Miele KWT 6321 UG de handleiding

Type
de handleiding
Montage- en gebruiksaanwijzing
Wijnkoelkast
Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding
voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat.
M.-Nr. 09 875 980nl-BE
Beschrijving van het toestel .........................................4
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................9
Hoe kunt u energie besparen? ......................................17
Toestel in- en uitschakelen .........................................18
Vergrendeling ....................................................18
Bij langdurige afwezigheid ..........................................19
Temperatuur en luchtkwaliteit ......................................20
De temperatuur ...................................................20
Isolatieplaat voor thermische scheiding ..............................21
Het instellen van de temperaturen ..................................21
Mogelijke temperatuurinstellingen ..................................21
Temperatuuraanduiding ............................................22
De lichtsterkte van de temperatuuraanduidingen ......................22
Luchtkwaliteit en luchtvochtigheid.....................................23
DynaCool (constante luchtvochtigheid) m...........................23
Luchtverversing door het actief koolstoffilter ..........................24
Presenteerverlichting .............................................25
Het inschakelen van het presenteerlicht .............................25
Het wijzigen van de lichtsterkte ....................................25
Het opslaan van wijnen ............................................26
Houten roosterplateaus .............................................26
Maximale beladingscapaciteit........................................28
Waarschuwingssignaal ............................................29
Temperatuuralarm .................................................29
Deuralarm .......................................................29
Waarschuwingssysteem inschakelen ..................................29
Waarschuwingssignaal vroegtijdig uitschakelen..........................29
Automatisch ontdooien............................................30
Het reinigen en onderhouden van het apparaat .......................31
Het reinigen van binnenruimte, toebehoren en deur.......................31
Het reinigen van de deurdichting .....................................32
Het reinigen van het ventilatierooster ..................................32
Het reinigen van de luchtfilter ........................................32
Actievekoolstoffilter ..............................................33
Actievekoolstoffilters vervangen ......................................33
Inhoud
2
Nuttige tips ......................................................34
Waar bepaalde geluiden vandaan komen .............................36
Service After Sales/garantie ........................................37
Duur en voorwaarden van de garantie ...............................37
Gegevens voor testinstellingen .....................................38
Elektrische aansluiting ............................................39
Montagerichtlijnen ................................................40
Side-by-side-opstelling .............................................40
Opstelplaats......................................................40
Klimaatklasse ..................................................41
Luchttoevoer en -afvoer.............................................41
Voor u het toestel inbouwt ...........................................42
Het veranderen van de draairichting van de deur ......................44
Toestel onder een werkvlak inbouwen ...............................47
Het toestel voorbereiden ............................................47
Toestel uitlijnen ten opzichte van hogere meubeldeuren ...................49
Toestel in de nis schuiven ...........................................51
Het toestel in de nis bevestigen ......................................51
De zijdelingse uitlijning van de toesteldeur instellen ....................52
Adressen .......................................................55
Inhoud
3
a Aan-uittoets
b De bovenste temperatuurzone selec
-
teren
c Toets voor het instellen van de tem-
peratuur in het bovenste bereik (Y
voor warmer)
d Temperatuurindicator bovenste be-
reik
e Toets voor het instellen van de tem-
peratuur in het bovenste bereik (X
voor kouder)
f Toets voor constante luchtvochtig-
heid (DynaCool) en controlelampje
g Uitschakeltoets voor het waarschu
-
wingssignaal
h De onderste temperatuurzone selec
-
teren
i Temperatuurindicator onderste be-
reik
j Toetsen om de temperatuur in te
stellen in het onderste bereik
(Y voor warmer; X voor kouder)
k Toets voor de binnenverlichting en
het controlelampje
Beschrijving van het toestel
4
Betekenis van de symbolen
Symbool Betekenis Functie
0 Vergrendeling Beveiliging tegen ongewenste uitscha
-
keling
Beschrijving van het toestel
5
a Verlichtingslijst (in beide
wijnklimaatzones)
b Actievekoolstoffilter
c Bedieningspaneel voor de bovenste
en onderste
wijnklimaatzones/Isolatieplaat om de
temperatuurzones thermisch van el
-
kaar te scheiden
d Isolatieplaat om de temperatuurzo
-
nes thermisch van elkaar te scheiden
e Houten roosters
f Glazen deur van veiligheidsglas met
uv-filter
g Ventilatierooster met luchtfilter
Beschrijving van het toestel
6
Bijgeleverd toebehoren
Actievekoolstoffilter
De actievekoolstoffilter in het bedie
-
ningspaneel zorgt voor een optimale
luchtverversing en dus voor een hoge
luchtkwaliteit in het toestel.
Luchtfilter
De luchtfilter achter het ventilatierooster
voorkomt dat de koelcapaciteit door af
-
zettingen van stof wordt verminderd.
Mits toeslag verkrijgbaar toe
-
behoren
Actievekoolstoffilter
(Zie "Bijgeleverd toebehoren" voor de
beschrijving.)
Luchtfilter
(Zie "Bijgeleverd toebehoren" voor de
beschrijving.)
Multifunctionele microvezeldoek
De microvezeldoek helpt om
vingerafdrukken en normaal vuil te ver-
wijderen op
roestvrijstalen fronten, bedieningspane-
len van toestellen, vensters, meubels,
autoruiten enz.
Het mits toeslag verkrijgbaar toebe-
horen is verkrijgbaar via de Tech-
nische Dienst van Miele, bij uw Miele-
-handelaar of in de Miele Online
Shop.
Beschrijving van het toestel
7
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
-
kozen dat door het milieu wordt verdra
-
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
-
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
-
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap-
paraten bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functio-
neren en de veiligheid van het apparaat
nodig waren. Als u het apparaat bij het
gewone afval doet of bij verkeerde be-
handeling kunnen deze stoffen schade-
lijk zijn voor de gezondheid en het
milieu. Verwijder het afgedankte appa
-
raat dan ook nooit met het gewone af
-
val.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af
-
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
of
de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus
-
sen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
8
Dit toestel voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoor
-
schriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter
letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees deze gebruiks- en montageaanwijzing daarom eerst aan
-
dachtig door voordat u het toestel in gebruik neemt. U vindt er
belangrijke opmerkingen omtrent opstelling, veiligheid, gebruik
en onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade
aan het toestel.
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat
deze opmerkingen niet in acht werden genomen.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef ze door aan
wie het toestel eventueel na u gebruikt.
,
Gevaar voor verwonding!
Als de opstelplaats zich op een hoogte van meer dan 1500 m be-
vindt, kan het glas van de toesteldeur breken door veranderingen
in de luchtdrukomstandigheden.
Glasscherven kunnen zware verwondingen tot gevolg hebben!
Juist gebruik
~
Dit toestel is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
gelijkaardige omgevingen.
Dit toestel is niet bestemd voor gebruik buiten.
~
Gebruik het toestel uitsluitend in huishoudelijke context voor het
bewaren van wijn.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
9
~
Het toestel is niet geschikt voor het bewaren en koelen van
geneesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten of derge
-
lijke stoffen of producten. Verkeerd gebruik van het toestel kan lei
-
den tot aantasting of bederf van de bewaarde producten. Boven
-
dien is het toestel niet geschikt voor gebruik in explosiegevaarlijke
omgevingen.
Miele is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt
door een ander gebruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve
bediening.
~
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk
-
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn
dit toestel veilig te bedienen, moeten bij de bediening in het oog
worden gehouden.
Deze personen mogen het toestel zonder toezicht bedienen, maar
alleen wanneer hun de bediening van het toestel zo uitgelegd is dat
ze het veilig kunnen bedienen. Ze moeten de eventuele risico's van
een foutieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
Kinderen in het huishouden
~
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het toestel
worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
~
Kinderen vanaf acht jaar mogen het toestel zonder toezicht be
-
dienen, maar alleen wanneer hun de bediening ervan zo uitgelegd
is dat ze het toestel veilig kunnen bedienen. Ze moeten de eventue
-
le risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
~
Kinderen mogen het toestel niet zonder toezicht reinigen of on
-
derhouden.
