoom2, Wide Fit, Screen fit of Custom.
Om de functie Position te gebruiken na Zoom1, Zoom2 of Wide Fit te hebben geselecteerd, volgt
u deze stappen.
1 Druk op de knop om Position te selecteren.
2 Druk op de knop [ ].
3 Druk op de knop of om het beeld omhoog of omlaag te bewegen.
4 Druk op de knop [ ].
5 Selecteer Close door achtereenvolgens op de knoppen en te drukken. Om de beeldpositie te
resetten, drukt u op Reset.
Volg deze stappen als u de functie Position wilt gebruiken nadat u in HDMI (1080i/1080p) of
Component (1080i/1080p) Screen Fit of Custom hebt geselecteerd.
1 Druk op de knop om Position te selecteren.
2 Druk op de knop [ ].
3 Druk op de knop / / / om het beeld te verplaatsen.
4 Druk op de knop [ ].
5 Selecteer Close door achtereenvolgens op de knoppen en te drukken.
Als u het beeld naar de originele positie wilt resetten, selecteert u Reset in het scherm Position.
Het beeld wordt naar de standaardpositie ingesteld.
106
Schermaanpassing
4
4 Schermaanpassing
4.3.3 PC Screen Adjustment
Alleen beschikbaar in de modus PC.
Coarse / Fine: Verwijdert of vermindert de beeldruis. Als de ruis niet alleen met fijnafstemming wordt
verwijderd, gebruikt u de functie Coarse om de frequentie zo goed mogelijk af te stellen (Coarse) en
voert u opnieuw een fijnafstemming uit. Nadat de ruis is verminderd, stelt u het beeld opnieuw in zodat
deze met het midden van het scherm wordt uitgelijnd.
Position: Om de schermpositie van de computer af te stellen als het niet is gecentreerd of niet op het
scherm van het product past. Druk op de knop of om de verticale positie af te stellen. Druk op de
knop of om de horizontale positie af te stellen.
Image Reset: stelt het beeld opnieuw in op de standaardinstellingen.
4.3.4 Resolution Select
Als het beeld niet normaal is, zelfs als de resolutie van de grafische kaart een van de volgende is, kunt u
de beeldkwaliteit optimaliseren door dezelfde resolutie voor het product te selecteren als voor de pc met
dit menu.
Beschikbare resoluties: Off / 1024 x 768 / 1280 x 768 / 1360 x 768 / 1366 x 768
De optie Resolution Select is alleen ingeschakeld als de ingangsbron PC is.
4.4 Automatische afstelling
MENU Picture Auto Adjustment ENTER
Stel de frequentiewaarden/posities af en stem de instellingen automatisch af.
Deze optie is beschikbaar wanneer de invoerbron is ingesteld op PC.
m
107
Schermaanpassing
4
4 Schermaanpassing
4.5 Advanced Settings
MENU Picture Advanced Settings ENTER
Alle Advanced Settings zijn in de modi Standard en Movie beschikbaar. Selecteer voor gebruik een
optie met de pijltoetsen omhoog/omlaag en druk vervolgens op [ ]. Gebruik de pijltoetsen om de
waarde of instelling te wijzigen en druk vervolgens op [ ]. Gebruik de pijltoetsen om de waarde of
instelling te wijzigen en druk vervolgens op .
In de PC-modus kunt u alleen wijzigingen uitvoeren aan Gamma en White Balance.
De weergegeven afbeelding kan verschillen van het model.
4.5.1 Black Tone
Selecteer het zwartniveau om de schermdiepte af te stellen.
Off / Dark / Darker / Darkest
O
m
Advanced Settings
Black Tone
Dynamic Contrast
Shadow Detail
Gamma
Expert Pattern
RGB Only Mode
Color Space
Off
Off
0
0
Off
Off
Native
108
Schermaanpassing
4
4 Schermaanpassing
4.5.2 Dynamic Contrast
Pas het contrast van het scherm aan.
Off / Low / Medium / High
4.5.3 Shadow Detail
Verhoog de helderheid van donkere beelden.
4.5.4 Gamma
Stel de primaire kleurenintensiteit bij.
4.5.5 Expert Pattern
Gebruik de functie Expert Pattern om het beeld te kalibreren. Als het schermmenu verdwijnt of een
ander menu dan het beeldmenu wordt geopend, slaat het product de kalibratie op en verdwijnt het
scherm Expert Pattern.
Off
Schakelt de functie Expert Pattern uit.
Pattern1
Dit testbeeld toont het effect van de weergave-instellingen op grijze en zwarte schaduwvlakken.
Pattern2
Dit testbeeld toont het effect van de weergave-instellingen op kleur.
Nadat u Pattern1 of Pattern2 selecteert, kunt u voor het gewenste effect de betreffende
geavanceerde instellingen afstellen.
Terwijl Expert Pattern actief is, wordt geen geluid uitgevoerd.
Alleen bij Component- en HDMI-modi ingeschakeld.
4.5.6 RGB Only Mode
Geeft de kleur Red, Green en Blue weer om de tint en verzadiging fijn af te stellen.
Off / Red / Green / Blue
109
Schermaanpassing
4
4 Schermaanpassing
4.5.7 Color Space
Stelt bereik en variëteit van de kleuren af (de kleurruimte) die beschikbaar zijn om beelden te creëren.
Auto / Native / Custom
Om Color, Red, Green, Blue en Reset af te stellen, stelt u Color Space in op Custom.
4.5.8 White Balance
hiermee kunt u de kleurbalans voor een natuurlijker beeld aanpassen.
R-Offset / G-Offset / B-Offset: hiermee kunt u de donkerheid van elke kleur (rood, groen,
blauw) aanpassen.
R-Gain / G-Gain / B-Gain: hiermee kunt u de helderheid van elke kleur (rood, groen, blauw)
aanpassen.
Reset: hiermee kunt u de White Balance resetten naar de standaardinstellingen.
4.5.9 10p White Balance (Off / On)
Regelt de witbalans met een 10 punteninterval door de helderheid van rood, groen en blauw aan te
passen.
Interval : hiermee kunt u een interval selecteren om aan te passen.
Red : hiermee kunt u het roodniveau aanpassen.
Green : hiermee kunt u het groenniveau aanpassen.
Blue : hiermee kunt u het blauwniveau aanpassen.
Reset : hiermee kunt u de 10p White Balance resetten naar de standaardinstellingen.
Beschikbaar als de Picture Mode is ingesteld op Movie en als de externe invoer is ingesteld op
alle invoer.
Deze functie wordt mogelijk niet ondersteund door sommige externe apparatuur.
110
Schermaanpassing
4
4 Schermaanpassing
4.5.10 Flesh Tone
Benadruk de roze "huidstint".
4.5.11 Edge Enhancement (Off / On)
Benadruk de objectgrenzen.
4.5.12 Motion Lighting (Off / On)
Vermindert het energieverbruik door de helderheid van het scherm te verminderen als het beeld op het
scherm in beweging is.
4.5.13 LED Motion Plus (Off / On)
Verwijdert de wazigheid en trillingen van scènes met grote hoeveelheden snelle bewegingen om een
duidelijker beeld te geven.
111
Schermaanpassing
4
4 Schermaanpassing
4.6 Picture Options
MENU Picture Picture Options ENTER
Selecteer een optie met de pijltoetsen omhoog/omlaag en druk daarna op [ ]. Gebruik de pijltoetsen
om de instelling te wijzigen en druk vervolgens op [ ].
Als u een computer aansluit, kunt u alleen wijzigingen uitvoeren aan de Color Tone.
De weergegeven afbeelding kan verschillen van het model.
4.6.1 Color Tone
Off / Cool / Standard / Warm1 / Warm2
Warm1 of Warm2 worden gedeactiveerd als de Picture Mode op Dynamic is ingesteld.
U kunt voor elk extern apparaat dat op een ingang van het product wordt aangesloten, instellingen
afstellen en opslaan.
O
m
Picture Options
Color Tone
Color Temp.
Digital Noise Filter
MPEG Noise Filter
HDMI Black Level
Flim Mode
Auto Motion Plus
Off
10000K
Off
Off
Normal
Off
Standard
112
Schermaanpassing
4
4 Schermaanpassing
4.6.2 Color Temp.
Hiermee kunt u de kleurbalans aanpassen (Red/Green/Blue). (Bereik: 3000K–15000K)
Deze functie is alleen beschikbaar als Color Tone is ingesteld op Off.
4.6.3 Digital Noise Filter
Als het door uw product ontvangen zendsignaal zwak is, kunt u de functie Digital Noise Filter activeren
om eventuele statische beelden en echobeelden op het scherm te verminderen.
Off / Low / Medium / High / Auto
Als het signaal zwak is, dient u alle opties te proberen totdat het product het beste beeld weergeeft.
4.6.4 MPEG Noise Filter
Vermindert de MPEG-ruis om verbeterde beeldkwaliteit te bieden.
Off / Low / Medium / High / Auto
4.6.5 HDMI Black Level
Hiermee kunt u de schermdiepte afstellen door een zwartniveau te selecteren.
Normal / Low
Alleen beschikbaar in de modus HDMI.
4.6.6 Film Mode
Stelt het product automatisch in om van alle bronnen filmsignalen op te vangen en te verwerken en stelt
het beeld voor optimale kwaliteit af.
Off / Auto1 / Auto2
Beschikbaar in AV, COMPONENT (480i / 1080i) en HDMI (480i / 1080i).
113
Schermaanpassing
4
4 Schermaanpassing
4.6.7 Auto Motion Plus (Alleen voor het MD55B-model.)
Verwijdert de wazigheid en trillingen van scènes met grote hoeveelheden snelle bewegingen om een
duidelijker beeld te geven.
Afhankelijk van het land kunnen de menunamen verschillen.
Deze functie kan worden gebruikt om naar snel bewegende scènes te kijken.
Off : Schakelt Auto Motion Plus uit.
Clear : Stelt de modus Auto Motion Plus in op Clear (geschikt om snel bewegende beelden
duidelijk te zien).
Standard : Stelt de modus Auto Motion Plus in op Standard.
Smooth : Stelt de modus Auto Motion Plus in op Smooth (geschikt om bewegende beelden op
natuurlijke wijze te zien).
Custom : Gebruik dit om de scherminbranding en trillingen te reduceren zoveel als u wilt.
Demo : Toont Auto Motion Plus (het beeld wordt op de linkerhelft van het scherm weergegeven als
Auto Motion Plus is ingesteld op On).
Blur Reduction : Gebruik dit om de scherminbranding te reduceren zoveel als u wilt.
Deze wordt alleen ondersteund als Auto Motion Plus is ingesteld op Custom.
Judder Reduction : Gebruik dit om de trillingen zoveel als u wilt te reduceren.
Deze wordt alleen ondersteund als Auto Motion Plus is ingesteld op Custom.
Reset: Herstel Auto Motion Plus-instellingen naar de standaardwaarden.
De kleur op het scherm kan onbedoeld variëren met deze optie.
Uitgeschakeld wanneer PIP ingesteld is op On.
4.7 Reset Picture
MENU Picture Reset Picture ENTER
Reset uw huidige afbeeldingmodus naar de standaardinstellingen.
O
m
114
5 Het geluid aanpassen
5
Het geluid aanpassen
De geluidsinstellingen (Sound) voor het product aanpassen.
5.1 Sound Mode
MENU Sound Sound Mode ENTER
Gebruik de pijltoetsen omhoog/omlaag voor het selecteren van een optie en druk daarna op [ ].
De weergegeven afbeelding kan verschillen van het model.
Standard: selecteert de normale geluidsmodus.
Music: benadrukt muziek boven stem.
Movie: geeft het beste geluid voor films.
Clear Voice: benadrukt stem boven andere geluiden.
Amplify: verhoog de intensiteit van geluid met hoge frequentie om een betere luisterervaring
mogelijk te maken voor slechthorenden.
Indien Speaker Select ingesteld is op External, is Sound Mode uitgeschakeld.
O
m
Sound
Sound Mode
Sound Effect
Speaker Settings
Reset Sound
Standard
115
Het geluid aanpassen
5
5 Het geluid aanpassen
5.2 Sound Effect
MENU Sound Sound Effect ENTER
Indien Speaker Select ingesteld is op External, is Sound Effect uitgeschakeld.
Alleen beschikbaar wanneer Sound Mode is ingesteld op Standard.
SRS TruSurround HD (Off / On)
Deze functie voorziet in een virtuele stereofonie-ervaring met 5.1 kanalen via een luidsprekerset met
gebruik van HRTF (Head Related Transfer Function)-technologie.
SRS TruDialog (Off / On)
Deze functie stelt u in staat om de intensiteit van een stem te verhogen boven achtergrondmuziek of
geluidseffecten zodat de dialoog duidelijker gehoord kan worden.
SRS CS Headphone (Off / On)
U kunt virtuele stereofonie van 5.1 kanalen boven de koptelefoon uit horen.
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de koptelefoon is aangesloten.
Equalizer
De equalizer geeft een serie schuiven weer. Gebruik de pijltoetsen omhoog/omlaag voor het
selecteren van een schuif. Gebruik de pijltoetsen links/rechts voor het wijzigen van de waarde van de
schuif. Voor het resetten van de Equalizer, selecteert u Reset en druk op [ ]; selecteer
vervolgens YES en druk op [ ]. Om af te sluiten, selecteert u Close en druk vervolgens op [ ].
Equalizer is alleen beschikbaar in de standaard geluidsmodus.
Balance L/R: hiermee stelt u de balans af tussen de rechter- en linkerluidspreker.
100Hz / 300Hz / 1kHz / 3kHz / 10kHz (afstelling bandbreedte): hiermee stelt u het niveau van
de specifieke frequentie van de bandbreedte af.
Reset: hiermee reset u de equalizer naar de standaardinstellingen.
O
m
116
Het geluid aanpassen
5
5 Het geluid aanpassen
5.3 Speaker Settings
MENU Sound Speaker Settings ENTER
Speaker Select (External / Internal)
Indien u luistert naar soundtrack van een uitzending of film via een externe ontvanger, kunt u een
geluidsecho horen die veroorzaakt wordt door het verschil in decodeersnelheid tussen de
luidsprekers van het product en de luidsprekers die aangesloten zijn op uw audio-ontvanger. Als dit
gebeurt, stelt u het product in op External.
Wanneer u Speaker Select instelt op External, staan de luidsprekers van het product uit. U
hoort alleen geluid via de externe luidsprekers. Wanneer Speaker Select is ingesteld op
Internal, staan zowel de luidsprekers van het product als de externe luidsprekers aan. U
hoort geluid via beide luidsprekers.
Als er geen videosignaal is, zijn zowel de luidsprekers van het product als de externe
luidsprekers gedempt.
Auto Volume (Off / Normal / Night)
Normal maakt het volumeniveau gelijk op elk kanaal, zodat het volumeniveau hetzelfde is wanneer u
van kanaal wisselt.
Night maakt het volumeniveau gelijk en verlaagt het op elk kanaal, zodat elk kanaal stiller is. Night is
nuttig 's avonds, wanneer u het volume laag wilt houden.
Voor het gebruiken van de volumeregeling van een verbonden bronapparaat, stelt u Auto Volume
in op Off. Een wijziging in de volumeregeling van het verbonden bronapparaat kan niet toegepast
worden indien Auto Volume ingesteld is op Normal of Night.
5.4 Reset Sound
MENU Sound Reset Sound ENTER
Reset alle geluidsinstellingen naar de standaard fabriekswaarden. Selecteer Reset Sound, druk op
ENTER[ ], selecteer Yes in het pop-upvenster en druk vervolgens opnieuw op ENTER[].
O
m
O
m
117
6 Media
6
Media
6.1 MagicInfo Lite
MENU Media MagicInfo Lite ENTER []
Druk op de knop MagicInfo Lite op de afstandsbediening.
De weergegeven afbeelding kan verschillen van het model.
MagicInfo Lite Player stelt u in staat om inhoud (afbeeldingen, video, documentbestanden) op een
gewenst moment af te spelen.
U kunt inhoud afspelen die opgeslagen is in het interne geheugen of het USB-geheugen. U kunt tevens
inhoud afspelen via MagicInfo Lite Server nadat u verbinding gemaakt hebt met het netwerk.
Voor meer details over het gebruik van MagicInfo Lite Server, wordt verwezen naar de
gebruikshandleiding van de MagicInfo Lite Server.
O
m
O
Media
Magicinfo Lite
Videos
Photos
Music
Source
118
Media
6
6 Media
6.2 Videos
MENU Media Videos ENTER[]
Een USB-apparaat verbinden
1 Schakel uw product in.
2 Verbind een USB-apparaat met foto-, muziek- en/of videobestanden met de USB-poort op de
achterkant of zijpaneel van het product.
3 Wanneer een USB-apparaat verbonden is met het product, wordt het scherm Connected Device
weergegeven. Selecteer een verbonden apparaat en druk vervolgens op [ ].
6.2.1 Een video afspelen
1 Druk op de knop / / / voor het selecteren van de gewenste video in de bestandenlijst.
2 Druk op de knop [ ] of [ ](Play).
De bestandsnaam wordt bovenaan weergegeven met de afspeeltijd.
Indien informatie over tijd video onbekend is, wordt de afspeeltijd en voortgangsbalk niet
weergegeven.
Tijdens het afspelen van video, kunt u zoeken met gebruik van de knoppen en .
U kunt tijdens afspelen de knoppen [ ](REW), [ ](FF), Pauze, Stop en Play gebruiken
onderaan op uw afstandsbediening.
Druk op de knop RETURN om de video af te sluiten.
Wanneer u op MENU drukt wanneer inhoud van een USB-apparaat wordt afgespeeld, wordt
de weergave onderbroken en keert u terug naar de vorige ingangsmodus.
Ondersteunde indelingen voor ondertiteling van video's (voor taalondertiteling, enz.)
Naam Bestandsextensie Indeling
MPEG-4 tijdgebaseerde tekst .ttxt XML
SAMI smi HTML
SubRip .srt stringgebaseerd
SubViewer .sub stringgebaseerd
Micro DVD .sub of .txt stringgebaseerd
O
m
119
Media
6
6 Media
Ondersteunde video-indelingen
Video-inhoud wordt niet afgespeeld, of niet juist afgespeeld, in het geval van een fout in de inhoud
of de container.
Bestands
extensie
Container Video Codec Resolutie
Framesne
lheid (fps)
Bitsnel
heid
(Mbps)
Audio
Codec
*.avi
*.mkv
AVI MKV
DivX 3.11 / 4.x /
5.1 / 6.0
1920x1080 6 ~ 30 8
MP3 / AC3/
LPCM /
ADPCM /
DTS Core
H.264 BP / MP /
HP
1920x1080 6 ~ 30 25
MPEG4 SP / ASP 1920x1080 6 ~ 30 8
Motion JPEG 1920x1080 6 ~ 30 8
*.asf ASF
DivX 3.11 / 4.x /
5.1 / 6.0
1920x1080 6 ~ 30 8
MP3 / AC3/
LPCM /
ADPCM /
WMA
H.264 BP / MP /
HP
1920x1080 6 ~ 30 25
MPEG4 SP / ASP 1920x1080 6 ~ 30 8
Motion JPEG 1920x1080 6 ~ 30 8
*.wmv ASF
Window Media
Video v9
1920x1080 6 ~ 30 25 WMA
*.mp4 MP4
H.264 BP / MP /
HP
1920x1080 6 ~ 30 25
MP3 /
ADPCM /
AAC
MPEG4 SP / ASP 1920x1080 6 ~ 30 8
*.3gp 3GPP
H.264 BP / MP /
HP
1920x1080 6 ~ 30 25
ADPCM /
AAC / HE-
AAC
HEMPEG4SP /
ASP
1920x1080 6 ~ 30 8
*.vro VRO VOB
MPEG1 352x288 24 / 25 / 30 30
AC3 / MPEG
/ LPCM
MPEG2 1920x1080 24 / 25 / 30 30
*.mpg
*.mpeg
PS
MPEG1 352x288 24 / 25 / 30 30
AC3 / MPEG
/ LPCM /
AAC
MPEG2 1920x1080 24 / 25 / 30 30
H.264 1920x1080 6 ~ 30 25
*.ts
*.tp
*.trp
TS
MPEG2 1920x1080 24 / 25 / 30 30
AC3 / AAC /
MP3 / DD+ /
HE-AAC
H.264 1920x1080 6 ~ 30 25
VC1 1920x1080 6 ~ 30 25
120
Media
6
6 Media
Geluid of video werkt mogelijk niet als de inhoud een standaard bitsnelheid/framesnelheid heeft
boven de vermelde compatibele frame/sec weergegeven in de bovenstaande tabel.
Als de indextabel een fout geeft, wordt de functie Seek (Jump) niet ondersteund.
U kunt stotteren van het bestand ervaren bij het afspelen van video via een netwerkverbinding.
Video-inhoud kan niet afgespeeld worden als er veel inhoudselementen in één bestand staan.
Wanneer u video afspeelt via een netwerkverbinding, kan het zijn dat de video niet soepel
afgespeeld wordt.
Het kan langer duren voordat het menu weergegeven wordt als de bitsnelheid van de video hoger
is dan 10Mbps.
Sommige USB-apparaten/digitale camera's kunnen niet compatibel zijn met de speler.
De functie Ononderbroken Afspelen (Afspelen Hervatten) gebruiken
Als u een video afsluit terwijl deze afgespeeld wordt, kunt u de video later afspelen vanaf het punt waar u
deze gestopt hebt.
De functie Resume ondersteunt niet meerdere gebruikers. (het onthoudt alleen het punt waar de meest
recente gebruiker gestopt is met afspelen.)
1 Selecteer het videobestand dat u gestopt hebt en wilt hervatten door te drukken op de knop
of .
2 Druk op de knop [ ](Play) of [ ].
3 Druk op het pictogram Resume op het bedieningspaneel voor hervatten. De video begint met
afspelen vanaf het punt waar u het gestopt hebt.
Resume is alleen beschikbaar wanneer u het afspelen van een video die u gestopt had hervat.
Video-decoder Audio-decoder
Ondersteunt tot H.264, niveau 4.1
H.264 FMO / ASO / RS, VC1 SP / MP / AP L4
en AVCHD worden niet ondersteund.
Voor MPEG4 SP, ASP:
onder 1280 x 720: max. 60 frames
boven 1280 x 720: max. 30 frames
GMC 2 of hoger wordt niet ondersteund.
Ondersteunt tot WMA 7, 8, 9, STD
WMA 9 PRO ondersteunt geen audio met meer
dan 1 kanaal of audio zonder verliezen.
WMA-voorbeeldfrequentie 22050 Hz mono
wordt niet ondersteund.
RealAudio 10 zonder verliezen wordt niet
ondersteund.
121
Media
6
6 Media
De functie Scene Search gebruiken
Scene Search deelt een video tijdens afspelen op in vijf hoofdstukken. U kunt vervolgens het afspelen
herstarten vanaf het hoofdstuk dat u selecteert.
Indien de indexinformatie beschadigd of niet-ondersteund wordt, bent u niet in staat om de functie
Scene Search te gebruiken.
1 Selecteer het videobestand dat u wilt afspelen in het onderdeel bestandenlijst.
2 Druk op de knop [ ](Play) of [ ].
3 Druk op de knop TOOLS en vervolgens op de knop of voor het selecteren van Scene Search.
Een pop-upvenster wordt weergegeven.
4 Druk op de knop of voor het selecteren van een hoofdstuk dat u wilt bekijken. Het afspelen
start vanaf het door u geselecteerde hoofdstuk.
122
Media
6
6 Media
6.3 Photos
MENU Media Photos ENTER[]
Een USB-apparaat verbinden
1 Schakel uw product in.
2 Verbind een USB-apparaat met foto-, muziek- en/of videobestanden met de USB-poort op de
achterkant of zijpaneel van het product.
3 Wanneer een USB-apparaat verbonden is met het product, wordt het scherm Connected Device
weergegeven. Selecteer een verbonden apparaat en druk vervolgens op [ ].
6.3.1 Het bekijken van een foto (of Slide Show)
1 Druk op de knop / / / voor het selecteren van het gewenste bestand in de bestandenlijst.
2 Druk op de knop [ ].
Voor het handmatig en één voor één bekijken van bestanden, drukt u op de pijlknoppen links/
rechts.
Voor het starten van de diavoorstelling, drukt u op de knop [ ] (Play) wanneer het door u
geselecteerde bestand weergegeven wordt.
Tijdens de diavoorstelling worden alle bestanden in de bestandenlijst op volgorde weergegeven,
beginnend bij het door u geselecteerde bestand.
Wanneer u drukt op de knop [ ] (Play) in de bestandenlijst, wordt de diavoorstelling
onmiddellijk gestart.
Druk tijdens een Slide Show op de knop TOOLS voor het openen van aanvullende functies
zoals Slide Show Speed, Background Music Setting, Zoom en Rotate.
U kunt achtergrondmuziek toevoegen aan een diavoorstelling als u muziekbestanden op uw
USB-apparaat of PC hebt staan door het instellen van Background Music Setting op On in
het menu Tools en vervolgens het selecteren van muziekbestanden om af te spelen.
De Background Music Setting kan niet gewijzigd worden totdat de BGM klaar is met laden.
U kunt tijdens een diavoorstelling de knoppen Pauze, Stop en Play gebruiken onderaan op uw
afstandsbediening.
Wanneer u drukt op de knop Stop of Return, wordt de diavoorstelling gestopt en het
hoofdfotoscherm wordt opnieuw weergegeven.
Wanneer u op MENU drukt wanneer inhoud van een USB-apparaat wordt afgespeeld, wordt
de weergave onderbroken en keert u terug naar de vorige ingangsmodus.
O
m
123
Media
6
6 Media
6.4 Music
MENU Media Music ENTER[]
Een USB-apparaat verbinden
1 Schakel uw product in.
2 Verbind een USB-apparaat met foto-, muziek- en/of videobestanden met de USB-poort op de
achterkant of zijpaneel van het product.
3 Wanneer een USB-apparaat verbonden is met het product, wordt het scherm Connected Device
weergegeven. Selecteer een verbonden apparaat en druk vervolgens op [ ].
6.4.1 Muziek afspelen
1 Druk op de knop / / / voor het selecteren van het gewenste muziekbestand in de
bestandenlijst.
2 Druk op de knop [ ] of [ ](Play).
Wanneer muziek wordt afgespeeld, kunt u zoeken met gebruik van de knop [ ] (REW) en
[ ] (FF).
Indien het geluid abnormaal is bij het afspelen van MP3-bestanden, stelt u de equalizer af in het
menu Geluid. (een teveel gemoduleerd MP3-bestand kan een geluidsprobleem veroorzaken.)
Wanneer u op MENU drukt wanneer inhoud van een USB-apparaat wordt afgespeeld, wordt de
weergave onderbroken en keert u terug naar de vorige ingangsmodus.
My Playlist maken
1 Druk in het scherm Music op de knop /// voor het selecteren van Edit Mode, en druk
vervolgens op de knop [ ].
Een selectievakje wordt weergegeven links van de bestanden.
2 Druk op de knop / / / voor het selecteren van de nummers die u wilt toevoegen en druk
vervolgens op de knop [ ].
Er verschijnt een vinkje in het selectievakje.
3 Herhaal stap 2 voor het selecteren van extra nummers.
Voor het selecteren van alle bestanden op de huidige pagina, selecteert u Select All bovenaan
de pagina en druk vervolgens op [ ].
4 Druk op de knop / / / voor het selecteren van Add to My Playlist.
Merk op dat door het selecteren van Clear My Playlist, My Playlist wordt teruggezet naar de
standaard afspeellijst en alle door u toegevoegde nummers worden verwijderd.
5 Druk op de knop [ ]. Het bericht “Selected items were added to My Playlist.” wordt
weergegeven.
6 De onlangs gemaakte of bijgewerkte afspeellijst staat op de hoofdpagina Music.
O
m
124
Media
6
6 Media
My Playlist afspelen
Selecteer de map My Playlist en deze wordt automatisch afgespeeld. Druk op de knop of voor het
afspelen van een ander muziekbestand binnen de afspeellijst.
Voor het verwijderen van een bestand uit My Playlist, selecteert u het pictogram prullenbak naast het
bestand dat u wilt verwijderen door gebruik te maken van de richtingknoppen en druk vervolgens op
[ ]. Het bestand wordt verwijderd uit My Playlist.
Geselecteerde muziekbestanden afspelen
1 Druk in het scherm Music op de knop / / / voor het selecteren van Edit Mode uiterst rechts
op het scherm, en druk vervolgens op de knop [ ].
2 Druk op de knop / / / voor het selecteren van het gewenste muziekbestand in de
bestandenlijst en vervolgens op de knop [ ].
Het teken verschijnt links van de geselecteerde bestanden.
3 Herhaal stap 2 voor het selecteren van extra nummers.
Voor het selecteren van alle bestanden op de huidige pagina, selecteert u Select All bovenaan.
Voor het annuleren van een selectie, drukt u opnieuw op de knop [ ].
4 Druk op de knop /// voor het selecteren van Play onderaan het scherm en druk vervolgens
op [ ]. De geselecteerde muziekbestanden worden afgespeeld.
c
125
Media
6
6 Media
6.5 Videos / Photos / Music - Aanvullende functies
6.5.1 Bestandslijsten sorteren
Voor het sorteren van bestanden in de bestandenlijsten, selecteert u het pictogram (Sorting)
rechtsboven in het scherm door gebruik te maken van de knop / / / . Druk vervolgens op de knop
[ ]. De onderstaande vinkjes geven aan voor welke media de sorteercriteria gelden.
Sorteercriteria Bediening Videos Photos Music
Folder view Geeft de gehele map weer. U kunt de
bestandsnaam en miniatuurweergave bekijken
door de map te selecteren.
Title Sorteert en geeft de bestandstitel weer op
volgorde van symbool / nummer / alfabet /
speciale tekens.
Latest Date Sorteert en toont bestanden op de meest
recente datum.
Earliest Date Sorteert en toont bestanden op de oudste
datum.
Monthly Sorteert en toont fotobestanden per maand.
Artist Sorteert het muziekbestand op artiest in
alfabetische volgorde.
Album Sorteert het muziekbestand op album in
alfabetische volgorde.
Genre Sorteert muziekbestanden op het genre.
c
c c
c
c c
c
c
c
c
c
c
c
c
126
Media
6
6 Media
6.5.2 Menu voor afspeelopties voor Videos/Photos/Music
Tijdens het afspelen van video- of fotobestanden kunt u op de knop TOOLS drukken om een optiemenu
weer te geven.
Hieronder vindt u een reeks tabellen met de beschikbare opties en de media waarop elke optie van
toepassing is.
Naam optie Handelingen Videos Photos Music
List Terug naar de bestandenlijst.
Play / Pause U kunt starten of stoppen. Als alternatief kan
de knop (Play) of (Pause) op de
afstandsbediening worden gebruikt.
Previous / Next Ga naar het vorige/volgende fotobestand.
Shuffle U kunt de muziek in volgorde of willekeurig
afspelen.
Resume U kunt een film herstarten vanaf het punt dat u
hem stopzette.
Scene Search U kunt de functie Scene Search tijdens het
afspelen gebruiken om vanaf de scène van uw
keuze een film te kijken of te starten.
Title Search U kunt rechtstreeks naar een andere titel gaan.
Time Search
U kunt via de knoppen en de film
doorzoeken met intervallen van 1 minuut.
Subtitle U kunt een ondertitel weergeven. Als het
ondertitelingsbestand meerdere talen bevat,
kunt u een specifieke taal selecteren.
Repeat Mode U kunt de film- en muziekbestanden
herhaaldelijk afspelen.
Picture Size U kunt de beeldgrootte naar uw voorkeur
afstellen.
Picture Mode U kunt de Picture Mode wijzigen.
Sound Mode U kunt de Sound Mode wijzigen.
Audio Language U kunt in één van de ondersteunde talen van
de video genieten. De functie wordt alleen
ingeschakeld als u streambestanden afspeelt
die meervoudige audio-indelingen
ondersteunen.
c
c
c
II
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
127
Media
6
6 Media
Door op de knop INFO te drukken terwijl een naam van een apparaat is geselecteerd, wordt
informatie over het geselecteerde apparaat weergegeven.
Door op de knop INFO te drukken terwijl een bestand is geselecteerd, wordt informatie over het
geselecteerde bestand weergegeven.
Subtitle Setting Geeft de Subtitle Setting weer. U kunt een
ondertitelingsoptie instellen.
Start Slide Show
/ Stop Slide
Show
U kunt een diashow starten of stoppen. Als
alternatief kunt u de knop of op de
afstandsbediening gebruiken.
Slide Show
Speed
U kunt tijdens de diashow de snelheid van de
diashow selecteren. Als alternatief kunt u de
knop of op de afstandsbediening
gebruiken.
Slide Show
Effect
U kunt diverse effecten voor slideshows
instellen.
Background
Music On / Off
U kunt achtergrondmuziek starten of stoppen.
Background
Music Setting
U kunt achtergrondmuziek instellen en
selecteren terwijl u naar een fotobestand of
diashow kijkt.
Zoom U kunt in volledige schermmodus op
afbeeldingen inzoomen.
Rotate U kunt afbeeldingen roteren.
Naam optie Handelingen Videos Photos Music
c
II
c
c
c
c
c
c
c
128
Media
6
6 Media
6.6 Source
MENU Media Source ENTER[]
Met Source kunt u verschillende bronnen selecteren en de naam van de bronapparaten wijzigen.
6.6.1 Source
U kunt het scherm van een bronapparaat weergeven dat op het product is aangesloten. Selecteer in de
Source List een bron om het scherm van de geselecteerde bron weer te geven.
De weergegeven afbeelding kan verschillen van het model.
Door de knop SOURCE op de afstandsbediening te gebruiken, kan ook de invoerbron worden
gewijzigd.
Het scherm wordt mogelijk niet goed weergegeven als er een onjuiste bron is geselecteerd voor het
bronapparaat waarnaar u wilt converteren.
O
m
Media
Magicinfo Lite
Videos
Photos
Music
Source
129
Media
6
6 Media
6.6.2 Edit Name
MENU Media Source TOOLS Edit Name ENTER[]
U kunt de naam van een aangesloten bronapparaat wijzigen.
Soms wordt het scherm niet goed weergegeven tenzij de van het bronapparaat wordt opgegeven in
Edit Name. Daarnaast kunt u voor een optimale beeldkwaliteit de naam van het bronapparaat het
beste wijzigen Edit Name.
De lijst kan de volgende bronapparaten bevatten. Welke bronapparaten er op de lijst worden
weergegeven, is afhankelijk van de geselecteerde bron.
VCR / DVD / Cable STB / Satellite STB / PVR STB / AV Receiver / Game / Camcorder /
PC / DVI PC / DVI Devices / TV / IPTV / Blu-ray / HD DVD / DMA
Welke instellingen er beschikbaar zijn in het menu Picture, is afhankelijk van de huidige bron en de
instellingen in Edit Name.
Als u met een HDMI-kabel een computer op de poort HDMI IN aansluit, moet u de modus PC onder
Edit Name instellen.
Als u met een HDMI-naar-DVI-kabel een computer op de poort HDMI IN aansluit, moet u de modus
DVI PC onder Edit Name instellen.
Als u met een HDMI-naar-DVI-kabel AV-apparatuur op de poort HDMI IN aansluit, moet u de
modus DVI Devices onder Edit Name instellen.
6.6.3 Information
MENU Media Source TOOLS Information ENTER[]
U kunt gedetailleerde informatie over het geselecteerde externe apparaat zien.
6.6.4 Refresh
MENU Media Source TOOLS Refresh ENTER[]
In het menu Source drukt u, als de externe apparaten niet worden weergegeven, op de knop TOOLS
om Refresh te selecteren. Zoek aangesloten apparaten.
O
m
O
m
O
m
130
7 Netwerk
7
Netwerk
7.1 Network Settings
7.1.1 Aansluiten op een bedraad netwerk
Er bestaan drie manieren om uw product te bevestigen aan uw LAN met gebruik van een kabel.
U kunt uw product bevestigen aan uw LAN door de LAN-poort op de achterkant van uw product
met een extern modem te verbinden met gebruik van een LAN-kabel. Zie het onderstaande schema.
U kunt uw product bevestigen aan uw LAN door het verbinden van de LAN-poort op de achterkant
van het product met een IP-verdeler die verbonden is met een extern modem. Gebruik een LAN-
kabel voor de verbinding. Zie het onderstaande schema.
Afhankelijk van de configuratie van uw netwerk, kunt u uw product bevestigen aan uw LAN door de
LAN-poort op de achterkant van uw product direct te verbinden met een stopcontact van het
netwerk met gebruik van een LAN-kabel. Zie het onderstaande schema. Merk op dat het
stopcontact bevestigd is aan een modem of router elders in uw huis.
In het geval van een dynamisch netwerk, dient u een ADSL-modem of -router te gebruiken die het
Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP) ondersteunt. Modems en routers die DHCP
ondersteunen, geven automatisch het IP-adres, subnetmasker, poort en DNS-waarden die uw
RJ45
De modempoort aan de muur
Extern modem
(ADSL / VDSL)
Modemkabel LAN-kabel
LAN
De modempoort aan de muur
Extern modem
(ADSL / VDSL)
IP-deler
(in geval van een DHCP-server)
LAN
Modemkabel LAN-kabel LAN-kabel
RJ45
De LAN-poort aan de muur
LAN
LAN-kabel
RJ45
131
Netwerk
7
7 Netwerk
product nodig heeft voor toegang tot het internet, zodat u dit niet handmatig in hoeft te voeren. De
meeste thuisnetwerken zijn dynamische netwerken.
Sommige netwerken hebben een statisch IP-adres nodig. Als uw netwerk een statisch IP-adres
nodig heeft, moet u het IP-adres, subnetmasker, poort en DNS-waarden handmatig invoeren in het
kabelopmaakscherm van uw product bij het instellen van de netwerkverbinding. Voor het verkrijgen
van het IP-adres, subnetmasker, poort en DNS-waarden, neemt u contact op met uw Internet
Service Provider (ISP). Als u een Windows-computer hebt, kunt u deze waarden ook via uw
computer verkrijgen.
U kunt ADSL-modems gebruiken die DHCP ondersteunen indien uw netwerk een statisch IP-
adres nodig heeft. ADSL-modems die DHCP ondersteunen, laten u tevens statische IP-adressen
gebruiken.
7.1.2 Kabelnetwerk instellen
MENU Network Network Settings ENTER
Stel de netwerkverbinding in om internetservices te gebruiken zoals het uitvoeren van software-
upgrades.
De weergegeven afbeelding kan verschillen van het model.
Automatische Network Setup
Gebruik de automatische Network Settings als u uw product op een netwerk aansluit dat DHCP
ondersteunt. Om automatisch uw product-kabel-netwerkverbinding in te stellen, volgt u onderstaande
stappen.
Hoe u automatisch kunt instellen
1 Ga naar het scherm Network Settings.
2 Selecteer Wired, druk op [ ] en druk vervolgens opnieuw op [ ].
3 Het scherm voor netwerktests verschijnt en verifieert de netwerkverbinding. Zodra de verbinding is
geverifieerd, verschijnt het bericht "Internet is connected succesfully".
O
/FUXPSL4FUUJOHT
8JSFE
8JSFMFTT(FOFSBM
1SFWJPVT
/FYU
$BODFM
8141#$
0OF'PPU$POOFDUJPO
$POOFDUUPUIFOFUXPSLVTJOH
-"/DBCMF1MFBTFNBLFTVSF
UIBUUIF-"/DBCMFJT
DPOOFDUFE
4FMFDUBOFUXPSLDPOOFDUJPOUZQF
$
POOFDUUPUIFOFUXPSLVTJO
H
-
"/DBCMF
1MFBTFNBLFTVS
F
UIBUUIF-"/DBCMFJ
T
132
Netwerk
7
7 Netwerk
Als de verbinding mislukt, dient u de LAN-poortverbinding te controleren.
Als het automatische proces de waarden van de netwerkverbinding niet kan vinden of als u de
verbinding handmatig wilt instellen, gaat u naar de volgende paragraaf, Manual Network
Setup.
Handmatige netwerkinstelling
Gebruik de handmatige Network Setup als u uw product op een netwerk aansluit dat een statisch IP-
adres vereist.
De netwerkverbindingswaarden ophalen
Om de netwerkverbindingswaarden op de meeste Windows-computers weer te geven, volgt u
onderstaande stappen.
1 Klik met de rechtermuisknop op het netwerkpictogram rechtsonder op het scherm.
2 In het pop-upmenu dat verschijnt, klikt u op Status.
3 Op het dialoogvenster dat verschijnt, klikt u op het tabblad Support.
4 Op het tabblad Support klikt u op de knop Details. De netwerkverbindingswaarden worden
weergegeven.
Hoe u handmatig kunt instellen
Om handmatig uw product-kabel-netwerkverbinding in te stellen, volgt u onderstaande stappen.
1 Ga naar het scherm Network Settings.
2 Selecteer Wired, druk op [ ] en druk vervolgens opnieuw op [ ]. Het scherm voor netwerktests
verschijnt en de verificatieprocedure start.
3 Druk op [ ]. De verificatieprocedure stopt. Selecteer op het scherm voor netwerkverbindingen de
optie IP Settings. Het scherm IP Settings verschijnt.
4 Selecteer het veld bovenaan, druk op [ ] en stel vervolgens IP Mode in op Manual.
5 Druk op uw afstandsbediening op de knop om naar het invoerveld voor IP-adressen te gaan en
druk vervolgens op [ ].
6 Voer het eerste deel van het IP Address in het eerste invoerveld in met de nummertoetsen op uw
afstandsbediening. Druk op de pijltoets rechts om naar het volgende veld te gaan.
7 Voer het volgende deel van het IP Address in. Druk op de pijltoets rechts om naar het volgende veld
te gaan.
8 Herhaal de invoerprocedure voor elk veld in het IP Address.
Als u tijdens het invoeren van een nummer een fout maakt, voert u het nummer opnieuw in om het
te corrigeren. U kunt ook op de pijltoets omhoog of omlaag drukken om het nummer met één
eenheid per keer te wijzigen.
9 Als u klaar bent met het invoeren van het IP Address drukt u op [ ].
10 Druk op de pijltoets omlaag om naar de velden Subnet Mask te gaan en druk vervolgens op [ ].
133
Netwerk
7
7 Netwerk
11 Herhaal hetzelfde invoerproces voor Subnet Mask, Gateway en DNS Server.
12 Selecteer ten slotte onderaan op de pagina OK en druk op [ ]. Het scherm voor netwerktests
verschijnt en de verificatieprocedure start. Zodra de verbinding is geverifieerd, verschijnt het bericht
"Internet is connected succesfully".
7.1.3 Aansluiten op een draadloos netwerk
Voor het aansluiten van uw product op uw draadloze netwerk, hebt u een draadloze router of modem
nodig en een draadloze LAN-adapter van Samsung (WIS09ABGN, WIS09ABGN2 of WIS10ABGN -
afzonderlijk verkocht), die u verbindt met de USB-poort op de achterkant of zijkant van uw product. Zie
de onderstaande illustratie.
Samsungs draadloze LAN-adapter wordt afzonderlijk verkocht en wordt aangeboden door
geselecteerde detailhandelaars, Ecommerce-sites en Samsungparts.com. Samsungs draadloze LAN-
adapter ondersteunt de communicatieprotocollen IEEE 802.11a/b/g en n. Samsung raadt het gebruik
van IEEE 802.11n aan. Wanneer u video afspeelt via een netwerkverbinding, kan het zijn dat de video niet
soepel afgespeeld wordt.
U moet de “draadloze LAN-adapter van Samsung” (WIS09ABGN, WIS09ABGN2 of WIS10ABGN)
gebruiken voor het gebruik van een draadloos netwerk.
De draadloze LAN-adapter van Samsung en het USB-verlengsnoer worden afzonderlijk verkocht
en worden aangeboden door geselecteerde detailhandelaars, Ecommerce-sites en
Samsungparts.com.
Voor het gebruiken van een draadloos netwerk, moet uw product verbonden zijn met een
draadloze IP-verdeler (een router of een modem). Als de draadloze IP-verdeler DHCP ondersteunt,
kan uw product een DHCP of statisch IP-adres gebruiken om verbinding te maken met het
draadloze netwerk.
Selecteer een kanaal voor de draadloze IP-verdeler die momenteel niet gebruikt wordt. Als het
kanaal dat ingesteld is voor de draadloze IP-verdeler momenteel gebruikt wordt door een ander
apparaat in de nabijheid, leidt dit tot interferentie en een communicatiefout.
Uw product ondersteunt alleen de volgende beveiligingsprotocollen voor draadloze netwerken:
Authenticatiemodus : WEP, WPAPSK, WPA2PSK
Coderingstype : WEP, TKIP, AES.
Als u de modus Pure High-throughput (Greenfield) 802.11n selecteert en het coderingstype is
ingesteld op WEP, TKIP of TKIP AES (WPS2Mixed) op uw AP of draadloze router, ondersteunen
Samsung-producten geen verbinding overeenkomstig de nieuwe Wi-Fi-certificatiespecificaties.
De LAN-poort aan de muur
Draadloze IP-deler
(router met een DHCP-server)
LAN-kabel
Product Achterpaneel
Samsung Wireles LAN Adapter
134
Netwerk
7
7 Netwerk
Als uw draadloze router WPS (Wi-Fi Protected Setup) ondersteunt, kunt u verbinding maken met
het netwerk via PBC (Push Button Configuration) of PIN (Personal Identification Number). WPS
configureert automatisch de SSID- en WPA-sleutel in elke modus.
Als uw router, modem of apparaat niet gecertificeerd is, kan het zijn dat het geen verbinding maakt
met het product via de "draadloze LAN-adapter van Samsung".
Zorg ervoor dat het product aangezet is voordat u verbinding maakt met de draadloze LAN-
adapter van Samsung.
Verbindingsmethoden: U kunt de draadloze netwerkverbinding op vijf manieren instellen:
Automatisch instellen (met gebruik van de functie Automatisch netwerk zoeken)
Handmatig instellen
Ad Hoc
WPS(PBC)
One Foot Connection
Het kan zijn dat het product de draadloze LAN-adapter van Samsung niet herkent als u deze
verbindt met het product met een USB-stick of een ander USB-verlengsnoer dan de kabel die
meegeleverd is met het product.
7.1.4 Draadloos netwerk instellen
Automatische Network Setup
De meeste draadloze netwerken hebben een optioneel veiligheidssysteem dat vereist dat apparaten die
toegang tot het netwerk hebben een gecodeerde beveiligingscode uitzenden, ook wel een
toegangscode of Security Key genoemd. De Security Key is gebaseerd op een toegangszin die
meestal uit een woord of een reeks letters en nummers van een aangegeven lengte bestaat, die u hebt
moeten invoeren toen u voor uw draadloze netwerk de beveiliging instelde. Als u deze methode voor het
instellen van de netwerkverbinding gebruikt en voor uw draadloze netwerk een Security Key hebt, moet
u tijdens de automatische of handmatige instellingsprocedure de toegangszin invoeren.
Hoe u automatisch kunt instellen
1 Ga naar het scherm Network Settings.
2 Selecteer Wireless (General), druk op [ ] en druk vervolgens opnieuw op [ ].
3 De functie Network zoekt naar beschikbare draadloze netwerken. Er wordt een lijst beschikbare
netwerken weergegeven.
4 In de lijst van netwerken drukt u op de knop of om een netwerk te selecteren en drukt u
vervolgens twee keer op de knop [ ].
Als de draadloze router is ingesteld op Verborgen (onzichtbaar), moet u Add Network selecteren
en de juiste Network Name (SSID) en Security key instellen om de verbinding te maken.
5 Als het scherm Beveiligingscode invoeren verschijnt, gaat u naar stap 6. Als u een draadloze
router selecteert die geen beveiliging heeft, gaat u naar stap 8.
6 Als de router is beveiligd, voert u de Security key (Security key of PIN) in.
135
Netwerk
7
7 Netwerk
Als u de Security key (Security key of PIN) invoert, gebruikt u de knoppen /// op
uw afstandsbediening om nummers/tekens te selecteren. Druk op de knop [ ] om de
tekens in te voeren.
U kunt ook nummers invoeren door op de nummertoetsen op uw afstandsbediening te
drukken.
7 Gebruik ten slotte de pijltoets rechts om de cursor naar Next te verplaatsen en druk op [ ].
8 Het scherm voor netwerkverbindingen verschijnt en de verificatieprocedure start. Zodra de
verbinding is geverifieerd, verschijnt het bericht "Internet is connected succesfully".
Als het netwerk de Security key (Security key of PIN) niet aanvaardt, selecteert u Retry of IP
Settings om handmatig de instellingen in te voeren.
Als u de verbinding handmatig wilt instellen, selecteert u IP Settings. Ga daarna naar de
volgende paragraaf "Hoe u handmatig kunt instellen".
Handmatige Network Setup
Gebruik de handmatige Network Setup als u uw product op een netwerk aansluit dat een statisch IP-
adres vereist of als de automatische verbindingsprocedure is mislukt.
De netwerkverbindingswaarden ophalen
Om de netwerkverbindingswaarden op de meeste Windows-computers weer te geven, volgt u
onderstaande stappen:
1 Klik met de rechtermuisknop op het netwerkpictogram rechtsonder op het scherm.
2 In het pop-upmenu dat verschijnt, klikt u op Status.
3 Op het dialoogvenster dat verschijnt, klikt u op het tabblad Support.
4 Op het tabblad Support klikt u op de knop Details. De netwerkverbindingswaarden worden
weergegeven.
Hoe u handmatig kunt instellen
Om handmatig uw product-kabel-netwerkverbinding in te stellen, volgt u onderstaande stappen:
1 Ga naar het scherm Network Settings.
2 Selecteer Wireless (General), druk op [ ] en druk vervolgens opnieuw op [ ].
3 De functie Network zoekt naar beschikbare draadloze netwerken. Er wordt een lijst beschikbare
netwerken weergegeven.
4 In de lijst van netwerken drukt u op de knop of om een netwerk te selecteren en drukt u
vervolgens twee keer op de knop [ ].
Als de draadloze router is ingesteld op Verborgen (onzichtbaar), moet u Add Network selecteren
en de juiste Network Name (SSID) en Security key instellen om de verbinding te maken.
5 Als het scherm Beveiligingscode invoeren verschijnt, gaat u naar stap 6. Als u een draadloze router
hebt geselecteerd die geen beveiliging heeft, gaat u naar stap 8.
136
Netwerk
7
7 Netwerk
6 Voer de Security key (Security key of PIN) in.
Als u de Security key (Security key of PIN) invoert, gebruikt u de knoppen /// op
uw afstandsbediening om nummers/tekens te selecteren. Druk op [ ] om de tekens in te
voeren.
U kunt ook nummers invoeren door op de nummertoetsen op uw afstandsbediening te
drukken.
U kunt de Toegangszin op één van de instellingenvensters vinden die u voor het instellen van
uw router of modem hebt gebruikt.
7 Gebruik ten slotte de knop om de cursor naar Next te verplaatsen en druk op de knop [ ].
8 Het scherm voor netwerkverbindingen verschijnt en de verificatieprocedure start. Druk op [ ] om
te annuleren. Selecteer op het scherm voor netwerkverbindingen de optie IP Settings. Het scherm
IP Settings verschijnt.
9 Selecteer het veld bovenaan, druk op [ ] en stel dan IP Mode in op Manual.
10 Druk op uw afstandsbediening op de knop om naar het invoerveld voor IP Address te gaan en
druk vervolgens op [ ].
11 Voer het eerste deel van het IP Address (bijvoorbeeld: 105) in het eerste invoerveld in met de
nummertoetsen op uw afstandsbediening. Druk op de knop om naar het volgende veld te gaan.
12 Voer het volgende deel van het IP Address in. Druk op de knop om naar het volgende veld te
gaan.
13 Herhaal de invoerprocedure voor elk veld in het IP Address.
Als u tijdens het invoeren van een nummer een fout maakt, voert u het nummer opnieuw in om het
te corrigeren. U kunt ook op de knop of drukken om het nummer met één eenheid per keer
te wijzigen.
14 Als u klaar bent met het invoeren van het IP Address drukt u op [ ].
15 Druk op de knop om naar de velden Subnet Mask te gaan en druk vervolgens op [ ].
16 Herhaal hetzelfde invoerproces voor Subnet Mask, Gateway en DNS Server.
17 Selecteer ten slotte onderaan op de pagina OK en druk op [ ]. Het scherm voor
netwerkverbindingen verschijnt en de verificatieprocedure start. Zodra de verbinding is geverifieerd,
verschijnt het bericht "Internet is connected succesfully".
7.1.5 WPS(PBC)
Hoe u kunt instellen met WPS(PBC)
Als uw router een knop voor WPS(PBC) heeft, volgt u onderstaande stappen:
1 Ga naar het scherm Network Settings.
2 Selecteer WPS(PBC), druk op [ ] en druk vervolgens opnieuw op [ ].
3 Druk binnen 2 minuten op de knop WPS(PBC) op uw router. Uw product verkrijgt automatisch alle
netwerkinstellingswaarden die nodig zijn en maakt verbinding met uw netwerk.
4 Het scherm voor netwerkverbinding verschijnt en het netwerk is ingesteld.
137
Netwerk
7
7 Netwerk
7.1.6 One Foot Connection
Met de functie One Foot Connection kunt u uw Samsung-product automatisch op een draadloze
Samsung-router aansluiten. Als uw draadloze router geen One Foot Connection ondersteunt, moet u
met één van de volgende methoden verbinding maken.
U kunt op www.samsung.com controleren welke apparaten de One Foot Connection ondersteunen.
Hoe u kunt instellen met One Foot Connection
1 Schakel de draadloze Samsung-router en het product in.
2 Ga naar het scherm Network Settings.
3 Selecteer One Foot Connection en druk op [ ] en druk vervolgens opnieuw op [ ].
4 Plaats de draadloze router parallel met de draadloze adapter van Samsung en niet verder dan 25 cm
(ongeveer 9 3/4 inch).
Als de One Foot Connection uw product niet met uw router verbindt, verschijnt op het scherm
een pop-upvenster dat u over de mislukte verbinding inlicht. Als u wilt proberen de One Foot
Connection opnieuw te gebruiken, stelt u de draadloze router opnieuw in en probeert u het
opnieuw vanaf Stap 1. U kunt ook één van de andere verbindingsinstellingsmethoden kiezen.
5 Het scherm voor netwerkverbinding verschijnt en het netwerk is ingesteld.
6 Plaats de draadloze router op een gewenste locatie.
Als de instellingen van de draadloze router veranderen of als u een nieuwe draadloze router
installeert, moet u de procedure voor de One Foot Connection opnieuw uitvoeren, waarbij u vanaf
Stap 1 begint.
7.1.7 Ad Hoc-netwerkinstelling
U kunt zonder een draadloze router of AP via het product een mobiel apparaat verbinden dat Ad-hoc-
verbindingen ondersteunt.
Priority QOS
Deze functie voor Priority QOS is uniek voor draadloze Samsung-routers.
U kunt een draadloze Samsung-router op diverse apparaten aansluiten, zoals laptops, mobiele
telefoons, BD-spelers, enz. Zodra u echter een Samsung-product op een draadloze Samsung-router
aansluit, geeft de draadloze Samsung-router een voorkeursverbinding aan het Samsung-product.
Dit verzekert dat u de hoogste kwaliteit streaminginhoud en de snelste doorvoersnelheid hebt.
Priority QOS zorgt dat uw product sneller wordt door het de voorkeursbandbreedte te geven.
(Priority QOS is optioneel. U kunt het in- en uitschakelen.)
Omdat uw Samsung-product een prioriteitsverbinding heeft, kunt u zonder buffers van de HD-
inhoud genieten.
De verbindingssnelheid kan op basis van de netwerkomgeving verschillen.
138
Netwerk
7
7 Netwerk
Hoe u kunt instellen met Ad hoc
1 Ga naar het scherm Network Settings.
2 Selecteer Wireless (General), druk op [ ] en druk vervolgens opnieuw op [ ].
3 Selecteer Ad hoc. Het bericht “Ad hoc service supports a direct connection with Wi-Fi
compatible devices like a cell phone or PC. Andere netwerkdiensten kunnen beperkt zijn. Do
you want to change the network connection?” wordt weergegeven.
4 Selecteer OK en druk op [ ]. Het product zoekt het mobiele apparaat.
5 Als het product klaar is met het zoeken naar uw mobiele apparaat, voert u de gegenereerde
Network Name (SSID) en Security Key in het apparaat in dat u wilt aansluiten en maakt u daarna
verbinding met het netwerk.
Als het netwerk niet normaal werkt, controleert u opnieuw de naam van het netwerk (SSID) en
de beveiligingscode. Een onjuiste beveiligingscode kan een storing veroorzaken.
Zodra een apparaat is aangesloten, wordt het in de lijst Netwerkinstellingen weergegeven.
Zodra u opnieuw verbinding met het apparaat maakt, vindt u het in de lijst.
7.2 Network Status
MENU Network Network Status ENTER
U kunt de huidige netwerk- en internetstatus controleren.
De weergegeven afbeelding kan verschillen van het model.
O
m
Network
Network Settings
Network Status
MagicInfo Lite Settings
139
Netwerk
7
7 Netwerk
7.3 MagicInfo Lite Instellingen
MENU Network MagicInfo Lite Settings ENTER[]
1 Server
Het IP van de MagicInfo Lite-server instellen
Voer het IP-adres en poortnummer van de server in.
Gebruik 7001 als het poortnummer.
Wanneer u met poortnummer 7001 geen verbinding kunt maken met de server, dient u
bij uw serverbeheerder het juiste poortnummer te achterhalen en dan het poortnummer
te wijzigen.
FTP Mode
Selecteer een FTP-bedieningsmodus: Active of Passive.
Default Storage
Geef het standaardgeheugen aan om schema's of inhoud op te slaan die van de server zijn
verzonden.
Als de standaard opslagruimte op USB is ingesteld, wordt geen schema ingeschakeld als
er geen USB-apparaat is aangesloten.
Stuur een waarschuwingsbericht naar de server als het interne geheugen vol is.
2 Storage
Internal Memory: geeft de ruimte aan die momenteel wordt gebruikt of verwijdert alle inhoud.
USB: geeft de ruimte aan die momenteel wordt gebruikt.
3 Slideshow
Image Viewer Time: stelt in hoe lang u beelden wilt weergeven die worden afgespeeld vanaf
Local Schedule of via één van de functies voor automatisch afspelen.
PPT Viewer Time: stelt in hoe lang u elke pagina van een documentbestand wilt weergeven dat
wordt afgespeeld vanaf Local Schedule of via één van de functies voor automatisch afspelen.
Image Effect: configureert de overgangseffecten voor het beeld
Fade1, Fade2, Blind, Spiral, Checker, Linear, Stairs, Wipe, Random, None
4 Schedule Name
Selecteer een titelindeling voor een schema tijdens het aanmaken van een lokaal schema:
YYYYMMDD, YYYYDDMM of DDMMYYYY
5 Safely Remove USB
Verwijdert op veilige wijze het USB-geheugen.
6 Information
Device Name: geeft de naam van een apparaat weer die herkend wordt door de server.
Serial Number: geeft het originele identificatienummer van een apparaat weer.
Software Version: geeft de softwareversie van een apparaat weer.
Raadpleeg pagina 165 voor details over het menu MagicInfo Lite Player Guide.
O
m
140
8 Systeem
8
Systeem
8.1 Multi Control
MENU System Multi Control ENTER
Hiermee wordt een individuele ID toegewezen aan het apparaat.
8.1.1 Instellingen configureren voor Multi Control
MDC Connection
Selecteer een methode om op MDC aan te sluiten om het MDC-signaal te ontvangen.
RS232C MDC
Communiceer via de RS232C-stereokabel met MDC.
RJ45 MDC
Communiceer via de RJ45kabel met MDC.
ID Setup
Wijs een ID aan een set toe. (Bereik: 0~99)
Druk op of om een waarde te selecteren en druk op [ ].
ID Input
Geef de ID op van het apparaat dat via een invoerkabel is aangesloten op het product voor de
ontvangst van een ingangssignaal.
Gebruik de cijfertoetsen op afstandsbediening om het gewenste nummer op te geven dat u wilt
gebruiken.
(Zie pagina 66 voor meer informatie over het menu MDC.
O
m
141
Systeem
8
8 Systeem
8.2 Time
MENU System Time ENTER
U kunt Clock Set of Sleep Timer configureren. U kunt er met de functie Timer ook voor zorgen dat het
product automatisch wordt in- of uitgeschakeld op een bepaald tijdstip.
8.2.1 Clock set
Stel de klok in om diverse timerfuncties van het product te gebruiken.
De instellingen voor de klok wijzigen
Clock Set
Stel de Date en Time in.
Selecteer Clock Set. Selecteer Date of Time en druk vervolgens op [ ]. Gebruik de
nummertoetsen om de nummers in te voeren of druk op de pijltoetsen omhoog/omlaag. Gebruik de
pijltoetsen links/rechts om van één invoerveld naar het volgende te gaan. Druk ten slotte op [ ].
Om de Clock Set, af te sluiten selecteert u Close en drukt u vervolgens op [ ].
U kunt de Date en Time rechtstreeks instellen door op de nummertoetsen op de
afstandsbediening te drukken.
8.2.2 Sleep Timer
Schakelt het product na een vooraf ingestelde tijdsperiode automatisch uit. (Off / 30 min / 60 min / 90
min / 120 min / 150 min / 180 min).
Gebruik de pijltoetsen omhoog/omlaag om een tijdsperiode te selecteren en druk vervolgens op [ ].
Om Sleep Timer te annuleren, selecteert u Off.
8.2.3 On Timer
Stel On Timer in zodat uw product automatisch op een tijdstip en dag van uw keuze wordt ingeschakeld.
On Timer: u kunt drie afzonderlijke On Timer-configuraties instellen. (On Timer 1, On Timer 2, On
Timer 3)
Voordat u On Timer gebruikt, moet u de klok instellen.
Setup: selecteer Off, Once, Everyday, Mon~Fri, Mon~Sat, Sat~Sun of Manual. Als u
Manual selecteert, kunt u de dagen selecteren waarop u wilt dat On Timer uw product
inschakelt.
O
m
142
Systeem
8
8 Systeem
Het vinkje geeft de dagen aan die u hebt geselecteerd.
Time: De uren en minuten instellen. Gebruik de nummertoetsen of de pijltoetsen omhoog/
omlaag om de nummers in te voeren. Gebruik de pijltoetsen links/rechts om invoervelden te
wijzigen.
Volume: stel het gewenste volumeniveau in. Gebruik de pijltoetsen links/rechts om het
volumeniveau te wijzigen.
Source : selecteer de ingangsbron van uw keuze.
Music / Photo (wanneer Source is ingesteld op USB): Selecteer de map op het USB-apparaat
met de muziek- of fotobestanden die u wilt laten afspelen wanneer het apparaat automatisch
wordt ingeschakeld.
Als op het USB-apparaat geen muziekbestanden staan of als u geen map selecteert die een
muziekbestand bevat, werkt de timerfunctie mogelijk niet juist.
Als er maar één fotobestand op de USB staat, werkt de diashow mogelijk niet.
Als een mapnaam te lang is, kan de map niet worden geselecteerd. Elke USB die u gebruikt,
krijgt zijn eigen map toegewezen. Als u meer dan één van hetzelfde type USB gebruikt, dient
u ervoor te zorgen dat de mappen die aan elke USB zijn toegewezen, verschillende namen
hebben.
Wij raden u aan een USB-geheugenstick en een meervoudige kaartlezer te gebruiken als u On
Timer gebruikt. De functie On Timer werkt mogelijk niet met USB-apparaten met
ingebouwde batterij, MP3-spelers of PMP's die door bepaalde fabrikanten zijn gemaakt,
omdat het product te lange tijd nodig heeft om deze apparaten te kunnen herkennen.
8.2.4 Off Timer
U kunt drie afzonderlijke Off Timer -configuraties instellen. (Off Timer 1, Off Timer 2, Off Timer 3)
Voordat u Off Timer gebruikt, moet u de klok instellen.
Setup: selecteer Off, Once, Everyday, Mon~Fri, Mon~Sat, Sat~Sun of Manual. Als u Manual
selecteert, kunt u de dagen kiezen waarop u wilt dat Off Timer uw product uitschakelt.
Het vinkje geeft de dagen aan die u hebt geselecteerd.
Time: De uren en minuten instellen. Gebruik de nummertoetsen of de pijltoetsen omhoog/omlaag
om de nummers in te voeren. Gebruik de pijltoetsen links/rechts om invoervelden te wijzigen.
8.2.5 Holiday Management
De Timer wordt uitgeschakeld gedurende een periode die wordt aangemerkt als een vakantie.
Vakantiemanagement instellen
Add: hier kunt u de periode opgeven die u wilt toevoegen als een vakantie.
Selecteer de begin- en einddata van de vakantie die u wilt toevoegen met gebruik van de
knoppen / en klik op de knop Save.
143
Systeem
8
8 Systeem
- Start: stel de begindatum van de vakantie in.
- End: stel de einddatum van de vakantie in.
- Delete : alle items uit de lijst met vakanties verwijderen.
Selecteer Delete. Het bericht "Delete all holidays?" verschijnt.
Selecteer Yes. Alle vakanties worden verwijderd.
Apply: stel de On Timer en de Off Timer in om niet te activeren op feestdagen.
Druk op ENTER[ ] voor het selecteren van de instellingen voor de On Timer en de Off Timer
die u niet wilt activeren.
De geselecteerde On Timer en Off Timer worden niet geactiveerd.
144
Systeem
8
8 Systeem
8.3 Menu Language
MENU System Menu Language ENTER
Stel de menutaal in.
Wanneer u de taalinstellingen wijzigt, worden de wijzigingen alleen toegepast op de schermmenu's. Ze
worden niet toegepast op andere functies op uw computer.
8.4 Eco Solution
MENU System Eco Solution ENTER
De weergegeven afbeelding kan verschillen van het model.
8.4.1 Energy Saving
Bespaar stroom met de functie Energy Saving.
Wanneer de energiebesparingsmodus actief is, wordt het stroomverbruik van het product beheerd om
stroom te besparen.
Off / Low / Medium / High / Picture Off
O
m
O
m
Eco Solution
Energy Saving
Eco Sensor
No Signal Power Off
Auto Power Off
Off
Off
Off
Off
145
Systeem
8
8 Systeem
8.4.2 Eco Sensor (Off / On)
Om energie te besparen, passen de afbeeldinginstellingen zich automatisch aan het licht in de kamer
aan.
Als u Backlight afstelt in het menu Picture, wordt Eco Sensor ingesteld op Off.
Min. Backlight: Wanneer Eco sensor op On staat, kunt u handmatig de minimumhelderheid van
het scherm afstellen.
Indien Eco Sensor op On staat, kan de helderheid van het beeldscherm wijzigen (enigszins
donkerder of helderder worden), afhankelijk van de lichtintensiteit van de omgeving. U kunt de
minimumhelderheid van het scherm regelen met de functie Min. Backlight.
8.4.3 No Signal Power Off
Om onnodig energieverbruik te vermijden, kunt u instellen hoelang u wilt dat het product aan blijft staan
als het geen signaal ontvangt.
Off / 15 min. / 30 min. / 60 min.
Uitgeschakeld wanneer een verbonden PC in de energiebesparende modus staat.
Het product schakelt automatisch uit op een gespecificeerd tijdstip. De tijd kan indien gewenst
gewijzigd worden.
8.4.4 Auto Power Off (Off / On)
Om oververhitting te voorkomen, wordt het product automatisch uitgezet als u niet binnen 4 uur op een
knop op de afstandsbediening drukt of een knop aanraakt op het voorpaneel van het product.
146
Systeem
8
8 Systeem
8.5 Security
MENU System Security ENTER
Elke keer dat u de beveiligingsopties opent, wordt het PIN-scherm weergegeven en de
standaardpincode is “0-0-0-0”. Het PIN-scherm wordt afgesloten en het Securitymenu wordt
weergegeven.
De weergegeven afbeelding kan verschillen van het model.
8.5.1 Safety Lock (Off / On)
Alle menu's en knoppen op het product en de afstandsbediening, behalve LOCK op de
afstandsbediening, worden met de functie Safety Lock vergrendeld. U ontgrendelt de menu's en
knoppen door te drukken op LOCK en vervolgens het wachtwoord in te voeren (standaardwachtwoord:
0 - 0 - 0 - 0).
8.5.2 Button Lock (Off / On)
Dit menu kan gebruikt worden voor het vergrendelen van de knoppen op het product. Alleen de
afstandsbediening kan het product bedienen indien Button Lock ingesteld is op On.
8.5.3 Change PIN
Het scherm Change PIN wordt weergegeven. Kies 4 cijfers voor uw PIN en voer ze in Enter New PIN in.
Voer dezelfde 4 cijfers opnieuw in bij Confirm New PIN. Wanneer het scherm Confirm verdwijnt, drukt u
op de knop Close. Het product heeft uw nieuwe PIN onthouden.
O
m
Security
Off
Off
Safety Lock
Button Lock
Change PIN
147
Systeem
8
8 Systeem
8.6 PIP
MENU System PIP ENTER
Voor PIP-geluid wordt verwezen naar de instructies voor Sound Select.
Als u het product uitzet terwijl u aan het kijken bent in de PIP-modus, wordt de PIP-functie gereset
naar uit. Wanneer u uw product weer aanzet, moet u opnieuw PIP aanzetten om te kijken in de
PIP-modus.
U merkt wellicht dat de afbeelding in het PIP-scherm enigszins onnatuurlijk wordt wanneer u het
hoofdscherm gebruikt voor het bekijken van een spel of karaoke.
PIP-instellingen
PIP (Off / On): activeer of deactiveer de PIP-functie.
Source (afhankelijk van de invoerbron): U kunt de bron voor het subbeeld selecteren.
Size ( , , , , ): selecteer een grootte voor de subafbeelding.
Position ( , , , ): selecteer een positie voor de subafbeelding.
In de modus , , kunt u Position niet selecteren.
Sound Select (Main / Sub): u kunt kiezen om te luisteren naar het geluid van de Main-
afbeelding of de Sub-afbeelding.
Hoofdafbeelding Subafbeelding
PC AV
AV PC, HDMI, DVI, HDMI
HDMI, DVI AV
O
m
148
Systeem
8
8 Systeem
8.7 Auto Protection Time
MENU System Auto Protection Time ENTER
Als het scherm gedurende een bepaalde door u gedefinieerde tijd een stilstaande afbeelding weergeeft,
activeert het product de screensaver om het vormen van ingebrande spookafbeeldingen op het scherm
te voorkomen.
Off / 2 hours / 4 hours / 8 hours / 10 hours
8.8 Screen Burn Protection
MENU System Screen Burn Protection ENTER
Om de kans op schermverbranding te reduceren, is deze unit uitgerust met Pixel Shift-technologie voor
preventie van schermverbranding. Pixel Shift verplaatst de afbeelding enigszins op het scherm. De
tijdinstelling voor Pixel Shift stelt u in staat om de tijd in minuten te programmeren tussen bewegingen
van de afbeelding.
De weergegeven afbeelding kan verschillen van het model.
O
m
O
m
Screen Burn Protection
Pixel Shift
Timer
Pixel
Side Gray
On
Off
Off
149
Systeem
8
8 Systeem
8.8.1 Pixel Shift
Om nakomende afbeeldingen op het scherm te voorkomen, kunt u deze functie gebruiken om pixels op
de LCD in horizontale of verticale richting te laten bewegen.
Beschikbare instellingen voor pixelverplaatsing en optimale instellingen
De waarde voor Pixel Shift kan verschillen, afhankelijk van de productgrootte (inch) en modus.
Deze functie is niet beschikbaar in de modus Screen Fit.
Horizontal: stelt in hoeveel pixels het scherm horizontaal verplaatst wordt.
Vertical: stelt in hoeveel pixels het scherm verticaal verplaatst wordt.
Time: hiermee stelt u het tijdsinterval in voor het uitvoeren van de horizontale respectievelijk de
verticale verplaatsing.
8.8.2 Timer
U kunt de timer instellen voor Screen Burn Protection.
Als u begint met het wissen van restafbeeldingen, wordt dit uitgevoerd voor de ingestelde tijdsperiode en
vervolgens automatisch voltooid.
Mode: u kunt het type Safety Screen wijzigen.
Period: gebruik deze functie voor het instellen van de uitvoeringsperiode voor elke modus die
ingesteld is in de timer.
Time: binnen de ingestelde tijdsperiode specificeert u een uitvoeringstijd.
Beschikbare instellingen
Optimale instellingen voor AV/
Component/HDMI/PC
Horizontal 0~4 (pixels) 4
Vertical 0~4 (pixels) 4
Time (minuut) 1~4 min 4 min
150
Systeem
8
8 Systeem
8.8.3 Pixel
Deze functie voorkomt nakomende afbeeldingen door veel pixels op het scherm te verplaatsen.
8.8.4 Side Gray
Selecteer de helderheid van de grijze kleuren voor de schermachtergrond.
Off / Light / Dark
151
Systeem
8
8 Systeem
8.9 Video Wall
MENU System Video Wall ENTER
U kunt de lay-out van meerdere aangesloten weergaveapparaten aanpassen om een videomuur te
vormen. Daarnaast kunt u een deel van het beeld of het volledige beeld op de weergaveapparaten
weergeven. Als u meerdere beelden wilt weergeven, raadpleegt u de MDC Help of de
gebruikershandleiding bij MagicInfo. Bepaalde apparaten ondersteunen de functie MagicInfo niet.
Als er horizontaal en verticaal meer dan vier weergaveapparaten worden aangesloten, kunt u het
beste een XGA-invoerresolutie van (1024 x 768) of hoger gebruiken om te voorkomen dat het
beeld donker wordt vanwege het gereduceerde contrast en de gereduceerde kleurintensiteit.
Om 3D-inhoud af te spelen wanneer Video Wall op On staat, heeft u een multi-HD-speler (MHP)
nodig.
8.9.1 Video Wall
U kunt de functie Video Wall in- en uitschakelen. Als u een videomuur wilt weergeven, selecteert u On.
De weergegeven afbeelding kan verschillen van het model.
O
m
Video Wall
Video Wall
· Format
· Horizontal
· Vertical
· Screen Position
On
Full
1
1
152
Systeem
8
8 Systeem
8.9.2 Format
Selecteer een indeling om beelden op meerdere weergaveapparaten weer te geven.
Full : de beelden worden op een volledig scherm weergeven.
Natural : de beelden worden weergegeven in de oorspronkelijke resolutie, zonder dat ze worden
vergroot of gereduceerd.
De optie Format is alleen ingeschakeld wanneer Video Wall ingesteld is op On.
8.9.3 Horizontal
Met deze functie wordt het scherm automatisch opgedeeld overeenkomstig het aantal opgegeven
horizontale weergaveapparaten. Geef het aantal horizontaal gerangschikte weergaveapparaten op. Het
horizontale scherm wordt automatisch opgedeeld op basis van het opgegeven aantal. U kunt maximaal
15 weergaveapparaten toewijzen aan de horizontale rangschikking.
Het scherm kan maximaal worden opgedeeld in 100 schermen (horizontale en verticale schermen
vermenigvuldigd). Als de horizontale rangschikking is ingesteld op 15, kunnen er maximaal 6
weergaveapparaten worden toegewezen aan de verticale rangschikking. Als de verticale
rangschikking echter is ingesteld op 15, kunnen er maximaal 6 weergaveapparaten worden
toegewezen aan de horizontale rangschikking.
De optie Horizontal is alleen ingeschakeld wanneer Video Wall ingesteld is op On.
8.9.4 Vertical
Met deze functie wordt het scherm automatisch opgedeeld overeenkomstig het aantal opgegeven
verticale weergaveapparaten. Geef het aantal verticaal gerangschikte weergaveapparaten op. Het
verticale scherm wordt automatisch opgedeeld op basis van het opgegeven getal. U kunt maximaal 15
weergaveapparaten toewijzen aan de verticale rangschikking.
Het scherm kan maximaal worden opgedeeld in 100 schermen (horizontale en verticale schermen
vermenigvuldigd). Als de horizontale rangschikking is ingesteld op 15, kunnen er maximaal 6
weergaveapparaten worden toegewezen aan de verticale rangschikking. Als de verticale
rangschikking echter is ingesteld op 15, kunnen er maximaal 6 weergaveapparaten worden
toegewezen aan de horizontale rangschikking.
De optie Vertical is alleen ingeschakeld wanneer Video Wall ingesteld is op On.
153
Systeem
8
8 Systeem
8.9.5 Screen Position
U kunt de rangschikking van de opgedeelde schermen aanpassen door de weergaveapparaten die
worden geïdentificeerd met een nummer, te verplaatsen met de functie Screen Position.
Selecteer Screen Position om de rangschikking van de weergaveapparaten weer te geven (op basis van
een toegewezen nummer) op basis van de horizontale en verticale instellingen. Als u de rangschikking
wilt wijzigen, verplaatst u een nummer (weergaveapparaat) door gebruik te maken van de
richtingstoetsen op de afstandsbediening en op [ ] te drukken.
U kunt maximaal 100 weergaveapparaten rangschikken in Screen Position.
De optie Screen Position is alleen ingeschakeld wanneer Video Wall ingesteld is op On.
Het venster Screen Position wordt alleen weergegeven wanneer Horizontal en Vertical
geconfigureerd zijn.
154
Systeem
8
8 Systeem
8.10 Source AutoSwitch Settings
MENU System Source AutoSwitch Settings ENTER
Wanneer u het scherm inschakelt met Source AutoSwitch On en de vorige geselecteerde
videobron niet actief is, zal het scherm automatisch naar een actieve ingangsbron voor video
zoeken.
Source AutoSwitch
Wanneer Source AutoSwitch is ingesteld op On, wordt er automatisch een actieve videobron voor
het scherm gezocht.
De geselecteerde Primary Source wordt geactiveerd als de huidige invoerbron niet wordt herkend.
Als er geen primaire videobron beschikbaar is, wordt de geselecteerde Secondary source
geactiveerd.
Als de primaire en secundaire bron beide niet worden herkend, voert het scherm twee
zoekopdrachten uit voor een actieve bron; bij elke zoekopdracht worden de primaire en de
secundaire bron gecontroleerd. Als de zoekopdrachten niets opleveren, gaat het scherm terug naar
de eerste videobron en wordt het bericht weergegeven dat er geen signaal is.
Wanneer voor Primary Source de optie All is geselecteerd, controleert het scherm twee keer op rij
alle video-ingangen. Als er geen actief videosignaal wordt gevonden, keert het scherm terug naar de
eerste videobron in de reeks.
Druk op / om de gewenste optie te selecteren en druk op [ ].
Primary Source
Specificeer Primary Source voor de automatische invoerbron.
Secondary Source
Specificeer de Secondary Source voor de automatische invoerbron.
De weergegeven afbeelding kan verschillen van het model.
O
m
Source AutoSwitch Settings
Source AutoSwitch
· Primary Source
· Secondary Source
On
All
PC
155
Systeem
8
8 Systeem
8.11 General
MENU System General ENTER
De weergegeven afbeelding kan verschillen van het model.
8.11.1 Max. Power Saving
Zet het product uit om het stroomverbruik te reduceren nadat de PC een gespecificeerde tijdsperiode
niet is gebruikt.
8.11.2 Game Mode
Bij het verbinden met een spelconsole zoals PlayStation™ of Xbox™, kunt u genieten van een meer
realistische spelervaring door het selecteren van spelmodus.
Voorzorgsmaatregelen en beperkingen voor Game Mode
Voor het loskoppelen van de spelconsole en het verbinden van een ander extern apparaat,
stelt u Game Mode in op Off in het menu System.
Als u het productmenu weergeeft in Game Mode, trilt het scherm een beetje.
Game Mode is niet beschikbaar wanneer de invoerbron ingesteld is op PC.
Na het verbinden van de spelconsole, stelt u Game Mode in op On. Het is helaas mogelijk dat u
merkt dat de beeldkwaliteit gereduceerd is.
Als Game Mode op On staat
Picture Mode is ingesteld op Standard en Sound Mode is ingesteld op Movie.
O
m
General
Max. Power Saving
Game Mode
BD Wise
Auto Power
Standby Control
Lamp Schedule
OSD Display
On
Off
On
Off
Auto
Off
156
Systeem
8
8 Systeem
8.11.3 BD Wise
Voorziet in de optimale beeldkwaliteit voor Samsung DVD-, Blu-ray- en Home Theater-producten die BD
Wise ondersteunen. Wanneer BD Wise op On staat, wordt de afbeeldingmodus automatisch gewijzigd
naar de optimale resolutie.
Beschikbaar wanneer u Samsung-producten die BD Wise ondersteunen verbindt met het product via
een HDMI-kabel.
8.11.4 Auto Power
Als u deze optie selecteert, wordt het product automatisch ingeschakeld als de stroomkabel is
aangesloten.
8.11.5 Standby Control
U kunt instellen dat het product naar de stand-bystand schakelt zodra er een invoersignaal wordt
ontvangen.
Auto
De energiebesparingsmodus wordt ingeschakeld wanneer er geen invoersignaal wordt
gedetecteerd, ook al is er een bronapparaat aangesloten op het weergaveapparaat.
Het bericht 'No Signal' wordt weergegeven als er geen bronapparaat is aangesloten.
On
Hiermee wordt de energiebesparingsmodus geactiveerd als er geen invoersignaal wordt
gedetecteerd.
Off
Het bericht 'No Signal' wordt weergegeven als geen invoersignaal wordt gedetecteerd.
De optie Standby Control wordt alleen ingeschakeld wanneer Source is ingesteld op PC /
DVI / HDMI*.
Als het bericht 'No Signal' wordt weergegeven terwijl er wel een bronapparaat is
aangesloten, controleert u de kabelverbinding. Zie pagina 53 voor meer informatie over het
aansluiten van bronapparaten.
8.11.6 Lamp Schedule
Maakt het mogelijk om de lampwaarde in te stellen op een door de gebruiker gespecificeerde waarde op
een gespecificeerd tijdstip in MDC-modus.
8.11.7 OSD Display
Geeft een menu-item op het scherm weer of verbergt dit.
157
Systeem
8
8 Systeem
Source OSD / No Signal OSD / MDC OSD
8.11.8 Power On Adjustment
U kunt instellen dat de opwarmtijd voor het scherm wordt ingeschakeld nadat u op de aan/uit-knop hebt
gedrukt. (Bereik: 0 – 50 seconden)
Bij een te korte opwarmtijd kan het product vanwege overspanning beschadigd raken.
8.11.9 Temperature Control
Deze functie detecteert de interne temperatuur van het product. U kunt een temperatuurbereik opgeven
dat acceptabel is.
De standaardtemperatuur is ingesteld op 77 C.
De aanbevolen bedrijfstemperatuur voor dit product is 75 tot 80 C (op basis van een
omgevingstemperatuur van 40 C).
Het scherm wordt donkerder weergegeven wanneer de huidige temperatuur de opgegeven
temperatuurlimiet overschrijdt. Als de temperatuur blijft stijgen, wordt het product uitgeschakeld om
oververhitting te voorkomen.
8.11.10 Device Name
Selecteer of voer een naam voor het apparaat in. Deze naam kan op het netwerk getoond worden op
afstandsbedieningen binnen het netwerk.
158
Systeem
8
8 Systeem
8.12 Anynet+(HDMI-CEC)
MENU System Anynet+(HDMI-CEC) ENTER
8.12.1 Anynet+(HDMI-CEC)
Wat is Anynet+?
Anynet+ is een functie die u in staat stelt om alle verbonden Samsung-apparaten die Anynet+
ondersteunen te bedienen met uw afstandsbediening van Samsung. Het Anynet+-systeem kan alleen
gebruikt worden met Samsung-apparaten met een Anynet+-functie. Om er zeker van te zijn dat uw
Samsung-apparaat deze functie heeft, kijkt u of er een Anynet+-logo op staat.
U kunt Anynet+-apparaten alleen bedienen met de afstandsbediening van het product, niet met de
knoppen op het product.
De afstandsbediening van het product werkt wellicht niet onder bepaalde omstandigheden. In dit
geval selecteert u opnieuw het Anynet+-apparaat.
*De Anynet+-functies werken niet met de producten van andere fabrikanten.
Voor instructies met een uitleg over het verbinden van externe Anynet+-apparaten, wordt
verwezen naar de gebruikshandleiding van het apparaat. U moet een Anynet+-apparaat verbinden
met gebruik van een HDMI-kabel. Sommige HDMI-kabels ondersteunen Anynet+-functies wellicht
niet.
Anynet+ werkt wanneer het AV-apparaat dat Anynet+ ondersteunt in stand-by of aan staat.
In de PIP-modus werkt Anynet+ alleen wanneer er een AV-apparaat is aangesloten als
hoofdscherm. Deze functie werkt niet als het AV-apparaat is aangesloten als tweede scherm.
Anynet+ ondersteunt tot 12 AV-apparaten in totaal. N.B.: u kunt maximaal 3 apparaten van
hetzelfde type verbinden.
U kunt echter slechts één Anynet+ Home Theater verbinden. Om een Anynet+ Home Theater aan
te sluiten, verbindt u het Home Theater met het product met behulp van een HDMI-kabel.
Anynet+-menu
Het Anynet+-menu wijzigt afhankelijk van het type en de status van de Anynet+-apparaten die verbonden
zijn met het product.
Anynet+-menu Omschrijving
View PC Wijzigt Anynet+-modus naar PC-modus.
Device List Toont de lijst met Anynet+-apparaten.
(naam_apparaat) MENU Toont het menu van de menu's voor verbonden apparaten. Bijv. als een
DVD-speler verbonden wordt, wordt het schijfmenu van de DVD-speler
weergegeven.
O
m
159
Systeem
8
8 Systeem
8.12.2 Auto Turn Off (No / Yes)
Instellen van een Anynet+-apparaat om automatisch uit te schakelen wanneer het product uitgeschakeld
wordt.
De actieve bron op de afstandsbediening van het product moet ingesteld worden op het product om de
Anynet+-functie te kunnen gebruiken. Als u Auto Turn Off instelt op Yes, worden verbonden externe
apparaten ook uitgeschakeld wanneer het product uitgeschakeld wordt. Als een extern apparaat blijft
opnemen, kan deze al dan niet uitgeschakeld worden.
Schakelen tussen Anynet+-apparaten
1 Druk op de knop TOOLS, selecteer Anynet+ (HDMI-CEC) en druk vervolgens op [ ].
2 Selecteer Device List en druk vervolgens op de knop [ ].
Als u geen apparaat kunt vinden dat u wilt, selecteert u Refresh voor het vernieuwen van de lijst.
3 Selecteer een apparaat en druk vervolgens op de knop [ ]. U kunt overschakelen naar het
geselecteerde apparaat.
Het menu Device List wordt alleen weergegeven wanneer u Anynet+ (HDMI-CEC) instelt op On
in het menu System.
Het overschakelen naar het geselecteerde apparaat kan tot 2 minuten duren. U kunt het
overschakelen niet annuleren tijdens het overschakelen.
Als u een Anynet+-apparaat geselecteerd hebt door te drukken op de knop SOURCE en
vervolgens de invoerbron te selecteren, kunt u de Anynet+-functie niet gebruiken. Zorg ervoor
dat u overschakelt naar een Anynet+-apparaat met behulp van de Device List.
(naam_apparaat) Tools Toont het menu tools van het verbonden apparaat. Bijv. als een DVD-
speler verbonden wordt, wordt het menu tools van de DVD-speler
weergegeven.
Afhankelijk van het apparaat, is dit menu wellicht niet beschikbaar.
(naam_apparaat) Title
Menu
Toont het titelmenu van de schijf in het verbonden apparaat. Bijv. als
een DVD-speler verbonden wordt, wordt het titelmenu van de film in de
DVD-speler weergegeven.
Afhankelijk van het apparaat, is dit menu wellicht niet beschikbaar.
Receiver Geluid wordt afgespeeld door de Receiver.
Anynet+-menu Omschrijving
160
Systeem
8
8 Systeem
8.12.3 Receiver
U kunt luisteren naar geluid via een Receiver (d.w.z. Home Theater) in plaats van de luidspreker van het
product. Als u het geluid wilt horen via een receiver gaat u naar het scherm Receiver (System
Anynet+ (HDMI-CEC) Receiver). Selecteer vervolgens Receiver en stel deze optie in op On.
Als uw Receiver alleen audio ondersteunt, verschijnt deze wellicht niet in de lijst met apparaten.
Foutoplossing voor Anynet+
Probleem Mogelijke oplossing
Anynet+ werkt niet.
Controleer of het apparaat een Anynet+-apparaat is. Het
Anynet+-systeem ondersteunt alleen Anynet+-apparaten.
U kunt slechts één ontvanger verbinden (home theater).
Controleer of het stroomsnoer van het Anynet+-apparaat goed is
aangesloten.
Controleer de verbindingen van de Video/Audio/HDMI-kabel van
het Anynet+-apparaat.
Controleer of Anynet+ (HDMI-CEC) ingesteld is op On in het
Anynet+-opmaakmenu.
Controleer of de afstandsbediening compatibel is met Anynet+.
Als u de HDMI-kabel hebt verwijderd en vervolgens opnieuw
verbonden hebt, dient u ervoor te zorgen dat u de apparaten
opnieuw zoekt of u zet uw product uit en weer aan.
Controleer of de Anynet+-functie van het Anynet-apparaat
ingesteld is op On.
Ik wil Anynet+ starten.
Controleer of het Anynet+-apparaat goed aangesloten is op het
product en controleer of de Anynet+ (HDMI-CEC) ingesteld is op
On in het Anynet+-opmaakmenu.
Druk op de knop TOOLS voor het weergeven van het Anynet+-
menu en selecteer een menu dat u wilt.
Ik wil Anynet+ afsluiten.
Selecteer View PC in het Anynet+-menu.
Druk op de knop SOURCE op de afstandsbediening van het
product en selecteer een niet- Anynet+-apparaat.
161
Systeem
8
8 Systeem
8.13 DivX® Video On Demand
MENU System DivX® Video On Demand ENTER
Toont de registratiecode die geautoriseerd is voor het product. Als u verbinding maakt met de DivX-
website en registreert met die code, kunt u het VOD-registratiebestand downloaden.
Voor meer informatie over DivX® VOD, gaat u naar “http://vod.divx.com”.
8.14 Network Remote Control
MENU System Network Remote Control ENTER
Zet aan/uit of geef Samsung-mobiele telefoons toestemming om verbinding te maken met het product
en het te bedienen.
U moet een mobiele telefoon/apparaat van Samsung hebben die/dat draadloze afstandsbediening
ondersteunt. Voor meer details wordt verwezen naar de handleiding van elk apparaat.
Het bericht “Connecting to
Anynet+ device...” wordt
weergegeven op het scherm.
U kunt de afstandsbediening niet gebruiken tijdens het
configureren Anynet+ of het overschakelen naar een
weergavemodus.
Gebruik de afstandsbediening nadat het product de Anynet+-
configuratie heeft afgerond of klaar is met het overschakelen naar
Anynet+.
Het verbonden apparaat
wordt niet weergegeven.
Controleer of het apparaat wel of niet Anynet+-functies
ondersteunt.
Controleer of de HDMI-kabel wel of niet goed aangesloten is.
Controleer of Anynet+ (HDMI-CEC) ingesteld is op On in het
Anynet+-opmaakmenu.
Zoek opnieuw naar Anynet+-apparaten.
Voor Anynet+ is een HDMI-verbinding nodig. Sommige HDMI-
kabels ondersteunen Anynet+-functies wellicht niet.
Als de verbinding verbroken wordt als gevolg van een
stroomstoring of de HDMI-kabel is losgekoppeld, dient u de
apparaatscan te herhalen.
Probleem Mogelijke oplossing
O
m
O
m
162
Systeem
8
8 Systeem
8.15 Reset System
MENU System Reset System ENTER
Met deze optie worden de huidige instellingen onder System hersteld naar de fabrieksinstellingen.
8.16 Reset All
MENU System Reset All ENTER
Met deze optie worden de huidige instellingen voor een weergaveapparaat hersteld naar de
fabrieksinstellingen.
O
m
O
m
163
9 Ondersteuning
9
Ondersteuning
9.1 Software Upgrade
MENU Support Software Upgrade ENTER
Het menu Software Upgrade stelt u in staat om uw productsoftware te upgraden naar de nieuwste
versie.
Current Version: dit is de softwareversie die reeds geïnstalleerd is in het product.
Zorg ervoor dat u de stroom niet uitzet totdat de upgrade klaar is. Het product gaat automatisch uit en
aan na het afronden van de software-upgrade. Bij het upgraden van software gaan alle video- en audio-
instellingen die u gedaan hebt terug naar de standaardinstellingen. Wij adviseren u om uw instellingen
op te schrijven zodat u ze gemakkelijk kunt resetten na de upgrade.
9.1.1 By USB
Voor het upgraden met USB volgt u onderstaande stappen:
1 Ga naar www.samsung.com.
2 Download het nieuwste exe-bestand van de USB-software-upgrade op uw computer.
3 Pak het exe-bestand uit op uw computer. U dient één enkele map te hebben met dezelfde naam als
het exe-bestand.
4 Kopieer de map naar een USB-stick.
5 Zet het product aan en steek vervolgens de USB-stick in de USB-poort van het product.
6 In het productmenu gaat u naar Support Software Upgrade.
7 Selecteer By USB.
Zorg ervoor dat u de USB-stick niet verwijdert totdat de upgrade voltooid is.
9.1.2 Alternative Software
De optie Alternative Software stelt u in staat om te upgraden met een bestand dat het product eerder
gedownload heeft, maar dat u niet direct besloot te installeren, of een bestand dat door het product
gedownload werd in de modus stand-by. Voor het upgraden met Alternative Software volgt u
onderstaande stappen.
1 Als upgradesoftware gedownload is, ziet u het versienummer van de software rechts van
Alternative Software.
2 Selecteer Alternative Software en druk vervolgens op de knop [ ].
3 Het product geeft een bericht weer dat u vraagt of u wilt upgraden. Selecteer Yes. Het product start
de upgrade.
4 Wanneer de upgrade klaar is, gaat het product automatisch uit en vervolgens weer aan.
O
m
164
Ondersteuning
9
9 Ondersteuning
9.2 Contact Samsung
MENU Support Contact Samsung ENTER
Bekijk deze informatie als uw product niet goed werkt of wanneer u de software wilt upgraden. U kunt
informatie vinden over onze Helpcentra en over het downloaden van producten en software.
O
m
165
10 MagicInfo Lite
10
MagicInfo Lite
10.1 Bestandsindelingen die compatibel zijn met MagicInfo
Lite Player
10.1.1 Video / Audio
[Dit lezen voordat u MagicInfo Lite Player gebruikt]
Voor USB-apparatuur worden FAT16 en FAT32 ondersteund als bestandssysteem. (NTFS wordt
niet ondersteund.)
Een bestand met een verticale en horizontale resolutie die hoger is dan de maximumresolutie, kan
niet worden afgespeeld.
Controleer de verticale en horizontale resolutie van het bestand.
Video met daarin geen audiogegevens wordt niet ondersteund. Controleer of het videobestand
audiogegevens bevat.
Controleer de ondersteunde video- en audiocodecs en de versie daarvan.
Controleer de ondersteunde bestandsversie.
Flash tot versie 10.1 wordt ondersteund
PowerPoint versie 97 – 2007 wordt ondersteund
Inhoud van 2 GB of groter kan niet worden toegewezen aan een Network Schedule.
Bestands
extensie
Container
Video Codec Resolutie
Framesnel
heid (fps)
Bitsnelh
eid
(Mbps)
Audio
Codec
*.avi
*.mkv
AVI
MKV
DivX 3.11 / 4.x /
5.1 / 6.0
1920x1080 6 ~ 30 8
MP3 / AC3/
LPCM /
ADPCM /
DTS Core
Motion JPEG 1920x1080 6 ~ 30 8
*.asf ASF
DivX 3.11 / 4.x /
5.1 / 6.0
1920x1080 6 ~ 30 8
MP3 / AC3/
LPCM /
ADPCM /
WMA
H.264 BP / MP /
HP
1920x1080 6 ~ 30 25
MPEG4 SP /
ASP
1920x1080 6 ~ 30 8
Motion JPEG 1920x1080 6 ~ 30 8
*.wmv ASF
Window Media
Video v9
1920x1080 6 ~ 30 25 WMA
166
MagicInfo Lite
10
10 MagicInfo Lite
*.mp4 MP4
H.264 BP / MP /
HP
1920x1080 6 ~ 30 25
MP3 /
ADPCM /
AAC
MPEG4 SP /
ASP
1920x1080 6 ~ 30 8
*.3gp 3GPP
H.264 BP / MP /
HP
1920x1080 6 ~ 30 25
ADPCM /
AAC / HE-
AAC
MPEG4 SP /
ASP
1920x1080 6 ~ 30 8
*.vro VRO VOB
MPEG1 352x288 24 / 25 / 30 30
AC3 / MPEG
/ LPCM
MPEG2 1920x1080 24 / 25 / 30 30
*.mpg
*.mpeg
PS
MPEG1 352x288 24 / 25 / 30 30
AC3 / MPEG
/ LPCM /
AAC
MPEG2 1920x1080 24 / 25 / 30 30
H.264 1920x1080 6 ~ 30 25
*.ts
*.tp
*.trp
TS
MPEG2 1920x1080 24 / 25 / 30 30
AC3 / AAC /
MP3 / DD+ /
HE-AAC
H.264 1920x1080 6 ~ 30 25
VC1 1920x1080 6 ~ 30 25
Video
Video-inhoud zonder audio wordt niet ondersteund.
3D-video wordt niet ondersteund.
Inhoud met een resolutie die hoger is dan de resolutie die in de bovenstaande tabel is opgegeven,
wordt niet ondersteund.
Video-inhoud met een bit- of framesnelheid die hoger is dan de snelheid die in de bovenstaande
tabel is opgegeven, kan een schokkerige videoweergave opleveren.
H.264 Level 4.1 of lager wordt ondersteund.
H.264 FMO/ASO/RS, VC1 SP/MP/AP L4 en AVCHD worden niet ondersteund.
MPEG4 SP / ASP
1280 x 720 of kleiner: Max. 60 frames / groter dan 1280 x 720: Max. 30 frames
GMC 2 of hoger wordt niet ondersteund.
Bestands
extensie
Container
Video Codec Resolutie
Framesnel
heid (fps)
Bitsnelh
eid
(Mbps)
Audio
Codec
167
MagicInfo Lite
10
10 MagicInfo Lite
Audio
Audio-inhoud zonder video wordt niet ondersteund.
(Voor diavoorstellingen (afbeeldingen/PPT) worden alleen mp3-bestanden ondersteund als
achtergrondmuziek. Deze functie is alleen beschikbaar bij gebruik van het menu Network
Schedule.)
Audio-inhoud met een bit- of framesnelheid die hoger is dan de snelheid die in de bovenstaande
tabel is opgegeven, kan een schokkerige audioweergave opleveren.
WMA 7, 8, 9 STD of lager wordt ondersteund.
WMA 9 PRO ondersteunt geen audio zonder verlies of meerkanaals audio met meer dan twee
kanalen.
WMA-voorbeeldfrequentie 22050 Hz mono wordt niet ondersteund.
Afbeeldingen
Compatibele bestandsindeling voor afbeeldingen: Jpeg
Ondersteunde maximumresolutie: 15.360 x 8640
Ondersteunde afbeeldingseffecten: acht effecten (Fade1, Fade2, Blind, Spiral, Checker, Linear,
Stairs, Wipe)
Flash
Compatibel met Flash 10.1
Flash-animatie
Compatibele bestandsindeling: SWF
Resolutie: 1280 x 720
Let op
- Prestaties vergelijkbaar met Flash Player onder Windows kunnen niet worden
gegarandeerd
- Optimalisatie vereist tijdens het maken van de inhoud
Flash Video
Compatibele bestandsindeling: FLV
Video
- Codec: H.264 BP
- Resolutie: 1920 x 1080
Audio
- Codec: H.264 BP
Let op
- Bestandsindeling F4V wordt niet ondersteund
- Screen Video wordt niet ondersteund
168
MagicInfo Lite
10
10 MagicInfo Lite
Power Point
Compatibele bestandsindelingen voor documenten
Extensie: ppt, pptx
Versie: Office 97 ~ Office 2007
Niet-ondersteunde functies
Animatie-effect
3D-vormen (worden weergegeven in 2D)
Kop- en voetteksten (sommige subitems worden niet ondersteund)
Word Art
Uitlijnen (er kan een groepuitlijningsfout optreden)
Office 2007 (SmartArt wordt niet volledig ondersteund. 97 van de 115 subitems worden
ondersteund.)
Object invoegen
Gecodeerde documenten openen
Verticale tekst (sommige subitems worden niet ondersteund)
Dianotities en hand-outs
169
MagicInfo Lite
10
10 MagicInfo Lite
10.2 Netwerkschema
10.2.1 Verbinding maken met een server
Als u de MagicInfo Lite Server wilt gebruik, moet de klok op de monitor worden ingesteld via de server
(web). Als u alleen lokale schema's en AutoPlay wilt gebruiken, zonder gebruik te maken van de
MagicInfo Lite Server, moet de klok worden ingesteld met de afstandsbediening.
Netwerk instellen
Als u MagicInfo Lite wilt gebruiken, moet u verbinding maken met een netwerk.
Zie pagina 130 voor details over het menu Network Settings.
Server instellen
Ga naar MENU Network MagicInfo Lite Settings Server. Voer vervolgens de gegevens van
de server in. (Bijvoorbeeld: http://192.168.0.10:7001/MagicInfo/)
De FTP-modus en standaardopslagruimte configureren
Default Storage: Geef de locatie op waar u inhoud (gedownload van de server) wilt opslaan.
Internal Memory: Sla de inhoud op in het interne geheugen van het product.
USB-geheugen: Sla de inhoud op in het USB-geheugen.
Als een netwerkschema actief is wanneer er geen USB-geheugen is aangesloten, wordt de
standaardinhoud gebruikt.
MagicInfo Lite
Server
Server Address
Port
Access Periodically
192.168.0.10
7001
Apply Cancel
170
MagicInfo Lite
10
10 MagicInfo Lite
10.2.2 MagicInfo Lite-instellingen
MENU Media MagicInfo Lite ENTER []
Druk op de knop MagicInfo Lite op de afstandsbediening.
In het menuscherm van MagicInfo Lite kunt u zien of de server is aangesloten (goedkeuring). Druk op
INFO op de afstandsbediening als u wilt zien of de server is verbonden terwijl er een netwerkschema
actief is.
10.2.3 Een aangesloten apparaat goedkeuren op de server
1 Ga naar de server die u aan het apparaat hebt toegewezen.
2 Meld u aan met uw ID en wachtwoord.
O
m
Network Schedule
Local Schedule
Local Schedule Manager
Contents Manager
Internal AutoPlay
USB AutoPlay
Close
Mode
Network Schedule
Server
Connected
USB
Disconnected
171
MagicInfo Lite
10
10 MagicInfo Lite
3 Selecteer Device in de menubalk bovenaan.
4 Selecteer Lite Device in de menu's links.
172
MagicInfo Lite
10
10 MagicInfo Lite
5 Selecteer View Unapproved Lite Device in de submenu's van Lite Device.
6 Selecteer de knop Approve voor uw apparaat in de lijst met niet-goedgekeurde Lite-apparaten.
Wanneer u op de knop INFO op de afstandsbediening drukt wanneer er een netwerkschema
actief is, worden de details van dat schema weergegeven. Controleer aan de hand van de
apparaat-ID (in de details) of het juiste apparaat is geselecteerd.
7 Voer de gegevens in die nodig zijn om het apparaat goed te keuren.
Device Name: Voer de naam van het apparaat in.
Device Model Name: Selecteer uw model apparaat.
Device Group: Selecteer om de groep op te geven.
Location: Voer de huidige locatie van het apparaat in.
173
MagicInfo Lite
10
10 MagicInfo Lite
8 Selecteer het menu View All Lite Device om te controleren of het apparaat is geregistreerd.
9 Wanneer het apparaat is goedgekeurd door de server, wordt het schema dat in de geselecteerde
groep is geregistreerd, gedownload naar het apparaat. Het schema wordt toegepast nadat het is
gedownload.
Raadpleeg de <gebruikershandleiding van de MagicInfo-server> voor meer informatie over het
configureren van een schema.
Als een apparaat wordt verwijderd uit de lijst met apparaten die zijn goedgekeurd door de server,
wordt het apparaat opnieuw gestart om de instellingen te resetten.
174
MagicInfo Lite
10
10 MagicInfo Lite
10.2.4 De huidige tijd instellen
Een schema wordt mogelijk niet uitgevoerd als het apparaat en de server elk een andere tijd hebben.
1 Ga naar het tabblad Device Time.
2 Selecteer uw apparaat.
3 Selecteer Clock Set en synchroniseer de tijd met de server.
Raadpleeg de <gebruikershandleiding van de MagicInfo-server> voor meer informatie over het omgaan
met de tijd (schema's, vakanties enzovoort).
175
MagicInfo Lite
10
10 MagicInfo Lite
10.3 Local Schedule
Een schema uitvoeren dat gemaakt werd door Local Schedule Manager.
Ga naar Local Schedule Manager Selecteer de gewenste inhoud
Dit menu is uitgeschakeld indien geen schema gemaakt werd door Local Schedule Manager.
1 Selecteer Local Schedule Manager in het menuscherm MagicInfo Lite.
2 Voer een schema uit dat door een lokaal schema is gemaakt.
10.4 Local Schedule Manager
Configureer de instellingen voor afspelen vanuit Local Schedule. Anders kunt u inhoud selecteren en
afspelen vanaf een intern of USB-geheugen overeenkomstig de aangepaste afspeelreeks.
10.4.1 Een Local Schedule registreren
1 Selecteer Local Schedule Manager in het menuscherm MagicInfo Lite.
Network Schedule
Local Schedule
Local Schedule Manager
Contents Manager
Internal AutoPlay
USB AutoPlay
Close
Mode
Network Schedule
Server
Connected
USB
Disconnected
176
MagicInfo Lite
10
10 MagicInfo Lite
2 Selecteer Create in het scherm Local Schedule Manager.
3 Selecteer Time om de tijd in te stellen voor het afspelen van inhoud.
Als u een schema wilt maken dat begint op de ene dag en eindigt op de volgende, moet de tijd als
volgt worden ingesteld.
E.g.) PM 09:00 - AM 12:00 / AM 12:00 - AM 06:00
Local Schedule Manager
Storage Internal Memory
No Playing Schedule
Create
Edit
Delete
Run
Info
Close
Create
Time
Contents
Time
Contents
--:-- am ~ --:-- pm
No Item
Save
Cancel
177
MagicInfo Lite
10
10 MagicInfo Lite
4 Selecteer Contents om de inhoud op te geven die u wilt afspelen.
5 Selecteer Save.
6 Selecteer de geheugenlocatie waar u de inhoud wilt opslaan.
7 Controleer of het schema is toegevoegd aan Local Schedule Manager.
Contents
Internal Memory USB
No Item Folder1
Menu2.jpg
Menu1.jpg
Done
Deselect
Cancel
Create
Time
Conten
Time
Conten
12:00 am ~ 02:00 pm
Delete
Save
ancel
Where do you want to save?
Internal USB Cancel
Local Schedule Manager
Storage Internal Memory
No Playing Schedule
20110101_1200.Isch
Create
Edit
Delete
Run
Info
Close
178
MagicInfo Lite
10
10 MagicInfo Lite
10.4.2 Een Local Schedule wijzigen
Zorg ervoor dat er minstens één Local Schedule is geregistreerd.
1 Selecteer Local Schedule Manager in het menuscherm MagicInfo Lite.
2 Selecteer het lokale schema dat u wilt wijzigen.
Network Schedule
Local Schedule
Local Schedule Manager
Contents Manager
Internal AutoPlay
USB AutoPlay
Close
Mode
Network Schedule
Server
Connected
USB
Disconnected
Local Schedule Manager
Storage Internal Memory
No Playing Schedule
20110101_1200.Isch
Create
Edit
Delete
Run
Info
Close
179
MagicInfo Lite
10
10 MagicInfo Lite
3 Selecteer Edit.
4 Wijzig de details van het lokale schema. Selecteer vervolgens Save.
10.4.3 Een Local Schedule verwijderen
Zorg ervoor dat er minstens één Local Schedule is geregistreerd.
1 Selecteer Local Schedule Manager in het menuscherm MagicInfo Lite.
Edit
Time
Contents
Time
Contents
12:00 am ~ 02:00 pm
Menu1.jpg
--:-- am ~ --:-- pm
No Item
Delete
Save
Cancel
Time
Contents
--:-- am ~ --:-- pm
No Item
Network Schedule
Local Schedule
Local Schedule Manager
Contents Manager
Internal AutoPlay
USB AutoPlay
Close
Mode
Network Schedule
Server
Connected
USB
Disconnected
180
MagicInfo Lite
10
10 MagicInfo Lite
2 Selecteer het lokale schema dat u wilt verwijderen.
3 Selecteer Delete.
Local Schedule Manager
Storage Internal Memory
No Playing Schedule
20110101_1200.Isch
Create
Edit
Delete
Run
Info
Close
Local Schedule Manager
Storage Internal Memory
Do you want to delete schedule?
201
Create
Edit
elete
Run
Info
Close
Yes No
181
MagicInfo Lite
10
10 MagicInfo Lite
10.4.4 Een Local Schedule uitvoeren
Zorg ervoor dat er minstens één Local Schedule is geregistreerd.
1 Selecteer Local Schedule Manager in het menuscherm MagicInfo Lite.
2 Selecteer het lokale schema dat u wilt uitvoeren. Selecteer vervolgens Run.
Network Schedule
Local Schedule
Local Schedule Manager
Contents Manager
Internal AutoPlay
USB AutoPlay
Close
Mode
Network Schedule
Server
Connected
USB
Disconnected
Local Schedule Manager
Storage Internal Memory
No Playing Schedule
20110101_1200.Isch
Create
Edit
Delete
Run
Info
Close
182
MagicInfo Lite
10
10 MagicInfo Lite
10.4.5 Een Local Schedule stoppen
Deze functie kan alleen worden gebruikt wanneer er een schema wordt uitgevoerd. Wanneer u Stop
selecteert, wordt de uitvoeringsmodus gewijzigd van Local Schedule naar Network schedule.
1 Selecteer Local Schedule Manager in het menuscherm MagicInfo Lite.
2 Selecteer Stop.
Network Schedule
Local Schedule
Local Schedule Manager
Contents Manager
Internal AutoPlay
USB AutoPlay
Close
Mode
Network Schedule
Server
Connected
USB
Disconnected
Local Schedule Manager
Storage Internal Memory
[Internal] 20110101_1200.Isch
20110101_1200.Isch
Create
Edit
Delete
Stop
Info
Close
183
MagicInfo Lite
10
10 MagicInfo Lite
10.4.6 De details van een Local Schedule wijzigen
1 Selecteer Local Schedule Manager in het menuscherm MagicInfo Lite.
2 Selecteer het lokale schema waarvan u de details wilt zien.
3 De details van het schema worden weergegeven.
Network Schedule
Local Schedule
Local Schedule Manager
Contents Manager
Internal AutoPlay
USB AutoPlay
Close
Mode
Network Schedule
Server
Connected
USB
Disconnected
Local Schedule Manager
Storage Internal Memory
No Playing Schedule
20110101_1200.Isch
Create
Edit
Delete
Run
Info
Close
Information
20110101_1200.Isch
12:00 am~02:00 pm, 1 File(s)
- Menu1.jpg
Close
184
MagicInfo Lite
10
10 MagicInfo Lite
10.5 Contents Manager
10.5.1 Inhoud kopiëren
1 Selecteer Contents Manager in het menuscherm MagicInfo Lite.
2 Selecteer de inhoud die u wilt kopiëren.
Als inhoud onder Internal Memory is geselecteerd: U kunt de inhoud onder Internal Memory
kopiëren naar USB-geheugen.
Als inhoud onder USB is geselecteerd: U kunt de inhoud onder USB-geheugen kopiëren naar
Internal Memory.
Wanneer u inhoud selecteert onder Internal Memory en USB-geheugen tegelijk, wordt het
kopiëren uitgeschakeld.
3 Selecteer Copy.
Network Schedule
Local Schedule
· Local Schedule Manager
Contents Manager
Internal AutoPlay
USB AutoPlay
Close
Mode
Network Schedule
Server
Connected
USB
Disconnected
Contents
Internal Memory USB
No Item Folder1
Menu2.jpg
Menu1.jpg
Delete
Copy
Deselect
Close
185
MagicInfo Lite
10
10 MagicInfo Lite
10.5.2 Inhoud verwijderen
1 Selecteer Contents Manager in het menuscherm MagicInfo Lite.
2 Selecteer de inhoud die u wilt verwijderen.
Het is mogelijk om inhoud onder Internal Memory en USB-geheugen tegelijk te verwijderen.
3 Selecteer Delete.
Network Schedule
Local Schedule
· Local Schedule Manager
Contents Manager
Internal AutoPlay
USB AutoPlay
Close
Mode
Network Schedule
Server
Connected
USB
Disconnected
Contents
Internal Memory USB
No Item Folder1
Menu2.jpg
Menu1.jpg
Delete
Copy
Deselect
Close
Contents
Internal Memory USB
No Item Folder1
Menu2.jpg
Menu1.jpg
Delete
Copy
Deselect
Close
186
MagicInfo Lite
10
10 MagicInfo Lite
10.6 Internal AutoPlay
10.6.1 Internal AutoPlay gebruiken
Zorg ervoor dat er minstens één item met inhoud bestaat onder Internal Memory.
1 Selecteer Internal AutoPlay in het menuscherm MagicInfo Lite.
Speel op alfabetische volgorde inhoud af die gekopieerd is naar het interne geheugen (Internal
Memory).
10.7 USB AutoPlay
10.7.1 Internal AutoPlay gebruiken
Zorg ervoor dat er een USB-apparaat is geplaatst. Zorg ervoor dat u een map maakt met de naam
'MagicInfoSlide' in het USB-apparaat en plaats inhoud in de map.
1 Selecteer USB AutoPlay in het menuscherm MagicInfo Lite.
De inhoud in de map MagicInfoSlide op het USB-apparaat wordt in alfabetische volgorde
afgespeeld.
Network Schedule
Local Schedule
Local Schedule Manager
Contents Manager
Internal AutoPlay
USB AutoPlay
Close
Mode
Network Schedule
Server
Connected
USB
Disconnected
187
MagicInfo Lite
10
10 MagicInfo Lite
USB AutoPlay wordt automatisch uitgevoerd als USB-geheugen verbonden is wanneer
Network Schedule of Local Schedule uitgevoerd wordt.
10.8 Wanneer er inhoud wordt uitgevoerd
10.8.1 De details weergeven van inhoud die wordt uitgevoerd
Druk op de knop INFO op de afstandsbediening.
1 Software Version: geeft de softwareversie van een apparaat weer.
2 Device Name: geeft de naam van een apparaat weer die herkend wordt door de server.
3 Device ID: geeft het originele identificatienummer van een apparaat weer.
4 Mode: geeft de huidige bedrijfsmodus (Network Schedule, Local Schedule, Internal AutoPlay of
USB AutoPlay) van de MagicInfo Lite Player weer.
5 Server: geeft de verbindingsstatus (Connected, Disconnected of Non-approval) van de server
weer.
6 USB: geeft de verbindingsstatus van een USB-apparaat weer.
Network Schedule
Local Schedule
Local Schedule Manager
Contents Manager
Internal AutoPlay
USB AutoPlay
Close
Mode
Network Schedule
Server
Connected
USB
Disconnected
188
MagicInfo Lite
10
10 MagicInfo Lite
7 Schedule Download: geeft de voortgang van een netwerkschema dat gedownload wordt van de
server weer.
10.8.2 De instellingen wijzigen van inhoud die wordt uitgevoerd
Druk op de knop TOOLS op de afstandsbediening.
U kunt de instelling Picture Mode of Sound Mode wijzigen of een USB-apparaat veilig verwijderen
(Safely Remove USB) terwijl inhoud afgespeeld wordt door te drukken op de knop TOOLS op de
afstandsbediening.
Picture Mode : past de scherminstellingen aan voor de inhoud die op dit moment afgespeeld wordt
(Dynamic, Standard, Natural, Movie).
Sound Mode: past de audio-instellingen aan voor de inhoud die op dit moment afgespeeld wordt
(Standard, Music, Movie, Clear Voice, Amplify).
Safely Remove USB
Information
Software Version
Device Name
Device ID
Mode
Server
USB
Schedule Download
: A-VNUSCDSP-100
: Monitor
: FE-FF-FF-FF-FF
: Network Schedule
: Connected
: Connected
: No Schedule to download
Close
Tools
189
11 Problemen oplossen
11
Problemen oplossen
11.1 Vereisten voordat u contact opneemt met de
klantenservice van Samsung
11.1.1 Het product testen
Voordat u met de klantenservice van Samsung belt, kunt u het product als volgt testen. Als het
probleem zich blijft voordoen, kunt u contact opnemen met de dichtstbijzijnde klantenservice van
Samsung.
Controleer of uw product normaal werkt door gebruik te maken van de testfuncties van het product.
Als er een leeg scherm wordt weergegeven terwijl het aan/uit-lampje knippert, zelfs als het product goed
is aangesloten op een computer, voert u de producttest uit.
1 Schakel zowel de computer als het product uit.
2 Koppel alle kabels los van het product.
3 Product inschakelen.
4 Als het bericht 'No Signal' wordt weergegeven, werkt het product normaal.
Als er geen beeld wordt weergegeven, controleert u het computersysteem, de videocontroller en
de kabel.
11.1.2 De resolutie en frequentie controleren
"Not Optimum Mode' wordt kort weergegeven wanneer er een modus is geselecteerd die de
ondersteunde resolutie overschrijdt (zie Ondersteunde resoluties).
190
Problemen oplossen
11
11 Problemen oplossen
11.1.3 Controleer het volgende
Installatieprobleem (PC-modus)
Het scherm wordt constant in- en
uitgeschakeld.
Controleer de kabelverbinding tussen de het
product en de computer en zorg ervoor dat de
kabels goed zijn bevestigd.
("2.2 Een computer aansluiten en gebruiken")
Wanneer er een HDMI- of HDMI-DVI-kabel is
aangesloten op het product en de PC, wordt er
aan alle vier de kanten van het scherm een lege
ruimte weergegeven.
De lege ruimte op het scherm wordt niet
veroorzaakt door het product.
De lege ruimte op het scherm wordt
veroorzaakt door de pc of grafische kaart. U
kunt dit probleem oplossen door de
schermgrootte aan te passen in de HDMI- of
DVI-instellingen voor de grafische kaart.
Als het instellingenmenu van de grafische kaart
geen optie bevat waarmee de schermgrootte
kan worden aangepast, werkt u het
stuurprogramma van de grafische kaart bij naar
de nieuwste versie.
(Neem contact op met de fabrikant van de
grafische kaart of de computer voor meer
informatie over het aanpassen van de
scherminstellingen.)
Probleem met het scherm
Het aan/uit-lampje brandt niet. Het scherm
wordt niet ingeschakeld.
Zorg ervoor dat de voedingskabel is
aangesloten.
("2.2 Een computer aansluiten en gebruiken")
"No Signal" wordt weergegeven op het
scherm
Controleer of het product goed is verbonden
met een kabel.
("2.2 Een computer aansluiten en gebruiken")
Controleer of het apparaat dat op het product
is aangesloten, is ingeschakeld.
"Not Optimum Mode' wordt weergegeven. Dit bericht wordt weergegeven wanneer een
signaal van de grafische kaart de maximale
resolutie en frequentie van het product
overschrijdt.
Raadpleeg de tabel met de
standaardsignaalmodi en stel op basis van de
productspecificaties een maximale resolutie en
frequentie in.
191
Problemen oplossen
11
11 Problemen oplossen
De beelden op het scherm worden vervormd
weergegeven.
Controleer de kabelaansluiting met het
product.
("2.2 Een computer aansluiten en gebruiken")
Het scherm is niet helder. Het scherm is vaag. Pas de instellingen voor Coarse en Fine aan.
Verwijder alle accessoires (videoverlengkabels,
enzovoort) en probeer het opnieuw.
Stel de resolutie en de frequentie in op het
aanbevolen niveau.
Het scherm is onstabiel en vertoont trillingen. Controleer of de resolutie en de frequentie van
de computer en de grafische kaart zijn
ingesteld binnen een bereik dat compatibel is
met het product. Vervolgens kunt u indien
nodige de scherminstellingen aanpassen door
de aanvullende informatie in het productmenu
den de tabel met standaardsignaalmodi te
raadplegen.
Er blijven schaduwen of echobeelden achter op
het scherm.
Het scherm is te helder. Het scherm is te
donker.
Pas de instellingen voor Brightness en
Contrast aan.
De schermkleur is inconsistent. Ga naar Picture en pas de instellingen voor
Color Temp. aan.
De kleuren op het scherm hebben een
schaduw en worden vervormd.
Ga naar Picture en pas de instellingen voor
Color Temp. aan.
Het wit lijkt niet echt wit. Ga naar Picture en pas de instellingen voor
Color Temp. aan.
Er wordt geen beeld op het scherm
weergegeven en het aan/uit-lampje knippert
elke 0,5 tot 1 seconde.
Het product bevindt zich in de
energiebesparingsmodus.
Druk op een toets op het toetsenbord of
beweeg de muis om terug te keren naar het
vorige scherm.
Problemen met het geluid
Er wordt geen geluid weergegeven. Controleer de verbinding van de audiokabel of
pas het volume aan.
(" Een bronapparaat aansluiten en gebruiken")
Controleer het geluidsvolume.
Probleem met het scherm
192
Problemen oplossen
11
11 Problemen oplossen
Het volumeniveau is te laag. Pas het volume aan.
Als het volumeniveau nog steeds erg laag is
nadat u het hebt vergoogd naar het maximale
niveau, past u het volume voor de grafische
kaart of het programma op de computer aan.
Problemen met de afstandsbediening
De afstandsbediening werkt niet. Zorg dat de batterij is geplaatst (+/-).
Controleer of de batterijen leeg zijn.
Controleer of er sprake is van een
stroomstoring.
Zorg ervoor dat de voedingskabel is
aangesloten.
Controleer of er speciale verlichting of
neonlampen zijn ingeschakeld in de nabijheid
van het product.
Problemen met een bronapparaat
Er wordt een piepend geluid weergegeven
wanneer mijn computer wordt opgestart.
Als u een piepgeluid hoort als de pc wordt
aangezet, moet u de pc laten nakijken.
Problemen met het geluid
193
Problemen oplossen
11
11 Problemen oplossen
11.2 Vragen en antwoorden
Vraag Antwoord
Hoe kan ik de frequentie
wijzigen?
U kunt de frequentie instellen via uw grafische kaart.
"Windows XP" : ga naar Configuratiescherm
Vormgeving en thema's Beeldscherm Instellingen
Geavanceerd Beeldscherm en pas bij
Beeldscherminstellingen de frequentie aan.
"Windows ME/2000" : ga naar Configuratiescherm
Beeldscherm Instellingen Geavanceerd
Beeldscherm en pas bij Beeldscherminstellingen de
frequentie aan.
"Windows Vista": ga naar Configuratiescherm
Vormgeving aan persoonlijke voorkeur aanpassen
Persoonlijke instellingen Beeldscherminstellingen
Geavanceerde instellingen Beeldscherm en pas bij
Beeldscherminstellingen de frequentie aan.
"Windows 7" : ga naar Configuratiescherm
Vormgeving en persoonlijke instellingen
Beeldscherm Resolutie aanpassen Geavanceerde
instellingen Beeldscherm en pas bij
Beeldscherminstellingen de frequentie aan.
194
Problemen oplossen
11
11 Problemen oplossen
Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw computer of grafische kaart voor meer informatie over
instellingen.
Hoe kan ik de resolutie
wijzigen?
"Windows XP" : ga naar Configuratiescherm
Vormgeving en thema's Beeldscherm Instellingen
en pas de resolutie aan.
"Windows ME/2000" : ga naar Configuratiescherm
Beeldscherm Instellingen en wijzig de resolutie.
"Windows Vista": ga naar Configuratiescherm
Vormgeving aan persoonlijke voorkeur aanpassen
Persoonlijke instellingen Beeldscherminstellingen en
pas de resolutie aan.
"Windows 7" : ga naar Configuratiescherm Vormgeving
en persoonlijke instellingen Beeldscherm Resolutie
aanpassen en pas de resolutie aan.
Hoe stel ik de
energiebesparingsmodus in?
Windows XP: u kunt de energiebesparingsmodus
inschakelen via Configuratiescherm Vormgeving en
thema's Beeldscherm Instellingen voor
schermbeveiliging of via BIOS SETUP op de computer.
Windows ME/2000: u kunt de energiebesparingsmodus
inschakelen via Configuratiescherm Beeldscherm
Instellingen voor schermbeveiliging of via BIOS SETUP op
de computer.
Windows Vista: u kunt de energiebesparingsmodus
inschakelen via Configuratiescherm Vormgeving en
persoonlijke instellingen Persoonlijke instellingen
Instellingen voor schermbeveiliging of via BIOS SETUP op
de computer.
Windows 7: u kunt de energiebesparingsmodus inschakelen
via Configuratiescherm Vormgeving en persoonlijke
instellingen Persoonlijke instellingen Instellingen
voor schermbeveiliging of via BIOS SETUP op de
computer.
Vraag Antwoord
195
12 Specificaties
12
Specificaties
12.1 Algemeen
Modelnaam MD32B MD40B
Paneel Grootte 32 inch (80cm) 40 inch (101cm)
Weergaveg
ebied
698,4 mm (H) x 392,85 mm (V) 885,6 mm (H) x 498,15 mm (V)
Afmetingen (B x H x D) /
gewicht
736,0 x 434,5 x 93,5 mm / 6,4 Kg 925,4 x 541,0 x 93,5 mm / 9,6 Kg
VESA-bevestigingsinterface 200 mm x 200 mm
Modelnaam MD46B MD55B
Paneel Grootte 46 inch (116cm) 55 inch (138cm)
Weergaveg
ebied
1018,08 mm (H) x 572,67 mm (V) 1209,6 mm (H) x 680,4 mm (V)
Afmetingen (B x H x D) /
gewicht
1057,7 x 615,8 x 94,9 mm / 12,2 Kg 1247,7 x 722,9 x 95,2 mm / 17,9 Kg
VESA-bevestigingsinterface 400mm x 400mm
Modelnaam MD32B / MD40B / MD46B / MD55B
Synchronisatie Horizontaal 30 ~ 81 kHz
Verticaal 56 ~ 75 Hz
Weergavekleur 1,07B
Resolutie Optimale
resolutie
1920 x 1080 bij 60Hz
Maximale
resolutie
1920 x 1080 bij 60Hz
Maximale pixelfrequentie 148,5MHz (analoog, digitaal)
Stroomtoevoer Dit product gebruikt 100 tot 240 V. Raadpleeg het label op de
achterkant van het product, aangezien het standaardvoltage per land
kan verschillen.
Audio-uitgang 10 W + 10 W
Signaalaansluitingen In: AV IN/COMPONENT IN(common), RGB IN(PC D-Sub), DVI IN,
HDMI IN, RGB/DVI/HDMI/AUDIO IN, RJ45, RS232C IN
Uit: AUDIO OUT, RS232C OUT
USB 1 DOWN(2.0)
196
Specificaties
12
12 Specificaties
Plug-and-Play : Deze monitor kan worden geïnstalleerd op en gebruikt voor elk Plug and Play-systeem.
De binaire gegevensuitwisseling tussen de monitor en het computersysteem optimaliseert de
monitorinstellingen. De monitor wordt automatisch geïnstalleerd. U kunt de installatie-instellingen echter
naar wens wijzigen.
Door de manier waarop dit product wordt geproduceerd kan circa één pixel per miljoen pixels (1 ppm)
van het paneel lichter of donkerder worden weergegeven. Dit is niet van invloed op de prestaties van
het product.
Dit apparaat is een digitaal apparaat van klasse A.
12.2 PowerSaver
De energiebesparingfunctie van dit product reduceert het energieverbruik van het aan/uit-lampje als het
product gedurende een bepaalde periode niet wordt gebruikt. Het product wordt niet uitgeschakeld in de
energiebesparingsmodus. Om het scherm weer in te schakelen, drukt u op een willekeurige toets op het
toetsenbord of beweegt u de muis. De energiebesparingsfunctie werkt alleen wanneer het product is
aangesloten op een computer met een energiebesparingsfunctie.
Het energieverbruik dat wordt weergegeven kan per bedrijfsomstandigheid of wanneer de
instellingen worden gewijzigd, variëren.
SOG (Sync On Green) wordt niet ondersteund.
Om het energieverbruik terug te dringen tot 0, schakelt u het apparaat uit of koppelt u de
voedingskabel aan de achterkant los. Koppel de voedingskabel los als u het product gedurende
langere tijd niet gebruikt (tijdens vakantie, enz.).
Omgevingsverei
sten
In bedrijf Temperatuur: 0˚C ~ 40˚C (32˚F ~ 104˚F)
Luchtvochtigheid: 10 % tot 80%, niet condenserend
Opslag Temperatuur: -20˚C ~ 60˚C (-4˚F ~ 140˚F)
Luchtvochtigheid: 5% tot 95 %, niet condenserend
Modelnaam MD32B / MD40B / MD46B / MD55B
Toestand
Normale werking
Energiebesparings
modus
Uitschakelen
(Aan/uit-knop uit)
Maximale
waarde
Standa
ard
Aan/uit-lampje Aan Knipperend Uit
Stroomverbruik
(Zonder
netwerkmodule)
MD32B 85 W 50 W
minder dan 1 W minder dan 1 W
MD40B 108 W 87 W
MD46B 124 W 94 W
MD55B 149 W 124 W
197
Specificaties
12
12 Specificaties
12.3 Voorinstelbare timingmodi
Vanwege de eigenschappen van het scherm kan dit product voor elk schermformaat slechts
worden ingesteld op één resolutie voor een optimale beeldkwaliteit. Wanneer er een andere
resolutie dan de opgegeven resolutie wordt ingesteld, kan dit ten koste gaan van de beeldkwaliteit.
Om dit te voorkomen, kunt u het beste de opgegeven optimale resolutie voor uw product
selecteren.
Controleer de frequentie wanneer u een CDT-product vervangt (aangesloten op een computer)
door een LCD-product. Als het LCD-product geen ondersteuning biedt voor 85Hz, wijzigt u de
verticale frequentie voor het CDT-product naar 60Hz en sluit u vervolgens het LCD-product aan.
Het scherm wordt automatisch aangepast als er een signaal via uw computer wordt overgedragen die
behoort tot de volgende standaard signaalmodi. Als het signaal dat via de computer wordt verzonden,
niet tot de standaard signaalmodi behoort, wordt er mogelijk een leeg scherm weergegeven terwijl het
aan/uit-lampje brandt. Wijzig in dat geval de instellingen overeenkomstig de volgende tabel door de
gebruikershandleiding bij de grafische kaart te raadplegen.
Resolutie
Horizontale
frequentie
(kHz)
Verticale
frequentie (Hz)
Pixelklok
(MHz)
Sync-
polariteit
(H/V)
IBM, 720 x 400 31,469 70,087 28,322 -/+
MAC, 640 x 480 35,000 66,667 30,240 -/-
MAC, 832 x 624 49,726 74,551 57,284 -/-
MAC, 1152 x 870 68,681 75,062 100,000 -/-
VESA, 640 x 480 31,469 59,940 25,175 -/-
VESA, 640 x 480 37,861 72,809 31,500 -/-
VESA, 640 x 480 37,500 75,000 31,500 -/-
VESA, 800 x 600 35,156 56,250 36,000 +/+
VESA, 800 x 600 37,879 60,317 40,000 +/+
VESA, 800 x 600 48,077 72,188 50,000 +/+
VESA, 800 x 600 46,875 75,000 49,500 +/+
VESA, 1024 x 768 48,363 60,004 65,000 -/-
VESA, 1024 x 768 56,476 70,069 75,000 -/-
VESA, 1024 x 768 60,023 75,029 78,750 +/+
VESA, 1152 x 864 67,500 75,000 108,000 +/+
VESA, 1280 x 720 45,000 60,000 74,250 +/+
VESA, 1280 x 800 49,702 59,810 83,500 -/+
VESA, 1280 x 1024 63,981 60,020 108,000 +/+
198
Specificaties
12
12 Specificaties
Horizontale frequentie
De tijd die nodig is om één lijn van links naar rechts op het scherm te scannen, wordt de horizontale
cyclus genoemd. Het omgekeerde van deze horizontale cyclus is de horizontale frequentie. De
horizontale frequentie wordt gemeten in kHz.
Verticale frequentie
Het product geeft een beeld meerdere keren per seconde weer (zoals een knipperende tl-lamp) om een
beeld voor de kijker weer te geven. De frequentie waarmee een beeld per seconde wordt weergegeven,
wordt de verticale frequentie of vernieuwingsfrequentie genoemd. De verticale frequentie wordt
gemeten in Hz.
VESA, 1280 x 1024 79,976 75,025 135,000 +/+
VESA, 1366 x 768 47,712 59,790 85,500 +/+
VESA, 1440 x 900 55,935 59,887 106,500 -/+
VESA,1600 x 900(RB) 60,000 60,000 108,000 +/+
VESA, 1680 x 1050 65,290 59,954 146,250 -/+
VESA, 1920 x 1080 67,500 60,000 148,500 +/+
Resolutie
Horizontale
frequentie
(kHz)
Verticale
frequentie (Hz)
Pixelklok
(MHz)
Sync-
polariteit
(H/V)
199
Specificaties
12
12 Specificaties
12.4 Licentie
TheaterSound HD, SRS and symbol are trademarks of SRS Labs, Inc.
TheaterSound HD technology is incorporated under license form SRS Lab,
Inc.
Vervaardigd onder licentie van Dolby Laboratories. Dolby en het double-D-
symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
Manufactured under license under U.S. Patent #’s: 5,451,942; 5,956,674;
5,974,380; 5,978,762; 6,487,535 & other U.S. and worldwide patents
issued & pending. DTS and the Symbol are registered trademarks. & DTS
2.0+ Digital Out and the DTS logos are trademarks of DTS, Inc. Product
Includes software. © DTS, Inc. All Rights Reserved.
DivX Certified® to play DivX® video up to HD 1080p, including premium
content.
DivX®, DivX Certified® and associated logos are trademarks of DivX, Inc.
and are used under license.
ABOUT DIVX VIDEO: DivX® is a digital video format created by DivX, Inc. This is an official DivX
Certified® device that plays DivX video. Visit www.divx.com for more information and software
tools to convert your files into DivX video.
ABOUT DIVX VIDEO-ON-DEMAND: This DivX Certified® device must be registered in order to
play purchased DivX Video-on-Demand (VOD) movies. To obtain your registration code, locate
the DivX VOD section in your device setup menu. Go to vod.divx.com for more information on
how to complete your registration.
Covered by one or more of the following U.S. patents : 7,295,673; 7,460,668; 7,515,710;
7,519,274
The terms HDMI and HDMI High-Definition Multimedia Interface, and the
HDMI Logo are trademarks or registered trademarks of HDMI Licensing
LLC in the United States and other countries.
Open Source-licentiekennisgeving
Wanneer u open-source software gebruik, zijn er open-source licenties beschikbaar in het
productmenu.
De licentiekennisgeving voor open source is alleen in het Engels beschikbaar.
200
Bijlage
Bijlage
Contact opnemen met SAMSUNG WORLDWIDE
Wanneer u suggesties of vragen heeft met betrekking tot producten, gelieve contact op te nemen met
de klantenservice van SAMSUNG.
NORTH AMERICA
U.S.A 1-800-SAMSUNG (726-7864) http://www.samsung.com
CANADA 1-800-SAMSUNG (726-7864) http://www.samsung.com/ca
http://www.samsung.com/ch_fr
(French)
MEXICO 01-800-SAMSUNG (726-7864) http://www.samsung.com
LATIN AMERICA
ARGENTINA 0800-333-3733 http://www.samsung.com
BRAZIL 0800-124-421 4004-0000 http://www.samsung.com
BOLIVIA 800-10-7260 http://www.samsung.com
CHILE 800-SAMSUNG (726-7864)
From mobile 02-482 82 00
http://www.samsung.com
COLOMBIA 01-8000112112 http://www.samsung.com
COSTA RICA 0-800-507-7267 http://www.samsung.com
DOMINICA 1-800-751-2676 http://www.samsung.com
ECUADOR 1-800-10-7267 http://www.samsung.com
EL SALVADOR 800-6225 http://www.samsung.com
GUATEMALA 1-800-299-0013 http://www.samsung.com
HONDURAS 800-27919267 http://www.samsung.com
JAMAICA 1-800-234-7267 http://www.samsung.com
NICARAGUA 00-1800-5077267 http://www.samsung.com
PANAMA 800-7267 http://www.samsung.com
PERU 0-800-777-08 http://www.samsung.com
PUERTO RICO 1-800-682-3180 http://www.samsung.com
TRINIDAD & TOBAGO 1-800-SAMSUNG (726-7864) http://www.samsung.com
VENEZUELA 0-800-100-5303 http://www.samsung.com
201
Bijlage
Bijlage
EUROPE
ALBANIA 42 27 5755 http://www.samsung.com
AUSTRIA 0810 - SAMSUNG (7267864,€
0.07/min)
http://www.samsung.com
BELGIUM 02-201-24-18 http://www.samsung.com/be
(Dutch)
http://www.samsung.com/be_fr
(French)
BOSNIA 05 133 1999 http://www.samsung.com
BULGARIA 07001 33 11 http://www.samsung.com
CROATIA 062 SAMSUNG (062 726 7864) http://www.samsung.com
CZECH 800-SAMSUNG (800-726786) http://www.samsung.com
DENMARK 70 70 19 70 http://www.samsung.com
FINLAND 030 - 6227 515 http://www.samsung.com
FRANCE 01 48 63 00 00 http://www.samsung.com
GERMANY 01805 - SAMSUNG (726-7864,€
0,14/Min)
http://www.samsung.com
CYPRUS From landline : 8009 4000 http://www.samsung.com
GREECE From landline : 80111-SAMSUNG
(7267864)
From landline & mobile : (+30)210
6897691
http://www.samsung.com
HUNGARY 06-80-SAMSUNG (726-7864) http://www.samsung.com
ITALIA 800-SAMSUNG (726-7864) http://www.samsung.com
KOSOVO +381 0113216899 http://www.samsung.com
LUXEMBURG 261 03 710 http://www.samsung.com
MACEDONIA 023 207 777 http://www.samsung.com
MONTENEGRO 020 405 888 http://www.samsung.com
NETHERLANDS 0900 - SAMSUNG (0900-
7267864) (€ 0,10/Min)
http://www.samsung.com
NORWAY 815-56 480 http://www.samsung.com
POLAND 0 801-1SAMSUNG (172-678) +48
22 607-93-33
http://www.samsung.com
PORTUGAL 80820-SAMSUNG (808207267) http://www.samsung.com
Samsung Zrt., česká organizační složka, Oasis Florenc,
Sokolovská394/17, 180 00, Praha 8
202
Bijlage
Bijlage
RUMANIA From landline : 08010-
SAMSUNG(7267864)
From landline & mobile : (+40)21
206 01 10
http://www.samsung.com
SERBIA 0700 Samsung (0700 726 7864) http://www.samsung.com
SLOVAKIA 0800 - SAMSUNG
(0800-726 786)
http://www.samsung.com
SPAIN 902 - 1 - SAMSUNG (902 172
678)
http://www.samsung.com
SWEDEN 0771 726 7864 (SAMSUNG) http://www.samsung.com
SWITZERLAND 0848-SAMSUNG (7267864, CHF
0.08/min)
http://www.samsung.com/ch
http://www.samsung.com/ch_fr
(French)
U.K 0330 SAMSUNG (7267864) http://www.samsung.com
EIRE 0818 717100 http://www.samsung.com
LITHUANIA 8-800-77777 http://www.samsung.com
LATVIA 8000-7267 http://www.samsung.com
ESTONIA 800-7267 http://www.samsung.com
TURKEY 444 77 11 http://www.samsung.com
CIS
RUSSIA 8-800-555-55-55 http://www.samsung.com
GEORGIA 8-800-555-555 http://www.samsung.com
ARMENIA 0-800-05-555 http://www.samsung.com
AZERBAIJAN 088-55-55-555 http://www.samsung.com
KAZAKHSTAN 8-10-800-500-55-500 (GSM:
7799)
http://www.samsung.com
UZBEKISTAN 8-10-800-500-55-500 http://www.samsung.com
KYRGYZSTAN 00-800-500-55-500 http://www.samsung.com
TADJIKISTAN 8-10-800-500-55-500 http://www.samsung.com
MONGOLIA - http://www.samsung.com
UKRAINE 0-800-502-000 http://www.samsung.com/ua
http://www.samsung.com/
ua_ru
EUROPE
203
Bijlage
Bijlage
BELARUS 810-800-500-55-500 http://www.samsung.com
MOLDOVA 00-800-500-55-500 http://www.samsung.com
ASIA PACIFIC
AUSTRALIA 1300 362 603 http://www.samsung.com
NEW ZEALAND 0800 SAMSUNG (0800 726 786) http://www.samsung.com
CHINA 400-810-5858 http://www.samsung.com
HONG KONG (852) 3698 - 4698 http://www.samsung.com/hk
http://www.samsung.com/
hk_en/
INDIA 1800 1100 11
3030 8282
1800 3000 8282
1800 266 8282
http://www.samsung.com
INDONESIA 0800-112-8888 021-5699-7777 http://www.samsung.com
JAPAN 0120-327-527 http://www.samsung.com
MALAYSIA 1800-88-9999 http://www.samsung.com
PHILIPPINES 1-800-10-SAMSUNG (726-7864)
for PLDT
1-800-3-SAMSUNG (726-7864)
for Digitel
1-800-8-SAMSUNG (726-7864)
for Globe
02-5805777
http://www.samsung.com
SINGAPORE 1800-SAMSUNG (726-7864) http://www.samsung.com
THAILAND 1800-29-3232
02-689-3232
http://www.samsung.com
TAIWAN 0800-329-999
0266-026-066
http://www.samsung.com
VIETNAM 1 800 588 889 http://www.samsung.com
MIDDlE EAST
IRAN 021-8255 http://www.samsung.com
OMAN 800-SAMSUNG (726-7864) http://www.samsung.com
KUWAIT 183-2255 http://www.samsung.com
CIS
204
Bijlage
Bijlage
BAHRAIN 8000-4726 http://www.samsung.com
EGYPT 08000-726786 http://www.samsung.com
JORDAN 800-22273 http://www.samsung.com
MOROCCO 080 100 2255 http://www.samsung.com
SAUDI ARABIA 9200-21230 http://www.samsung.com
U.A.E 800-SAMSUNG (726-7864) http://www.samsung.com
AFRICA
CAMEROON 7095- 0077 http://www.samsung.com
COTE D'LVOIRE 8000 0077 http://www.samsung.com
GHANA 0800-10077
0302-200077
http://www.samsung.com
KENYA 0800 724 000 http://www.samsung.com
NIGERIA 0800-726-7864 http://www.samsung.com
SENEGAL 800-00-0077 http://www.samsung.com
SOUTH AFRICA 0860-SAMSUNG (726-7864) http://www.samsung.com
TANZANIA 0685 88 99 00 http://www.samsung.com
UGANDA 0800 300 300 http://www.samsung.com
MIDDlE EAST
205
Bijlage
Bijlage
Dienstverlening tegen betaling (door klanten)
Wanneer u om service vraagt, kunnen wij in de volgende gevallen ondanks de garantie kosten in
rekening brengen voor een bezoek van een monteur.
Geen productdefect
Reiniging van het product, afstelling, uitleg, herinstallatie enzovoort.
Als een monteur aanwijzingen geeft voor het gebruik van het product of gewoon enkele opties
aanpast zonder het product te demonteren.
Als een defect het gevolg is van externe omgevingsfactoren (internet, antenne, signaal van kabel
enzovoort).
Als een product opnieuw wordt geïnstalleerd of als er extra apparaten worden aangesloten na de
eerste installatie van het aangeschafte product.
Als een product opnieuw wordt geïnstalleerd op een andere locatie of na een verhuizing.
Als de klant om aanwijzingen voor het gebruik vraagt vanwege een product van een ander bedrijf.
Als de klant om aanwijzingen voor het gebruik van het netwerk of een programma van een ander
bedrijf vraagt.
Als de klant vraagt om de software voor het product te installeren en te configureren.
Als een monteur de binnenzijde van het product moet ontdoen van stof of vreemde stoffen.
Als de klant om een extra installatie vraagt na aanschaf van het product bij een postorderbedrijf of
online.
Productschade als gevolg van een fout van de klant
Productschade als gevolg van een verkeerde handeling of verkeerde reparatie door de klant.
Als het product schade heeft opgelopen als gevolg van:
impact van buitenaf of laten vallen;
het gebruik van verbruiksartikelen of apart verkochte producten die niet voldoen aan de eisen van
Samsung;
reparatie door een persoon die geen monteur is van een erkend servicebedrijf of partner van
Samsung Electronics Co., Ltd.
wijziging van het model of reparatie van het product door de klant;
gebruik van het product op een verkeerde spanning of via niet-goedgekeurde elektrische
aansluitingen;
het niet volgen van de voorzorgsmaatregelen uit de gebruikershandleiding.
206
Bijlage
Bijlage
Overig
Als het product defect raakt als gevolg van een natuurramp (onweer, brand, aardbeving,
overstroming enzovoort).
Als verbruiksartikelen op zijn (batterij, toner, verlichting, kop, trilmechanisme, lamp, filter, lint
enzovoort).
Als de klant om service vraagt terwijl het product niet defect is, kunnen servicekosten in rekening
worden gebracht. Lees daarom eerst de gebruikershandleiding.
207
Bijlage
Bijlage
Een optimale beeldkwaliteit en het voorkomen van
scherminbranding
Optimale beeldkwaliteit
Om te genieten van een optimale beeldkwaliteit, gaat u naar het Configuratiescherm op uw
computer en past u als volgt de resolutie en vernieuwingsfrequentie aan. De beeldkwaliteit van TFT-
LCD's is mogelijk niet optimaal als u niet de optimale resolutie selecteert.
Resolutie: 1920 x 1080
Verticale frequentie (vernieuwingsfrequentie): 60Hz
Vanwege de aard van het productieproces voor dit product, wordt ongeveer 1 op de miljoen pixels
(1 ppm) op het -scherm donkerder of lichter weergegeven. Dit is niet van invloed op de prestaties
van het product.
Het aantal subpixels per type -scherm: MD32B, MD40B, MD46B, MD55B : 6,220,800
Voer de functie 'Auto Adjustment' uit om de beeldkwaliteit te verbeteren. Als er nog steeds ruis
wordt weergegeven nadat u de Auto Adjustment-functie hebt uitgevoerd, past u de instellingen voor
Coarse of Fine aan.
Wanneer er langere tijd een statisch beeld op het scherm wordt weergegeven, kan het beeld op het
scherm inbranden of kunnen er pixels beschadigd raken.
Activeer de energiebesparingsmodus of een dynamische schermbeveiliging wanneer u het
product enige tijd niet gebruikt.
In tegenstelling tot CDT-monitoren, kunnen TFT-LCD-monitoren (vanwege de eigenschappen van
het scherm) slechts worden ingesteld op één resolutie voor een optimale beeldkwaliteit. Het is
daarom mogelijk dat wanneer er een andere resolutie dan de opgegeven resolutie wordt ingesteld,
dit ten koste gaat van de beeldkwaliteit. Om dit te voorkomen, kunt u het beste de opgegeven
optimale resolutie voor uw monitor selecteren.
208
Bijlage
Bijlage
Het voorkomen van scherminbranding
Wat is scherminbranding?
Wanneer het LCD-scherm normaal wordt gebruikt, mag er geen scherminbranding optreden. Een normaal
gebruik verwijst naar continu veranderende videopatronen. Wanneer er langdurig een vast patroon op het
LCD-scherm wordt weergegeven (langer dan 12 uur), kan er een licht spanningsverschil optreden tussen
de elektroden in de pixels die vloeibare kristallen besturen.
Een dergelijk spanningsverschil tussen de elektroden neemt naar verloop van tijd toe, waardoor het
vloeibare kristal dunner wordt. Als dit gebeurt, is het mogelijk dat het vorige beeld zichtbaar blijft wanneer
het patroon wordt gewijzigd. Om dit te voorkomen, moet het opgebouwde spanningsverschil worden
verlaagd.
Zwarte matrix
Source Afvoer
Databus-lijn
TFT
Poort
Pixelelektrode
(ITO)
Opslagcondensator
(Cs)
Kleurenfilter
Gemeenschappelijke
elektrode (ITO)
209
Bijlage
Bijlage
Uitschakelen, schermbeveiliging en energiebesparingsmodus
Schakel het product 2 uur uit wanneer u het 12 uur hebt gebruikt.
Ga naar Weergave-eigenschappen > Stroomtoevoer op uw computer en stel in dat het product
wanneer dit nodig is, wordt uitgeschakeld.
Het gebruik van een schermbeveiliging wordt aanbevolen.
U kunt het beste een schermbeveiliging met één kleur of een bewegende afbeelding gebruiken.
Wijzig regelmatig de kleur
Gebruik twee kleuren
Schakel om de 30 minuten tussen de 2 kleuren, zoals hierboven wordt weergegeven.
Gebruik liever geen tekstkleuren en achtergrondkleuren die qua helderheid zeer contrasteren.
Gebruik liever geen grijs, aangezien deze kleur de scherminbranding kan bevorderen.
Gebruik liever geen kleuren die qua helderheid zeer contrasteren (zwart en wit; grijs).
Wijzig regelmatig de tekstkleur
Gebruik heldere kleuren die qua helderheid vergelijkbaar zijn.
Interval: wijzig elke 30 minuten de tekst en achtergrondkleur.
Verplaats en wijzig de tekst elke 30 minuten, zoals hieronder.
Geef regelmatig een bewegende afbeelding alsmede een logo weer.
Interval: geef na 4 uur 60 seconden een bewegende afbeelding met een logo weer.
De beste manier om het product te beschermen tegen scherminbranding is om het product uit
te schakelen of om ervoor te zorgen dat het computersysteem een schermbeveiliging uitvoert
wanneer het product niet wordt gebruikt. Ook is de garantie mogelijk beperkt, afhankelijk van
de gebruiksaanwijzing.
FLIGHT
FLIGHT
TIME
TIME
OZ348
UA102
21:10
20:30
OZ348
UA102
21:10
20:30
Type 1 Type 2
FLIGHT
TIME
OZ348
20:30
:
:
FLIGHT
TIME
OZ348
20:30
:
:
FLIGHT
TIME
OZ348
20:30
:
:
FLIGHT
TIME
OZ348
20:30
:
:
FLIGHT TIME
OZ348
20:30
:
:
FLIGHT
TIME
OZ348
20:30
:
:
FLIGHT
TIME
OZ348
:
:
FLIGHT
TIME
OZ348
20:30
:
:
[ Step 1 ] [ Step 2 ] [ Step 3 ]
20:30
210
Bijlage
Bijlage
Correcte verwijdering
Correcte verwijdering van dit product (elektrische & elektronische
afvalapparatuur)
Correcte behandeling van een gebruikte accu uit dit product
Dit merkteken op het product, de accessoires of het informatiemateriaal duidt erop dat
het product en zijn elektronische accessoires (bv. lader, headset, USB-kabel) niet met
ander huishoudelijk afval verwijderd mogen worden aan het einde van hun
gebruiksduur. Om mogelijke schade aan het milieu of de menselijke gezondheid door
ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen, moet u deze artikelen van andere
soorten afval scheiden en op een verantwoorde manier recyclen, zodat het duurzame
hergebruik van materiaalbronnen wordt bevorderd.
Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel waar ze dit product
hebben gekocht of met de gemeente waar ze wonen om te vernemen waar en hoe ze
deze artikelen milieuvriendelijk kunnen laten recyclen.
Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de algemene
voorwaarden van de koopovereenkomst nalezen. Dit product en zijn elektronische
accessoires mogen niet met ander bedrijfsafval voor verwijdering worden gemengd.
(Van toepassing op de Europese Unie en andere Europese landen met afzonderlijke
inzamelingssystemen voor accu's en batterijen.)
Dit merkteken op de accu, handleiding of verpakking geeft aan dat de accu in dit
product aan het einde van de levensduur niet samen met ander huishoudelijk afval mag
worden weggegooid. De chemische symbolen Hg, Cd of Pb geven aan dat het kwik-,
cadmium- of loodgehalte in de accu hoger is dan de referentieniveaus in de Richtlijn
2006/66/EC. Indien de gebruikte accu niet op de juiste wijze wordt behandeld, kunnen
deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid van mensen of het milieu.
Ter bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en ter bevordering van het hergebruik
van materialen, verzoeken wij u afgedankte accu’s en batterijen te scheiden van andere
soorten afval en voor recycling aan te bieden bij het gratis inzamelingssysteem voor
accu’s en batterijen in uw omgeving.
211
Bijlage
Bijlage
Terminologie
Dot Pitch
De monitor en het scherm bestaan uit rode, groene en blauwe stippen. Hoe kleiner de afstand tussen
deze punten hoe hoger de resolutie. Dot pitch verwijst naar de kleinste afstand tussen twee punten
met dezelfde kleur. Dot pitch wordt gemeten in millimeters.
Verticale frequentie
De monitor geeft een afbeelding meerdere keren per seconde weer (zoals een knipperende tl-lamp)
om een beeld voor de kijker weer te geven. De frequentie waarmee een beeld per seconde wordt
weergegeven, wordt de verticale frequentie of vernieuwingsfrequentie genoemd. De verticale
frequentie wordt gemeten in Hz.
Bijvoorbeeld: 60Hz verwijst naar het feit dat één beeld 60 keer per seconde wordt weergegeven.
Horizontale frequentie
De tijd die nodig is om één lijn van links naar rechts op het scherm te scannen, wordt de horizontale
cyclus genoemd. Het omgekeerde van deze horizontale cyclus is de horizontale frequentie. De
horizontale frequentie wordt gemeten in kHz.
Plug & Play
Plug & Play is een functie waarmee de gegevens tussen een monitor en een computer automatisch
worden uitgewisseld voor een optimale weergaveomgeving. Het product gebruikt VESA DDC
(internationale norm) om Plug & Play uit te voeren.
Resolutie
De resolutie is het aantal horizontale punten (pixels) en verticale punten (pixels) waaruit het scherm is
opgebouwd. Het geef aan hoe gedetailleerd een beeld wordt weergegeven. Bij een hogere resolutie
kunnen er meer gegevens worden weergegeven op het scherm en is handig wanneer er tegelijkertijd
meerdere taken moeten worden uitgevoerd.
Bijvoorbeeld: een resolutie van 1920 X 1080 bestaat uit 1920 horizontale pixels (horizontale resolutie)
en 1080 verticale pixels (verticale resolutie).
Multiple Display Control (MDC)
MDC (Multiple Display Control) is een toepassing waarmee u meerdere weergaveapparaten
tegelijkertijd via een computer kunt besturen. De communicatie tussen een computer en een monitor
vindt plaats via RS232C-kabels (seriële gegevensoverdracht) en RJ45-kabels (LAN).
212
Bijlage
Bijlage
DVD (Digital Versatile Disc)
DVD verwijst naar een schijf voor massaopslag ter grootte van een cd. U kunt op deze schijf
multimediatoepassingen (audio, video of games) opslaan met de MPEG-2
videocompressietechnologie.
HDMI(High Definition Multimedia Interface)
Dit is een interface die zowel kan worden aangesloten op een digitale audiobron als op een high-
definition videobron door gebruik te maken van één kabel zonder compressie.
Componentpoorten (groen, blauw en rood)
De componentpoorten, die de contrastsignalen identificeren, overdragen en ontvangen, bieden een
superieure beeldkwaliteit ten opzichte van de andere aansluitmethoden.
Stereo
Stereo verwijst naar een technologie waarbij de audiosignalen via twee kanalen worden uitgevoerd.
Het biedt een 3D-geluidsweergave via een speciaal linker- en rechteraudiokanaal via twee
luidsprekers.
Bron
Invoerbron verwijst naar een videobronapparaat dat is aangesloten op het product, zoals een
camcorder of video- of dvd-speler.
480i / 480p / 720p / 1080i / 1080p
Elk van de scanfrequenties verwijst naar het aantal effectieve scanlijnen die de resolutie bepalen. De
scanfrequentie kan worden aangeduid in i (interlaced) of p (progressief), afhankelijk van de
scanmethode.
- Scannen
Scannen verwijst naar een proces voor het verzenden van pixels die op progressieve wijze het beeld
vormen. Hoe groter het aantal pixels, hoe helderder en levendiger het beeld.
- Progressief
In de progressieve scanmodus worden alle lijnen met pixels op het scherm één voor één gescand
(progressief).
- Interlaced
In de interlaced scanmodus, worden eerst alle oneven lijnen met pixels van boven naar beneden
gescand en vervolgens worden alle andere lijnen met pixels (die nog niet zijn gescand) gescand.
Index
213
Index
A
Afstandsbediening 29
Afzonderlijk verkrijgbare items 24
Alles herstellen 162
B
Batterijen 30
Bijlage 200
C
Computerverbinding 54
Contact opnemen met SAMSUNG
WORLDWIDE
200
Correcte verwijdering 210
D
De resolutie wijzigen 56
Dienstverlening tegen betaling door klanten
205
E
Eco Solution 114
Energy Saving 144
M
MagicInfo Lite 117
MDC installerenverwijderen 67
Menu Language 144
Modus 101
Multi Control 140
N
Network Settings 130
O
OSDrotatie 161
P
Picture Size 103
PIP 147
Poort 27
Problemen rapporteren 189
S
Scherm voor aangepaste instellingen 102
Schermafstelling 103
Schermpositie 153
Slaaptimer 141
Software Upgrade 163
Source AutoSwitch Settings 154
Specificaties 195
Standaard 101
T
Time 141
V
Videoverbinding 58

Documenttranscriptie

Gebruikershandl eiding MD32B MD40B MD46B MD55B De kleur en het uiterlijk kunnen afwijken, afhankelijk van het product. Ook kunnen de specificaties zonder voorafgaand bericht worden gewijzigd om de prestaties te verbeteren. BN46-00237B-03 Inhoudsopgave VOORDAT U HET PRODUCT IN GEBRUIK NEEMT VOORBEREIDINGEN EEN BRONAPPARAAT AANSLUITEN EN GEBRUIKEN 11 Auteursrecht 12 Reiniging 12 Opslag 13 Veiligheidsvoorzorgen 13 14 15 17 Symbolen Elektriciteit en veiligheid Installatie Bediening 22 De inhoud controleren 22 23 De verpakking verwijderen. De componenten controleren 25 Onderdelen 25 27 28 29 Configuratiescherm achterzijde Antidiefstalslot Afstandsbediening 32 Voordat u het product installeert (installatiehandleiding) 32 32 34 Kantelhoek en rotatie Ventilatie Afmetingen 35 Installeren van de wandmontage 35 35 Installeren van de wandmontageset Specificaties wandmontageset (VESA) 37 Afstandsbediening (RS232C) 37 40 42 Kabelaansluitingen Aansluiting Controlecodes 53 Voordat u een apparaat aansluit 53 Controlepunten voordat u een apparaat aansluit Inhoudsopgave 2 Inhoudsopgave 54 Een computer aansluiten en gebruiken 54 56 Een computer aansluiten De resolutie wijzigen 58 Een verbinding tot stand brengen met een videoapparaat 58 Een verbinding tot stand brengen via een AVkabel Verbinding maken via de componentkabel Een verbinding tot stand brengen met een HDMI-DVI-kabel Aansluiten met een HDMI-kabel Een audiosysteem aansluiten 58 58 59 60 MDC GEBRUIKEN 61 De netwerkbox aansluiten (los verkrijgbaar) 61 MagicInfo 65 De invoerbron wijzigen 65 Source 66 Instellingen configureren voor Multi Control 66 Instellingen configureren voor Multi Control 67 Programma MDC installeren/verwijderen 67 67 Installatie Verwijderen Inhoudsopgave 3 Inhoudsopgave SCHERMAANPASSING 68 Wat is MDC? 68 70 71 72 73 74 76 77 79 82 83 92 94 99 Verbinden met MDC Verbindingen beheren Auto Set ID Klonen Opdrachten opnieuw proberen Aan de slag met MDC Indeling van het hoofdscherm Menu's Schermaanpassing Het geluid aanpassen Het systeem instellen Tool Overige functies Problemen oplossen 101 Picture Mode 101 101 Wanneer de invoerbron PC of DVI is Wanneer de invoerbron AV, Component of HDMI is 102 Backlight / Contrast / Brightness / Sharpness / Color / Tint(G/R) 103 Screen Adjustment 103 105 106 106 Picture Size Position PC Screen Adjustment Resolution Select 106 Automatische afstelling Inhoudsopgave 4 Inhoudsopgave HET GELUID AANPASSEN MEDIA 107 Advanced Settings 107 108 108 108 108 108 109 109 109 110 110 110 110 Black Tone Dynamic Contrast Shadow Detail Gamma Expert Pattern RGB Only Mode Color Space White Balance 10p White Balance (Off / On) Flesh Tone Edge Enhancement (Off / On) Motion Lighting (Off / On) LED Motion Plus (Off / On) 111 Picture Options 111 112 112 112 112 112 113 Color Tone Color Temp. Digital Noise Filter MPEG Noise Filter HDMI Black Level Film Mode Auto Motion Plus (Alleen voor het MD55Bmodel.) 113 Reset Picture 114 Sound Mode 115 Sound Effect 116 Speaker Settings 116 Reset Sound 117 MagicInfo Lite 118 Videos 118 Een video afspelen Inhoudsopgave 5 Inhoudsopgave NETWERK SYSTEEM 122 Photos 122 Het bekijken van een foto (of Slide Show) 123 Music 123 Muziek afspelen 125 Videos / Photos / Music - Aanvullende functies 125 126 Bestandslijsten sorteren Menu voor afspeelopties voor Videos/Photos/ Music 128 Source 128 129 129 129 Source Edit Name Information Refresh 130 Network Settings 130 131 133 134 136 137 137 Aansluiten op een bedraad netwerk Kabelnetwerk instellen Aansluiten op een draadloos netwerk Draadloos netwerk instellen WPS(PBC) One Foot Connection Ad Hoc-netwerkinstelling 138 Network Status 139 MagicInfo Lite Instellingen 140 Multi Control 140 Instellingen configureren voor Multi Control 141 Time 141 141 141 142 142 Clock set Sleep Timer On Timer Off Timer Holiday Management Inhoudsopgave 6 Inhoudsopgave 144 Menu Language 144 Eco Solution 144 145 145 145 Energy Saving Eco Sensor (Off / On) No Signal Power Off Auto Power Off (Off / On) 146 Security 146 146 146 Safety Lock (Off / On) Button Lock (Off / On) Change PIN 147 PIP 148 Auto Protection Time 148 Screen Burn Protection 149 149 150 150 Pixel Shift Timer Pixel Side Gray 151 Video Wall 151 152 152 152 153 Video Wall Format Horizontal Vertical Screen Position 154 Source AutoSwitch Settings Inhoudsopgave 7 Inhoudsopgave ONDERSTEUNING MAGICINFO LITE 155 General 155 155 156 156 156 156 156 157 157 157 Max. Power Saving Game Mode BD Wise Auto Power Standby Control Lamp Schedule OSD Display Power On Adjustment Temperature Control Device Name 158 Anynet+(HDMI-CEC) 158 159 160 Anynet+(HDMI-CEC) Auto Turn Off (No / Yes) Receiver 161 DivX® Video On Demand 161 Network Remote Control 162 Reset System 162 Reset All 163 Software Upgrade 163 163 By USB Alternative Software 164 Contact Samsung 165 Bestandsindelingen die compatibel zijn met MagicInfo Lite Player 165 Video / Audio 169 Netwerkschema 169 170 170 Verbinding maken met een server MagicInfo Lite-instellingen Een aangesloten apparaat goedkeuren op de server De huidige tijd instellen 174 Inhoudsopgave 8 Inhoudsopgave 175 Local Schedule 175 Local Schedule Manager 175 178 179 181 182 183 Een Local Schedule registreren Een Local Schedule wijzigen Een Local Schedule verwijderen Een Local Schedule uitvoeren Een Local Schedule stoppen De details van een Local Schedule wijzigen 184 Contents Manager 184 185 Inhoud kopiëren Inhoud verwijderen 186 Internal AutoPlay 186 Internal AutoPlay gebruiken 186 USB AutoPlay 186 Internal AutoPlay gebruiken 187 Wanneer er inhoud wordt uitgevoerd 187 De details weergeven van inhoud die wordt uitgevoerd De instellingen wijzigen van inhoud die wordt uitgevoerd 188 PROBLEMEN OPLOSSEN SPECIFICATIES 189 Vereisten voordat u contact opneemt met de klantenservice van Samsung 189 189 190 Het product testen De resolutie en frequentie controleren Controleer het volgende 193 Vragen en antwoorden 195 Algemeen 196 PowerSaver 197 Voorinstelbare timingmodi 199 Licentie Inhoudsopgave 9 Inhoudsopgave BIJLAGE 200 Contact opnemen met SAMSUNG WORLDWIDE 205 Dienstverlening tegen betaling (door klanten) 205 205 Geen productdefect Productschade als gevolg van een fout van de klant Overig 206 207 Een optimale beeldkwaliteit en het voorkomen van scherminbranding 207 208 Optimale beeldkwaliteit Het voorkomen van scherminbranding 210 Correcte verwijdering 210 Correcte verwijdering van dit product (elektrische & elektronische afvalapparatuur) Correcte behandeling van een gebruikte accu uit dit product 210 211 Terminologie INDEX Inhoudsopgave 10 Voordat u het product in gebruik neemt Auteursrecht Wijzigingen voorbehouden. © 2012 Samsung Electronics Het auteursrecht op deze handleiding is eigendom van Samsung Electronics. Gebruik of vermenigvuldiging van deze handleiding, geheel of gedeeltelijk, zonder toestemming van Samsung Electronics niet toegestaan. Het SAMSUNG-logo en het SyncMaster-logo zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Samsung Electronics. Microsoft en Windows zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. VESA, DPM en DDC zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van de Video Electronics Standards Association. Alle andere genoemde handelsmerken zijn eigendom van de desbetreffende bedrijven.  In de volgende gevallen kunnen administratiekosten in rekening worden gebracht:  (a) Er wordt op uw verzoek een engineer gestuurd, maar het product is niet defect. (wanneer u deze gebruikershandleiding niet hebt gelezen).  (b) U brengt het apparaat naar een reparatiecentrum, maar het product is niet defect. (wanneer u deze gebruikershandleiding niet hebt gelezen).  U wordt op de hoogte gesteld van deze administratiekosten voordat een dergelijke reparatie of bezoek wordt uitgevoerd. Voordat u het product in gebruik neemt 11 Voordat u het product in gebruik neemt Reiniging Wees voorzichtig bij het reinigen. De behuizing en het scherm van geavanceerde LCD-panelen zijn gevoelig voor krassen. Ga bij het reinigen als volgt te werk. De volgende afbeeldingen zijn alleen bedoeld als referentie. De situatie in de praktijk kan afwijken van de afbeeldingen. 1. Zet het product en de computer uit. 2. Trek het netsnoer uit het product. Pak het netsnoer vast aan de stekker en kom niet met natte handen aan de kabel. Anders kan een elektrische schok worden veroorzaakt. 3. Veeg het product af met een schone, zachte, droge doek.  Gebruik geen reinigingsmiddelen die alcohol, oplosmiddelen of oppervlakteactieve middelen bevatten. !  Spuit geen water of reinigingsmiddel rechtstreeks op het product. 4. Maak een zachte en droge doek nat met water en wring de doek goed uit, voordat u daarmee de behuizing van het product reinigt. 5. Sluit het netsnoer weer op het product aan wanneer u klaar bent met reinigen. 6. Zet het product en de computer aan. Opslag Op het oppervlak van hoogglansmodellen kunnen witte vlekken ontstaan als in de buurt een ultrasone luchtbevochtiger wordt gebruikt. Neem contact op met ons servicecentrum als het product binnenin moet worden gereinigd (niet gratis). Voordat u het product in gebruik neemt 12 Voordat u het product in gebruik neemt Veiligheidsvoorzorgen Let op GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK - NIET OPENEN Let op : OM DE KANS OP EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE VERKLEINEN MAG U HET PANEEL (OF DE ACHTERZIJDE) NIET VERWIJDEREN. BEVAT GEEN ONDERDELEN DIE U ZELF KUNT REPAREREN. LAAT REPARATIE EN ONDERHOUD OVER AAN GEKWALIFICEERD PERSONEEL. Dit symbool wil zeggen dat er hoogspanning aanwezig is binnenin. Het is gevaarlijk om onderdelen binnen in het product aan te raken. Dit symbool wil zeggen dat er belangrijke documentatie over de bediening en het onderhoud van dit product bestaat. Symbolen Waarschuwing Als de aanwijzingen niet worden opgevolgd, kan dit ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben. Let op Als de aanwijzingen niet worden opgevolgd, kan dit lichamelijk letsel of schade aan eigendommen tot gevolg hebben. Activiteiten met dit symbool erbij zijn niet toegestaan. Aanwijzingen met dit symbool erbij moeten worden opgevolgd. Voordat u het product in gebruik neemt 13 Voordat u het product in gebruik neemt Elektriciteit en veiligheid De volgende afbeeldingen zijn alleen bedoeld als referentie. De situatie in de praktijk kan afwijken van de afbeeldingen. Waarschuwing Gebruik geen beschadigd netsnoer of beschadigde stekker en gebruik geen loszittend stopcontact.  Dit zou een elektrische schok of brand kunnen veroorzaken. Sluit niet meerdere producten aan op één stopcontact.  Oververhitte stopcontacten kunnen brand veroorzaken. Kom niet met natte handen aan de stekker. Anders kan een elektrische schok worden veroorzaakt. Steek de stekker helemaal in het stopcontact (moet goed vastzitten).  Een slechte verbinding kan brand veroorzaken. ! Steek de stekker in een geaard stopcontact (alleen voor apparaten met isolatie van type 1). !  Dit zou een elektrische schok of letsel kunnen veroorzaken. Buig het netsnoer niet te sterk en trek nooit te hard aan het snoer. Let erop dat het netsnoer niet onder een zwaar voorwerp komt.  Schade aan het snoer kan leiden tot brand of een elektrische schok. Houd het netsnoer en product uit de buurt van warmtebronnen.  Dit zou brand of een elektrische schok kunnen veroorzaken. Verwijder stof van de pennen van de stekker of het stopcontact met een droge doek. !  Er kan brand ontstaan. Voordat u het product in gebruik neemt 14 Voordat u het product in gebruik neemt Let op Trek de stekker niet uit het stopcontact wanneer het product in gebruik is.  Het product kan schade oplopen door een elektrische schok. Gebruik alleen het netsnoer dat Samsung met uw product heeft meegeleverd. Gebruik het netsnoer niet voor andere producten.  ! Dit zou brand of een elektrische schok kunnen veroorzaken. Houd voldoende ruimte vrij rond het stopcontact waarop het netsnoer is aangesloten.  ! Bij problemen moet u de stekker gemakkelijk uit het stopcontact kunnen trekken om de stroom naar het product volledig uit te schakelen.  Met alleen de aan-uitknop op de afstandsbediening wordt het product niet volledig uitgeschakeld. Trek het netsnoer altijd aan de stekker uit het stopcontact.  Dit zou een elektrische schok of brand kunnen veroorzaken. ! Installatie Waarschuwing Zet geen kaarsen, insectenwerende middelen of sigaretten boven op het product. Plaats het product niet in de buurt van een warmtebron.  Er kan brand ontstaan. Laat de wandbevestiging monteren door daartoe gekwalificeerde mensen. !  Installatie door ongekwalificeerde personen kan tot letsel leiden.  Gebruik alleen geschikte kasten. Plaats het product niet in een slecht geventileerde ruimte, zoals een (boeken)kast.  Een te hoge binnentemperatuur kan brand veroorzaken. Voordat u het product in gebruik neemt 15 Voordat u het product in gebruik neemt Houd tussen het product en de muur een afstand van minimaal 10 cm aan voor ventilatie.  ! Een te hoge binnentemperatuur kan brand veroorzaken. Houd de plastic verpakking buiten bereik van kinderen.  Kinderen kunnen stikken. ! Plaats het product niet op een instabiele of trillende ondergrond (bijvoorbeeld een plank die niet goed vastzit of een tafel die niet goed recht staat).  Het product kan omvallen, schade oplopen en/of letsel veroorzaken.  Wanneer het product wordt gebruikt in een ruimte met erg veel trillingen, kan het product schade oplopen of brand veroorzaken. Plaats het product niet in een voertuig of op een locatie waar het blootstaat aan stof, vocht (waterdruppels bijvoorbeeld), olie of rook.  ! Dit zou brand of een elektrische schok kunnen veroorzaken. Stel het product niet bloot aan direct zonlicht, warmte of warme voorwerpen, zoals een kachel.  De levensduur van het product kan korter worden of er kan brand ontstaan. Zorg ervoor dat jonge kinderen niet bij het product kunnen.  Het product kan omvallen en letsel veroorzaken bij kinderen.  De voorkant is zwaar. Plaats het product daarom op een vlakke en stabiele ondergrond. Olie die als voedingsproduct wordt gebruikt, sojaolie bijvoorbeeld, kan het product beschadigen of vervormen. Installeer het project niet in een keuken of in de buurt van een aanrecht. Let op Laat het product niet vallen wanneer u het verplaatst.  Het product kan defect raken of er kan lichamelijk letsel ontstaan. ! Leg het product niet op de voorkant.  U zou het scherm kunnen beschadigen. Voordat u het product in gebruik neemt 16 Voordat u het product in gebruik neemt Zorg er bij plaatsing van het product in een kast of op een plank voor dat de onderrand van de voorkant van het product niet uitsteekt.  Het product kan omvallen, schade oplopen en/of letsel veroorzaken.  Plaats het product alleen in een kast of op een plank van het juiste formaat. Zet het product voorzichtig neer.  Het product kan defect raken of er kan lichamelijk letsel ontstaan. ! SAMSUNG ! Als u het product op een ongebruikelijke plek plaatst (blootgesteld aan veel fijne deeltjes, chemische stoffen of extreme temperaturen) of in een vliegveld of treinstation waar het product lange tijd achter elkaar continu in gebruik is, kan dit ernstige gevolgen hebben voor de prestaties.  Neem contact op met een Samsung-servicecentrum als u het product op een dergelijke plek wilt plaatsen. Bediening Waarschuwing In het product komt hoogspanning voor. Haal het product niet uit elkaar en repareer of wijzig het product niet zelf.  Dit zou brand of een elektrische schok kunnen veroorzaken.  Neem voor reparatie contact op met een Samsung-servicecentrum. Voordat u het product verplaatst, moet u het product uitzetten met de aanuitschakelaar en het netsnoer en alle overige aangesloten kabels losmaken. !  Schade aan het snoer kan leiden tot brand of een elektrische schok. Als het product vreemde geluiden, een brandgeur of rook produceert, moet u onmiddellijk de stekker uit het stopcontact trekken en contact opnemen met een Samsung-servicecentrum. !  Dit zou een elektrische schok of brand kunnen veroorzaken. Zorg ervoor dat kinderen het product niet als klimrek kunnen gebruiken.  Kinderen kunnen ernstig letsel oplopen. Voordat u het product in gebruik neemt 17 Voordat u het product in gebruik neemt Als u het product laat vallen of als de behuizing beschadigd raakt, moet u het product uitzetten en het netsnoer losmaken. Neem vervolgens contact op met een Samsung-servicecentrum.  Langdurig gebruik kan leiden tot brand of een elektrische schok. Leg geen zware voorwerpen of voorwerpen die de aandacht trekken van kinderen, zoals speelgoed of snoep, boven op het product.  Het product of de zware voorwerpen kunnen vallen wanneer kinderen dat speelgoed of snoep proberen te pakken, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg. Zet bij onweer het product uit en trek de stekker uit het stopcontact.  Dit zou brand of een elektrische schok kunnen veroorzaken. ! Laat geen voorwerpen op het product vallen en stoot niet tegen het product.  Dit zou brand of een elektrische schok kunnen veroorzaken. ! Verplaats het product niet door aan het netsnoer of ander kabels te trekken.  Een beschadigde kabel kan leiden tot een defect in het product, een elektrische schok of brand. Raak het product of de stekker niet aan als er een gaslek is. Laat de ruimte onmiddellijk goed luchten. ! GAS  Vonken kunnen een explosie of brand veroorzaken. Verplaats het product niet en til het niet op door aan het netsnoer of andere kabels te trekken.  Een beschadigde kabel kan leiden tot een defect in het product, een elektrische schok of brand. Gebruik en bewaar geen brandbare sprays of ontvlambare stoffen in de buurt van het product. !  Dit zou een explosie of brand kunnen veroorzaken. Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet worden geblokkeerd door een tafelkleed of gordijn.  Een te hoge binnentemperatuur kan brand veroorzaken. Voordat u het product in gebruik neemt 18 Voordat u het product in gebruik neemt 100 Steek geen metalen voorwerpen (een mes, muntstuk of haarspeld bijvoorbeeld) of ontvlambare voorwerpen (papier, lucifers en dergelijke) in het product (via de ventilatieopeningen of in- en uitgangen en dergelijke).  Zet het product uit en maak het netsnoer los als er water of vreemde substanties in het product komen. Neem vervolgens contact op met een Samsung-servicecentrum.  Een defect in het product, een elektrische schok of brand kan het gevolg zijn. Zet geen voorwerpen met een vloeistof erin, zoals een vaas, bloempot of fles, boven op het product.  Zet het product uit en maak het netsnoer los als er water of vreemde substanties in het product komen. Neem vervolgens contact op met een Samsung-servicecentrum.  Een defect in het product, een elektrische schok of brand kan het gevolg zijn. Let op Wanneer er langere tijd een statisch beeld op het scherm wordt weergegeven, kan het beeld op het scherm inbranden of kunnen er pixels beschadigd raken.  ! Activeer de energiespaarstand of gebruik een schermbeveiliging met een bewegend beeld als u het product gedurende langere tijd niet gebruikt. -_! Trek de stekker uit het stopcontact als u van plan bent het product lang niet te gebruiken (tijdens een vakantie bijvoorbeeld).  Een teveel aan stof kan in combinatie met warmte een elektrische schok of een stroomlek veroorzaken. Gebruik het product op de aanbevolen resolutie en frequentie.  Uw ogen kunnen vermoeid raken. ! Houd het product niet op zijn kop en verplaats het product niet aan de voet alleen.  Het product kan omvallen, schade oplopen en/of letsel veroorzaken. Te lang van te dichtbij naar het scherm kijken kan slecht zijn voor de ogen. ! Voordat u het product in gebruik neemt 19 Voordat u het product in gebruik neemt Gebruik geen luchtbevochtiger of waterkoker in de buurt van het product.  Dit zou brand of een elektrische schok kunnen veroorzaken. Laat uw ogen minstens vijf minuten rusten na elk uur dat u de monitor hebt gebruikt. !  Zo geeft u uw ogen rust. Het product wordt na verloop van tijd warm. Raak het beeldscherm niet aan wanneer het product al geruime tijd is ingeschakeld. Houd kleine onderdelen buiten bereik van kinderen. ! Wees voorzichtig bij het aanpassen van de hoek of hoogte van het product. !  U kunt uw handen of vingers knellen en u pijn doen.  Als u het product te scheef zet, kan het vallen en letsel veroorzaken. Zet geen zware voorwerpen op het product.  Het product kan defect raken of er kan lichamelijk letsel ontstaan. Zet bij het gebruik van een koptelefoon het volume niet te hard.  Dit kan uw gehoor beschadigen. Voorkom dat kinderen de batterij in hun mond stoppen als deze uit de afstandsbediening wordt gehaald. Houd de batterij buiten bereik van kinderen.  Neem direct contact op met uw arts als een kind een batterij in zijn mond heeft gestopt. Let bij het vervangen van de batterij op de juiste polariteit (+, -).  ! Anders kan de batterij beschadigd raken of brand, persoonlijk letsel of schade veroorzaken als gevolg van lekkage van batterijvloeistof. Voordat u het product in gebruik neemt 20 Voordat u het product in gebruik neemt Gebruik alleen de aangegeven standaardbatterijen en gebruik nooit tegelijkertijd een nieuwe en een gebruikte batterij.  Anders kunnen de batterijen beschadigd raken of brand, persoonlijk letsel of schade veroorzaken als gevolg van lekkage van batterijvloeistof. Batterijen (oplaadbaar en niet oplaadbaar) zijn geen standaard afval en dienen ter recycling te worden aangeboden. Als verbruiker is de klant verantwoordelijk voor het op de juiste manier retourneren van gebruikte of oplaadbare batterijen. !  De klant kan gebruikte of oplaadbare batterijen afgeven bij het dichtstbijzijnde gemeentelijke afvaldepot of bij een winkel die eenzelfde type batterijen verkoopt. Voordat u het product in gebruik neemt 21 1 1.1 Voorbereidingen De inhoud controleren 1.1.1 De verpakking verwijderen. 1 Verwijder de zwarte vergrendeling onder aan de doos. 1 2 3 2 Gebruik de gleuven in de doos om het bovenste deel op te tillen en te verwijderen. 3 Controleer de componenten en verwijder het piepschuim en het plastic. Het uiterlijk van de daadwerkelijk componenten kan enigszins afwijken van de getoonde afbeelding. De afbeelding is alleen bedoeld ter referentie. 4 Bewaar de doos i een droge omgeving, zodat deze opnieuw kan worden gebruikt wanneer u het product in de toekomst moet verplaatsen. 1 Voorbereidingen 22 1.1.2 De componenten controleren  Indien er componenten ontbreken, neemt u contact op met de leverancier waar u het product hebt gekocht.  Het uiterlijk van de daadwerkelijk componenten en de items die afzonderlijk worden verkocht, kan enigszins afwijken van de getoonde afbeelding.  De voet wordt niet meegeleverd. Onderdelen De componenten kunnen verschillen, afhankelijk van de locatie. Handleiding voor snelle installatie Garantiekaart (Niet overal beschikbaar) Gebruiksaanwijzing MagicInfo Lite Edition-software-cd Netsnoer Afstandsbediening + - 1 Voorbereidingen + Batterijen (Niet overal beschikbaar) D-SUB-kabel 1 Voorbereidingen 23 1 Voorbereidingen Afzonderlijk verkrijgbare items De volgende items kunnen worden aangeschaft bij een verkooppunt bij u in de buurt. Wandmontageset RS232C-kabel DVI-kabel HDMI-DVI-kabel HDMI-kabel RCA-stereokabel LAN-kabel Stereokabel Component-kabel RCA-kabel Videokabel NetWork-module 1 Voorbereidingen 24 1 1.2 Voorbereidingen Onderdelen 1.2.1 Configuratiescherm Paneeltoets POWER Sensor afstandsbediening Paneeltoets Sensor Omschrijving Product inschakelen. Als u op de knop [ ] drukt wanneer het product is ingeschakeld, wordt het bedieningsmenu weergegeven. U sluit het schermmenu door de paneeltoets minstens één seconde ingedrukt te houden. Hiermee gaat u naar een hoger of lager menu. U kunt hiermee ook de waarde van een optie wijzigen. Hiermee gaat u naar het menu links of rechts. U kunt het volume aanpassen door de paneeltoets naar links of rechts te bewegen wanneer het bedieningsmenu niet wordt weergegeven. Sensor afstandsbediening Om de afstandsbediening aan de voorkant van het product te bedienen, brengt u de sensor van de afstandsbediening lager in de richting van de pijl. De kleur en vorm van de onderdelen kan afwijken van de afbeelding. De specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd ter verbetering van de kwaliteit. 1 Voorbereidingen 25 1 Voorbereidingen Bedieningsmenu Als u op de knop [ ] op de paneeltoets ("1.2 Onderdelen") drukt wanneer het product is ingeschakeld, wordt het bedieningsmenu weergegeven. Return Pictogrammen Omschrijving Hiermee selecteert u de aangesloten bron. Beweeg de paneeltoets naar rechts om Source [ ] te selecteren in het bedieningsmenu. Wanneer de lijst met bronnen wordt weergegeven, beweegt u de paneeltoets naar boven of onder om de gewenste bron te selecteren. Druk vervolgens op de paneeltoets. Hiermee opent u het schermmenu. Beweeg de paneeltoets naar links om Menu [ ] te selecteren in het bedieningsmenu. Het bedieningsscherm wordt weergegeven. Beweeg de paneeltoets naar rechts om het gewenste menu te selecteren. U kunt een item in een submenu selecteren door de paneeltoets naar boven, onder, links of rechts te bewegen. Als u instellingen wilt wijzigen, selecteert u het gewenste menu en drukt u op de paneeltoets. Hiermee activeert u MagicInfo Lite. Beweeg de paneeltoets naar boven om MagicInfo Lite [ ] te selecteren in het bedieningsmenu. Het product uitschakelen. Beweeg de paneeltoets naar onder om Power off [ ] te selecteren in het bedieningsmenu. Druk vervolgens op de paneeltoets. Hiermee verlaat u het bedieningsmenu. 1 Voorbereidingen 26 1 Voorbereidingen 1.2.2 achterzijde De kleur en vorm van de onderdelen kan afwijken van de afbeelding. De specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd ter verbetering van de kwaliteit. Poort Omschrijving [RGB / DVI / HDMI AUDIO IN] Hiermee kan via een audiokabel geluid van een PC worden ontvangen. [AUDIO OUT] Aansluiting voor de verbinding met de audio-uitgang van een bronapparaat. [USB Poort voor USB-geheugenapparaat. ] [HDMI IN] Hierop sluit u bronapparatuur aan die werkt met een HDMI-kabel. [RGB IN] Hiermee kunt het apparaat op een bronapparaat aansluiten met een D-SUB-kabel. [DVI IN] Aansluiting voor de verbinding met een bronapparaat via een DVI- of HDMI-DVI-kabel. [COMPONENT IN / AV IN] Aansluiting voor de verbinding met een bronapparaat via een Component/AV-kabel. [RJ45] Hiermee kunt u het apparaat op MDC aansluiten met een LANkabel. [RS232C IN / OUT] Hiermee kunt u het apparaat op MDC aansluiten met een RS232Ckabel. 1 Voorbereidingen 27 1 Voorbereidingen 1.2.3 Antidiefstalslot  Dankzij het antidiefstalslot kunt u het product veilig gebruiken, zelfs in openbare ruimten.  De vorm van het slot en de vergendelingsmethode zijn afhankelijk van de fabrikant. Raadpleeg de gebruikershandleiding bij het antidiefstalslot voor meer informatie. Een antidiefstalapparaat vergrendelen 1 Bevestig de kabel van uw antidiefstalslot aan een zwaar object, bijvoorbeeld een bureau. 2 3 Steek een uiteinde van de kabel door de lus aan het andere eind. Plaats het vergrendelingsapparaat in het antidiefstalslot aan de achterzijde van het product. 4 Sluit het slot.  Een antidiefstalslot kan afzonderlijk worden aangeschaft.  Raadpleeg de gebruikershandleiding bij het antidiefstalslot voor meer informatie.  Antidiefstalsloten zijn verkrijgbaar bij elektronicazaken of online. 1 Voorbereidingen 28 1 Voorbereidingen 1.2.4 Afstandsbediening  Wanneer u nog andere weergaveapparaten gebruikt in dezelfde als waar deze afstandsbediening wordt gebruikt, kan het voorkomen dat de andere weergaveapparaten onbedoeld worden bediend.  De functies van de toetsen op de afstandsbediening kunnen per product verschillen. Schakel het product in. Het product uitschakelen. Selecteer een aangesloten bronapparaat. Cijfertoetsen Voer in het schermmenu het wachtwoord in. Niet beschikbaar. Niet beschikbaar. Het geluid dempen. Het geluid weergeven: druk nogmaals op MUTE of druk op de volumetoets (+ VOL -). Pas het volume aan. Niet beschikbaar. Niet beschikbaar. MagicInfo Lite starten. Het schermmenu weergeven of verbergen of terugkeren naar het vorige menu. Snel veelgebruikte functies selecteren. Terug naar het vorige menu. Niet beschikbaar. Informatie weergeven op het scherm. Naar het menu boven, onder, rechts of links van het huidige menu of een de instellingen voor een optie aanpassen. Activeert een gemarkeerd menu-item. Het huidige menu verlaten. Handmatig een aangesloten invoerbron selecteren. U kunt kiezen uit PC, DVI, HDMI. Niet beschikbaar. MagicInfo-snelstartknop MagicInfo kan alleen worden ingeschakeld wanneer er een netwerkmodule is aangesloten. Deze toets is niet beschikbaar voor producten die MagicInfo niet ondersteunen. Niet beschikbaar. Vergrendeling activeren. Gebruik deze toetsen in de modi Video, Foto, Muziek, en Anynet+. 1 Voorbereidingen 29 1 Voorbereidingen Het schermmenu aanpassen met de afstandsbediening 1. Opent het schermmenu. 2. U kunt in het schermmenu kiezen uit Picture, Sound, Media, Network, System of Support. 3. De instellingen naar wens wijzigen. 4. De instellingen voltooien. 5. Het schermmenu (OSD; Onscreen Display) sluiten. De batterijen in de afstandsbediening plaatsen 1 2 3 1 Voorbereidingen 30 Ontvangstbereik van de afstandsbediening 7m ~ 10m 1 Voorbereidingen   Gebruik de afstandsbediening binnen 7 tot 10 meter van de sensor op het product en onder een hoek van 30˚ links en rechts van de sensor.  Bewaar de gebruikte batterijen buiten bereik van kinderen en recycle de batterijen.  Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar. Vervang beide batterijen tegelijkertijd.  Als u de afstandsbediening langere tijd niet gebruikt, verwijdert u de batterijen. 1 Voorbereidingen 31 1 1.3 Voorbereidingen Voordat u het product installeert (installatiehandleiding) 1.3.1 Kantelhoek en rotatie Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de klantenservice van Samsung. 15  A Het product kan onder een hoek van maximaal of 15 worden gekanteld ten opzichte van een rechte wand. B Als u het product verticaal wilt gebruiken (staand), draait u het met de klok mee zodat het LED-lampje zich aan de onderkant bevindt. 1.3.2 Ventilatie 1. Installatie aan een rechte muur A Minimaal 40 mm B Omgevingstemperatuur. lager dan 35 C  Wanneer u het product aan een verticale muur bevestigt, moet u ervoor zorgen dat het product aan de achterzijde minimaal 40mm ruimte heeft voor de ventilatie en dat de A omgevingstemperatuur beneden de 35 C blijft. B Figure 1.1 Zijaanzicht 1 Voorbereidingen 32 1 Voorbereidingen 2. Installatie in een nis in de muur Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de klantenservice van Samsung. B D D Bovenaanzicht A A Minimaal 40 mm B Minimaal 70 mm C Minimaal 50 mm C D Minimaal 50 mm E E Omgevingstemperatuur. lager dan 35 C Figure 1.2 Zijaanzicht Wanneer u het product in een nis aan een verticale muur bevestigt, moet u ervoor zorgen dat het product aan de achterzijde minimaal 40 mm ruimte heeft voor de ventilatie en dat de omgevingstemperatuur beneden de 35 C blijft. 3. Installatie in een nis in de vloer Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de klantenservice van Samsung. A Minimaal 50 mm B Omgevingstemperatuur. lager dan 20 C A B Figure 1.3 Zijaanzicht Wanneer u het product in een nis in de vloer bevestigt, moet u ervoor zorgen dat het product aan de achterzijde minimaal 50 mm ruimte heeft voor de ventilatie en dat de omgevingstemperatuur beneden de 20 C blijft. 1 Voorbereidingen 33 1 Voorbereidingen 1.3.3 Afmetingen 5 1 2 4 3 Eenheid: mm Modelnaam 1 2 3 4 5 MD32B 736,0 698,4 392,9 434,5 93,5 MD40B 925,4 885,6 498,2 541,0 93,5 MD46B 1057,7 1018,1 572,7 615,8 94,9 MD55B 1247,7 1209,6 680,4 722,9 95,2 Alle tekeningen zijn niet noodzakelijkerwijs op schaal. Sommige afmetingen kunnen zonder melding vooraf gewijzigd worden. Zie de afmetingen voordat u uw product installeert. Niet verantwoordelijk voor typografische of drukfouten. 1 Voorbereidingen 34 1 1.4 Voorbereidingen Installeren van de wandmontage 1.4.1 Installeren van de wandmontageset De wandmontageset (afzonderlijk verkocht) stelt u in staat om het product aan de wand te monteren. Voor gedetailleerde informatie over het installeren van de wandmontage, wordt verwezen naar de instructies die meegeleverd worden met de wandmontage. Wij raden aan dat u contact opneemt met een technicus voor hulp bij het installeren van de beugel van de wandmontage. Samsung Electronics is niet verantwoordelijk voor enige schade aan het product of verwondingen aan uzelf of anderen als u ervoor kiest om de wandmontage zelf te installeren. 1.4.2 Specificaties wandmontageset (VESA) Installeer uw wandmontage op een stevige wand loodrecht op de vloer. Voordat u de wandmontage bevestigt op oppervlakken zoals gipsplaat, dient u contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde dealer voor aanvullende informatie. Als u het product installeert tegen een plafond of schuine wand, kan het vallen en leiden tot ernstige persoonlijke verwondingen. 1 Voorbereidingen 35 1 Voorbereidingen  Standaardafmetingen voor wandmontagesets worden getoond in de onderstaande tabel.  Samsung-wandmontagesets bevatten een gedetailleerde installatiehandleiding en alle onderdelen die nodig zijn voor montage worden meegeleverd.  Gebruik geen schroeven die niet voldoen aan de standaard VESA-schroefspecificaties.  Gebruik geen langere schroeven dan de standaardlengte en gebruik geen schroeven die niet voldoen aan de standaard VESA-schroefspecificaties. Te lange schroeven kunnen schade veroorzaken aan de binnenkant van het product.  Voor wandmontages die niet voldoen aan de standaard VESA-schroefspecificaties, kan de lengte van de schroeven variëren afhankelijk van de specificaties van de wandmontage.  Draai de schroeven niet te hard vast. Dit kan het product beschadigen of ertoe leiden dat het product valt, wat leidt tot persoonlijke verwondingen. Samsung is niet aansprakelijk voor dit soort ongelukken.  Samsung is niet aansprakelijk voor schade aan het product of persoonlijke verwondingen wanneer een niet-VESA of niet-gespecificeerde wandmontage gebruikt wordt of wanneer de consument de installatie-instructies voor het product niet opvolgt.  Monteer het product niet met een helling van meer dan 15 graden.  Laat altijd twee mensen het product tegen een wand monteren. Modelnaam VESA-specificaties schroefgat (A * B) in millimeter Standaardschroef MD32B MD40B 200 x 200 M6 Aantal 4 MD46B MD55B 400 x 400 M8 Installeer uw wandmontageset niet terwijl uw product aan staat. Dit kan leiden tot persoonlijke verwondingen als gevolg van een elektrische schok. 1 Voorbereidingen 36 1 1.5 Voorbereidingen Afstandsbediening (RS232C) 1.5.1 Kabelaansluitingen Interface Pin TxD (nr. 2), RxD (nr. 3), GND (nr. 5) Bitsnelheid 9600 bps Databits 8-bits Pariteit Geen Stopbit 1-bits Datatransportbesturing Geen Maximale lengte  RS232C (9-pins) 15 m (alleen afgeschermd type) Pintoewijzingen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Pin Signaal 1 Gegevensdrager detecteren 2 Ontvangen gegevens 3 Verzonden gegevens 4 Gegevensterminal voorbereiden 5 Signaalaarde 6 Gegevensset voorbereiden 7 Verzendaanvraag 8 Klaar voor verzenden 9 Ringindicator 1 Voorbereidingen 37 1 Voorbereidingen  RS232C-kabel Kabel: kruiskabel 9 6 TwXT 5 5 1 1 -P1Vrouwelijk -P1- -P2- 9 TwYT 6 -P2- Rx 2 --------> 1 Tx Tx 3 <-------- 2 Rx Gnd 5 --------- 3 Gnd Vrouwelijk LAN-kabel  Pintoewijzingen 1 2 3 4 5 6 7 8 Pinnr. Standaardkleur Signaal 1 Wit en oranje TX+ 2 Oranje TX- 3 Wit en groen RX+ 4 Blauw NC 5 Wit en blauw NC 6 Groen RX- 7 Wit en bruin NC 8 Bruin NC 1 Voorbereidingen 38 1 Voorbereidingen  Aansluiting: RJ45 Directe LAN-kabel (PC naar HUB) HUB P2 RJ45 MDC P1 P1 P2 Signaal P1 TX+ 1 TX- RJ45 MDC P2 Signaal <--------> 1 TX+ 2 <--------> 2 TX- RX+ 3 <--------> 3 RX+ RX- 6 <--------> 6 RX- Crossover-LAN-kabel (PC naar PC) RJ45 MDC P1 Signaal P1 TX+ 1 TX- P2 Pi2 Signaal <--------> 3 RX+ 2 <--------> 6 RX- RX+ 3 <--------> 1 TX+ RX- 6 <--------> 2 TX- 1 Voorbereidingen 39 1 Voorbereidingen 1.5.2 Aansluiting  Aanslutiing 1 RS232C IN  RS232C OUT IN RS232C OUT IN RS232C OUT IN OUT Aanslutiing 2 RJ45 RJ45 1 Voorbereidingen 40 1 Voorbereidingen  Aanslutiing 3 RJ45 RS232C OUT RS232C IN RS232C OUT IN RS232C OUT IN OUT 1 Voorbereidingen 41 1 Voorbereidingen 1.5.3 Controlecodes Status weergavebieding (Opdracht bediening ophalen) Koptekst Opdracht Datalengte 0xAA Opdrachttyp e ID 0 Checksum Datalengte Data 1 Waarde Bediening (Opdracht bediening instellen) Koptekst Opdracht 0xAA Opdrachttyp e ID Checksum Opdracht  Nr. Opdrachttype Opdracht Waardebere ik 1 Aan/uit-regeling 0x11 0~1 2 Volumeregeling 0x12 0~100 3 Ingangsbronbediening 0x14 - 4 Schermmodusregeling 0x18 - 5 Schermgrootteregeling 0x19 0~255 6 PIP aan/uit 0x3C 0~1 7 Bediening automatisch aanpassen 0x3D 0 8 Regeling modus videomuur 0x5C 0~1 9 Kinderslot 0x5D 0~1 De uitgegeven ID's kunnen worden weergegeven in hexadecimalen. ID 0 moet echter worden weergegeven als 0xFF.  Alle communicaties vindt plaats in hexadecimalen. De checksum wordt berekend door alle waarden met uitzonderingen van de koptekst, bij elkaar op te tellen. Als de som van de checksum uit meer dan 2 cijfers bestaat, zoals hieronder (11+FF+01+01=112), wordt het eerste cijfer verwijderd. Bijvoorbeeld Power On & ID=0 Koptekst Opdracht Datalengte Data 1 1 "Power" ID 0xAA 0x11 Checksum 1 Voorbereidingen 42 1 Voorbereidingen Koptekst Opdracht Datalengte Data 1 1 1 ID 0xAA  12 0x11 Als u alle apparaten die met een seriële kabel zijn aangesloten, wilt bedienen, ongeacht de ID's, stelt u voor de ID '0xFE' in en verzend u de opdrachten. De opdrachten worden door elk apparaat uitgevoerd, maar de ACK reageert niet. Aan/uit-regeling  Functie Een product kan via een computer worden in- en uitgeschakeld.  Voedingsstatus weergeven (voedingsstatus AAN/UIT ophalen) Koptekst Opdracht Datalengte ID 0xAA  Checksum 0x11 0 De voeding IN-/UITSCHAKELEN (voeding AAN/UIT) Koptekst Opdracht Datalengte Data 1 "Power" ID 0xAA 0x11 Checksum "Power": de voedingscode die moet worden ingesteld voor een product. 1 : Inschakelen 0 : Uitschakelen  Ack Kopteks t Opdrach t 0xAA 0xFF Datalengte Ack/Nak r-CMD Value1 ID Checksum 3 ‘A’ 0x11 "Power" "Power": de voedingscode die moet worden ingesteld voor een product.  Nak Kopteks t Opdrach t 0xAA 0xFF Datalengte Ack/Nak r-CMD Value1 ID Checksum 3 ‘N’ 0x11 "ERR" "ERR": een code die aangeeft welke fout er is opgetreden. 1 Voorbereidingen 43 1 Voorbereidingen Volumeregeling  Functie Het volume van een product kan worden aangepast via een computer.  Volumestatus weergaven (Volumestatus ophalen) Koptekst Opdracht Datalengte ID 0xAA  0x12 Checksum 0 Het volume instellen (Volume instellen) Koptekst Opdracht Datalengte Data 1 "Volume" ID 0xAA 0x12 Checksum "Volume": de code voor de volumewaarde die moet worden ingesteld voor een product (0-100)  Ack Kopteks t Opdrach t Datalengte Ack/Nak r-CMD Value1 0x12 "Volume " ID 0xAA 0xFF Checksum 3 ‘A’ "Volume": de code voor de volumewaarde die moet worden ingesteld voor een product (0-100)  Nak Kopteks t Opdrach t 0xAA 0xFF Datalengte Ack/Nak r-CMD Value1 ID Checksum 3 ‘N’ 0x12 "ERR" "ERR": een code die aangeeft welke fout er is opgetreden. 1 Voorbereidingen 44 1 Voorbereidingen Ingangsbronbediening  Functie De ingangsbron voor een tv/product kan worden gewijzigd via een computer.  Ingangsbronstatus weergeven (Status ingangsbron ophalen) Koptekst Opdracht Datalengte ID 0xAA  0x14 Checksum 0 De ingangsbron instellen (Ingangsbron instellen) Koptekst Opdracht 0xAA 0x14 ID Datalengte Data 1 "Input Source" Checksum "Input Source": de code voor de ingangsbron die moet worden ingesteld voor een product. 0x14 PC 0x1E BNC 0x18 DVI 0x0C Ingangsbron 0x04 S-video 0x08 Component 0x20 MagicInfo 0x1F DVI_video 0x30 RF(TV) 0x40 DTV 0x21 HDMI1 0x22 HDMI1_PC 0x23 HDMI2 0x24 HDMI2_PC 0x25 Weergavepoort:  DVI_video, HDMI1_PC en HDMI2_PC kunnen niet worden gebruikt met de opdracht Instellen. Deze reageren alleen op de opdrachten met 'Ophalen'.  Dit model ondersteunt geen BNC-, S-Video-, HDMI2- en HDMI2_PC, DisplayPort.  MagicInfo is alleen beschikbaar op modellen met de MagicInfo-functie.  RF (TV) en DTV zijn alleen beschikbaar voor modellen met een tv. 1 Voorbereidingen 45 1 Voorbereidingen  Ack Kopteks t Opdrach t Datalengte Ack/Nak r-CMD Value1 ID 0xAA 0xFF 3 ‘A’ 0x14 "Input Source" Checksu m "Input Source": de code voor de ingangsbron die moet worden ingesteld voor een product.  Nak Kopteks t Opdrach t 0xAA 0xFF Datalengte Ack/Nak r-CMD Value1 3 ‘N’ 0x14 "ERR" ID Checksu m "ERR": een code die aangeeft welke fout er is opgetreden. 