Whirlpool ARB 540-K/G/1 Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
N C
M Y
MILIEUVRIENDELIJKE WENKEN
Het behandelen van verpakking en afval
Werp de verpakking van Uw apparaat niet in de vuilnisbak
maar selecteer de verschillende soorten materiaal (bijv. karton,
polystyreen) en breng deze, volgens de plaatselijke voorschrif-
ten, naar de hiervoor bestemde depots.
Verklaring
Dit apparaat bevat onderdelen die in contact kunnen
komen met levensmiddelen. De onderdelen voldoen
aan de E.E.G richtlijn 89/09/CEE.
Informatie
Dit apparaat bevat geen HCFK (het koelcircuit bevatR134a) of
HFK (het koelcircuit bevat R600a - Isobutaan). Raadpleeg voor
verdere details het typeplaatje op het apparaat.
Voor apparaten met Isobutaan (R600a)
Het koelgas Isobutaan is een natuurlijk gas dat zeer milieuv-
riendelijk is, maar wel brandbaar.
Daarom is het essentie¨el dat u goed controleert of de buizen
van het koelcircuit niet beschadigt zijn.
LEER UW APPARAAT KENNEN
Het apparaat, dat u hebt gekocht, is een combinatie van een
koelkast en een diepvriezer. Het
diepvriescompartiment,
in
het benedenste deel, zorgt voor een perfect invriezen van
vers en gekookt voedsel, het maken van ijsblokjes en het be-
waren van diepgevroren en bevroren levensmiddelen.
Het koelkastcompartiment,
uitgerust met automatische
ontdooiing, dient voor het bewaren van verse levensmiddelen
en dranken. We raden u aan dit boekje aandachtig te lezen. U
vindt hierin de beschrijving van uw apparaat en nuttige raad-
gevingen voor het verkrijgen van de beste resultaten bij het
bewaren van de levensmiddelen.
KORTE BESCHRIJVING VAN HET
APPARAAT
(Fig.1 van het omslag)
De combinatie-koelkast „Maxi Combi“ bestaat uit twee onaf-
hankelijke compartimenten en werkt met twee aparte com-
pressoren:
- Bovenste compartiment: Koelkast;
- Onderste compartiment: Diepvriezer.
Dit betekent dat u, indien gewenst, ook slechts e´e´n comparti-
ment kunt gebruiken en laten werken (koelkast of diepvrie-
zer). De hierna volgende samenvattende opsomming be-
schrijft op systematische wijze het apparaat en maakt dat u
het apparaat in korte tijd leert kennen.
KORTE BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
(Fig. 1 binnenomslag)
K
O
E
L
K
A
S
T
C
O
M
P
A
R
T
I
M
E
N
T
Thermostaat koelkast
dient voor aanzetten en regelen van de koelkasttemperatuur:
Stand “0”: Koelkast uit;
Stand 2-3 temperatuur matig koud;
Stand 3-4 temperatuur erg koud.
Druktoets verlichting
wordt automatisch in werking gesteld door openen/sluiten
van de koelkastdeur en bepaalt het aangaan van het lampje in het
koelkastcompartiment.
Koelkastlampje
een lampje van 15 W is al ingezet.
Glazen platen
uitneembaar en op diverse hoogtes te plaatsen; uitgevoerd in
onbreekbaar glas.
Groenteladen
ruim en uitschuifbaar met grote capaciteit (groenten en fruit).
Onderste rek
Botervak met klepje
Flessenrek
voor het bewaren van standaard 1,5 - 1 flessen; verschuifbare
flessenhouder.
Bovenste rek
voorzien van transparente e´tages; bevat 2 uitneembare rekjes
voor eieren.
x Ontdooien van het koelkastcompartiment
−hetis
niet nodig
het koelkastcompartiment manueel te
ont-
dooien
, daar dit gedurende de werking van het apparaat
automatisch gebeurt.
Toets voor aan - en uitzetten diepvriezer (
)
zet het diepvriescompartiment aan en uit; het groene lampje
aan betekent dat de diepvriezer functioneert.
Waarschuwingslampje (
)
rood lampje: gaat aan wanneer de diepvriezer nog niet de voor
een goede werking benodigde temperatuur heeft bereikt.
Toets voor snelvriezen (
)
bij inschakelen gaat het “gele lampje” branden; deze functie
wordt gebruikt voor het invriezen van vers voedsel.
Thermostaat diepvriezer
dient voor het regelen van de temperatuur in het diepvries-
compartiment; begin met instellen op een mideenstand.
Opvangschaal voor afvoer van hat
dooiwater van de diepvriezer
alleen het diepvriesgedeelte hoeft ontdooid te worden; doe
dit tenminste 1 of 2 maal per jaar wanneer een dikte van 2 - 3 mm
heeft bereikt.
Zie de verderop beschreven instructies voor het ontdooien van de
diepvriezer
Laden diepvriezer
3 uitschuifbare laden op de koelribben. Vries het verse voedsel
in het bovneste vak in (koudste zone van de vriezer).
Ventilatierooster
dit apparaat is voorzien van een in de basis geplaatste ventila-
tor, die zorgt voor het in stand houden van een verhoogd rende-
ment van de koelkastcyclus. Dek de toe - en afvoeropeningen niet
af.
Nederlands
15
D
I
E
P
V
R
I
E
S
C
O
M
P
A
R
T
I
M
E
N
T
N C
M Y
INSTALLATIE
(Fig.2)
Verzeker u ervan, dat het apparaat niet is beschadigd. Even-
tuele transportschade dient binnen 24 uur na aflevering aan
uw handelaar te worden gemeld.
Plaats het apparaat in een droge en goed geventileerde
ruimte, ver van warmtebronnen zoals fornuizen, kachels, di-
rect zonlicht, enz. Is zo’n soort plaatsing niet mogelijk, zorg
dan voor de volgende afstanden tussen apparaat en aangren-
zende objecten:
a) tussen apparaat en kolen- of oliekachels: tenminste 30 cm.
b) tussen apparaat en gas- of elektrisch fornuis: tenminste 3
cm.
Een andere mogelijkheid is het aanbrengen van isolerende
platen, te verkrijgen bij de speciaalhandel, tussen apparaat en
fornuis.
Het apparaat moet op een stevige een vlakke bodem worden
geplaatst. Neem hierbij de instructies uit de gebruiksaanwij-
zing voor inbouw in acht, te vinden binnenin het apparaat.
Laat het apparaat een uur staan alvorens het in werking te
stellen:
maak in de tussentijd de binnenkant schoon met een spons en
water met bicarbonaat of azijn
(Fig.3) en zet de eventueel
meegeleverde accessoires op hun plaats.
Het apparaat is voorzien van een binnenverlichting, ge-
plaatst op de bovenwand van de koelruimte, met een
lampje van 15 W er in (Fig.4).
Attentie:
Zorg ervoor dat u ook na plaatsing nog bij de aans-
luiting van het apparaat kunt komen, om wanneer het nodig
zou zijn de steker uit het stopcontact te kunnen halen. Is dit
niet mogelijk, sluit het apparaat dan op een toegankelijke
plaats op het lichtnet aan door middel van een tweepolige
schakelaar met een afstand van tenminste 3 mm tussen de
contactopeningen.
NL
16
ELEKTRISCHE AANSLUITING EN
INSCHAKELEN
Dit apparaat is ontworpen, vervaardigd en in de handel
gebracht in overeenstemming met:
- de veiligheidsvoorschriften van Richtlijn 73/23/EEG;
- de veiligheidsvoorschriften van Richtlijn 89/336/EEG
en latere wijzingingen, aangegeven in Richtlijn 93/68/
EEG.
Laat het apparaat 1 uur staan alvorens het op het lichtnet aan
te sluiten.
Controleer of het voltage zoals aangegeven op het type-
plaatje
(Fig.5)
, dat zich rechts van de groenten- en fruitlade
bevindt, overeenkomt met de netspanning.
Het aarden van het apparaat is wettelijk verplicht.
De fabrikant wijst iedere verantwoordelijkheid van de
hand voor eventuele schade aan personen en zaken bij
het niet opvolgen van deze norm.
Wanneer het stopcontact en de steker van het apparaat niet
met elkaar overeenkomen, laat dan het stopcontact door een
erkend vaktechnicus vervangen door een geschikt type. Deze
technicus dient zich er in het bijzonder van te verzekeren, dat
de bedrading van het stopcontact geschikt is voor de hoeveel-
heid stroom die door het apparaat wordt afgenomen.
Het gebruik van verloopstekkers, verdeelstekkers en verlengs-
noeren wordt afgeraden. Is dit niet te vermijden, gebruik dan
alleen verloop- of verdeelstekkers en verlengsnoeren die vol-
doen aan de geldende veiligheidsnormen. Het amperage,
zoals vermeld op verloopstekker of verlengsnoer, mag hierbij
niet overschreden worden, evenmin als het maximum vermo-
gen zoals aangegeven op de meervoudige steker.
Om het koelkastcompartiment in te schakelen de knop
(Fig.1- )
op tussenstand 2-3 zetten.
Wanneer het apparaat is aangesloten gaat de binnenverlich-
ting bij het openen van de koelkastdeur aan.
Om de diepvriezer in te schakelen drukt u op schakelaar, ge-
plaatst op de middelste band.
De groene
en rode controlelampjes gaan aan
(Fig.1).
Het groene controlelampje blijft altijd branden en geeft
aan dat de diepvriezer in werking is.
Het rode waarschuwingslampje blijft aan tot de juiste tem-
peratuur voor een goede werking van de diepvriezer is be-
reikt. Daarna gaat het rode waarschuwingslampje alleen
aan wanneer de temperatuur binnenin de diepvriezer te
veel oploopt door te vaak of te lang openen van de deur of
wanneer het apparaat met vers in te vriezen voedsel is ge-
laden. In dat geval schakelt u het snelvriezen
(Fig.1)
in
totdat het rode waarschuwingslampje
automatisch dooft.
GEBRUIK VAN HET
KOELKASTCOMPARTIMENT
(Fig.6)
Om smaak, substantie en versheid van alle levensmiddelen zo
goed mogelijk te bewaren, raden wij aan ze in aluminium- of
plastic folie te wikkelen of ze te verpakken in daartoe ge-
schikte dozen (zo voorkomt u ook dat de diverse levensmid-
delen elkaars geur aannemen). De koudste zone in het koel-
kastcompartiment bevindt zich direct boven de groenten- en
fruitladen.
We raden aan de levensmiddelen volgens
(Fig.6)
in de koel-
kast te zetten en wel als volgt:
Toebereid voedsel, harde kaas:
gebruik de bovenste rek-
ken. Vlees, vis, worst, enz. op het onderste rek, boven de
groenten- en fruitladen.
Fruit en groenten:
gebruik de daarvoor bestemde laden.
Dranken:
gebruik de daarvoor bestemde grote console in de
deur.
Eieren, kaas, zuivelprodukten:
gebruik de daarvoor be-
stemde vakjes in de deur.
Boter:
zet het in het daarvoor bestemde vakje in de deur.
Blikken:
is een blik eenmaal geopend, doe de resterende in-
houd dan over in een niet-metalen doos.
Belangrijk:
Zorg dat voedsel of dozen niet direct tegen de
achterwand van de koelruimte aanstaan.
Let er op dat de lucht vrij tussen de verschillende verpakkin-
gen kan circuleren. Zet toebereid voedsel pas in de koelkast
nadat het afgekoeld is.
ONTDOOIEN VAN HET
KOELKASTCOMPARTIMENT
Het ontdooien van het koelkastcompartiment gebeurt ge-
heel automatisch: het dooiwater wordt automatisch naar de
zone van de compressoren geleid waar het verdampt door de
warmte die zich tijdens het functioneren van deze compresso-
ren ontwikkelt.
GEBRUIK VAN HET
DIEPVRIESCOMPARTIMENT
(Fig. 6)
In het diepvriescompartiment, gemerkt met het symbool
, is het mogelijk verse of toebereide levensmiddelen in
te vriezen, ijsblokjes te maken en diepgevroren produkten te
bewaren.
Het maximale bewaarvolume wordt verkregen door de man-
den te verwijderen en het voedsel direct op de koelroosters te
plaatsen.
Het kan voorkomen, dat de deur van het compartiment door
de efficiente deurafdichting na sluiten niet meteen weer geo-
pend kan worden; wacht enkele minuten alvorens de deur
opnieuw te openen.
INVRIEZEN
De maximum hoeveelheid voedsel, uitgedrukt in kg, die in 24
uur bij een omgevingstemperatuur van 25
o
C kan worden in-
gevroren, is aangegeven op het typeplaatje.
Wordt dagelijks vers voedsel ingevroren, dan raden we aan
N C
M Y
de
op het typeplaatje aangegeven hoeveelheid te vermin-
deren. Verse levensmiddelen moeten altijd in het diepvries-
compartiment worden
ingevroren (bovenste vak)
(Fig.1-
).
Om de voorziene maximale hoeveelheid voedsel zo goed
mogelijk in te vriezen zet u eventueel al opgeslagen levens-
middelenindetweemandenhieronder.
Verwijder vervolgens de mand uit het diepvriesvak en
plaats het in te vriezen voedsel direct op de koelribben. (Is
de hoeveelheid in te vriezen voedsel klein, dan kunt u dit
direct in de bovenste mand plaatsen).
Schakel 24 uur voor u voedsel gaat invriezen het snelvrie-
zen in (Fig.1-
)(geel lampje aan).
Is het invriezen klaar, gewoonlijk 24 uur nadat uhetinte
vriezen voedsel hebt ingeladen, zet dan de schakelaar voor
snelvriezen op normale werking (gele lampje uit).
Zet nooit warm voedsel in de diepvriezer; vries nooit half
ontdooid voedsel opnieuw in, maar consumeer het binnen
24 uur.
Wikkel het voedsel in plastic of aluminium folie en plaats
het in daarvoor bestemde dozen.
Completeer de verpakkingen door er een etiket op te plak-
ken met daarop de inhoud en de datum van invriezen. Ver-
dere en meer gedetailleerde uitleg vindt u in de desbetref-
fende diepvriesgids (apart meegeleverd boekje).
We maken u er op attent, dat het diepvriescompartiment
de voor het bewaren van de levensmiddelen juiste tempe-
ratuur, ook gedurende een stroomstoring, gedurende een
periode van circa 18 uur kan behouden. Bij sommige mo-
dellen is de diepvriezer voorzien van koudeverzamelaars
(koelelementen) die, wanneer ze in het diepvriesvak dicht
tegen het voedsel aan worden gezet, de bewaartijd in ge-
val van een stroomstoring met circa 24 uur kunnen verlen-
gen. Wel raden we u aan de deur van het compartiment tij-
dens deze periode niet te openen.
NL
17
HET MAKEN VAN IJSBLOKJES
Vul de daarvoor bestemde bakjes voor driekwart met wa-
ter en zet ze in het diepvriesvak, bovenste vriesmand.
Attentie: Eet geen ijsblokjes of ijslollies zo´ uit de diepvrie-
zer, ze zouden ’koude’verbrandingen kunnen veroorza-
ken. Zet geen vloeistoffen in glazen flessen of potten in de
diepvriezer.
HET BEWAREN VAN
DIEPVRIESPRODUKTEN
Controleer, wanneer u diepvriesvoedsel koopt, of de ver-
pakking onbeschadigd is en geen blazen of vochtvlekken
vertoont. Breng de diepvriesprodukten zo snel mogelijk
over naar uw diepvriezer, om te voorkomen dat een te
grote temperatuurstijging tijdens het transport hun ver-
sheid zou doen verminderen. Zorg er in ieder geval voor,
dat u deze produkten binnen de op de verpakking ver-
melde uiterste bewaardatum consumeert.
ONTDOOIEN
Hier volgen enige raadgevingen:
Kookgroenten: niet ontdooien, m aar in kokend water
doen en verder zoals gebruikelijk koken.
Vlees in het algemeen (grote stukken): in de originele
verpakking in de koelkast ontdooien.
Alvorens het vlees verder te bereiden dit enige uren bij ka-
mertemperatuur laten rusten.
(kleine stukken): bij kamertemperatuur ontdooien of me-
teen bereiden.
Vis: in de originele verpakking in de koelkast ontdooien of
na gedeeltelijk ontdooien meteen bereiden.
Voorgekookt voedsel: direct in de oven toebereiden zon-
der uit het aluminium bakje te halen.
Fruit: in de koelkast ontdooien.
ONTDOOIEN VAN DE DIEPVRIEZER
Ontdooi het apparaat e´e´n- of tweemaal per jaar wanneer
de rijplaag op de roosters een dikte van 3 mm heeft be-
reikt.
Ga als volgt te werk:
- Neem de stekker uit het stopcontact (Fig.7) of schakel
het apparaat uit d.m.v. de eventueel aanwezige tweepo-
lige schakelaar.
- Verwijder de ijsbakjes.
- Zet alle diepvriesprodukten zo lang in de koelkast e n ver-
mijd het voortdurend openen van de koelkastdeur.
- Verwijder alle manden.
- Haal het afvoerkanaaltje er uit.
- Zet een bakje onder de afvoer om het dooiwater op te
vangen (Fig.8).
- Laat de deur van de diepvriezer open.
Probeer niet de rijp met scherpe voorwerpen te verwijde-
ren. Geen enkele schade, veroorzaakt door het gebruik van
deze voorwerpen, wordt door de garantie gedekt.
Vermijd ook het gebruik van kokend water, e lektrische ka-
cheltjes of andere warmtebronnen.
Droog na het ontdooien het diepvriesvak zorgvuldig uit,
breng het afvoerkanaaltje weer op zijn plaats aan, zet de
manden weer in en doe de stekker in het stopcontact of
schakel het apparaat in d.m.v. de tweepolige schakelaar.
Schakel met druktoets
(Fig.1) het snelvriezen in (gele
lampje aan). Na circa 3-4 uur kunt u het voedsel terugzet-
ten in de diepvriezer. W anneer in het compartiment
opnieuw de optimale temperatuur is bereikt (rode lampje
uit)(Fig.1-
), schakelt u het snelvriezen uit (druktoets
gele lampje uit).
Let op: Het tijdens het ontdooien oplopen van de tempe-
ratuur van de diepvriesprodukten kan hun bewaartijd ver-
korten.
ONDERHOUD EN SCHOONMAKEN
Een goede werking en een lange levensduur van uw appa-
raat hangen af van een juist en regelmatig onderhoud.
Vo´o´r u met enige tussenkomst begint altijd eerst de stek-
ker uit het stopcontact halen.
Maak regelmatig het koelkast- en diepvriescompartiment
van binnen schoon met wat lauw water en azijn. Spoel na
en droog af. Gebruik nooit schuurprodukten of afwasmid-
delen. Het koelkastcompartiment is voorzien van een af-
voerfilter (Fig.9).
Om een constante en regelmatige afvoer van het dooiwa-
ter te garanderen het filter en de binnenkant van het af-
voerbuisje (met het daarvoor bestemde ragertje) regelma-
tig schoonmaken (Fig.9).
RAADGEVINGEN BIJ AFWEZIGHEID
Bent u lang afwezig, neem dan de stekker uit het stopcon-
tact, haal het apparaat leeg, maak de binnenkant schoon
en laat de deur open (om te voorkomen dat zich kwalijke
geuren gaan vormen).
Bij een korte afwezigheid kunt u het apparaat aan laten
staan.
VENTILATIE
De ventilatie van de koelkast bevindt zich in de plintruimte
(Fig.11).
De ventilatie-openingen mogen niet afgedekt worden;
verwijder eventueel stof met een kwast.
BINNENVERLICHTING
(Fig.4)
De binnenverlichting van de koelkastruimte gaat aan bij
het openen v an de deur. Wordt de deur gesloten, dan gaat
het lampje uit. De automatische schakelaar bevindt zich in
het bovenste paneel (Fig.1-
).
N C
M Y
N.B.: Blijft de deur lang open staan, dan gaat het lampje au-
tomatisch n a enkele minuten uit, zowel voor energiebe-
sparing als om te vermijden dat de koelkast te warm
wordt. Wordt de deur vervolgens gesloten, dan gaat het
lampje binnen enkele minuten weer normaal functione-
ren. Gaat de verlichting bij het openen van de deur niet
aan, controleer dan of de schakelaar wel werkt of dat de
deur lang open is geweest. Is dit niet de oorzaak, dan moet
het lampje vervangen worden. Haal de stekker uit het
stopcontact of doe de hoofdschakelaar uit. Druk het lipje
naar links (Fig.4) en verwijder het transparante kapje. Ver-
vang het lampje en neem hiervoor een peervormig exem-
plaar van 220-240 V, 15 Watt, schroefdraad E 14. Zet het
doorzichtige beschermkapje op zijn plaats en druk aan tot
u een klik hoort.
NL
18
RAADGEVINGEN VOOR
ENERGIEBESPARING
- Controleer of de afdichtingen van de deuren nog goed
zijn. Stel het apparaat waterpas op, zodat u verzekerd bent
van een perfecte sluiting van de deuren.
- Ontdooi het
diepvriescompartiment wanneer de rijplaag
een dikte van circa 3 mm heeft bereikt.
- Open de deuren zo m in mogelijk; sluit ze meteen na het
uitnemen van de levensmiddelen.
- Wanneer u het apparaat op een lagere temperatuur in-
stelt dan nodig is, verspilt u energie.
- Verzeker u ervan dat het apparaat niet naast een warm-
tebron is geplaatst zoals een fornuis, verwarming, boiler, of
in de volle zon.
KLANTENSERVICE
Een onregelmatige werking wordt niet altijd veroorzaakt
door een defect aan het apparaat, maar kan een gevolg
zijn van een foute installatie of een onjuist gebruik.
Om onnodige tussenkomsten met bijbehorende kosten
van de Service Dienst te voorkomen, raden wij aan eerst de
volgende punten in acht te nemen:
1. De temperatuur in de diepvriezer is niet laag genoeg
en het rode waarschuwingslampje knippert of blijft
continu aan. Controleer of:
- de deur perfect sluit;
- de thermostaat op de juiste stand staat (zie het hoofd-
stuk regeling van de temperatuur);
- het apparaat niet naast een warmtebron staat;
- de lucht vrij door de ventilatie-openingen kan circuleren
(plintzone);
- er geen excessieve rijplaag (max. 3 mm) in de diepvriezer
zit.
2. Het voortdurend werken van de compressoren kan
worden veroorzaakt door de volgende zaken:
- het snelvriezen is ingeschakeld;
- de omgevingstemperatuur is te hoog;
- de diepvriezer wordt zeer intensief gebruikt en de deur
wordt vaak geopend.
3. Het apparaat maakt erg veel lawaai. Controleer of:
- de koelkast niet tegen meubels aanstaat, waardoor la-
waai of trillingen kunnen ontstaan;
4. Het koelkastgedeelte werkt niet: de binnenverlich-
ting is uit. Controleer of:
- de knop voor regeling v an de temperatuur niet op stand
0 staat;
- de stekker goed passend in het stopcontact zit en of er
netspanning is;
- de zekering van de groep waarop het apparaat is aan-
gesloten niet doorgebrand is;
- de voedingskabel niet kapot is (zie ook de “Noot”).
5. De binnenverlichting werkt niet. Zie punt 4; neem an-
ders de stekker u it het stopcontact, verwijder het transpar-
ante kapje en controleer of het lampje niet los zit. Draai het
zo nodig vast. Is het lampje stuk, draai het dan los en ver-
vang het door een nieuw exemplaar (niet sterker dan 15
W)(Fig.4).
6. Water op de bodem van de koelkast. Controleer of:
- de thermostaat juist is ingesteld;
- het afvoersysteem van h et water niet verstopt is (zie het
hoofdstuk „Onderhoud“)(Fig.9).
7. De rand waartegen de deur sluit is warm op de corre-
sponderende plaats van de deurafdichting (Fig.10):
- dit is geen defect, het voorkomt de vorming van con-
dens.
Noot: Indien u de voedingskabel moet vervangen, neem
dan de stekker uit het stopcontact, monteer de nieuwe ka-
bel en verzeker u ervan dat deze de juiste doorsnede heeft
en correct is vastgezet en aangesloten.
Wanneer het apparaat na het uitvoeren van de bovenge-
noemde controles nog steeds niet n ormaal wil functione-
ren, wendt u dan tot de Service Dienst, waarvan u de
adressen v indt zowel op het garantiebewijs als in de tele-
foongids. Specificeer de aard van het defect, het model en
het serienummer van het apparaat: deze gegevens staan
vermeldophettypeplaatje(Fig. 5).
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4

Whirlpool ARB 540-K/G/1 Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding