Miele K 37222 iD de handleiding

Type
de handleiding
Gebruiks- en montagehandleiding
Koeltoestel
Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel
plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u
voorkomt schade aan uw toestel.
nl-BE M.-Nr. 09 521 460
Inhoud
2
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ................................................................... 4
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................ 12
Energie besparen ................................................................................................ 13
Beschrijving van het toestel ............................................................................... 15
Bij te bestellen accessoires ................................................................................... 17
Koeltoestel in- en uitschakelen.......................................................................... 18
Bij langdurige afwezigheid .................................................................................... 19
De juiste temperatuur ......................................................................................... 20
. . . in de koelzone ................................................................................................. 20
Temperatuurweergave........................................................................................... 21
Temperatuur instellen ............................................................................................ 21
Het gebruik van Superkoelen en DynaCool ...................................................... 22
Functie SuperKoelen ............................................................................................. 22
Functie DynaCool .................................................................................................. 23
Het wijzigen van instellingen.............................................................................. 24
Instellingsmodus ................................................................................................... 24
Levensmiddelen in de koelzone bewaren ......................................................... 26
Verschillende koelgedeelten.................................................................................. 26
Niet geschikt voor de koelkast.............................................................................. 27
Waar u in de winkel al op moet letten ................................................................... 28
Levensmiddelen juist bewaren .............................................................................. 28
De binnenruimte indelen..................................................................................... 29
Deurvak/flessenvak verplaatsen............................................................................ 29
Flessensteun ......................................................................................................... 29
De plateaus verplaatsen........................................................................................ 29
Groente- en fruitlade ............................................................................................. 30
Ontdooien............................................................................................................. 31
Koelzone................................................................................................................ 31
Reiniging en onderhoud...................................................................................... 32
Aanwijzingen voor het reinigingsmiddel................................................................ 32
Binnenkant en toebehoren reinigen....................................................................... 34
Deurdichting reinigen ............................................................................................ 35
Ventilatieopeningen reinigen ................................................................................. 35
Nuttige tips.......................................................................................................... 36
Inhoud
3
Geluiden en de oorzaken ervan ......................................................................... 40
Service en garantie ............................................................................................. 41
Informatie voor onderzoeksinstituten ............................................................... 42
Elektrische aansluiting........................................................................................ 43
Montage-instructies............................................................................................ 44
Plaats van opstelling ............................................................................................. 44
Klimaatklasse ................................................................................................... 44
Luchttoevoer en luchtafvoer.................................................................................. 45
Vóór het reinigen van het koeltoestel .................................................................... 46
Had uw oude koeltoestel een andere scharniertechniek? ............................... 47
Roestvrijstalen front..........................................................................................47
Inbouwmaten ....................................................................................................... 48
Het instellen van de deurscharnieren................................................................ 49
Draairichting van deur veranderen .................................................................... 50
Draairichting van deur veranderen ........................................................................ 50
Koeltoestel inbouwen ......................................................................................... 53
Het monteren van de meubeldeur......................................................................... 61
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
4
Dit koeltoestel voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalin-
gen. Een verkeerd gebruik kan nochtans tot lichamelijk letsel en
materiële schade leiden.
Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig
door, voordat u het koeltoestel in gebruik neemt. Daarin vindt u
belangrijke instructies met betrekking tot de montage, de veilig-
heid, het gebruik en het onderhoud. Dit is in het belang van uw
veiligheid en voorkomt schade aan het koeltoestel.
Wanneer deze niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk
worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding zodat u deze kunt
doorgeven aan een eventuele volgende bezitter!
Juist gebruik
Dit koeltoestel is uitsluitend bedoeld voor gebruik in het huishou-
den en gelijkaardige omgevingen.
Het is niet bestemd voor gebruik buiten.
Dit koeltoestel is uitsluitend bestemd voor het koelen en bewaren
van levensmiddelen.
Gebruik voor andere doeleinden is ontoelaatbaar.
Het koeltoestel is niet geschikt voor het bewaren en koelen van
geneesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten of andere
gelijkaardige stoffen of producten die ten grondslag liggen aan de ri-
chtlijn betreffende medische hulpmiddelen. Door een verkeerd ge-
bruik van het koeltoestel kunnen producten worden beschadigd of
bederven. Bovendien is het koeltoestel ook niet geschikt voor gebru-
ik in explosieve omgevingen.
Miele is niet verantwoordelijk voor schade die werd veroorzaakt
doordat het toestel voor andere doeleinden werd gebruikt of verke-
erd werd bediend.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
5
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk-
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn
het koeltoestel veilig te bedienen, moeten bij de bediening in het oog
worden gehouden.
Deze personen mogen het koeltoestel enkel onder toezicht bedie-
nen, wanneer hen is uitgelegd hoe ze het veilig kunnen gebruiken en
wanneer ze begrijpen welke risico's eraan verbonden zijn.
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het koelto-
estel worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehou-
den.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het koeltoestel zonder toezicht
gebruiken, maar alleen als ze weten hoe het werkt en wat voor ge-
vaar zij lopen wanneer ze het fout bedienen. Kinderen moeten de
eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen.
Kinderen mogen het koeltoestel niet zonder toezicht reinigen of
onderhouden.
Houd kinderen die in de buurt van het koeltoestel komen in het
oog. Zorg ervoor dat ze nooit met het koeltoestel spelen.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
6
Verstikkingsgevaar! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in
verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en
daardoor verstikken. Houd verpakkingsmateriaal zoals plastic buiten
het bereik van kinderen.
Technische veiligheid
Het koelmiddelcircuit is op lekkage gecontroleerd. Het koeltoestel
voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften en de relevante
EU-richtlijnen.
Dit koeltoestel bevat het koelmiddel isobutaan (R600a), een na-
tuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het
beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.
Maar het gebruik van dit milieuvriendelijk koelmiddel heeft wel geleid
tot meer lawaai als het koeltoestel aanstaat. Er kunnen afgezien van
de geluiden van de compressor stromingsgeluiden in het hele ko-
elcircuit optreden. Deze effecten zijn helaas niet te vermijden, maar
hebben geen invloed op de capaciteit van het koeltoestel.
Let er bij het transport en bij de inbouw/plaatsing op dat geen onder-
delen van het koelcircuit worden beschadigd. Vrijkomend koelmiddel
kan oogletsel veroorzaken!
In geval van beschadiging:
vermijd open vuur of ontstekingsbronnen,
ontkoppel het koeltoestel van het elektriciteitsnet,
verlucht gedurende enkele minuten het vertrek waarin het koelto-
estel staat en
neem contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
7
Hoe meer koelmiddel er in een toestel voorhanden is, hoe groter
het vertrek moet zijn waar het koeltoestel wordt opgesteld. In te klei-
ne vertrekken kan zich bij lekkage een brandbaar mengsel van gas
en lucht vormen. De kamer moet per 8 g koelmiddel minstens 1 m
3
groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel staat op het typeplaatje binne-
nin het toestel.
Vergelijk voordat u het koeltoestel aansluit de aansluitgegevens
(zekering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het
elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen zodat het koelt-
oestel niet beschadigd raakt.
Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elektri-
cien.
De elektrische veiligheid van het koeltoestel is uitsluitend gegaran-
deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol-
gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda-
mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elek-
trische installatie bij twijfel door een vakman inspecteren.
Het koeltoestel kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als
het op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een
door Miele erkende vakman/vakvrouw worden vervangen om gevaar
voor de gebruiker te voorkomen.
Meervoudige stopcontacten of verlengsnoeren bieden niet vol-
doende veiligheid (brandgevaar). Gebruik deze niet voor het aanslui-
ten van het koeltoestel op het elektriciteitsnet.
Wanneer er vocht op spanningvoerende delen of de elektriciteit-
skabel komt, kan dat kortsluiting veroorzaken. Gebruik het koeltoe-
stel daarom niet in ruimtes waar met water wordt gespetterd (bijv.
garage, waskeuken etc.).
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
8
Dit koeltoestel mag niet op een niet-stationaire locatie (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
Beschadigingen aan het koeltoestel kunnen uw veiligheid in ge-
vaar brengen. Controleer het toestel op zichtbare beschadigingen.
Een beschadigd koeltoestel mag niet in gebruik worden genomen.
Gebruik het toestel alleen als het is ingebouwd zodat een veilige
functie is gewaarborgd.
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet het
koeltoestel van het elektriciteitsnet zijn afgekoppeld. Het koeltoestel
is van het elektriciteitsnet afgekoppeld als:
de zekeringen van de elektrische installatie zijn uitgeschakeld of
de schroefzekering van de elektrische aansluiting er geheel is uit-
gedraaid of
de stekker uit het stopcontact is getrokken. Trek bij elektriciteits-
kabels met stekker niet aan de elektriciteitskabel, maar bij de
stekker om de verbinding met het elektriciteitsnet te verbreken.
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en repa-
ratiewerkzaamheden kan de gebruiker ernstig gevaar lopen.
Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen
door een door Miele geautoriseerde vakman / vakvrouw worden uit-
gevoerd.
Garantieclaims komen te vervallen als het koeltoestel niet door Mi-
ele technici wordt gerepareerd.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze Miele onderdelen kunnen wij ga-
randeren, dat zij volledig aan onze veiligheidseisen voldoen.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
9
Efficiënt gebruik
Het koeltoestel is voor een bepaalde klimaatklasse (kamertempe-
ratuur) geconstrueerd waarvan de grenzen niet mogen worden over-
schreden.De klimaatklasse staat aangegeven op het typeplaatje aan
de binnenkant van uw koeltoestel. Een te lage kamertemperatuur
heeft tot gevolg dat de compressor voor langere tijd afslaat, zodat
het toestel de vereiste temperatuur niet kan aanhouden.
Sluit de ventilatiegleuven niet af om te voorkomen dat de luchtge-
leiding niet goed functioneert,het stroomverbruik stijgt en onderdelen
beschadigd raken.
Indien u vet- of oliehoudende levensmiddelen in het koeltoestel of
de deur van het toestel bewaart, voorkom dan dat evt. uitlopend vet
of olie in aanraking komt met kunststof delen van het koeltoestel.
Hierdoor kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan waar-
door de kunststof knapt of scheurt.
Bewaar geen stoffen in het koeltoestel die drijfgassen of andere
verstuivingsmiddelen bevatten. Wanneer de thermostaat wordt inge-
schakeld kunnen vonken ontstaan. Deze kunnen licht ontvlambare
producten tot explosie brengen.
Gebruik geen elektrische toestellen in dit koeltoestel, bijv. voor het
maken van ijs. Dit om vonken en een explosie te voorkomen.
Wanneer u levensmiddelen eet die te lang zijn bewaard, loopt u
het risico om voedselvergiftiging op te lopen.
De bewaartijd hangt van vele factoren af, zoals de versheid en kwali-
teit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop ze worden be-
waard. Neem de bewaartips en de uiterste houdbaarheidsdatum van
de levensmiddelenfabrikanten in acht.
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga-
rantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemonte-
erd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of product-
aansprakelijkheid.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
10
Reiniging en onderhoud
Behandel de deurdichting niet met olie of vet om te voorkomen
dat deze in de loop van de tijd poreus wordt.
Gebruik voor het ontdooien en reinigen van het toestel nooit een
stoomreiniger, aangezien stoom in aanraking kan komen met span-
ningvoerende delen van het koeltoestel en zo kortsluiting veroorza-
ken.
Scherpe of kantige voorwerpen kunnen de verdamper bescha-
digen en functioneert het toestel niet meer correct. Gebruik geen
voorwerpen met scherpe punt of rand.
rijp- en ijslagen te verwijderen,
en vastgevroren ijsbakjes en/of vastgevroren levensmiddelen los
te wrikken.
Plaats wanneer u wilt ontdooien nooit elektrische verwarmings-
toestellen of kaarsen in het toestel om te voorkomen dat het kunst-
stof beschadigd raakt.
Gebruik geen ontdooisprays of andere middelen om te ontdooien.
Deze kunnen explosieve gassen vormen, oplosmiddelen of drijfgas-
sen bevatten die het kunststof beschadigen of schadelijk zijn voor de
gezondheid.
Transport
Het toestel moet altijd rechtop en in de transportverpakking wor-
den vervoerd.
Het koeltoestel is erg zwaar. Vraag daarom iemand u te helpen
met het vervoeren ervan. U zou zich kunnen verwonden en er zou
schade kunnen ontstaan.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
11
Wat te doen wanneer u het toestel afdankt
Maak het slot onbruikbaar om te voorkomen dat kinderen in het
koeltoestel ingesloten
kunnen raken en in levensgevaar komen.
Vrijkomend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken. Beschadig ge-
en delen van het koelsysteem, bijv. door
koelmiddelkanalen van de verdamper open te prikken,
buisleidingen om te buigen,
beschermende lagen af te krabben.
Symbool op de compressor (afhankelijk van het model)
Deze waarschuwing is alleen voor de recycling van belang. Bij normaal gebruik
bestaat er geen gevaar!
Het is levensgevaarlijk, de olie in de compressor in te slikken of in
te ademen.
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
12
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het koudeto-
estel tegen transportschade. Het ver-
pakkingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een zo gering mogelijke bela-
sting van het milieu en de mogelijkhe-
den voor recycling.
Door hergebruik van verpakkingsmateri-
aal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
over het algemeen terug.
Het afdanken van het oude to-
estel
Oude elektrische en elektronische toe-
stellen bevatten meestal nog waarde-
volle materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die nodig zijn ge-
weest om de toestellen goed en veilig te
laten functioneren. Wanneer u uw oude
toestel bij het gewone afval doet of er
op een andere manier niet goed mee
omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk
zijn voor de gezondheid en het milieu.
Doe uw oude toestel daarom nooit bij
het gewone huisafval.
Lever het in bij een gemeentelijk inza-
meldepot voor elektrische en elektro-
nische oude toestellen.
Let erop dat de buisleidingen van uw
koeltoestel niet worden beschadigd,
totdat het op vakkundige en milieu-
vriendelijke wijze wordt verschroot.
Alleen dan kunt u er zeker van zijn dat
de koelmiddelen in het koelsysteem en
de olie in de compressor niet in het mi-
lieu terechtkomen.
Het oude toestel moet tot die tijd buiten
het bereik van kinderen worden opge-
slagen. Zie voor meer informatie hier-
over het hoofdstuk: "Veiligheidsin-
structies en waarschuwingen" van de
gebruiksaanwijzing.
Energie besparen
13
Normaal energieverbruik Te hoog energieverbruik
Plaatsing en on-
derhoud
Plaats het toestel in een ge-
ventileerde ruimte.
In gesloten, niet geventileer-
de ruimtes.
Stel het toestel niet bloot
aan zonnestralen.
Direct blootgesteld aan zon-
nestralen.
Plaats het toestel niet naast
een warmtebron.
Naast een warmtebron
(verwarming, fornuis).
Zorg voor een omgevings-
temperatuur van ca. 20°C.
Bij een hoge omgevingstem-
peratuur.
Dek ventilatieroosters niet af
en maak ze regelmatig stof-
vrij.
Met ventilatieroosters die zi-
jn afgedekt of vol zitten met
stof.
Temperatuur-
instelling
Koelzone: 4 tot 5°C Hoe lager de temperatuur,
des te hoger het energiever-
bruik!
Energie besparen
14
Normaal energieverbruik Te hoog energieverbruik
Gebruik Plaats de plateaus, laden en
vakken zoals bij levering.
Open de deur alleen indien
nodig en zo kort mogelijk.
Leg levensmiddelen bij het
inruimen meteen op de
goede plek.
Deur vaak en lang openen
betekent koudeverlies en in-
stroom van warme lucht in
het toestel. Het toestel heeft
tijd nodig om daartegenop te
koelen en de compressor
moet langer werken.
Neem bij het boodschappen
doen een koeltas mee en leg
de levensmiddelen zo snel
mogelijk in het toestel.
Plaats levensmiddelen die u
uit het toestel neemt zo snel
mogelijk weer terug, voordat
ze warm worden.
Laat warme gerechten en
dranken eerst buiten het toe-
stel afkoelen.
Zijn levensmiddelen nog
warm wanneer ze in het ko-
eltoestel worden gelegd,
ontstaat er warme lucht in
het koeltoestel. Het toestel
heeft tijd nodig om daarte-
genop te koelen en de com-
pressor moet langer werken.
Leg de levensmiddelen al-
leen afgedekt of verpakt in
het toestel.
Wanneer vloeibare stoffen in
de koelzone condenseren,
neemt de koelcapaciteit af.
Leg ingevroren levensmid-
delen in de koelzone wan-
neer ze moeten ontdooien.
Zorg ervoor dat vakken en
laden niet te zwaar worden
beladen, zodat de lucht kan
circuleren.
Beschrijving van het toestel
15
a
Aan-/uit-toets
b
SuperKoelen-toets
c
Display
d
Menu - symbool
(Instellingsmodus:
Vergrendeling in- / uitschakelen)
e
SuperKoelen-symbool
f
Vergrendelingssymbool
g
Temperatuurweergave
h
Temperatuurtoets
i
DynaCool - toets (Automatische tem-
peratuurverdeling)
Beschrijving van het toestel
16
Schematische afbeelding
a
Bedieningspaneel
b
Ventilator
c
Deurvak met eierhouder
d
Plateau
e
Binnenverlichting
f
Deurvak voor flessen
g
Gootje voor het dooiwater en afvoer-
opening voor het dooiwater
h
Groente- en fruitlade (afhankelijk van
het model)
Beschrijving van het toestel
17
Bij te bestellen accessoires
Flessenrek
Flessen kunt u op het flessenrek leg-
gen. Daarmee bespaart u ruimte.
Het flessenrek kan op verschillende ma-
nieren in het toestel worden geplaatst.
Tweedelig plateau
Dit plateau bestaat uit twee delen waar-
van het voorste gedeelte onder het ach-
terste gedeelte kan worden geschoven.
Wanneer u hoge producten in het toe-
stel wilt plaatsen, bijv. flessen, kunt u
hiervan gebruik maken.
Universeel microvezeldoekje
Het microvezeldoekje is handig bij het
verwijderen van vingerafdrukken en an-
der licht vuil op roestvrijstalen fronten,
panelen, ramen, meubels enz.
Accessoires kunt u nabestellen bij de
afdeling Onderdelen van Miele, bij de
vakhandel en op internet.
Koeltoestel in- en uitschakelen
18
Voor het eerste gebruik
Verpakkingsmateriaal
Verwijder al het verpakkingsmateriaal
uit de binnenruimte.
Beschermfolie
De roestvrijstalen lijsten aan de plateaus
en de deurvakken zijn tijdens het trans-
port van een beschermfolie voorzien.
Trek deze folie van de roestvrijstalen
lijsten en panelen af.
Reiniging
Volg daarvoor beslist de betreffende
instructies in het hoofdstuk: "Reiniging
en onderhoud".
Reinig de binnenkant van het toestel
en de toebehoren.
Accessoires
- Flessenhouder
De flessenhouder wordt in het deurvak
voor flessen geplaatst. Flessen staan
steviger wanneer u de deur van het toe-
stel opent en sluit.
Plaats de flessenhouder in het mid-
den van de achterkant van het deur-
vak voor flessen.
Koeltoestel in- en uitschakelen
19
Koeltoestel inschakelen
Druk op toets van de afzuiging.
De temperatuuraanduiding geeft de ge-
wenste temperatuur aan. Het toestel
begint te koelen. Wanneer de deur
wordt geopend, gaat de binnenverlich-
ting aan.
Voordat u voor de eerste keer le-
vensmiddelen in het koeltoestel legt,
kunt u het toestel het beste een paar
uur laten voorkoelen.
Koeltoestel uitschakelen
Druk op de Aan-/Uit-toets totdat het
display uit gaat.
Is dat niet mogelijk, dan is de ver-
grendeling ingeschakeld (zie hoof-
dstuk: "Het wijzigen van instellingen",
paragraaf: "Het uitschakelen van de
vergrendeling").
De binnenverlichting gaat uit. De
koeling wordt uitgeschakeld.
Bij langdurige afwezigheid
Wanneer u het toestel langere tijd niet
meer gebruikt, doe dan het volgende:
schakel het koeltoestel uit,
trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de hoofdschakelaar uit,
reinig het toestel en
laat de deur open staan om het toe-
stel te luchten en te voorkomen dat er
geurtjes ontstaan.
Als het toestel bij langdurige afwezig-
heid wordt uitgeschakeld, maar niet
gereinigd, bestaat er gevaar voor
schimmelvorming als de deur van
het toestel gesloten blijft.
De juiste temperatuur
20
Het is voor de houdbaarheid van de le-
vensmiddelen zeer belangrijk dat de
juiste temperatuur wordt ingesteld.
Door micro-organismen bederven de le-
vensmiddelen erg snel. De temperatuur
beïnvloedt de snelheid waarmee de mi-
cro-organismen groeien. Hoe lager de
temperatuur, des te langzamer de mi-
cro-organismen groeien en des te lan-
ger het duurt voordat de levensmid-
delen bederven. Wanneer u voor het
bewaren van levensmiddelen de juiste
temperatuur instelt kunt u daarmee be-
derf voorkomen of vertragen.
De temperatuur in het toestel stijgt als
u vaak en gedurende lange tijd de
deur van het toestel opent,
er meer levensmiddelen worden op-
geslagen,
de temperatuur van de levensmid-
delen hoger is, wanneer ze worden
opgeslagen,
de omgevingstemperatuur hoger is.
Het koeltoestel is geconstrueerd voor
een bepaalde klimaatklasse. Een kli-
maatklasse is een temperatuurbereik
waar de kamertemperatuur niet
boven of onder mag liggen.
. . . in de koelzone
Voor de koelzone adviseren wij een
koeltemperatuur van 4 °C.
De juiste temperatuur
21
Temperatuurweergave
De temperatuuraanduiding op het be-
dieningspaneel geeft altijd de ge-
wenste temperatuur van de koelzone
aan.
Temperatuur instellen
Wanneer de toesteldeur vaak wordt ge-
opend, wanneer er veel levensmiddelen
ineens in de koelkast worden gelegd of
wanneer de omgevingstemperatuur
hoog is, adviseren wij een temperatuur
van tussen de 3 °C en 5 °C.
De temperatuur is instelbaar van 9 °C
tot en met 1 °C.
Druk zo vaak op de temperatuurtoets,
totdat de gewenste temperatuur in de
temperatuuraanduiding verschijnt.
Wanneer u voor het eerst op de toets
drukt, knippert die temperatuurwaarde
die het laatst is ingesteld.
Blijft u op de toets drukken, dan veran-
dert de temperatuurwaarde voortdu-
rend: als 9°C bereikt is, wordt weer met
1°C begonnen.
De nieuw gekozen temperatuurwaarde
wordt na een tijdje automatisch overge-
nomen en verschijnt in het display.
De temperatuur in de koelkast stelt zich
nu langzaam op deze nieuwe tempera-
tuurwaarde in.
Het gebruik van Superkoelen en DynaCool
22
Functie SuperKoelen
Met de functie SuperKoelen wordt de
koelzone zeer snel tot de koudste waar-
de afgekoeld (afhankelijk van de kamer-
temperatuur).
De functie SuperKoelen is met name
aan te bevelen als u grote hoeveelhe-
den verse levensmiddelen of dranken
snel wenst af te koelen.
SuperKoelen inschakelen
Druk op de SuperKoelen-toets.
Het SuperKoelen-symbool brandt.
De temperatuur in het apparaat daalt en
de koelcapaciteit is nu maximaal.
SuperKoelen uitschakelen
De functie "SuperKoelen" wordt auto-
matisch na ca. 12 uur uitgeschakeld.
Het SuperKoelen-symbool gaat uit
en de koelcapaciteit is weer normaal.
Om energie te besparen kunt u de fun-
ctie SuperKoelen zelf uitschakelen zo-
dra de levensmiddelen of dranken koel
genoeg zijn.
Druk op de SuperKoelen-toets. Het
Superkoeling - symbool gaat uit.
De koelcapaciteit van het toestel is we-
er normaal.
Het gebruik van Superkoelen en DynaCool
23
Functie DynaCool
Wanneer de functie Dynamische koeling
(DynaCool) niet is ingeschakeld, ont-
staan er in de koelzone als gevolg van
de natuurlijke luchtcirculatie zones met
verschillende temperaturen. De koude,
zware lucht zakt in het onderste gedeel-
te van het apparaat. Het is handig om
daar bij het inruimen van de levensmid-
delen gebruik van te maken. Zie hoof-
dstuk: "Het opslaan in de koelzone".
Wanneer u echter een keer een grote
hoeveelheid gelijksoortige levensmid-
delen wilt bewaren (bijv. voor een fee-
stje), kunt u DynaCool beter inscha-
kelen. Daarmee wordt de temperatuur
relatief gelijkmatig over alle plateaus in
de koelzone verdeeld en zijn alle le-
vensmiddelen in de koelzone even koel.
De temperatuur kan verder met behulp
van de temperatuurtoetsen worden in-
gesteld.
Het gebruik van DynaCool is tevens aan
te raden bij
een hoge omgevingstemperatuur
(vanaf ca. 30 °C) en
een hoge luchtvochtigheid.
DynaCool inschakelen
Druk kort op de DynaCool - toets.
Het DynaCool - symbool gaat bran-
den. De ventilator is nu klaar voor ge-
bruik: Als de compressor inschakelt,
schakelt automatisch ook de ventilator
wordt in.
DynaCool uitschakelen
Daar het energieverbruik iets hoger ligt
wanneer DynaCool is ingeschakeld,
kunt u deze in normale omstandigheden
beter uitschakelen.
Druk op de toets DynaCool. Het sym-
bool DynaCool gaat uit.
Om energie te besparen, gaat de ven-
tilator automatisch een tijdje uit, wan-
neer de deur wordt geopend.
Het wijzigen van instellingen
24
Instellingsmodus
In de instellingsmodus kunt u de ver-
grendeling in- en uitschakelen.
Vergrendeling in-/uitschakelen
De instellingsmodus wordt in het dis-
play met menu–symbool aangege-
ven.
Hoe u de vergrendeling in- en uit-
schakelt, wordt hieronder beschreven.
Vergrendeling in-/uitschakelen
Met de vergrendeling kunt u voorkomen
dat het toestel per ongeluk wordt uitge-
schakeld:
– Het inschakelen van de vergrende-
ling
Druk ca. 5 seconden op de SuperKo-
elen-toets.
Menu-symbool gaat branden en in
het display knippert .
De instellingsmodus is nu geactiveerd.
Druk nu kort op de SuperKoelen-to-
ets om de functie op te roepen.
In het display verschijnt "".
Druk nu op de SuperKoelen-toets om
de vergrendelingsfunctie in te scha-
kelen.
Het symbool Vergrendeling brandt.
Druk op de Aan/Uit-toets om de in-
stellingsmodus te verlaten.
In het display verschijnt de temperatuur.
Het wijzigen van instellingen
25
– Het uitschakelen van de vergrende-
ling
Druk ca. 5 seconden op de SuperKo-
elen-toets.
Vergrendelingssymbool en menu-
symbool gaan branden en in het dis-
play knippert .
De instellingsmodus is nu geactiveerd.
Druk nu kort op de SuperKoelen-to-
ets om de functie op te roepen.
In het display verschijnt "".
Druk nu op de SuperKoelen - toets
om de vergrendeling uit te schakelen.
Vergrendelingssymbool gaat uit.
Druk op de Aan/Uit-toets om de in-
stellingsmodus te verlaten.
In het display verschijnt de temperatuur.
Levensmiddelen in de koelzone bewaren
26
Verschillende koelgedeelten
Door de natuurlijke luchtcirculatie ont-
staan er in de koelzone gedeelten met
verschillende temperaturen. Zo zakt de
koude, zware lucht in het onderste ge-
deelte van de koelzone. Maak bij het in-
ruimen van de levensmiddelen gebruik
van deze verschillende temperaturen.
Dit is een apparaat met een automa-
tische dynamische koeling (DynaCool).
Wanneer de ventilator in werking is,
wordt de koude in de verschillende
zones gelijkmatig verdeeld en zijn de
temperatuurverschillen minder groot.
Warmste gedeelte
Het minst koele gedeelte in de ko-
elkast / koelzone bevindt zich vooraan
en helemaal bovenin tegen de deur. Ge-
bruik dit gedeelte voor het opslaan van
boter zodat deze smeerbaar blijft en
voor kaas zodat deze zijn aroma niet
verliest.
Koudste gedeelte
Het koelste gedeelte in de koelzone be-
vindt zich direct boven de groente- en
fruitlade en bij de achterwand.
Gebruik dit gedeelte voor alle levens-
middelen die niet lang houdbaar zijn,
zoals:
Vis, vlees, gevogelte,
Worst, kant-en-klaar-gerechten,
Levensmiddelen waar eieren of room
in zitten,
Alle soorten deeg,
Melkproducten,
In folie verpakte, voorgesneden gro-
ente en in het algemeen alle verse
groenten waarvan de houdbaarheids-
datum alleen geldt bij een tempera-
tuur van minstens 4 °C.
Levensmiddelen in de koelzone bewaren
27
Bewaar geen explosieve stoffen en
geen producten met brandbare drijf-
gassen (bijv. spuitbussen) in het toe-
stel. Explosiegevaar!
Indien u vet- of oliehoudende levens-
middelen in het koeltoestel of de
deur van het toestel bewaart, voor-
kom dan dat evt. uitlopend vet of olie
in aanraking komt met kunststof de-
len van het koeltoestel. Hierdoor
kunnen spanningsscheuren in de
kunststof ontstaan waardoor de
kunststof knapt of scheurt.
De levensmiddelen mogen de ach-
terwand niet aanraken. Ze kunnen
anders aan de achterwand vastvrie-
zen.
Leg de levensmiddelen niet te dicht
op elkaar, zodat de lucht goed kan
circuleren.
Dek de ventilator op de achterwand
niet af - deze is belangrijk voor de
koelcapaciteit!
Niet geschikt voor de koelkast
Koudegevoelige levensmiddelen zijn ni-
et geschikt om bij temperaturen onder
de 5 °C te worden bewaard. Te lage
temperaturen kunnen een negatieve in-
vloed hebben op de smaak, het vitami-
negehalte, het uiterlijk en de consisten-
tie van deze levensmiddelen.
Tot de koudegevoelige levensmiddelen
behoren onder andere:
ananas, avocado's, bananen, granaa-
tappels, mango's, meloenen, papa-
ja's, passievruchten, citrusvruchten
(zoals citroenen, sinaasappelen,
mandarijntjes, grapefruit),
fruit dat nog verder moet rijpen,
aubergines, komkommers, aardap-
pels, paprika, tomaten, courgettes,
harde kazen (zoals parmezaan en
bergkaas).
Levensmiddelen in de koelzone bewaren
28
Waar u in de winkel al op moet
letten
Het belangrijkste voor een lange be-
waartijd is de versheid van de levens-
middelen op het ogenblik waarop ze in
de koelkast worden gelegd. Deze vers-
heid is beslissend voor de bewaartijd.
Let ook op de houdbaarheidsdatum en
op de juiste bewaartemperatuur.
De koelketen mag niet worden onder-
broken. Zorg er bijv. voor dat de levens-
middelen niet te lang in de warme auto
liggen.
Tip: neem een koeltas mee wanneer u
boodschappen doet en leg de levens-
middelen snel in het koeltoestel.
Levensmiddelen juist bewaren
Bewaar levensmiddelen in de koelzone
altijd in de verpakking of goed afge-
dekt. Zo wordt het opnemen van vre-
emde geuren, uitdrogen van de levens-
middelen en het overdragen van moge-
lijk aanwezige kiemen voorkomen. Dit is
vooral van belang voor het bewaren van
dierlijke levensmiddelen.
Bij een juiste instelling van de tempera-
tuur en een passende hygiëne kan de
houdbaarheid van levensmiddelen aan-
zienlijk worden verlengd.
Groenten en fruit
Groente en fruit kunnen wel onverpakt
in de groente- en fruitlade worden be-
waard.
Eiwitrijke levensmiddelen
Houd er rekening mee dat eiwitrijke le-
vensmiddelen sneller bederven. Schaal-
en schelpdieren bederven dus sneller
dan vis, en vis bederft weer sneller dan
vlees.
De binnenruimte indelen
29
Deurvak/flessenvak ver-
plaatsen
Schuif het deurvak/flessenvak naar
boven en haal het eruit.
Zet het deurvak/ flessenvak er op de
gewenste plaats weer in. Zorg er da-
arbij voor dat het goed vastklikt.
Flessensteun
De flessensteun kunt u naar rechts of
links verschuiven, waardoor er meer ru-
imte komt voor pakken drank.
Wanneer u de flessensteun goed wilt
schoonmaken, adviseren wij u om deze
er helemaal uit te halen:
Schuif het flessenvak naar boven en
haal het eruit.
Trek de flessensteun van de achter-
kant van het deurvak af.
De plateaus verplaatsen
De plateaus kunt u in hoogte verstellen
zodat er producten van verschillende
hoogte kunnen worden neergezet /
neergelegd.
Til het plateau iets op. Trek het iets
naar voren. Til het met de uitsparing
over de plateauribben heen. Verplaats
het naar boven of naar beneden.
De opstaande rand die aan de be-
schermlijst aan de achterkant van het
plateau zit moet naar boven wijzen, zo-
dat de levensmiddelen niet met de ach-
terwand in aanraking kunnen komen en
eraan vastvriezen.
Met stopjes wordt voorkomen dat de
plateaus er per ongeluk uit worden ge-
trokken.
De binnenruimte indelen
30
Groente- en fruitlade
De groente- en fruitlade is op telesco-
pische geleiders inschuifbaar en uittrek-
baar. U kunt de lade er ook helemaal
uithalen. Dat is makkelijker wanneer u
de lade wilt reinigen of er levensmid-
delen in wilt leggen of eruit halen.
Trek de lade naar buiten totdat u we-
erstand voelt en til de lade van de ge-
leiders.
Schuif de geleiders daarna weer naar
binnen om beschadigingen te voor-
komen.
Het terugplaatsen van de lade
Trek de geleiders helemaal naar bui-
ten en leg de lade daarop.
Schuif de lade in het koeltoestel tot-
dat hij vastklikt.
Ontdooien
31
Koelzone
De koelzone wordt automatisch ont-
dooid.
Terwijl de compressor in werking is,
kunnen zich op de achterwand van de
koelzone rijp en waterdruppels vormen.
Deze hoeft u niet te verwijderen, want
ze verdampen automatisch door de
warmte van de compressor.
Het dooiwater loopt via het gootje voor
het dooiwater en via de afvoeropening
voor het dooiwater in het verdampings-
systeem aan de achterkant van het ko-
eltoestel.
Let erop dat het dooiwater altijd on-
gehinderd weg kan lopen. Houd het
gootje en de afvoeropening voor het
dooiwater daarom schoon.
Reiniging en onderhoud
32
Zorg ervoor dat er geen water in de
elektronische besturing of de verlich-
ting.
Er mag geen reinigingswater in de af-
voeropening voor het dooiwater te-
rechtkomen.
Gebruik nooit een stoomreiniger.
Stoom kan in aanraking komen met
delen die onder spanning staan en
zo kortsluiting veroorzaken.
Het typeplaatje in de binnenruimte van
het koeltoestel mag niet worden ver-
wijderd. De gegevens zijn nodig in het
geval er een storing optreedt.
Aanwijzingen voor het reini-
gingsmiddel
Om beschadigingen aan de oppervlak-
ken te voorkomen, mogen de volgende
middelen niet worden gebruikt:
zuur-, soda-, ammoniak- of chloride-
houdende reinigingsmiddelen,
kalkoplossende reinigingsmiddelen,
schurende reinigingsmiddelen zoals
schuurpoeder, schuurmiddel, schuur-
sponsjes,
oplosmiddelhoudende reinigingsmid-
delen,
reinigingsmiddelen voor roestvrij
staal,
Reinigingsmiddelen voor vaatwas-
sers,
ovensprays,
glasreinigers,
schurende harde sponsjes en bor-
stels, zoals bijv. schuursponsjes,
vlekkensponsjes,
scherpe metalen schrapers!
Gebruik in de binnenruimte van het
koeltoestel alleen reinigings- en on-
derhoudsmiddelen die de levensmid-
delen niet aantasten.
Wij adviseren om voor het reinigen van
het toestel lauwwarm water met wat
afwasmiddel te gebruiken.
Belangrijke instructies voor het reini-
gen vindt u op de volgende bladzij-
den.
Reiniging en onderhoud
33
Vóór het reinigen van het koelt-
oestel
Schakel het koeltoestel uit.
Het display gaat uit en de koeling is uit-
geschakeld.
Is dat niet het geval, dan is de vergren-
deling ingeschakeld. Schakel in dat ge-
val de vergrendeling uit. Zie hoofdstuk:
"Het wijzigen van instellingen", para-
graaf: "Het in- en uitschakelen van de
vergrendeling".
Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de hoofdschakelaar uit.
Haal de levensmiddelen uit het koelt-
oestel en bewaar ze op een koele
plaats.
Haal alle overige onderdelen uit het
toestel die kunnen worden verwij-
derd.
Plateau
Verwijder eerst de roestvrijstalen lijst en
de beschermlijst aan de achterkant van
het plateau. Doe dat als volgt:
Leg het plateau op een zachte onder-
grond neer, bijv. op een theedoek.
Pak de roestvrijstalen lijst aan één
kant vast en trek de lijst van het pla-
teau af.
Trek de beschermlijst van het plateau
af.
Zet de lijsten er na de reiniging weer
op.
Reiniging en onderhoud
34
Binnenkant en toebehoren rei-
nigen
Reinig het toestel regelmatig, maar
minstens 1 x in de maand.
Verwijder vuil direct om te voorko-
men dat het vast gaat zitten.
Gebruik voor het reinigen wat lauw-
warm water met wat reinigingsmid-
del. Neem alles na de reiniging nog
een keer met helder water af en
droog alles met een doek.
De roestvrijstalen onderdelen op de
plateaus of deurvakken zijn niet ges-
chikt voor de vaatwasser.
Verwijder de panelen of lijsten, voor-
dat u de plateaus of vakken in de
vaatwasser plaatst.
De volgende onderdelen zijn niet
vaatwasmachinebestendig:
de roestvrijstalen lijsten
de beschermlijsten aan de achterkant
van de plateaus
alle laden en deksels van laden (mo-
delafhankelijk)
Reinig de onderdelen die niet in de
afwasautomaat mogen worden gerei-
nigd met de hand.
De volgende onderdelen zijn geschikt
voor de vaatwasser:
De temperatuur van het gekozen
programma van de afwasautomaat
mag maximaal 55 °C bedragen!
Kunststofonderdelen kunnen in de
vaaatwasser verkleuren door contact
met bepaalde natuurlijke kleurstoffen,
bijv. in wortels, tomaten en ketchup.
Deze verkleuring heeft geen invloed
op de stabiliteit van de onderdelen.
de flessensteun en de eierhouders
(voor zover bij dit model horend);
de deurvakken;
de plateaus (zonder lijsten)
Reinig het gootje en de afvoerope-
ning voor het dooiwater in de koelzo-
ne regelmatig met een wattenstaafje
of iets dergelijks, zodat het dooiwater
altijd ongehinderd weg kan lopen.
Laat de deur van het toestel nog even
open staan, om het toestel te luchten
en geurtjes te voorkomen.
Reiniging en onderhoud
35
Deurdichting reinigen
Behandel de deurdichting / deurdich-
tingen niet met olie of vet om te vo-
orkomen dat deze in de loop van de
tijd poreus wordt / worden.
Reinig de deurdichting regelmatig al-
leen met helder water en wrijf deze
daarna met een doek grondig droog.
Ventilatieopeningen reinigen
Reinig alle luchttoevoer- en luchtaf-
voeropeningen regelmatig met een
borsteltje of een stofzuiger.
Wanneer er zich stof ophoopt, wordt
er onnodig veel energie verbruikt.
Na het reinigen
Plaats alle toebehoren weer terug in
het koeltoestel.
Sluit het toestel weer aan en schakel
het weer in.
Schakel de functie "SuperKoelen" in,
zodat het in de koelzone weer snel
koud wordt.
Leg de levensmiddelen in de koelzo-
ne en sluit de toesteldeuren.
Nuttige tips
36
De meeste problemen waar u in het dagelijks gebruik mee te maken zou kunnen
krijgen kunt u zelf oplossen. Het volgende overzicht helpt u daarbij.
Neem contact op met Miele als u de oorzaak van een probleem niet kunt vinden of
het probleem niet kunt verhelpen.
Open de deur van het koeltoestel als het enigszins mogelijk is niet vóórdat de stor-
ing is verholpen. Op deze manier houdt u het koudeverlies zo gering mogelijk.
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of reparatiewerk-
zaamheden kan de gebruiker aanzienlijke risico's lopen.
Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door een
door Miele geautoriseerde vakman / vakvrouw worden uitgevoerd.
Probleem Oorzaak en oplossing
Het koeltoestel koelt ni-
et, de binnenverlichting
doet het niet wanneer
de koelzonedeur wordt
geopend.
Het toestel is niet ingeschakeld en in het display
brandt symbool voor de elektrische aansluiting.
Schakel het koeltoestel in.
De stekker steekt niet goed in het stopcontact.
Steek de stekker in het stopcontact. Is het toestel
uitgeschakeld, verschijnt in het display symbool
voor de elektrische aansluiting.
De hoofdschakelaar van de elektrische huisinstallatie
is wel ingeschakeld. Dit koeltoestel, een ander toestel
of de huisspanning zou defect kunnen zijn.
Neem contact op met een elektricien of met de di-
enst Herstellingen aan huis van Miele.
Het koeltoestel koelt ni-
et, maar het kan wel
gewoon worden be-
diend en de binnenver-
lichting functioneert.
De demo-functie is ingeschakeld. Symbool brandt
in het display. Met deze functie kan de vakhandel het
toestel presenteren zonder de koeling in te hoeven
schakelen.Voor particulier gebruik is deze functie niet
relevant.
Vraag bij de afdeling Klantcontacten na, hoe u de
demo-functie kunt uitschakelen.
De compressor slaat
steeds minder vaak en
voor steeds kortere tijd
aan; de temperatuur in
het toestel stijgt.
Geen storing! De temperatuur is te hoog.
Corrigeer de temperatuur.
Controleer de temperatuur nog een keer na 24 uur.
Nuttige tips
37
Probleem Oorzaak en oplossing
De compressor is voort-
durend in werking.
Geen storing! Om energie te besparen, schakelt de
compressor bij een geringere koel-/vriescapaciteit op
een laag toerental over. Daardoor moet de compres-
sor langer werken.
De compressor slaat
steeds vaker en voor
steeds langere tijd aan;
de temperatuur in het
koeltoestel is te laag.
De luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen zijn afge-
dekt of afgesloten.
Zorg ervoor dat de luchttoevoer- en luchtafvo-
ergleuven niet worden geblokkeerd.
Reinig de luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen
regelmatig om stof te verwijderen.
De deur van het toestel is vaak open en dicht gedaan
of er zijn ineens grote hoeveelheden verse levensmid-
delen in het apparaat gelegd.
Open de deur alleen als het echt nodig is en altijd
maar zo kort mogelijk.
Na een tijdje keert in het toestel automatisch weer de
juiste temperatuur terug.
De deur van het toestel is niet gesloten.
Sluit de deur.
Na een tijdje keert in het toestel automatisch weer de
juiste temperatuur terug.
De omgevingstemperatuur is te hoog. Hoe hoger de
omgevingstemperatuur, des te langer de compressor
in werking is.
Volg de aanwijzingen in het hoofdstuk: "Montage-
instructies", paragraaf: "Plaats van opstelling".
Het koeltoestel is niet goed in de inbouwkast ge-
plaatst.
Volg de aanwijzingen die in het hoofdstuk: "Mon-
tage-instructies" staan met betrekking tot het in-
bouwen van het toestel.
De compressor slaat
steeds vaker en voor
steeds langere tijd aan;
de temperatuur in het
koeltoestel is te laag.
Er is een te lage temperatuur ingesteld.
Corrigeer de temperatuur.
De functie "Superkoeling" is nog ingeschakeld.
Om energie te besparen kunt u de functie "Super-
Koelen" uitschakelen.
Nuttige tips
38
Meldingen op het display
Melding Oorzaak en oplossing
In het display verschijnt
"F0 tot F9".
Er is sprake van een defect.
Neem contact op met de klantendienst van Miele.
De binnenverlichting doet het niet
Probleem Oorzaak en oplossing
De binnenverlichting
doet het niet.
Het koeltoestel is niet ingeschakeld.
Druk op toets van de afzuiging.
Wanneer de deur wordt geopend, gaat de binnenver-
lichting na ca. 15 minuten automatisch uit in verband
met gevaar voor oververhitting. Is dat niet het geval,
is er sprake van een storing.
U kunt daarbij letsel oplopen en het toestel kan be-
schadigd raken.
Laat de LED-verlichting alleen door de technici van
Miele repareren en vervangen. Onder de lichtaf-
dekking bevinden zich namelijk onderdelen waar
spanning op staat.
Mocht de afdekking zijn beschadigd of door be-
schadiging verwijderd,
let dan op!Er komen laserstralen klasse 1M vrij, die
u niet met optische instrumenten zoals een loep
mag bekijken. Uw ogen kunnen letsel oplopen.
Neem contact op met de klantendienst van Miele.
Nuttige tips
39
Algemene problemen met het koeltoestel
Probleem Oorzaak en oplossing
Het lukt niet om het toe-
stel uit te schakelen.
De vergrendeling is ingeschakeld. In het display
brandt symbool .
Schakel de vergrendeling uit. Zie hoofdstuk: "Het
wijzigen van instellingen", paragraaf: "Het uitscha-
kelen van de vergrendeling".
De bodem van de koel-
zone is nat.
De afvoeropening voor het dooiwater is verstopt.
Reinig het gootje en de afvoeropening voor het
dooiwater.
Het koeltoestel voelt
aan de buitenkant warm
aan.
Dat is geen storing. Met de ontstane warmte wordt
condensvorming voorkomen.
Geluiden en de oorzaken ervan
40
Vaak voor-
komende ge-
luiden
Waar komen deze geluiden vandaan?
Brrrrr ... Dit brommende geluid komt van de motor (compressor). Wan-
neer de motor aanslaat klinkt dit geluid nog iets sterker.
Blub, blub ... Deze klotsende, gorgelende of snorrende geluiden komen van
de koelvloeistof die door de leidingen stroomt.
Klik ... Dit klikkende geluid is altijd te horen wanneer de thermostaat
de motor in- of uitschakelt.
Sssrrrrr ... Bij een toestel met meerdere zones of NoFrost kan een licht
ruisend geluid hoorbaar zijn. Dit is afkomstig van de luchtstro-
ming in de binnenruimte van het apparaat.
Knak ... Een knakkend geluid is hoorbaar wanneer materiaal in het ko-
eltoestel uitzet.
Houdt u er rekening mee dat motor- en stromingsgeluiden in het koelsysteem ni-
et te vermijden zijn!
Makkelijk te
verhelpen ge-
luiden
Oorzaak Oplossing
Klapperende,
rammelende,
kletterende ge-
luiden
Het toestel staat niet water-
pas.
Stel het koeltoestel met be-
hulp van een waterpas. Ge-
bruik daarvoor de stelvoeten
onder het koeltoestel.
Het koeltoestel komt tegen
andere meubels of toestellen
aan.
Schuif ze uit elkaar.
Uitneembare onderdelen zoals
laden, vakken of plateaus wie-
belen of klemmen.
Controleer de uitneembare
onderdelen en vervang deze
zo nodig.
Flessen of andere stukken
serviesgoed komen tegen el-
kaar aan.
Zet ze uit elkaar.
De kabelhouder die voor het
transport wordt gebruikt zit
nog aan de achterwand van
het toestel.
Verwijder de kabelhouder.
Service en garantie
41
Service
Voor storingen die u niet zelf kunt ver-
helpen, waarschuwt u
uw Miele-vakhandelaar of
Miele.
De gegevens van Miele vindt u achter
in deze gebruiks- en montagehandlei-
ding.
Voor een goede en vlotte afhandeling
moet de afdeling Miele-Service weten
welk type toestel u heeft en welk fabri-
cagenummer het heeft.
Deze gegevens vindt u op het type-
plaatje in de binnenruimte van het koelt-
oestel.
Garantietermijn en garantie-
voorwaarden
De garantietermijn voor dit toestel be-
draagt 2 jaar.
Voor meer informatie over de garantie-
bepalingen voor uw land kunt u het bo-
venstaande telefoonnummer bellen.
Het telefoonnummer vindt u achter in
deze gebruiks- en montageaanwijzing.
Informatie voor onderzoeksinstituten
42
Onderzoeken moeten volgens de gel-
dende normen en richtlijnen worden
uitgevoerd.
Bovendien moet er bij de voorbereiding
en uitvoering van onderzoeken rekening
worden gehouden met
beladingsschema's,
aanwijzingen in de gebruiks- en
montage-aanwijzing.
Elektrische aansluiting
43
Het koeltoestel wordt aansluitklaar gele-
verd voor wisselstroom van 50Hz, 220 –
240V.
De zekering moet minstens 10 A bed-
ragen.
Het toestel mag uitsluitend worden aan-
gesloten op een contactdoos met rand-
aarde en op een huisinstallatie die aan
alle voorschriften voldoet (zoals NEN
1010).
Omdat in geval van nood het toestel di-
rect van het elektriciteitsnet kan worden
gehaald, mag de contactdoos zich niet
achter het toestel bevinden en moet
deze gemakkelijk bereikbaar zijn.
Als de gebruiker niet meer bij het
stopcontact kan komen of als er sprake
is van een vaste aansluiting, moet het
toestel via een schakelaar met alle
polen van de netspanning kunnen wor-
den losgekoppeld. De contactopening
in uitgeschakelde toestand moet mini-
maal 3 mm bedragen. Geschikte scha-
kelaars zijn zelf-uitschakelaars, zeke-
ringen en relais (EN 60335).
Stekker en aansluitkabel van het toestel
mogen niet tegen de achterkant van het
toestel aan komen, omdat ze door tril-
lingen van het toestel beschadigd kun-
nen raken. Dat kan kortsluiting vero-
orzaken.
Ook andere toestellen mogen niet wor-
den aangesloten op een contactdoos
die zich aan de achterkant van dit koelt-
oestel bevindt.
Het is niet toegestaan om het toestel
met een verlengsnoer op het elektrici-
teitsnet aan te sluiten. Met verleng-
snoeren kan een veilig gebruik van het
koeltoestel namelijk niet worden gewa-
arborgd in verband met het gevaar voor
oververhitting.
Het koeltoestel mag niet op omvormers
worden aangesloten die bij autonome
stroomvoorzieningen zoals zonne-
energie worden gebruikt. Wanneer het
toestel in dat geval wordt ingeschakeld,
kunnen er spanningspieken ontstaan,
kan het toestel om veiligheidsredenen
weer worden uitgeschakeld en kan de
elektronica beschadigd raken.
Het toestel mag ook niet met een
spaarstekker worden gebruikt. Dergeli-
jke stekkers verminderen de energietoe-
voer, waardoor het toestel te warm
wordt.
Als de elektriciteitskabel moet worden
vervangen, mag dat uitsluitend door
een erkend elektricien gebeuren.
Montage-instructies
44
Een toestel dat niet is ingebouwd
kan kantelen!
Plaats van opstelling
Kies geen plaats direct naast een for-
nuis, een verwarming of in de buurt van
een raam waar de zon direct doorheen
kan schijnen. Hoe hoger de kamertem-
peratuur is, des te langer de compres-
sor in werking en des te hoger het
stroomverbruik is. Geschikt is een
droge ruimte waar kan worden geventi-
leerd.
Let bij het plaatsen van het koeltoestel
op het volgende:
Het stopcontact moet gemakkelijk to-
egankelijk zijn in geval van nood. Het
mag zich dus niet achter het toestel
bevinden.
Stekker en aansluitkabel van het ko-
eltoestel mogen niet tegen de achter-
kant van het toestel aan komen, om-
dat ze door trillingen van het toestel
beschadigd kunnen raken.
Ook andere toestellen mogen niet
worden aangesloten op een contact-
doos die zich aan de achterkant van
dit koeltoestel bevindt.
PAS OP!
Bij hoge luchtvochtigheid kan zich
condens op de buitenkant van het
apparaat vormen.
Dit condenswater kan corrosie vero-
orzaken.
Om dit te voorkomen, kunt u het toe-
stel het beste plaatsen in een droog
vertrek of een vertrek met voldoende
ventilatie.
Controleer na de inbouw of de deur
van het toestel goed sluit, of de lucht
ongehinderd kan worden toegevoerd
en afgevoerd en of het toestel op de
beschreven wijze is ingebouwd.
Klimaatklasse
Het koeltoestel is bestemd voor een be-
paalde klimaatklasse (kamertempera-
tuur), waarvan de grenzen moeten wor-
den aangehouden. De klimaatklasse
wordt vermeld op het typeplaatje in de
binnenruimte van het koeltoestel.
Klimaatklasse Kamertempera-
tuur
SN +10°C tot +32°C
N +16°C tot +32°C
ST +16°C tot +38°C
T +16°C tot +43°C
Een te lage kamertemperatuur heeft tot
gevolg dat de compressor gedurende
lange tijd niet werkt. Dit kan tot hogere
temperaturen in het koeltoestel leiden,
waardoor schade kan ontstaan.
Montage-instructies
45
Luchttoevoer en luchtafvoer
Voor de luchttoevoer- en luchtafvoer-
openingen moeten de aangegeven
maten worden aangehouden. Geb-
eurt dat niet, slaat de compressor
steeds vaker en voor steeds langere
tijd aan, stijgt het energieverbruik en
stijgt de werkingstemperatuur van de
compressor, wat schade aan de
compressor kan veroorzaken.
De lucht aan de achterwand van het to-
estel wordt warm. Daarom moet de
meubelombouw zodanig zijn geconstru-
eerd dat een goede luchttoevoer en lu-
chtafvoer gewaarborgd zijn. Zie hoof-
dstuk: "Inbouwmaten".
De lucht wordt via de sokkel toege-
voerd en via de bovenachterkant
afgevoerd .
Voor de ventilatie moet aan de ach-
terkant van het toestel een luchtaf-
voerkanaal worden geplaatst dat
minstens 40 mm diep is.
De luchttoevoer- en luchtafvoergleu-
ven in de sokkel, in de inbouwkast en
onder het plafond moeten over de
hele lengte minstens 200 cm² bed-
ragen, zodat de warme lucht onge-
hinderd weg kan stromen.
Wilt u in de openingen voor luchttoe-
voer en -afvoer ventilatieroosters zet-
ten, dan moet de opening voor lucht-
toevoer en -afvoer groter dan
200cm² zijn. De vrije doorlaat van
200cm² wordt berekend uit het to-
taal van de openingsgleuven in het
rooster.
Belangrijk! Hoe groter de ventila-
tiegleuven zijn, des te minder energie
het toestel gebruikt.
De ventilatiegleuven mogen niet wor-
den afgedekt of geblokkeerd.B oven-
dien moeten ze regelmatig stofvrij
worden gemaakt.
Luchtafvoer aan de bovenkant
De luchtafvoer kan op verschillende
manieren worden gerealiseerd.
Montage-instructies
46
a
Direct boven het koeltoestel met een
rooster (vrije doorlaat van minstens
200 cm²)
b
Tussen keukenmeubel en plafond
c
In een tussenplafond
Vóór het reinigen van het koelt-
oestel
Neem vóór het inbouwen de zak met
montageonderdelen en andere ac-
cessoires uit het toestel en verwijder
het afdichtingsband van de deur van
het toestel.
Verwijder in geen geval de volgende
voorwerpen van de achterwand van
het toestel.
De afstandhouders (afhankelijk van
het model). Deze zorgen voor de
noodzakelijke afstand tussen de ach-
terwand van het toestel en de muur.
De zakjes die zich in het metalen roo-
ster bevinden (afhankelijk van het
model).
Deze zijn belangrijk voor de werking
van het toestel. De inhoud ervan is
niet giftig en niet gevaarlijk.
Verwijder de kabelhouder van de ach-
terwand van het toestel.
Controleer of de onderdelen op de
achterwand van het toestel nergens
tegenaan kunnen komen. Buig even-
tueel in de weg zittende onderdelen
voorzichtig weg.
Montage-instructies
47
Open de deur van het toestel en trek
de rode transportbeveiliging (af-
hankelijk van het model) er af.
Had uw oude koeltoestel een andere
scharniertechniek?
Had uw oude toestel een andere schar-
niertechniek, dan kunt u toch de meu-
beldeur gebruiken. Verwijder in dat ge-
val het oude beslag van de inbouwkast.
U hebt dit niet meer nodig, daar de
meubeldeur op de deur van het toestel
wordt gemonteerd. Alle benodigde on-
derdelen worden bijgevoegd of kunnen
bij de afdeling Onderdelen van Miele
België worden besteld.
Roestvrijstalen front
(afhankelijk van het model)
Heeft uw oude toestel een andere
scharniertechniek gehad en kunt of wilt
u de oude meubeldeur niet meer ge-
bruiken, of is uw meubeldeur om een
andere reden niet meer te gebruiken,
dan kunt u deze door een roestvrijstalen
front vervangen.
Waar een roestvrijstalen front verkrijg-
baar is, kunt u navragen bij Miele.
Inbouwmaten
48
Het aangegeven energieverbruik werd bepaald bij een nichediepte van 560 mm.
De koelkast is volledig functioneel voor een nichediepte van 550 mm, maar heeft
een iets hoger energieverbruik
Let er vóór het inbouwen op dat de inbouwkast voldoet aan de voorgeschreven
inbouwafmetingen. De aangegeven uitsparingen voor luchttoevoer- en luchtaf-
voeropeningen moeten absoluut nagevolgd worden om een correct functioneren
van het toestel te waarborgen.
Hoogte van de inbouwkast [mm]
A
K 35222 iD 1397 – 1413
K 37222 iD 1772 – 1788
Het instellen van de deurscharnieren
49
De deurscharnieren zijn standaard zo
ingesteld, dat de deur van het toestel
ver open kan.
Zijn er echter redenen dat de deur niet
zo ver open mag, dan kunnen de deur-
scharnieren worden aangepast en de
deuropeningshoek worden verkleind.
Wanneer de deur van het toestel bij-
voorbeeld tegen een aangrenzende
muur slaat wanneer hij opengaat, moet
de openingshoek tot 90° worden ver-
kleind.
Plaats de bijgevoegde stiften van
boven in de scharnieren.
De openingshoek van de deur is nu be-
grensd op 90°.
Draairichting van deur veranderen
50
Draairichting van deur veran-
deren
Het is beslist noodzakelijk dat u
iemand vraagt om u daarbij te hel-
pen.
Het koeltoestel wordt geleverd met een
rechtsscharnierende deur / met rechts-
scharnierende deuren. Moet de deur /
Moeten de deuren linksscharnierend zi-
jn, verander dan de draairichting.
Voor het veranderen van de draai-
richting hebt u onderstaand gereed-
schap nodig:
Open de toesteldeur.
Haal de deurvakken uit het toestel.
Klik de afdekkingen , en eraf.
Draai de schroeven en aan de
scharnieren een beetje los.
Schuif de deur van het toestel naar
buiten en licht de deur eruit.
Draairichting van deur veranderen
51
Draai de schroeven er helemaal
uit.
Zet het bevestigingselement er aan
de andere kant weer op en draai de
schroeven er losjes in.
Draai de schroeven er helemaal uit
en schroef ze er losjes aan de andere
kant weer in.
Voor het geval u stiften in de scharnie-
ren hebt geplaatst voor het verkleinen
van de deuropeningshoek, moet u het
volgende doen:
Trek de stiften uit de scharnieren om-
hoog.
Deur monteren
Leg de losse deur op een stabiele on-
dergrond met de buitenkant naar be-
neden.
Letselrisico!
Klap de scharnieren niet samen.
Draai schroeven er uit.
Zet de scharnieren diagonaal weer te-
gen de deur aan .
Draairichting van deur veranderen
52
Schuif de deur van het toestel op
de voorgemonteerde schroeven en
en draai de schroeven en
stevig aan.
Klik de afdekkingen , en er
op.
Plaats de stiften ter verkleining van
de deuropeningshoek altijd van
boven in de scharnieren.
Koeltoestel inbouwen
53
Vraag iemand anders u te helpen bij
het inbouwen van het toestel.
Gebruik alleen een stevig, stabiel in-
bouw-keukenmeubel op een vlakke
vloer.
Zorg ervoor dat de inbouwkast niet
kan kantelen.
Stel het keukenmeubel met een wa-
terpas. De hoeken van de kast moe-
ten allemaal 90° zijn, omdat de meu-
beldeur anders niet precies tegen alle
vier de hoeken sluit.
Houd de maten voor het ventilati-
erooster aan die wij hebben aangege-
ven. Zie hoofdstuk: "Montage-in-
structies", paragraaf: "Luchttoevoer
en luchtafvoer" en hoofdstuk: "Afme-
tingen van het toestel".
Voor het inbouwen van het koeltoe-
stel hebt u onderstaand gereedschap
nodig:
Koeltoestel inbouwen
54
Voor het monteren hebt u onder-
staande onderdelen nodig:
Alle onderdelen die u voor de montage
nodig hebt, hebben een nummer. Bij de
montagebeschrijving wordt er verwezen
naar deze nummers.
Voor de inbouw van het koeltoestel
in de inbouwkast (meubelkast):
4
4
* Onderdelen worden alleen geleverd bij
koeltoestellen vanaf een inbouwkast-
hoogte van 140 cm.
** Aantal is afhankelijk van de hoogte
van de inbouwkast. Bevat ook extra
montage-onderdelen voor de montage
van een grote of gedeelde meubel-
deuren.
Voor het bevestigen van de meu-
beldeur:
8
4
** Aantal is afhankelijk van de hoogte
van de inbouwkast. Bevat ook extra
montage-onderdelen voor de montage
van een grote of gedeelde meubel-
deuren.
Alle stappen bij de montage worden
gedemonstreerd met een toestel met
rechtsscharnierende deuren. Hebt u
een toestel met linksscharnierende
deuren, houd daar dan bij de montage
rekening mee.
Koeltoestel inbouwen
55
Koeltoestel voorbereiden
Plaats het koeltoestel direct voor de
opening van de inbouwkast.
Schuif de lipjes van opvulplaat
van voren tussen de opstaande ge-
deelten.
Schroef bevestigingshaak met de
zeskantige schroef op de voorge-
boorde gaten in de deur van het ap-
paraat.
Schroef een tweede paar bevesti-
gingshaken in de voorgeboorde
gaten bij de deurgreep vast.
Schuif het toestel voor tweederde in
de inbouwkast. Let er daarbij op dat
de aansluitkabel niet ergens tussen
beklemd raakt.
Tip: Maak aan de stekker een stuk touw
vast en verleng zo het elektrische snoer.
Trek het elektrische snoer dan door de
inbouwkast. Het koeltoestel kan dan na
te zijn ingebouwd makkelijk worden
aangesloten.
Koeltoestel inbouwen
56
Alleen bij meubelwanden van 16 mm
dik:
Klik de afstandsstukken en re-
chts op de scharnieren.
Open de toesteldeur.
Trek afdekplaatje er af.
Maak bevestigingselement met de
schroeven links boven aan het to-
estel vast. Draai de schroeven niet
stevig aan, zodat het bevestigingsele-
ment nog te verschuiven is.
Plaats het gedeelte met de opstaan-
de rand op bevestigingshaak .
Maak bevestigingsprofiel met de
schroeven links boven aan het ko-
eltoestel vast. Draai de schroeven niet
stevig aan, zodat het bevestigingsele-
ment nog te verschuiven is.
Koeltoestel inbouwen
57
Schroef de stelvoeten er nu hele-
maal in.
Trek de beschermfolie van afdich-
tingsband af.
Lijm het afdichtingsband één lijn
met de zijwand van het toestel, waar-
aan de deur wordt geopend.
1. Zet het afdichtingsband hierbij aan
de onderzijde van het bovenste be-
vestigingselement.
2. Lijm het over de lengte vast.
Koeltoestel inbouwen
58
Koeltoestel inbouwen
Schuif het toestel zover in de inbouw-
kast, totdat de bevestigingshaken te-
gen de voorkant van de zijwanden
van de inbouwkast aankomen.
Is de wand van de inbouwkast 16
mm dik, dan moeten de afstandstuk-
ken boven en onder tegen de voor-
kant van de zijwanden van de in-
bouwkast aankomen n.
Is de wand van de inbouwkast 19
mm dik, dan moet de voorkant van
de scharnieren boven en onder even-
wijdig lopen met de voorkant van de
zijwanden van de inbouwkast.
Controleer nog een keer of de beves-
tigingshaken boven en onder tegen
de voorkant van de zijwanden van de
inbouwkast aankomen.
Zo wordt over de hele breedte tussen
het toestel en de voorkant van de zij-
wanden van de kast een afstand aan-
gehouden van 42 mm.
Bij meubels met deurelementen zo-
als deurbeslagen, deurstuiters en
stootblokjes, etc. moet rekening wor-
den gehouden met de afmetingen van
deze elementen, zodat ook hier over
de hele voorkant een afstand van 42
mm kan worden aangehouden.
Trek het koeltoestel naar voren en wel
zover als de extra afmeting van de
deurelementen.
De scharnieren en afdekkingen steken
nu naar buiten.
Tip: Wanneer u de deurelementen ver-
wijdert, kunt u er zeker van zijn dat de
meubeldeur parallel loopt met de meu-
beldeuren daarnaast.
Koeltoestel inbouwen
59
Stel het toestel dan aan beide kanten
via de stelvoeten met de bijgevoegde
gaffelsleutel zo, dat het waterpas
staat .
Wordt er tussen het toestel en de
voorkant van de zijwanden van de
kast geen afstand van 42 mm aange-
houden, gaat de deur misschien niet
goed dicht.
Dat kan ertoe leiden dat zich ijs of
condenswater vormt en dat er an-
dere storingen optreden die een stij-
ging van het energieverbruik tot ge-
volg hebben.
Het koeltoestel in de nis beve-
stigen
Druk het koeltoestel met de kant waar
de scharnieren zitten tegen de wand
van de inbouwkast.
Schroef om het toestel met de in-
bouwkast te verbinden de spaan-
plaatschroeven boven, onder en in
het midden door de scharnierstrips.
Koeltoestel inbouwen
60
Schuif de loszittende bevestigingsha-
ken tegen de meubelwand aan.
Maak bevestigingshaak met schro-
ef aan de meubelwand vast. Boor
het gat in de meubelwand indien
nodig voor.
Maak bevestigingshaak met de
schroeven aan de meubelwand
vast. Boor het gat indien nodig vòòr.
Attentie! Druk het gedeelte van de
haak dat naar voren steekt met een
duim tegen de meubelwand, terwijl u
de schroeven vastdraait om te voor-
komen dat het toestel naar achteren
schuift.
Draai de schroeven en daarna
weer vast.
Breek de uitstekende einden van de
bevestigingshaken af en gooi ze weg.
Zet de afdekkingen en op de
bevestigingshaken.
Koeltoestel inbouwen
61
Alleen als de inbouwkast hoger is
dan 140 cm
Schuif om het toestel in de inbouwkast
extra vast te zetten de bijgevoegde sta-
ven tussen toestel en vloer van de in-
bouwkast.
Maak eerst greep aan een staaf
vast.
Schuif de staaf tussen toestel en
meubelvloer naar binnen totdat de
staaf tegen de achterwand aankomt.
Verwijder nu de greep, zet deze op de
andere staaf en schuif ook deze staaf
naar binnen.
Belangrijk!Til de greep op als u het
koeltoestel op een later tijdstip op-
nieuw wilt inbouwen.
Sluit de toesteldeur.
Het monteren van de meubeld-
eur
De meubeldeur moet minstens 16 mm
en maximaal 19 mm dik zijn.
De volgende spleetmaten moeten wor-
den aangehouden.
De spleet tussen de meubeldeur en
de kastdeur daarboven moet min-
stens 3 mm bedragen.
De verticale spleet tussen de meu-
beldeuren moet in het algemeen 3
mm bedragen. De precieze waarde is
afhankelijk van de radius van de rand
van de meubeldeur.
Wordt het toestel in een keukenblok in-
gebouwd, moet de bovenrand van de
meubeldeur zich op dezelfde hoogte
bevinden als de deuren van de meubels
die ernaast staan.
De meubeldeur moet zo worden ge-
monteerd dat er geen spanning op
staat.
Koeltoestel inbouwen
62
Wanneer er een meubeldeur wordt ge-
monteerd die het maximaal toelaatba-
re gewicht overschrijdt, kunnen de
scharnieren beschadigd raken.
Controleer voordat u de meubeldeur
monteert of deze het maximaal toelaat-
bare gewicht niet overschrijdt.
Koeltoestel max. gewicht van
de meubeldeur in
kg
K 35222 iD 21
K 37222 iD 26
Voor het monteren van grote meubel-
deuren of deuren die uit verschillende
delen bestaan is bij de vakhandel of
bij de afdeling onderdelen van Miele
België een montageset of een extra
paar bevestigingshaken verkrijgbaar.
Vanuit de fabriek is de afstand tussen
deur van het toestel en de bevesti-
gingstraverse op 8 mm ingesteld.
Controleer deze afstand en stel deze
indien nodig opnieuw in.
Schuif de montagehulpstukken ter
hoogte van de meubeldeur. Daarbij
moet de onderkant van de haken X
van de montagehulpstukken zich op
gelijke hoogte bevinden als de bo-
venrand van de te monteren meubel-
deur.
Koeltoestel inbouwen
63
Tip: Tip: Schuif met het meubelfront de
montagehulpstukken ter hoogte van
de deuren van de meubels ernaast.
Schroef de moeren er af en haal
bevestigingstraverse er samen met
de montagehulpstukken af.
Leg de deur op een stabiele onder-
grond met de buitenkant naar bene-
den.
Teken met een potlood een middellijn
op de binnenkant van de meubeldeur.
Hang bevestigingstraverse met de
montagehulpstukken op de bin-
nenkant van de meubeldeur. Stel de
bevestigingstraverse precies in het
midden.
Schroef bevestigingstraverse met
minstens 6 korte spaanplaatschroe-
ven vast. (Gebruik bij cassettend-
euren slechts 4 schroeven aan de
rand). Boor de gaten in de meubeld-
eur indien nodig vòòr.
Trek de montagehulpstukken er uit
.Draai de hulpstukken en steek ze in
de middelste gleuven van de bevesti-
gingstraverse.
Koeltoestel inbouwen
64
Schuif de afdekking aan de zijkant
op de bevestigingstraverse tegenover
de kant waar de scharnieren zitten.
Draai de meubeldeur om en maak de
handgreep vast, indien nodig.
Open de toesteldeur.
Hang de meubeldeur op de stel-
schroeven .
Draai de moeren losjes op de stel-
schroeven.
Sluit de deur en controleer of de af-
stand van de deur tot de meubel-
deuren daarnaast gelijk is.
Koeltoestel inbouwen
65
Het stellen van de deur
Het verstellen aan de zijkanten (X)
Verschuif de meubeldeur.
Het verstellen in hoogte (Y)
Draai de stelschroeven met een
schroevendraaier.
De afstand tussen deur van het toestel
en de bevestigingstraverse is op 8 mm
ingesteld. Verstel de afstand alleen in
het aangegeven bereik.
Draai de moeren met ringsleutel
vast. Houd stelschroef daarbij met
een schroevendraaier vast.
Zorg ervoor dat opvulplaat er niet
uitsteekt, maar volledig in de inbouw-
kast verdwijnt.
Koeltoestel inbouwen
66
Boor de bevestigingspunten in de
meubeldeur vòòr en draai er de
schroeven in. Let er daarbij op dat
de beide metalen randen (symbool II)
evenwijdig lopen.
Sluit de deur van het koeltoestel en
de meubeldeur.
Het verstellen in diepte (Z)
Draai de schroeven aan de boven-
kant van de deur en schroefje aan
de onderkant aan de bevestigings-
haak los. Stel tussen meubeldeur en
meubelcorpus een spleet in van 2
mm in door de meubeldeur te ver-
schuiven.
Draai alle schroeven nog een keer
stevig vast.
Zet de bovenste afdekkingen erop
en laat ze vastklikken.
Zet de afdekkingen er aan de zij-
kanten op en laat ze hoorbaar vast-
klikken.
Koeltoestel inbouwen
67
U kunt er zeker van zijn dat het koelt-
oestel goed is ingebouwd, als:
De deur goed sluit.
De deur van het toestel niet tegen de
kast aan komt.
De dichting in de hoek aan de boven-
kant waar het handvat zit stevig zit.
Leg om dit te controleren een zak-
lamp in het toestel en doe de deur
van het toestel dicht.
Doe het licht in het vertrek uit. Con-
troleer of het licht in het koeltoestel
aan de zijkanten naar buiten dringt. Is
dat het geval, neem dan alle mon-
tagestappen weer één voor één door.
Herstellingen aan huis en andere inlichtingen: 02/451.16.16
nv Miele België
Z.5 Mollem 480
1730 Mollem (Asse)
Internet: www.miele.be
Duitsland
Miele & Cie. KG
Carl-Miele-Straße 29
33332 Gütersloh
68
M.-Nr. 09 521 460 / 01nl-BE
K 35222 iD, K 37222 iD
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72

Miele K 37222 iD de handleiding

Type
de handleiding