5
3 Aansluiten en monteren
Overspanningsbeveiligingsmodule • B81-35
50708-NL-170213
3 Aansluiten en monteren
3.1 Aansluiten
De aansluiting op de voedingsspanning en de signaaluitgang wordt
via schroefklemmen gerealiseerd, de verbinding met de sensorelek-
tronica via contactpennen in de modulebehuizing. De verbinding met
de aardklem wordt gemaakt via een verbindingskabel met kabel-
schoen.
Informatie:
De overspanningsbeveiligingsmodule is opsteekbaar en kan van de
sensorelektronica worden afgetrokken. Til hiervoor de overspannings-
beveiligingsmodule op met een kleine schroevendraaier en trek deze
uit.
Ga als volgt tewerk:
1. Deksel behuizing afschroeven
2. Eventueel aanwezige display- en bedieningsmodule door iets
draaien naar links uitnemen.
3. Klemmenblok van de sensorelektronica met een schroevendraai-
er optillen en wegtrekken
4. Wartelmoer van de kabelwartel losmaken.
5. Aansluitkabel ca. 10 cm ontdoen van de mantel, aderuiteinde ca.
1 cm ontdoen van de isolatie.
6. Kabel door de kabelwartel in de sensor schuiven
7. Aderuiteinden conform het aansluitschema op de schroefklem-
men aansluiten. Maximale aderdiameters vindt u onder de "Tech-
nische gegevens".
8. Controleer of de kabels goed in de klemmen zijn bevestigd door
licht hieraan te trekken
9. Verbindingskabel van de overspanningsbeveiligingsmodule op de
interne aardklem aansluiten, de externe aardklem verbinden met
de potentiaalvereening.
10. Overspanningsbeveiligingsmodule op de sensorelektronica
steken
Aansluittechniek
Aansluitstappen