INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
2
A) - in te vriezen levensmiddelen,
B) - reeds ingevroren levensmiddelen.
• Plaats de in te vriezen levensmiddelen niet direct tegen
de al ingevroren levensmiddelen aan.
• Voor beter en sneller invriezen raden wij aan de
levensmiddelen in kleine pakjes te verdelen; dit is ook
nuttig op het moment van gebruik van het ingevroren
voedsel.
1. Activeer de fast freeze-functie minstens 24 uur voordat
er verse levensmiddelen in het product worden
ingevroren door de toets c ongeveer 3 seconden in te
drukken. Alle groene leds (b) gaan branden.
2. Plaats de levensmiddelen in het apparaat en houd de
deur van het apparaat 24 uur gesloten. Na deze periode
zijn de levensmiddelen ingevroren. De fast freeze-functie
kan gedeactiveerd worden door de toets c ongeveer 3
seconden in te drukken.
Als de fast freeze-functie niet handmatig gedeactiveerd
wordt, dan wordt de functie na 50 uur automatisch door
het apparaat gedeactiveerd.
CONSERVERING VAN LEVENSMIDDELEN
Raadpleeg de tabel op het apparaat.
Indeling van de ingevroren levensmiddelen
Zet de ingevroren levensmiddelen in de vriezer en deel ze
in; de opslagdatum hoort te worden aangegeven op de
levensmiddelen, zodat ze worden verbruikt voor de
houdbaarheidsdata die voor elk type voedsel in maanden
worden vermeld in Afb. 5 .
Tips voor het bewaren van diepvriesproducten
Bij de aankoop van diepvriesproducten moet u op de
volgende punten letten:
• Zorg dat de verpakking niet beschadigd is (diepgevroren
levensmiddelen in beschadigde verpakkingen kan een
verminderde kwaliteit hebben). Indien de verpakking bol
staat of vochtplekken heeft, werd het mogelijk niet bij
optimale omstandigheden bewaard en het ontdooien is
mogelijk al begonnen.
• Tijdens het winkelen dient u de aankopen van
diepgevroren levensmiddelen als laatste te doen en u
dient de producten in een thermisch geïsoleerde koelzak
te transporteren.
• Zet de diepvriesproducten bij thuiskomst meteen in het
apparaat.
• Vermijd of beperk temperatuurvariaties tot een
minimum. Respecteer de vervaldatum op de verpakking.
• Houd steeds rekening met de opslaginformatie op de
verpakking.
Opmerking:
Ontdooide of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen
moeten onmiddellijk worden geconsumeerd.
Vries ze niet opnieuw in, tenzij het ontdooide
levensmiddel gebruikt wordt voor de bereiding van een
gerecht dat gekookt wordt. Nadat het gekookt is, mag
het opnieuw worden ingevroren. Als de stroom
gedurende langere tijd uitvalt:
• Open de deur van het apparaat niet, behalve om de
vrieselementen (indien beschikbaar) boven op het
ingevroren voedsel aan de rechter- en linkerkant van het
apparaat te plaatsen. Op deze manier kunt u de snelheid
waarmee de temperatuur stijgt beperken.
ONTDOOIEN VAN HET APPARAAT
Het apparaat moet ontdooid worden wanneer de laag ijs
op de wanden 5-6 mm dik geworden is.
• Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
• Haal de levensmiddelen uit het apparaat, wikkel ze
strak tegen elkaar in kranten en berg ze op op een koele
plaats of in een isolerende tas.
• Laat de deur van het apparaat openstaan.
• Verwijder de binnendop van het afvoerkanaal voor het
dooiwater (afhankelijk van model) (Afb. 6).
• Verwijder de buitendop van het afvoerkanaal voor het
dooiwater (afhankelijk van model) en plaats hem zoals
aangegeven in afbeelding 6.
• Zet een bak onder het afvoerkanaal om het restwater
op te vangen. Gebruik indien beschikbaar de verdeler
(Afb. 6).
• U kunt het ontdooien versnellen door met een spatel
het ijs op de wanden van het apparaat los te maken.
• Verwijder het ijs van de bodem van het apparaat.
• Gebruik, om onherstelbare schade aan het vriesvak te
voorkomen, geen puntige of scherpe metalen
voorwerpen om het ijs te verwijderen.
• Gebruik geen schuurmiddelen en verwarm het vriesvak
niet kunstmatig.
• Maak de binnenkant van het apparaat zorgvuldig droog.
• Plaats na afloop van het ontdooien de dop weer in zijn
behuizing.
REINIGING EN ONDERHOUD
• Verwijder het ijs op de bovenste randen (zie Opsporen
van storingen).
• Reinig na het ontdooien de binnenkant met een
vochtige spons met lauw water en/of een neutraal
schoonmaakmiddel.
• Reinig het ventilatierooster aan de zijkant (afhankelijk
van model).
• Verwijder het stof van de condensor aan de achterkant
van het apparaat.