1 Voorbereidingen 46 1 Voorbereidingen Scherm  Functie De schermmodus van een tv/product kan worden gewijzigd via een computer. De schermmodus kan niet worden geregeld wanneer de functie Video Wall is ingeschakeld. Deze bediening kan alle worden uitgevoerd voor modellen met een tv.  De schermstatus weergeven (Status schermmodus ophalen) Koptekst Opdracht Datalengte ID 0xAA  0x18 Checksum 0 De grootte van het beeld instellen (Beeldgrootte instellen) Koptekst Opdracht 0xAA 0x18 ID Datalengte Data 1 "Screen Mode" Checksum "Screen Mode": een code waarmee de status van het product wordt ingesteld.  0x01 16 : 9 0x04 Zoom 0x31 Breedbeeldzoom 0x0B 4:3 Ack Kopteks t Opdrach t Datalengte Ack/Nak r-CMD Value1 ID 0xAA 0xFF 3 ‘A’ 0x18 "Scherm modus" Checksu m "Screen Mode": een code waarmee de status van het product wordt ingesteld.  Nak Kopteks t Opdrach t 0xAA 0xFF Datalengte Ack/Nak r-CMD Value1 3 ‘N’ 0x18 "ERR" ID Checksu m "ERR": een code die aangeeft welke fout er is opgetreden. 1 Voorbereidingen 47 1 Voorbereidingen Schermgrootteregeling  Functie De schermgrootte van een product kan worden gewijzigd via een computer.  De schermgrootte weergeven (Status schermgrootte ophalen) Koptekst Opdracht Datalengte ID 0xAA  0x19 Checksum 0 Ack Kopteks t Opdrach t Datalengte Ack/Nak r-CMD Value1 ID 0xAA 0xFF 3 ‘A’ 0x19 "Screen Size" Checksu m "Screen Size": schermgrootte product (bereik: 0 - 255, eenheid: inch)  Nak Kopteks t Opdrach t 0xAA 0xFF Datalengte Ack/Nak r-CMD Value1 3 ‘N’ 0x19 "ERR" ID Checksu m "ERR": een code die aangeeft welke fout er is opgetreden. 1 Voorbereidingen 48 1 Voorbereidingen PIP aan/uit  Functie De PIP-modus van een product kan worden in- of uitgeschakeld via een computer.   Alleen beschikbaar op de modellen die een PIP-functie hebben.  De modus kan niet worden bediend wanneer Video Wall is ingesteld op On.  Deze functie is niet beschikbaar in MagicInfo. De PIP-status aan/uit weergeven (Status PIP AAN/UIT ophalen) Koptekst Opdracht Datalengte ID 0xAA  0x3C Checksum 0 PIP aan/uit instellen (PIP IN-/UITSCHAKELEN) Koptekst Opdracht Datalengte Data 1 "PIP" ID 0xAA 0x3C Checksum "PIP": een code die wordt gebruikt om de PIP-modus van een tv/product in of uit te schakelen. 1 : PIP AAN 0 : PIP UIT  Ack Kopteks t Opdrach t 0xAA 0xFF Datalengte Ack/Nak r-CMD Value1 ID Checksum 3 ‘A’ 0x3C "PIP" "PIP": een code die wordt gebruikt om de PIP-modus van een tv/product in of uit te schakelen.  Nak Kopteks t Opdrach t 0xAA 0xFF Datalengte Ack/Nak r-CMD Value1 ID Checksum 3 ‘N’ 0x3C "ERR" "ERR": een code die aangeeft welke fout er is opgetreden. 1 Voorbereidingen 49 1 Voorbereidingen Automatische afstellingsregeling (alleen voor computer en BNC)  Functie Het scherm van het computersysteem automatisch aanpassen via de computer.  De status voor de automatisch afstelling weergeven (Auto Adjustment-status ophalen) Geen   De automatische afstelling instellen (Set Auto Adjustment) Koptekst Opdracht 0xAA 0x3D Datalengte Data 1 "Auto Adjustment" ID Checksum "Auto Adjustment" : 0x00 (te allen tijde)  Ack Kopteks t Opdrach t Datalengte Ack/Nak r-CMD Value1 0x3D "Auto Adjustment" ID 0xAA  Checksum 0xFF 3 ‘A’ Nak Kopteks t Opdrach t 0xAA 0xFF Datalengte Ack/Nak r-CMD Value1 ID Checksum 3 ‘N’ 0x3D "ERR" "ERR": een code die aangeeft welke fout er is opgetreden. 1 Voorbereidingen 50 1 Voorbereidingen Regeling modus Video Wall  Functie De modus Video Wall kan voor een product worden geactiveerd via een computer. Deze bediening is alleen beschikbaar voor een product waarvoor de functie Video Wall is ingeschakeld. Deze functie is niet beschikbaar in MagicInfo.  De videomuurmodus weergeven (Get Video Wall Mode) Koptekst Opdracht Datalengte ID 0xAA  Checksum 0x5C 0 De videomuur instellen (Videommuurmodus instellen) Koptekst Opdracht 0xAA 0x5C Datalengte Data 1 "Video Wall Mode" ID Checksum "Video Wall Mode": een code waarmee de modus Video Wall voor een tv/product wordt geactiveerd. 1 : Full 0 : Natural  Ack Kopteks t Opdrach t Datalengte Ack/Nak r-CMD Value1 ID 0xAA 0xFF 3 ‘A’ 0x5C "Video Wall Mode" Checksu m "Video Wall Mode": een code waarmee de modus Video Wall voor een tv/product wordt geactiveerd.  Nak Kopteks t Opdrach t 0xAA 0xFF Datalengte Ack/Nak r-CMD Value1 3 ‘N’ 0x5C "ERR" ID Checksu m "ERR": een code die aangeeft welke fout er is opgetreden. 1 Voorbereidingen 51 1 Voorbereidingen Kinderslot  Functie De pc kan worden gebruikt om de functie Safety Lock op een product in of uit te schakelen. Deze functie kan altijd worden ingesteld, ongeacht of het apparaat is in- of uitgeschakeld.  De status van het kinderslot weergeven (Status kinderslot ophalen) Koptekst Opdracht Datalengte ID 0xAA  Checksum 0x5D 0 Het kinderslot in- of uitschakelen (Kinderslot in-/uitschakelen) Koptekst Opdracht 0xAA 0x5D ID Datalengte Data 1 "Safety Lock" Checksum "Safety Lock": de kinderslotcode die moet worden ingesteld voor een product. 1 : AAN 0 : UIT  Ack Kopteks t Opdrach t Datalengte Ack/Nak r-CMD Value1 0x5D "Safety Lock" ID 0xAA 0xFF Checksum 3 ‘A’ "Safety Lock": de kinderslotcode die moet worden ingesteld voor een product.  Nak Kopteks t Opdrach t 0xAA 0xFF Datalengte Ack/Nak r-CMD Value1 ID Checksum 3 ‘N’ 0x5D "ERR" "ERR": een code die aangeeft welke fout er is opgetreden. 1 Voorbereidingen 52 2 2.1 Een bronapparaat aansluiten en gebruiken Voordat u een apparaat aansluit Controleer het volgende voordat u andere apparaten op dit product aansluit. Tot de apparaten die op dit product kunnen worden aangesloten, behoren pc's, camcorders, luidsprekers, settopboxen en dvd/Bluray-spelers. 2.1.1 Controlepunten voordat u een apparaat aansluit  Lees de gebruikershandleiding die bij het bronapparaat is geleverd voordat u het apparaat aansluit. Het aantal poorten en de locatie van de poorten kan op bronapparaten kan per apparaat verschillen.  Sluit het netsnoer niet aan totdat alle aansluitingen zijn voltooid. Wanneer u het netsnoer aansluit tijden het aansluiten, kan het product beschadigd raken.  Sluit de geluidspoorten correct aan: links = wit en rechts = rood.  Controleer het type poorten aan de achterzijde van het product dat u wilt aansluiten. 2 Een bronapparaat aansluiten en gebruiken 53 2 2.2 Een bronapparaat aansluiten en gebruiken Een computer aansluiten en gebruiken 2.2.1 Een computer aansluiten  Sluit de voedingskabel pas aan wanneer alle andere kabels zijn aangesloten. Sluit eerst een bronapparaat aan voordat u de voedingskabel aansluit.  U kunt op verschillende manieren een computer op het product aansluiten. Selecteer een verbindingsmethode die geschikt is voor uw computer. De aansluitingen kunnen per product verschillen. Verbinding maken via de D-SUB-kabel (analoog type) RGB IN RGB / DVI / HDMI AUDIO IN Een verbinding tot stand brengen met een DVI-kabel (digitaal type) DVI IN RGB / DVI / HDMI AUDIO IN 2 Een bronapparaat aansluiten en gebruiken 54 2 Een bronapparaat aansluiten en gebruiken Een verbinding tot stand brengen met een HDMI-DVI-kabel HDMI IN RGB / DVI / HDMI AUDIO IN Wanneer u een HDMI-DVI-kabel gebruikt om een computer op het product aan te sluiten, stelt u Edit Name in op DVI PC voor toegang tot de video- en audio-inhoud die is opgeslagen op de computer. Aansluiten met een HDMI-kabel HDMI IN 2 Een bronapparaat aansluiten en gebruiken 55 2 Een bronapparaat aansluiten en gebruiken 2.2.2 De resolutie wijzigen Wijzig de resolutie en vernieuwingsfrequent in het Configuratiescherm op uw computer voor een optimale beeldkwaliteit. De beeldkwaliteit van TFT-LCD's is mogelijk niet optimaal als u niet de optimale resolutie selecteert. De resolutie wijzigen in Windows XP Ga naar Configuratiescherm 1 Beeldscherm Instellingen en wijzig de resolutie. 3 2 ********** **** **** De resolutie wijzigen in Windows Vista Ga naar Configuratiescherm Persoonlijke instellingen Beeldscherminstellingen en wijzig de resolutie. 1 2 3 4 *********** *********** 2 Een bronapparaat aansluiten en gebruiken 56 2 Een bronapparaat aansluiten en gebruiken De resolutie wijzigen in Windows 7 Ga naar Configuratiescherm Beeldscherm Schermresolutie en wijzig de resolutie. 1 2 3 4 2 Een bronapparaat aansluiten en gebruiken 57 2 2.3 Een bronapparaat aansluiten en gebruiken Een verbinding tot stand brengen met een videoapparaat  U kunt een videoapparaat op het product aansluiten door gebruik te maken van een kabel.  Sluit de voedingskabel pas aan wanneer alle andere kabels zijn aangesloten. Sluit eerst een bronapparaat aan voordat u de voedingskabel aansluit.  De aansluitingen kunnen per product verschillen.  Druk op de afstandsbediening op de toets SOURCE om de bron te wijzigen. 2.3.1 Een verbinding tot stand brengen via een AV-kabel COMPONENT IN / AV IN 2.3.2 Verbinding maken via de componentkabel COMPONENT IN / AV IN 2.3.3 Een verbinding tot stand brengen met een HDMI-DVI-kabel HDMI IN RGB / DVI / HDMI AUDIO IN  Er wordt geen geluid weergegeven als er een videoapparaat op het product wordt aangesloten middels een HDMI-DVI-kabel. Om dit probleem op te lossen, kunt u een audiokabel op de audiopoorten op het product en het videoapparaat aansluiten. 2 Een bronapparaat aansluiten en gebruiken 58 2 Een bronapparaat aansluiten en gebruiken  Wanneer u een HDMI-DVI-kabel gebruikt om een computer op het product aan te sluiten, stelt u Edit Name in op DVI Device voor toegang tot de video- en audio-inhoud die is opgeslagen op het videoapparaat.  Ondersteunde resoluties zijn onder andere 1080p (50/60Hz), 720p (50/60Hz), 480p en 576p. 2.3.4 Aansluiten met een HDMI-kabel HDMI IN Gebruik een HDMI-kabel of HDMI-naar-DVI-kabel (tot 1080p)  Gebruik een HDMI-kabel om een digitaal apparaat aan te sluiten en een betere beeld- en audiokwaliteit te krijgen.  Een HDMI-kabel ondersteunt digitale video- en audiosignalen en vereist geen audiokabel.  Gebruik een HDMI/DVI-kabel en audiokabels om het product op een digitaal apparaat aan te sluiten dat geen HDMI-uitvoer ondersteunt.  Het beeld wordt mogelijk niet normaal weergegeven (of helemaal niet) of de audio werkt mogelijk niet als een extern apparaat, dat een oudere versie van HDMI-modus gebruikt, op het product is aangesloten. Vraag de fabrikant van het externe apparaat om informatie over de HDMI-versie en vraag, wanneer deze is verouderd, om een upgrade als zich een dergelijk probleem voordoet.  Zorg dat u een HDMI-kabel met een dikte van 14 mm of minder gebruikt.  Zorg dat u een gecertificeerde HDMI-kabel koopt. Anders wordt het beeld mogelijk niet weergegeven of doet zich een verbindingsstoring voor.  Een HDMI-basiskabel met hoge snelheid of een kabel met ethernet wordt aanbevolen. Dit product ondersteunt niet de ethernetfunctie via HDMI. 2 Een bronapparaat aansluiten en gebruiken 59 2 Een bronapparaat aansluiten en gebruiken 2.3.5 Een audiosysteem aansluiten AUDIO OUT 2 Een bronapparaat aansluiten en gebruiken 60 2 2.4 Een bronapparaat aansluiten en gebruiken De netwerkbox aansluiten (los verkrijgbaar) HDMI IN MAGICINFO OUT Sluit de DP-HDMI-kabel aan op de [HDMI IN]-poort van het product en op de [MAGICINFO OUT]-poort van de netwerkbox. Raadpleeg de gebruikershandleiding die u bij de netwerkbox hebt gekregen voor meer informatie over het aansluiten van een netwerkbox. 2.4.1 MagicInfo Voor het gebruik van MagicInfo moet er een (apart verkrijgbare) netwerkbox worden aangesloten op het product.  Als u de MagicInfo-instellingen wilt aanpassen, moet u "MagicinfoSetupWizard" starten op het bureaublad.  Raadpleeg de dvd die u bij de netwerkbox hebt gekregen voor meer informatie over het gebruik van MagicInfo.  Wijzigingen voorbehouden.  Als er zich een probleem voordoet na het installeren van een ander besturingssysteem dan het systeem dat bij de netwerkbox is geleverd, na het terugzetten van een eerdere versie van het besturingssysteem of na het installeren van software die niet compatibel is met het besturingssysteem, kunt u geen beroep meer doen op de technische ondersteuning en zullen kosten worden aangerekend voor een bezoek van een monteur. Omruil of terugbetaling is dan evenmin mogelijk. MagicInfo activeren 1 Nadat u de (apart verkrijgbare) netwerkbox hebt geïnstalleerd en aangesloten op het product, moet u het product inschakelen. 2 Druk op de knop SOURCE op de afstandsbediening en selecteer MagicInfo. Wanneer u de netwerkbox aansluit op de [HDMI IN]-poort op het product, springt Source van HDMI op MagicInfo. 2 Een bronapparaat aansluiten en gebruiken 61 2 Een bronapparaat aansluiten en gebruiken 3 Selecteer het programma dat standaard moet worden gestart wanneer MagicInfo wordt gestart. MagicInfo Setup Wizard - v.1.12 Select Application - step 1 MagicInfo Pro (LAN, WAN based version) MagicInfo-i Premium (Web-based version) Select Later < Back(B) 4 Next(N) > Finish Cancel Voer de IP-gegevens in. MagicInfo Setup Wizard - v.1.12 Select TCP/IP - step 2 Obtain an IP address automatically Use the following IP address: IP address: 192 . 168 . 0 . 102 Subnet mask: 255 . 255 . 255 . 0 Default gateway: 192 . 168 . 0 . 1 Obtain DNS server address automatically Use the following DNS server address: Preferred DNS server: 10 . 44 . 33 . 22 Alternate DNS server: 10 . 33 . 22 . 11 < Back(B) Next(N) > Finish Cancel 2 Een bronapparaat aansluiten en gebruiken 62 2 Een bronapparaat aansluiten en gebruiken 5 Selecteer een taal. (Standaard wordt Engels gebruikt.) MagicInfo Setup Wizard - v.1.12 Select Language -step 3 Select the language you want to install on the system for menus and dialogs. Current Language : Engilsh Chinese [Traditional] German English French Italian Japanese Korean Russian Swedish Turkish Chinese [Simplified] Portuguese < Back(B) 6 Next(N) > Finish Cancel Selecteer een weergavemodus. MagicInfo Setup Wizard - v.1.12 Select Screen Type - step 4 Landscape Portrait < Back(B) Next(N) > Finish Cancel 2 Een bronapparaat aansluiten en gebruiken 63 2 Een bronapparaat aansluiten en gebruiken 7 Kijk de zojuist geconfigureerde instellingen goed na. MagicInfo Setup Wizard - v.1.12 Setup Information 1. Application : MagicInfo Pro [LAN,WAN based version\ 2. Internet Protocol [TCP/IP] IP : 192.168.0.102 3. Language : 4. Screen Type : English Landscape Do not show again < Back(B) Apply Finish Cancel  Als het uitvoerpictogram niet wordt weergegeven, dubbelklikt u op het pictogram MagicInfo op het bureaublad. Het pictogram wordt rechtsonder op het scherm weergegeven.  Raadpleeg de cd met MagicInfo Lite Edition die u bij de netwerkbox hebt gekregen voor meer informatie over het gebruik van MagicInfo. 2 Een bronapparaat aansluiten en gebruiken 64 2 2.5 Een bronapparaat aansluiten en gebruiken De invoerbron wijzigen 2.5.1 Source MENUm Media Source ENTER Met Source kunt u verschillende bronnen selecteren en de naam van de bronapparaten wijzigen. Source U kunt het scherm van een bronapparaat weergeven dat op het product is aangesloten. Selecteer in de Source List een bron om het scherm van de geselecteerde bron weer te geven. Zie pagina 128 voor meer informatie over het menu Source. Media Magicinfo Lite Videos Photos Music Source De weergegeven afbeelding kan verschillen van het model. Door de knop SOURCE op de afstandsbediening te gebruiken, kan ook de invoerbron worden gewijzigd. Het scherm wordt mogelijk niet goed weergegeven als er een onjuiste bron is geselecteerd voor het bronapparaat waarnaar u wilt converteren. 2 Een bronapparaat aansluiten en gebruiken 65 3 MDC gebruiken MDC (Multiple Display Control) is een toepassing waarmee u eenvoudig meerdere weergaveapparaten tegelijkertijd via een computer kunt besturen. 3.1 Instellingen configureren voor Multi Control O MENUm System Multi Control ENTER Hiermee wordt een individuele ID toegewezen aan het apparaat. 3.1.1 Instellingen configureren voor Multi Control  MDC Connection Hiermee kunt u een poort selecteren om de MDC-invoeringen te ontvangen van.  RS232C MDC Communiceert via een RS232C MDC-kabel met MDC.  RJ45 MDC Communiceert via een RJ45 MDC-kabel met MDC.  ID Setup Wijs een ID aan een set toe. (Bereik: 0~99) Druk op  / om een getal te selecteren en druk op [ ]. ID Input Geef de ID op van het apparaat dat via een invoerkabel is aangesloten op het product voor de ontvangst van een ingangssignaal. Gebruik de cijfertoetsen op afstandsbediening om het gewenste nummer op te geven dat u wilt gebruiken. 3 MDC gebruiken 66 3 3.2 MDC gebruiken Programma MDC installeren/verwijderen 3.2.1 Installatie 1 2 Plaats de installatie-cd in het cd-rom-station. Klik op het installatieprogramma voor MDC Unified. Als er geen software-installatievenster wordt weergegeven op het hoofdscherm, kunt u installeren met het uitvoerbare "MDC Unified"-bestand in de map MDC op de cd. 3 4 Selecteer een taal voor de installatie. Klik vervolgens op "OK". Klik op "Next" wanneer het venster "Welcome to the Install Shield Wizard for MDC_Unified" wordt weergegeven. 5 Selecteer in het venster ""License Agreement"" de optie ""I accept the terms of the license agreement"" en klik op ""Next"". 6 7 Vul in het venster "Customer Information" alle informatievelden in en klik op "Next". Selecteer in het venster "Destination Folder" het directorypad voor de locatie waar u het programma wilt installeren en klik op "Next". Als geen directorypad wordt opgegeven, wordt het programma geïnstalleerd op de standaard locatie. 8 Controleer in het venster "Ready to Install the Program" het directorypad voor de installatielocatie en klik op "Install". 9 10 De voortgang van de installatie wordt weergegeven. Klik op "Finish" in het venster "InstallShield Wizard Complete" dat wordt weergegeven. Selecteer "Launch MDC Unified" en klik op "Finish" om het MDC-programma meteen uit te voeren. 11 Nadat het programma is geïnstalleerd wordt het snelkoppelingspictogram MDC Unified op het bureaublad gemaakt.  Het is mogelijk dat het uitvoerpictogram MDC niet wordt weergegeven, afhankelijk van het computersysteem of de productspecificaties.  Druk op F5 als het uitvoerpictogram niet wordt weergegeven. 3.2.2 Verwijderen 1 Selecteer Instellingen > Configuratiescherm in het menu Start en dubbelklik op Programma toevoegen/verwijderen. 2 Selecteer MDC Unified in de lijst Wijzigen/verwijderen. De installatie van MDC kan worden beïnvloed door de grafische kaart, het moederbord en de netwerkomstandigheden. 3 MDC gebruiken 67 3 3.3 MDC gebruiken Wat is MDC? 3.3.1 Verbinden met MDC MDC gebruiken via RS-232C (een norm voor seriële datacommunicatie) Sluit een seriële RS-232C-kabel aan op de seriële poort op de computer en de monitor. Een verbinding tot stand brengen met een RS232C-kabel RS232C IN/OUT 3 MDC gebruiken 68 3 MDC gebruiken MDC gebruiken via Ethernet Geef het IP-adres van het primaire weergaveapparaat op en sluit het apparaat aan op de computer. Het ene weergaveapparaat kan op het andere worden aangesloten met een seriële RJ45-kabel. Verbinding met een gewone LAN-kabel RJ45 Verbinding met een crossover-LAN-kabel RJ45 RS232C OUT Met de [RS232C IN / OUT]-poort op het product kunnen meerdere producten worden aangesloten. 3 MDC gebruiken 69 3 MDC gebruiken 3.3.2 Verbindingen beheren De toepassing voor het beheren van verbindingen bevat een lijst met verbindingen en opties om de verbindingen aan te passen. Lijst met verbindingen: de lijst met verbindingen laat de details van de verbindingen zien, zoals de verbindingsinstellingen (IP-adres/COM, poortnummer, MAC-adres en Connection Type), de verbindingsstatus, de Set ID Range en de gedetecteerde apparaten. Een verbinding kan maximaal 100 doorgeluste apparaten bevatten. Alle gedetecteerde LFD's van een verbinding worden weergegeven in de lijst met apparaten. Daar kan de gebruiker groepen maken en opdrachten verzenden naar de gedetecteerde apparaten. Opties om lijsten met verbindingen aan te passen: de wijzigingsopties zijn Add, Edit, Delete en Refresh. 3 MDC gebruiken 70 3 MDC gebruiken 3.3.3 Auto Set ID Auto Set ID is een functie om een ID in te stellen voor alle doorgeluste LFD's van een bepaalde verbinding. Een verbinding kan maximaal 100 LFD's hebben. De doorgeluste apparaten in de verbinding krijgen een opeenvolgende ID van 1 tot 99 en dan 0. 3 MDC gebruiken 71 3 MDC gebruiken 3.3.4 Klonen Met de kloonfunctie kunt u de instellingen van een LFD kopiëren en toepassen op meerdere andere LFD's die u hebt geselecteerd. In het venster van de optie Copy Settings geeft u zelf aan welke specifieke tabcategorieën (of alle tabcategorieën) u wilt klonen. 3 MDC gebruiken 72 3 MDC gebruiken 3.3.5 Opdrachten opnieuw proberen Met deze functie bepaalt u hoe vaak een MDC-opdracht opnieuw wordt geprobeerd als er geen antwoord of een beschadigd antwoord van een LFD komt. U geeft deze waarde op in het venster Options. Het aantal nieuwe pogingen moet tussen 1 en 10 liggen. De standaardwaarde is 1. 3 MDC gebruiken 73 3 MDC gebruiken 3.3.6 Aan de slag met MDC 1 U start het programma door te klikken op Start 2 Klik op Add om een weergaveapparaat toe te voegen.  Programma's Samsung MDC Unified. Als er een RS232C-verbinding wordt gebruikt, gaat u naar Serial en stelt u COM Port in. 3 MDC gebruiken 74 3 MDC gebruiken  Als er een Ethernet-verbinding wordt gebruikt, voert u het IP-adres in dat voor het weergaveapparaat is opgegeven. 3 MDC gebruiken 75 3 MDC gebruiken 3.3.7 Indeling van het hoofdscherm 1 6 5 4 2 3 1 Menubalk Hiermee wijzigt u de status van een weergaveapparaat of de eigenschappen van het programma. 2 Apparaatcategorie Hiermee bekijkt u de aangesloten weergaveapparaten of groepen apparaten. 3 Roostercategorie Hiermee bekijkt u een lijst met roosters voor de weergaveapparaten. 4 Lijst met sets Hier selecteert u het weergaveapparaat dat u wilt aanpassen. 5 Lijst met sets wijzigen Hiermee kunt u sets toevoegen, bewerken, anders groeperen en verwijderen. 6 Help-onderwerpen Hiermee geeft u de Help-onderwerpen van het programma weer. 3 MDC gebruiken 76 3 MDC gebruiken 3.3.8 Menu's U kunt een geselecteerd apparaat in- en uitschakelen en de bron of het volume van het apparaat aanpassen. Kies de gewenste weergaveapparaten in de lijst met sets en selecteer het tabblad Home. 1 Home Selecteer een item en wijzig de desbetreffende instelling. Voeding  On: Hiermee schakelt u het geselecteerde apparaat in.  Off: Hiermee schakelt u het geselecteerde apparaat uit. Input Bron: Hiermee wijzigt u de bron.   Welke bronnen beschikbaar zijn hangt af van het apparaatmodel.  Alleen voor schermen die zijn ingeschakeld kan de bron worden gewijzigd. Channel: Hiermee wijzigt u het kanaal.  2  Het tv-kanaal kan worden gewijzigd met de pijlen omhoog/omlaag.  Het kanaal kan alleen worden gewijzigd wanneer de bron op TV staat.  Alleen geregistreerde kanalen kunnen worden geselecteerd. Volume Alleen voor schermen die zijn ingeschakeld kan het volume worden gewijzigd of gedempt. Volume  Het volume kan met de schuifbalk worden ingesteld op een waarde van 0 tot 100. Pas het volume van het geselecteerde scherm aan. Input  Schakel Mute in of uit voor het geselecteerde scherm. Mute wordt automatisch uitgeschakeld zodra u Volume aanpast met Mute ingeschakeld. 3 MDC gebruiken 77 3 MDC gebruiken 3  Alert Fault Device  Dit menu laat zien welke weergaveapparaten een foutmelding geven als gevolg van een probleem met de ventilator, temperatuur, helderheidssensor of lamp. Selecteer een weergaveapparaat in de lijst. De knop Repair kan nu worden gebruikt. Klik op de knop voor het vernieuwen van de foutstatus van het weergaveapparaat. Het herstelde weergaveapparaat verdwijnt uit de Fault Device List. Fault Device Alert  Een weergaveapparaat waarop een fout wordt gedetecteerd, wordt per e-mail doorgegeven. Vul alle verplichte velden in. De knoppen Test en OK kunnen nu worden gebruikt. Voer in ieder geval informatie in bij Sender en geef minstens één Recipient op. 3 MDC gebruiken 78 3 MDC gebruiken 3.3.9 Schermaanpassing De scherminstellingen (contrast, helderheid en dergelijke) kunnen worden aangepast. Kies de gewenste weergaveapparaten in de lijst met sets en selecteer het tabblad Picture. Aanpassen Selecteer een item en wijzig de desbetreffende scherminstelling.  Color en Tint zijn niet beschikbaar als de bron op PC staat.  Red, Green, Blue en PC Screen Adjustment zijn niet beschikbaar als de bron op Video staat.  Color, Tint, Color Tone, Color Temp, Red, Green, Blue en PC Screen Adjustment zijn niet beschikbaar als zowel PC Source als Video Source is geselecteerd. Contrast  Hiermee past u het contrast van het geselecteerde weergaveapparaat aan. Brightness  Hiermee past u de helderheid van het geselecteerde weergaveapparaat aan. Color  Hiermee past u de kleuren van het geselecteerde weergaveapparaat aan. Tint (G/R)  Hiermee past u de tint van het geselecteerde weergaveapparaat aan. Color Tone  Hiermee past u de achtergrondkleur van het geselecteerde weergaveapparaat aan. Color Temp  Hiermee past u de kleurtemperatuur van het geselecteerde weergaveapparaat aan. Deze optie kan worden gebruikt als Color Tone is ingesteld op Off. Red  Hiermee past u de intensiteit van de kleur rood van het geselecteerde weergaveapparaat aan. Green  Hiermee past u de intensiteit van de kleur groen van het geselecteerde weergaveapparaat aan. 3 MDC gebruiken 79 3 MDC gebruiken Blue  Hiermee past u de intensiteit van de kleur blauw van het geselecteerde weergaveapparaat aan. Opties Dynamic Contrast Hiermee past u de optie Dynamic Contrast van het geselecteerde weergaveapparaat aan. Gamma Control Hiermee wijzigt u de gammawaarde van het geselecteerde weergaveapparaat. Auto Motion Plus Deze optie wordt gebruikt voor dynamische beelden.  Off: Hiermee schakelt u de functie Auto Motion Plus uit.  Clear: Hiermee zet u het niveau van Auto Motion Plus op helder. Deze modus wordt gebruikt voor de weergave van levendige beelden.  Standard: Hiermee zet u het niveau van Auto Motion Plus op standaard.  Smooth: Hiermee zet u het niveau van Auto Motion Plus op vloeiend. Deze modus wordt gebruikt voor de weergave van vloeiende beelden.   Custom: Hiermee past u het niveau van de scherminbranding of flikkering aan. Demo: Hiermee wordt de techniek achter Auto Motion Plus gedemonstreerd. Links in het venster ziet u een voorbeeld van het resultaat van een wijziging van de modus. Auto Motion Plus is mogelijk niet beschikbaar (afhankelijk van het product). Brightness Sensor Hiermee schakelt u de functie Brightness Sensor van het geselecteerde weergaveapparaat in en uit. Brightness Sensor detecteert de intensiteit van het omgevingslicht en past automatisch de helderheid van het scherm aan. Brightness Sensor is mogelijk niet beschikbaar (afhankelijk van het product). 3 MDC gebruiken 80 3 MDC gebruiken Grootte Picture Size Hiermee past u de schermgrootte van het geselecteerde weergaveapparaat aan. Het item Detail kan niet worden gebruikt als Picture Size op een modus staat waarvoor geen gedetailleerde configuratie mogelijk is. Met de knoppen -/+ kan Zoom worden gewijzigd. Met de pijlen omhoog/omlaag/links/rechts kan de locatie van het scherm worden gewijzigd. Detail Hiermee ziet u de details van de geselecteerde schermgrootte. PC Screen Adjustment De frequentie kan worden bijgeregeld of nauwkeurig worden afgestemd met de knoppen -/+ bij Coarse of Fine. Als u het scherm wilt verschuiven, klikt u op een van de vier afbeeldingen onder Position. Als u het aanpassen of het nauwkeurige afstemmen van de frequentie of het wijzigen van de positie automatisch wilt laten uitvoeren, klik dan op Auto Adjustment. 3 MDC gebruiken 81 3 MDC gebruiken 3.3.10 Het geluid aanpassen Hiermee kunt u de geluidsinstellingen aanpassen. Kies de gewenste weergaveapparaten in de lijst met sets en selecteer het tabblad Sound. Het item Bass of Treble kan niet worden gebruikt als het item niet wordt ondersteund door de geselecteerde set. Bass Hiermee past u de lage tonen voor het geselecteerde scherm aan. Treble Hiermee past u de hoge tonen voor het geselecteerde scherm aan. Balance (L/R) Hiermee past u het volume van de linker- en rechterluidspreker van het geselecteerde weergaveapparaat aan. SRS TS XT Hiermee schakelt u het effect SRS TS XT voor het geselecteerde weergaveapparaat in en uit. 3 MDC gebruiken 82 3 MDC gebruiken 3.3.11 Het systeem instellen Kies de gewenste weergaveapparaten in de lijst met sets en selecteer het tabblad System. Video Wall De functie Video Wall kan worden gebruikt om op elk van de verschillende weergaveapparaten een deel van het beeld of het volledige beeld weer te geven. Video Wall kan alleen worden gebruikt wanneer de apparaten deel uitmaken van een groep. Video Wall Hiermee schakelt u Video Wall in en uit. Format Hiermee selecteert u het formaat dat moet worden weergegeven op het opgedeelde scherm. Full Natural 3 MDC gebruiken 83 3 MDC gebruiken H Hiermee bepaalt u het aantal weergaveapparaten in horizontale richting. U kunt maximaal 15 weergaveapparaten in een rij plaatsen. Als u voor H 15 gebruikt, kunt u voor V 6 gebruiken. V Hiermee bepaalt u het aantal weergaveapparaten in verticale richting. U kunt maximaal 15 weergaveapparaten in een rij plaatsen. Als u voor H 15 gebruikt, kunt u voor V 6 gebruiken. Screen Position Hiermee geeft u de lay-out van de schermen weer (geconfigureerd met de Screen Divider) of wijzigt u indien nodig de lay-out. Screen Position en Preview kunnen worden gebruikt wanneer Video Wall is ingeschakeld. Als er meer sets zijn geselecteerd, kan Preview alleen worden gebruikt als de instellingen voor H en V passen bij de lay-out van de geselecteerde sets. U wijzigt Position door een set te selecteren en naar een andere plaats te slepen. De instellingen voor de Screen Divider kunnen variëren, afhankelijk van het model. 3 MDC gebruiken 84 3 MDC gebruiken PIP In het menuscherm wordt basisinformatie voor het aanpassen van PIP weergegeven.  PIP wordt uitgeschakeld zodra u Video Wall instelt op ON.  Picture Size wordt uitgeschakeld wanneer u PIP instelt op ON. PIP Size Hiermee geeft u de PIP Size van het huidige weergaveapparaat weer. PIP Source Hiermee selecteert u een bron voor PIP. Sound Select Hiermee selecteert u het geluid van het primaire of secundaire scherm en schakelt u dat geluid in. Channel Het kanaal kan worden gewijzigd als PIP Source is ingesteld op TV. 3 MDC gebruiken 85 3 MDC gebruiken Algemeen User Auto Color Hiermee worden de schermkleuren automatisch gewijzigd. Alleen beschikbaar in de modus PC. Auto Power Hiermee wordt het product automatisch ingeschakeld. Standby Control Hiermee wordt stand-by geactiveerd als er geen bron wordt gedetecteerd. Ventilator en temperatuur Hier configureert u de instellingen voor detectie van de ventilatorsnelheid en de temperatuur binnen in het product. Fan Control Hiermee bepaalt u hoe de ventilatorsnelheid wordt geconfigureerd. Fan Speed Hier configureert u de ventilatorsnelheid. Temperature Hier geeft u een temperatuurbereik op voor de temperatuur binnen in het product. 3 MDC gebruiken 86 3 MDC gebruiken Beveiliging Safety Lock Hiermee vergrendelt u de schermmenu's. Als u de menu's wilt ontgrendelen, moet u Safety Lock op Off zetten. Button Lock Hiermee zorgt u ervoor dat de knoppen op het weergaveapparaat niet werken. Als u de knoppen weer wilt gebruiken, moet u Button Lock op Off zetten. Weergave van het OSD Source OSD Hiermee bepaalt u of een melding moet worden weergegeven wanneer Source wordt gewijzigd. Not Optimum Mode OSD Hiermee bepaalt u of een melding moet worden weergegeven wanneer een modus wordt geselecteerd die niet compatibel is. No Signal OSD Hiermee bepaalt u of een melding moet worden weergegeven wanneer er geen ingangssignaal is. MDC OSD Hiermee bepaalt u of een melding moet worden weergegeven wanneer instellingen door MDC worden gewijzigd. 3 MDC gebruiken 87 3 MDC gebruiken Tijd Clock Set Hiermee wijzigt u de tijd van het geselecteerde weergaveapparaat volgens de tijd op een computer. Als de tijd niet is ingesteld op het weergaveapparaat, worden geen waarden weergegeven. Timer  On Time: Hiermee stelt u in op welk tijdstip het geselecteerde weergaveapparaat moet worden ingeschakeld.  Off Time: Hiermee stelt u in op welk tijdstip het geselecteerde weergaveapparaat moet worden uitgeschakeld.  Volume: Hiermee stelt u het volume in dat het weergaveapparaat moet gebruiken wanneer het wordt ingeschakeld door On Time. 3 MDC gebruiken 88 3 MDC gebruiken  Source: Hiermee stelt u de bron in die het weergaveapparaat moet gebruiken wanneer het apparaat op het opgegeven tijdstip (On Time) wordt ingeschakeld.  Holiday: Hiermee worden de Holiday Management-instellingen toegepast op de Timer.  Repeat: Hiermee bepaalt u de periode waarin u de geselecteerde Timer wilt herhalen.  Once: Hiermee wordt de timer slechts één keer geactiveerd.  EveryDay: Hiermee wordt de timer dagelijks geactiveerd.  Mon~Fri: Hiermee wordt de timer van maandag tot en met vrijdag geactiveerd.  Mon~Sat: de timer van maandag tot en met zaterdag activeren.  Sat~Sun: Hiermee wordt de timer op zaterdagen en zondagen geactiveerd.  Manual: Hiermee past u de weekdagen aan. De selectievakjes voor het selecteren van de dagen van de week onder Repeat kunnen alleen worden gebruikt als Manual is geselecteerd. Holiday Management Met Holiday Management kunt u ervoor zorgen dat apparaten die in normale omstandigheden door de Timer worden ingeschakeld, op een bepaalde datum niet worden ingeschakeld. De functie Holiday Management kan worden in- en uitgeschakeld via de Timer-instellingen.  Add: Opgeven wat de vrije dagen zijn: Klik op de knop Add in het venster Holiday Management. 3 MDC gebruiken 89 3 MDC gebruiken  Delete : Vrije dagen verwijderen. Schakel de desbetreffende selectievakjes in en klik op deze knop.  Lijst met vrije dagen: U kunt een overzicht opvragen van de vrije dagen die u hebt toegevoegd. Bescherming tegen inbranden Pixel Shift Hiermee wordt het scherm met een bepaalde regelmaat iets verschoven om inbranden tegen te gaan. Screen Saver Deze functie voorkomt scherminbranding wanneer er gedurende een langere periode een statisch beeld op het scherm wordt weergegeven.  Interval: Hiermee bepaalt u het interval voor het activeren van Screen Saver.  Mode: De instelling bij Time kan per Mode anders zijn. 3 MDC gebruiken 90 3 MDC gebruiken Safety Screen Met de functie Safety Screen kunt u voorkomen dat statische beelden die langdurig worden weergegeven, in het scherm kunnen branden. Lamp Control Lamp Control wordt gebruikt om de achtergrondverlichting aan te passen en het energieverbruik te reduceren. De achtergrondverlichting van het geselecteerde weergaveapparaat wordt automatisch aangepast op een bepaald tijdstip. Als Manual Lamp Control wordt gewijzigd, springt Auto Lamp Control automatisch op Off. U kunt de achtergrondverlichting van het geselecteerde weergaveapparaat ook handmatig aanpassen. Als Auto Lamp Control wordt gewijzigd, springt Manual Lamp Control automatisch op Off.  Ambient Light: Ambient Light detecteert de intensiteit van het omgevingslicht en past automatisch de helderheid van alle doorgeluste LFD's aan. 3 MDC gebruiken 91 3 MDC gebruiken 3.3.12 Tool 1 1 2 3 4 Beveiliging Panel Control Hiermee schakelt u het scherm van een weergaveapparaat in en uit. Remote Control Hiermee schakelt u de afstandsbediening in en uit. 2 Reset Reset Picture Hiermee reset u de scherminstellingen. Reset Sound Hiermee reset u de geluidsinstellingen. Reset System Hiermee reset u de systeeminstellingen. Reset All Hiermee reset u de scherm-, geluids- en systeeminstellingen in één keer. 3 MDC gebruiken 92 3 MDC gebruiken 3 Edit Column Hier selecteert u de items die u in de lijst met sets wilt zien. 4 Information Hiermee geeft u de programma-informatie weer. 3 MDC gebruiken 93 3 MDC gebruiken 3.3.13 Overige functies Het vensterformaat wijzigen Plaats de muisaanwijzer op een hoek van het programmavenster. Er wordt een pijltje weergegeven. Versleep de pijl om het programmavenster van formaat te veranderen. 3 MDC gebruiken 94 3 MDC gebruiken Groepen beheren Groepen maken Door groepen te maken kunt u lijsten met sets beheren per groep. Een naam van een groep kan niet twee keer worden gebruikt. 1 Klik met de rechtermuisknop en selecteer Group>Edit in de lijst met weergaveapparaten links in het programmavenster. 2 Klik in het venster Edit Group dat wordt weergegeven op Add on the sub level of Add on the same level.  Add on the sub level: Hiermee maakt u een subgroep onder de geselecteerde groep. De knop Add on the same level kan alleen worden gebruikt als er minstens één groep is gemaakt. 3 MDC gebruiken 95 3 MDC gebruiken  Add on the same level: Hiermee maakt u een groep op hetzelfde niveau als de geselecteerde groep. De knop Add on the same level kan alleen worden gebruikt als er minstens één groep is gemaakt. 3 Voer de naam van de groep in. Groepen verwijderen 1 2 Selecteer de naam van de groep en klik op Edit. 3 Klik op Yes. De groep wordt verwijderd. Klik in het venster Edit Group dat wordt weergegeven op Delete. Namen van groepen wijzigen 1 2 Selecteer de naam van de groep en klik op Edit. Klik in het venster Edit Group dat wordt weergegeven op Rename. Rename 3 Zodra de cursor in de oude naam van de groep komt te staan, voert u een nieuwe naam in. 3 MDC gebruiken 96 3 MDC gebruiken Roosters beheren Roosters maken U kunt een rooster maken en registreren op basis van een groep. 1 Klik op All Schedule List in het roostergedeelte links in het programmavenster. In het midden kan nu de knop Add worden gebruikt. 2 Klik op de knop Add. Het venster Add Schedule wordt weergegeven. 3 MDC gebruiken 97 3 MDC gebruiken 3 Klik op Add onder het item Device Group en selecteer de groep waaraan u een rooster wilt toevoegen. 4 Selecteer Date&Time/Action en klik op OK. Het rooster wordt toegevoegd en in het venster met de lijst met sets wordt een lijst met roosters weergegeven.  Device Group: Hiermee selecteert u een groep.  Date&Time   Instant Execution: Hiermee wordt het rooster meteen toegepast.  Timer: Hiermee stelt u de datum, de tijd en het interval voor het rooster in. Action: Hiermee selecteert u de functie die op het opgegeven tijdstip en met het opgegeven interval moet worden uitgevoerd. Rooster wijzigen U kunt een rooster wijzigen door het te selecteren en op Edit te klikken. Een rooster verwijderen U kunt een rooster verwijderen door het te selecteren en op Delete te klikken. 3 MDC gebruiken 98 3 MDC gebruiken 3.3.14 Problemen oplossen Probleem Het scherm dat u wilt beheren, wordt niet weergegeven in het overzicht met de systeeminformatie. Oplossing 1. Controleer de verbinding van de RS232C-kabel (controleer of de kabel goed is aangesloten op de juiste seriële poort). 2. Controleer of er geen ander scherm met dezelfde ID is aangesloten. Wanneer er schermen met dezelfde ID worden aangesloten, is het mogelijk dat de schermen niet worden weergegeven vanwege gegevensconflicten. 3. Controleer of de ID van het scherm zich binnen het bereik van 0 en 99 bevindt. (Wijzig de ID via het menu Display.) Voor een scherm dat een ID binnen het bereik van 0 tot 99 ondersteunt, moet er een ID worden opgegeven met een waarde tussen de 0 en 99. Het scherm dat u wilt bedienen, verschijnt niet in het Control Info Grid. Controleer of het scherm is ingeschakeld. (Zie de voedingsstatus in het overzicht met systeeminformatie.) Zorg ervoor dat u de bron selecteert waarop het scherm is aangesloten. Het volgende bericht wordt herhaaldelijk weergegeven. Controleer of het scherm dat u wilt bedienen, is geselecteerd. De schermen worden op verschillende tijden in- en uitgeschakeld, ondanks dat de functie On Time of Off Time is ingesteld. Pas de tijd op de computer aan om de tijd tussen de aangesloten schermen te synchroniseren. De afstandsbediening werkt niet. De afstandsbediening werkt mogelijk niet wanneer de RS232C-kabel wordt losgekoppeld of wanneer het programma op ongebruikelijke wijze wordt afgesloten terwijl de functie Remote Control is ingesteld op Disable. Los dit probleem op door het programma nogmaals uit te voeren en Remote Control in te stellen op Enable. Dit programma functioneert soms niet goed vanwege een communicatieprobleem tussen de computer en het scherm of vanwege de elektromagnetische golven die worden uitgestraald door elektronische apparaten in de buurt. 3 MDC gebruiken 99 3 MDC gebruiken Hoe de weergave-eigenschappen worden weergegeven wanneer er meerdere schermen worden gebruikt 1 2 Wanneer er geen scherm is geselecteerd: de standaardwaarde wordt weergegeven. Wanneer er één scherm is geselecteerd: de instellingen voor het geselecteerde scherm worden weergegeven. 3 Wanneer er twee schermen zijn geselecteerd (bijvoorbeeld in de volgorde ID 1 en ID 3): de instellingen voor ID 1 worden weergegeven voor de instellingen voor ID 3. 4 Wanneer het selectievakje All+Select is ingeschakeld en alle schermen zijn geselecteerd: de standaardinstellingen worden weergegeven. 3 MDC gebruiken 100 4 Schermaanpassing De instellingen voor Picture configureren (Brightness, Color Tone, enz.). De lay-out van de opties in het menu Picture kunnen variëren, afhankelijk van het product. 4.1 Picture Mode O MENUm Picture Picture Mode ENTER Selecteer een beeldmodus (Picture Mode) die geschikt is voor de omgeving waar het product wordt gebruikt. Welke opties er voor Picture Mode worden weergegeven, is afhankelijk van de huidige invoerbron. Picture Picture Mode Information · Backlight 100 · Contrast 95 · Brightness 45 · Sharpness 50 · Color 50 · Tint (G/R) G 50 R 50 De weergegeven afbeelding kan verschillen van het model. 4.1.1 Wanneer de invoerbron PC of DVI is  Information: deze modus zorgt voor minder vermoeide ogen en is geschikt voor het weergeven van informatie aan het publiek.  Advertisement: deze modus is geschikt voor het weergeven van video-inhoud en binnen-/ buitenreclame. 4.1.2 Wanneer de invoerbron AV, Component of HDMI is  Dynamic: deze modus is geschikt voor heldere omgevingen.  Standard: deze modus is algemeen geschikt voor elke omgeving.  Natural: Geschikt om vermoeidheid aan de ogen te verminderen.  Movie: deze modus zorgt voor minder vermoeide ogen. 4 Schermaanpassing 101 4 4.2 Schermaanpassing Backlight / Contrast / Brightness / Sharpness / Color / Tint(G/R) O MENUm Picture ENTER Uw product heeft diverse opties om de beeldkwaliteit af te stellen. Selecteer een optie met de knoppen en en druk vervolgens op [ ]. Gebruik de pijltoetsen om de optiewaarde af te stellen of selecteer een optie-instelling. Druk, wanneer gereed, op [ ].  Als u wijzigingen aanbrengt aan Backlight, Contrast, Brightness, Sharpness, Color of Tint (G/ R), wordt het schermmenu overeenkomstig afgesteld.  Wanneer u een PC aansluit, kunt u alleen wijzigingen aanbrengen aan Backlight, Contrast, Brightness en Sharpness.  U kunt voor elk extern apparaat dat op een ingang van het product is aangesloten, instellingen afstellen en opslaan.  Door de helderheid van het beeld te verminderen, spaart u energie. 4 Schermaanpassing 102 4 4.3 Schermaanpassing Screen Adjustment O MENUm Picture Screen Adjustment ENTER Screen Adjustment biedt diverse opties voor beeldgrootte en lengte/breedte-verhoudingen. Selecteer een optie met de knoppen en en druk daarna op [ een optie te selecteren en druk vervolgens op [ ]. Gebruik de pijltoetsen om in het submenu ]. Welke opties er voor Screen Adjustment worden weergegeven, is afhankelijk van de huidige invoerbron: Screen Adjustment Picture Size 16:9 · Position PC Screen Adjustment Resolution Select Off De weergegeven afbeelding kan verschillen van het model. 4.3.1 Picture Size Als u een kabelkast of satellietontvanger hebt, kan deze ook zijn eigen schermformaten hebben. Wij raden u echter aan om vooral de 16:9 modus voor uw product te gebruiken.  16:9: stelt het beeld in op de 16:9-breedtemodus.  Zoom1: gebruik dit voor gematigde vergroting. snijdt de boven- en zijkanten af.  Zoom2 gebruik dit voor een krachtigere vergroting.  Smart View 1: verkleint het 16:9-beeld met 50%. Smart View 1 wordt alleen ingeschakeld in de HDMI-modus.  Smart View 2: verkleint het 16:9-beeld met 25%. Smart View 2 wordt alleen ingeschakeld in de HDMI-modus.  4:3: stelt het beeld in op de (4:3)-basismodus. Stel uw product niet voor langere tijd in op de 4:3-indeling. De randen die links en rechts of boven en onder aan het scherm worden weergegeven, kunnen beeldretentie (schermverbranding) veroorzaken die niet door de garantie wordt gedekt.  Screen Fit: geeft het volle beeld weer zonder enige afsnijdingen als HDMI- (720p/1080i/1080p) of Component- (1080i/1080p) signalen worden ingevoerd. 4 Schermaanpassing 103 4 Schermaanpassing  Custom: Wijzig de resolutie op basis van de voorkeuren van de gebruiker. U kunt voor elk extern apparaat dat op een ingang van het product is aangesloten, instellingen afstellen en opslaan.  Original ratio: Als de invoerbron PC, DVI, HDMI (PC-aansluiting) is, wordt de video in de oorspronkelijke beeldverhouding afgespeeld. De beschikbare poorten kunnen afwijken, afhankelijk van het model.(pagina 27) Beeldgrootten beschikbaar via ingangsbron Ingangsbron Picture Size AV, Component (480i, 480p) 16:9, Zoom1, Zoom2, 4:3, Custom Component (1080i, 1080p) 16:9, 4:3, Screen Fit, Custom HDMI (720p, 1080i, 1080p) 16:9, 4:3, Screen Fit, Smart View 1, Smart View 2, Custom PC, DVI, HDMI (wanneer een pc is aangesloten) 16:9, 4:3, Original ratio 4 Schermaanpassing 104 4 Schermaanpassing 4.3.2 Position Hiermee past u de beeldpositie aan. Position is alleen beschikbaar als Picture Size is ingesteld op Zoom1, Zoom2, Wide Fit, Screen fit of Custom. Om de functie Position te gebruiken na Zoom1, Zoom2 of Wide Fit te hebben geselecteerd, volgt u deze stappen. 1 2 3 4 5 Druk op de knop om Position te selecteren. Druk op de knop [ ]. Druk op de knop of Druk op de knop [ ]. om het beeld omhoog of omlaag te bewegen. Selecteer Close door achtereenvolgens op de knoppen en te drukken. Om de beeldpositie te resetten, drukt u op Reset. Volg deze stappen als u de functie Position wilt gebruiken nadat u in HDMI (1080i/1080p) of Component (1080i/1080p) Screen Fit of Custom hebt geselecteerd. 1 2 3 4 5 Druk op de knop om Position te selecteren. Druk op de knop [ Druk op de knop Druk op de knop [ ]. / / / om het beeld te verplaatsen. ]. Selecteer Close door achtereenvolgens op de knoppen en te drukken. Als u het beeld naar de originele positie wilt resetten, selecteert u Reset in het scherm Position. Het beeld wordt naar de standaardpositie ingesteld. 4 Schermaanpassing 105 4 Schermaanpassing 4.3.3 PC Screen Adjustment Alleen beschikbaar in de modus PC. Coarse / Fine: Verwijdert of vermindert de beeldruis. Als de ruis niet alleen met fijnafstemming wordt verwijderd, gebruikt u de functie Coarse om de frequentie zo goed mogelijk af te stellen (Coarse) en voert u opnieuw een fijnafstemming uit. Nadat de ruis is verminderd, stelt u het beeld opnieuw in zodat deze met het midden van het scherm wordt uitgelijnd. Position: Om de schermpositie van de computer af te stellen als het niet is gecentreerd of niet op het scherm van het product past. Druk op de knop knop of of om de verticale positie af te stellen. Druk op de om de horizontale positie af te stellen. Image Reset: stelt het beeld opnieuw in op de standaardinstellingen. 4.3.4 Resolution Select Als het beeld niet normaal is, zelfs als de resolutie van de grafische kaart een van de volgende is, kunt u de beeldkwaliteit optimaliseren door dezelfde resolutie voor het product te selecteren als voor de pc met dit menu. Beschikbare resoluties: Off / 1024 x 768 / 1280 x 768 / 1360 x 768 / 1366 x 768 De optie Resolution Select is alleen ingeschakeld als de ingangsbron PC is. 4.4 Automatische afstelling MENUm Picture Auto Adjustment ENTER Stel de frequentiewaarden/posities af en stem de instellingen automatisch af. Deze optie is beschikbaar wanneer de invoerbron is ingesteld op PC. 4 Schermaanpassing 106 4 4.5 Schermaanpassing Advanced Settings O MENUm Picture Advanced Settings ENTER Alle Advanced Settings zijn in de modi Standard en Movie beschikbaar. Selecteer voor gebruik een optie met de pijltoetsen omhoog/omlaag en druk vervolgens op [ waarde of instelling te wijzigen en druk vervolgens op [ instelling te wijzigen en druk vervolgens op ]. Gebruik de pijltoetsen om de ]. Gebruik de pijltoetsen om de waarde of . In de PC-modus kunt u alleen wijzigingen uitvoeren aan Gamma en White Balance. Advanced Settings Black Tone Off Dynamic Contrast Off Shadow Detail 0 Gamma 0 Expert Pattern Off RGB Only Mode Off Color Space Native De weergegeven afbeelding kan verschillen van het model. 4.5.1 Black Tone Selecteer het zwartniveau om de schermdiepte af te stellen.  Off / Dark / Darker / Darkest 4 Schermaanpassing 107 4 Schermaanpassing 4.5.2 Dynamic Contrast Pas het contrast van het scherm aan. Off / Low / Medium / High  4.5.3 Shadow Detail Verhoog de helderheid van donkere beelden. 4.5.4 Gamma Stel de primaire kleurenintensiteit bij. 4.5.5 Expert Pattern Gebruik de functie Expert Pattern om het beeld te kalibreren. Als het schermmenu verdwijnt of een ander menu dan het beeldmenu wordt geopend, slaat het product de kalibratie op en verdwijnt het scherm Expert Pattern. Off  Schakelt de functie Expert Pattern uit. Pattern1  Dit testbeeld toont het effect van de weergave-instellingen op grijze en zwarte schaduwvlakken. Pattern2  Dit testbeeld toont het effect van de weergave-instellingen op kleur. 4.5.6  Nadat u Pattern1 of Pattern2 selecteert, kunt u voor het gewenste effect de betreffende geavanceerde instellingen afstellen.  Terwijl Expert Pattern actief is, wordt geen geluid uitgevoerd.  Alleen bij Component- en HDMI-modi ingeschakeld. RGB Only Mode Geeft de kleur Red, Green en Blue weer om de tint en verzadiging fijn af te stellen.  Off / Red / Green / Blue 4 Schermaanpassing 108 4 Schermaanpassing 4.5.7 Color Space Stelt bereik en variëteit van de kleuren af (de kleurruimte) die beschikbaar zijn om beelden te creëren. Auto / Native / Custom  Om Color, Red, Green, Blue en Reset af te stellen, stelt u Color Space in op Custom. 4.5.8 White Balance hiermee kunt u de kleurbalans voor een natuurlijker beeld aanpassen. R-Offset / G-Offset / B-Offset: hiermee kunt u de donkerheid van elke kleur (rood, groen,  blauw) aanpassen. R-Gain / G-Gain / B-Gain: hiermee kunt u de helderheid van elke kleur (rood, groen, blauw)  aanpassen. Reset: hiermee kunt u de White Balance resetten naar de standaardinstellingen.  4.5.9 10p White Balance (Off / On) Regelt de witbalans met een 10 punteninterval door de helderheid van rood, groen en blauw aan te passen.  Interval : hiermee kunt u een interval selecteren om aan te passen.  Red : hiermee kunt u het roodniveau aanpassen.  Green : hiermee kunt u het groenniveau aanpassen.  Blue : hiermee kunt u het blauwniveau aanpassen.  Reset : hiermee kunt u de 10p White Balance resetten naar de standaardinstellingen.  Beschikbaar als de Picture Mode is ingesteld op Movie en als de externe invoer is ingesteld op alle invoer.  Deze functie wordt mogelijk niet ondersteund door sommige externe apparatuur. 4 Schermaanpassing 109 4 Schermaanpassing 4.5.10 Flesh Tone Benadruk de roze "huidstint". 4.5.11 Edge Enhancement (Off / On) Benadruk de objectgrenzen. 4.5.12 Motion Lighting (Off / On) Vermindert het energieverbruik door de helderheid van het scherm te verminderen als het beeld op het scherm in beweging is. 4.5.13 LED Motion Plus (Off / On) Verwijdert de wazigheid en trillingen van scènes met grote hoeveelheden snelle bewegingen om een duidelijker beeld te geven. 4 Schermaanpassing 110 4 4.6 Schermaanpassing Picture Options O MENUm Picture Picture Options ENTER Selecteer een optie met de pijltoetsen omhoog/omlaag en druk daarna op [ om de instelling te wijzigen en druk vervolgens op [ ]. Gebruik de pijltoetsen ]. Als u een computer aansluit, kunt u alleen wijzigingen uitvoeren aan de Color Tone. Picture Options Color Tone Color Temp. Off 10000K Digital Noise Filter Off MPEG Noise Filter Off HDMI Black Level Flim Mode Auto Motion Plus Normal Off Standard De weergegeven afbeelding kan verschillen van het model. 4.6.1 Color Tone Off / Cool / Standard / Warm1 / Warm2   Warm1 of Warm2 worden gedeactiveerd als de Picture Mode op Dynamic is ingesteld.  U kunt voor elk extern apparaat dat op een ingang van het product wordt aangesloten, instellingen afstellen en opslaan. 4 Schermaanpassing 111 4 Schermaanpassing 4.6.2 Color Temp. Hiermee kunt u de kleurbalans aanpassen (Red/Green/Blue). (Bereik: 3000K–15000K) Deze functie is alleen beschikbaar als Color Tone is ingesteld op Off. 4.6.3 Digital Noise Filter Als het door uw product ontvangen zendsignaal zwak is, kunt u de functie Digital Noise Filter activeren om eventuele statische beelden en echobeelden op het scherm te verminderen.  Off / Low / Medium / High / Auto Als het signaal zwak is, dient u alle opties te proberen totdat het product het beste beeld weergeeft. 4.6.4 MPEG Noise Filter Vermindert de MPEG-ruis om verbeterde beeldkwaliteit te bieden.  4.6.5 Off / Low / Medium / High / Auto HDMI Black Level Hiermee kunt u de schermdiepte afstellen door een zwartniveau te selecteren.  Normal / Low Alleen beschikbaar in de modus HDMI. 4.6.6 Film Mode Stelt het product automatisch in om van alle bronnen filmsignalen op te vangen en te verwerken en stelt het beeld voor optimale kwaliteit af.  Off / Auto1 / Auto2 Beschikbaar in AV, COMPONENT (480i / 1080i) en HDMI (480i / 1080i). 4 Schermaanpassing 112 4 Schermaanpassing 4.6.7 Auto Motion Plus (Alleen voor het MD55B-model.) Verwijdert de wazigheid en trillingen van scènes met grote hoeveelheden snelle bewegingen om een duidelijker beeld te geven. Afhankelijk van het land kunnen de menunamen verschillen. Deze functie kan worden gebruikt om naar snel bewegende scènes te kijken.  Off : Schakelt Auto Motion Plus uit.  Clear : Stelt de modus Auto Motion Plus in op Clear (geschikt om snel bewegende beelden duidelijk te zien).  Standard : Stelt de modus Auto Motion Plus in op Standard.  Smooth : Stelt de modus Auto Motion Plus in op Smooth (geschikt om bewegende beelden op natuurlijke wijze te zien).  Custom : Gebruik dit om de scherminbranding en trillingen te reduceren zoveel als u wilt.  Demo : Toont Auto Motion Plus (het beeld wordt op de linkerhelft van het scherm weergegeven als Auto Motion Plus is ingesteld op On).  Blur Reduction : Gebruik dit om de scherminbranding te reduceren zoveel als u wilt. Deze wordt alleen ondersteund als Auto Motion Plus is ingesteld op Custom.  Judder Reduction : Gebruik dit om de trillingen zoveel als u wilt te reduceren. Deze wordt alleen ondersteund als Auto Motion Plus is ingesteld op Custom.  4.7 Reset: Herstel Auto Motion Plus-instellingen naar de standaardwaarden.  De kleur op het scherm kan onbedoeld variëren met deze optie.  Uitgeschakeld wanneer PIP ingesteld is op On. Reset Picture O MENUm Picture Reset Picture ENTER Reset uw huidige afbeeldingmodus naar de standaardinstellingen. 4 Schermaanpassing 113 5 5.1 Het geluid aanpassen De geluidsinstellingen (Sound) voor het product aanpassen. Sound Mode O MENUm Sound Sound Mode ENTER Gebruik de pijltoetsen omhoog/omlaag voor het selecteren van een optie en druk daarna op [ ]. Sound Sound Mode Standard Sound Effect Speaker Settings Reset Sound De weergegeven afbeelding kan verschillen van het model.  Standard: selecteert de normale geluidsmodus.  Music: benadrukt muziek boven stem.  Movie: geeft het beste geluid voor films.  Clear Voice: benadrukt stem boven andere geluiden.  Amplify: verhoog de intensiteit van geluid met hoge frequentie om een betere luisterervaring mogelijk te maken voor slechthorenden. Indien Speaker Select ingesteld is op External, is Sound Mode uitgeschakeld. 5 Het geluid aanpassen 114 5 5.2 Het geluid aanpassen Sound Effect O MENUm  Sound Sound Effect ENTER  Indien Speaker Select ingesteld is op External, is Sound Effect uitgeschakeld.  Alleen beschikbaar wanneer Sound Mode is ingesteld op Standard. SRS TruSurround HD (Off / On) Deze functie voorziet in een virtuele stereofonie-ervaring met 5.1 kanalen via een luidsprekerset met gebruik van HRTF (Head Related Transfer Function)-technologie.  SRS TruDialog (Off / On) Deze functie stelt u in staat om de intensiteit van een stem te verhogen boven achtergrondmuziek of geluidseffecten zodat de dialoog duidelijker gehoord kan worden.  SRS CS Headphone (Off / On) U kunt virtuele stereofonie van 5.1 kanalen boven de koptelefoon uit horen. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de koptelefoon is aangesloten.  Equalizer De equalizer geeft een serie schuiven weer. Gebruik de pijltoetsen omhoog/omlaag voor het selecteren van een schuif. Gebruik de pijltoetsen links/rechts voor het wijzigen van de waarde van de schuif. Voor het resetten van de Equalizer, selecteert u Reset en druk op [ vervolgens YES en druk op [ ]; selecteer ]. Om af te sluiten, selecteert u Close en druk vervolgens op [ ]. Equalizer is alleen beschikbaar in de standaard geluidsmodus.  Balance L/R: hiermee stelt u de balans af tussen de rechter- en linkerluidspreker.  100Hz / 300Hz / 1kHz / 3kHz / 10kHz (afstelling bandbreedte): hiermee stelt u het niveau van de specifieke frequentie van de bandbreedte af.  Reset: hiermee reset u de equalizer naar de standaardinstellingen. 5 Het geluid aanpassen 115 5 5.3 Het geluid aanpassen Speaker Settings O MENU m  Sound Speaker Settings ENTER Speaker Select (External / Internal) Indien u luistert naar soundtrack van een uitzending of film via een externe ontvanger, kunt u een geluidsecho horen die veroorzaakt wordt door het verschil in decodeersnelheid tussen de luidsprekers van het product en de luidsprekers die aangesloten zijn op uw audio-ontvanger. Als dit gebeurt, stelt u het product in op External.   Wanneer u Speaker Select instelt op External, staan de luidsprekers van het product uit. U hoort alleen geluid via de externe luidsprekers. Wanneer Speaker Select is ingesteld op Internal, staan zowel de luidsprekers van het product als de externe luidsprekers aan. U hoort geluid via beide luidsprekers.  Als er geen videosignaal is, zijn zowel de luidsprekers van het product als de externe luidsprekers gedempt. Auto Volume (Off / Normal / Night) Normal maakt het volumeniveau gelijk op elk kanaal, zodat het volumeniveau hetzelfde is wanneer u van kanaal wisselt. Night maakt het volumeniveau gelijk en verlaagt het op elk kanaal, zodat elk kanaal stiller is. Night is nuttig 's avonds, wanneer u het volume laag wilt houden. Voor het gebruiken van de volumeregeling van een verbonden bronapparaat, stelt u Auto Volume in op Off. Een wijziging in de volumeregeling van het verbonden bronapparaat kan niet toegepast worden indien Auto Volume ingesteld is op Normal of Night. 5.4 Reset Sound O MENUm Sound Reset Sound ENTER Reset alle geluidsinstellingen naar de standaard fabriekswaarden. Selecteer Reset Sound, druk op ENTER[ ], selecteer Yes in het pop-upvenster en druk vervolgens opnieuw op ENTER[ ]. 5 Het geluid aanpassen 116 6 6.1 Media MagicInfo Lite O MENU m Media MagicInfo Lite O ENTER [ ] Druk op de knop MagicInfo Lite op de afstandsbediening. Media Magicinfo Lite Videos Photos Music Source De weergegeven afbeelding kan verschillen van het model. MagicInfo Lite Player stelt u in staat om inhoud (afbeeldingen, video, documentbestanden) op een gewenst moment af te spelen. U kunt inhoud afspelen die opgeslagen is in het interne geheugen of het USB-geheugen. U kunt tevens inhoud afspelen via MagicInfo Lite Server nadat u verbinding gemaakt hebt met het netwerk. Voor meer details over het gebruik van MagicInfo Lite Server, wordt verwezen naar de gebruikshandleiding van de MagicInfo Lite Server. 6 Media 117 6 Videos O MENUm Media Videos ENTER[ ] Een USB-apparaat verbinden 1 2 Schakel uw product in. Verbind een USB-apparaat met foto-, muziek- en/of videobestanden met de USB-poort op de achterkant of zijpaneel van het product. 3 Wanneer een USB-apparaat verbonden is met het product, wordt het scherm Connected Device weergegeven. Selecteer een verbonden apparaat en druk vervolgens op [ ]. 6.2.1 Een video afspelen 1 2 Druk op de knop Druk op de knop [ / / ] of [ / voor het selecteren van de gewenste video in de bestandenlijst. ▶ ](Play).  De bestandsnaam wordt bovenaan weergegeven met de afspeeltijd.  Indien informatie over tijd video onbekend is, wordt de afspeeltijd en voortgangsbalk niet weergegeven.  Tijdens het afspelen van video, kunt u zoeken met gebruik van de knoppen  U kunt tijdens afspelen de knoppen [ ◀◀ ](REW), [ onderaan op uw afstandsbediening.  Druk op de knop RETURN om de video af te sluiten.  Wanneer u op MENU drukt wanneer inhoud van een USB-apparaat wordt afgespeeld, wordt de weergave onderbroken en keert u terug naar de vorige ingangsmodus. ◀◀ 6.2 Media en . ](FF), Pauze, Stop en Play gebruiken Ondersteunde indelingen voor ondertiteling van video's (voor taalondertiteling, enz.) Naam Bestandsextensie Indeling MPEG-4 tijdgebaseerde tekst .ttxt XML SAMI smi HTML SubRip .srt stringgebaseerd SubViewer .sub stringgebaseerd Micro DVD .sub of .txt stringgebaseerd 6 Media 118 6 Media Ondersteunde video-indelingen Bestands extensie *.avi *.mkv *.asf *.wmv *.mp4 *.3gp *.vro *.mpg *.mpeg *.ts *.tp *.trp  Container AVI MKV ASF ASF MP4 Video Codec Resolutie Framesne lheid (fps) Bitsnel heid (Mbps) DivX 3.11 / 4.x / 5.1 / 6.0 1920x1080 6 ~ 30 8 H.264 BP / MP / HP 1920x1080 6 ~ 30 25 MPEG4 SP / ASP 1920x1080 6 ~ 30 8 Motion JPEG 1920x1080 6 ~ 30 8 DivX 3.11 / 4.x / 5.1 / 6.0 1920x1080 6 ~ 30 8 H.264 BP / MP / HP 1920x1080 6 ~ 30 25 MPEG4 SP / ASP 1920x1080 6 ~ 30 8 Motion JPEG 1920x1080 6 ~ 30 8 Window Media Video v9 1920x1080 6 ~ 30 25 WMA H.264 BP / MP / HP 1920x1080 6 ~ 30 25 MPEG4 SP / ASP 1920x1080 6 ~ 30 8 MP3 / ADPCM / AAC H.264 BP / MP / HP 1920x1080 6 ~ 30 25 HEMPEG4SP / ASP 1920x1080 6 ~ 30 8 MPEG1 352x288 24 / 25 / 30 30 MPEG2 1920x1080 24 / 25 / 30 30 MPEG1 352x288 24 / 25 / 30 30 MPEG2 1920x1080 24 / 25 / 30 30 H.264 1920x1080 6 ~ 30 25 MPEG2 1920x1080 24 / 25 / 30 30 H.264 1920x1080 6 ~ 30 25 VC1 1920x1080 6 ~ 30 25 3GPP VRO VOB PS TS Audio Codec MP3 / AC3/ LPCM / ADPCM / DTS Core MP3 / AC3/ LPCM / ADPCM / WMA ADPCM / AAC / HEAAC AC3 / MPEG / LPCM AC3 / MPEG / LPCM / AAC AC3 / AAC / MP3 / DD+ / HE-AAC Video-inhoud wordt niet afgespeeld, of niet juist afgespeeld, in het geval van een fout in de inhoud of de container. 6 Media 119 6 Media  Geluid of video werkt mogelijk niet als de inhoud een standaard bitsnelheid/framesnelheid heeft boven de vermelde compatibele frame/sec weergegeven in de bovenstaande tabel.  Als de indextabel een fout geeft, wordt de functie Seek (Jump) niet ondersteund.  U kunt stotteren van het bestand ervaren bij het afspelen van video via een netwerkverbinding.  Video-inhoud kan niet afgespeeld worden als er veel inhoudselementen in één bestand staan.  Wanneer u video afspeelt via een netwerkverbinding, kan het zijn dat de video niet soepel afgespeeld wordt.  Het kan langer duren voordat het menu weergegeven wordt als de bitsnelheid van de video hoger is dan 10Mbps.  Sommige USB-apparaten/digitale camera's kunnen niet compatibel zijn met de speler. Video-decoder Audio-decoder Ondersteunt tot H.264, niveau 4.1 Ondersteunt tot WMA 7, 8, 9, STD H.264 FMO / ASO / RS, VC1 SP / MP / AP L4 en AVCHD worden niet ondersteund. WMA 9 PRO ondersteunt geen audio met meer dan 1 kanaal of audio zonder verliezen. Voor MPEG4 SP, ASP: WMA-voorbeeldfrequentie 22050 Hz mono wordt niet ondersteund.  onder 1280 x 720: max. 60 frames  boven 1280 x 720: max. 30 frames RealAudio 10 zonder verliezen wordt niet ondersteund. GMC 2 of hoger wordt niet ondersteund. De functie Ononderbroken Afspelen (Afspelen Hervatten) gebruiken Als u een video afsluit terwijl deze afgespeeld wordt, kunt u de video later afspelen vanaf het punt waar u deze gestopt hebt. De functie Resume ondersteunt niet meerdere gebruikers. (het onthoudt alleen het punt waar de meest recente gebruiker gestopt is met afspelen.) 1 Selecteer het videobestand dat u gestopt hebt en wilt hervatten door te drukken op de knop of 2 3 . Druk op de knop [ ▶ ](Play) of [ ]. Druk op het pictogram Resume op het bedieningspaneel voor hervatten. De video begint met afspelen vanaf het punt waar u het gestopt hebt. Resume is alleen beschikbaar wanneer u het afspelen van een video die u gestopt had hervat. 6 Media 120 6 Media De functie Scene Search gebruiken Scene Search deelt een video tijdens afspelen op in vijf hoofdstukken. U kunt vervolgens het afspelen herstarten vanaf het hoofdstuk dat u selecteert. Indien de indexinformatie beschadigd of niet-ondersteund wordt, bent u niet in staat om de functie Scene Search te gebruiken. 1 2 3 Selecteer het videobestand dat u wilt afspelen in het onderdeel bestandenlijst. Druk op de knop [ ▶ ](Play) of [ ]. Druk op de knop TOOLS en vervolgens op de knop of voor het selecteren van Scene Search. Een pop-upvenster wordt weergegeven. 4 Druk op de knop of voor het selecteren van een hoofdstuk dat u wilt bekijken. Het afspelen start vanaf het door u geselecteerde hoofdstuk. 6 Media 121 6 6.3 Media Photos O MENUm Media Photos ENTER[ ] Een USB-apparaat verbinden 1 2 Schakel uw product in. Verbind een USB-apparaat met foto-, muziek- en/of videobestanden met de USB-poort op de achterkant of zijpaneel van het product. 3 Wanneer een USB-apparaat verbonden is met het product, wordt het scherm Connected Device weergegeven. Selecteer een verbonden apparaat en druk vervolgens op [ ]. 6.3.1 Het bekijken van een foto (of Slide Show) 1 2 Druk op de knop Druk op de knop [  / / / voor het selecteren van het gewenste bestand in de bestandenlijst. ]. Voor het handmatig en één voor één bekijken van bestanden, drukt u op de pijlknoppen links/ rechts.  Voor het starten van de diavoorstelling, drukt u op de knop [ ▶ ] (Play) wanneer het door u geselecteerde bestand weergegeven wordt.  Tijdens de diavoorstelling worden alle bestanden in de bestandenlijst op volgorde weergegeven, beginnend bij het door u geselecteerde bestand.  Wanneer u drukt op de knop [ onmiddellijk gestart.  Druk tijdens een Slide Show op de knop TOOLS voor het openen van aanvullende functies zoals Slide Show Speed, Background Music Setting, Zoom en Rotate.  U kunt achtergrondmuziek toevoegen aan een diavoorstelling als u muziekbestanden op uw USB-apparaat of PC hebt staan door het instellen van Background Music Setting op On in het menu Tools en vervolgens het selecteren van muziekbestanden om af te spelen.  De Background Music Setting kan niet gewijzigd worden totdat de BGM klaar is met laden.  U kunt tijdens een diavoorstelling de knoppen Pauze, Stop en Play gebruiken onderaan op uw afstandsbediening.  Wanneer u drukt op de knop Stop of Return, wordt de diavoorstelling gestopt en het hoofdfotoscherm wordt opnieuw weergegeven.  Wanneer u op MENU drukt wanneer inhoud van een USB-apparaat wordt afgespeeld, wordt de weergave onderbroken en keert u terug naar de vorige ingangsmodus. ▶ ] (Play) in de bestandenlijst, wordt de diavoorstelling 6 Media 122 6 Music O MENUm Media Music ENTER[ ] Een USB-apparaat verbinden 1 2 Schakel uw product in. Verbind een USB-apparaat met foto-, muziek- en/of videobestanden met de USB-poort op de achterkant of zijpaneel van het product. 3 Wanneer een USB-apparaat verbonden is met het product, wordt het scherm Connected Device weergegeven. Selecteer een verbonden apparaat en druk vervolgens op [ ]. 6.4.1 Muziek afspelen 1 Druk op de knop / / / voor het selecteren van het gewenste muziekbestand in de bestandenlijst. 2 Druk op de knop [ ] of [ ▶ ](Play). Wanneer muziek wordt afgespeeld, kunt u zoeken met gebruik van de knop [ ◀◀ ] (REW) en  [ ◀◀ 6.4 Media ] (FF).  Indien het geluid abnormaal is bij het afspelen van MP3-bestanden, stelt u de equalizer af in het menu Geluid. (een teveel gemoduleerd MP3-bestand kan een geluidsprobleem veroorzaken.)  Wanneer u op MENU drukt wanneer inhoud van een USB-apparaat wordt afgespeeld, wordt de weergave onderbroken en keert u terug naar de vorige ingangsmodus. My Playlist maken 1 Druk in het scherm Music op de knop vervolgens op de knop [ ].  2 / voor het selecteren van Edit Mode, en druk Een selectievakje wordt weergegeven links van de bestanden. Er verschijnt een vinkje in het selectievakje. Herhaal stap 2 voor het selecteren van extra nummers.  4 / Druk op de knop / / / voor het selecteren van de nummers die u wilt toevoegen en druk vervolgens op de knop [ ].  3 / Voor het selecteren van alle bestanden op de huidige pagina, selecteert u Select All bovenaan de pagina en druk vervolgens op [ ]. Druk op de knop  / / / voor het selecteren van Add to My Playlist. Merk op dat door het selecteren van Clear My Playlist, My Playlist wordt teruggezet naar de standaard afspeellijst en alle door u toegevoegde nummers worden verwijderd. 5 Druk op de knop [ weergegeven. 6 De onlangs gemaakte of bijgewerkte afspeellijst staat op de hoofdpagina Music. ]. Het bericht “Selected items were added to My Playlist.” wordt 6 Media 123 6 Media My Playlist afspelen Selecteer de map My Playlist en deze wordt automatisch afgespeeld. Druk op de knop of voor het afspelen van een ander muziekbestand binnen de afspeellijst. Voor het verwijderen van een bestand uit My Playlist, selecteert u het pictogram prullenbak naast het bestand dat u wilt verwijderen door gebruik te maken van de richtingknoppen en druk vervolgens op [ ]. Het bestand wordt verwijderd uit My Playlist. Geselecteerde muziekbestanden afspelen 1 Druk in het scherm Music op de knop / / / op het scherm, en druk vervolgens op de knop [ 2 Druk op de knop / / / 3 4 ]. voor het selecteren van het gewenste muziekbestand in de bestandenlijst en vervolgens op de knop [  voor het selecteren van Edit Mode uiterst rechts ]. Het teken c verschijnt links van de geselecteerde bestanden. Herhaal stap 2 voor het selecteren van extra nummers.  Voor het selecteren van alle bestanden op de huidige pagina, selecteert u Select All bovenaan.  Voor het annuleren van een selectie, drukt u opnieuw op de knop [ Druk op de knop op [ / / / ]. voor het selecteren van Play onderaan het scherm en druk vervolgens ]. De geselecteerde muziekbestanden worden afgespeeld. 6 Media 124 6 6.5 Media Videos / Photos / Music - Aanvullende functies 6.5.1 Bestandslijsten sorteren Voor het sorteren van bestanden in de bestandenlijsten, selecteert u het pictogram rechtsboven in het scherm door gebruik te maken van de knop [ / / / (Sorting) . Druk vervolgens op de knop ]. De onderstaande vinkjes geven aan voor welke media de sorteercriteria gelden. Sorteercriteria Bediening Videos Photos Music Geeft de gehele map weer. U kunt de bestandsnaam en miniatuurweergave bekijken door de map te selecteren. c c c Sorteert en geeft de bestandstitel weer op volgorde van symbool / nummer / alfabet / speciale tekens. c c c Latest Date Sorteert en toont bestanden op de meest recente datum. c c Earliest Date Sorteert en toont bestanden op de oudste datum. c c Monthly Sorteert en toont fotobestanden per maand. Artist Sorteert het muziekbestand op artiest in alfabetische volgorde. c Album Sorteert het muziekbestand op album in alfabetische volgorde. c Genre Sorteert muziekbestanden op het genre. c Folder view Title c 6 Media 125 6 Media 6.5.2 Menu voor afspeelopties voor Videos/Photos/Music Tijdens het afspelen van video- of fotobestanden kunt u op de knop TOOLS drukken om een optiemenu weer te geven. Hieronder vindt u een reeks tabellen met de beschikbare opties en de media waarop elke optie van toepassing is. Naam optie Handelingen List Terug naar de bestandenlijst. Play / Pause U kunt starten of stoppen. Als alternatief kan de knop ▶ (Play) of II (Pause) op de afstandsbediening worden gebruikt. Videos Photos Music c c c c c Previous / Next Ga naar het vorige/volgende fotobestand. Shuffle U kunt de muziek in volgorde of willekeurig afspelen. Resume U kunt een film herstarten vanaf het punt dat u hem stopzette. c Scene Search U kunt de functie Scene Search tijdens het afspelen gebruiken om vanaf de scène van uw keuze een film te kijken of te starten. c Title Search U kunt rechtstreeks naar een andere titel gaan. c Time Search U kunt via de knoppen en de film doorzoeken met intervallen van 1 minuut. c Subtitle U kunt een ondertitel weergeven. Als het ondertitelingsbestand meerdere talen bevat, kunt u een specifieke taal selecteren. c Repeat Mode U kunt de film- en muziekbestanden herhaaldelijk afspelen. c Picture Size U kunt de beeldgrootte naar uw voorkeur afstellen. c Picture Mode U kunt de Picture Mode wijzigen. c c Sound Mode U kunt de Sound Mode wijzigen. c c Audio Language U kunt in één van de ondersteunde talen van de video genieten. De functie wordt alleen ingeschakeld als u streambestanden afspeelt die meervoudige audio-indelingen ondersteunen. c c c c c 6 Media 126 Naam optie Handelingen Videos Subtitle Setting Geeft de Subtitle Setting weer. U kunt een ondertitelingsoptie instellen. Start Slide Show / Stop Slide Show U kunt een diashow starten of stoppen. Als Slide Show Speed U kunt tijdens de diashow de snelheid van de diashow selecteren. Als alternatief kunt u de alternatief kunt u de knop ▶ of afstandsbediening gebruiken. knop ◀◀ of gebruiken. ◀◀ 6 Media II op de op de afstandsbediening Photos Music c c c Slide Show Effect U kunt diverse effecten voor slideshows instellen. c Background Music On / Off U kunt achtergrondmuziek starten of stoppen. c Background Music Setting U kunt achtergrondmuziek instellen en selecteren terwijl u naar een fotobestand of diashow kijkt. c Zoom U kunt in volledige schermmodus op afbeeldingen inzoomen. c Rotate U kunt afbeeldingen roteren. c  Door op de knop INFO te drukken terwijl een naam van een apparaat is geselecteerd, wordt informatie over het geselecteerde apparaat weergegeven.  Door op de knop INFO te drukken terwijl een bestand is geselecteerd, wordt informatie over het geselecteerde bestand weergegeven. 6 Media 127 6 6.6 Media Source O MENUm Media Source ENTER[ ] Met Source kunt u verschillende bronnen selecteren en de naam van de bronapparaten wijzigen. 6.6.1 Source U kunt het scherm van een bronapparaat weergeven dat op het product is aangesloten. Selecteer in de Source List een bron om het scherm van de geselecteerde bron weer te geven. Media Magicinfo Lite Videos Photos Music Source De weergegeven afbeelding kan verschillen van het model. Door de knop SOURCE op de afstandsbediening te gebruiken, kan ook de invoerbron worden gewijzigd. Het scherm wordt mogelijk niet goed weergegeven als er een onjuiste bron is geselecteerd voor het bronapparaat waarnaar u wilt converteren. 6 Media 128 6 Media 6.6.2 Edit Name O MENUm Media Source TOOLS Edit Name ENTER[ ] U kunt de naam van een aangesloten bronapparaat wijzigen.  Soms wordt het scherm niet goed weergegeven tenzij de van het bronapparaat wordt opgegeven in Edit Name. Daarnaast kunt u voor een optimale beeldkwaliteit de naam van het bronapparaat het beste wijzigen Edit Name. De lijst kan de volgende bronapparaten bevatten. Welke bronapparaten er op de lijst worden weergegeven, is afhankelijk van de geselecteerde bron.  VCR / DVD / Cable STB / Satellite STB / PVR STB / AV Receiver / Game / Camcorder / PC / DVI PC / DVI Devices / TV / IPTV / Blu-ray / HD DVD / DMA Welke instellingen er beschikbaar zijn in het menu Picture, is afhankelijk van de huidige bron en de instellingen in Edit Name.  Als u met een HDMI-kabel een computer op de poort HDMI IN aansluit, moet u de modus PC onder Edit Name instellen.  Als u met een HDMI-naar-DVI-kabel een computer op de poort HDMI IN aansluit, moet u de modus DVI PC onder Edit Name instellen.  Als u met een HDMI-naar-DVI-kabel AV-apparatuur op de poort HDMI IN aansluit, moet u de modus DVI Devices onder Edit Name instellen. 6.6.3 Information O MENUm Media Source TOOLS Information ENTER[ ] U kunt gedetailleerde informatie over het geselecteerde externe apparaat zien. 6.6.4 Refresh O MENUm Media Source TOOLS Refresh ENTER[ ] In het menu Source drukt u, als de externe apparaten niet worden weergegeven, op de knop TOOLS om Refresh te selecteren. Zoek aangesloten apparaten. 6 Media 129 7 7.1 Netwerk Network Settings 7.1.1 Aansluiten op een bedraad netwerk Er bestaan drie manieren om uw product te bevestigen aan uw LAN met gebruik van een kabel.  U kunt uw product bevestigen aan uw LAN door de LAN-poort op de achterkant van uw product met een extern modem te verbinden met gebruik van een LAN-kabel. Zie het onderstaande schema. LAN Extern modem (ADSL / VDSL) De modempoort aan de muur Modemkabel  RJ45 LAN-kabel U kunt uw product bevestigen aan uw LAN door het verbinden van de LAN-poort op de achterkant van het product met een IP-verdeler die verbonden is met een extern modem. Gebruik een LANkabel voor de verbinding. Zie het onderstaande schema. LAN De modempoort aan de muur Extern modem (ADSL / VDSL) Modemkabel  IP-deler (in geval van een DHCP-server) LAN-kabel RJ45 LAN-kabel Afhankelijk van de configuratie van uw netwerk, kunt u uw product bevestigen aan uw LAN door de LAN-poort op de achterkant van uw product direct te verbinden met een stopcontact van het netwerk met gebruik van een LAN-kabel. Zie het onderstaande schema. Merk op dat het stopcontact bevestigd is aan een modem of router elders in uw huis. LAN De LAN-poort aan de muur RJ45 LAN-kabel  In het geval van een dynamisch netwerk, dient u een ADSL-modem of -router te gebruiken die het Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP) ondersteunt. Modems en routers die DHCP ondersteunen, geven automatisch het IP-adres, subnetmasker, poort en DNS-waarden die uw 7 Netwerk 130 7 Netwerk product nodig heeft voor toegang tot het internet, zodat u dit niet handmatig in hoeft te voeren. De meeste thuisnetwerken zijn dynamische netwerken. Sommige netwerken hebben een statisch IP-adres nodig. Als uw netwerk een statisch IP-adres nodig heeft, moet u het IP-adres, subnetmasker, poort en DNS-waarden handmatig invoeren in het kabelopmaakscherm van uw product bij het instellen van de netwerkverbinding. Voor het verkrijgen van het IP-adres, subnetmasker, poort en DNS-waarden, neemt u contact op met uw Internet Service Provider (ISP). Als u een Windows-computer hebt, kunt u deze waarden ook via uw computer verkrijgen. U kunt ADSL-modems gebruiken die DHCP ondersteunen indien uw netwerk een statisch IPadres nodig heeft. ADSL-modems die DHCP ondersteunen, laten u tevens statische IP-adressen gebruiken. 7.1.2 Kabelnetwerk instellen O MENU Network Network Settings ENTER Stel de netwerkverbinding in om internetservices te gebruiken zoals het uitvoeren van softwareupgrades. /FUXPSL4FUUJOHT 4FMFDUBOFUXPSLDPOOFDUJPOUZQF 8JSFE 8JSFMFTT (FOFSBM 814 1#$ 0OF'PPU$POOFDUJPO 1SFWJPVT $POOFDUUPUIFOFUXPSLVTJOH -"/DBCMF1MFBTFNBLFTVSF UIBUUIF-"/DBCMFJT DPOOFDUFE /FYU $BODFM De weergegeven afbeelding kan verschillen van het model. Automatische Network Setup Gebruik de automatische Network Settings als u uw product op een netwerk aansluit dat DHCP ondersteunt. Om automatisch uw product-kabel-netwerkverbinding in te stellen, volgt u onderstaande stappen. Hoe u automatisch kunt instellen 1 2 3 Ga naar het scherm Network Settings. Selecteer Wired, druk op [ ] en druk vervolgens opnieuw op [ ]. Het scherm voor netwerktests verschijnt en verifieert de netwerkverbinding. Zodra de verbinding is geverifieerd, verschijnt het bericht "Internet is connected succesfully". 7 Netwerk 131 7 Netwerk  Als de verbinding mislukt, dient u de LAN-poortverbinding te controleren.  Als het automatische proces de waarden van de netwerkverbinding niet kan vinden of als u de verbinding handmatig wilt instellen, gaat u naar de volgende paragraaf, Manual Network Setup. Handmatige netwerkinstelling Gebruik de handmatige Network Setup als u uw product op een netwerk aansluit dat een statisch IPadres vereist. De netwerkverbindingswaarden ophalen Om de netwerkverbindingswaarden op de meeste Windows-computers weer te geven, volgt u onderstaande stappen. 1 2 3 4 Klik met de rechtermuisknop op het netwerkpictogram rechtsonder op het scherm. In het pop-upmenu dat verschijnt, klikt u op Status. Op het dialoogvenster dat verschijnt, klikt u op het tabblad Support. Op het tabblad Support klikt u op de knop Details. De netwerkverbindingswaarden worden weergegeven. Hoe u handmatig kunt instellen Om handmatig uw product-kabel-netwerkverbinding in te stellen, volgt u onderstaande stappen. 1 2 Ga naar het scherm Network Settings. Selecteer Wired, druk op [ ] en druk vervolgens opnieuw op [ ]. Het scherm voor netwerktests verschijnt en de verificatieprocedure start. 3 Druk op [ ]. De verificatieprocedure stopt. Selecteer op het scherm voor netwerkverbindingen de optie IP Settings. Het scherm IP Settings verschijnt. 4 5 Selecteer het veld bovenaan, druk op [ Druk op uw afstandsbediening op de knop druk vervolgens op [ 6 ] en stel vervolgens IP Mode in op Manual. om naar het invoerveld voor IP-adressen te gaan en ]. Voer het eerste deel van het IP Address in het eerste invoerveld in met de nummertoetsen op uw afstandsbediening. Druk op de pijltoets rechts om naar het volgende veld te gaan. 7 Voer het volgende deel van het IP Address in. Druk op de pijltoets rechts om naar het volgende veld te gaan. 8 Herhaal de invoerprocedure voor elk veld in het IP Address. Als u tijdens het invoeren van een nummer een fout maakt, voert u het nummer opnieuw in om het te corrigeren. U kunt ook op de pijltoets omhoog of omlaag drukken om het nummer met één eenheid per keer te wijzigen. 9 10 Als u klaar bent met het invoeren van het IP Address drukt u op [ ]. Druk op de pijltoets omlaag om naar de velden Subnet Mask te gaan en druk vervolgens op [ 7 Netwerk ]. 132 7 Netwerk 11 12 Herhaal hetzelfde invoerproces voor Subnet Mask, Gateway en DNS Server. Selecteer ten slotte onderaan op de pagina OK en druk op [ ]. Het scherm voor netwerktests verschijnt en de verificatieprocedure start. Zodra de verbinding is geverifieerd, verschijnt het bericht "Internet is connected succesfully". 7.1.3 Aansluiten op een draadloos netwerk Voor het aansluiten van uw product op uw draadloze netwerk, hebt u een draadloze router of modem nodig en een draadloze LAN-adapter van Samsung (WIS09ABGN, WIS09ABGN2 of WIS10ABGN afzonderlijk verkocht), die u verbindt met de USB-poort op de achterkant of zijkant van uw product. Zie de onderstaande illustratie. Draadloze IP-deler (router met een DHCP-server) Product Achterpaneel De LAN-poort aan de muur Samsung Wireles LAN Adapter LAN-kabel Samsungs draadloze LAN-adapter wordt afzonderlijk verkocht en wordt aangeboden door geselecteerde detailhandelaars, Ecommerce-sites en Samsungparts.com. Samsungs draadloze LANadapter ondersteunt de communicatieprotocollen IEEE 802.11a/b/g en n. Samsung raadt het gebruik van IEEE 802.11n aan. Wanneer u video afspeelt via een netwerkverbinding, kan het zijn dat de video niet soepel afgespeeld wordt.  U moet de “draadloze LAN-adapter van Samsung” (WIS09ABGN, WIS09ABGN2 of WIS10ABGN) gebruiken voor het gebruik van een draadloos netwerk.  De draadloze LAN-adapter van Samsung en het USB-verlengsnoer worden afzonderlijk verkocht en worden aangeboden door geselecteerde detailhandelaars, Ecommerce-sites en Samsungparts.com.  Voor het gebruiken van een draadloos netwerk, moet uw product verbonden zijn met een draadloze IP-verdeler (een router of een modem). Als de draadloze IP-verdeler DHCP ondersteunt, kan uw product een DHCP of statisch IP-adres gebruiken om verbinding te maken met het draadloze netwerk.  Selecteer een kanaal voor de draadloze IP-verdeler die momenteel niet gebruikt wordt. Als het kanaal dat ingesteld is voor de draadloze IP-verdeler momenteel gebruikt wordt door een ander apparaat in de nabijheid, leidt dit tot interferentie en een communicatiefout.  Uw product ondersteunt alleen de volgende beveiligingsprotocollen voor draadloze netwerken:   Authenticatiemodus : WEP, WPAPSK, WPA2PSK  Coderingstype : WEP, TKIP, AES. Als u de modus Pure High-throughput (Greenfield) 802.11n selecteert en het coderingstype is ingesteld op WEP, TKIP of TKIP AES (WPS2Mixed) op uw AP of draadloze router, ondersteunen Samsung-producten geen verbinding overeenkomstig de nieuwe Wi-Fi-certificatiespecificaties. 7 Netwerk 133 7 Netwerk  Als uw draadloze router WPS (Wi-Fi Protected Setup) ondersteunt, kunt u verbinding maken met het netwerk via PBC (Push Button Configuration) of PIN (Personal Identification Number). WPS configureert automatisch de SSID- en WPA-sleutel in elke modus.  Als uw router, modem of apparaat niet gecertificeerd is, kan het zijn dat het geen verbinding maakt met het product via de "draadloze LAN-adapter van Samsung".  Zorg ervoor dat het product aangezet is voordat u verbinding maakt met de draadloze LANadapter van Samsung.  Verbindingsmethoden: U kunt de draadloze netwerkverbinding op vijf manieren instellen:   Automatisch instellen (met gebruik van de functie Automatisch netwerk zoeken)  Handmatig instellen  Ad Hoc  WPS(PBC)  One Foot Connection Het kan zijn dat het product de draadloze LAN-adapter van Samsung niet herkent als u deze verbindt met het product met een USB-stick of een ander USB-verlengsnoer dan de kabel die meegeleverd is met het product. 7.1.4 Draadloos netwerk instellen Automatische Network Setup De meeste draadloze netwerken hebben een optioneel veiligheidssysteem dat vereist dat apparaten die toegang tot het netwerk hebben een gecodeerde beveiligingscode uitzenden, ook wel een toegangscode of Security Key genoemd. De Security Key is gebaseerd op een toegangszin die meestal uit een woord of een reeks letters en nummers van een aangegeven lengte bestaat, die u hebt moeten invoeren toen u voor uw draadloze netwerk de beveiliging instelde. Als u deze methode voor het instellen van de netwerkverbinding gebruikt en voor uw draadloze netwerk een Security Key hebt, moet u tijdens de automatische of handmatige instellingsprocedure de toegangszin invoeren. Hoe u automatisch kunt instellen 1 2 3 Ga naar het scherm Network Settings. Selecteer Wireless (General), druk op [ ] en druk vervolgens opnieuw op [ ]. De functie Network zoekt naar beschikbare draadloze netwerken. Er wordt een lijst beschikbare netwerken weergegeven. 4 In de lijst van netwerken drukt u op de knop vervolgens twee keer op de knop [ of om een netwerk te selecteren en drukt u ]. Als de draadloze router is ingesteld op Verborgen (onzichtbaar), moet u Add Network selecteren en de juiste Network Name (SSID) en Security key instellen om de verbinding te maken. 5 Als het scherm Beveiligingscode invoeren verschijnt, gaat u naar stap 6. Als u een draadloze router selecteert die geen beveiliging heeft, gaat u naar stap 8. 6 Als de router is beveiligd, voert u de Security key (Security key of PIN) in. 7 Netwerk 134 7 Netwerk 7 8  Als u de Security key (Security key of PIN) invoert, gebruikt u de knoppen / / / op uw afstandsbediening om nummers/tekens te selecteren. Druk op de knop [ ] om de tekens in te voeren.  U kunt ook nummers invoeren door op de nummertoetsen op uw afstandsbediening te drukken. Gebruik ten slotte de pijltoets rechts om de cursor naar Next te verplaatsen en druk op [ ]. Het scherm voor netwerkverbindingen verschijnt en de verificatieprocedure start. Zodra de verbinding is geverifieerd, verschijnt het bericht "Internet is connected succesfully".  Als het netwerk de Security key (Security key of PIN) niet aanvaardt, selecteert u Retry of IP Settings om handmatig de instellingen in te voeren.  Als u de verbinding handmatig wilt instellen, selecteert u IP Settings. Ga daarna naar de volgende paragraaf "Hoe u handmatig kunt instellen". Handmatige Network Setup Gebruik de handmatige Network Setup als u uw product op een netwerk aansluit dat een statisch IPadres vereist of als de automatische verbindingsprocedure is mislukt. De netwerkverbindingswaarden ophalen Om de netwerkverbindingswaarden op de meeste Windows-computers weer te geven, volgt u onderstaande stappen: 1 2 3 4 Klik met de rechtermuisknop op het netwerkpictogram rechtsonder op het scherm. In het pop-upmenu dat verschijnt, klikt u op Status. Op het dialoogvenster dat verschijnt, klikt u op het tabblad Support. Op het tabblad Support klikt u op de knop Details. De netwerkverbindingswaarden worden weergegeven. Hoe u handmatig kunt instellen Om handmatig uw product-kabel-netwerkverbinding in te stellen, volgt u onderstaande stappen: 1 2 3 Ga naar het scherm Network Settings. Selecteer Wireless (General), druk op [ ] en druk vervolgens opnieuw op [ ]. De functie Network zoekt naar beschikbare draadloze netwerken. Er wordt een lijst beschikbare netwerken weergegeven. 4 In de lijst van netwerken drukt u op de knop vervolgens twee keer op de knop [ of om een netwerk te selecteren en drukt u ]. Als de draadloze router is ingesteld op Verborgen (onzichtbaar), moet u Add Network selecteren en de juiste Network Name (SSID) en Security key instellen om de verbinding te maken. 5 Als het scherm Beveiligingscode invoeren verschijnt, gaat u naar stap 6. Als u een draadloze router hebt geselecteerd die geen beveiliging heeft, gaat u naar stap 8. 7 Netwerk 135 7 Netwerk 6 Voer de Security key (Security key of PIN) in.  Als u de Security key (Security key of PIN) invoert, gebruikt u de knoppen / / / op uw afstandsbediening om nummers/tekens te selecteren. Druk op [ ] om de tekens in te voeren.  U kunt ook nummers invoeren door op de nummertoetsen op uw afstandsbediening te drukken.  U kunt de Toegangszin op één van de instellingenvensters vinden die u voor het instellen van uw router of modem hebt gebruikt. 7 8 Gebruik ten slotte de knop 9 10 Selecteer het veld bovenaan, druk op [ 11 Voer het eerste deel van het IP Address (bijvoorbeeld: 105) in het eerste invoerveld in met de nummertoetsen op uw afstandsbediening. Druk op de knop om naar het volgende veld te gaan. 12 Voer het volgende deel van het IP Address in. Druk op de knop gaan. 13 Herhaal de invoerprocedure voor elk veld in het IP Address. om de cursor naar Next te verplaatsen en druk op de knop [ ]. Het scherm voor netwerkverbindingen verschijnt en de verificatieprocedure start. Druk op [ ] om te annuleren. Selecteer op het scherm voor netwerkverbindingen de optie IP Settings. Het scherm IP Settings verschijnt. ] en stel dan IP Mode in op Manual. Druk op uw afstandsbediening op de knop druk vervolgens op [ ]. om naar het invoerveld voor IP Address te gaan en om naar het volgende veld te Als u tijdens het invoeren van een nummer een fout maakt, voert u het nummer opnieuw in om het te corrigeren. U kunt ook op de knop of drukken om het nummer met één eenheid per keer te wijzigen. 14 15 16 17 Als u klaar bent met het invoeren van het IP Address drukt u op [ Druk op de knop ]. om naar de velden Subnet Mask te gaan en druk vervolgens op [ ]. Herhaal hetzelfde invoerproces voor Subnet Mask, Gateway en DNS Server. Selecteer ten slotte onderaan op de pagina OK en druk op [ ]. Het scherm voor netwerkverbindingen verschijnt en de verificatieprocedure start. Zodra de verbinding is geverifieerd, verschijnt het bericht "Internet is connected succesfully". 7.1.5 WPS(PBC) Hoe u kunt instellen met WPS(PBC) Als uw router een knop voor WPS(PBC) heeft, volgt u onderstaande stappen: 1 2 3 Ga naar het scherm Network Settings. Selecteer WPS(PBC), druk op [ ] en druk vervolgens opnieuw op [ ]. Druk binnen 2 minuten op de knop WPS(PBC) op uw router. Uw product verkrijgt automatisch alle netwerkinstellingswaarden die nodig zijn en maakt verbinding met uw netwerk. 4 Het scherm voor netwerkverbinding verschijnt en het netwerk is ingesteld. 7 Netwerk 136 7 Netwerk 7.1.6 One Foot Connection Met de functie One Foot Connection kunt u uw Samsung-product automatisch op een draadloze Samsung-router aansluiten. Als uw draadloze router geen One Foot Connection ondersteunt, moet u met één van de volgende methoden verbinding maken. U kunt op www.samsung.com controleren welke apparaten de One Foot Connection ondersteunen. Hoe u kunt instellen met One Foot Connection 1 2 3 4 Schakel de draadloze Samsung-router en het product in. Ga naar het scherm Network Settings. Selecteer One Foot Connection en druk op [ ] en druk vervolgens opnieuw op [ ]. Plaats de draadloze router parallel met de draadloze adapter van Samsung en niet verder dan 25 cm (ongeveer 9 3/4 inch). Als de One Foot Connection uw product niet met uw router verbindt, verschijnt op het scherm een pop-upvenster dat u over de mislukte verbinding inlicht. Als u wilt proberen de One Foot Connection opnieuw te gebruiken, stelt u de draadloze router opnieuw in en probeert u het opnieuw vanaf Stap 1. U kunt ook één van de andere verbindingsinstellingsmethoden kiezen. 5 6 Het scherm voor netwerkverbinding verschijnt en het netwerk is ingesteld. Plaats de draadloze router op een gewenste locatie. Als de instellingen van de draadloze router veranderen of als u een nieuwe draadloze router installeert, moet u de procedure voor de One Foot Connection opnieuw uitvoeren, waarbij u vanaf Stap 1 begint. Priority QOS Deze functie voor Priority QOS is uniek voor draadloze Samsung-routers. U kunt een draadloze Samsung-router op diverse apparaten aansluiten, zoals laptops, mobiele telefoons, BD-spelers, enz. Zodra u echter een Samsung-product op een draadloze Samsung-router aansluit, geeft de draadloze Samsung-router een voorkeursverbinding aan het Samsung-product. Dit verzekert dat u de hoogste kwaliteit streaminginhoud en de snelste doorvoersnelheid hebt.  Priority QOS zorgt dat uw product sneller wordt door het de voorkeursbandbreedte te geven. (Priority QOS is optioneel. U kunt het in- en uitschakelen.)  Omdat uw Samsung-product een prioriteitsverbinding heeft, kunt u zonder buffers van de HDinhoud genieten. De verbindingssnelheid kan op basis van de netwerkomgeving verschillen. 7.1.7 Ad Hoc-netwerkinstelling U kunt zonder een draadloze router of AP via het product een mobiel apparaat verbinden dat Ad-hocverbindingen ondersteunt. 7 Netwerk 137 7 Netwerk Hoe u kunt instellen met Ad hoc 1 2 3 Ga naar het scherm Network Settings. Selecteer Wireless (General), druk op [ ] en druk vervolgens opnieuw op [ ]. Selecteer Ad hoc. Het bericht “Ad hoc service supports a direct connection with Wi-Fi compatible devices like a cell phone or PC. Andere netwerkdiensten kunnen beperkt zijn. Do you want to change the network connection?” wordt weergegeven. 4 5 Selecteer OK en druk op [ ]. Het product zoekt het mobiele apparaat. Als het product klaar is met het zoeken naar uw mobiele apparaat, voert u de gegenereerde Network Name (SSID) en Security Key in het apparaat in dat u wilt aansluiten en maakt u daarna verbinding met het netwerk. 7.2  Als het netwerk niet normaal werkt, controleert u opnieuw de naam van het netwerk (SSID) en de beveiligingscode. Een onjuiste beveiligingscode kan een storing veroorzaken.  Zodra een apparaat is aangesloten, wordt het in de lijst Netwerkinstellingen weergegeven. Zodra u opnieuw verbinding met het apparaat maakt, vindt u het in de lijst. Network Status O MENUm Network Network Status ENTER U kunt de huidige netwerk- en internetstatus controleren. Network Network Settings Network Status MagicInfo Lite Settings De weergegeven afbeelding kan verschillen van het model. 7 Netwerk 138 7 7.3 Netwerk MagicInfo Lite Instellingen O MENUm 1 Network MagicInfo Lite Settings ENTER[ ] Server  Het IP van de MagicInfo Lite-server instellen  Voer het IP-adres en poortnummer van de server in.  Gebruik 7001 als het poortnummer. Wanneer u met poortnummer 7001 geen verbinding kunt maken met de server, dient u bij uw serverbeheerder het juiste poortnummer te achterhalen en dan het poortnummer te wijzigen.  FTP Mode   Default Storage    2 3 Stuur een waarschuwingsbericht naar de server als het interne geheugen vol is. Internal Memory: geeft de ruimte aan die momenteel wordt gebruikt of verwijdert alle inhoud.  USB: geeft de ruimte aan die momenteel wordt gebruikt. Slideshow  Image Viewer Time: stelt in hoe lang u beelden wilt weergeven die worden afgespeeld vanaf Local Schedule of via één van de functies voor automatisch afspelen. PPT Viewer Time: stelt in hoe lang u elke pagina van een documentbestand wilt weergeven dat wordt afgespeeld vanaf Local Schedule of via één van de functies voor automatisch afspelen. Image Effect: configureert de overgangseffecten voor het beeld  Fade1, Fade2, Blind, Spiral, Checker, Linear, Stairs, Wipe, Random, None Schedule Name  Selecteer een titelindeling voor een schema tijdens het aanmaken van een lokaal schema:  YYYYMMDD, YYYYDDMM of DDMMYYYY Safely Remove USB  6 Als de standaard opslagruimte op USB is ingesteld, wordt geen schema ingeschakeld als er geen USB-apparaat is aangesloten.   5 Geef het standaardgeheugen aan om schema's of inhoud op te slaan die van de server zijn verzonden. Storage  4 Selecteer een FTP-bedieningsmodus: Active of Passive. Verwijdert op veilige wijze het USB-geheugen. Information  Device Name: geeft de naam van een apparaat weer die herkend wordt door de server.  Serial Number: geeft het originele identificatienummer van een apparaat weer.  Software Version: geeft de softwareversie van een apparaat weer. Raadpleeg pagina 165 voor details over het menu MagicInfo Lite Player Guide. 7 Netwerk 139 8 8.1 Systeem Multi Control O MENUm System Multi Control ENTER Hiermee wordt een individuele ID toegewezen aan het apparaat. 8.1.1 Instellingen configureren voor Multi Control  MDC Connection Selecteer een methode om op MDC aan te sluiten om het MDC-signaal te ontvangen.  RS232C MDC Communiceer via de RS232C-stereokabel met MDC.  RJ45 MDC Communiceer via de RJ45kabel met MDC.  ID Setup Wijs een ID aan een set toe. (Bereik: 0~99) Druk op  of om een waarde te selecteren en druk op [ ]. ID Input Geef de ID op van het apparaat dat via een invoerkabel is aangesloten op het product voor de ontvangst van een ingangssignaal. Gebruik de cijfertoetsen op afstandsbediening om het gewenste nummer op te geven dat u wilt gebruiken. (Zie pagina 66 voor meer informatie over het menu MDC. 8 Systeem 140 8 8.2 Systeem Time O MENUm System Time ENTER U kunt Clock Set of Sleep Timer configureren. U kunt er met de functie Timer ook voor zorgen dat het product automatisch wordt in- of uitgeschakeld op een bepaald tijdstip. 8.2.1 Clock set Stel de klok in om diverse timerfuncties van het product te gebruiken. De instellingen voor de klok wijzigen  Clock Set Stel de Date en Time in. Selecteer Clock Set. Selecteer Date of Time en druk vervolgens op [ ]. Gebruik de nummertoetsen om de nummers in te voeren of druk op de pijltoetsen omhoog/omlaag. Gebruik de pijltoetsen links/rechts om van één invoerveld naar het volgende te gaan. Druk ten slotte op [ Om de Clock Set, af te sluiten selecteert u Close en drukt u vervolgens op [ ]. ]. U kunt de Date en Time rechtstreeks instellen door op de nummertoetsen op de afstandsbediening te drukken. 8.2.2 Sleep Timer Schakelt het product na een vooraf ingestelde tijdsperiode automatisch uit. (Off / 30 min / 60 min / 90 min / 120 min / 150 min / 180 min). Gebruik de pijltoetsen omhoog/omlaag om een tijdsperiode te selecteren en druk vervolgens op [ ]. Om Sleep Timer te annuleren, selecteert u Off. 8.2.3 On Timer Stel On Timer in zodat uw product automatisch op een tijdstip en dag van uw keuze wordt ingeschakeld.  On Timer: u kunt drie afzonderlijke On Timer-configuraties instellen. (On Timer 1, On Timer 2, On Timer 3) Voordat u On Timer gebruikt, moet u de klok instellen.  Setup: selecteer Off, Once, Everyday, Mon~Fri, Mon~Sat, Sat~Sun of Manual. Als u Manual selecteert, kunt u de dagen selecteren waarop u wilt dat On Timer uw product inschakelt. 8 Systeem 141 8 Systeem Het vinkje geeft de dagen aan die u hebt geselecteerd. Time: De uren en minuten instellen. Gebruik de nummertoetsen of de pijltoetsen omhoog/  omlaag om de nummers in te voeren. Gebruik de pijltoetsen links/rechts om invoervelden te wijzigen. Volume: stel het gewenste volumeniveau in. Gebruik de pijltoetsen links/rechts om het  volumeniveau te wijzigen.  Source : selecteer de ingangsbron van uw keuze.  Music / Photo (wanneer Source is ingesteld op USB): Selecteer de map op het USB-apparaat met de muziek- of fotobestanden die u wilt laten afspelen wanneer het apparaat automatisch wordt ingeschakeld. 8.2.4  Als op het USB-apparaat geen muziekbestanden staan of als u geen map selecteert die een muziekbestand bevat, werkt de timerfunctie mogelijk niet juist.  Als er maar één fotobestand op de USB staat, werkt de diashow mogelijk niet.  Als een mapnaam te lang is, kan de map niet worden geselecteerd. Elke USB die u gebruikt, krijgt zijn eigen map toegewezen. Als u meer dan één van hetzelfde type USB gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat de mappen die aan elke USB zijn toegewezen, verschillende namen hebben.  Wij raden u aan een USB-geheugenstick en een meervoudige kaartlezer te gebruiken als u On Timer gebruikt. De functie On Timer werkt mogelijk niet met USB-apparaten met ingebouwde batterij, MP3-spelers of PMP's die door bepaalde fabrikanten zijn gemaakt, omdat het product te lange tijd nodig heeft om deze apparaten te kunnen herkennen. Off Timer U kunt drie afzonderlijke Off Timer -configuraties instellen. (Off Timer 1, Off Timer 2, Off Timer 3) Voordat u Off Timer gebruikt, moet u de klok instellen.  Setup: selecteer Off, Once, Everyday, Mon~Fri, Mon~Sat, Sat~Sun of Manual. Als u Manual selecteert, kunt u de dagen kiezen waarop u wilt dat Off Timer uw product uitschakelt. Het vinkje geeft de dagen aan die u hebt geselecteerd.  8.2.5 Time: De uren en minuten instellen. Gebruik de nummertoetsen of de pijltoetsen omhoog/omlaag om de nummers in te voeren. Gebruik de pijltoetsen links/rechts om invoervelden te wijzigen. Holiday Management De Timer wordt uitgeschakeld gedurende een periode die wordt aangemerkt als een vakantie. Vakantiemanagement instellen  Add: hier kunt u de periode opgeven die u wilt toevoegen als een vakantie.  Selecteer de begin- en einddata van de vakantie die u wilt toevoegen met gebruik van de knoppen / en klik op de knop Save. 8 Systeem 142 8 Systeem - Start: stel de begindatum van de vakantie in. - End: stel de einddatum van de vakantie in. - Delete : alle items uit de lijst met vakanties verwijderen. Selecteer Delete. Het bericht "Delete all holidays?" verschijnt. Selecteer Yes. Alle vakanties worden verwijderd.  Apply: stel de On Timer en de Off Timer in om niet te activeren op feestdagen.  Druk op ENTER[ ] voor het selecteren van de instellingen voor de On Timer en de Off Timer die u niet wilt activeren.  De geselecteerde On Timer en Off Timer worden niet geactiveerd. 8 Systeem 143 8 8.3 Systeem Menu Language O MENUm System Menu Language ENTER Stel de menutaal in. Wanneer u de taalinstellingen wijzigt, worden de wijzigingen alleen toegepast op de schermmenu's. Ze worden niet toegepast op andere functies op uw computer. 8.4 Eco Solution O MENUm System Eco Solution ENTER Eco Solution Energy Saving Off Eco Sensor Off No Signal Power Off Off Auto Power Off Off De weergegeven afbeelding kan verschillen van het model. 8.4.1 Energy Saving Bespaar stroom met de functie Energy Saving. Wanneer de energiebesparingsmodus actief is, wordt het stroomverbruik van het product beheerd om stroom te besparen.  Off / Low / Medium / High / Picture Off 8 Systeem 144 8 Systeem 8.4.2 Eco Sensor (Off / On) Om energie te besparen, passen de afbeeldinginstellingen zich automatisch aan het licht in de kamer aan. Als u Backlight afstelt in het menu Picture, wordt Eco Sensor ingesteld op Off.  Min. Backlight: Wanneer Eco sensor op On staat, kunt u handmatig de minimumhelderheid van het scherm afstellen. Indien Eco Sensor op On staat, kan de helderheid van het beeldscherm wijzigen (enigszins donkerder of helderder worden), afhankelijk van de lichtintensiteit van de omgeving. U kunt de minimumhelderheid van het scherm regelen met de functie Min. Backlight. 8.4.3 No Signal Power Off Om onnodig energieverbruik te vermijden, kunt u instellen hoelang u wilt dat het product aan blijft staan als het geen signaal ontvangt.  Off / 15 min. / 30 min. / 60 min. 8.4.4  Uitgeschakeld wanneer een verbonden PC in de energiebesparende modus staat.  Het product schakelt automatisch uit op een gespecificeerd tijdstip. De tijd kan indien gewenst gewijzigd worden. Auto Power Off (Off / On) Om oververhitting te voorkomen, wordt het product automatisch uitgezet als u niet binnen 4 uur op een knop op de afstandsbediening drukt of een knop aanraakt op het voorpaneel van het product. 8 Systeem 145 8 8.5 Systeem Security O MENUm System Security ENTER Elke keer dat u de beveiligingsopties opent, wordt het PIN-scherm weergegeven en de standaardpincode is “0-0-0-0”. Het PIN-scherm wordt afgesloten en het Securitymenu wordt weergegeven. Security Safety Lock Off Button Lock Off Change PIN De weergegeven afbeelding kan verschillen van het model. 8.5.1 Safety Lock (Off / On) Alle menu's en knoppen op het product en de afstandsbediening, behalve LOCK op de afstandsbediening, worden met de functie Safety Lock vergrendeld. U ontgrendelt de menu's en knoppen door te drukken op LOCK en vervolgens het wachtwoord in te voeren (standaardwachtwoord: 0 - 0 - 0 - 0). 8.5.2 Button Lock (Off / On) Dit menu kan gebruikt worden voor het vergrendelen van de knoppen op het product. Alleen de afstandsbediening kan het product bedienen indien Button Lock ingesteld is op On. 8.5.3 Change PIN Het scherm Change PIN wordt weergegeven. Kies 4 cijfers voor uw PIN en voer ze in Enter New PIN in. Voer dezelfde 4 cijfers opnieuw in bij Confirm New PIN. Wanneer het scherm Confirm verdwijnt, drukt u op de knop Close. Het product heeft uw nieuwe PIN onthouden. 8 Systeem 146 8 8.6 Systeem PIP O MENUm  System PIP ENTER  Voor PIP-geluid wordt verwezen naar de instructies voor Sound Select.  Als u het product uitzet terwijl u aan het kijken bent in de PIP-modus, wordt de PIP-functie gereset naar uit. Wanneer u uw product weer aanzet, moet u opnieuw PIP aanzetten om te kijken in de PIP-modus.  U merkt wellicht dat de afbeelding in het PIP-scherm enigszins onnatuurlijk wordt wanneer u het hoofdscherm gebruikt voor het bekijken van een spel of karaoke. PIP-instellingen Hoofdafbeelding Subafbeelding PC AV AV PC, HDMI, DVI, HDMI HDMI, DVI AV  PIP (Off / On): activeer of deactiveer de PIP-functie.  Source (afhankelijk van de invoerbron): U kunt de bron voor het subbeeld selecteren.  Size (  Position ( , , , In de modus  , , , ): selecteer een grootte voor de subafbeelding. , , ): selecteer een positie voor de subafbeelding. , kunt u Position niet selecteren. Sound Select (Main / Sub): u kunt kiezen om te luisteren naar het geluid van de Mainafbeelding of de Sub-afbeelding. 8 Systeem 147 8 8.7 Systeem Auto Protection Time O MENUm System Auto Protection Time ENTER Als het scherm gedurende een bepaalde door u gedefinieerde tijd een stilstaande afbeelding weergeeft, activeert het product de screensaver om het vormen van ingebrande spookafbeeldingen op het scherm te voorkomen.  8.8 Off / 2 hours / 4 hours / 8 hours / 10 hours Screen Burn Protection O MENUm System Screen Burn Protection ENTER Om de kans op schermverbranding te reduceren, is deze unit uitgerust met Pixel Shift-technologie voor preventie van schermverbranding. Pixel Shift verplaatst de afbeelding enigszins op het scherm. De tijdinstelling voor Pixel Shift stelt u in staat om de tijd in minuten te programmeren tussen bewegingen van de afbeelding. Screen Burn Protection Pixel Shift On Timer Off Pixel Side Gray Off De weergegeven afbeelding kan verschillen van het model. 8 Systeem 148 8 Systeem 8.8.1 Pixel Shift Om nakomende afbeeldingen op het scherm te voorkomen, kunt u deze functie gebruiken om pixels op de LCD in horizontale of verticale richting te laten bewegen. Beschikbare instellingen voor pixelverplaatsing en optimale instellingen Beschikbare instellingen Optimale instellingen voor AV/ Component/HDMI/PC Horizontal 0~4 (pixels) 4 Vertical 0~4 (pixels) 4 Time (minuut) 1~4 min 4 min  De waarde voor Pixel Shift kan verschillen, afhankelijk van de productgrootte (inch) en modus.  Deze functie is niet beschikbaar in de modus Screen Fit.  Horizontal: stelt in hoeveel pixels het scherm horizontaal verplaatst wordt.  Vertical: stelt in hoeveel pixels het scherm verticaal verplaatst wordt.  Time: hiermee stelt u het tijdsinterval in voor het uitvoeren van de horizontale respectievelijk de verticale verplaatsing. 8.8.2 Timer U kunt de timer instellen voor Screen Burn Protection. Als u begint met het wissen van restafbeeldingen, wordt dit uitgevoerd voor de ingestelde tijdsperiode en vervolgens automatisch voltooid.  Mode: u kunt het type Safety Screen wijzigen.  Period: gebruik deze functie voor het instellen van de uitvoeringsperiode voor elke modus die ingesteld is in de timer.  Time: binnen de ingestelde tijdsperiode specificeert u een uitvoeringstijd. 8 Systeem 149 8 Systeem 8.8.3 Pixel Deze functie voorkomt nakomende afbeeldingen door veel pixels op het scherm te verplaatsen. 8.8.4 Side Gray Selecteer de helderheid van de grijze kleuren voor de schermachtergrond.  Off / Light / Dark 8 Systeem 150 8 8.9 Systeem Video Wall O MENUm System Video Wall ENTER U kunt de lay-out van meerdere aangesloten weergaveapparaten aanpassen om een videomuur te vormen. Daarnaast kunt u een deel van het beeld of het volledige beeld op de weergaveapparaten weergeven. Als u meerdere beelden wilt weergeven, raadpleegt u de MDC Help of de gebruikershandleiding bij MagicInfo. Bepaalde apparaten ondersteunen de functie MagicInfo niet. 8.9.1  Als er horizontaal en verticaal meer dan vier weergaveapparaten worden aangesloten, kunt u het beste een XGA-invoerresolutie van (1024 x 768) of hoger gebruiken om te voorkomen dat het beeld donker wordt vanwege het gereduceerde contrast en de gereduceerde kleurintensiteit.  Om 3D-inhoud af te spelen wanneer Video Wall op On staat, heeft u een multi-HD-speler (MHP) nodig. Video Wall U kunt de functie Video Wall in- en uitschakelen. Als u een videomuur wilt weergeven, selecteert u On. Video Wall Video Wall On · Format Full · Horizontal 1 · Vertical 1 · Screen Position De weergegeven afbeelding kan verschillen van het model. 8 Systeem 151 8 Systeem 8.9.2 Format Selecteer een indeling om beelden op meerdere weergaveapparaten weer te geven.  Full : de beelden worden op een volledig scherm weergeven.  Natural : de beelden worden weergegeven in de oorspronkelijke resolutie, zonder dat ze worden vergroot of gereduceerd. De optie Format is alleen ingeschakeld wanneer Video Wall ingesteld is op On. 8.9.3 Horizontal Met deze functie wordt het scherm automatisch opgedeeld overeenkomstig het aantal opgegeven horizontale weergaveapparaten. Geef het aantal horizontaal gerangschikte weergaveapparaten op. Het horizontale scherm wordt automatisch opgedeeld op basis van het opgegeven aantal. U kunt maximaal 15 weergaveapparaten toewijzen aan de horizontale rangschikking.  Het scherm kan maximaal worden opgedeeld in 100 schermen (horizontale en verticale schermen vermenigvuldigd). Als de horizontale rangschikking is ingesteld op 15, kunnen er maximaal 6 weergaveapparaten worden toegewezen aan de verticale rangschikking. Als de verticale rangschikking echter is ingesteld op 15, kunnen er maximaal 6 weergaveapparaten worden toegewezen aan de horizontale rangschikking.  De optie Horizontal is alleen ingeschakeld wanneer Video Wall ingesteld is op On. 8.9.4 Vertical Met deze functie wordt het scherm automatisch opgedeeld overeenkomstig het aantal opgegeven verticale weergaveapparaten. Geef het aantal verticaal gerangschikte weergaveapparaten op. Het verticale scherm wordt automatisch opgedeeld op basis van het opgegeven getal. U kunt maximaal 15 weergaveapparaten toewijzen aan de verticale rangschikking.  Het scherm kan maximaal worden opgedeeld in 100 schermen (horizontale en verticale schermen vermenigvuldigd). Als de horizontale rangschikking is ingesteld op 15, kunnen er maximaal 6 weergaveapparaten worden toegewezen aan de verticale rangschikking. Als de verticale rangschikking echter is ingesteld op 15, kunnen er maximaal 6 weergaveapparaten worden toegewezen aan de horizontale rangschikking.  De optie Vertical is alleen ingeschakeld wanneer Video Wall ingesteld is op On. 8 Systeem 152 8 Systeem 8.9.5 Screen Position U kunt de rangschikking van de opgedeelde schermen aanpassen door de weergaveapparaten die worden geïdentificeerd met een nummer, te verplaatsen met de functie Screen Position. Selecteer Screen Position om de rangschikking van de weergaveapparaten weer te geven (op basis van een toegewezen nummer) op basis van de horizontale en verticale instellingen. Als u de rangschikking wilt wijzigen, verplaatst u een nummer (weergaveapparaat) door gebruik te maken van de richtingstoetsen op de afstandsbediening en op [ ] te drukken.  U kunt maximaal 100 weergaveapparaten rangschikken in Screen Position.  De optie Screen Position is alleen ingeschakeld wanneer Video Wall ingesteld is op On.  Het venster Screen Position wordt alleen weergegeven wanneer Horizontal en Vertical geconfigureerd zijn. 8 Systeem 153 8 Systeem 8.10 Source AutoSwitch Settings O MENUm  System Source AutoSwitch Settings ENTER Wanneer u het scherm inschakelt met Source AutoSwitch On en de vorige geselecteerde videobron niet actief is, zal het scherm automatisch naar een actieve ingangsbron voor video zoeken.  Source AutoSwitch Wanneer Source AutoSwitch is ingesteld op On, wordt er automatisch een actieve videobron voor het scherm gezocht. De geselecteerde Primary Source wordt geactiveerd als de huidige invoerbron niet wordt herkend. Als er geen primaire videobron beschikbaar is, wordt de geselecteerde Secondary source geactiveerd. Als de primaire en secundaire bron beide niet worden herkend, voert het scherm twee zoekopdrachten uit voor een actieve bron; bij elke zoekopdracht worden de primaire en de secundaire bron gecontroleerd. Als de zoekopdrachten niets opleveren, gaat het scherm terug naar de eerste videobron en wordt het bericht weergegeven dat er geen signaal is. Wanneer voor Primary Source de optie All is geselecteerd, controleert het scherm twee keer op rij alle video-ingangen. Als er geen actief videosignaal wordt gevonden, keert het scherm terug naar de eerste videobron in de reeks. Source AutoSwitch Settings Source AutoSwitch On · Primary Source All · Secondary Source PC De weergegeven afbeelding kan verschillen van het model. Druk op  / om de gewenste optie te selecteren en druk op [ ]. Primary Source Specificeer Primary Source voor de automatische invoerbron.  Secondary Source Specificeer de Secondary Source voor de automatische invoerbron. 8 Systeem 154 8 Systeem 8.11 General O MENUm System General ENTER General Max. Power Saving On Game Mode Off BD Wise On Auto Power Off Standby Control Auto Lamp Schedule Off OSD Display De weergegeven afbeelding kan verschillen van het model. 8.11.1 Max. Power Saving Zet het product uit om het stroomverbruik te reduceren nadat de PC een gespecificeerde tijdsperiode niet is gebruikt. 8.11.2 Game Mode Bij het verbinden met een spelconsole zoals PlayStation™ of Xbox™, kunt u genieten van een meer realistische spelervaring door het selecteren van spelmodus.  Voorzorgsmaatregelen en beperkingen voor Game Mode  Voor het loskoppelen van de spelconsole en het verbinden van een ander extern apparaat, stelt u Game Mode in op Off in het menu System.  Als u het productmenu weergeeft in Game Mode, trilt het scherm een beetje.  Game Mode is niet beschikbaar wanneer de invoerbron ingesteld is op PC.  Na het verbinden van de spelconsole, stelt u Game Mode in op On. Het is helaas mogelijk dat u merkt dat de beeldkwaliteit gereduceerd is.  Als Game Mode op On staat  Picture Mode is ingesteld op Standard en Sound Mode is ingesteld op Movie. 8 Systeem 155 8 Systeem 8.11.3 BD Wise Voorziet in de optimale beeldkwaliteit voor Samsung DVD-, Blu-ray- en Home Theater-producten die BD Wise ondersteunen. Wanneer BD Wise op On staat, wordt de afbeeldingmodus automatisch gewijzigd naar de optimale resolutie. Beschikbaar wanneer u Samsung-producten die BD Wise ondersteunen verbindt met het product via een HDMI-kabel. 8.11.4 Auto Power Als u deze optie selecteert, wordt het product automatisch ingeschakeld als de stroomkabel is aangesloten. 8.11.5 Standby Control U kunt instellen dat het product naar de stand-bystand schakelt zodra er een invoersignaal wordt ontvangen.  Auto De energiebesparingsmodus wordt ingeschakeld wanneer er geen invoersignaal wordt gedetecteerd, ook al is er een bronapparaat aangesloten op het weergaveapparaat. Het bericht 'No Signal' wordt weergegeven als er geen bronapparaat is aangesloten.  On Hiermee wordt de energiebesparingsmodus geactiveerd als er geen invoersignaal wordt gedetecteerd.  Off Het bericht 'No Signal' wordt weergegeven als geen invoersignaal wordt gedetecteerd. 8.11.6  De optie Standby Control wordt alleen ingeschakeld wanneer Source is ingesteld op PC / DVI / HDMI*.  Als het bericht 'No Signal' wordt weergegeven terwijl er wel een bronapparaat is aangesloten, controleert u de kabelverbinding. Zie pagina 53 voor meer informatie over het aansluiten van bronapparaten. Lamp Schedule Maakt het mogelijk om de lampwaarde in te stellen op een door de gebruiker gespecificeerde waarde op een gespecificeerd tijdstip in MDC-modus. 8.11.7 OSD Display Geeft een menu-item op het scherm weer of verbergt dit. 8 Systeem 156 8 Systeem  Source OSD / No Signal OSD / MDC OSD 8.11.8 Power On Adjustment U kunt instellen dat de opwarmtijd voor het scherm wordt ingeschakeld nadat u op de aan/uit-knop hebt gedrukt. (Bereik: 0 – 50 seconden) Bij een te korte opwarmtijd kan het product vanwege overspanning beschadigd raken. 8.11.9 Temperature Control Deze functie detecteert de interne temperatuur van het product. U kunt een temperatuurbereik opgeven dat acceptabel is. De standaardtemperatuur is ingesteld op 77 C. De aanbevolen bedrijfstemperatuur voor dit product is 75 tot 80 C (op basis van een omgevingstemperatuur van 40 C). Het scherm wordt donkerder weergegeven wanneer de huidige temperatuur de opgegeven temperatuurlimiet overschrijdt. Als de temperatuur blijft stijgen, wordt het product uitgeschakeld om oververhitting te voorkomen. 8.11.10 Device Name Selecteer of voer een naam voor het apparaat in. Deze naam kan op het netwerk getoond worden op afstandsbedieningen binnen het netwerk. 8 Systeem 157 8 Systeem 8.12 Anynet+(HDMI-CEC) O MENUm 8.12.1 System Anynet+(HDMI-CEC) ENTER Anynet+(HDMI-CEC) Wat is Anynet+? Anynet+ is een functie die u in staat stelt om alle verbonden Samsung-apparaten die Anynet+ ondersteunen te bedienen met uw afstandsbediening van Samsung. Het Anynet+-systeem kan alleen gebruikt worden met Samsung-apparaten met een Anynet+-functie. Om er zeker van te zijn dat uw Samsung-apparaat deze functie heeft, kijkt u of er een Anynet+-logo op staat.  U kunt Anynet+-apparaten alleen bedienen met de afstandsbediening van het product, niet met de knoppen op het product.  De afstandsbediening van het product werkt wellicht niet onder bepaalde omstandigheden. In dit geval selecteert u opnieuw het Anynet+-apparaat.  *De Anynet+-functies werken niet met de producten van andere fabrikanten.  Voor instructies met een uitleg over het verbinden van externe Anynet+-apparaten, wordt verwezen naar de gebruikshandleiding van het apparaat. U moet een Anynet+-apparaat verbinden met gebruik van een HDMI-kabel. Sommige HDMI-kabels ondersteunen Anynet+-functies wellicht niet.  Anynet+ werkt wanneer het AV-apparaat dat Anynet+ ondersteunt in stand-by of aan staat.  In de PIP-modus werkt Anynet+ alleen wanneer er een AV-apparaat is aangesloten als hoofdscherm. Deze functie werkt niet als het AV-apparaat is aangesloten als tweede scherm.  Anynet+ ondersteunt tot 12 AV-apparaten in totaal. N.B.: u kunt maximaal 3 apparaten van hetzelfde type verbinden.  U kunt echter slechts één Anynet+ Home Theater verbinden. Om een Anynet+ Home Theater aan te sluiten, verbindt u het Home Theater met het product met behulp van een HDMI-kabel. Anynet+-menu Het Anynet+-menu wijzigt afhankelijk van het type en de status van de Anynet+-apparaten die verbonden zijn met het product. Anynet+-menu Omschrijving View PC Wijzigt Anynet+-modus naar PC-modus. Device List Toont de lijst met Anynet+-apparaten. (naam_apparaat) MENU Toont het menu van de menu's voor verbonden apparaten. Bijv. als een DVD-speler verbonden wordt, wordt het schijfmenu van de DVD-speler weergegeven. 8 Systeem 158 8 Systeem Anynet+-menu (naam_apparaat) Tools Omschrijving Toont het menu tools van het verbonden apparaat. Bijv. als een DVDspeler verbonden wordt, wordt het menu tools van de DVD-speler weergegeven. Afhankelijk van het apparaat, is dit menu wellicht niet beschikbaar. (naam_apparaat) Title Menu Toont het titelmenu van de schijf in het verbonden apparaat. Bijv. als een DVD-speler verbonden wordt, wordt het titelmenu van de film in de DVD-speler weergegeven. Afhankelijk van het apparaat, is dit menu wellicht niet beschikbaar. Receiver 8.12.2 Geluid wordt afgespeeld door de Receiver. Auto Turn Off (No / Yes) Instellen van een Anynet+-apparaat om automatisch uit te schakelen wanneer het product uitgeschakeld wordt. De actieve bron op de afstandsbediening van het product moet ingesteld worden op het product om de Anynet+-functie te kunnen gebruiken. Als u Auto Turn Off instelt op Yes, worden verbonden externe apparaten ook uitgeschakeld wanneer het product uitgeschakeld wordt. Als een extern apparaat blijft opnemen, kan deze al dan niet uitgeschakeld worden. Schakelen tussen Anynet+-apparaten 1 2 Druk op de knop TOOLS, selecteer Anynet+ (HDMI-CEC) en druk vervolgens op [ Selecteer Device List en druk vervolgens op de knop [ ]. ]. Als u geen apparaat kunt vinden dat u wilt, selecteert u Refresh voor het vernieuwen van de lijst. 3 Selecteer een apparaat en druk vervolgens op de knop [ ]. U kunt overschakelen naar het geselecteerde apparaat. Het menu Device List wordt alleen weergegeven wanneer u Anynet+ (HDMI-CEC) instelt op On in het menu System.  Het overschakelen naar het geselecteerde apparaat kan tot 2 minuten duren. U kunt het overschakelen niet annuleren tijdens het overschakelen.  Als u een Anynet+-apparaat geselecteerd hebt door te drukken op de knop SOURCE en vervolgens de invoerbron te selecteren, kunt u de Anynet+-functie niet gebruiken. Zorg ervoor dat u overschakelt naar een Anynet+-apparaat met behulp van de Device List. 8 Systeem 159 8 Systeem 8.12.3 Receiver U kunt luisteren naar geluid via een Receiver (d.w.z. Home Theater) in plaats van de luidspreker van het product. Als u het geluid wilt horen via een receiver gaat u naar het scherm Receiver (System Anynet+ (HDMI-CEC) Receiver). Selecteer vervolgens Receiver en stel deze optie in op On. Als uw Receiver alleen audio ondersteunt, verschijnt deze wellicht niet in de lijst met apparaten. Foutoplossing voor Anynet+ Probleem Anynet+ werkt niet. Mogelijke oplossing  Controleer of het apparaat een Anynet+-apparaat is. Het Anynet+-systeem ondersteunt alleen Anynet+-apparaten.  U kunt slechts één ontvanger verbinden (home theater).  Controleer of het stroomsnoer van het Anynet+-apparaat goed is aangesloten.  Controleer de verbindingen van de Video/Audio/HDMI-kabel van het Anynet+-apparaat.  Controleer of Anynet+ (HDMI-CEC) ingesteld is op On in het Anynet+-opmaakmenu.  Controleer of de afstandsbediening compatibel is met Anynet+.  Als u de HDMI-kabel hebt verwijderd en vervolgens opnieuw verbonden hebt, dient u ervoor te zorgen dat u de apparaten opnieuw zoekt of u zet uw product uit en weer aan.  Controleer of de Anynet+-functie van het Anynet-apparaat ingesteld is op On. Ik wil Anynet+ starten.  Controleer of het Anynet+-apparaat goed aangesloten is op het product en controleer of de Anynet+ (HDMI-CEC) ingesteld is op On in het Anynet+-opmaakmenu.  Druk op de knop TOOLS voor het weergeven van het Anynet+menu en selecteer een menu dat u wilt. Ik wil Anynet+ afsluiten.  Selecteer View PC in het Anynet+-menu.  Druk op de knop SOURCE op de afstandsbediening van het product en selecteer een niet- Anynet+-apparaat. 8 Systeem 160 8 Systeem Probleem Het bericht “Connecting to Anynet+ device...” wordt weergegeven op het scherm. Mogelijke oplossing  U kunt de afstandsbediening niet gebruiken tijdens het configureren Anynet+ of het overschakelen naar een weergavemodus.  Gebruik de afstandsbediening nadat het product de Anynet+configuratie heeft afgerond of klaar is met het overschakelen naar Anynet+. Het verbonden apparaat wordt niet weergegeven.  Controleer of het apparaat wel of niet Anynet+-functies ondersteunt.  Controleer of de HDMI-kabel wel of niet goed aangesloten is.  Controleer of Anynet+ (HDMI-CEC) ingesteld is op On in het Anynet+-opmaakmenu.  Zoek opnieuw naar Anynet+-apparaten.  Voor Anynet+ is een HDMI-verbinding nodig. Sommige HDMIkabels ondersteunen Anynet+-functies wellicht niet.  Als de verbinding verbroken wordt als gevolg van een stroomstoring of de HDMI-kabel is losgekoppeld, dient u de apparaatscan te herhalen. 8.13 DivX® Video On Demand O MENUm System DivX® Video On Demand ENTER Toont de registratiecode die geautoriseerd is voor het product. Als u verbinding maakt met de DivXwebsite en registreert met die code, kunt u het VOD-registratiebestand downloaden. Voor meer informatie over DivX® VOD, gaat u naar “http://vod.divx.com”. 8.14 Network Remote Control O MENUm System Network Remote Control ENTER Zet aan/uit of geef Samsung-mobiele telefoons toestemming om verbinding te maken met het product en het te bedienen. U moet een mobiele telefoon/apparaat van Samsung hebben die/dat draadloze afstandsbediening ondersteunt. Voor meer details wordt verwezen naar de handleiding van elk apparaat. 8 Systeem 161 8 Systeem 8.15 Reset System O MENUm System Reset System ENTER Met deze optie worden de huidige instellingen onder System hersteld naar de fabrieksinstellingen. 8.16 Reset All O MENUm System Reset All ENTER Met deze optie worden de huidige instellingen voor een weergaveapparaat hersteld naar de fabrieksinstellingen. 8 Systeem 162 9 9.1 Ondersteuning Software Upgrade O MENUm Support Software Upgrade ENTER Het menu Software Upgrade stelt u in staat om uw productsoftware te upgraden naar de nieuwste versie.  Current Version: dit is de softwareversie die reeds geïnstalleerd is in het product. Zorg ervoor dat u de stroom niet uitzet totdat de upgrade klaar is. Het product gaat automatisch uit en aan na het afronden van de software-upgrade. Bij het upgraden van software gaan alle video- en audioinstellingen die u gedaan hebt terug naar de standaardinstellingen. Wij adviseren u om uw instellingen op te schrijven zodat u ze gemakkelijk kunt resetten na de upgrade. 9.1.1 By USB Voor het upgraden met USB volgt u onderstaande stappen: 1 2 3 Ga naar www.samsung.com. Download het nieuwste exe-bestand van de USB-software-upgrade op uw computer. Pak het exe-bestand uit op uw computer. U dient één enkele map te hebben met dezelfde naam als het exe-bestand. 4 5 6 7 Kopieer de map naar een USB-stick. Zet het product aan en steek vervolgens de USB-stick in de USB-poort van het product. In het productmenu gaat u naar Support Software Upgrade. Selecteer By USB. Zorg ervoor dat u de USB-stick niet verwijdert totdat de upgrade voltooid is. 9.1.2 Alternative Software De optie Alternative Software stelt u in staat om te upgraden met een bestand dat het product eerder gedownload heeft, maar dat u niet direct besloot te installeren, of een bestand dat door het product gedownload werd in de modus stand-by. Voor het upgraden met Alternative Software volgt u onderstaande stappen. 1 Als upgradesoftware gedownload is, ziet u het versienummer van de software rechts van Alternative Software. 2 3 Selecteer Alternative Software en druk vervolgens op de knop [ ]. Het product geeft een bericht weer dat u vraagt of u wilt upgraden. Selecteer Yes. Het product start de upgrade. 4 Wanneer de upgrade klaar is, gaat het product automatisch uit en vervolgens weer aan. 9 Ondersteuning 163 9 9.2 Ondersteuning Contact Samsung O MENUm Support Contact Samsung ENTER Bekijk deze informatie als uw product niet goed werkt of wanneer u de software wilt upgraden. U kunt informatie vinden over onze Helpcentra en over het downloaden van producten en software. 9 Ondersteuning 164 10 MagicInfo Lite 10.1 Bestandsindelingen die compatibel zijn met MagicInfo Lite Player [Dit lezen voordat u MagicInfo Lite Player gebruikt]  Voor USB-apparatuur worden FAT16 en FAT32 ondersteund als bestandssysteem. (NTFS wordt niet ondersteund.)  Een bestand met een verticale en horizontale resolutie die hoger is dan de maximumresolutie, kan niet worden afgespeeld. Controleer de verticale en horizontale resolutie van het bestand.  Video met daarin geen audiogegevens wordt niet ondersteund. Controleer of het videobestand audiogegevens bevat.  Controleer de ondersteunde video- en audiocodecs en de versie daarvan.  Controleer de ondersteunde bestandsversie.   Flash tot versie 10.1 wordt ondersteund  PowerPoint versie 97 – 2007 wordt ondersteund Inhoud van 2 GB of groter kan niet worden toegewezen aan een Network Schedule. 10.1.1 Video / Audio Bestands extensie Container Video Codec Resolutie Framesnel heid (fps) Bitsnelh eid (Mbps) *.avi AVI DivX 3.11 / 4.x / 5.1 / 6.0 1920x1080 6 ~ 30 8 *.mkv MKV Motion JPEG 1920x1080 6 ~ 30 8 DivX 3.11 / 4.x / 5.1 / 6.0 1920x1080 6 ~ 30 8 H.264 BP / MP / HP 1920x1080 6 ~ 30 25 MPEG4 SP / ASP 1920x1080 6 ~ 30 8 Motion JPEG 1920x1080 6 ~ 30 8 Window Media Video v9 1920x1080 6 ~ 30 25 *.asf *.wmv ASF ASF Audio Codec MP3 / AC3/ LPCM / ADPCM / DTS Core MP3 / AC3/ LPCM / ADPCM / WMA WMA 10 MagicInfo Lite 165 10 MagicInfo Lite Bestands extensie *.mp4 Resolutie Framesnel heid (fps) Bitsnelh eid (Mbps) H.264 BP / MP / HP 1920x1080 6 ~ 30 25 MPEG4 SP / ASP 1920x1080 6 ~ 30 8 H.264 BP / MP / HP 1920x1080 6 ~ 30 25 MPEG4 SP / ASP 1920x1080 6 ~ 30 8 MPEG1 352x288 24 / 25 / 30 30 MPEG2 1920x1080 24 / 25 / 30 30 MPEG1 352x288 24 / 25 / 30 30 MPEG2 1920x1080 24 / 25 / 30 30 H.264 1920x1080 6 ~ 30 25 MPEG2 1920x1080 24 / 25 / 30 30 H.264 1920x1080 6 ~ 30 25 VC1 1920x1080 6 ~ 30 25 MP4 *.3gp 3GPP *.vro VRO VOB *.mpg *.mpeg *.ts *.tp *.trp Video Codec Container PS TS Audio Codec MP3 / ADPCM / AAC ADPCM / AAC / HEAAC AC3 / MPEG / LPCM AC3 / MPEG / LPCM / AAC AC3 / AAC / MP3 / DD+ / HE-AAC Video  Video-inhoud zonder audio wordt niet ondersteund.  3D-video wordt niet ondersteund.  Inhoud met een resolutie die hoger is dan de resolutie die in de bovenstaande tabel is opgegeven, wordt niet ondersteund.  Video-inhoud met een bit- of framesnelheid die hoger is dan de snelheid die in de bovenstaande tabel is opgegeven, kan een schokkerige videoweergave opleveren.  H.264 Level 4.1 of lager wordt ondersteund.  H.264 FMO/ASO/RS, VC1 SP/MP/AP L4 en AVCHD worden niet ondersteund.  MPEG4 SP / ASP   1280 x 720 of kleiner: Max. 60 frames / groter dan 1280 x 720: Max. 30 frames GMC 2 of hoger wordt niet ondersteund. 10 MagicInfo Lite 166 10 MagicInfo Lite Audio  Audio-inhoud zonder video wordt niet ondersteund. (Voor diavoorstellingen (afbeeldingen/PPT) worden alleen mp3-bestanden ondersteund als achtergrondmuziek. Deze functie is alleen beschikbaar bij gebruik van het menu Network Schedule.)  Audio-inhoud met een bit- of framesnelheid die hoger is dan de snelheid die in de bovenstaande tabel is opgegeven, kan een schokkerige audioweergave opleveren.  WMA 7, 8, 9 STD of lager wordt ondersteund.  WMA 9 PRO ondersteunt geen audio zonder verlies of meerkanaals audio met meer dan twee kanalen.  WMA-voorbeeldfrequentie 22050 Hz mono wordt niet ondersteund. Afbeeldingen  Compatibele bestandsindeling voor afbeeldingen: Jpeg  Ondersteunde maximumresolutie: 15.360 x 8640  Ondersteunde afbeeldingseffecten: acht effecten (Fade1, Fade2, Blind, Spiral, Checker, Linear, Stairs, Wipe) Flash  Compatibel met Flash 10.1  Flash-animatie   Compatibele bestandsindeling: SWF Resolutie: 1280 x 720  Let op - Prestaties vergelijkbaar met Flash Player onder Windows kunnen niet worden gegarandeerd  Optimalisatie vereist tijdens het maken van de inhoud Flash Video  Compatibele bestandsindeling: FLV  Video  - Codec: H.264 BP - Resolutie: 1920 x 1080 Audio -  Codec: H.264 BP Let op - Bestandsindeling F4V wordt niet ondersteund - Screen Video wordt niet ondersteund 10 MagicInfo Lite 167 10 MagicInfo Lite Power Point   Compatibele bestandsindelingen voor documenten  Extensie: ppt, pptx  Versie: Office 97 ~ Office 2007 Niet-ondersteunde functies  Animatie-effect  3D-vormen (worden weergegeven in 2D)  Kop- en voetteksten (sommige subitems worden niet ondersteund)  Word Art  Uitlijnen (er kan een groepuitlijningsfout optreden)  Office 2007 (SmartArt wordt niet volledig ondersteund. 97 van de 115 subitems worden ondersteund.)  Object invoegen  Gecodeerde documenten openen  Verticale tekst (sommige subitems worden niet ondersteund)  Dianotities en hand-outs 10 MagicInfo Lite 168 10 MagicInfo Lite 10.2 Netwerkschema 10.2.1 Verbinding maken met een server Als u de MagicInfo Lite Server wilt gebruik, moet de klok op de monitor worden ingesteld via de server (web). Als u alleen lokale schema's en AutoPlay wilt gebruiken, zonder gebruik te maken van de MagicInfo Lite Server, moet de klok worden ingesteld met de afstandsbediening. Netwerk instellen Als u MagicInfo Lite wilt gebruiken, moet u verbinding maken met een netwerk. Zie pagina 130 voor details over het menu Network Settings. Server instellen Ga naar MENU Network MagicInfo Lite Settings Server. Voer vervolgens de gegevens van de server in. (Bijvoorbeeld: http://192.168.0.10:7001/MagicInfo/) MagicInfo Lite Server Access Periodically Server Address 192.168.0.10 Port 7001 Apply Cancel De FTP-modus en standaardopslagruimte configureren  Default Storage: Geef de locatie op waar u inhoud (gedownload van de server) wilt opslaan.  Internal Memory: Sla de inhoud op in het interne geheugen van het product.  USB-geheugen: Sla de inhoud op in het USB-geheugen. Als een netwerkschema actief is wanneer er geen USB-geheugen is aangesloten, wordt de standaardinhoud gebruikt. 10 MagicInfo Lite 169 10 MagicInfo Lite 10.2.2 MagicInfo Lite-instellingen O MENU m Media MagicInfo Lite ENTER [ ] Druk op de knop MagicInfo Lite op de afstandsbediening. In het menuscherm van MagicInfo Lite kunt u zien of de server is aangesloten (goedkeuring). Druk op INFO op de afstandsbediening als u wilt zien of de server is verbonden terwijl er een netwerkschema actief is. Network Schedule Local Schedule ・ Local Schedule Manager Contents Manager Close Internal AutoPlay USB AutoPlay Mode Server USB Network Schedule Connected Disconnected 10.2.3 Een aangesloten apparaat goedkeuren op de server 1 Ga naar de server die u aan het apparaat hebt toegewezen. 2 Meld u aan met uw ID en wachtwoord. 10 MagicInfo Lite 170 10 MagicInfo Lite 3 Selecteer Device in de menubalk bovenaan. 4 Selecteer Lite Device in de menu's links. 10 MagicInfo Lite 171 10 MagicInfo Lite 5 Selecteer View Unapproved Lite Device in de submenu's van Lite Device. 6 Selecteer de knop Approve voor uw apparaat in de lijst met niet-goedgekeurde Lite-apparaten. Wanneer u op de knop INFO op de afstandsbediening drukt wanneer er een netwerkschema actief is, worden de details van dat schema weergegeven. Controleer aan de hand van de apparaat-ID (in de details) of het juiste apparaat is geselecteerd. 7 Voer de gegevens in die nodig zijn om het apparaat goed te keuren.  Device Name: Voer de naam van het apparaat in.  Device Model Name: Selecteer uw model apparaat.  Device Group: Selecteer  Location: Voer de huidige locatie van het apparaat in. om de groep op te geven. 10 MagicInfo Lite 172 10 MagicInfo Lite 8 Selecteer het menu View All Lite Device om te controleren of het apparaat is geregistreerd. 9 Wanneer het apparaat is goedgekeurd door de server, wordt het schema dat in de geselecteerde groep is geregistreerd, gedownload naar het apparaat. Het schema wordt toegepast nadat het is gedownload.  Raadpleeg de <gebruikershandleiding van de MagicInfo-server> voor meer informatie over het configureren van een schema.  Als een apparaat wordt verwijderd uit de lijst met apparaten die zijn goedgekeurd door de server, wordt het apparaat opnieuw gestart om de instellingen te resetten. 10 MagicInfo Lite 173 10 MagicInfo Lite 10.2.4 De huidige tijd instellen Een schema wordt mogelijk niet uitgevoerd als het apparaat en de server elk een andere tijd hebben. 1 Ga naar het tabblad Device 2 3 Selecteer uw apparaat. Time. Selecteer Clock Set en synchroniseer de tijd met de server. Raadpleeg de <gebruikershandleiding van de MagicInfo-server> voor meer informatie over het omgaan met de tijd (schema's, vakanties enzovoort). 10 MagicInfo Lite 174 10 MagicInfo Lite 10.3 Local Schedule Een schema uitvoeren dat gemaakt werd door Local Schedule Manager. Ga naar Local Schedule Manager Selecteer de gewenste inhoud Dit menu is uitgeschakeld indien geen schema gemaakt werd door Local Schedule Manager. 1 2 Selecteer Local Schedule Manager in het menuscherm MagicInfo Lite. Voer een schema uit dat door een lokaal schema is gemaakt. 10.4 Local Schedule Manager Configureer de instellingen voor afspelen vanuit Local Schedule. Anders kunt u inhoud selecteren en afspelen vanaf een intern of USB-geheugen overeenkomstig de aangepaste afspeelreeks. 10.4.1 Een Local Schedule registreren 1 Selecteer Local Schedule Manager in het menuscherm MagicInfo Lite. Network Schedule Local Schedule ・ Local Schedule Manager Contents Manager Close Internal AutoPlay USB AutoPlay Mode Server USB Network Schedule Connected Disconnected 10 MagicInfo Lite 175 10 2 MagicInfo Lite Selecteer Create in het scherm Local Schedule Manager. Local Schedule Manager Storage Internal Memory No Playing Schedule Create Edit Delete Run Info Close 3 Selecteer Time om de tijd in te stellen voor het afspelen van inhoud. Als u een schema wilt maken dat begint op de ene dag en eindigt op de volgende, moet de tijd als volgt worden ingesteld.  E.g.) PM 09:00 - AM 12:00 / AM 12:00 - AM 06:00 Create Time Contents Time --:-- am ~ --:-- pm Save Contents No Item Cancel 10 MagicInfo Lite 176 10 4 MagicInfo Lite Selecteer Contents om de inhoud op te geven die u wilt afspelen. Contents Internal Memory No Item USB Folder1 Menu1.jpg Done Menu2.jpg Deselect Cancel 5 6 Selecteer Save. Selecteer de geheugenlocatie waar u de inhoud wilt opslaan. Create Time 12:00 am ~ 02:00 pm Delete Conten Where do you want to save? Time Save Conten ancel Internal 7 USB Cancel Controleer of het schema is toegevoegd aan Local Schedule Manager. Local Schedule Manager Storage Internal Memory No Playing Schedule Create Edit Delete 20110101_1200.Isch Run Info Close 10 MagicInfo Lite 177 10 MagicInfo Lite 10.4.2 Een Local Schedule wijzigen Zorg ervoor dat er minstens één Local Schedule is geregistreerd. 1 Selecteer Local Schedule Manager in het menuscherm MagicInfo Lite. Network Schedule Local Schedule ・ Local Schedule Manager Contents Manager Close Internal AutoPlay USB AutoPlay 2 Mode Server USB Network Schedule Connected Disconnected Selecteer het lokale schema dat u wilt wijzigen. Local Schedule Manager Storage Internal Memory No Playing Schedule Create Edit Delete 20110101_1200.Isch Run Info Close 10 MagicInfo Lite 178 10 3 MagicInfo Lite Selecteer Edit. Edit Time 12:00 am ~ 02:00 pm Contents Time Delete Menu1.jpg --:-- am ~ --:-- pm Save Contents No Item Cancel Time --:-- am ~ --:-- pm Contents 4 No Item Wijzig de details van het lokale schema. Selecteer vervolgens Save. 10.4.3 Een Local Schedule verwijderen Zorg ervoor dat er minstens één Local Schedule is geregistreerd. 1 Selecteer Local Schedule Manager in het menuscherm MagicInfo Lite. Network Schedule Local Schedule ・ Local Schedule Manager Contents Manager Close Internal AutoPlay USB AutoPlay Mode Server USB Network Schedule Connected Disconnected 10 MagicInfo Lite 179 10 2 MagicInfo Lite Selecteer het lokale schema dat u wilt verwijderen. Local Schedule Manager Storage Internal Memory Create Edit No Playing Schedule Delete 20110101_1200.Isch Run Info Close 3 Selecteer Delete. Local Schedule Manager Storage Internal Memory Create Edit Do you want to delete schedule? elete 201 Run Yes No Info Close 10 MagicInfo Lite 180 10 MagicInfo Lite 10.4.4 Een Local Schedule uitvoeren Zorg ervoor dat er minstens één Local Schedule is geregistreerd. 1 Selecteer Local Schedule Manager in het menuscherm MagicInfo Lite. Network Schedule Local Schedule ・ Local Schedule Manager Contents Manager Close Internal AutoPlay USB AutoPlay 2 Mode Server USB Network Schedule Connected Disconnected Selecteer het lokale schema dat u wilt uitvoeren. Selecteer vervolgens Run. Local Schedule Manager Storage Internal Memory No Playing Schedule Create Edit Delete 20110101_1200.Isch Run Info Close 10 MagicInfo Lite 181 10 MagicInfo Lite 10.4.5 Een Local Schedule stoppen Deze functie kan alleen worden gebruikt wanneer er een schema wordt uitgevoerd. Wanneer u Stop selecteert, wordt de uitvoeringsmodus gewijzigd van Local Schedule naar Network schedule. 1 Selecteer Local Schedule Manager in het menuscherm MagicInfo Lite. Network Schedule Local Schedule ・ Local Schedule Manager Contents Manager Close Internal AutoPlay USB AutoPlay 2 Mode Server USB Network Schedule Connected Disconnected Selecteer Stop. Local Schedule Manager Storage Internal Memory [Internal] 20110101_1200.Isch Create Edit Delete 20110101_1200.Isch Stop Info Close 10 MagicInfo Lite 182 10 MagicInfo Lite 10.4.6 De details van een Local Schedule wijzigen 1 Selecteer Local Schedule Manager in het menuscherm MagicInfo Lite. Network Schedule Local Schedule ・ Local Schedule Manager Contents Manager Close Internal AutoPlay USB AutoPlay 2 Mode Server USB Network Schedule Connected Disconnected Selecteer het lokale schema waarvan u de details wilt zien. Local Schedule Manager Storage Internal Memory No Playing Schedule Create Edit Delete 20110101_1200.Isch Run Info Close 3 De details van het schema worden weergegeven. Information 20110101_1200.Isch 12:00 am~02:00 pm, 1 File(s) - Menu1.jpg Close 10 MagicInfo Lite 183 10 MagicInfo Lite 10.5 Contents Manager 10.5.1 Inhoud kopiëren 1 Selecteer Contents Manager in het menuscherm MagicInfo Lite. Network Schedule Local Schedule · Local Schedule Manager Contents Manager Close Internal AutoPlay USB AutoPlay 2 Mode Server USB Network Schedule Connected Disconnected Selecteer de inhoud die u wilt kopiëren.  Als inhoud onder Internal Memory is geselecteerd: U kunt de inhoud onder Internal Memory kopiëren naar USB-geheugen.  Als inhoud onder USB is geselecteerd: U kunt de inhoud onder USB-geheugen kopiëren naar Internal Memory. Wanneer u inhoud selecteert onder Internal Memory en USB-geheugen tegelijk, wordt het kopiëren uitgeschakeld. Contents Internal Memory No Item USB Folder1 Menu1.jpg Delete Menu2.jpg Copy Deselect Close 3 Selecteer Copy. 10 MagicInfo Lite 184 10 MagicInfo Lite 10.5.2 Inhoud verwijderen 1 Selecteer Contents Manager in het menuscherm MagicInfo Lite. Network Schedule Local Schedule · Local Schedule Manager Contents Manager Close Internal AutoPlay USB AutoPlay 2 Mode Server USB Network Schedule Connected Disconnected Selecteer de inhoud die u wilt verwijderen.  Het is mogelijk om inhoud onder Internal Memory en USB-geheugen tegelijk te verwijderen. Contents Internal Memory No Item USB Folder1 Menu1.jpg Delete Menu2.jpg Copy Deselect Close 3 Selecteer Delete. Contents Internal Memory No Item USB Folder1 Menu1.jpg Delete Menu2.jpg Copy Deselect Close 10 MagicInfo Lite 185 10 MagicInfo Lite 10.6 Internal AutoPlay 10.6.1 Internal AutoPlay gebruiken Zorg ervoor dat er minstens één item met inhoud bestaat onder Internal Memory. 1 Selecteer Internal AutoPlay in het menuscherm MagicInfo Lite.  Speel op alfabetische volgorde inhoud af die gekopieerd is naar het interne geheugen (Internal Memory). Network Schedule Local Schedule ・ Local Schedule Manager Contents Manager Close Internal AutoPlay USB AutoPlay Mode Server USB Network Schedule Connected Disconnected 10.7 USB AutoPlay 10.7.1 Internal AutoPlay gebruiken Zorg ervoor dat er een USB-apparaat is geplaatst. Zorg ervoor dat u een map maakt met de naam 'MagicInfoSlide' in het USB-apparaat en plaats inhoud in de map. 1 Selecteer USB AutoPlay in het menuscherm MagicInfo Lite.  De inhoud in de map MagicInfoSlide op het USB-apparaat wordt in alfabetische volgorde afgespeeld. 10 MagicInfo Lite 186 10 MagicInfo Lite  USB AutoPlay wordt automatisch uitgevoerd als USB-geheugen verbonden is wanneer Network Schedule of Local Schedule uitgevoerd wordt. Network Schedule Local Schedule ・ Local Schedule Manager Contents Manager Close Internal AutoPlay USB AutoPlay Mode Server USB Network Schedule Connected Disconnected 10.8 Wanneer er inhoud wordt uitgevoerd 10.8.1 De details weergeven van inhoud die wordt uitgevoerd Druk op de knop INFO op de afstandsbediening. 1 2 3 4 Software Version: geeft de softwareversie van een apparaat weer. Device Name: geeft de naam van een apparaat weer die herkend wordt door de server. Device ID: geeft het originele identificatienummer van een apparaat weer. Mode: geeft de huidige bedrijfsmodus (Network Schedule, Local Schedule, Internal AutoPlay of USB AutoPlay) van de MagicInfo Lite Player weer. 5 Server: geeft de verbindingsstatus (Connected, Disconnected of Non-approval) van de server weer. 6 USB: geeft de verbindingsstatus van een USB-apparaat weer. 10 MagicInfo Lite 187 10 7 MagicInfo Lite Schedule Download: geeft de voortgang van een netwerkschema dat gedownload wordt van de server weer. Information Software Version : A-VNUSCDSP-100 Device Name : Monitor Device ID : FE-FF-FF-FF-FF Mode : Network Schedule Server : Connected USB : Connected Schedule Download : No Schedule to download Close 10.8.2 De instellingen wijzigen van inhoud die wordt uitgevoerd Druk op de knop TOOLS op de afstandsbediening. U kunt de instelling Picture Mode of Sound Mode wijzigen of een USB-apparaat veilig verwijderen (Safely Remove USB) terwijl inhoud afgespeeld wordt door te drukken op de knop TOOLS op de afstandsbediening.  Picture Mode : past de scherminstellingen aan voor de inhoud die op dit moment afgespeeld wordt (Dynamic, Standard, Natural, Movie).  Sound Mode: past de audio-instellingen aan voor de inhoud die op dit moment afgespeeld wordt (Standard, Music, Movie, Clear Voice, Amplify).  Safely Remove USB Tools 10 MagicInfo Lite 188 11 Problemen oplossen 11.1 Vereisten voordat u contact opneemt met de klantenservice van Samsung 11.1.1 Het product testen Voordat u met de klantenservice van Samsung belt, kunt u het product als volgt testen. Als het probleem zich blijft voordoen, kunt u contact opnemen met de dichtstbijzijnde klantenservice van Samsung. Controleer of uw product normaal werkt door gebruik te maken van de testfuncties van het product. Als er een leeg scherm wordt weergegeven terwijl het aan/uit-lampje knippert, zelfs als het product goed is aangesloten op een computer, voert u de producttest uit. 1 2 3 4 Schakel zowel de computer als het product uit. Koppel alle kabels los van het product. Product inschakelen. Als het bericht 'No Signal' wordt weergegeven, werkt het product normaal. Als er geen beeld wordt weergegeven, controleert u het computersysteem, de videocontroller en de kabel. 11.1.2 De resolutie en frequentie controleren "Not Optimum Mode' wordt kort weergegeven wanneer er een modus is geselecteerd die de ondersteunde resolutie overschrijdt (zie Ondersteunde resoluties). 11 Problemen oplossen 189 11 Problemen oplossen 11.1.3 Controleer het volgende Installatieprobleem (PC-modus) Het scherm wordt constant in- en uitgeschakeld. Controleer de kabelverbinding tussen de het product en de computer en zorg ervoor dat de kabels goed zijn bevestigd. ("2.2 Een computer aansluiten en gebruiken") Wanneer er een HDMI- of HDMI-DVI-kabel is aangesloten op het product en de PC, wordt er aan alle vier de kanten van het scherm een lege ruimte weergegeven. De lege ruimte op het scherm wordt niet veroorzaakt door het product. De lege ruimte op het scherm wordt veroorzaakt door de pc of grafische kaart. U kunt dit probleem oplossen door de schermgrootte aan te passen in de HDMI- of DVI-instellingen voor de grafische kaart. Als het instellingenmenu van de grafische kaart geen optie bevat waarmee de schermgrootte kan worden aangepast, werkt u het stuurprogramma van de grafische kaart bij naar de nieuwste versie. (Neem contact op met de fabrikant van de grafische kaart of de computer voor meer informatie over het aanpassen van de scherminstellingen.) Probleem met het scherm Het aan/uit-lampje brandt niet. Het scherm wordt niet ingeschakeld. Zorg ervoor dat de voedingskabel is aangesloten. ("2.2 Een computer aansluiten en gebruiken") "No Signal" wordt weergegeven op het scherm Controleer of het product goed is verbonden met een kabel. ("2.2 Een computer aansluiten en gebruiken") Controleer of het apparaat dat op het product is aangesloten, is ingeschakeld. "Not Optimum Mode' wordt weergegeven. Dit bericht wordt weergegeven wanneer een signaal van de grafische kaart de maximale resolutie en frequentie van het product overschrijdt. Raadpleeg de tabel met de standaardsignaalmodi en stel op basis van de productspecificaties een maximale resolutie en frequentie in. 11 Problemen oplossen 190 11 Problemen oplossen Probleem met het scherm De beelden op het scherm worden vervormd weergegeven. Controleer de kabelaansluiting met het product. ("2.2 Een computer aansluiten en gebruiken") Het scherm is niet helder. Het scherm is vaag. Pas de instellingen voor Coarse en Fine aan. Verwijder alle accessoires (videoverlengkabels, enzovoort) en probeer het opnieuw. Stel de resolutie en de frequentie in op het aanbevolen niveau. Het scherm is onstabiel en vertoont trillingen. Er blijven schaduwen of echobeelden achter op het scherm. Controleer of de resolutie en de frequentie van de computer en de grafische kaart zijn ingesteld binnen een bereik dat compatibel is met het product. Vervolgens kunt u indien nodige de scherminstellingen aanpassen door de aanvullende informatie in het productmenu den de tabel met standaardsignaalmodi te raadplegen. Het scherm is te helder. Het scherm is te donker. Pas de instellingen voor Brightness en Contrast aan. De schermkleur is inconsistent. Ga naar Picture en pas de instellingen voor Color Temp. aan. De kleuren op het scherm hebben een schaduw en worden vervormd. Ga naar Picture en pas de instellingen voor Color Temp. aan. Het wit lijkt niet echt wit. Ga naar Picture en pas de instellingen voor Color Temp. aan. Er wordt geen beeld op het scherm weergegeven en het aan/uit-lampje knippert elke 0,5 tot 1 seconde. Het product bevindt zich in de energiebesparingsmodus. Druk op een toets op het toetsenbord of beweeg de muis om terug te keren naar het vorige scherm. Problemen met het geluid Er wordt geen geluid weergegeven. Controleer de verbinding van de audiokabel of pas het volume aan. (" Een bronapparaat aansluiten en gebruiken") Controleer het geluidsvolume. 11 Problemen oplossen 191 11 Problemen oplossen Problemen met het geluid Het volumeniveau is te laag. Pas het volume aan. Als het volumeniveau nog steeds erg laag is nadat u het hebt vergoogd naar het maximale niveau, past u het volume voor de grafische kaart of het programma op de computer aan. Problemen met de afstandsbediening De afstandsbediening werkt niet. Zorg dat de batterij is geplaatst (+/-). Controleer of de batterijen leeg zijn. Controleer of er sprake is van een stroomstoring. Zorg ervoor dat de voedingskabel is aangesloten. Controleer of er speciale verlichting of neonlampen zijn ingeschakeld in de nabijheid van het product. Problemen met een bronapparaat Er wordt een piepend geluid weergegeven wanneer mijn computer wordt opgestart. Als u een piepgeluid hoort als de pc wordt aangezet, moet u de pc laten nakijken. 11 Problemen oplossen 192 11 Problemen oplossen 11.2 Vragen en antwoorden Vraag Hoe kan ik de frequentie wijzigen? Antwoord U kunt de frequentie instellen via uw grafische kaart.  "Windows XP" : ga naar Configuratiescherm Vormgeving en thema's Geavanceerd Beeldscherm Instellingen Beeldscherm en pas bij Beeldscherminstellingen de frequentie aan.  "Windows ME/2000" : ga naar Configuratiescherm Beeldscherm Instellingen Geavanceerd Beeldscherm en pas bij Beeldscherminstellingen de frequentie aan.  "Windows Vista": ga naar Configuratiescherm Vormgeving aan persoonlijke voorkeur aanpassen Persoonlijke instellingen Geavanceerde instellingen Beeldscherminstellingen Beeldscherm en pas bij Beeldscherminstellingen de frequentie aan.  "Windows 7" : ga naar Configuratiescherm Vormgeving en persoonlijke instellingen Beeldscherm instellingen Resolutie aanpassen Geavanceerde Beeldscherm en pas bij Beeldscherminstellingen de frequentie aan. 11 Problemen oplossen 193 11 Problemen oplossen Vraag Hoe kan ik de resolutie wijzigen? Antwoord  "Windows XP" : ga naar Configuratiescherm Vormgeving en thema's Beeldscherm Instellingen en pas de resolutie aan.  "Windows ME/2000" : ga naar Configuratiescherm Beeldscherm  Instellingen en wijzig de resolutie. "Windows Vista": ga naar Configuratiescherm Vormgeving aan persoonlijke voorkeur aanpassen Persoonlijke instellingen Beeldscherminstellingen en pas de resolutie aan.  "Windows 7" : ga naar Configuratiescherm en persoonlijke instellingen Vormgeving Beeldscherm Resolutie aanpassen en pas de resolutie aan. Hoe stel ik de energiebesparingsmodus in?  Windows XP: u kunt de energiebesparingsmodus inschakelen via Configuratiescherm thema's Beeldscherm Vormgeving en Instellingen voor schermbeveiliging of via BIOS SETUP op de computer.  Windows ME/2000: u kunt de energiebesparingsmodus inschakelen via Configuratiescherm Beeldscherm Instellingen voor schermbeveiliging of via BIOS SETUP op de computer.  Windows Vista: u kunt de energiebesparingsmodus inschakelen via Configuratiescherm persoonlijke instellingen Vormgeving en Persoonlijke instellingen Instellingen voor schermbeveiliging of via BIOS SETUP op de computer.  Windows 7: u kunt de energiebesparingsmodus inschakelen via Configuratiescherm instellingen Vormgeving en persoonlijke Persoonlijke instellingen Instellingen voor schermbeveiliging of via BIOS SETUP op de computer. Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw computer of grafische kaart voor meer informatie over instellingen. 11 Problemen oplossen 194 12 Specificaties 12.1 Algemeen Modelnaam Paneel Grootte Weergaveg ebied Afmetingen (B x H x D) / gewicht MD32B MD40B 32 inch (80cm) 40 inch (101cm) 698,4 mm (H) x 392,85 mm (V) 885,6 mm (H) x 498,15 mm (V) 736,0 x 434,5 x 93,5 mm / 6,4 Kg 925,4 x 541,0 x 93,5 mm / 9,6 Kg VESA-bevestigingsinterface Modelnaam Paneel Grootte Weergaveg ebied Afmetingen (B x H x D) / gewicht VESA-bevestigingsinterface Modelnaam Synchronisatie MD46B MD55B 46 inch (116cm) 55 inch (138cm) 1018,08 mm (H) x 572,67 mm (V) 1209,6 mm (H) x 680,4 mm (V) 1057,7 x 615,8 x 94,9 mm / 12,2 Kg 1247,7 x 722,9 x 95,2 mm / 17,9 Kg 400mm x 400mm MD32B / MD40B / MD46B / MD55B Horizontaal 30 ~ 81 kHz Verticaal 56 ~ 75 Hz Weergavekleur Resolutie 200 mm x 200 mm 1,07B Optimale resolutie 1920 x 1080 bij 60Hz Maximale resolutie 1920 x 1080 bij 60Hz Maximale pixelfrequentie 148,5MHz (analoog, digitaal) Stroomtoevoer Dit product gebruikt 100 tot 240 V. Raadpleeg het label op de achterkant van het product, aangezien het standaardvoltage per land kan verschillen. Audio-uitgang 10 W + 10 W Signaalaansluitingen In: AV IN/COMPONENT IN(common), RGB IN(PC D-Sub), DVI IN, HDMI IN, RGB/DVI/HDMI/AUDIO IN, RJ45, RS232C IN Uit: AUDIO OUT, RS232C OUT USB 1 DOWN(2.0) 12 Specificaties 195 12 Specificaties Modelnaam Omgevingsverei sten MD32B / MD40B / MD46B / MD55B In bedrijf Temperatuur: 0˚C ~ 40˚C (32˚F ~ 104˚F) Luchtvochtigheid: 10 % tot 80%, niet condenserend Opslag Temperatuur: -20˚C ~ 60˚C (-4˚F ~ 140˚F) Luchtvochtigheid: 5% tot 95 %, niet condenserend Plug-and-Play : Deze monitor kan worden geïnstalleerd op en gebruikt voor elk Plug and Play-systeem. De binaire gegevensuitwisseling tussen de monitor en het computersysteem optimaliseert de monitorinstellingen. De monitor wordt automatisch geïnstalleerd. U kunt de installatie-instellingen echter naar wens wijzigen. Door de manier waarop dit product wordt geproduceerd kan circa één pixel per miljoen pixels (1 ppm) van het paneel lichter of donkerder worden weergegeven. Dit is niet van invloed op de prestaties van het product. Dit apparaat is een digitaal apparaat van klasse A. 12.2 PowerSaver De energiebesparingfunctie van dit product reduceert het energieverbruik van het aan/uit-lampje als het product gedurende een bepaalde periode niet wordt gebruikt. Het product wordt niet uitgeschakeld in de energiebesparingsmodus. Om het scherm weer in te schakelen, drukt u op een willekeurige toets op het toetsenbord of beweegt u de muis. De energiebesparingsfunctie werkt alleen wanneer het product is aangesloten op een computer met een energiebesparingsfunctie. Normale werking Toestand Maximale waarde Aan/uit-lampje Stroomverbruik (Zonder netwerkmodule) Standa ard Aan MD32B 85 W 50 W MD40B 108 W 87 W MD46B 124 W 94 W MD55B 149 W 124 W Energiebesparings modus Uitschakelen (Aan/uit-knop uit) Knipperend Uit minder dan 1 W minder dan 1 W  Het energieverbruik dat wordt weergegeven kan per bedrijfsomstandigheid of wanneer de instellingen worden gewijzigd, variëren.  SOG (Sync On Green) wordt niet ondersteund.  Om het energieverbruik terug te dringen tot 0, schakelt u het apparaat uit of koppelt u de voedingskabel aan de achterkant los. Koppel de voedingskabel los als u het product gedurende langere tijd niet gebruikt (tijdens vakantie, enz.). 12 Specificaties 196 12 Specificaties 12.3 Voorinstelbare timingmodi  Vanwege de eigenschappen van het scherm kan dit product voor elk schermformaat slechts worden ingesteld op één resolutie voor een optimale beeldkwaliteit. Wanneer er een andere resolutie dan de opgegeven resolutie wordt ingesteld, kan dit ten koste gaan van de beeldkwaliteit. Om dit te voorkomen, kunt u het beste de opgegeven optimale resolutie voor uw product selecteren.  Controleer de frequentie wanneer u een CDT-product vervangt (aangesloten op een computer) door een LCD-product. Als het LCD-product geen ondersteuning biedt voor 85Hz, wijzigt u de verticale frequentie voor het CDT-product naar 60Hz en sluit u vervolgens het LCD-product aan. Het scherm wordt automatisch aangepast als er een signaal via uw computer wordt overgedragen die behoort tot de volgende standaard signaalmodi. Als het signaal dat via de computer wordt verzonden, niet tot de standaard signaalmodi behoort, wordt er mogelijk een leeg scherm weergegeven terwijl het aan/uit-lampje brandt. Wijzig in dat geval de instellingen overeenkomstig de volgende tabel door de gebruikershandleiding bij de grafische kaart te raadplegen. Resolutie Horizontale frequentie (kHz) Verticale frequentie (Hz) Pixelklok (MHz) Syncpolariteit (H/V) IBM, 720 x 400 31,469 70,087 28,322 -/+ MAC, 640 x 480 35,000 66,667 30,240 -/- MAC, 832 x 624 49,726 74,551 57,284 -/- MAC, 1152 x 870 68,681 75,062 100,000 -/- VESA, 640 x 480 31,469 59,940 25,175 -/- VESA, 640 x 480 37,861 72,809 31,500 -/- VESA, 640 x 480 37,500 75,000 31,500 -/- VESA, 800 x 600 35,156 56,250 36,000 +/+ VESA, 800 x 600 37,879 60,317 40,000 +/+ VESA, 800 x 600 48,077 72,188 50,000 +/+ VESA, 800 x 600 46,875 75,000 49,500 +/+ VESA, 1024 x 768 48,363 60,004 65,000 -/- VESA, 1024 x 768 56,476 70,069 75,000 -/- VESA, 1024 x 768 60,023 75,029 78,750 +/+ VESA, 1152 x 864 67,500 75,000 108,000 +/+ VESA, 1280 x 720 45,000 60,000 74,250 +/+ VESA, 1280 x 800 49,702 59,810 83,500 -/+ VESA, 1280 x 1024 63,981 60,020 108,000 +/+ 12 Specificaties 197 12 Specificaties Resolutie Horizontale frequentie (kHz) Verticale frequentie (Hz) Pixelklok (MHz) Syncpolariteit (H/V) VESA, 1280 x 1024 79,976 75,025 135,000 +/+ VESA, 1366 x 768 47,712 59,790 85,500 +/+ VESA, 1440 x 900 55,935 59,887 106,500 -/+ VESA,1600 x 900(RB) 60,000 60,000 108,000 +/+ VESA, 1680 x 1050 65,290 59,954 146,250 -/+ VESA, 1920 x 1080 67,500 60,000 148,500 +/+ Horizontale frequentie De tijd die nodig is om één lijn van links naar rechts op het scherm te scannen, wordt de horizontale cyclus genoemd. Het omgekeerde van deze horizontale cyclus is de horizontale frequentie. De horizontale frequentie wordt gemeten in kHz. Verticale frequentie Het product geeft een beeld meerdere keren per seconde weer (zoals een knipperende tl-lamp) om een beeld voor de kijker weer te geven. De frequentie waarmee een beeld per seconde wordt weergegeven, wordt de verticale frequentie of vernieuwingsfrequentie genoemd. De verticale frequentie wordt gemeten in Hz. 12 Specificaties 198 12 Specificaties 12.4 Licentie TheaterSound HD, SRS and symbol are trademarks of SRS Labs, Inc. TheaterSound HD technology is incorporated under license form SRS Lab, Inc. Vervaardigd onder licentie van Dolby Laboratories. Dolby en het double-Dsymbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories. Manufactured under license under U.S. Patent #’s: 5,451,942; 5,956,674; 5,974,380; 5,978,762; 6,487,535 & other U.S. and worldwide patents issued & pending. DTS and the Symbol are registered trademarks. & DTS 2.0+ Digital Out and the DTS logos are trademarks of DTS, Inc. Product Includes software. © DTS, Inc. All Rights Reserved. DivX Certified® to play DivX® video up to HD 1080p, including premium content. DivX®, DivX Certified® and associated logos are trademarks of DivX, Inc. and are used under license. ABOUT DIVX VIDEO: DivX® is a digital video format created by DivX, Inc. This is an official DivX Certified® device that plays DivX video. Visit www.divx.com for more information and software tools to convert your files into DivX video. ABOUT DIVX VIDEO-ON-DEMAND: This DivX Certified® device must be registered in order to play purchased DivX Video-on-Demand (VOD) movies. To obtain your registration code, locate the DivX VOD section in your device setup menu. Go to vod.divx.com for more information on how to complete your registration. Covered by one or more of the following U.S. patents : 7,295,673; 7,460,668; 7,515,710; 7,519,274 The terms HDMI and HDMI High-Definition Multimedia Interface, and the HDMI Logo are trademarks or registered trademarks of HDMI Licensing LLC in the United States and other countries. Open Source-licentiekennisgeving Wanneer u open-source software gebruik, zijn er open-source licenties beschikbaar in het productmenu. De licentiekennisgeving voor open source is alleen in het Engels beschikbaar. 12 Specificaties 199 Bijlage Contact opnemen met SAMSUNG WORLDWIDE Wanneer u suggesties of vragen heeft met betrekking tot producten, gelieve contact op te nemen met de klantenservice van SAMSUNG. NORTH AMERICA U.S.A 1-800-SAMSUNG (726-7864) http://www.samsung.com CANADA 1-800-SAMSUNG (726-7864) http://www.samsung.com/ca http://www.samsung.com/ch_fr (French) MEXICO 01-800-SAMSUNG (726-7864) http://www.samsung.com LATIN AMERICA ARGENTINA 0800-333-3733 http://www.samsung.com BRAZIL 0800-124-421 4004-0000 http://www.samsung.com BOLIVIA 800-10-7260 http://www.samsung.com CHILE 800-SAMSUNG (726-7864) http://www.samsung.com From mobile 02-482 82 00 COLOMBIA 01-8000112112 http://www.samsung.com COSTA RICA 0-800-507-7267 http://www.samsung.com DOMINICA 1-800-751-2676 http://www.samsung.com ECUADOR 1-800-10-7267 http://www.samsung.com EL SALVADOR 800-6225 http://www.samsung.com GUATEMALA 1-800-299-0013 http://www.samsung.com HONDURAS 800-27919267 http://www.samsung.com JAMAICA 1-800-234-7267 http://www.samsung.com NICARAGUA 00-1800-5077267 http://www.samsung.com PANAMA 800-7267 http://www.samsung.com PERU 0-800-777-08 http://www.samsung.com PUERTO RICO 1-800-682-3180 http://www.samsung.com TRINIDAD & TOBAGO 1-800-SAMSUNG (726-7864) http://www.samsung.com VENEZUELA 0-800-100-5303 http://www.samsung.com Bijlage 200 Bijlage EUROPE ALBANIA 42 27 5755 http://www.samsung.com AUSTRIA 0810 - SAMSUNG (7267864,€ 0.07/min) http://www.samsung.com BELGIUM 02-201-24-18 http://www.samsung.com/be (Dutch) http://www.samsung.com/be_fr (French) BOSNIA 05 133 1999 http://www.samsung.com BULGARIA 07001 33 11 http://www.samsung.com CROATIA 062 SAMSUNG (062 726 7864) http://www.samsung.com CZECH 800-SAMSUNG (800-726786) http://www.samsung.com Samsung Zrt., česká organizační složka, Oasis Florenc, Sokolovská394/17, 180 00, Praha 8 DENMARK 70 70 19 70 http://www.samsung.com FINLAND 030 - 6227 515 http://www.samsung.com FRANCE 01 48 63 00 00 http://www.samsung.com GERMANY 01805 - SAMSUNG (726-7864,€ 0,14/Min) http://www.samsung.com CYPRUS From landline : 8009 4000 http://www.samsung.com GREECE From landline : 80111-SAMSUNG (7267864) http://www.samsung.com From landline & mobile : (+30)210 6897691 HUNGARY 06-80-SAMSUNG (726-7864) http://www.samsung.com ITALIA 800-SAMSUNG (726-7864) http://www.samsung.com KOSOVO +381 0113216899 http://www.samsung.com LUXEMBURG 261 03 710 http://www.samsung.com MACEDONIA 023 207 777 http://www.samsung.com MONTENEGRO 020 405 888 http://www.samsung.com NETHERLANDS 0900 - SAMSUNG (09007267864) (€ 0,10/Min) http://www.samsung.com NORWAY 815-56 480 http://www.samsung.com POLAND 0 801-1SAMSUNG (172-678) +48 22 607-93-33 http://www.samsung.com PORTUGAL 80820-SAMSUNG (808207267) http://www.samsung.com Bijlage 201 Bijlage EUROPE RUMANIA From landline : 08010SAMSUNG(7267864) http://www.samsung.com From landline & mobile : (+40)21 206 01 10 SERBIA 0700 Samsung (0700 726 7864) http://www.samsung.com SLOVAKIA 0800 - SAMSUNG http://www.samsung.com (0800-726 786) SPAIN 902 - 1 - SAMSUNG (902 172 678) http://www.samsung.com SWEDEN 0771 726 7864 (SAMSUNG) http://www.samsung.com SWITZERLAND 0848-SAMSUNG (7267864, CHF 0.08/min) http://www.samsung.com/ch U.K 0330 SAMSUNG (7267864) http://www.samsung.com EIRE 0818 717100 http://www.samsung.com LITHUANIA 8-800-77777 http://www.samsung.com LATVIA 8000-7267 http://www.samsung.com ESTONIA 800-7267 http://www.samsung.com TURKEY 444 77 11 http://www.samsung.com http://www.samsung.com/ch_fr (French) CIS RUSSIA 8-800-555-55-55 http://www.samsung.com GEORGIA 8-800-555-555 http://www.samsung.com ARMENIA 0-800-05-555 http://www.samsung.com AZERBAIJAN 088-55-55-555 http://www.samsung.com KAZAKHSTAN 8-10-800-500-55-500 (GSM: 7799) http://www.samsung.com UZBEKISTAN 8-10-800-500-55-500 http://www.samsung.com KYRGYZSTAN 00-800-500-55-500 http://www.samsung.com TADJIKISTAN 8-10-800-500-55-500 http://www.samsung.com MONGOLIA - http://www.samsung.com UKRAINE 0-800-502-000 http://www.samsung.com/ua http://www.samsung.com/ ua_ru Bijlage 202 Bijlage CIS BELARUS 810-800-500-55-500 http://www.samsung.com MOLDOVA 00-800-500-55-500 http://www.samsung.com ASIA PACIFIC AUSTRALIA 1300 362 603 http://www.samsung.com NEW ZEALAND 0800 SAMSUNG (0800 726 786) http://www.samsung.com CHINA 400-810-5858 http://www.samsung.com HONG KONG (852) 3698 - 4698 http://www.samsung.com/hk http://www.samsung.com/ hk_en/ INDIA 1800 1100 11 http://www.samsung.com 3030 8282 1800 3000 8282 1800 266 8282 INDONESIA 0800-112-8888 021-5699-7777 http://www.samsung.com JAPAN 0120-327-527 http://www.samsung.com MALAYSIA 1800-88-9999 http://www.samsung.com PHILIPPINES 1-800-10-SAMSUNG (726-7864) for PLDT http://www.samsung.com 1-800-3-SAMSUNG (726-7864) for Digitel 1-800-8-SAMSUNG (726-7864) for Globe 02-5805777 SINGAPORE 1800-SAMSUNG (726-7864) http://www.samsung.com THAILAND 1800-29-3232 http://www.samsung.com 02-689-3232 TAIWAN 0800-329-999 http://www.samsung.com 0266-026-066 VIETNAM 1 800 588 889 http://www.samsung.com MIDDlE EAST IRAN 021-8255 http://www.samsung.com OMAN 800-SAMSUNG (726-7864) http://www.samsung.com KUWAIT 183-2255 http://www.samsung.com Bijlage 203 Bijlage MIDDlE EAST BAHRAIN 8000-4726 http://www.samsung.com EGYPT 08000-726786 http://www.samsung.com JORDAN 800-22273 http://www.samsung.com MOROCCO 080 100 2255 http://www.samsung.com SAUDI ARABIA 9200-21230 http://www.samsung.com U.A.E 800-SAMSUNG (726-7864) http://www.samsung.com AFRICA CAMEROON 7095- 0077 http://www.samsung.com COTE D'LVOIRE 8000 0077 http://www.samsung.com GHANA 0800-10077 http://www.samsung.com 0302-200077 KENYA 0800 724 000 http://www.samsung.com NIGERIA 0800-726-7864 http://www.samsung.com SENEGAL 800-00-0077 http://www.samsung.com SOUTH AFRICA 0860-SAMSUNG (726-7864) http://www.samsung.com TANZANIA 0685 88 99 00 http://www.samsung.com UGANDA 0800 300 300 http://www.samsung.com Bijlage 204 Bijlage Dienstverlening tegen betaling (door klanten) Wanneer u om service vraagt, kunnen wij in de volgende gevallen ondanks de garantie kosten in rekening brengen voor een bezoek van een monteur. Geen productdefect Reiniging van het product, afstelling, uitleg, herinstallatie enzovoort.  Als een monteur aanwijzingen geeft voor het gebruik van het product of gewoon enkele opties aanpast zonder het product te demonteren.  Als een defect het gevolg is van externe omgevingsfactoren (internet, antenne, signaal van kabel enzovoort).  Als een product opnieuw wordt geïnstalleerd of als er extra apparaten worden aangesloten na de eerste installatie van het aangeschafte product.  Als een product opnieuw wordt geïnstalleerd op een andere locatie of na een verhuizing.  Als de klant om aanwijzingen voor het gebruik vraagt vanwege een product van een ander bedrijf.  Als de klant om aanwijzingen voor het gebruik van het netwerk of een programma van een ander bedrijf vraagt.  Als de klant vraagt om de software voor het product te installeren en te configureren.  Als een monteur de binnenzijde van het product moet ontdoen van stof of vreemde stoffen.  Als de klant om een extra installatie vraagt na aanschaf van het product bij een postorderbedrijf of online. Productschade als gevolg van een fout van de klant Productschade als gevolg van een verkeerde handeling of verkeerde reparatie door de klant. Als het product schade heeft opgelopen als gevolg van:  impact van buitenaf of laten vallen;  het gebruik van verbruiksartikelen of apart verkochte producten die niet voldoen aan de eisen van Samsung;  reparatie door een persoon die geen monteur is van een erkend servicebedrijf of partner van Samsung Electronics Co., Ltd.  wijziging van het model of reparatie van het product door de klant;  gebruik van het product op een verkeerde spanning of via niet-goedgekeurde elektrische aansluitingen;  het niet volgen van de voorzorgsmaatregelen uit de gebruikershandleiding. Bijlage 205 Bijlage Overig  Als het product defect raakt als gevolg van een natuurramp (onweer, brand, aardbeving, overstroming enzovoort).  Als verbruiksartikelen op zijn (batterij, toner, verlichting, kop, trilmechanisme, lamp, filter, lint enzovoort). Als de klant om service vraagt terwijl het product niet defect is, kunnen servicekosten in rekening worden gebracht. Lees daarom eerst de gebruikershandleiding. Bijlage 206 Bijlage Een optimale beeldkwaliteit en het voorkomen van scherminbranding Optimale beeldkwaliteit  Om te genieten van een optimale beeldkwaliteit, gaat u naar het Configuratiescherm op uw computer en past u als volgt de resolutie en vernieuwingsfrequentie aan. De beeldkwaliteit van TFTLCD's is mogelijk niet optimaal als u niet de optimale resolutie selecteert.   Resolutie: 1920 x 1080  Verticale frequentie (vernieuwingsfrequentie): 60Hz Vanwege de aard van het productieproces voor dit product, wordt ongeveer 1 op de miljoen pixels (1 ppm) op het -scherm donkerder of lichter weergegeven. Dit is niet van invloed op de prestaties van het product.   Het aantal subpixels per type -scherm: MD32B, MD40B, MD46B, MD55B : 6,220,800 Voer de functie 'Auto Adjustment' uit om de beeldkwaliteit te verbeteren. Als er nog steeds ruis wordt weergegeven nadat u de Auto Adjustment-functie hebt uitgevoerd, past u de instellingen voor Coarse of Fine aan.  Wanneer er langere tijd een statisch beeld op het scherm wordt weergegeven, kan het beeld op het scherm inbranden of kunnen er pixels beschadigd raken.  Activeer de energiebesparingsmodus of een dynamische schermbeveiliging wanneer u het product enige tijd niet gebruikt.  In tegenstelling tot CDT-monitoren, kunnen TFT-LCD-monitoren (vanwege de eigenschappen van het scherm) slechts worden ingesteld op één resolutie voor een optimale beeldkwaliteit. Het is daarom mogelijk dat wanneer er een andere resolutie dan de opgegeven resolutie wordt ingesteld, dit ten koste gaat van de beeldkwaliteit. Om dit te voorkomen, kunt u het beste de opgegeven optimale resolutie voor uw monitor selecteren. Bijlage 207 Bijlage Het voorkomen van scherminbranding Wat is scherminbranding? Wanneer het LCD-scherm normaal wordt gebruikt, mag er geen scherminbranding optreden. Een normaal gebruik verwijst naar continu veranderende videopatronen. Wanneer er langdurig een vast patroon op het LCD-scherm wordt weergegeven (langer dan 12 uur), kan er een licht spanningsverschil optreden tussen de elektroden in de pixels die vloeibare kristallen besturen. Een dergelijk spanningsverschil tussen de elektroden neemt naar verloop van tijd toe, waardoor het vloeibare kristal dunner wordt. Als dit gebeurt, is het mogelijk dat het vorige beeld zichtbaar blijft wanneer het patroon wordt gewijzigd. Om dit te voorkomen, moet het opgebouwde spanningsverschil worden verlaagd. Zwarte matrix Source Kleurenfilter Afvoer Poort TFT Gemeenschappelijke elektrode (ITO) Pixelelektrode (ITO) Opslagcondensator (Cs) Databus-lijn Bijlage 208 Bijlage  Uitschakelen, schermbeveiliging en energiebesparingsmodus  Schakel het product 2 uur uit wanneer u het 12 uur hebt gebruikt.  Ga naar Weergave-eigenschappen > Stroomtoevoer op uw computer en stel in dat het product wanneer dit nodig is, wordt uitgeschakeld.  Het gebruik van een schermbeveiliging wordt aanbevolen. U kunt het beste een schermbeveiliging met één kleur of een bewegende afbeelding gebruiken.  Wijzig regelmatig de kleur Type 1 Type 2 FLIGHT TIME FLIGHT TIME OZ348 20:30 OZ348 20:30 UA102 21:10 UA102 21:10 Gebruik twee kleuren Schakel om de 30 minuten tussen de 2 kleuren, zoals hierboven wordt weergegeven.  Gebruik liever geen tekstkleuren en achtergrondkleuren die qua helderheid zeer contrasteren. Gebruik liever geen grijs, aangezien deze kleur de scherminbranding kan bevorderen. Gebruik liever geen kleuren die qua helderheid zeer contrasteren (zwart en wit; grijs).  FLIGHT : TIME FLIGHT : TIME OZ348 : 20:30 OZ348 : 20:30 Wijzig regelmatig de tekstkleur  Gebruik heldere kleuren die qua helderheid vergelijkbaar zijn. Interval: wijzig elke 30 minuten de tekst en achtergrondkleur. FLIGHT : TIME OZ348  : 20:30 OZ348 : 20:30 FLIGHT : TIME FLIGHT : TIME OZ348 : 20:30 OZ348 : 20:30 Verplaats en wijzig de tekst elke 30 minuten, zoals hieronder. FLIGHT : TIME FLIGHT : TIME OZ348 : 20:30 OZ348 : 20:30 [ Step 1 ]  FLIGHT : TIME [ Step 2 ] [ Step 3 ] Geef regelmatig een bewegende afbeelding alsmede een logo weer. Interval: geef na 4 uur 60 seconden een bewegende afbeelding met een logo weer.  De beste manier om het product te beschermen tegen scherminbranding is om het product uit te schakelen of om ervoor te zorgen dat het computersysteem een schermbeveiliging uitvoert wanneer het product niet wordt gebruikt. Ook is de garantie mogelijk beperkt, afhankelijk van de gebruiksaanwijzing. Bijlage 209 Bijlage Correcte verwijdering Correcte verwijdering van dit product (elektrische & elektronische afvalapparatuur) Dit merkteken op het product, de accessoires of het informatiemateriaal duidt erop dat het product en zijn elektronische accessoires (bv. lader, headset, USB-kabel) niet met ander huishoudelijk afval verwijderd mogen worden aan het einde van hun gebruiksduur. Om mogelijke schade aan het milieu of de menselijke gezondheid door ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen, moet u deze artikelen van andere soorten afval scheiden en op een verantwoorde manier recyclen, zodat het duurzame hergebruik van materiaalbronnen wordt bevorderd. Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel waar ze dit product hebben gekocht of met de gemeente waar ze wonen om te vernemen waar en hoe ze deze artikelen milieuvriendelijk kunnen laten recyclen. Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de algemene voorwaarden van de koopovereenkomst nalezen. Dit product en zijn elektronische accessoires mogen niet met ander bedrijfsafval voor verwijdering worden gemengd. Correcte behandeling van een gebruikte accu uit dit product (Van toepassing op de Europese Unie en andere Europese landen met afzonderlijke inzamelingssystemen voor accu's en batterijen.) Dit merkteken op de accu, handleiding of verpakking geeft aan dat de accu in dit product aan het einde van de levensduur niet samen met ander huishoudelijk afval mag worden weggegooid. De chemische symbolen Hg, Cd of Pb geven aan dat het kwik-, cadmium- of loodgehalte in de accu hoger is dan de referentieniveaus in de Richtlijn 2006/66/EC. Indien de gebruikte accu niet op de juiste wijze wordt behandeld, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid van mensen of het milieu. Ter bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en ter bevordering van het hergebruik van materialen, verzoeken wij u afgedankte accu’s en batterijen te scheiden van andere soorten afval en voor recycling aan te bieden bij het gratis inzamelingssysteem voor accu’s en batterijen in uw omgeving. Bijlage 210 Bijlage Terminologie Dot Pitch De monitor en het scherm bestaan uit rode, groene en blauwe stippen. Hoe kleiner de afstand tussen deze punten hoe hoger de resolutie. Dot pitch verwijst naar de kleinste afstand tussen twee punten met dezelfde kleur. Dot pitch wordt gemeten in millimeters. Verticale frequentie De monitor geeft een afbeelding meerdere keren per seconde weer (zoals een knipperende tl-lamp) om een beeld voor de kijker weer te geven. De frequentie waarmee een beeld per seconde wordt weergegeven, wordt de verticale frequentie of vernieuwingsfrequentie genoemd. De verticale frequentie wordt gemeten in Hz. Bijvoorbeeld: 60Hz verwijst naar het feit dat één beeld 60 keer per seconde wordt weergegeven. Horizontale frequentie De tijd die nodig is om één lijn van links naar rechts op het scherm te scannen, wordt de horizontale cyclus genoemd. Het omgekeerde van deze horizontale cyclus is de horizontale frequentie. De horizontale frequentie wordt gemeten in kHz. Plug & Play Plug & Play is een functie waarmee de gegevens tussen een monitor en een computer automatisch worden uitgewisseld voor een optimale weergaveomgeving. Het product gebruikt VESA DDC (internationale norm) om Plug & Play uit te voeren. Resolutie De resolutie is het aantal horizontale punten (pixels) en verticale punten (pixels) waaruit het scherm is opgebouwd. Het geef aan hoe gedetailleerd een beeld wordt weergegeven. Bij een hogere resolutie kunnen er meer gegevens worden weergegeven op het scherm en is handig wanneer er tegelijkertijd meerdere taken moeten worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld: een resolutie van 1920 X 1080 bestaat uit 1920 horizontale pixels (horizontale resolutie) en 1080 verticale pixels (verticale resolutie). Multiple Display Control (MDC) MDC (Multiple Display Control) is een toepassing waarmee u meerdere weergaveapparaten tegelijkertijd via een computer kunt besturen. De communicatie tussen een computer en een monitor vindt plaats via RS232C-kabels (seriële gegevensoverdracht) en RJ45-kabels (LAN). Bijlage 211 Bijlage DVD (Digital Versatile Disc) DVD verwijst naar een schijf voor massaopslag ter grootte van een cd. U kunt op deze schijf multimediatoepassingen (audio, video of games) opslaan met de MPEG-2 videocompressietechnologie. HDMI(High Definition Multimedia Interface) Dit is een interface die zowel kan worden aangesloten op een digitale audiobron als op een highdefinition videobron door gebruik te maken van één kabel zonder compressie. Componentpoorten (groen, blauw en rood) De componentpoorten, die de contrastsignalen identificeren, overdragen en ontvangen, bieden een superieure beeldkwaliteit ten opzichte van de andere aansluitmethoden. Stereo Stereo verwijst naar een technologie waarbij de audiosignalen via twee kanalen worden uitgevoerd. Het biedt een 3D-geluidsweergave via een speciaal linker- en rechteraudiokanaal via twee luidsprekers. Bron Invoerbron verwijst naar een videobronapparaat dat is aangesloten op het product, zoals een camcorder of video- of dvd-speler. 480i / 480p / 720p / 1080i / 1080p Elk van de scanfrequenties verwijst naar het aantal effectieve scanlijnen die de resolutie bepalen. De scanfrequentie kan worden aangeduid in i (interlaced) of p (progressief), afhankelijk van de scanmethode. - Scannen Scannen verwijst naar een proces voor het verzenden van pixels die op progressieve wijze het beeld vormen. Hoe groter het aantal pixels, hoe helderder en levendiger het beeld. - Progressief In de progressieve scanmodus worden alle lijnen met pixels op het scherm één voor één gescand (progressief). - Interlaced In de interlaced scanmodus, worden eerst alle oneven lijnen met pixels van boven naar beneden gescand en vervolgens worden alle andere lijnen met pixels (die nog niet zijn gescand) gescand. Bijlage 212 Index A O Afstandsbediening 29 OSDrotatie 161 Afzonderlijk verkrijgbare items 24 Alles herstellen 162 P Picture Size 103 B PIP 147 Batterijen 30 Poort 27 Bijlage 200 Problemen rapporteren 189 C S Computerverbinding 54 Scherm voor aangepaste instellingen 102 Contact opnemen met SAMSUNG WORLDWIDE 200 Schermafstelling 103 Correcte verwijdering 210 Schermpositie 153 Slaaptimer 141 Software Upgrade 163 D Source AutoSwitch Settings 154 De resolutie wijzigen 56 Specificaties 195 Dienstverlening tegen betaling door klanten Standaard 101 205 E T Time 141 Eco Solution 114 Energy Saving 144 V Videoverbinding 58 M MagicInfo Lite 117 MDC installerenverwijderen 67 Menu Language 144 Modus 101 Multi Control 140 N Network Settings 130 Index 213
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213

Samsung MD40B Handleiding

Categorie
Tv's
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor