Honeywell amh 12000 e Handleiding

Categorie
Huishoudelijke fans
Type
Handleiding
28
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Lees eerst alle instructies voordat u de air-conditioner gaat
gebruiken. Bewaar deze handleiding op een veilige plek voor latere
naslag.
1. Als de air-conditioner wordt gebruikt in de buurt van kinderen
is toezicht nodig. Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik door
kinderen of andere personen zonder hulp of supervisie indien hun
lichamelijke, sensorische of geestelijke vermogens hen van een
veilig gebruik weerhouden.
2. Gebruik de air-conditioner niet buiten.
3. Plaats de air-conditioner rechtop op een stevige, vlakke
ondergrond. Zorg ervoor dat het stevig staat zodat het niet kan
kantelen of kan omvallen. Water kan meubels en vloerbedekking
beschadigen.
4. Rol het stroomsnoer helemaal uit. Een niet geheel uitgerold
stroomsnoer kan tot oververhitting leiden en daarmee brand.
5. Gebruik niet een verlengsnoer of een variabele
snelheidsregelaar. Dit kan leiden tot oververhitting, brand of
elektrische schok.
6. Sluit deze air-conditioner alleen aan op een enkelfasig
stopcontact met de stroom zoals deze staat vermeld op de
typeplaat.
7. Zet de air-conditioner uit, haal de stekker uit het stopcontact
als u de air-conditioner van de ene naar de andere plek verhuist,
voordat u onderdelen erop of eraf haalt en voordat u het apparaat
gaat reinigen. Trek niet aan het snoer om de stekker uit het
stopcontact te halen.
8. Richt de luchtuitlaat (1) niet direct op mensen, muren, planten
of voorwerpen.
9. De air-conditioner werkt het beste bij kamertemperaturen tot
35°C.
10. Gebruik de air-conditioner niet in de buurt van ontvlambare
gassen of materialen, open vuur of op een lokatie waar water kan
opspatten. Spray geen insecticiden of soortgelijke middelen op de
air-conditioner. Zorg dat de air-conditioner niet wordt blootgesteld
aan direct zonlicht. Gebruik de air-conditioner niet in de buurt van
een sauna, wasruimte, badkuip, douche of zwembad of op een
andere plek waar water kan opspatten.
11. De air-conditioner is alleen ontworpen voor persoonlijk gebruik
binnenshuis, zoals beschreven in de handleiding en is niet bedoeld
voor commercieel gebruik.
12. Zorg dat de luchtingangen (3,8) en de luchtuitgang (1)
open staan voordat u de air-conditioner gaat gebruiken. De
air-conditioner moet niet achter gordijnen of draperieën worden
geplaatst of achter voorwerpen of obstakels die de luchtcirculatie
kunnen hinderen. Zorg er voor dat er geen voorwerpen in de
luchtingangen (3,8) en luchtuitgang(1) terecht kunnen komen
omdat dit kan leiden tot oververhitting, brand of elektrische schok.
13. Richt de luchtuitlaat (1) niet direct op mensen, muren,
huisdieren of meubels.
14. Trek de stekker niet uit het stopcontact als het apparaat
aan staat. Druk eerst de aan/uit-knop in de UIT-positie.
15. Nadat u de air-conditioner hebt uitgezet, wacht u 3 tot 5
minuten voordat u het weer aanzet, anders kan de compressor
worden beschadigd.
16. Dompel de air-conditioner niet onder water of in andere
vloeistoen en giet geen water of andere vloeistoen over de het
apparaat of in de lucht in-(3) of uitgangen (1).
17. Reinig de air-conditioner regelmatig door de
reinigingsinstructies op te volgen.
18. Zorg dat u geen metalen delen aanraakt als u het luchtlter uit
de air-conditioner haalt. Deze hebben scherpe randen en kunnen
letsel veroorzaken. Gebruik de air-conditioner niet als de luchtlter
en de luchtingangen (3, 8) niet zijn geïnstalleerd.
19. Als het stroomsnoer van de air-conditioner is beschadigd moet
hij worden gerepareerd bij een service die is goedgekeurd door de
producent, als speciaal gereedschap noodzakelijk is.
20. Vervoer de air-conditioner altijd rechtop. Als dat niet mogelijk
is, leg het toestel dan op een kant en zet het zodra dit mogelijk is
weer rechtop. Wacht tenminste vier uur na het vervoer voordat u
het toestel aanzet.
21. Gebruik de air-conditioner niet als hij beschadigd is, eruit ziet
of hij beschadigd kan zijn of als hij niet goed werkt. Trek de stekker
uit het stopcontact.
ONDERDELEN
1. Luchtuitlaat
2. Bedieningspaneel
3. Verdamper luchtinlaat
4. Luchtuitlaat slang
5. Voorsporen
6. Stroomvoorziening met stekker
7. Afvoerpijp
8.
Luchtinlaat
9. Uitlaatmond
10. Uitlaatmondaansluiting(2 st.)
11. Uitlaatslang
12. Flens bevestigingsaccessoires
13. Raamaansluitingkap
WAARSCHUWINGEN
1. Alle bedrading moet voldoen aan nationale elektronicawetten
en worden geïnstalleerd door een erkend elektriciën. Als u vragen
heeft over de volgende instructies, neem dan contact op met een
erkende elektriciën.
2. Controleer de aanwezige stroomvoorziening en los mogelijk
aanwezige problemen met bedrading op voordat u het toestel
installeert.
3. Voor uw eigen veiligheid en bescherming is dit apparaat
gegrond via het stroomsnoer als het is ingestoken in een
bijpassend stropcontact. Indien u niet zeker weet of de
stopcontacten bij u thuis gegrond zijn dient u een elektriciën
te consulteren. Gebruik geen adapters of verlengsnoeren bij dit
apparaat.
NEDERLANDS
29
NEDERLANDS
INSTALLATIE INSTRUCTIES
Sluit de uitlaatslang aan op de achterkant van het toestel. Trek de
slang uit tot de gewenste lenge en localiseer de uitlaatmond via
het ventilatiescherm (Fig. 1).
Montage en installatie van de uitvoer afvoerbuis
1. Breng het uiteinde van de uitlaatslang (11) in de aansluiting van
uitlaatmond (10) door tegen de klok in te draaien tot het stopt.
2. Bevestig een uitlaatmondaansluiting (10) aan de uitlaat
aan de achterkant van het toestel. Dit doet u door de
uitlaatmondaansluiting van de slang naar beneden toe over de
uitlaatuitgang van het toestel te schuiven (4) waarbij u er zeker van
moet zijn dat de uitlaatmondaansluiting past in de groeven van de
aansluiting van het toestel (Fig. 2).
3. Bevestig de uitlaatmond (9) aan de uitlaatmondaansluiting (10).
4. Trek de uitlaatslang uit (11) en sluit het scherm zover mogelijk
waarbij u de uitlaatmond vast zet (9) (Fig. 3 en 4).
INSTALLATIE INSTRUCTIES
Air-conditioning met installatie
Indien vereist kan uw apparaat ook semi-permanent worden
geïnstalleerd (Fig. 5).
Ga als volgt te werk:
1. Boor een gat in een buitenmuur, door een deur of een raampost.
Het gat mag niet groter zijn dan 125mm, en moet tussen de 35cm
en 100cm boven vloerniveau zijn. Als u door een muur boort
raden we aan dat u dat gedeelte isoleert met daarvoor geschikte
materialen. (Fig. 6-7)
2.Plaats de ensbevestigingsaccessoire (12) die is meegeleverd in
het gat.
3. Plaats de uitlaatslang in de mantel aan de achterkant van het
apparaat (Fig. 2).
4. Breng de andere kant van de uitlaatslang in de ens die al in het
gat is geplaatst (Fig. 7).
LET OP: Indien u de air-conditioner semi-permanent
installeert, moet u altijd een deur iets openhouden (zo’n
1cm) zodat u verzekert bent van voldoende ventilatie.
BEDIENINGSINSTRUCTIES: BEDIENINGSPANEEL
Stroombediening
De stroomregeling zet het apparaat aan en uit.
Waarschuwingslampje
Gecondenseerd water kan ophopen in het toestel. Als de tank
volraakt gaat het waarschuwingslampje op het LCD-scherm
branden en werkt het apparaat niet meer tot het water is
afgevoerd.
Standregeling
De standregeling heeft drie instellingen: Koelen, ontvochtigen
en ventileren. De instellingen kunnen worden veranderd met
de Standregeling-knop. Een lichtje geeft aan welke stand wordt
gebruikt.
1. Koelstand
Als de koelstand is geselecteerd, verschijnt ”
“ op het LCD-
scherm. Tijdens de koelstand wordt de lucht gekoeld en wordt hete
lucht afgevoerd naar de buitenlucht via de uitlaatslang. U kunt de
ventilatorsnelheid en de temperatuur instellen op uw gewenste
comfortniveau.
Let op: De luchtwisselslangen moeten buiten de ruimte
kunnen ontluchten als u de koelstand gebruikt.
2. Ontvochtigingstand
Als de ontvochtigingsstand is geselecteerd, verschijnt ”
op het LCD-scherm. De lucht wordt ontvochtigd als het door de
airconditioner komt zonder dat deze in de volledige koelstand
staat. Als de kamertemperatuur >25°C (77°F), kan de snelheid van
de ventilator worden aangepast; anders staat de ventilatorsnelheid
ingesteld op Medium.
Let op: De warme lucht wisselslangen moeten binnen
de kamer kunnen ontluchten als u de ontvochtigstand
gebruikt, niet buiten de kamer zoals bij koelen. Als
het toestel buiten de kamer ontlucht zal er verkoeling
optreden.
3. Ventilatorstand
Als de ventilator is geselecteerd, verschijnt
, of op
het LCD-scherm. De lucht wordt in de kamer gecirculeerd zonder
koeling.
Let op: Het apparaat hoeft niet te ontluchten in de
ventilatorstand.
Ventilatorsnelheidregeling
De ventilatorsnelheidregeling
heeft drie instellingen:
Hoog; Medium; en laag.
Tijd instellen
Automatische uitzetten: Druk op de tijdknop als de machine werkt.
Druk op + of - om het aantal uren te selecteren waarvan u wilt dat
het apparaat werkt voor het automatisch uitgaat.
Automatisch aanzetten: Als het apparaat in de stand-by stand staat
kunt u de tijdknop indrukken. Druk op “+” of “-” om het aantal
uren te selecteren voordat het apparaat automatisch aangaat in de
conditioning-stand.
LET OP: Tijd is in te stellen tussen 1-24 uur.
Temperatuurbediening
• De temperatuur instelknoppen zijn om de thermostaat in te
stellen.
• Standaard toont het LCD-scherm de kamertemperatuur.
• In de koelstand, als u drukt op “+” of “-” wordt de temperatuur
laten zien die kan worden aangepast. Na 15 seconden laat het
scherm weer de kamertemperatuur zien. Temperatuur is alleen in
te stellen in de koelstand.
Let op: Door tegelijkertijd 3 seconden op de “+” and “-”
-knoppen te drukken, wisselt het display tussen Fahrenheit
en Celsius.
30
NEDERLANDS
BEDIENINGSINSTRUCTIES: AFSTANDSBEDIENING
De functie werkt hetzelfde als het bedieningspaneel van de air-
conditioner. Alle hoofdfuncties kunnen worden bediend met de
afstandsbediening (Fig. 10).
Stroombediening: Aan/Uit
Ventilatorsnelheidsregeling: Hoog, medium, laag
Aan/Uit tijdklokregeling:
In werkende stand: Auto aan/uit schakelaar
In stand-by stand: Auto aan/uit schakelaar
Druk op de
“ of de “ -knop om de tijdinstelling in te stellen
met intervallen van 1 uur.
Fahrenheit/Celsius -knop: wisselt tussen Celsius en Fahrenheid
instellingen.
LCD-scherm
Tijd/Temperatuur instellingsbediening:
Wordt gebruikt voor het instellen van de tijdklok en de
temperatuur
• Standaard toont het LCD-scherm op het bedieningspaneel de
kamertemperatuur.
• Als u op de
“ of de “ -knop drukt in de koelstand, wordt
de temperatuur laten zien en moet worden aangepast. Na 15
seconden keert het LCD-scherm terug naar de kamertemperatuur.
Tijdinstelling is mogelijk van 1-24 uur door te drukken op de
“ of de “-knop.
Standregeling: Druk hierop om de werkingstand te veranderen,
waardoor u roteert tussen Koelen - Ontvochtigen -Ventilator en
terug naar Koelen.
LET OP:
• Laat de afstandsbediening niet vallen.
• Plaats de afstandbediening NIET in de directe zon.
• De afstandsbediening moet minimaal 1 meter of meer
van een TV of andere elektrische apparaten liggen.
Batterij vervanging
Verwijder het klepje aan de achterkant van de afstandsbediening
en breng de nieuwe batterijen in met de + en - polen in de juiste
richting (Fig.11)
WAARSCHUWING:
Gebruik alleen AAA-batterijen of IEC R03 1,5V batterijen.
Haal de batterijen uit de afstandsbediening als deze
een maand of langer niet gebruikt wordt. Probeer de
meegeleverde batterijen niet op te laden. Alle batterijen
moeten tegelijkertijd worden vervangen, mix geen oude
en nieuwe batterijen. Gooi de batterijen niet in vuur omdat
ze dan kunnen exploderen.
PROBLEMEN OPLOSSEN
De volgende gevallen hoeven niet altijd te betekenen dat
het apparaat stuk is, controleer het volgende voordat u een
reparatieservice raadpleegt.
Mijn air-conditioner werkt niet.
• Controleer of een beschermingsstrip of een zekering is
doorgebrand.
• Gelieve drie minuten te wachten en opnieuw aan te zetten.
• Misschien moeten de batterijen in de afstandsbediening worden
vervangen.
• Controleer of de stekker goed is ingestoken.
Mijn air-conditioner werkt maar korte tijd.
• De temperatuur kan dicht in de buurt van de kamertemperatuur
zijn ingesteld.
• Een van de luchtuitgangen kan zijn geblokkeerd.
Mijn air-conditioner werkt wel, maar koelt niet.
• Misschien staat er een raam of deur open.
Wellicht staat er een verwarmingsbron of een lamp aan.
• Het luchtlter kan moeten worden gereinigd.
• Een luchtingang of -uitgang kan zijn geblokkeerd.
• De temperatuur kan te hoog zijn ingesteld.
Mijn air-conditioner doet het niet en het WATER VOL
indicatorlichtje brandt.
Voer het water af in een van te voren neergezette bak via de
afvoerbuis op het achterpaneel van het toestel.
• Als dit niet werkt, dient u een erkend elektriciënt te consulteren.
ONDERHOUD
Onderhoud apparaat
1. Haal de stroom van het apparaat. Zet het apparaat eerst uit
voordat u de stekker eruit trekt.
2. Droog het af met een zachte, droge doek. Gebruik handwarm
water (onder de 40°C/104°F) en een zachte, klamme doek om het
apparaat te reinigen als het erg vuil is
3. Gebruik nooit volatiele substanties als benzine of glanspoeder
om het apparaat te reinigen.
4. Sprenkel nooit water op het hoofdapparaat. Het is gevaarlijk en
hierdoor kan een elektrische schok ontstaan.
Onderhoud van het luchtlter
Het is nodig om het luchtlter te reinigen na een gebruik van
ongeveer 100 uur. Reinig het als volgt:
1. Zet het apparaat uit en verwijder het luchtlter
2. Reinig het luchtlter en installeer het opnieuw. Als het vuil
hardnekkig is, was het dan met een beetje reinigingsmiddel
en handwarm water. Droog het na het reinigen op een koele,
schaduwrijke plaats en installeer het daarna weer.
31
NEDERLANDS
3. Reinig het luchtlter elke twee weken als de air-conditioner
wordt gebruikt in een zeer stoge omgeving.
Onderhoud voor opslag
1. Als het apparaat lange tijd niet wordt gebruikt zorg dan dat u de
rubber stop van de afvoerpoort aan de onderkant uittrekt om het
water te laten afvoeren.
2. Laat het apparaat met de ventilator een halve dag draaien op
een zonnige dag om het apparaat aan de binnenkant te drogen en
te zorgen dat er geen schimmel ontstaat.
3. Stop het apparaat, trek de stekker eruit, haal de batterijen uit de
afstandsbediening en berg het apparaat op.
4. Reinig het luchtlter en plaats het terug.
5. Verwijder de luchtslangen en berg ze goed op, bedek het
luchtgat goed.
6. Berg uw air-conditioner op op een koele droge plaats.
Afvoeren
Dit symbool op het product of de verpakking ervan geeft aan
dat het apparaat niet kan worden behandeld als normaal
afval, maar moet worden ingeleverd bij een recyclepunt voor
elektrische en elektronische apparatuur. Uw bijdrage aan een
goede verwerking van dit product draag toe aan de bescherming
van het milieu en de gezondheid van andere mensen. Gezondheid
en milieu worden bedreigd door foutieve afvalverwerking. Nadere
informatie over de recycling van dit product kunt u verkrijgen bij
uw plaatselijke gemeente, de reinigingsdienst, of de plaats waar u
dit product heeft gekocht.
VOORWAARDEN VOOR AANKOOP
Als voorwaarde van de aankoop gaat de koper accoord met zijn
verantwoordelijkheid voor een correct gebruik en onderhoud van
dit KAZ-product volgens deze gebruiksinstructies. De koper of
gebruiker moet zelf bepalen wanneer en voor hoelang dit KAZ-
product zal worden gebruikt.
WAARSCHUWING: ALS U PROBLEMEN ERVAART MET
DIT KAZ-PRODUCT, GELIEVE DAN DE INSTRUCTIES IN DE
GARANTIEBEPALINGEN TE BESTUDEREN. PROBEER NIET HET
KAZ-PRODUCT ZELF TE OPENEN OF TE REPAREREN OMDAT
DIT KAN LEIDEN TOT BEËINDIGING VAN DE GARANTIE EN TOT
SCHADE AAN PERSONEN EN EIGENDOMMEN.
Technische aanpassingen voorbehouden.
TECHNISCHE GEGEVENS
De opgegeven afbeeldingen in de inhoud zijn alleen ter referentie;
er kunnen variaties optreden door verschillende toepassingen in
verschillende landen of gebieden en deze zijn gebaseerd op de best
mogelijke toepassingsapplicatie.

Documenttranscriptie

NEDERLANDS BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Lees eerst alle instructies voordat u de air-conditioner gaat gebruiken. Bewaar deze handleiding op een veilige plek voor latere naslag. 1. Als de air-conditioner wordt gebruikt in de buurt van kinderen is toezicht nodig. Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik door kinderen of andere personen zonder hulp of supervisie indien hun lichamelijke, sensorische of geestelijke vermogens hen van een veilig gebruik weerhouden. 2. Gebruik de air-conditioner niet buiten. 3. Plaats de air-conditioner rechtop op een stevige, vlakke ondergrond. Zorg ervoor dat het stevig staat zodat het niet kan kantelen of kan omvallen. Water kan meubels en vloerbedekking beschadigen. 4. Rol het stroomsnoer helemaal uit. Een niet geheel uitgerold stroomsnoer kan tot oververhitting leiden en daarmee brand. 5. Gebruik niet een verlengsnoer of een variabele snelheidsregelaar. Dit kan leiden tot oververhitting, brand of elektrische schok. 6. Sluit deze air-conditioner alleen aan op een enkelfasig stopcontact met de stroom zoals deze staat vermeld op de typeplaat. 7. Zet de air-conditioner uit, haal de stekker uit het stopcontact als u de air-conditioner van de ene naar de andere plek verhuist, voordat u onderdelen erop of eraf haalt en voordat u het apparaat gaat reinigen. Trek niet aan het snoer om de stekker uit het stopcontact te halen. 8. Richt de luchtuitlaat (1) niet direct op mensen, muren, planten of voorwerpen. 9. De air-conditioner werkt het beste bij kamertemperaturen tot 35°C. 10. Gebruik de air-conditioner niet in de buurt van ontvlambare gassen of materialen, open vuur of op een lokatie waar water kan opspatten. Spray geen insecticiden of soortgelijke middelen op de air-conditioner. Zorg dat de air-conditioner niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht. Gebruik de air-conditioner niet in de buurt van een sauna, wasruimte, badkuip, douche of zwembad of op een andere plek waar water kan opspatten. 11. De air-conditioner is alleen ontworpen voor persoonlijk gebruik binnenshuis, zoals beschreven in de handleiding en is niet bedoeld voor commercieel gebruik. 12. Zorg dat de luchtingangen (3,8) en de luchtuitgang (1) open staan voordat u de air-conditioner gaat gebruiken. De air-conditioner moet niet achter gordijnen of draperieën worden geplaatst of achter voorwerpen of obstakels die de luchtcirculatie kunnen hinderen. Zorg er voor dat er geen voorwerpen in de luchtingangen (3,8) en luchtuitgang(1) terecht kunnen komen omdat dit kan leiden tot oververhitting, brand of elektrische schok. 13. Richt de luchtuitlaat (1) niet direct op mensen, muren, huisdieren of meubels. 14. Trek de stekker niet uit het stopcontact als het apparaat aan staat. Druk eerst de aan/uit-knop in de UIT-positie. 28 15. Nadat u de air-conditioner hebt uitgezet, wacht u 3 tot 5 minuten voordat u het weer aanzet, anders kan de compressor worden beschadigd. 16. Dompel de air-conditioner niet onder water of in andere vloeistoffen en giet geen water of andere vloeistoffen over de het apparaat of in de lucht in-(3) of uitgangen (1). 17. Reinig de air-conditioner regelmatig door de reinigingsinstructies op te volgen. 18. Zorg dat u geen metalen delen aanraakt als u het luchtfilter uit de air-conditioner haalt. Deze hebben scherpe randen en kunnen letsel veroorzaken. Gebruik de air-conditioner niet als de luchtfilter en de luchtingangen (3, 8) niet zijn geïnstalleerd. 19. Als het stroomsnoer van de air-conditioner is beschadigd moet hij worden gerepareerd bij een service die is goedgekeurd door de producent, als speciaal gereedschap noodzakelijk is. 20. Vervoer de air-conditioner altijd rechtop. Als dat niet mogelijk is, leg het toestel dan op een kant en zet het zodra dit mogelijk is weer rechtop. Wacht tenminste vier uur na het vervoer voordat u het toestel aanzet. 21. Gebruik de air-conditioner niet als hij beschadigd is, eruit ziet of hij beschadigd kan zijn of als hij niet goed werkt. Trek de stekker uit het stopcontact. ONDERDELEN 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. Luchtuitlaat Bedieningspaneel Verdamper luchtinlaat Luchtuitlaat slang Voorsporen Stroomvoorziening met stekker Afvoerpijp Luchtinlaat Uitlaatmond Uitlaatmondaansluiting(2 st.) Uitlaatslang Flens bevestigingsaccessoires Raamaansluitingkap WAARSCHUWINGEN 1. Alle bedrading moet voldoen aan nationale elektronicawetten en worden geïnstalleerd door een erkend elektriciën. Als u vragen heeft over de volgende instructies, neem dan contact op met een erkende elektriciën. 2. Controleer de aanwezige stroomvoorziening en los mogelijk aanwezige problemen met bedrading op voordat u het toestel installeert. 3. Voor uw eigen veiligheid en bescherming is dit apparaat gegrond via het stroomsnoer als het is ingestoken in een bijpassend stropcontact. Indien u niet zeker weet of de stopcontacten bij u thuis gegrond zijn dient u een elektriciën te consulteren. Gebruik geen adapters of verlengsnoeren bij dit apparaat. NEDERLANDS INSTALLATIE INSTRUCTIES Sluit de uitlaatslang aan op de achterkant van het toestel. Trek de slang uit tot de gewenste lenge en localiseer de uitlaatmond via het ventilatiescherm (Fig. 1). Montage en installatie van de uitvoer afvoerbuis 1. Breng het uiteinde van de uitlaatslang (11) in de aansluiting van uitlaatmond (10) door tegen de klok in te draaien tot het stopt. 2. Bevestig een uitlaatmondaansluiting (10) aan de uitlaat aan de achterkant van het toestel. Dit doet u door de uitlaatmondaansluiting van de slang naar beneden toe over de uitlaatuitgang van het toestel te schuiven (4) waarbij u er zeker van moet zijn dat de uitlaatmondaansluiting past in de groeven van de aansluiting van het toestel (Fig. 2). 3. Bevestig de uitlaatmond (9) aan de uitlaatmondaansluiting (10). 4. Trek de uitlaatslang uit (11) en sluit het scherm zover mogelijk waarbij u de uitlaatmond vast zet (9) (Fig. 3 en 4). INSTALLATIE INSTRUCTIES Air-conditioning met installatie Indien vereist kan uw apparaat ook semi-permanent worden geïnstalleerd (Fig. 5). Ga als volgt te werk: 1. Boor een gat in een buitenmuur, door een deur of een raampost. Het gat mag niet groter zijn dan 125mm, en moet tussen de 35cm en 100cm boven vloerniveau zijn. Als u door een muur boort raden we aan dat u dat gedeelte isoleert met daarvoor geschikte materialen. (Fig. 6-7) 2.Plaats de flensbevestigingsaccessoire (12) die is meegeleverd in het gat. 3. Plaats de uitlaatslang in de mantel aan de achterkant van het apparaat (Fig. 2). 4. Breng de andere kant van de uitlaatslang in de flens die al in het gat is geplaatst (Fig. 7). LET OP: Indien u de air-conditioner semi-permanent installeert, moet u altijd een deur iets openhouden (zo’n 1cm) zodat u verzekert bent van voldoende ventilatie. BEDIENINGSINSTRUCTIES: BEDIENINGSPANEEL Stroombediening De stroomregeling zet het apparaat aan en uit. Waarschuwingslampje Gecondenseerd water kan ophopen in het toestel. Als de tank volraakt gaat het waarschuwingslampje op het LCD-scherm branden en werkt het apparaat niet meer tot het water is afgevoerd. Standregeling De standregeling heeft drie instellingen: Koelen, ontvochtigen en ventileren. De instellingen kunnen worden veranderd met de Standregeling-knop. Een lichtje geeft aan welke stand wordt gebruikt. 1. Koelstand Als de koelstand is geselecteerd, verschijnt ” “ op het LCDscherm. Tijdens de koelstand wordt de lucht gekoeld en wordt hete lucht afgevoerd naar de buitenlucht via de uitlaatslang. U kunt de ventilatorsnelheid en de temperatuur instellen op uw gewenste comfortniveau. Let op: De luchtwisselslangen moeten buiten de ruimte kunnen ontluchten als u de koelstand gebruikt. 2. Ontvochtigingstand Als de ontvochtigingsstand is geselecteerd, verschijnt ” “ op het LCD-scherm. De lucht wordt ontvochtigd als het door de airconditioner komt zonder dat deze in de volledige koelstand staat. Als de kamertemperatuur >25°C (77°F), kan de snelheid van de ventilator worden aangepast; anders staat de ventilatorsnelheid ingesteld op Medium. Let op: De warme lucht wisselslangen moeten binnen de kamer kunnen ontluchten als u de ontvochtigstand gebruikt, niet buiten de kamer zoals bij koelen. Als het toestel buiten de kamer ontlucht zal er verkoeling optreden. 3. Ventilatorstand Als de ventilator is geselecteerd, verschijnt “ ,”“ ” of “ ” op het LCD-scherm. De lucht wordt in de kamer gecirculeerd zonder koeling. Let op: Het apparaat hoeft niet te ontluchten in de ventilatorstand. Ventilatorsnelheidregeling De ventilatorsnelheidregeling heeft drie instellingen: Hoog; Medium; en laag. Tijd instellen Automatische uitzetten: Druk op de tijdknop als de machine werkt. Druk op + of - om het aantal uren te selecteren waarvan u wilt dat het apparaat werkt voor het automatisch uitgaat. Automatisch aanzetten: Als het apparaat in de stand-by stand staat kunt u de tijdknop indrukken. Druk op “+” of “-” om het aantal uren te selecteren voordat het apparaat automatisch aangaat in de conditioning-stand. LET OP: Tijd is in te stellen tussen 1-24 uur. Temperatuurbediening • De temperatuur instelknoppen zijn om de thermostaat in te stellen. • Standaard toont het LCD-scherm de kamertemperatuur. • In de koelstand, als u drukt op “+” of “-” wordt de temperatuur laten zien die kan worden aangepast. Na 15 seconden laat het scherm weer de kamertemperatuur zien. Temperatuur is alleen in te stellen in de koelstand. Let op: Door tegelijkertijd 3 seconden op de “+” and “-” -knoppen te drukken, wisselt het display tussen Fahrenheit en Celsius. 29 NEDERLANDS BEDIENINGSINSTRUCTIES: AFSTANDSBEDIENING PROBLEMEN OPLOSSEN De functie werkt hetzelfde als het bedieningspaneel van de airconditioner. Alle hoofdfuncties kunnen worden bediend met de afstandsbediening (Fig. 10). De volgende gevallen hoeven niet altijd te betekenen dat het apparaat stuk is, controleer het volgende voordat u een reparatieservice raadpleegt. Stroombediening: Aan/Uit Ventilatorsnelheidsregeling: Hoog, medium, laag Aan/Uit tijdklokregeling: In werkende stand: Auto aan/uit schakelaar In stand-by stand: Auto aan/uit schakelaar Druk op de “ “ of de “ “ -knop om de tijdinstelling in te stellen met intervallen van 1 uur. Fahrenheit/Celsius -knop: wisselt tussen Celsius en Fahrenheid instellingen. LCD-scherm Tijd/Temperatuur instellingsbediening: • Wordt gebruikt voor het instellen van de tijdklok en de temperatuur • Standaard toont het LCD-scherm op het bedieningspaneel de kamertemperatuur. • Als u op de “ “ of de “ “ -knop drukt in de koelstand, wordt de temperatuur laten zien en moet worden aangepast. Na 15 seconden keert het LCD-scherm terug naar de kamertemperatuur. • Tijdinstelling is mogelijk van 1-24 uur door te drukken op de “ “ of de “ “-knop. Standregeling: Druk hierop om de werkingstand te veranderen, waardoor u roteert tussen Koelen - Ontvochtigen -Ventilator en terug naar Koelen. LET OP: • Laat de afstandsbediening niet vallen. • Plaats de afstandbediening NIET in de directe zon. • De afstandsbediening moet minimaal 1 meter of meer van een TV of andere elektrische apparaten liggen. Batterij vervanging Verwijder het klepje aan de achterkant van de afstandsbediening en breng de nieuwe batterijen in met de + en - polen in de juiste richting (Fig.11) Mijn air-conditioner werkt niet. • Controleer of een beschermingsstrip of een zekering is doorgebrand. • Gelieve drie minuten te wachten en opnieuw aan te zetten. • Misschien moeten de batterijen in de afstandsbediening worden vervangen. • Controleer of de stekker goed is ingestoken. WAARSCHUWING: Gebruik alleen AAA-batterijen of IEC R03 1,5V batterijen. Haal de batterijen uit de afstandsbediening als deze een maand of langer niet gebruikt wordt. Probeer de meegeleverde batterijen niet op te laden. Alle batterijen moeten tegelijkertijd worden vervangen, mix geen oude en nieuwe batterijen. Gooi de batterijen niet in vuur omdat ze dan kunnen exploderen. 30 Mijn air-conditioner werkt maar korte tijd. • De temperatuur kan dicht in de buurt van de kamertemperatuur zijn ingesteld. • Een van de luchtuitgangen kan zijn geblokkeerd. Mijn air-conditioner werkt wel, maar koelt niet. • Misschien staat er een raam of deur open. • Wellicht staat er een verwarmingsbron of een lamp aan. • Het luchtfilter kan moeten worden gereinigd. • Een luchtingang of -uitgang kan zijn geblokkeerd. • De temperatuur kan te hoog zijn ingesteld. Mijn air-conditioner doet het niet en het WATER VOL indicatorlichtje brandt. • Voer het water af in een van te voren neergezette bak via de afvoerbuis op het achterpaneel van het toestel. • Als dit niet werkt, dient u een erkend elektriciënt te consulteren. ONDERHOUD Onderhoud apparaat 1. Haal de stroom van het apparaat. Zet het apparaat eerst uit voordat u de stekker eruit trekt. 2. Droog het af met een zachte, droge doek. Gebruik handwarm water (onder de 40°C/104°F) en een zachte, klamme doek om het apparaat te reinigen als het erg vuil is 3. Gebruik nooit volatiele substanties als benzine of glanspoeder om het apparaat te reinigen. 4. Sprenkel nooit water op het hoofdapparaat. Het is gevaarlijk en hierdoor kan een elektrische schok ontstaan. Onderhoud van het luchtfilter Het is nodig om het luchtfilter te reinigen na een gebruik van ongeveer 100 uur. Reinig het als volgt: 1. Zet het apparaat uit en verwijder het luchtfilter 2. Reinig het luchtfilter en installeer het opnieuw. Als het vuil hardnekkig is, was het dan met een beetje reinigingsmiddel en handwarm water. Droog het na het reinigen op een koele, schaduwrijke plaats en installeer het daarna weer. NEDERLANDS 3. Reinig het luchtfilter elke twee weken als de air-conditioner wordt gebruikt in een zeer stoffige omgeving. Onderhoud voor opslag 1. Als het apparaat lange tijd niet wordt gebruikt zorg dan dat u de rubber stop van de afvoerpoort aan de onderkant uittrekt om het water te laten afvoeren. 2. Laat het apparaat met de ventilator een halve dag draaien op een zonnige dag om het apparaat aan de binnenkant te drogen en te zorgen dat er geen schimmel ontstaat. 3. Stop het apparaat, trek de stekker eruit, haal de batterijen uit de afstandsbediening en berg het apparaat op. 4. Reinig het luchtfilter en plaats het terug. 5. Verwijder de luchtslangen en berg ze goed op, bedek het luchtgat goed. 6. Berg uw air-conditioner op op een koele droge plaats. Afvoeren Dit symbool op het product of de verpakking ervan geeft aan dat het apparaat niet kan worden behandeld als normaal afval, maar moet worden ingeleverd bij een recyclepunt voor elektrische en elektronische apparatuur. Uw bijdrage aan een goede verwerking van dit product draag toe aan de bescherming van het milieu en de gezondheid van andere mensen. Gezondheid en milieu worden bedreigd door foutieve afvalverwerking. Nadere informatie over de recycling van dit product kunt u verkrijgen bij uw plaatselijke gemeente, de reinigingsdienst, of de plaats waar u dit product heeft gekocht. VOORWAARDEN VOOR AANKOOP Als voorwaarde van de aankoop gaat de koper accoord met zijn verantwoordelijkheid voor een correct gebruik en onderhoud van dit KAZ-product volgens deze gebruiksinstructies. De koper of gebruiker moet zelf bepalen wanneer en voor hoelang dit KAZproduct zal worden gebruikt. WAARSCHUWING: ALS U PROBLEMEN ERVAART MET DIT KAZ-PRODUCT, GELIEVE DAN DE INSTRUCTIES IN DE GARANTIEBEPALINGEN TE BESTUDEREN. PROBEER NIET HET KAZ-PRODUCT ZELF TE OPENEN OF TE REPAREREN OMDAT DIT KAN LEIDEN TOT BEËINDIGING VAN DE GARANTIE EN TOT SCHADE AAN PERSONEN EN EIGENDOMMEN. Technische aanpassingen voorbehouden. TECHNISCHE GEGEVENS De opgegeven afbeeldingen in de inhoud zijn alleen ter referentie; er kunnen variaties optreden door verschillende toepassingen in verschillende landen of gebieden en deze zijn gebaseerd op de best mogelijke toepassingsapplicatie. 31
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88

Honeywell amh 12000 e Handleiding

Categorie
Huishoudelijke fans
Type
Handleiding