De marifoon verstuurt, afhankelijk van de instelling van de
MMSI-filtering, gegevens over de oproep via het NMEA netwerk
(DSC NMEA uitzendingen configureren, pagina 10).
OPMERKING: Wanneer een noodoproep wordt ontvangen,
schakelt de marifoon na tien seconden automatisch over naar
kanaal 16 .
Wanneer u een noodoproep ontvangt, selecteert u een optie:
• Selecteer om extra informatie over de noodoproep te
bekijken en over te schakelen naar kanaal 16.
• Selecteer OK om de noodoproep te accepteren en over te
schakelen naar kanaal 16.
• Als u informatie over de noodoproep wilt bekijken zonder
automatisch over te schakelen naar kanaal 16, selecteert
u PAUSE.
• Druk op CLEAR om de noodoproep te negeren en op het
huidige kanaal te blijven.
Spoed- en veiligheidsoproepen aan alle schepen
ontvangen
Wanneer u een spoed- of veiligheidsoproep aan alle schepen
ontvangt, wordt op het scherm ALL SHIPS en als type oproep
URGENCY of SAFETY weergegeven. Als de kanaalaanvraag
voor een ongeldig kanaal is, wordt INVALID CH REQUEST
weergegeven op het scherm.
OPMERKING: Wanneer een oproep aan alle schepen wordt
ontvangen, schakelt de marifoon na tien seconden automatisch
naar het gevraagde kanaal.
Wanneer u een spoed- of veiligheidsoproep ontvangt,
selecteert u een optie:
• Selecteer om extra informatie over de oproep te
bekijken en over te schakelen naar het aangevraagde
kanaal.
• Selecteer OK om de oproep te accepteren en over te
schakelen naar het aangevraagde kanaal.
• Als u informatie wilt over de oproep zonder het gevraagde
kanaal automatisch in te schakelen, selecteert uPAUSE.
• Druk op CLEAR om de oproep te negeren en op het
huidige kanaal te blijven.
Persoonlijke standaardoproepen ontvangen
Wanneer u een persoonlijke standaardoproep ontvangt, wordt
op het scherm INDIVIDUAL en als type oproep ROUTINE
weergegeven. Als de kanaalaanvraag voor een ongeldig kanaal
is, wordt INVALID CH REQUEST weergegeven op het scherm.
OPMERKING: Wanneer een individuele oproep wordt
ontvangen, schakelt de marifoon na tien seconden automatisch
naar het gevraagde kanaal.
Wanneer een oproep op een geldig kanaal wordt ontvangen,
selecteert u een optie:
• Selecteer OK om de oproep te accepteren en over te
schakelen naar het aangevraagde kanaal.
• Als u informatie wilt over de oproep zonder het gevraagde
kanaal automatisch in te schakelen, selecteert uPAUSE.
• Druk op CLEAR om de oproep te negeren en op het
huidige kanaal te blijven.
Positieaanvragen ontvangen
U kunt de marifoon zodanig configureren dat binnenkomende
positieaanvragen automatisch worden beantwoord. U kunt ook
instellen dat u binnenkomende aanvragen wilt beoordelen en
goedkeuren voordat deze worden beantwoord (Automatische
antwoorden verzenden, pagina 9).
Wanneer u een positieaanvraag ontvangt terwijl automatische
beantwoording van positieaanvragen is ingeschakeld, wordt op
het scherm de tekst SENDING ACKNOWLEDGE weergegeven
en wordt uw positie automatisch verzonden. Zodra de positie is
verzonden, wordt op het scherm de tekst POSITION SENT
weergegeven.
Wanneer u een positieaanvraag ontvangt terwijl automatische
beantwoording van positieaanvragen is uitgeschakeld, wordt op
het scherm de tekst POS. REQUEST weergegeven.
Wanneer u een positieaanvraag ontvangt terwijl
automatische beantwoording van positieaanvragen is
uitgeschakeld, kiest u OK en selecteert u vervolgens een
optie:
• Selecteer OK als u op de positieaanvraag wilt
beantwoorden met uw huidige positie.
Als er GPS-positiegegevens of handmatig ingevoerde
positiegegevens beschikbaar zijn, wordt uw positie naar
het andere vaartuig verzonden.
• Als u de positieaanvraag wilt negeren, drukt u op CLEAR.
Positieoproepen ontvangen
Wanneer u een positieoproep ontvangt, worden op het scherm
de tekst POS. SEND en de positiegegevens weergegeven.
Selecteer OK.
Het positierapport wordt opgeslagen in het oproeplog.
Groepsoproepen ontvangen
Wanneer u een groepsoproep ontvangt, wordt op het scherm
GROUP weergegeven en wordt er gevraagd of u wilt
overschakelen naar het aangevraagde kanaal. Als het
aangevraagde kanaal ongeldig is, wordt INVALID CH
REQUEST weergegeven op het scherm.
1
Selecteer OK.
2
Draai aan de knop ENTER om het aangevraagde kanaal te
selecteren.
3
Selecteer OK.
Positie bijhouden
Als u de functie voor positie bijhouden inschakelt, verzendt de
marifoon met regelmatige tussenpozen positieaanvragen om de
positie van maximaal drie vaartuigen bij te houden.
De marifoon verzendt ontvangen positiegegevens via het NMEA
netwerk en u kunt de vaartuigen volgen met de Garmin
kaartplotter (DSC NMEA uitzendingen configureren,
pagina 10).
Vaartuigen selecteren en positie bijhouden activeren
Voordat u positie bijhouden kunt gebruiken, moet u minimaal
één vaartuig hebben opgeslagen in de schepenlijst
(Schepenlijst, pagina 8).
1
Selecteer DSC > POS. TRACKING > ADD ENTRY.
2
Tik op de vaartuigen die u wilt bijhouden.
U kunt de positie bijhouden van maximaal drie vaartuigen
tegelijk. Wanneer u een vierde vaartuig selecteert, klinkt er
een fouttoon en moet u een vaartuig verwijderen voordat u
een nieuw kunt toevoegen.
3
Selecteer BEGIN TRACKING.
Op het scherm wordt weergegeven wanneer de marifoon
vaartuigen volgt.
Volgorde voor pollinginterval voor positie bijhouden
Volgens de regels is het toegestaan om eenmaal per vijf
minuten een positieaanvraagoproep te verzenden. Wanneer u
meerdere vaartuigen volgt, verzendt de marifoon om de beurt
een oproep naar elk vaartuig in de lijst, met tussenpozen van vijf
minuten. Als een vaartuig niet reageert op vijf opeenvolgende
positieaanvraagoproepen, verwijdert de marifoon dat vaartuig uit
de lijst met bijgehouden posities.
In deze tabel ziet u hoe het tijdsinterval wordt toegepast op de
vaartuigen in de lijst voor het bijhouden van posities.
Digital Selective Calling (DSC) 7