Indesit WHS 2122 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
WAARSCHUWING
: om gevaar als
gevolg van instabiliteit te voorkomen, moet
de positionering of bevestiging van het
apparaat worden uitgevoerd volgens de
instructies van de fabrikant.
WAARSCHUWING:
houd de
ventilatieopeningen van het apparaat vrij
van obstakels.
WAARSCHUWING:
beschadig de
koelcircuitleidingen van het apparaat niet.
WAARSCHUWING:
Gebruik geen
mechanische, elektrische of chemische
middelen behalve de middelen
aanbevolen door de fabrikant om het
ontdooiproces te versnellen.
WAARSCHUWING:
Gebruik of plaats
geen elektrische apparaten binnenin de
apparaatcompartimenten indien deze niet
het type zijn dat uitdrukkelijk is
goedgekeurd door de Fabrikant.
Informatie:
Dit apparaat bevat geen
CFC's. Het koelcircuit bevat R134a (HFC)
of R600a (HC) (raadpleeg het typeplaatje
binnenin het apparaat).
• Apparaten met Isobutaan (R600a):
isobutaan is een natuurlijk gas zonder
impact op het milieu, maar het is
brandbaar. Zorg er daarom voor dat de
koelcircuitleidingen niet beschadigd raken.
Let vooral op beschadigde leidingen die tot
het leegraken van het koelcircuit leiden.
• Dit product bevat mogelijk fluorhoudende
broeikasgassen onder het Kyoto Protocol;
het koelgas zit binnenin een hermetisch
afgesloten systeem.
Koelgas: R134a heeft een
aardopwarmingspotentieel (GWP) van
1300.
• C-pentaan wordt gebruikt als
blaasmiddel in het isolatieschuim en is een
licht ontvlambaar gas. Ga zorgvuldig te
werk bij het weggooien.
• Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in
huishoudelijke en gelijkaardige
toepassingen zoals
- personeelskeukens in winkels, kantoren
en overige werkomgevingen;
- cottages en door klanten in hotels,
motels en andere residentiële
omgevingen;
- bed- and breakfast omgevingen;
- catering en soortgelijke non-retail
toepassingen .
• Bewaar geen explosieve stoffen zoals
aerosolspuitbussen met een ontvlambaar
drijfgas in dit apparaat.
• Dit apparaat mag worden gebruikt door
kinderen vanaf 8 jaar en door personen
met verminderde fysieke, sensorische of
mentale vermogens of gebrek aan
ervaring en kennis, indien ze onder
toezicht staan of instructies hebben
ontvangen over het gebruik van het
apparaat en de mogelijke gevaren ervan
begrijpen.
• Reiniging en gebruikersonderhoud
mogen niet door kinderen zonder toezicht
worden uitgevoerd.
NL
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
• Laat kinderen niet spelen met of zich
verstoppen binnenin het apparaat om het
risico te vermijden dat kinderen vast
komen te zitten en verstikken.
• Het moet mogelijk zijn het apparaat van
het elektriciteitsnet af te koppelen door de
stekker uit het stopcontact te halen of via
een tweepolige netschakelaar die
bovenstrooms van het stopcontact is
geplaatst conform de nationale
veiligheidsnormen.
• Steek de stekker van het apparaat in een
geaard stopcontact: het apparaat moet
correct worden aangesloten op een
goedgekeurd aardingssysteem.
• Gebruik voor de aansluiting geen
meervoudige contactdozen of
verlengsnoeren.
• Zorg er tijdens de installatie voor dat het
apparaat het netsnoer niet beschadigt.
• Trek niet aan het netsnoer.
• Het apparaat moet gehanteerd en
geïnstalleerd worden door twee of meer
personen.
• Installatie en onderhoud, inclusief
vervanging van het netsnoer, moeten
worden uitgevoerd door gekwalificeerd
personeel aan de hand van de
aanwijzingen van de fabrikant en conform
de lokaal geldende
veiligheidsvoorschriften. Repareer of
vervang geen enkel onderdeel van het
apparaat inclusief het netsnoer, behalve
als dit expliciet aangegeven wordt in de
gebruikershandleiding om gevaar te
voorkomen.
MILIEUTIPS
1. Verpakking
De verpakkingsmaterialen zijn 100% recyclebaar en zijn gemerkt
met het recyclingsymbool . Leef de plaatselijke
afvalverwerkingsreglementen na. Bewaar het
verpakkingsmateriaal (plastic zakken, polystyreen enz.) buiten
bereik van kinderen; het kan een bron van gevaar vormen.
2. Slopen/afdanken
Het apparaat is vervaardigd van recyclebaar materiaal.
Dit apparaat is voorzien van het merkteken volgens de Europese
Richtlijn 2002/96/EG inzake Afgedankte elektrische en
elektronische apparaten (AEEA). Door ervoor te zorgen dat dit
apparaat op de juiste manier wordt afgedankt, helpt u mogelijk
schadelijke gevolgen voor het milieu en de gezondheid te
voorkomen.
Het symbool op het product of op de begeleidende
documentatie geeft aan dat dit apparaat niet als huishoudelijk afval
behandeld mag worden, maar dat het ingeleverd moet worden bij
een speciaal inzamelingscentrum voor de recycling van
elektrische en elektronische apparatuur.
Bij het afdanken van het apparaat dient u het onbruikbaar te
maken door de stroomkabel af te snijden en de deuren en
schappen te verwijderen zodat kinderen niet in het apparaat
kunnen klauteren en vast komen te zitten.
Dank het apparaat af conform de plaatselijke voorschriften voor
afvalverwerking en breng het naar een speciaal inzamelpunt; laat
het apparaat niet onbewaakt achter, zelfs niet voor een paar
dagen, aangezien het een potentieel gevaar vormt voor kinderen.
Voor meer informatie over behandeling, terugwinning en recycling
van dit product kunt u contact opnemen met uw plaatselijke
instantie, de vuilnisophaaldienst of de winkel waar u dit product
hebt gekocht.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
Conformiteitsverklaring
• Dit apparaat werd ontwikkeld voor het bewaren van
levensmiddelen en werd geproduceerd conform Richtlijn (EC) nr.
1935/2004.
• Dit apparaat werd ontworpen, geproduceerd en op de markt
gebracht conform:
- veiligheidsobjectieven van de richtlijn “Laagspanning”
2006/95/CE (ter vervanging van 73/23/CEE en daaropvolgende
wijzigingen);
- de beschermingsvoorwaarden van Richtlijn “EMC” 2004/108/EC.
VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT
Lees aandachtig de gebruiksaanwijzingen met een
beschrijving van het product en nuttig advies om het meeste
te halen uit uw apparaat. Bewaar deze instructies voor
toekomstige referentie.
1.
Na het uitpakken van het apparaat controleert u of het niet
beschadigd is en dat de deur goed sluit. Binnen de 24
uur na
levering van het apparaat dient alle schade gerapporteerd te
worden aan de verdeler.
2.
Wacht minstens twee uur alvorens het apparaat in te schakelen
om zeker te stellen dat het koelcircuit volledig efficiënt is.
3.
Maak de binnenkant van het apparaat schoon alvorens het te
gebruiken.
ALGEMENE EN VEILIGHEIDSADVIEZEN
INSTALLATIE
Zorg dat u de vloer (bijv. parket) niet beschadigt tijdens het
verplaatsen van het apparaat.
• Installeer het product niet in de buurt van een warmtebron.
• Installeer het apparaat op een vloer die voldoende stevig is om
het gewicht te dragen en op een plaats die geschikt is voor de
omvang en toepassing van het apparaat.
• Het apparaat is bedoeld voor gebruik op plaatsen waar de
temperatuur binnen het volgende bereik komt, conform de
klimaatklasse op het typeplaatje. Mogelijk werkt het apparaat niet
correct indien het lange tijd op een temperatuur buiten het
aangegeven bereik wordt gebruikt.
Klimaatklasse Omgevingst. (°C)
SN Van 10 tot 32
N Van 16 tot 32
ST Van 16 tot 38
T Van 16 tot 43
• Zorg dat de spanning op het typeplaatje overeenkomt met de
spanning in uw woning.
VEILIG GEBRUIK
• Bewaar geen benzine, ontvlambare vloeistoffen of gas in de
buurt van dit apparaat of andere elektrische apparaten. De
dampen kunnen brand of explosies veroorzaken.
• De inhoud (niet toxisch) van de icepacks (in sommige modellen)
niet inslikken.
• Eet geen ijsblokjes of ijslolly's onmiddellijk nadat u deze uit de
diepvriezer hebt gehaald omdat deze koude brandwonden
kunnen veroorzaken.
• Bij producten ontworpen voor gebruik met een luchtfilter in een
toegankelijke ventilatorafdekking, moet het filter altijd zijn
aangebracht wanneer de koelkast in bedrijf is.
• Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de stroomtoevoer af
voordat u met reinigings- of onderhoudswerkzaamheden begint.
• Gebruik het koelkastcompartiment uitsluitend voor het bewaren
van verse levensmiddelen en het diepvriezercompartiment
uitsluitend voor het bewaren van bevroren levensmiddelen, het
invriezen van verse levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
• Bewaar geen glazen containers met vloeistoffen in het
diepvriezercompartiment omdat ze kunnen breken.
• Vermijd het bewaren van onverpakte levensmiddelen in direct
contact met interne oppervlakken van de koelkast- of
diepvriezercompartimenten.
• De lamp die in het apparaat wordt gebruikt is specifiek
ontworpen voor huishoudapparaten en is niet geschikt voor
ruimteverlichting (EC Richtlijn nr. 244/2009).
De fabrikant aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor
schade aan voorwerpen of letsel aan personen of dieren
die/dat veroorzaakt is door het niet in acht nemen van
bovenstaand advies en de voorzorgsmaatregelen.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
TIPS VOOR ENERGIESBESPARING
• Installeer het apparaat in een droge, goed geventileerde
ruimte, ver bij eventuele warmtebronnen vandaan (bijv.
radiator, fornuis, etc.) en op een plek die niet aan direct
zonlicht wordt blootgesteld. Gebruik indien nodig een
isolatieplaat.
• Volg de installatie-instructies om voldoende ventilatie te
garanderen.
• Door onvoldoende ventilatie aan de achterzijde van het
product neemt het energieverbruik toe en neemt de
koelefficiëntie af.
• De binnentemperatuur van het apparaat kan beïnvloed
worden door de omgevingstemperatuur, hoe vaak de deur
wordt geopend en de plaats van het apparaat. Bij het instellen
van de temperatuur moet rekening gehouden worden met
deze factoren.
• Laat warme gerechten en dranken eerst afkoelen voordat ze
in het apparaat geplaatst worden.
• Nadat de levensmiddelen in het apparaat zijn geplaatst,
dient gecontroleerd te worden of de deuren van de vakken
goed sluiten, met name de deur van het vriesvak.
• Beperk het openen van deuren tot een minimum.
• Plaats diepgevroren etenswaar die u wilt ontdooien in de
koelkast. De lage temperatuur van de diepgevroren
etenswaar koelt de etenswaar in de koelkast.
• Een beschadigde afdichting dient zo snel mogelijk
vervangen te worden.
• Producten van een hoge energieklasse zijn uitgerust met
een hoogrendementsmotor die langer blijft werken, maar een
laag energieverbruik hebben. Maakt u zich dus geen zorgen
als de motor langere tijd blijft werken.
BESCHRIJVING EN GEBRUIK
SCHEMA VAN HET APPARAAT (Afb. 1)
1.
Handgreep.
2.
Veiligheidssluiting (indien aanwezig).
3.
Afdichting.
4.
Dop afvoerkanaal voor dooiwater (afhankelijk van model).
5.
Bedieningspaneel.
6.
Mand (afhankelijk van model).
7.
Condensator (aan de achterkant).
INSTALLATIE
Raadpleeg het hoofdstuk “Voordat u het apparaat voor de
eerste keer gebruikt”.
• Haal het apparaat uit de verpakking.
• Verwijder de vier beschermdelen tussen de deur en het
apparaat (Afb. 3).
• Waarschuwing: twee van de voer beschermdelen moeten
in de houder van de kunststof condensorsteunen worden
aangebracht, aan de achterzijde van het product (Afb.
3).
Dit is nodig om de correcte afstand tot de wand aan te houden.
• Controleer of de dop voor de afvoer van het dooiwater (indien
aanwezig) op de juiste manier geplaatst is (
4
).
• Om de maximale prestaties te verkrijgen en schade te
voorkomen bij het openen van de deur van het apparaat, dient
een afstand van tenminste 7 cm van de achterwand en 7 cm van
de zijkanten te worden vrijgelaten.
• Breng de bijgeleverde accessoires aan (indien aanwezig).
SCHEMA VAN HET BEDIENINGSPANEEL (Afb. 2)
a. Rood controlelampje:
als deze knippert, dan wordt hiermee
een alarm aangeduid; zie "OPSPOREN VAN STORINGEN"
b.
Groene controlelampjes:
ze duiden aan dat het apparaat
werkt en de temperatuur als volgt is ingesteld:
b1
minder lage temperatuur (rechter lampje brandt); gebruik
deze instelling bij deelbelasting voor een optimaal
energieverbruik.
b2
middelste temperatuur (middelste lampje brandt)
b3
zeer lage temperatuur (linker lampje brandt)
ALLE groene controlelampjes AAN:
de functie FAST
FREEZE is actief; zie het gedeelte “Invriezen van verse
levensmiddelen”.
c.
Toets temperatuurinstelling:
voor het aanpassen van de
temperatuurinstelling en om de fast freeze-functie te
activeren/deactiveren.
Druk herhaaldelijk op de insteltoets (3) om de gewenste
temperatuur te selecteren (3): elke keer dat er op de toets wordt
gedrukt, wordt de ingestelde temperatuur aangepast.
Houd de toets ongeveer 3 seconden ingedrukt om de fast freeze-
functie te activeren/deactiveren: alle groene controlelampjes
knipperen 3 keer tegelijkertijd en blijven vervolgens branden.
Opmerking:
De instellingen worden in het geheugen opgeslagen, zelfs bij een
stroomuitval. De benodigde tijd voor het bereiken van de instelde
temperatuur in de diepvriezer kan variëren afhankelijk van de
klimaatomstandigheden en de instelde temperatuur zelf.
Inbedrijfstelling van het product
• Steek de stekker van het apparaat in het stopcontact.
• Het groene controlelampje brandt (middelste temperatuur).
• Het rode controlelampje knippert om aan te duiden dat de
temperatuur in het apparaat nog niet laag genoeg is voor de
opslag van etenswaren. Het rode controlelampje wordt normaal
gesproken uitgeschakeld binnen zes uur na de inschakeling.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
• Plaats de levensmiddelen alleen in het apparaat als het rode
controlelampje niet langer brandt.
Opmerking:
De afdichting sluit het apparaat hermetisch af, dus u kunt de deur
van het apparaat niet onmiddellijk na sluiting weer openen.
Wacht enkele minuten voordat u de deur van het apparaat
opnieuw opent.
INVRIEZEN VAN LEVENSMIDDELEN
Klaarmaken van verse levensmiddelen om in te vriezen
• Alvorens verse levensmiddelen in te vriezen dient u het te
wikkelen en verzegelen in: aluminiumfolie, plastic folie, lucht- en
waterdichte plastic zakken, polytheen containers met deksel die
geschikt zijn voor het invriezen van levensmiddelen.
• De levensmiddelen moeten vers, rijp en van een zeer goede
kwaliteit zijn.
• Verse groenten en fruit zo mogelijk direct na de oogst invriezen,
om de voedingsstoffen, de consistentie, de kleur en de smaak te
behouden.
• Laat warme levensmiddelen altijd afkoelen voordat u ze in het
apparaat zet.
Invriezen van verse levensmiddelen
• Plaats de in te vriezen levensmiddelen direct tegen de verticale
wanden van het apparaat
(Afb. 4)
A
) - in te vriezen levensmiddelen,
B
) - reeds ingevroren levensmiddelen.
• Plaats de in te vriezen levensmiddelen niet direct tegen de al
ingevroren levensmiddelen aan.
• Voor beter en sneller invriezen raden wij aan de
levensmiddelen in kleine pakjes te verdelen; dit zal ook van pas
komen bij het gebruiken van het ingevroren voedsel.
1.
Activeer de fast freeze-functie minstens 24 uur voordat er
verse levensmiddelen in het product worden ingevroren door de
toets
c
ongeveer 3 seconden in te drukken. Alle groene
controlelampjes (
b
) gaan branden.