~
Hou kinderen die in de buurt van het toestel komen in het oog.
Laat kinderen nooit met het toestel spelen.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
10
~
Gevaar voor verstikking! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen
in verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken
en daardoor verstikken. Hou kinderen uit de buurt van verpakkings
-
materiaal.
Technische veiligheid
~
Het koelmiddelcircuit heeft een controle op lekkage doorstaan.
Het toestel voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften en de
relevante EU-richtlijnen.
~
Dit toestel bevat het koelmiddel isobutaan (R600a), een natuurlijk
gas dat het milieu weinig belast maar wel brandbaar is. Het is niet
schadelijk voor de ozonlaag en draagt niet bij tot het broeikaseffect.
Het gebruik van dit milieuvriendelijke koelmiddel veroorzaakt wel
een lichte verhoging van de werkingsgeluiden. Naast
werkingsgeluiden van de compressor kunnen er ook stromingsgelui-
den te horen zijn die afkomstig zijn van het koelcircuit. Dat is jammer
genoeg niet te vermijden, maar heeft geen invloed op de prestaties
van het toestel.
Let er bij het transporteren en het inbouwen/opstellen van het toestel
op dat geen enkel onderdeel van het koelcircuit beschadigd raakt.
Wegspattend koelmiddel kan tot oogletsels leiden!
Bij beschadiging:
Vermijd open vuur of ontstekingsbronnen,
Koppel het toestel los van het elektriciteitsnet,
Verlucht gedurende enkele minuten het vertrek waarin het toestel
staat
Neem contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
11
~
Hoe meer koelmiddel er in een toestel zit, hoe groter de ruimte
moet zijn waarin het toestel wordt opgesteld. Bij een eventueel lek
kan er in een te kleine ruimte een brandbaar mengsel van gas en
lucht ontstaan.
Per 8 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m
3
groot zijn. De
hoeveelheid koelmiddel is aangegeven op het typeplaatje in het toe
-
stel.
~
De aansluitgegevens (zekering, frequentie en spanning) op het
typeplaatje van het toestel moeten absoluut overeenstemmen met
deze van het elektriciteitsnet. Zo voorkomt u schade aan uw toestel.
Vergelijk deze gegevens voordat u het toestel aansluit. Vraag bij
twijfel inlichtingen aan een elektricien.
~
De elektrische veiligheid van dit toestel wordt enkel gewaarborgd
als het wordt aangesloten op een volgens de voorschriften geïnstal-
leerd aardsysteem. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamente-
le veiligheidsvoorwaarde is voldaan. Laat de elektrische installatie
bij twijfel door een elektricien controleren.
~
Is de aansluitkabel beschadigd, laat dan een nieuwe installeren
door een vakman of vakvrouw die door Miele erkend is. Zo vermijdt
u risico's voor wie het toestel gebruikt.
~
Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende
veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Gebruik deze niet om het
toestel aan te sluiten op het elektriciteitsnet.
~
Wanneer er vocht in aanraking komt met onderdelen van het toe
-
stel die onder spanning staan of de netaansluiting, kan dat een kort
-
sluiting veroorzaken.
Gebruik het toestel daarom niet in een ruimte die wordt blootgesteld
aan vocht of waterspatten (bijv. garage, washok enz.).
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
12
~
Dit toestel mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een schip)
worden gebruikt.
~
Een beschadigd toestel kan uw veiligheid in gevaar brengen.
Controleer of het toestel zichtbaar beschadigd is. Een beschadigd
toestel mag u nooit in gebruik nemen.
~
Gebruik het toestel enkel in ingebouwde toestand. Enkel dan is
een veilige werking gegarandeerd.
~
Tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken moet het
toestel van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Het toestel is pas
van het elektriciteitsnet losgekoppeld wanneer aan een van deze
voorwaarden is voldaan:
De zekeringen in uw zekeringkast zijn uitgeschakeld of
De schroefzekeringen in uw zekeringkast zijn helemaal uitge-
draaid of
De stekker is uit het stopcontact getrokken.
Trek bij aansluitkabels met een stekker niet aan de kabel maar
aan de stekker om het toestel los te koppelen van het elektrici-
teitsnet.
~
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of
herstellingswerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's
ontstaan. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen al
-
leen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend zijn.
~
Het recht op garantie vervalt wanneer het toestel door een klan
-
tendienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
~
Enkel met originele Miele-wisselstukken bent u zeker dat ze ten
volle voldoen aan de eisen qua veiligheid. Defecte onderdelen mo
-
gen enkel worden vervangen door originele Miele-wisselstukken.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
13
Veilig gebruik
~
Het toestel is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse
(bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en
bovengrens moeten worden gerespecteerd.
De klimaatklasse is vermeld op het typeplaatje aan de binnenzijde
van het toestel. Een te lage kamertemperatuur heeft tot gevolg dat
de compressor gedurende een lange tijd stilstaat, zodat het toestel
de vereiste temperatuur niet kan aanhouden.
~
De luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen mogen niet worden af
-
gedekt of afgesloten.
Als deze openingen afgedekt zijn, kan er geen goede luchtcirculatie
plaatsvinden. Het energieverbruik stijgt en schade aan onderdelen
kan niet worden uitgesloten.
~
Als u in het toestel vet- of oliehoudende levensmiddelen bewaart,
dient u ervoor te zorgen dat eventueel uitlopend vet of uitlopende
olie niet in contact komt met de kunststofonderdelen van het toestel.
Er kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan, zodat die
barst of scheurt.
~
Bewaar geen explosieve stoffen en geen producten met brand-
bare drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het toestel. Ontvlambare
gasmengsels kunnen worden ontstoken door elektrische componen
-
ten.
Gevaar voor brand en ontploffing!
~
Gebruik geen elektrische toestellen in het toestel (bijv. om softijs
te maken). Er kunnen vonken ontstaan.
Gevaar voor ontploffing!
~
Gebruik alleen origineel Miele-toebehoren. Worden er andere on
-
derdelen gemonteerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op ga
-
rantie en/of de productaansprakelijkheid.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
14
Reiniging en onderhoud
~
Behandel de deurdichting niet met olie of vet.
Daardoor wordt de deurdichting na verloop van tijd poreus.
~
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderde
-
len die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor het reinigen en ontdooien van het toestel nooit een
stoomreiniger.
~
Gebruik geen voorwerpen met scherpe punt of rand om
rijm- en ijslagen te verwijderen,
vastgevroren levensmiddelen los te wrikken.
Als u dat doet, beschadigt u de koelelementen en functioneert het
toestel niet meer correct.
~
Plaats nooit elektrische verwarmingstoestellen of kaarsen in het
toestel om het te ontdooien. De kunststof zou beschadigd raken.
~
Gebruik geen ontdooisprays of producten om ijs te verwijderen.
Die kunnen immers explosieve gassen vormen, ze kunnen oplos-
middelen of drijfgassen bevatten die de kunststof aantasten of ze
kunnen de gezondheid schaden.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
15
Transport
~
Transporteer het toestel altijd terwijl het verticaal staat en terwijl
het zich in de transportverpakking bevindt. Zo voorkomt u schade.
~
Transporteer het toestel met zijn tweeën. Het toestel is immers
zwaar. Gevaar voor verwonding en beschadiging!
Wat met een afgedankt toestel?
~
Vernietig het deurslot van uw toestel als u het afdankt.
Op die manier voorkomt u dat spelende kinderen zich in het toestel
opsluiten, wat levensgevaarlijk kan zijn.
~
Beschadig geen onderdelen van het koelcircuit, bijv. door
koelmiddelkanalen van het verdampsysteem open te prikken,
buizen te knikken,
oppervlaktecoatings weg te krabben.
Wegspattend koelmiddel kan tot oogletsels leiden!
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
16
Normaal
energieverbruik
Verhoogd
energieverbruik
Opstellen/wachten In een verluchte ruimte. In een gesloten,
niet-verluchte ruimte.
Beschermd tegen
rechtstreekse zonnestralen.
Bij rechtstreekse
zonnestralen.
Niet naast een warmtebron
(verwarmingselement, for
-
nuis).
Naast een warmtebron (ver
-
warmingselement, fornuis).
Bij een ideale kamertempera
-
tuur van ongeveer 20 °C.
Bij een hoge kamertempera
-
tuur.
Dek de luchttoevoerope
-
ningen niet af. Verwijder re-
gelmatig het stof van de
luchttoevoeropeningen.
Als de luchttoevoerope
-
ningen afgedekt zijn of on-
der het stof zitten.
Verwijder minstens 1 keer
per jaar het stof van de com-
pressor en het metalen roos-
ter (warmtewisselaar) aan de
achterzijde van het toestel.
Wanneer er zich stof heeft
opgehoopt op de compres-
sor en het metalen rooster
(warmtewisselaar).
Temperatuur-
instelling
10 tot 12 °C Hoe lager of hoger de inge-
stelde temperatuur, hoe ho
-
ger het energieverbruik!
Gebruik Laat de houten roosters zo
-
als ze waren toen het toestel
werd geleverd.
Open de toesteldeur alleen
indien nodig en altijd zo kort
mogelijk.
Schik de wijnflessen in het
toestel.
Als u de deur vaak en lang
-
durig opent, treedt er koude
-
verlies op en stroomt er war
-
me kamerlucht naar binnen.
Het toestel probeert te
koelen en de compressor
werkt langdurig.
Doe de vakken niet te vol zo
-
dat de lucht kan circuleren.
Hoe kunt u energie besparen?
17
Vóór het eerste gebruik
^
Reinig het inwendige van het toestel
en het toebehoren. Gebruik daarvoor
lauw water. Wrijf daarna alles droog
met een doek.
Het toestel inschakelen
^
Druk op de aan-uittoets, zodat de
temperatuurindicatoren gaan bran
-
den.
Er weerklinkt een waarschuwingssig-
naal. Het toestel begint te koelen en de
binnenverlichting gaat aan als de toe-
steldeur wordt geopend.
Waarschuwingssignaal uit-
schakelen
^
Druk op de uitschakeltoets voor het
waarschuwingssignaal.
Het waarschuwingssignaal stopt. De
temperatuurindicatoren knipperen tot
-
dat de ingestelde temperaturen vrijwel
zijn bereikt.
Het toestel uitschakelen
^
Druk zo lang op de aan-uittoets, tot
de temperatuurindicatoren uitgaan.
De koeling is uitgeschakeld. (Als dat
niet het geval is, is de vergrendeling
ingeschakeld!)
Vergrendeling
Met de vergrendeling kunt u het toestel
beveiligen, zodat het niet ongewenst
wordt uitgeschakeld:
Vergrendeling in-/uitschakelen
^ Hou de toets voor de constante lucht-
vochtigheid ca. 5 seconden inge-
drukt.
Het controlelichtje van de toets knippert
en in de temperatuuraanduiding voor
het onderste vak (rechtse indicator)
knippert een
;.
^
Druk de toets voor de constante
luchtvochtigheid opnieuw in.
Toestel in- en uitschakelen
18
Door te drukken op de insteltoetsen
voor de temperatuur in de bovenste
zone (linker temperatuurtoetsen) kunt u
nu kiezen tussen
; 0 en ; 1:
0: de vergrendeling is uitgeschakeld,
1: de vergrendeling is ingeschakeld.
^ Druk de toets voor de constante
luchtvochtigheid in om de instelling
op te slaan.
Als de vergrendeling ingeschakeld is,
brandt het controlelampje van de ver-
grendeling
X.
^
Sluit de instelmodus af door op de
toets aan/uit te drukken. Anders
schakelt de elektronische besturing
na ca. 2 minuten over naar normale
werking.
Bij langdurige afwezigheid
Als u het toestel gedurende lange tijd
niet gebruikt:
^
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit of schakel de des
-
betreffende zekering in uw
zekeringkast uit,
^
maak het toestel schoon en
^
laat de toesteldeur op een kier staan
om geurvorming te vermijden.
Als het toestel bij langdurige afwe
-
zigheid wordt uitgeschakeld maar
niet wordt gereinigd, bestaat er ge-
vaar voor schimmelvorming als de
deur gesloten blijft.
19
Toestel in- en uitschakelen
Wijnen blijven zich afhankelijk van
omgevingsfactoren ontwikkelen.
Zo is naast de temperatuur ook de kwa
-
liteit van de lucht doorslaggevend voor
de houdbaarheid van de wijn.
Met een constante en op de wijn
afgestemde temperatuur, een ver
-
hoogde luchtvochtigheid en een
geurvrije omgeving heersen in deze
wijnklimaatkast de optimale omstandig
-
heden waaronder uw wijnen kunnen
worden opgeslagen.
Bovendien is met deze wijnkast een tril
-
lingsvrije omgeving en daarmee een
ongestoord rijpingsproces gegaran-
deerd.
De temperatuur
Wijnen kunnen bij een temperatuur tus-
sen 6 en 18°C worden bewaard.
Wilt u witte en rode wijnen naast elkaar
opslaan, kies dan een temperatuur tus-
sen de 12 en 14°C. Deze temperaturen
zijn zowel voor witte als voor rode
wijnen geschikt.
Bij een opslagtemperatuur van boven
de 22°C rijpen wijnen te snel, zodat
aroma´s zich niet verder kunnen ontwik
-
kelen.
Bij een opslagtemperatuur van onder
de 5°C daarentegen kunnen ze niet op
-
timaal rijpen.
Temperatuurschommelingen zijn niet
goed voor wijn en verstoren het rij
-
pingsproces. Wijn krimpt bij kou en zet
bij warmte uit. Daarom is het heel be
-
langrijk om ervoor te zorgen dat de
temperatuur in het apparaat vrijwel con
-
stant blijft.
Temperatuurbeveiliging bij lage om
-
gevingstemperaturen
Met een veiligheidsthermostaat wordt
voorkomen dat de temperatuur in het
apparaat te sterk daalt en de wijnen be
-
schadigt. Wanneer de omgevingstem
-
peratuur lager is dan de temperatuur in
het apparaat, dan springt in het appa
-
raat automatisch een verwarmingsele
-
ment aan dat de binnentemperatuur
constant houdt. Daalt de omgevings
-
temperatuur nog verder, dan wordt het
apparaat op den duur automatisch uit
-
geschakeld.
Wijnsoort Aanbevolen
drinktempera-
tuur
Lichte, fruitige
rode wijnen:
+14°C tot +16°C
Zware, rode
wijnen:
+18°C
Rosé: +8°C tot +10°C
Fijne, aroma
-
tische witte
wijnen:
+8°C tot +12°C
Zware of zoete
witte wijnen:
+12°C tot +14°C
Champagne,
prosecco:
+6°C tot +10°C
Temperatuur en luchtkwaliteit
20
Tip: Sla wijn 1 of 2°C koeler op dan de
aanbevolen drinktemperatuur, omdat
wijn altijd iets warmer wordt wanneer hij
in een glas wordt geschonken.
Zware, rode wijnen kunnen het beste
2 - 3 uur voordat ze worden gedronken
uit de wijnklimaatkast worden gehaald
en geopend. In deze uren krijgen de
wijnen zuurstof en ontwikkelen ze hun
aroma.
Isolatieplaat voor thermische schei
-
ding
De binnenruimte van het apparaat
wordt door een vaste isolatieplaat in
twee zones verdeeld, waarvoor u een
aparte temperatuur kunt instellen. Zo
kunnen verschillende soorten wijn (zo-
als rode en witte wijn) in het apparaat
worden opgeslagen.
Het instellen van de temperaturen
De temperaturen kunt u instellen met
de beide toetsen onder de tempera-
tuuraanduidingen.
Wanneer u op de Y - toets drukt gaat
de temperatuur omhoog en wordt het
warmer.
Wanneer u op de X - toets drukt gaat
de temperatuur omlaag en wordt het
kouder.
De temperatuur die u instelt knippert in
de daarbij behorende temperatuuraan
-
duiding.
Wanneer u op de temperatuurtoetsen
drukt, dan ziet u in de daarbij behoren
-
de temperatuuraanduiding het vol
-
gende veranderen:
Wanneer u voor het eerst drukt, dan
knippert de temperatuurwaarde die u
het het laatst heeft ingesteld.
Vanaf de tweede keer dat u drukt
verandert de temperatuurwaarde in
stappen van 1°C.
Wanneer u de toets niet loslaat, ver
-
andert de temperatuurwaarde conti
-
nu.
Ongeveer 5 seconden nadat u voor het
laatst op een temperatuurtoets heeft
gedrukt, verschijnt in de daarbij beho
-
rende temperatuuraanduiding automa
-
tisch de temperatuurwaarde die op dat
moment in de desbetreffende zone
heerst.
De beide temperatuurzones worden af-
wisselend gekoeld, zodat het afhanke-
lijk van de hoeveelheid opgeslagen wijn
enige uren kan duren, voordat de ge-
wenste temperatuur is bereikt en de
temperatuuraanduiding zich heeft aan-
gepast.
Is de temperatuur dan nog te hoog of te
laag, stel de temperatuur dan opnieuw
in.
Mogelijke temperatuurinstellingen
De temperatuur is in beide zones instel
-
baar van 5°C tot 20°C.
Temperatuur en luchtkwaliteit
21
Temperatuuraanduiding
De temperatuuraanduidingen op het
bedieningspaneel geven bij normaal
gebruik de temperaturen in het appa
-
raat aan.
De temperatuuraanduiding knippert,
wanneer
er een andere temperatuur wordt in
-
gesteld;
de temperatuur meer dan 5°C van
de ingestelde temperatuur verschilt.
De lichtsterkte van de temperatuur
-
aanduidingen
De lichtsterkte van de temperatuuraan-
duidingen is ingesteld op ^1 , wanneer
het apparaat wordt geleverd.
U kunt de lichtsterkte van de tempera-
tuuraanduidingen tegelijk veranderen.
^
Druk op de DynaCool - toets en blijf
daar ca. 5 seconden op drukken.
Het controlelampje van de DynaCool -
toets begint te knipperen.
In de temperatuuraanduiding van de
onderste zone (rechts) knippert ;.
^
Druk zo vaak op èèn van de tempe
-
ratuurtoetsen voor de bovenste zone
(links), totdat in de temperatuuraan
-
duiding ^ verschijnt.
^
Druk opnieuw op de DynaCool- toets.
In de aanduiding brandt ^.
^
Verander de lichtsterkte van de tem
-
peratuuraanduiding met behulp van
de temperatuurtoetsen voor de bo
-
venste zone.
U kunt kiezen tussen de standen 1 tot
en met 5.
Bij 1 is de lichtsterkte minimaal.
Bij 5 is de lichtsterkte maximaal.
^ Druk op de DynaCool - toets om de
instelling op te slaan.
^
Verlaat de instelmodus door op de
Aan/Uit - toets te drukken.
Temperatuur en luchtkwaliteit
22
Luchtkwaliteit en luchtvochtig
-
heid
In een normale koelkast is de lucht
-
vochtigheid voor wijn te laag en daar
-
om is een normale koelkast niet ge
-
schikt voor het opslaan van wijn. Een
hoge luchtvochtigheid is voor de op
-
slag van wijn zeer belangrijk om de
kurk van buiten vochtig te houden. Bij
een lage luchtvochtigheid droogt de
kurk van buiten uit en kan de fles niet
meer luchtdicht worden gesloten. Om
te voorkomen dat de kurk van binnen
uitdroogt kunt u de flessen het beste al
-
tijd liggend opslaan. Wanneer er lucht
in de fles dringt bederft iedere wijn on-
herroepelijk.
Verhoog de luchtvochtigheid in het
apparaat niet door er bijv. een
schaal met water in te zetten.
In dat geval ontstaat er condens in
de binnenruimte, wat schade aan
het apparaat kan veroorzaken, bijv.
corrosie.
DynaCool (constante luchtvochtig
-
heid) m
Met DynaCool stijgt de relatieve lucht
-
vochtigheid in het hele apparaat.
Gelijktijdig worden luchtvochtigheid en
temperatuur gelijkmatig verdeeld, zo
dat al uw wijnen onder even goede om
-
standigheden worden bewaard.
Zo wordt in de binnenruimte een kli
-
maat geschapen dat gelijk is aan dat
van een wijnkelder.
Het inschakelen van de DynaCool
Wanneer u de wijnklimaatkast wilt ge
-
bruiken om wijn voor lange tijd op te
slaan, schakel dan de DynaCool in en
laat deze ingeschakeld.
^
Druk op de DynaCool - toets.
Het controlelampje gaat branden.
Ook wanneer u de DynaCool niet
heeft ingeschakeld, schakelt het ap-
paraat altijd automatisch de ventila-
toren in, zodra de koeling wordt inge-
schakeld.
Zo kunt u er zeker van zijn, dat het
optimale klimaat voor uw wijn behou-
den blijft.
Wanneer de deur wordt geopend,
worden de ventilatoren automatisch
even uitgeschakeld.
Temperatuur en luchtkwaliteit
23
Het uitschakelen van de DynaCool
Daar het energieverbruik hoger is en
het apparaat ook wat meer lawaai
maakt wanneer de DynaCool is inge
-
schakeld, kunt u deze tussendoor zo nu
en dan uitschakelen.
^
Druk op de DynaCool – toets.
Het controlelampje gaat uit.
Luchtverversing door het actief
koolstoffilter
Het apparaat beschikt over een actief
koolstoffilter, waarmee een optimale
ventilatie en daarmee een hoge
luchtkwaliteit zijn gegarandeerd.
Het filtert de lucht die het apparaat bin-
nenstroomt en maakt de lucht vers en
stof- en reukvrij.
Door deze verse lucht worden er via de
kurk geen onaangename geurtjes op
de wijnen overgedragen.
De lucht wordt nadat hij is gefilterd
door de ventilatoren van de DynaCool-
functie gelijkmatig over de binnenruim
-
te verdeeld.
Het actief koolstoffilter moet 1x per
jaar worden vervangen.
Actief koolstoffilters zijn verkrijgbaar
bij de vakhandel.
Temperatuur en luchtkwaliteit
24
In principe moet wijn in het donker wor
-
den bewaard.
Wanneer u echter uw wijnen aan
iemand wilt presenteren of een over
-
zicht van uw wijnen wilt hebben, kunt u
de binnenverlichting zo inschakelen,
dat de verlichting ook aanblijft wanneer
de deur is gesloten.
Zowel in de bovenste als in de onderste
zone bevindt zich een lichtlijst, waar
-
mee de zones goed kunnen worden
verlicht.
De afdekking mag niet worden ver
-
wijderd. Mocht de afdekking zijn be-
schadigd of door beschadiging ver-
wijderd, let dan op!
Er komen laserstralen klasse 1M vrij,
die u niet met optische instrumenten
zoals een loep mag bekijken.
Het inschakelen van het
presenteerlicht
^
Druk op de toets voor de binnenver
-
lichting.
De lichtlijsten worden altijd tegelijk
in- of uitgeschakeld.
Het wijzigen van de lichtsterkte
De lichtsterkte van de binnenverlichting
kunt u wijzigen met behulp van de toets
voor de binnenverlichting en de tempe
-
ratuurtoetsen van de onderste zone
(rechts).
^
Druk op de toets voor de binnenver
-
lichting en blijf erop drukken.
^
Druk tegelijk op èèn van de tempera
-
tuurtoetsen van de onderste zone
(rechts).
Wanneer u op de Y - toets drukt, wordt
het licht sterker.
Wanneer u op de X - toets drukt, wordt
het donkerder.
Om te voorkomen dat hogere tempe
-
raturen of UV-licht een negatief effect
hebben op de wijn, hebben wij in de
lichtlijsten LED's aangebracht.
Presenteerverlichting
25
Trillingen en bewegingen hebben een
negatief effect op het rijpingsproces en
dus ook op de smaak van de wijn.
Leg gelijksoortige wijnen daarom zo
-
veel mogelijk naast elkaar op hetzelfde
plateau en stapel ze niet op elkaar. Zo
voorkomt u dat u andere flessen moet
verleggen, wanneer u een bepaalde
wijn nodig hebt.
Zorg ervoor dat flessen wijn altijd lig
-
gend worden opgeslagen.Zo blijft de
kurk van binnen vochtig en kan er geen
lucht in de fles dringen.
Houten roosterplateaus
De houten roosterplateaus zijn uittrek
-
baar, zodat u de flessen makkelijk in
het apparaat kunt leggen en er weer
uithalen.
Het verplaatsen van de plateaus
De plateaus kunt u naar believen uit het
apparaat halen en weer terugplaatsen.
Wilt u een plateau uit het apparaat ha-
len,
^
trek het plateau dan zover naar bui
-
ten totdat u weerstand voelt a,
^
klik het er aan de achterkant uit door
het aan de achterkant rechts en links
op te tillen b.
^
en haal het uit het apparaat.
Het opslaan van wijnen
26
Wilt u een plateau weer terugplaatsen,
^
trek de geleiderails c. dan naar bui
-
ten, leg het plateau erop en let er
daarbij op dat de uitsparingen op de
bouten passen.
^ Schuif het plateau in het apparaat tot-
dat u weerstand voelt.
^
Druk het plateau helemaal naar ach
-
teren d, totdat het aan de voorkant
vastklikt.
^
Druk het plateau aan de achterkant
naar beneden totdat het aan de ach
-
terkant vastklikt e.
Het opslaan van wijnen
27
Maximale beladingscapaciteit
In totaal kunnen er ca. 34 flessen (0,75 l
flessen Bordeaux) in het apparaat wor-
den opgeslagen en wel 14 in de boven-
ste en 20 in de onderste zone.
Het aantal van 34 flessen kan alleen
worden gehaald als u alle plateaus in
gebruik neemt.
Ieder plateau mag een gewicht van
maximaal 25 kg dragen!
Let er wel op dat het stapelen van
flessen op de plateaus niet is toege
-
staan.
Het opslaan van wijnen
28
Het toestel is met een waarschuwings
-
systeem uitgerust, waardoor de tempe
-
ratuur in het toestel niet ongemerkt kan
stijgen of dalen en de wijn daardoor
schade kan oplopen.
Temperatuuralarm
Wordt de temperatuur in een tempera
-
tuurzone te hoog of te laag, dan
weerklinkt er een waarschuwingssig
-
naal en knippert tegelijkertijd de tempe
-
ratuurindicator van de betreffende tem
-
peratuurzone.
De ingestelde temperatuur bepaalt
wanneer het toestel een temperatuur-
bereik als te warm of te koud herkent.
Het akoestische en optische signaal
wordt ook altijd gegeven,
wanneer u het toestel inschakelt,
voor zover de temperatuur in het toe-
stel te sterk afwijkt van de ingestelde
temperatuur.
wanneer zich een lange stroomon-
derbreking heeft voorgedaan.
als bij het herschikken en uitnemen
van flessen te veel warme kamer
-
lucht binnenstroomt.
Deuralarm
Als de toesteldeur langer dan ca.
60 seconden open blijft staan, weer
-
klinkt het waarschuwingssignaal.
Waarschuwingssysteem
inschakelen
Het waarschuwingssysteem is altijd au
-
tomatisch actief. Het moet niet extra
worden ingeschakeld.
Waarschuwingssignaal
vroegtijdig uitschakelen
Zodra de ingestelde temperatuur in het
toestel is bereikt, stopt het waarschu
-
wingssignaal en de betreffende
temperatuurindicator brandt constant.
Als het waarschuwingssignaal u stoort,
kunt u het vroeger uitschakelen.
^ Druk op de uitschakeltoets voor het
waarschuwingssignaal.
Het waarschuwingssignaal stopt. De
betreffende temperatuurindicator
knippert tot de alarmtoestand is be-
ëindigd. Daarna brandt hij constant
en is het waarschuwingssysteem op
-
nieuw gereed voor gebruik.
Waarschuwingssignaal
29
Terwijl de compressor werkt, kunnen er
rijm en waterpareltjes worden gevormd
op de achterwand van het toestel. U
hoeft dit niet te verwijderen, doordat het
toestel automatisch ontdooit.
Automatisch ontdooien
30
Let erop dat er geen water in de
elektronica, de ventilatieroosters en
in de verlichting terechtkomt.
Zorg ervoor dat er geen reinigings
-
water door de afvoeropening voor
het dooiwater loopt.
Gebruik geen stoomreiniger.
Stoom kan in aanraking komen met
delen van het apparaat die onder
spanning staan en zo kortsluiting
veroorzaken.
Het typeplaatje in de binnenruimte
van het apparaat mag niet worden
verwijderd.
De gegevens zijn nodig in het geval
er een storing optreedt.
Om beschadigingen aan het opper-
vlak te voorkomen, mag u de vol-
gende producten niet gebruiken:
Zuur-, soda-, ammoniak- of chloride-
houdende reinigingsmiddelen
Kalkoplossende reinigingsmiddelen
Schurende reinigingsmiddelen zoals
schuurpoeder
Oplosmiddelhoudende reinigings
-
middelen
Reinigingsmiddelen voor roestvrij
staal
Reinigingsmiddelen voor vaatwerk
Ovensprays
Glasreinigers
Schurende artikelen zoals schuur
-
sponsjes, borsteltjes of puimsteen
-
tjes
Scherpe metalen schrapers
Vòòr het reinigen
^
Schakel het apparaat uit.
^
Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de hoofdschakelaar uit.
^
Haal de flessen wijn uit het apparaat
en bewaar ze op een koele plaats.
^
Haal alle uitneembare onderdelen uit
het apparaat.
Het reinigen van binnenruimte,
toebehoren en deur
^ Reinig binnenruimte en toebehoren
met lauwwarm water en wat reini-
gingsmiddel.
^ Reinig de toebehoren met de hand,
niet in de afwasautomaat.
^
Neem binnenruimte en toebehoren
daarna met helder water af en wrijf
alles met een doek droog.
^
Laat de deur van het apparaat korte
tijd openstaan.
^
Reinig alle delen van hout met een
iets vochtige, geen druipnatte doek.
Deze delen mogen niet nat worden.
Het reinigen en onderhouden van het apparaat
31
^
Gebruik voor de reiniging en het on
-
derhoud van de roestvrijstalen ge
-
deelten in de binnenruimte en aan de
buitenkant het Miele-middel voor het
onderhoud van roestvrij staal.
Dit middel is verkrijgbaar bij de afdeling
"Klantcontacten" van Miele. Het bevat,
in tegenstelling tot reinigingsmiddelen
voor roestvrij staal, geen schurende
stoffen en is zacht voor het materiaal.
Daardoor verwijdert het middel het vuil
op behoedzame wijze en brengt het
een film over het roestvrij staal aan met
een water- en vuilwerende werking.
^ Wrijf de roestvrijstalen gedeelten be-
slist na iedere reiniging in met het
Miele-middel voor het onderhoud van
roestvrij staal.
Dit middel brengt een film over het
roestvrij staal aan met een water- en
vuilwerende werking.
^ Reinig de deur met een glasreiniger.
Het reinigen van de deurdich-
ting
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet om te voorkomen dat
deze in de loop van de tijd poreus
wordt.
^
Reinig de deurdichting regelmatig al
-
leen met helder water en wrijf deze
daarna met een doek grondig droog.
Het reinigen van het ventilatie
-
rooster
^
Reinig het ventilatierooster beneden
in de sokkel regelmatig met een
kwast of een stofzuiger.
Wanneer er zich stof ophoopt, wordt er
onnodig veel energie verbruikt.
Het reinigen van de luchtfilter
Reinig de luchtfilter achter het ventila
-
tierooster minstens 1x per jaar met een
stofzuiger.
Haal de luchtfilter uit het apparaat en
stofzuig het aan beide kanten.
Wanneer zich stof in de luchtfilter
ophoopt, heeft dat een negatief effect
op de koelcapaciteit van het apparaat.
Na het reinigen
^ Plaats alle uitneembare onderdelen
weer terug in het apparaat.
^ Sluit het apparaat weer aan
^
en schakel het weer in.
^
Leg de flessen wijn weer terug in de
koelzone.
^
Sluit de deur van het apparaat.
Het reinigen en onderhouden van het apparaat
32
De verse buitenlucht komt via de
actievekoolstoffilter in het toestel.
De filtering van de buitenlucht door de
actievekoolstoffilter zorgt ervoor dat al
-
leen verse stof- en geurloze lucht in het
toestel geraakt.
Uiterlijk om de 12 maanden moet u
de actievekoolstoffilters vervangen.
Actievekoolstoffilters
vervangen
^ Druk er de filter in en laat de filter
weer los.
^
Trek de filter uit.
^
Trek het achterste gedeelte van de
filter van de afdekking.
^ Steek de nieuwe filter op de afdek-
king.
^
Plaats de filter.
^
Druk er de filter in en laat de filter
weer los.
De filter wordt automatisch vergren
-
deld, er is een klikgeluid te horen.
De actievekoolstoffilters zijn verkrijg
-
baar via de Service After Sales van
Miele, bij uw Miele-handelaar of in de
Miele Online Shop.
Actievekoolstoffilter
33
Reparaties aan elektrische appara
-
ten mogen alleen door vakmensen
worden uitgevoerd.
Gebeurt dit niet, dan kan de ge
-
bruiker grote risico’s lopen.
Een aantal problemen kunt u echter
zelf verhelpen.
Wat moet u doen wanneer...
. . . het apparaat het niet doet?
^
Controleer of:
het apparaat is ingeschakeld, in welk
geval de temperatuuraanduidingen
moeten branden;
de stekker stevig in het stopcontact
zit;
de zekering van de elektrische huis-
installatie in werking is gesteld, wat
betekent dat dit apparaat, een ander
apparaat of de huisspanning defect
zou kunnen zijn;
^
Schakel in dat geval een elektricien
of de afdeling Klantcontacten van
Miele Nederland in.
de demofunctie voor de handelaren
is geactiveerd.
^
Neem contact op met Miele.
...decompressor vaker en voor
langere tijd aanslaat?
^
Controleer of:
het ventilatierooster beneden in de
sokkel is geblokkeerd of onder het
stof zit;
de deur van het apparaat is vaak
opengedaan;
de deur van het apparaat goed sluit.
...dezoemer gaat en de tempera
-
tuuraanduiding gaat knipperen?
^ Controleer of de deur van het appa-
raat al langer dan ca. 60 seconden
openstaat.
Is dat niet het geval, dan is de tempera-
tuur in de desbetreffende zone vergele-
ken met de ingestelde temperatuur te
hoog of te laag en wel doordat:
^ de deur van het apparaat vaak open
is gedaan;
^
het ventilatierooster in de sokkellijst is
afgedekt;
^
de stroom vrij lang uitgevallen is ge
-
weest.
Wanneer het euvel verholpen is, brandt
de temperatuuraanduiding constant en
houdt de zoemer op.
...erindetemperatuuraanduiding
een streepje brandt of knippert?
Een temperatuur wordt alleen aangege
-
ven als deze in een bepaald bereik ligt.
Nuttige tips
34
...indetemperatuuraanduiding "F0"
of "F1" verschijnt?
Er is sprake van een storing.
^
Neem contact op met de afdeling
Klantcontacten van Miele Nederland.
. . . het apparaat niet kan worden uit
-
geschakeld?
De vergrendeling is ingeschakeld.
...debinnenverlichting het niet
meer doet?
^
Neem contact op met de afdeling
Klantcontacten van Miele Nederland.
De LED-verlichting mag alleen door
onze technici worden gerepareerd en
vervangen.
Doet u het zelf, dan loopt u het risico
zich te verwonden of het apparaat te
beschadigen, daar zich onder de af
-
dekking onderdelen bevinden waar
spanning op staat.
De afdekking mag niet worden ver
-
wijderd. Mocht de afdekking zijn be-
schadigd of door beschadiging ver-
wijderd, let dan op!
Er komen laserstralen klasse 1M vrij,
die u niet met optische instrumenten
zoals een loep mag bekijken.
Kunt u een storing ook met boven-
genoemde tips niet verhelpen, neem
dan contact op met de afdeling
Klantcontacten van Miele Neder
-
land.
Open als het mogelijk is de deur van
het apparaat niet vóórdat de storing
is verholpen.
Op deze manier houdt u het koude
-
verlies zo gering mogelijk.
Nuttige tips
35
Heel normale
geluiden
Waar komen ze vandaan?
Brrrrr ... Gebrom komt van de motor (compressor). Dat kan even wat har
-
der worden terwijl de motor wordt ingeschakeld.
Blubb, blubb ... Geborrel, geklots of gezoem komt van het koelmiddel dat door
de buisjes vloeit.
Klik ... U hoort een klik telkens als de thermostaat de motor in- of uit
-
schakelt.
Sssrrrrr ... Bij toestellen met verschillende zones of bij NoFrost-modellen kunt
u een zacht geruis horen van de luchtstroming in de binnenruimte
van het toestel.
Krak ... Wanneer het materiaal in uw toestel uitzet, kunt u gekraak ho-
ren.
Hou ermee rekening dat motor- en stromingsgeluiden in het koelcircuit niet te
vermijden zijn!
Geluiden die u
vlot kunt ver-
helpen
Oorzaak Oplossing
Geklepper,
gerammel,
gerinkel
Het toestel staat niet water-
pas.
Stel het toestel waterpas.
Schroef de voetjes in of uit het
toestel of leg iets onder het toe
-
stel.
Het toestel raakt andere toe
-
stellen of meubels.
Schuif het toestel van de meu
-
bels of andere toestellen weg.
Laden, korven of legplaten
trillen of knellen.
Controleer de uitneembare on
-
derdelen en zet ze eventueel
opnieuw op hun plaats.
Flessen of recipiënten raken
elkaar.
Schuif de flessen of recipiënten
wat uit elkaar.
De kabelhouder hangt nog
tegen de achterwand van het
toestel.
Neem de kabelhouder weg.
Waar bepaalde geluiden vandaan komen
36
Neem bij storingen die u niet zelf kunt
verhelpen contact op met
uw Miele-handelaar
of
de dienst Herstellingen aan huis van
Miele.
Het telefoonnummer van de dienst
Herstellingen aan huis van Miele
vindt u achter in deze gebruiks- en
montageaanwijzing.
Om u gericht te kunnen helpen, heeft
de dienst Herstellingen aan huis van
Miele het toesteltype en het serienum-
mer van uw toestel nodig. Beide gege-
vens vindt u op het typeplaatje in de
binnenruimte van het toestel.
Duur en voorwaarden van de
garantie
De duur van de garantie bedraagt
2 jaar.
Voor meer informatie over de garantie
-
voorwaarden in uw land neemt u con
-
tact op via het telefoonnummer van de
dienst Consumentenbelangen
(Productinformatie voor particulieren)
van de N.V. Miele België.
Het telefoonnummer vindt u achter in
deze gebruiks- en montageaanwij
-
zing.
Service After Sales/garantie
37
De tests moeten volgens de van toe
-
passing zijnde normen en richtlijnen
worden uitgevoerd.
Bij het voorbereiden en uitvoeren van
de toesteltests moet ook rekening wor
-
den gehouden met de volgende gege
-
vens van de fabrikant:
Beladingsplannen,
Opmerkingen in de gebruiks- en
montageaanwijzing.
Gegevens voor testinstellingen
38
Het toestel wordt aansluitklaar geleverd
voor wisselstroom van 50 Hz,
220 – 240 V.
De zekering moet minstens 10 A bedra
-
gen.
Het toestel moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact dat volgens
de voorschriften is geïnstalleerd. De
elektrische installatie moet uitgevoerd
zijn overeenkomstig de plaatselijke
voorschriften.
Het toestel moet in geval van nood snel
kunnen worden losgekoppeld van het
elektriciteitsnet. Daarom moet het stop-
contact gemakkelijk toegankelijk zijn.
Het mag zich dus niet achter het toestel
bevinden.
Als het stopcontact na de inbouw niet
meer toegankelijk is, moet in de instal-
latie een scheidingsinrichting voor elke
pool voorhanden zijn. Als stroomonder-
brekers kunnen schakelaars worden
gebruikt met een contactopening van
minstens 3 mm. Denk hierbij bijvoor
-
beeld aan LS-schakelaars, zekeringen
en contactsluiters (EN 60335).
De stekker en de aansluitkabel van het
toestel mogen niet de achterzijde van
het toestel raken. Anders kunnen de
stekker en de aansluitkabel bescha
-
digd raken door trillingen van het toe
-
stel. Dat kan een kortsluiting veroorza
-
ken.
Ook andere toestellen mogen niet wor
-
den aangesloten op stopcontacten die
zich bevinden achter het toestel.
Aansluiting via een verlengkabel is niet
toegestaan, aangezien verlengkabels
niet voldoende veiligheidsgaranties bie
-
den. Er bestaat onder andere gevaar
voor oververhitting.
Het toestel mag niet op
gelijkstroom-wisselstroommutators wor
-
den aangesloten, die bijvoorbeeld bij
stroomvoorziening op zonne-energie
worden gebruikt.
In dat geval kunnen er zich bij het in
-
schakelen van het toestel spannings
-
pieken voordoen, die ertoe kunnen lei
-
den dat het toestel wordt uitgeschakeld
om veiligheidsredenen. De elektro-
nische besturing kan beschadigd ra-
ken!
De stekker van de aansluitkabel van het
toestel mag niet worden vervangen
door een energiebesparende stekker
(bijv. van het merk SavaPlug). Hierdoor
wordt de energietoevoer naar het toe-
stel verminderd en wordt het toestel te
warm.
Als de aansluitkabel moet worden
vervangen, dan mag dat alleen worden
uitgevoerd door een erkende vakman
of vakvrouw die op de hoogte is van
elektriciteitsaansluitingen.
Elektrische aansluiting
39
Een niet-ingebouwd toestel kan kan
-
telen!
Side-by-side-opstelling
Principieel mogen koelkasten en diep
-
vriezers niet onmiddellijk naast
("side-by-side") andere modellen wor
-
den opgesteld, om condenswater en
daaruit resulterende schade te ver
-
mijden.
Dit wijntoestel kan echter onmiddellijk
naast ("side-by-side") bepaalde model
-
len worden opgesteld!
Vraag aan uw vakhandelaar welke
combinaties met uw toestel mogelijk
zijn!
Opstelplaats
Kies geen plaats direct naast een for
-
nuis, een verwarming of in de buurt van
een raam waar de zon direct naar bin
-
nen schijnt. Hoe hoger de omgevings
-
temperatuur, hoe langer de compressor
werkt en er meer stroom wordt ver
-
bruikt.
Geschikt is een ruimte die kan worden
verlucht.
Neem de volgende opmerkingen in
acht bij het opstellen van het toestel:
Het stopcontact moet gemakkelijk
toegankelijk zijn in geval van nood.
Het mag zich dus niet achter het toe-
stel bevinden.
De stekker en de aansluitkabel van
het toestel mogen niet de achterzijde
van het toestel raken. Anders kunnen
deze beschadigd raken door tril-
lingen van het toestel.
Ook andere toestellen mogen niet
worden aangesloten op
stopcontacten die zich bevinden
achter het toestel.
Montagerichtlijnen
40
Klimaatklasse
Het toestel is bestemd voor een be
-
paalde klimaatklasse (kamertempera
-
tuur), waarvan de grenzen moeten wor
-
den aangehouden. De klimaatklasse is
vermeld op het typeplaatje in de bin
-
nenruimte van het toestel.
Klimaatklasse Kamertemperatuur
SN
N
ST
T
+10 °C tot +32 °C
+16 °C tot +32 °C
+16 °C tot +38 °C
+16 °C tot +43 °C
Een te lage kamertemperatuur heeft tot
gevolg dat de compressor gedurende
lange tijd niet werkt. Dit kan tot hogere
temperaturen in het toestel leiden.
,
Let op:
Als de opstelplaats zich op een
hoogte van meer dan 1500 m be-
vindt, kan het glas van de toestel-
deur breken!
Scherpe scherven kunnen ernstig
letsel veroorzaken!
Luchttoevoer en -afvoer
De luchttoevoer en luchtafvoer van
het toestel verloopt via de sokkel
van het toestel.
De lucht in de sokkel van het toestel
wordt warm. Daarom moet de inbouw
-
nis zo gemaakt zijn dat de luchttoevoer
en luchtafvoer niet worden gehinderd.
De openingen voor luchttoevoer en
-afvoer mogen niet afgedekt of afge
-
sloten worden.
Bovendien moeten ze regelmatig
van stof worden ontdaan.
Het bijgeleverde
verluchtingsrooster moet in ieder
geval worden ingebouwd en samen
met het bijgeleverde
schuimstofblok worden gebruikt.
Montagerichtlijnen
41
De uitsparing in het sokkelpaneel
moet ten overstaan van het toestel
gecentreerd zijn.
Voor u het toestel inbouwt
^
Verwijder voor u het toestel inbouwt
al het toebehoren uit het toestel.
^
Verwijder de kabelhouder aan de
achterzijde van het toestel.
^ Controleer of de delen aan de achter-
wand van het toestel nergens
tegenaan kunnen komen. Buig even-
tueel in de weg zittende delen voor-
zichtig weg.
Montagerichtlijnen
42
Zorg er voor de inbouw voor dat de inbouwnis precies de aangegeven inbouwaf-
metingen heeft. De aangegeven dwarsdoorsneden voor de luchttoevoer en luchtaf-
voer moeten beslist worden aangehouden. Bovendien moet de uitsparing in het
sokkelpaneel voor het bijgeleverde verluchtingsrooster ten overstaan van het toe-
stel gecentreerd zijn, om een goede werking van het toestel te kunnen waarborgen.
Het bijgeleverde verluchtingsrooster moet in ieder geval worden ingebouwd en
samen met het bijgeleverde schuimstofblok worden gebruikt.
Montagerichtlijnen
43
Het veranderen van de draairichting
van de deur mag enkel door vakmen
-
sen worden uitgevoerd.
Voer het verplaatsen van het schar
-
nier altijd met twee personen uit.
Het toestel wordt met een
rechtsdraaiende deur geleverd. Als de
deur linksscharnierend moet zijn, moet
u de draairichting van de deur
veranderen.
Bescherm de glazen deur door er
een stuk karton onder te leggen.
^
Neem de afdekkingen a weg met
behulp van een schroevendraaier.
,
Een tweede persoon moet de
deur vasthouden.
Wees voorzichtig! Zodra dan de
schroeven van de draagijzers zijn
losgemaakt, is de glazen deur niet
meer beveiligd!
^ Draai eerst de schroeven uit. Eerst
de onderste schroeven b, dan de
bovenste schroeven c.
^ Neem de toesteldeur d weg.
^ Leg de weggenomen toesteldeur met
het buitenfront naar boven op een
stevige ondergrond.
Het veranderen van de draairichting van de deur
44
^
Trek het bovenste draagijzer uit e en
plaats het draagijzer aan de andere
zijde.
^
Trek het draagijzer onderaan rechts
f uit en plaats het draagijzer op de
linkerzijde.
De boorgaten moeten overeenstem
-
men.
^
Neem de scharnierhoek boven g en
het bovenstuk h op de tegenoverlig
-
gende zijde weg.
^ Druk er de huls uit.
^
Verwissel de plaats van bovenstuk en
huls.
^
Schroef de onderste scharnierhoek
i uit.
^
Verwijder de onderlegschijf van de
scharnierbout en de onderlegschijf
van de schroef.
Het veranderen van de draairichting van de deur
45
^
Schroef de openingsbegrenzer van
de deur j van de onderste schar
-
nierhoek i uit.
^ Schroef de openingsbegrenzer van
de deur j aan de andere
scharnierhoekk .
^ Plaats een onderlegschijf op de
scharnierbout, de andere
onderlegschijf tussen deur en
schroef.
^
Schroef de scharnierhoek met
openingsbegrenzer van de deur on
-
deraan links aan deur | vast.
^
Plaats de andere scharnierhoek bo
-
venaan links in de toesteldeur.
,
De tweede persoon moet de
deur vasthouden.
^
Plaats de toesteldeur m op haar
plaats.
^
Schroef de deur vast via de
bevestigingsboorgaten n.
^
Bouw nu het toestel in.
Het veranderen van de draairichting van de deur
46
Plaats het toestel met zijn tweeën.
^
Bouw het toestel enkel in een in
-
bouwnis in waarvan de bodem water
-
pas en effen is.
^
De inbouwnis moet horizontaal en
verticaal waterpas zijn.
^
De luchttoevoer- en luchtafvoerope
-
ningen moeten in elk geval in acht
worden genomen (zie "Opmerkingen
omtrent de montage – Luchttoevoer
en -afvoer"; "Inbouwafmetingen").
Voor de inbouw van het toestel hebt
u het volgende gereedschap nodig:
schroevendraaiers van verschillende
groottes
waterpas
meetband
Voor de inbouw in de nis hebt u de
bijgeleverde montage-elementen no-
dig:
ventilatierooster
luchtfilter
schuimstofblok voor de luchtgelei
-
ding in de sokkel van het toestel
schroeven voor de bevestiging in de
nis
sleutel voor het instellen van de
hoogte in de nis
Het toestel voorbereiden
De luchtfilter voorkomt dat vuil in de
compressorruimte binnendringt.
Daardoor wordt een storing van de
werking van het toestel vermeden.
^ Trek de beschermfolie van de
luchtfilter a.
^ Plaats de filter onderaan links in de
sokkel van het toestel.
^ Sluit het toestel met het elektrische
snoer aan op de stroomvoorziening
(zie "Elektrische aansluiting").
Toestel onder een werkvlak inbouwen
47
^
Schuif het toestel voor de inbouwnis.
^ Draai de regelvoetjes b imet de wij-
zers van de klok mee uit tot 4 mm on-
der de nishoogte.
U kunt de regelvoetjes ofwel met de bij-
geleverde gaffelsleutel c of met een in-
bussleutel d uitdraaien.
Toestel onder een werkvlak inbouwen
48
Lijn het toestel horizontaal en verti-
caal uit.
Een toestel dat scheef staat kan ver-
vormen.
^ Ga na of de aangrenzende meubel-
deuren dezelfde hoogte hebben als
de voorkant van het toestel.
Als de hoogte van de aangrenzende
meubeldeuren verschillend is, lees
dan "Toestel aan hogere meubel
-
deuren aanpassen".
Staan de aangrenzende meubel
-
deuren op gelijke hoogte met de
hoogte van het toestel, zie "Toestel in
de nis schuiven".
Toestel uitlijnen ten opzichte
van hogere meubeldeuren
Als de deuren van de omringende
keukenmeubels a hoger zijn dan de
deur van de wijnklimaatkast, kan de
wijnklimaatkast op dezelfde hoogte van
de omringende deuren worden inge-
bouwd en de ruimte eronder met een
opvulpaneel b worden opgevuld.
Het ventilatierooster moet exact voor
de uitblaasopening aangebracht
zijn. Wanneer u het toestel onderaan
wilt blinderen, moet u wel voor zor
-
gen dat luchttoevoer en luchtafvoer
mogelijk zijn.
Toestel onder een werkvlak inbouwen
49
Het opvulpaneel moet op maat van de
inbouwsituatie worden gemaakt. Hou
bij het aanpassen van het opvulpaneel
rekening met de deurscharnier c.
Om het opvulpaneel te bevestigen,
hebt u het bevestigingshoekprofiel no-
dig d. Dit is verkrijgbaar bij de Service
After Sales van Miele of bij uw Miele-
-handelaar.
U kunt het bevestigingsprofiel naar
wens op of onder het toestel monteren.
^
Bevestig het bevestigingshoekprofiel
d op de achterkant van het opvulpa
-
neel b.
^ Trek het toestel zo ver uit de inbouw-
nis tot u het kunt kantelen.
^ Bevestig het bevestigingshoekprofiel
met het opvulpaneel aan het toestel
door de schroeven lichtjes in te
draaien.
^ Lijn via de langwerpige gaten het op-
vulpaneel uit ten opzichte van de
deur van de wijnklimaatkast, zodat u
een effen front verkrijgt.
^
Draai de schroeven vast.
^
U kunt het toestel nu in de inbouwnis
schuiven.
Toestel onder een werkvlak inbouwen
50
Toestel in de nis schuiven
Let er bij het inschuiven op dat het
elektrisch snoer niet vastgeklemd
raakt of beschadigd wordt!
Als u het toestel op een delicate
vloer opstelt, schuift u het toestel
voorzichtig in de inbouwnis. Zo
voorkomt u dat de vloer beschadigd
raakt.
^ Schuif het toestel in de inbouwnis tot
het frontvlak van de toesteldeur op
één lijn ligt met de aangrenzende
meubelvoorkanten.
^
Trek het toestel naar voren, zodat het
gelijkmatig 2 mm voor het meubel
-
front uitsteekt.
Het toestel in de nis
bevestigen
^
Het toestel steekt gelijkmatig 2 mm
voor het meubelfront uit.
^
Open de toesteldeur.
^ Neem de afdekking bovenaan links
a af en schroef het toestel met de
aangrenzende meubelen b vast.
Het toestel trekt zich links passend
in de inbouwnis.
De voorkant van de deur ligt in één
lijn met het meubelfront.
^
Zet de afdekking a terug.
Toestel onder een werkvlak inbouwen
51
^ Schroef het toestel c onderaan
rechts en links vast aan de aangren-
zende meubelen.
^ Indien dat nodig mocht zijn, kunt u
het toestel bovenaan rechts aan de
deurscharnier met een vierde schroef
vastdraaien.
U moet dan wel de deur losmaken
om de extra schroef aan te brengen.
^
Sluit de toesteldeur en controleer of
de zijkanten van de deur op één lijn
staan met de zijwanden van het toe
-
stel.
De zijdelingse uitlijning van de
toesteldeur instellen
Als de toesteldeur niet op één lijn staat
met de zijwanden van de behuizing,
kunt u de toesteldeur uitlijnen via de
schroeven onder de scharnieren.
^
Draai de schroeven d los en ver
-
schuif de deur.
^
Draai de schroeven d weer vast.
Toestel onder een werkvlak inbouwen
52
^
Plaats de afdekkingen e .
^ Plaats het bijgeleverde
schuimstofblok f in de sokkel van
het toestel.
Als geen schuimstofblok wordt ge
-
plaatst, kan het toestel niet de volle
koelcapaciteit bereiken en kan het
eventueel worden beschadigd.
^
Breng het sokkelpaneel g aan.
De uitsparing in het sokkelpaneel
moet ten overstaan van het toestel
gecentreerd zijn.
^ Breng het ventilatierooster h in het
sokkelpaneel aan.
Het schuimstofblok wordt daarbij
naar achteren in zijn definitieve posi
-
tie geschoven.
Het schuimstofblok moet tegen het
ventilatierooster aanliggen om een
gescheiden luchtgeleiding te garan
-
deren.
Toestel onder een werkvlak inbouwen
53
54
55
M.-Nr. 09 875 980 / 01nl-BE
KWT 6321 UG
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56

Miele KWT 6321 UG de handleiding

Type
de handleiding