XC3700 chainsaw

Mountfield XC3700 chainsaw Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Mountfield XC3700 chainsaw Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
Motosega - MANUALE DI ISTRUZIONI
ATTENZIONE: prima di utilizzare la macchina, leggere attentamente
il presente libretto.
Chain-saw - OPERATOR’S MANUAL
WARNING: read thoroughly the instruction booklet before using
this machine.
Scie à chaîne - MANUEL D’UTILISATION
ATTENTION: lire attentivement le manuel avant d'utiliser cette
machine.
Motorsäge - GEBRAUCHSANWEISUNG
ACHTUNG: vor Inbetriebnahme des Geräts die Gebrauchsanleitung
aufmerksam lesen.
Motosierra - MANUAL DE INSTRUCCIONES
CUIDADO: antes de utilizar esta máquina, lea atentamente el
manual de instrucciones.
Kettingzaag - GEBRUIKERSHANDLEIDING
LET OP: Voordat u de deze machine gaat gebruiken dient u eerst
deze handleiding aandachtig door te lezen.
Motoserra - MANUAL DE INSTRUÇÕES
ATENCAO! Antes de usar a moto-roçadeira, ler com atenção este
manual de instruções.
Ï˘ÛÔÚ›ÔÓÔ - °Ã∂πƒπ¢π√ ¢°πø¡
¶ÚÔÛÔ¯‹: ÚÈÓ ¯ÚËÛÈÌÔÔÈ‹ÛÂÙ ÙÔ Ì˯¿ÓËÌ·, ‰È·‚¿ÛÙ ÚÔÛÂÎÙÈο
ÙÔ ·ÚÓ ÂÁ¯ÂÈÚ›‰ÈÔ.
Motorlu testere - KULLANIM KILAVUZU
D‹KKAT! Makineyi kullanmadan önce talimatlar içeren kılavuzu
dikkatle okuyun.
Spalinowa piła łańcuchowa - INSTRUKCJE OBSŁUGI
UWAGA: Przed użyciem urządzenia przeczytaj uważnie niniejszą
instrukcję.
Motorna verižna žaga - PRIROČNIK ZA UPORABU
POZOR: Preden uporabite stroj, pazljivo preberite priročnik z
navodili.
ÅÂÌÁÓÔË· - êìKéÇéÑëíÇé èé ùKëèãìÄíÄñàà
ÇçàåÄçàÖ: èÂʉ ˜ÂÏ ÔÓθÁÓ‚‡Ú¸Òfl Ó·ÓÛ‰Ó‚‡ÌËÂÏ,
‚ÌËχÚÂθÌÓ ÔÓ˜ÚËÚ ÁÚÓ ÛÍÓ‚Ó‰ÒÚ‚Ó ÔÓ ÁÍÒÔÎÛ‡Ú‡ˆËË.
Motorna pila - PRIRUČNIK ZA UPORABO
POZOR: Prije nego pristupite uporabi stroja, pažljivo pročitajte
upute.
Kedjesåg - BRUKSANVISNING
VARNING: Läs igenom hela detta häfte innan du använder
maskinen.
Moottorisaha - KÄYTTÖOHJEET
VAROITUS: lue käyttöopas huolellisesti ennen koneen
käyttöä.
Kædesav - BRUGSANVISNING
ADVARSEL: Læs instruktionsbogen omhyggeligt igennem, før du
tager denne maskine i brug.
Motorsag - INSTRUKSJONSBOK
ADVARSEL: Les denne bruksanvisningen nøye før du bruker
maskinen.
Motorová pila - NÁVOD K POUŽITÍ
POZOR: Před použitím stroje si pozorně přečtěte tento návod k
použití.
Motoros fűrész - HASZNÁLATI UTASÍTÁS
FIGYELEM: a gép használata előtt olvassa el figyelmesen a jelen
kézikönyvet!
Моторна пила - УПАТСТВА ЗА УПОТРЕБА
ВНИМАНИЕ: пред да jа употребите машината, вниматељно
прочитаjте го упатството за употреба.
Motorinis pjūklas - NAUDOJIMO INSTRUKCIJOS
DĖMESIO: prieš naudojant prietaisą, būtina atidžiai susipažinti su
vartotojo vadovu.
Motorzāģis - LIETOŠANAS INSTRUKCIJA
UZMANĪBU: pirms aparāta lietošanai rūpīgi izlasiet doto
instrukciju.
Motoferăstrău - MANUAL DE INSTRUCŢIUNI
ATENŢIE: înainte de a utiliza mașina, citiţi cu atenţie manualul de
faţă.
åÓÚÓ̇ ÂÁ‡˜Í‡ - ìèöíÇÄçÖ áÄ ìèéíêÖÅÄ
ÇçàåÄçàÖ: ÔÂ‰Ë ‰‡ ËÁÔÓÎÁ‚‡Ú χ¯Ë̇ڇ ÔÓ˜ÂÚÂÚÂ
‚ÌËχÚÂÎÌÓ Ì‡ÒÚÓfl˘‡Ú‡ ÍÌËÊ͇.
Mootorsaag - KASUTUSJUHEND
ETTEVAATUST: enne masina kasutamist lugeda tähelepanelikult
käesolevat kasutusjuhendit.
FR
EN
IT
NL
DE
ES
PT
EL
TR
SL
PL
RU
HR
NO
SV
FI
DA
CS
LT
LV
HU
MK
RO
BG
ET
i
ITALIANO - Istruzioni Originali .......................................................................
ENGLISH - Translation of the original instructions (Istruzioni Originali) .........
FRANÇAIS - Traduction de la notice originale (Istruzioni Originali) ...............
DEUTSCH - Übersetzung der Originalbetriebsanleitung (Istruzioni Originali)..
ESPAÑOL - Traducción del Manual Original (Istruzioni Originali) ...................
NEDERLANDS
-
Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing (Istruzioni Originali)
..
PORTUGUÊS - Tradução do manual original (Istruzioni Originali) .................
§§¡π∫∞
- ªÂÙ¿ÊÚ·ÛË ÙÔ˘ ÚˆÙÔÙ‡Ô˘ ÙˆÓ Ô‰ËÁÈÒÓ ¯Ú‹Û˘ (Istruzioni Originali)
..
TÜRKÇE - Orijinal Talimatların Tercümesi (Istruzioni Originali) ......................
POLSKI - Tłumaczenie instrukcji oryginalnej (Istruzioni Originali)....................
SLOVENŠČINA - Prevod izvirnih navodil (Istruzioni Originali) ........................
êìëëäàâ - èÂ‚Ӊ ÓË„Ë̇θÌ˚ı ËÌÒÚÛ͈ËÈ (Istruzioni Originali) .......
HRVATSKI - Prijevod originalnih uputa (Istruzioni Originali) ............................
SVENSKA - Översättning av bruksanvisning i original (Istruzioni Originali) ....
SUOMI - Alkuperäisten ohjeiden käännös (Istruzioni Originali) .......................
DANSK - Oversættelse af den originale brugsanvisning (Istruzioni Originali)..
NORSK - Oversettelse av orginal bruksanvisning (Istruzioni Originali) ...........
ČESKY - Překlad původního návodu k používání (Istruzioni Originali) ...........
MAGYAR - Eredeti használati utasítás fordítása (Istruzioni Originali) .............
МАКЕДОНСКИ - Превод на оригиналните упатства (Istruzioni Originali) ..
LIETUVIŠKAI - Originalių instrukcijų vertimas (Istruzioni Originali) .................
LATVIEŠU - Instrukciju tulkojums no oriģinālvalodas (Istruzioni Originali) ......
ROMÂN - Traducerea manualului fabricantului (Istruzioni Originali) ..............
ÅöãÉÄêëäà - àÌÒÚÛ͈Ëfl Á‡ ÂÍÒÔÎÓ‡Ú‡ˆËfl (Istruzioni Originali) ............
EESTI - Algupärase kasutusjuhendi tõlge (Istruzioni Originali) ........................
ET
BG
RO
LV
LT
MK
HU
CS
NO
DA
FI
SV
HR
RU
SL
PL
TR
EL
PT
NL
ES
DE
FR
EN
IT
NL
PRESENTATIE 1
Geachte Klant,
wij danken u voor het feit dat u de voorkeur hebt gegeven aan onze producten en wij hopen dat het gebruik van
deze machine u zeer tevreden zal stellen en dat zij volledig aan uw verwachtingen zal voldoen. Deze handleiding
is geschreven om u vertrouwd te maken met uw machine en om u in staat te stellen haar op de beste en de meest
veilige manier te gebruiken: vergeet niet dat deze handleiding een integrerend deel van de machine is, bewaar
deze binnen handbereik zodat u haar op elk gewenst moment kunt raadplegen en zorg ervoor dat ze de machi-
ne altijd vergezelt ook als u de machine verkoopt of uitleent.
Deze nieuwe machine is ontworpen en gemaakt in overeenstemming met de geldende voorschriften en is volko-
men veilig en betrouwbaar indien zij wordt gebruikt overeenkomstig de aanwijzingen in deze handleiding (voor-
zien gebruik); het gebruik voor andere doeleinden of het niet in acht nemen van de aangegeven veiligheids-, ge-
bruiks-, onderhouds- en reparatievoorschriften wordt als “oneigenlijk gebruik” beschouwd en brengt verval van,
zowel de garantie, als de aansprakelijkheid van de fabrikant teweeg waardoor de gebruiker zelf verantwoordelijk
is voor schade of letsel die hijzelf of anderen oplopen.
Mocht u verschillen tegenkomen tussen wat beschreven is en de machine die u bezit, denk er dan aan dat, aan-
gezien het product continu verbeterd wordt, de in deze handleiding opgenomen gegevens zonder voorafgaande
kennisgeving en zonder dat de fabrikant verplicht is de handleiding te updaten gewijzigd kunnen worden, waar-
bij de essentiële kenmerken met het oog op de veiligheid en de werking evenwel onveranderd blijven. Neem inge-
val van twijfel contact op met uw Verkoper. Wij wensen u een prettig gebruik van de machine toe!
INHOUD
1. Identificatie van de hoofdcomponenten................................................... 2
2. Symbolen.................................................................................................. 3
3. Veiligheidsvoorschriften ............................................................................ 4
4. Montage van de machine ........................................................................ 6
5. Voorbereiding............................................................................................ 7
6. Starten - Gebruik – Uitschakelen motor................................................... 8
7. Gebruik van de machine......................................................................... 10
8. Onderhoud en opslag............................................................................. 12
9. Opsporen van defecten .......................................................................... 15
10. Accessoires............................................................................................. 16
NL
2 IDENTIFICATIE VAN DE HOOFDCOMPONENTEN
1. IDENTIFICATIE VAN DE HOOFDCOMPONENTEN
BELANGRIJKSTE ONDERDELEN
1. Motor
2. Pal
3. Voorste handbescherming
4. Voorste handgreep
5. Achterste handgreep
6. Pin vergrendeling ketting
7. Blad
8. Ketting
9. Bladbescherming
10. Typeplaatje
BEDIENINGEN EN BIJVULLEN
VAN BRANDSTOF
11. Stopschakelaar motor
12. Versnellingsknop
13. Vergrendeling versnelling
14. Startknop
15. Chokeknop (Starter)
(indien aanwezig)
16. Knop voorinspuiting (Primer)
(indien aanwezig)
17. Decompressor (indien aanwezig)
21. Dop brandstofreservoir
22. Dop oliereservoir ketting
23. Deksel luchtfilter
TYPEPLAATJE
10.1) Conformiteitsmerk volgens
de richtlijn 98/37/EEG
(2006/42/EG vanaf 29/12/2009)
10.2) Naam en adres van de fabrikant
10.3) Akoestische vermogen LWA
volgens de richtlijn 2000/14/EG
10.4) Referentiemodel van de fabrikant
10.5) Machinemodel
10.6) Serienummer
10.7) Bouwjaar
10.8) Artikelcode
10.9) Aantal emissies
10.1
L
WA
dB
10.2
10.7
10.3
10.6
10.410.5
10.810.9
Maximale waarden voor geluid en trillingen
Model .......................................................................................................
A 38(x) P 38(x) P 40(x) P 42(x) P 44(x) P 47(x) P 48(x) P 52 (x)
Geluidsdrukniveau aan het oor van de bediener (ISO 22868) ....... db(A) 103 103 103 103 103 98,8 98,8 102,5
- Meetonzekerheid (2006/42/EG - EN 27574) ............................... db(A) 1,5 1,2 1,1 1,1 1,1 1,2 1,2 1,5
Gemeten geluidsniveau (ISO 22868) .............................................. db(A) 114 114 112 112 112 116 116 114
- Meetonzekerheid (2006/42/EG - EN 27574) ............................... db(A) 1,7 1,7 1,7 1,7 1,7 1,8 1,8 1,7
Trillingsniveau (ISO 22867) .............................................................. m/s
2
4,2 4,2 4,7 4,7 4,7 7 7 6,6
- Meetonzekerheid (2006/42/EG - EN 12096) ................................ m/s
2
0,8 1 1,1 1,1 1,1 1,2 1,2 1,1
P 36(x) - P 37(x) - P 38(x)
P 41(x) - A 38(x)
P 40(x) - P 42(x)
P 44(x)
1
2
8
34
5
6
7 9
10
5
1211222114
16 13
23 15
15 13
22 21 11 1214
16 23
P 45(x) - P 52(x)
P 43(x) - P 46(x)
P 47(x) - P 48(x)
15 13
21 22 11 1217 14
23
15 13
22 16 121114 21
23
NL
1) Let op! Gevaar. Een niet correct gebruik van deze
machine kan gevaarlijk zijn voor zichzelf en de ande-
ren.
2) Gevaar voor terugslag (kickback)! De terugslag
veroorzaakt de bruuske en ongecontroleerde bewe-
ging van de kettingzaag naar de bediener toe. Ga al-
tijd op veilige wijze te werk. Gebruik kettingen voor-
zien van veiligheidsschakels die eventuele terugsla-
gen beperken.
3) Neem de machine nooit met een enkele hand vast!
Neem de machine stevig met beide handen vast, om
11) Brandstofreservoir
12) Oliereservoir ketting en regelaar oliepomp
13) Regelingen van de carburator
L = regeling brandstof lage snelheid
H = regeling brandstof hoge snelheid
T - IDLE - MIN = regeling van het minimumtoe-
rental
14) Chokeknop (Starter)
15) Knop voorinspuiting (Primer)
16) Kettingrem (het symbool geeft
de positie aan waarin de rem vrijgegeven wordt)
17) Montagerichting ketting
een betere controle te hebben over de machine en het
risico voor terugslag te beperken.
4) Voordat u deze machine in gebruik neemt, eerst de
handleiding lezen.
5) De persoon die deze machine dagelijks in normale
omstandigheden gebruikt kan blootgesteld zijn aan
een geluidsniveau van 85 dB (A) of hoger. Gebruik een
oorbescherming en draag een veiligheidshelm.
6) Draag werkhandschoenen en veiligheidsschoeisel!
SYMBOLEN 3
TOELICHTENDE SYMBOLEN OP DE MACHINE (indien aanwezig)
2. SYMBOLEN
5
1 2 3
4 6
11
12
13
14
15
16
17
NL
A) VERTROUWD RAKEN
1) Lees de gebruiksaanwijzingen aandachtig. Zorg
dat u vertrouwd raakt met de bedieningsknoppen en in
staat bent de machine op de juiste wijze te gebruiken.
Leer de motor snel af te zetten.
2) Gebruik de machine alleen voor het doel waartoe het
bestemd is, m.a.w. “het vellen, het verzagen en snoei-
en van bomen met afmetingen in verhouding tot de
lengte van het kettingblad” of houten voorwerpen met
gelijkaardige eigenschappen. Elk ander doel waarvoor
de machine wordt gebruikt kan gevaarlijk zijn en zou de
machine kunnen beschadigen.
De volgende situaties behoren tot het oneigenlijk ge-
bruik (bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend):
Hagen bijschoeien
snijwerken
doorsnijden van banken, kisten en verpakkingen in
het algemeen
doorsnijden van meubelen of andere voorwerpen die
nagels, vijzen of andere metalen onderdelen kunnen
bevatten
slachterswerken uitvoeren
de machine gebruiken als hefboom om voorwerpen
op te tillen, te verplaatsen of door te breken;
de machine gebruiken wanneer ze op vaste steunen
geblokkeerd is.
3) Laat nooit toe dat de machine gebruikt wordt door
kinderen of door personen die niet vertrouwd zijn met
deze aanwijzingen. De leeftijd van de gebruiker kan lan-
delijk gereglementeerd zijn.
4) De machine dient niet door meer dan één persoon
gebruikt te worden.
5) Gebruik de machine in geen geval:
als er personen, in het bijzonder kinderen of dieren in
de buurt zijn;
indien de gebruiker moe is, zich niet fit voelt of ge-
neesmiddelen, drugs, alcohol of schadelijke stoffen
ingenomen heeft die zijn reactievermogen en aan-
dacht kunnen verminderen;
indien de gebruiker niet in staat is om de machine ste-
vig vast te houden met beide handen en/of tijdens het
werk niet in evenwicht en stevig op beide voeten kan
staan.
6) Denk eraan dat de persoon die de machine bedient
of de gebruiker aansprakelijk is voor ongevallen en on-
voorziene gebeurtenissen die personen of hun eigen-
dommen kunnen overkomen.
B) VÓÓR HET GEBRUIK
1) Tijdens het werken moet gepaste kledij gedragen
worden die de gebruiker niet hindert in zijn bewegin-
gen.
Draag aansluitende en beschermende kledij die
bestand is tegen sneden.
Draag een helm, werkhandschoenen, een veiligheids-
bril, een stofmaskertje en veiligheidsschoeisel met
een antislipzool.
Gebruik de oorbeschermers.
Draag geen sjaal, hemd, halsketting of andere han-
gende of ruime accessoires die gegrepen kunnen
worden door de machine of voorwerpen en materiaal
aanwezig op de werkplaats.
Lang haar wordt zorgvuldig bijeengebonden.
2) PGELET: GEVAAR! De benzine is bijzonder brand-
baar:
bewaar de brandstof in gepaste recipiënten die
geschikt zijn voor dit gebruik;
rook niet wanneer de brandstof gehanteerd wordt;
open de dop van het reservoir langzaam om de inter-
ne druk geleidelijk aan af te laten;
vul benzine alleen bij in de open lucht en gebruik hier-
voor een trechter;
giet de brandstof in het reservoir vóórdat u de motor
aanzet: als de motor aanstaat of warm is mag u
geen brandstof toevoegen of de dop van de benzi-
netank afdraaien;
als u benzine gemorst hebt mag u de motor niet star-
ten maar dient u de machine uit de buurt van de plek
waar u de benzine gemorst hebt te brengen en voor-
komen dat er brand ontstaat. U dient te wachten tot-
dat de brandstof verdampt is en de benzinedampen
opgelost zijn;
reinig onmiddellijk elk spoor van benzine gemorst op
de machine of op de grond;
start de machine niet op de plaats waar de brandstof
bijgevuld werd;
vermijd dat de brandstof in contact komt met de kle-
dij en, mocht dit toch gebeuren, trek dan andere kle-
dij aan vooraleer de motor te starten;
draai de dop altijd weer goed op het reservoir van de
machine en het benzinerecipiënt.
3 Vervang defecte of beschadigde geluidsdempers.
4) Ga vóór het gebruik over tot een algemene contro-
le van de machine, in het bijzonder:
de versnellingshendel en de veiligheidshendel moeten
vrij kunnen bewegen, zonder geforceerd te worden,
en bij het loslaten moeten ze automatisch en snel
terug in de neutrale stand komen;
de versnellingshendel moet geblokkeerd blijven indien
niet op de veiligheidshendel geduwd wordt;
de stopschakelaar van de motor moet makkelijk van
de ene stand in de andere gebracht kunnen worden;
de elektrische kabels en in het bijzonder de kabel van
de bougie moeten onbeschadigd zijn om te voorko-
men dat vonken ontstaan; de kap moet correct op de
bougie gemonteerd zijn;
de handgrepen en beschermingen van de machine
moeten schoon, droog, en stevig bevestigd zijn op de
machine;
de rem van de ketting moet perfect werken en doel-
treffend zijn;
lhet blad en de ketting moeten correct gemonteerd
zijn;
de ketting moet correct gespannen zijn.
5) Vóór het werk te beginnen, controleer of alle be-
schermingen correct gemonteerd zijn.
C) TIJDENS HET GEBRUIK
1) Start de motor niet in gesloten ruimten, waar zich
gevaarlijke koolmonoxide kan ontwikkelen.
2) Werk alleen bij daglicht of bij goed kunstlicht.
3) Blijf stil en stabiel staan:
vermijd zoveel mogelijk te werken op een natte of
glibberige grond, of in ieder geval op te oneffen of
steile terreinen die de stabiliteit van de gebruiken tij-
4 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
3. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
dens het werken niet kunnen garanderen;
vermijd het gebruik van ladders en onstabiele platfor-
men;
ga niet te werk met de machine boven de schouder-
lijn;
loop niet maar ga normaal en let op oneffenheden van
het terrein en de aanwezigheid van eventuele hinder-
nissen.
ga best niet alleen of te geïsoleerd te werk, om in
geval van een ongeluk makkelijker hulp te roepen.
4) Start de motor terwijl de machine stevig vastgehou-
den wordt:
start de motor op een afstand van minstens 3 meter
van de plaats waar de brandstof bijgevuld werd;
controleer of er zich andere personen in de draagwijd-
te van de machine bevinden;
richt de geluidsdemper en dus de uitlaatgassen nooit
naar ontvlambare materialen:
let op het mogelijk wegspringen van materiaal veroor-
zaakt door de beweging van de ketting, vooral wan-
neer de ketting in contact komt met hindernissen of
vreemde lichamen.
5) Wijzig de afstelling van de motor niet en laat het
toerental van de motor niet buitengewoon hoog op-
lopen.
6) Overbelast de machine niet en gebruik geen kleine
machine om zware werken te verrichten; het gebruik van
een machine met aangepaste afmetingen zal de risico’s
beperken en de kwaliteit van het werk verbeteren.
7) Controleer of het laagste toerental van de machine
de ketting niet in beweging brengt en of de motor na een
plotse versnelling snel terugvalt tot het laagste toerental.
8) Let erop dat het blad niet hevig botst met vreemde
lichamen en let op eventueel wegspringend materiaal
veroorzaakt door het draaien van de ketting.
9) Schakel de motor uit:
telkens wanneer u de machine onbeheerd achterlaat;
vóórdat u benzine bijtankt.
10) Schakel de motor uit en koppel de bougiekabel
los:
voordat u de machine controleert, schoonmaakt of
eraan werkt;
nadat er op een vreemd lichaam gestoten is. Contro-
leer de machine op eventuele beschadigingen en voer
de nodige reparaties uit alvorens de machine opnieuw
te gebruiken;
indien de machine op abnormale wijze begint te trillen
(Meteen de oorzaak van de trillingen opsporen en
hem laten nakijken door een Gespecialiseerd Service-
centrum).
wanneer de machine niet gebruikt wordt.
D) ONDERHOUD EN OPSLAG
1) Laat de bouten en de schroeven vastgedraaid zitten
om er zeker van te zijn dat de machine altijd op een vei-
lige manier gebruiksklaar is. Als u regelmatig onder-
houd aan de heggenschaar pleegt zal de werking
van ervan veilig blijven en zal het prestatieniveau be-
waard blijven.
2) Zet de machine niet met benzine in het reservoir in
een ruimte waar de benzinedampen met vlammen, von-
ken of een warmtebron in aanraking zouden kunnen ko-
men.
3) Laat de motor eerst afkoelen vóór het opbergen van
de machine in elke willekeurige ruimte.
4) Om het risico voor brand te beperken, worden de
motor, de geluidsdemper van de uitlaat en de opslagzo-
ne van de benzine vrij gehouden van zaagsel, takjes,
bladeren of overtollig vet; laat geen recipiënten met snij-
afval in de ruimte achter.
5) Als u het reservoir moet ledigen, dient u dit in de o-
pen lucht te doen en wanneer de motor koud is.
6) Draai werkhandschoenen voor elke ingreep aan
de snij-inrichting.
7) Zorg ervoor dat de ketting altijd scherp is. Alle
handelingen die betrekking hebben op de ketting en het
blad vergen een specifieke vaardigheid, naast het ge-
bruik van speciaal gereedschap om deze handelingen
volgens de regels van de kunst uit te voeren; uit veilig-
heidsoverwegingen, neemt u altijd het best contact op
met uw Verkoper.
8) Gebruik de machine, uit veiligheidsoverwegingen,
nooit met onderdelen die versleten of beschadigd
zijn. De beschadigde onderdelen moeten vernieuwd
en niet gerepareerd worden. Gebruik uitsluitend ori-
ginele reserveonderdelen. Onderdelen van een andere
kwaliteit kunnen de machine beschadigen en kunnen
gevaarlijk zijn voor de gebruiker.
9) Vooraleer de machine op te bergen, de sleutels of het
gereedschap gebruikt voor het onderhoud wegnemen.
10) Bewaar de machine buiten het bereik van kinderen!
E) TRANSPORT EN VERPLAATSING
1) Telkens wanneer de machine verplaatst of vervoerd
moet worden, is het noodzakelijk:
de motor uit te schakelen, te wachten tot de ketting
tot stilstand gekomen is en de bougiekap los te kop-
pelen;
de bladbescherming aan te brengen;
de machine alleen vast te nemen aan de handgrepen
en het blad in de richting tegenover de loop- of rij-
richting te houden.
2) Wanneer de machine vervoerd wordt met een voer-
tuig, moet het op dusdanige wijze geplaatst worden dat
er voor niemand gevaar ontstaat en stevig geblokkeerd
worden om te voorkomen dat de machine omvalt en
beschadigd wordt of dat brandstof lekt.
F) HOE DE HANDLEIDING TE LEZEN
In de tekst van de handleiding worden enkele paragra-
fen, die gegevens van bijzonder belang bevatten, ge-
kenmerkt door diverse symbolen die de volgende be-
tekenis hebben:
of
Verstrekt nadere gegevens of
andere elementen ter aanvulling op hetgeen daarvoor
vermeld is, om te voorkomen dat de machine bescha-
digd wordt of dat er schade veroorzaakt wordt.
Gevaar voor persoonlijk letsel
of letsel aan anderen in geval van niet-inachtne-
ming.
Kans op ernstig persoonlijk
letsel of ernstig letsel aan anderen met gevaar van
dodelijke ongelukken, in geval van niet-inachtne-
ming.
GEVAAR!
LET OP!
BELANGRIJK
OPMERKING
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 5
NL
De machine wordt geleverd
met gedemonteerde blad en ketting, en met lege
brandstof- en oliereservoirs.
De machine moet op een
vlakke en solide ondergrond uitgepakt en gemon-
teerd worden, met voldoende bewegingsruimte
voor de machine en de verpakking, en steeds met
gebruik van geschikte werktuigen.
De verpakking moet volgens de plaatselijke gel-
dende bepalingen worden afgevoerd.
Draag altijd sterke werk-
handschoenen om het blad en de ketting te hante-
ren. Ga bijzonder voorzichtig te werk voor de mon-
tage van het blad en de ketting, om de veiligheid
en efficiëntie van de machine niet in het gedrang
te brengen; neem bij twijfels contact op met uw
Verkoper.
De montage kan plaatsvinden
op verschillende manieren, naargelang het bevesti-
gingssysteem van het blad en de spanning van de ket-
ting.
Vooraleer het blad te monteren, controleer of de rem
van de ketting niet ingeschakeld is; dit wordt beko-
men door de voorste handbescherming volledig naar
achter te trekken, naar het machinehuis toe.
1a. MACHINES MET
STANDAARDKETTINGSPANNER
Draai de moeren los en verwijder de carter van de
koppeling om toegang te hebben tot het sleepwiel
en de zitting van het blad (Fig. 1). Bij de modellen
P 40(x) - P 42(x) - P 44(x): wordt het carter van de
koppeling reeds gedemonteerd geleverd.
Monteer het blad (2) door de stiften in de gleuf van
het blad te brengen en het blad naar de achterkant
van het machinehuis te duwen (Fig. 2)
Leg de ketting rond het sleepwiel en langs de gelei-
ders van het blad. Let hierbij op de draairichting
(Fig. 3); indien de punt van het blad voorzien is van
een haakse overbrenging, zorg er dan voor dat de
sleepschakels van de ketting correct in deze over-
brenging passen.
Controleer of de pin van de kettingspanner (3) cor-
rect in de relatieve opening van het blad zit (Fig. 4);
als dit niet zo is, ga dan met een schroevendraaier
te werk op de schroef (4) van de kettingspanner, tot
de pin volledig in de opening zit (Fig. 5) (behalve de
modellen P 42(x) - P 44(x).
Hermonteer de carter, zonder de moeren vast te
draaien.
Voor de modellen P 36(x) - P 37(x) - P 38(x) -
OPMERKING
LET OP!
LET OP!
BELANGRIJK
P 41(x) wordt gecontroleerd of de pin (1 - Fig.1)
goed op zijn plaats zit.
Bij de modellen P 42(x) - P 44(x): controleren of
de pin van de kettingspanner (3a - Fig.4) van het
carter van de koppeling correct in de relatieve
opening van het blad zit; als dit niet zo is, ga dan
met een schroevendraaier te werk op de schroef
(4a) van de kettingspanner, tot de pin volledig in
de opening zit.
Draai aan de schroef van de kettingspanner (4 of 4a)
tot de gepaste spanning bekomen wordt (Fig. 5). De
modellen P 46(x) en P 48(x) zijn uitgerust met een
extra spanner tussen de moeren van de carter (5 -
Fig. 5).
Houd het blad omhoog en draai de moeren van de
carter volledig vast met behulp van de meegelever-
de sleutel (Fig. 6).
1b. MACHINES MET SNELLE
KETTINGSPANNER “Q-TENS”
Draai de knop (1) los en verwijder de carter van de
koppeling, om toegang te krijgen tot het sleepwiel
en de zitting van het blad (Fig. 7).
Duw het blokje van de kettingspanner (2) volledig
naar voor op het blad (Fig. 8).
Monteer de ketting op het blad en respecteer hier-
bij de draairichting (Fig. 8); indien de punt van het
bald voorzien is van een haakse overbrenging, zorg
er dan voor dat de sleepschakels van de ketting
correct in deze overbrenging passen.
Breng het blad (3) aan en leg de ketting rond het
sleepwiel (Fig. 8).
Draai aan de buitenste ring (4) van de carter tot
beide referenties op de ring en de carter overeen-
komen (Fig. 9).
Hermonteer de carter door de knop vast te draaien
(1), maar niet volledig (Fig. 10).
Span de ketting door de buitenste ring (4) in wijzer-
zin te draaien (Fig. 10).
Houd het blad omhoog en draai de knop (1) volledig
vast (Fig. 10).
2. CONTROLES NA DE MONTAGE
VAN HET BLAD EN DE KETTING
Controleer de spanning van de ketting. Om te con-
troleren of de spanning correct is, mogen de sleep-
schakels niet uit hun geleider komen wanneer de
ketting halverwege het blad vastgenomen wordt
(Fig. 11).
Laat de ketting met behulp van een schroevendraa-
ier langs de geleiders glijden, om er zeker van te zijn
dat deze beweging zonder overmatige belasting ge-
beurt.
6 MONTAGE VAN DE MACHINE
NL
4. MONTAGE VAN DE MACHINE
VOORBEREIDING 7
NL
CONTROLE VAN DE MACHINE
Alvorens de machine te gebruiken, is het noodzakelijk:
te controleren of er geen schroeven loszitten aan de
machine of het blad;
te controleren of de ketting scherp is en niet
beschadigd is;
te controleren of de luchtfilter schoon is;
te controleren of de beschermingen goed vastzitten
en efficiënt zijn;
– te controleren of de handgrepen goed bevestigd
zijn;
de efficiëntie van de kettingrem te controleren.
BEREIDING VAN HET BRANDSTOFMENGSEL
Deze machine is uitgerust met een tweetaktmotor
waarvoor een mengsel van benzine en smeerolie
gebruikt moet worden.
Het gebruik van alleen benzine
beschadigd de motor en doet de garantie vervallen.
Gebruik alleen brandstof en
smeermiddelen van goede kwaliteit, om de prestaties
in stand te houden en borg te staan voor de levens-
duur van de mechanische componenten.
Eigenschappen van de benzine
Gebruik alleen loodvrije benzine (groen) met een
octaangehalte van minstens 90 N.O.
Groene benzine zorgt altijd
voor wat afzettingen in het recipiënt indien het langer
dan 2 maanden bewaard wordt. Gebruik altijd verse
benzine!
Eigenschappen van de olie
Gebruik alleen synthetische olie van uitstekende kwa-
liteit, specifiek voor tweetaktmotoren.
Bij uw Verkoper zijn oliën beschikbaar die speciaal
bestudeerd werden voor dit type van motor en in staat
zijn om voor een hoge bescherming te zorgen.
Het gebruik van deze oliën leidt tot een mengsel bij
2%, d.w.z. 1 deel olie voor 50 delen benzine.
BELANGRIJK
BELANGRIJK
BELANGRIJK
Bereiding en bewaring van het mengsel
De benzine en het mengsel zijn ontvlambaar!
Bewaar de benzine en het mengsel in speciale
recipiënten voor brandstof, op een veilige
plaats, uit de buurt van warmtebronnen of naak-
te vlammen.
– De recipiënten moeten buiten het bereik van
kinderen bewaard worden.
Niet roken tijdens de bereiding van het mengsel
en de benzinedampen niet inademen.
De tabel geeft de hoeveelheden benzine en olie weer
te gebruiken voor de bereiding van het mengsel naar-
gelang het aangewend type van olie.
Voor de bereiding van het mengsel:
Doe ongeveer de helft van de benzine in een
geschikte tank.
Voeg er alle olie aan toe, volgens de tabel.
Voeg de rest van de benzine toe.
Sluit de dop en schud krachtig.
Het mengsel is onderhevig aan
veroudering. Bereid niet te veel mengsel, om afzettin-
gen te voorkomen.
Zorg ervoor dat de recipiënten
van de benzine en het mengsel goed van elkaar onder-
scheiden worden, om geen vergissing te begaan op
het moment van het gebruik.
Reinig de recipiënten van de
benzine en het mengsel periodiek, om eventuele afzet-
tingen te verwijderen.
BELANGRIJK
BELANGRIJK
BELANGRIJK
GEVAAR!
5. VOORBEREIDING
Benzine Synthetische olie 2-Takt
liter liter cm
3
1 0,02 20
2 0,04 40
3 0,06 60
5 0,10 100
10 0,20 200
NL
BIJVULLEN VAN BRANDSTOF
Niet roken tijdens het bijvul-
len en de benzinedampen niet inademen.
Open de dop van de tank
voorzichtig omdat er druk ontstaan kan zijn aan de
binnenkant.
Vooraleer bij te vullen:
Schud de tank van het mengsel krachtig.
Plaats de machine effen en stabiel, met de vuldop
van het reservoir naar boven.
Maak de dop van het reservoir en de zone rond de
dop schoon om te voorkomen dat tijdens het bijvul-
len onzuiverheden terechtkomen in het mengsel.
Open de dop van het reservoir voorzichtig om de
druk geleidelijk aan af te laten. Vul bij gebruik ma-
kend van een trechter en vul het reservoir niet tot
aan de rand.
De dop van het reservoir
moet altijd stevig weer vastgedraaid worden.
Reinig onmiddellijk elk spoor
van mengsel dat eventueel gemorst werd op de
machine of op de grond en start de motor pas
wanneer de benzinedampen voleldig opgelost zijn.
LET OP!
LET OP!
LET OP!
GEVAAR!
SMEERMIDDEL KETTING
Gebruik alleen olie die specifiek
bestemd is voor kettingzagen of hechtolie voor ket-
tingzagen. Gebruik geen olie die onzuiverheden bevat,
om de filter van het reservoir niet te verstoppen en de
oliepomp niet onherroepelijk te beschadigen.
De olie bestemd voor de sme-
ring van de ketting is biologisch afbreekbaar. Het
gebruik van een minerale olie of motorolie brengt ern-
stige schade toe aan het milieu.
Het gebruik van een olie van goede kwaliteit is van
fundamenteel belang voor een efficiënte smering van
de snij-inrichtingen; een vuile olie of olie van slechte
kwaliteit zal de smering in het gedrang brengen en de
levensduur van de ketting en het blad verkorten.
Het is altijd raadzaam het oliereservoir volledig te vul-
len (met behulp van een trechter) telkens wanneer
brandstof bijgevuld wordt; aangezien de inhoud van
het oliereservoir dusdanig berekend is dat de brand-
stof eerder dan de olie opgebruikt wordt, wordt voor-
komen dat de machine zonder smeermiddel kan
werken.
BELANGRIJK
BELANGRIJK
motor uitgeschakeld is of na het bijvullen van brand-
stof.
Om de motor te starten (Fig. 12):
1. Controleer of de remketting ingeschakeld is
(voorste handbescherming vooruit).
2. Breng de schakelaar (1) in de stand «START».
3. Voor de modellen die hiermee uitgerust zijn,
druk op de knop van de decompressor.
4. Schakel de starter (2) in.
5. Voor de modellen die hiermee uitgerust zijn,
druk 3-4 keer op de knop van de voorinspuiting
(primer) (3) om de aanvoer van de carburator te
bevorderen.
6. Houd de machine stevig tegen de grond, met een
hand op de handgreep en een voet in de achterste
handgreep, om tijdens de start niet de controle te
verliezen over de machine (Fig. 13).
STARTEN VAN DE MOTOR
De motor wordt gestart op
een afstand van minstens 3 meter van de plaats
waar de brandstof bijgevuld werd.
Alvorens de motor te starten:
Zet de machine stabiel op de grond.
Verwijder de bladbescherming.
Zorg ervoor dat het blad niet in aanraking komt met
het terrein of met andere voorwerpen.
Start met koude motor
Met start bij koude motor
wordt bedoeld een start na minstens 5 minuten dat de
OPMERKING
LET OP!
8 VOORBEREIDING / STARTEN - GEBRUIK – UITSCHAKELEN MOTOR
6. STARTEN - GEBRUIK – UITSCHAKELEN MOTOR
NL
STARTEN - GEBRUIK – UITSCHAKELEN MOTOR 9
Indien machine niet stevig
vastgehouden wordt, kan de gebruiker door de
duwkracht van de motor het evenwicht verliezen
of zou het blad tegen een hindernis of de gebrui-
ker zelf gericht kunnen worden.
7. Draai langzaam de startknop 10-15 cm tot u een
zekere weerstand gewaarwordt. Geef dan enkele
keren een stevige ruk tot de machine in gang
schiet.
Om te voorkomen dat het
touw breekt, wordt er niet over de gehele lengte aan
getrokken. Laat het touw niet langs de rand van de
opening van de touwgeleider schuren en laat de knop
geleidelijk aan los, om te voorkomen dat het touw op
ongecontroleerde wijze naar binnen schiet.
8. Trek opnieuw aan de startknop tot de motor nor-
maal in gang komt.
9. Zodra de motor loopt, de versnelling kortstondig
bedienen om de starter uit te schakelen en de
motor weer tot het minimumtoerental te brengen.
Vermijd de motor aan een
hoog toerental te laten draaien met de rem van de ket-
ting ingeschakeld; dit kan een oververhitting en
beschadiging van de koppeling veroorzaken.
10. Laat de motor minstens 1 minuut op het mini-
mumtoerental draaien vooraleer de machine te
gebruiken.
Indien de knop van het start-
touw herhaaldelijk bediend wordt met de starter inge-
schakeld, kan de motor vastlopen en de start bemoei-
lijkt worden.
Indien de motor vastloopt, de bougie demonteren en
voorzichtig aan de knop van het starttouw trekken om
de overtollige brandstof te verwijderen; vervolgens de
elektrodes van de bougie afdrogen en de bougie weer
monteren op de motor.
Start bij warme motor
Voor de start bij warme motor (onmiddellijk na de uit-
schakeling van de motor), volg de punten 1 - 2 - 6 - 7
- 8 van de vorige werkwijze.
BELANGRIJK
BELANGRIJK
BELANGRIJK
LET OP!
GEBRUIK VAN DE MOTOR (Fig. 14)
De snelheid van de ketting wordt geregeld met de ver-
snellingshendel (1) op de achterste handgreep (2).
De versnelling kan alleen ingeschakeld worden wan-
neer gelijktijdig op de vergrendeling (3) geduwd wordt.
De beweging wordt van de motor overgedragen op de
ketting door middel van een koppeling met centrifu-
gaalgewichten die de beweging van de ketting verhin-
dert wanneer de motor op het laagste toerental draait.
Gebruik de machine niet als
de ketting beweegt met de motor op het laagste
toerental; neem in dit geval contact op met uw
verkoper.
De correcte werksnelheid wordt bekomen door de
versnellingsknop (1) volledig in te duwen.
Gedurende de eerste 6-8
werkuren van de machine, wordt vermeden de hoog-
ste toerentallen te gebruiken
UITSCHAKELEN VAN DE MOTOR (Fig. 14)
Om de motor uit te schakelen:
Laat de versnellingsknop los (1) en laat de motor
enkele seconden draaien op het laagste toerental
Breng de schakelaar (4) in de stand “ STOP”.
Nadat de versnelling in de
minimumstand gezet werd, moet enkele seconden
gewacht worden vooraleer de ketting tot stilstand
komt.
LET OP!
BELANGRIJK
LET OP!
NL
Uit respect voor de anderen en het milieu:
– Wees geen storend element.
Volg nauwkeurig de lokale normen op voor de
afdanking van het snijafval.
Volg nauwkeurig de lokale normen op voor de
afdanking van olie, benzine, beschadigde onder-
delen of om het even welk element dat niet
milieuvriendelijk is.
Draag tijdens het werk
gepaste kledij. Uw Verkoper zal u alle nodige infor-
matie geven over de meest geschikte veiligheids-
kledij, met het oog op een veilig gebruik van de
machine.
Het gebruik van de machine
voor het zagen en snoeien vergt een specifieke
opleiding.
REM KETTING
Deze machine is voorzien van een automatische
rem die de ketting stillegt in geval van een terug-
slag tijdens het zagen.
Deze rem kan ook handmatig ingeschakeld wor-
den, door de voorste bescherming naar voor te
duwen. Om de rem vrij te geven, trek de voorste
bescherming naar de handgreep tot u een klik
gewaarwordt.
De machine niet gebruiken
indien de remketting niet correct werkt. Neem
voor de nodige controles contact op met uw
Verkoper.
CONTROLE SPANNING KETTING
Tijdens het werk ondergaat de ketting een progressie-
ve verlenging. De spanning moet dus regelmatig
gecontroleerd worden.
.
Werk niet met een ketting
die te los zit, om geen gevaarlijke situaties te cre-
ëren wanneer de ketting uit de geleiders komt.
LET OP!
LET OP!
LET OP!
LET OP!
CONTROLE OLIETOEVOER
De machine niet gebruiken
zonder smering! Het oliereservoir kan bijna volledig
leeg zijn telkens wanneer de brandstof opraakt. Zorg
ervoor dat het oliereservoir aangevuld wordt telkens
wanneer brandstof bijgevuld wordt.
Zorg ervoor dat het blad en
de ketting goed op hun paats zitten wanneer de
olietoevoer gecontroleerd wordt.
Start de motor, houd het toerental niet te hoog en con-
troleer of de olie van de ketting verspreid wordt zoals
aangegeven in de figuur (Fig. 15).
Voor de modellen P 42(x) - P 44(x) - P 46(x) -
P 48(x), kan de oliestroom van de ketting geregeld
worden door met een schroevendraaier de regel-
schroef (1) van de pomp te draaien, onderaan de
machine (Fig. 15).
GEBRUIKSWIJZEN EN SNIJTECHNIEKEN
Vooraleer de machine voor de eerste keer te gebrui-
ken voor het vellen of snoeien van een boom, oefent u
best op houtblokken op de grond of bevestigd op een
steun, om voldoende vertrouwd te raken met de
machine en de meest geschikte snijtechnieken.
Tijdens het werk moet de
machine altijd stevig vastgehouden worden met
beide handen.
Leg de motor onmiddellijk
stil wanneer de ketting zich tijdens het werk blok-
keert. Let altijd op voor mogelijke terugslagen
(kickback) wanneer het blad in contact komt met
een hindernis.
De terugslag doet zich voor wanneer het uiteinde
van de ketting in contact komt met een voorwerp
of wanneer het hout krimpt en de ketting in de
snede vasthoudt.
Dit contact aan het uiteinde van de ketting kan
aanleiding geven tot een uiterst snelle stoot in de
tegenovergestelde richting, waarbij het blad naar
boven en naar de bediener toe geduwd wordt. Dit
geldt ook wanneer de ketting geblokkeerd wordt
aan de bovenkant van het blad. In beide gevallen
kan de bediener door de terugslag de controle ver-
liezen over de kettingzaag, met mogelijke bijzon-
der ernstige gevolgen.
LET OP!
LET OP!
LET OP!
BELANGRIJK
10 GEBRUIK VAN DE MACHINE
7. GEBRUIK VAN DE MACHINE
Een boom snoeien (Fig. 16)
Zorg ervoor dat de zone
waarin de takken zullen vallen vrij is.
1. Ga aan de zijde tegenover de af te zagen tak staan.
2. Begin met de laagste takken en werk zo naar de
hogere takken toe.
3. Zaag van boven naar beneden, om te voorkomen
dat het blad vastraakt.
Een boom vellen (Fig. 17)
Op hellingen wordt altijd
gewerkt stroomopwaarts van de boom. Zorg
ervoor dat de gevelde stam geen schade kan ver-
oorzaken bij het naar beneden rollen.
1. Bepaal de valrichting van de boom rekenig hou-
dend met de wind, de helling van de plant, de posi-
tie van de zwaarste takken, het gemakkelijk werken
na het vellen, enz.
2. Maak de zone rond de boom vrij en zorg voor een
goede steunplaats voor de voeten.
3. Voorzie gepaste vluchtwegen, vrij van hindernis-
sen; de vluchtwegen moeten zich op ongeveer 45°
in de richting tegenover de valrichting van de boom
bevinden en een snelle vlucht van de bediener naar
een veilige plaats mogelijk maken. Deze veilige
plaats moet op een afstand liggen die 2,5 keer de
hoogte van de te vellen boom bedraagt.
4. Breng aan de valzijde een inkeping aan met een
diepte gelijk aan een derde van de doorsnede van
de stam.
5. Zaag de stam aan de tegenoverliggende zijde, iets
boven de punt van de inkeping en laat een “schar-
nier” (1) van ongeveer 5-10 cm vrij.
6. Zonder het blad te verwijderen, wordt de breedte
van de scharnier geleidelijk aan kleiner gemaakt,
tot de boom omvalt.
7. In bijzondere situaties of bij een schaarse stabi-
liteit, kan het vellen voltooid worden door twee
wiggen (2) aan de zijde tegenover de valzijde aan
te brengen en met een hamer op de wiggen te
kloppen tot de boom omvalt.
Snoeien na het vellen (Fig. 18)
LET OP!
LET OP!
Let op de steunpunten van
de tak op de grond, aan de mogelijkheid dat die in
spanning staat, aan de richting die de tak kan aan-
nemen tijdens het zagen en aan de mogelijke
instabiliteit van de boom na het afzagen van de
tak.
1. Neem de richting waar waarin de tak in de stam zit.
2. Begin te zagen aan de plooizijde en maak het werk
af aan de tegenoverliggende zijde.
Een stam doorzagen (Fig. 19)
Het doorzagen van een stam wordt vergemakkelijkt
door het gebruik van de pal.
1. Steek de pal in de stam, voer een hefboomkracht
uit op de pal en laat de kettingzaag een boogvor-
mige beweging maken zodat het blad in het hout
kan dringen.
2. Herhaal de handeling meerdere keren indien nodig,
door het steunpunt van de pal te verplaatsen.
Een stam doorzagen op de grond (Fig. 20)
Zaag tot ongeveer halverwege de diameter, rol de
stam en maak het werk af aan de tegenoverliggende
zijde.
Een opgetilde stam doorzagen (Fig. 21)
1. Indien het zagen na de steunpunten (A) plaatsvindt,
zaag dan tot een derde van de diameter onderaan
en maak het werk af bovenaan.
2. Indien gezaagd wordt tussen twee steunpunten
(B), zaag dan tot een derde van de diameter boven-
aan en maak het werk af langs onder.
NA HET WERKEN
Na het werken:
Schakel de motor uit zoals eerder aangegeven
(Hoofdstuk 6).
Wacht tot de ketting tot stilstand gekomen zijn en
monteer de bladbescherming.
LET OP!
GEBRUIK VAN DE MACHINE 11
NL
Een correct onderhoud is fundamenteel om in de tijd
de oorspronkelijke efficiëntie en gebruiksveiligheid
van de machine in stand te houden.
Tijdens het onderhoud:
Haal de kap van de bougie.
Wacht tot de motor voldoende afgekoeld is.
Gebruik werkhandschoenen voor het hanteren
van het blad en de ketting.
Houd de bladbeschermingen op hun plaats, ten-
zij aan het blad zelf of aan de ketting gewerkt
moet worden.
De olie, benzine of andere vervuilende materia-
len niet in het milieu gooien.
CILINDER EN GELUIDSDEMPER
Om brandgevaar te beperken, worden de vleugels van
de cilinder regelmatig gereinigd met perslucht en
wordt de zone van de geluidsdemper vrijgemaakt van
zaagsel, takjes, bladeren of ander afval.
STARTGROEP
Om oververhitting en schade aan de motor te voorko-
men, moeten de roosters voor de aanzuiging van de
koellucht altijd schoon en vrij van zaagsel en vuil zijn .
Het starttouw moet vervangen worden bij de eerste
tekenen van slijtage.
KOPPELINGSGROEP
Houd het deksel van de koppeling vrij van zaagsel en
vuil. Ongeveer elke 30 uren moet het intern lager
gesmeerd worden bij uw Verkoper.
REM KETTING
Controleer regelmatig de efficiëntie van de kettingrem
en of de metalen band die het deksel van de koppe-
ling omgeeft niet beschadigd is.
LET OP!
De band moet vervangen worden wanneer de dikte
aan de contactpunten met het deksel van de koppe-
ling ongeveer de helft geworden is ten opzichte van de
twee uiteinden, die niet onderhevig zijn aan wrijving.
KETTINGWIEL (Fig. 22)
Controleer regelmatig de staat van het kettingwiel en
vervang het wanneer het meer dan 0,5 mm versleten
is.
Monteer geen nieuwe ketting op een versleten wiel en
omgekeerd.
PIN VERGRENDELING KETTING
Deze pin is heel belangrijk voor de veiligheid, omdat
hij voorkomt dat de ketting ongecontroleerde bewe-
gingen maakt in geval van een breuk of loszittende
ketting.
Controleer regelmatig de staat van de pin en vervang
hem indien hij beschadigd is.
BEVESTIGINGEN
Controleer regelmatig of alle schroeven en moeren
goed aangezet zijn en of de handgrepen stevig vast-
zitten.
REINIGING VAN DE LUCHTFILTER (Fig. 23)
Het is essentieel dat de lucht-
filter gereinigd wordt, voor de goede werking en de
levensduur van de machine. Werk nooit zonder filter of
met een beschadigde filter, om geen onherroepelijke
schade toe te brengen aan de motor.
De reiniging wordt uitgevoerd elke 8-10 werkuren.
Om de filter te reinigen:
Verwijder het deksel (1), en het filterelement (2).
Klop voorzichtig op het filterelement (2) om het vuil
te verwijderen en reinig zo nodig met perslucht bij
lage druk.
Het filterelement (2) mag nooit
gewassen worden en wordt vervangen wanneer het te
vuil of beschadigd is.
BELANGRIJK
BELANGRIJK
12 ONDERHOUD EN OPSLAG
NL
8. ONDERHOUD EN OPSLAG
Hermonteer het filterelement (2) en het deksel (1).
Voor de modellen P43(x) - P46(x) - P47(x) -
P48(x), moet eerst het filterelement (2a) aange-
bracht worden op het deksel (1a) en worden daarna
beide componenten samen op de machine gemon-
teerd.
CONTROLE VAN DE BOUGIE (Fig. 24)
Periodiek wordt de bougie gedemonteerd en gerei-
nigd, door eventuele restjes te verwijderen met een
metalen borsteltje.
Controleer en herstel de correcte afstand tussen de
elektrodes
Hermonteer de bougie en draai hem stevig vast met
de bijgeleverde sleutel.
De bougie moet ingeval van doorgebrande elektroden
of een beschadigde isolatie, en ieder geval elke 100
werkuren, vervangen worden door een bougie met
analoge karakteristieken.
REGELING VAN DE CARBURATOR
De carburator werd in de fabriek geregeld met het oog
op de beste prestaties in alle omstandigheden, met
een minimale uitstoot van schadelijke gassen, over-
eenkomstig de geldende normen.
Ingeval van slechte prestaties, controleer eerst of de
ketting vrij beweegt en of de sporen van het blad niet
vervormd zijn. Wend u tot uw Verkoper voor een con-
trole van de carburator en de motor.
Regeling van het minimumtoerental
De ketting mag niet bewe-
gen met de motor op het minimumtoerental. Als
de ketting beweegt met de motor op zijn mini-
mumtoerental, neem dan contact op met uw ver-
koper om de motor goed af te stellen.
LET OP!
DE KETTING SLIJPEN
Om redenen van veiligheid
en efficiëntie, is het heel belangrijk dat de snij-
inrichtingen goed scherp zijn.
Er moet geslepen worden wanneer:
Het zaagsel te veel op stof gelijkt.
Er meer kracht nodig is om te zagen..
De snede niet rechtlijning is.
Er meer trillingen zijn.
Er meer brandstof verbruikt wordt.
Als de ketting niet scherp
genoeg is, neemt het risico op tegenslag (kick-
back) toe.
Indien het slijpen toevertrouwd wordt aan een gespe-
cialiseerd centrum, kan dit uitgevoerd worden met
speciale apparatuur die zorgt voor een minimale ver-
wijdering van materiaal en een constante slijping van
alle snijdende elementen.
De ketting wordt “eigenhandig” geslepen met behulp
van daartoe bestemde vijlen met ronde doorsnede en
een diameter die specifiek is voor elk type van ketting
(zie “Tabel Onderhoud Ketting”). Het slijpen vergt een
goede handigheid en ervaring, om de snijdende ele-
menten niet te beschadigen.
Om de ketting te slijpen (Fig. 25):
Zet de motor af, geef de kettingrem vrij en blokkeer
het blad stevig met de ketting gemonteerd. Zorg
ervoor dat de ketting vrij kan bewegen.
Span de ketting indien die te los zit.
MPlaats de vijl in de geleider en breng de vijl in de
uitsparing van de tand, waarbij een constante hel-
ling wordt behouden naargelang het profiel van het
snijdend element.
Voer slechts enkele passages met de vijl uit en uit-
sluitend vooruit. Herhaal de handeling op alle snij-
dende elementen, met dezelfde richting (naar rechts
of naar links).
Keer de positie van het blad om in de klem en her-
haal de handeling op de overige elementen.
Controleer of de begrenzende tand niet voorbij het
controle-instrument steekt en vijl het eventueel
overtollig materiaal weg met een platte vijl, door het
profiel ronder te maken.
Na het vijlen worden alle vijlsporen en het vijlstof
verwijderd. Smeer de ketting in een oliebad.
LET OP!
LET OP!
ONDERHOUD EN OPSLAG 13
NL
De ketting wordt vervangen wanneer:
De lengte van het snijdend element 5 mm of minder
bedraagt;
de speling van de schakels op de klinknagels te
groot geworden is.
ONDERHOUD VAN HET BLAD (Fig. 26)
Om een assymetrische slijtage van het blad te voor-
komen, moet deze regelmatig omgedraaid worden.
Om de efficiëntie van het blad in stand te houden, is
het noodzakelijk:
De lagers van de overbrenging (indien aanwezig) te
smeren met een daartoe bestemde spuit.
De inkeping van het blad te reinigen met een
schraapstaal.
De smeeropeningen te reinigen.
Met een vlatte vijl de braam van de zijkanten te ver-
wijderen en eventuele niveauverschillen tussen de
geleiders te compenseren.
Het blad wordt vervangen wanneer:
de diepte van de inkeping kleiner blijkt dan de
hoogte van de sleepschakels (die nooit de bodem
mogen raken);
de binnenwand van de geleider zodanig versleten is
dat de ketting lateraal gaat overhellen.
BUITENGEWONE HANDELINGEN
Elke onderhoudsbeurt die niet vermeld wordt in deze
handleiding dient alleen door uw Verkoper uitgevoerd
te worden.
Handelingen die uitgevoerd werden in niet geschikte
structuren of door onbekwame personen doen de
garantie vervallen.
OPSLAG
Na het werken, wordt de machine zorgvuldig vrijge-
maakt van stof en vuil en worden de defecte onderde-
len gerepareerd of vervangen.
De machine moet bewaard worden op een droge
plaats, beschermd tegen de weersomstandigheden
en met de bladbescherming gemonteerd.
LANGDURIGE PERIODE VAN INACTIVITEIT
Indien men van plan is de
machine langer dan 2 – 3 maanden niet te gebruiken,
moeten een aantal voorzorgsmaatregelen getroffen
worden om problemen te vermijden bij het hervatten
van het werk of om permanente schade aan de motor
te voorkomen.
BELANGRIJK
14 ONDERHOUD EN OPSLAG
NL
Tabel onderhoud ketting
De kenmerkende gegevens van de ketting en het blad gehomologeerd voor
deze machine zijn weergegeven in de “EG-Konformiteitsverklaring” die met de machine wordt
geleverd. Om veiligheidsredenen, geen andere types van ketting of blad gebruiken.
De tabel geeft de slijpgegevens voor de verschillende types van kettingen weer, zonder de
mogelijkheid om andere kettingen dan de gehomologeerde types te gebruiken.
LET OP!
Steek ketting Niveau begrenzertand (a) Diameter vijl (d)
duim mm duim mm duim mm
3/8 Mini 9,32 0,018 0,45 5/32 4,0
0,325 8,25 0,026 0,65 3/16 4,8
3/8 9,32 0,026 0,65 13/64 5,2
0,404 10,26 0,031 0,80 7/32 5,6
Opberging
Alvorens de machine te op te bergen:
Ledig de brandstoftank.
Start de motor en laat hem op het laagste toerental
draaien tot de stilstand, zodat alle in het reservoir
overgebleven brandstof opgebruikt wordt.
Laat de motor afkoelen en demonteer de bougie.
Giet in de opening van de bougie een lepel (verse)
olie voor tweetaktmotoren.
Trek verschillende keren aan de startknop om de
olie goed te verdelen in de cilinder.
Hermonteer de bougie met de zuiger aan het bo-
venste dood punt (zichtbaar vanuit het gat van de
bougie wanneer de zuiger aan de eindaanslag ge-
komen is).
Hervatten van de activiteit
Wanneer de machine weer gestart wordt:
Verwijder de bougie.
Trek enkele keren aan de startknop om de overtolli-
ge olie te verwijderen.
Controler de bougie zoals beschreven in het hoofd-
stuk “Controle van de bougie”.
Bereid de machine voor zoals aangegeven in het
hoofdstuk “Vóór het gebruik”.
ONDERHOUD EN OPSLAG / OPSPOREN VAN DEFECTEN 15
NL
9. OPSPOREN VAN DEFECTEN
1) De motor start
niet of blijft niet
draaien
2) De motor start
maar heeft weinig
vermogen
3) De motor werkt
onregelmatig of heeft
geen vermogen bij
belasting
4) De motor geeft
teveel rook af
De startprocedure is niet correct
De bougie is vuil of de afstand
tussen de elektroden is niet gepast
Verstopte luchtfilter
Brandstofproblemen
Verstopte luchtfilter
Brandstofproblemen
De bougie is vuil of de afstand
tussen de elektroden is niet gepast
Brandstofproblemen
Verkeerde samenstelling
van het mengsel
Brandstofproblemen
Volg de aanwijzingen
(zie hoofdstuk 6)
Controleer de bougie
(zie hoofdstuk 8)
Reinig en/of vervang de filter
(zie hoofdstuk 8)
Contacteer uw Verkoper
Reinig en/of vervang de filter
(zie hoofdstuk 8)
Contacteer uw Verkoper
Controleer de bougie
(zie hoofdstuk 8)
Contacteer uw Verkoper
Bereid het mengsel volgens
de aanwijzingen (zie hoofdstuk 5)
Contacteer uw Verkoper
PROBLEMEN MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING
16 ACCESSOIRES
De tabel bevat de lijst met alle mogelijke combinaties
tussen staaf en ketting, met vermelding van diegene
die op elke machine gebruikt kunnen worden, aan-
gegeven met het symbool “ ”.
Daar de gebruiker naar ei-
gen oordeel besluit welke blad en ketting onder de
LET OP!
verschillende gebruiksomstandigheden te kiezen,
toe te passen en te gebruiken, neemt hij dan ook
zelf de daaruit voortkomende verantwoording op
zich voor iedere willekeurige schade die daardoor
veroorzaakt wordt. In geval van twijfel of geringe
kennis van de specificiteit van iedere blad of ket-
ting, moet u contact opnemen met uw eigen ver-
koper of met een gespecialiseerd tuincentrum.
10. ACCESSOIRES
Combinaties van blad en ketting
A 38(x)
P 38(x)
P 40(x)
P 42(x)
P 44(x)
P 36(x)
P 37(x)
P 41(x)
P 43(x)
P 47(x)
P 48(x)
P 46(x)
P 45(x)
P 52(x)
BLAD Model
Stap Breedte KETTING
Lengte groef
Duimen Duimen / cm Duimen / mm Code Code
3/8” 14" / 35 cm 0,050"/1,3mm 23900110/0 4113702
3/8” 14" / 35 cm 0,050"/1,3mm 1519-9094-01 4113702
3/8” 16" / 40 cm 0,050"/1,3mm 23900111/0 4113705
3/8” 16" / 40 cm 0,050"/1,3mm 1519-9093-01 4113705
325" 13" / 33 cm 0,050"/1,3mm 23900109/0 4113710
325" 16" / 40 cm 0,050"/1,3mm 23900107/0 4113711
325" 13" / 33 cm 0,050"/1,3mm 23900115/0 4113710
325" 16" / 40 cm 0,050"/1,3mm 23900113/0 4113712
325" 18" / 45 cm 0,050"/1,3mm 23900112/0 4113713
325" 13" / 33 cm 0,058"/1,5mm 4112660 4113720
325" 16" / 40 cm 0,050"/1,3mm 23900100/0 4113712
325" 18" / 45 cm 0,050"/1,3mm 23900101/0 4113713
325" 16" / 40 cm 0,058"/1,5mm 4112450 4113721
325" 18" / 45 cm 0,058"/1,5mm 4112490 4113722
325" 20" / 50 cm 0,058"/1,5mm 4112640 4113723
3/8” 18" / 45 cm 0,058"/1,5mm 6995316 4113742
3/8” 20" / 50 cm 0,058"/1,5mm 6995164 4113741
1/406