2.
Plaats de levensmiddelen in het apparaat en houd de deur
van het apparaat 24 uur gesloten. Na deze periode zijn de
levensmiddelen ingevroren. De fast freeze-functie kan
gedeactiveerd worden door de toets
c
ongeveer
3 seconden in te drukken.
Als de fast freeze-functie niet handmatig gedeactiveerd wordt,
dan wordt de functie na 50 uur automatisch door het apparaat
gedeactiveerd.
CONSERVERING VAN LEVENSMIDDELEN
Raadpleeg de tabel op het apparaat.
Indeling van de ingevroren levensmiddelen
Plaats de ingevroren levensmiddelen in het apparaat en deel ze
in; geef de invriesdatum op de verpakking aan, om te zorgen dat
het product geconsumeerd wordt binnen het aantal maanden dat
in
Afb. 5
voor elk type voedsel wordt aangeduid.
Tips voor het bewaren van diepvriesproducten
Wanneer diepgevroren levensmiddelen worden aangekocht:
• Zorg dat de verpakking niet beschadigd is (diepgevroren
levensmiddelen in beschadigde verpakkingen kan een
verminderde kwaliteit hebben). Indien de verpakking bol staat of
vochtplekken heeft, werd het mogelijk niet bij optimale
omstandigheden bewaard en het ontdooien is mogelijk al
begonnen.
• Tijdens het winkelen dient u de aankopen van diepgevroren
levensmiddelen als laatste te doen en u dient de producten in
een thermisch geïsoleerde koelzak te transporteren.
• Zet de diepvriesproducten bij thuiskomst meteen in het
apparaat.
• Vermijd of beperk temperatuurvariaties tot een minimum.
Respecteer de vervaldatum op de verpakking.
• Houd steeds rekening met de opslaginformatie op de
verpakking.
Opmerking:
Ontdooide of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen
moeten onmiddellijk worden geconsumeerd.
Vries ze niet opnieuw in, tenzij het ontdooide levensmiddel
gebruikt wordt voor de bereiding van een gerecht dat
gekookt wordt. Nadat het ontdooide levensmiddel gekookt
is, mag het opnieuw worden ingevroren. Als de stroom
gedurende langere tijd uitvalt:
• Open de deur van het apparaat niet, behalve om de
vrieselementen (indien beschikbaar) boven op het
ingevroren voedsel aan de rechter- en linkerkant van het
apparaat te plaatsen. Op deze manier kunt u de snelheid
waarmee de temperatuur stijgt beperken.
ONTDOOIEN VAN HET APPARAAT
Wij raden u aan het apparaat te ontdooien wanneer het ijs op de
wanden 5-6 mm dik is geworden.
• Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
• Haal de levensmiddelen uit het apparaat, wikkel ze strak tegen
elkaar in kranten en berg ze op op een koele plaats of in een
isolerende tas.
• Laat de deur van het apparaat openstaan.
• Verwijder de binnendop van het afvoerkanaal (afhankelijk van
model)
(Afb. 6).
• Verwijder de buitendop van het afvoerkanaal (afhankelijk van
model) en plaats hem zoals aangegeven in
afbeelding 6.
• Zet een bak onder het afvoerkanaal om het restwater op te
vangen. Gebruik indien beschikbaar de verdeler
(Afb. 6).
• U kunt het ontdooien versnellen door met een spatel het ijs op
de wanden van het apparaat los te maken.
• Verwijder het ijs van de bodem van het apparaat.
• Gebruik, om onherstelbare schade aan het vriesvak te
voorkomen, geen puntige of scherpe metalen voorwerpen om
het ijs te verwijderen.
• Gebruik geen schuurmiddelen en verwarm het vriesvak niet
kunstmatig.
• Maak de binnenkant van het apparaat zorgvuldig droog.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
• Plaats na afloop van het ontdooien de dop weer in zijn
behuizing.
REINIGING EN ONDERHOUD
• Verwijder het ijs op de bovenste randen (zie Opsporen van
storingen).
• Reinig na het ontdooien de binnenkant met een vochtige spons
met lauw water en/of een neutraal schoonmaakmiddel.
• Reinig het ventilatierooster aan de zijkant (afhankelijk van
model).
• Verwijder het stof van de condensor aan de achterkant van het
apparaat.
Voordat u begint met het onderhoud van uw apparaat, dient
u de stekker uit het stopcontact te halen.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes of
vlekkenverwijderaars (bijvoorbeeld aceton,
trichloorethyleen) om het apparaat te reinigen.
Om het apparaat optimaal te laten functioneren, wordt
geadviseerd om het tenminste eenmaal per jaar te reinigen
en te onderhouden.
VERVANGEN VAN HET DEURLAMPJE (indien aanwezig)
• Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
• Verwijder de melkglazen kap aan de hand van de aanwijzingen
en in de aangegeven volgorde van
afbeelding 7.
• Draai het lampje los en vervang het door een nieuw lampje met
dezelfde spanning en hetzelfde vermogen.
• Breng de melkglazen kap weer aan en sluit het apparaat aan
op het elektriciteitsnet.
OPSPOREN VAN STORINGEN
1. Het rode controlelampje knippert.
• Is de stroom uitgevallen?
• Wordt er een ontdooiprocedure uitgevoerd?
• Is de deur van het apparaat goed dicht?
• Staat het apparaat in de buurt van een warmtebron?
• Zijn het ventilatierooster en de condensor schoon?
2. Alle controlelampjes knipperen tegelijkertijd.
• Neem contact op met de klantenservice.
3. Het apparaat maakt erg veel lawaai.
• Is het apparaat perfect waterpas geïnstalleerd?
• Staat het apparaat tegen andere meubels of voorwerpen aan
die trillingen kunnen veroorzaken?
• Is de verpakking van het onderstel van de vriezer verwijderd?
Opmerking:
de circulatie van het koelgas kan een zacht geluid
maken, ook nadat de compressor stopgezet is. Dit is geheel
normaal.
4. Alle controlelampjes zijn uit en het product werkt niet.
• Is de stroom uitgevallen?
• Zit de stekker goed in het stopcontact?
• Is de voedingskabel niet beschadigd?
5. Alle controlelampjes zijn uit en het product werkt.
• Neem contact op met de klantenservice.
6. De compressor werkt onafgebroken.
• Heeft u misschien warm voedsel in het apparaat gezet?
• Is de deur van het apparaat langdurig open geweest?
• Staat het apparaat in een te warme ruimte of in de buurt van
een warmtebron?
• Is de fast freeze-functie geactiveerd? (alle groene
controlampjes AAN)
7. Te veel ijsvorming op de bovenranden.
• Zijn de doppen van het afvoerkanaal voor het dooiwater correct
geplaatst?
• Is de deur van het apparaat goed dicht?
• Is de afdichting van de deur van het apparaat beschadigd of
vervormd? (Zie hoofdstuk “Installatie”)
• Zijn de vier beschermdelen verwijderd? (Zie hoofdstuk
“Installatie”)
8. Vorming van condens aan de buitenkant van het
apparaat.
• Condensvorming is normaal onder bepaalde klimatologische
omstandigheden (luchtvochtigheid hoger dan 85%) of als het
apparaat geïnstalleerd is in vochtige en slecht geventileerde
ruimtes. Dit heeft echter geen negatieve invloed op de prestaties
van het apparaat.
9. De ijslaag op de binnenwanden van de vriezer is niet
overal even dik.
• Dit is normaal.
SERVICE
Voordat u de Servicedienst belt:
• Controleer of u de storing niet zelf kunt oplossen (zie Storingen
en oplossingen).
• Indien, ondanks alle controles, het apparaat niet goed werkt en
de storing blijft bestaan, kunt u zich tot de dichtstbijzijnde
Technische Dienst wenden.
U moet doorgeven:
• het type storing;
• het model apparaat (Mod.);
• het servicenummer (nummer achter het woord SERVICE op
het typeplaatje op de achterkant van het apparaat).
Wendt u zich nooit tot onbevoegde installateurs en weiger
altijd de installatie van niet originele onderdelen.
1
2
4
3
6
7
5
12
3
45
67
a
b
c
b3 b2 b1
400010876870/B
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8

Indesit WHS 2122 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor