5.2 Deuralarm
Voor koel- / BioFresh-gedeelte en vriesgedeelte
Als de deur langer dan 60 seconden open staat,
klinkt er een geluidssignaal.
Het geluidssignaal dooft automatisch, als de deur
wordt gesloten.
5.2.1 Deuralarm deactiveren
Het akoestisch alarm kan bij geopende deur worden uitgescha-
keld. Het deactiveren werkt zolang de deur open staat.
u
Toets Alarm
Fig. 2 (14)
indrukken.
w
Het akoestisch alarm gaat uit.
5.3 Temperatuuralarm
Wanneer de vriestemperatuur niet laag genoeg is,
gaat het akoestisch alarm af.
Tegelijkertijd knipperen de temperatuurdisplay en
het symbool Alarm
Fig. 2 (15)
.
De oorzaak voor een te hoge temperatuur kan zijn:
-
warme nieuwe levensmiddelen werden in de diepvriezer
gelegd
-
bij het herindelen en verwijderen van levensmiddelen is
teveel warme kamerlucht naar binnen gestroomd.
-
de stroom is voor langere tijd uitgevallen
-
het apparaat is defect
Het akoestisch alarm stopt automatisch, het symbool Alarm
Fig. 2 (15)
gaat uit en de temperatuurdisplay houdt op met
knipperen, wanneer de temperatuur weer laag genoeg is.
Wanneer het alarm niet uitgaat: (zie Storingen).
Aanwijzing
Wanneer de temperatuur niet laag genoeg is, kunnen levens-
middelen bederven.
u
De kwaliteit van de levensmiddelen controleren. Bedorven
levensmiddelen niet meer nuttigen.
5.3.1 Temperatuuralarm deactiveren
Het akoestisch alarm kan worden gedeactiveerd. Wanneer de
temperatuur weer laag genoeg is, is de alarmfunctie weer
actief.
u
Toets Alarm
Fig. 2 (14)
indrukken.
w
Het akoestisch alarm is gedeactiveerd.
5.4 Koelgedeelte
Door de natuurlijke luchtcirculatie in het koelgedeelte ontstaan
er verschillende temperatuurbereiken. Direct boven de afschei-
ding tussen de BioFresh zone en de achterzijde is het het
koudste. Voorin aan de bovenkant en in de deur is het het
warmste.
5.4.1 Levensmiddelen koelen
Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en de koelprestatie vermindert bij
onvoldoende ventilatie.
u
Ventilatieluchtspleten altijd vrijlaten.
u
In het bovengedeelte en in de deur boter en conserven
bewaren. (zie Het apparaat in vogelvlucht)
u
Gebruik om te verpakken herbruikbare dozen van kunststof,
metaal, aluminium, glas en vershoudfolie.
u
Levensmiddelen die gemakkelijk geur of smaak opnemen of
afgeven, zoals vloeistoffen, altijd in gesloten verpakking of
afgedekt bewaren.
u
Levensmiddelen die veel ethyleengas afgeven of daar
gevoelig voor zijn, zoals fruit, groenten en salades, altijd
apart bewaren of verpakken, om de bewaartijd niet te
verkorten; bijv. tomaten niet samen bewaren met kiwi's of
kool.
u
het gedeelte vooraan op de bodem van het koelgedeelte
alleen gebruiken om producten korte tijd neer te zetten, bijv.
bij het opruimen of sorteren. Levensmiddelen daar niet laten
liggen, ze kunnen bij het sluiten van de deur naar achter
worden geschoven of omvallen.
u
Leg de levensmiddelen niet te dicht bij elkaar, zodat de lucht
goed kan circuleren.
5.4.2 Temperatuur instellen
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
-
hoe vaak de deur wordt geopend
-
de ruimtetemperatuur op de opstellocatie
-
de aard, temperatuur en hoeveelheid levensmiddelen
De temperatuur is instelbaar van 9 °C tot 3 °C, aanbevolen
wordt 5 °C.
Aanwijzing
Wanneer de temperatuur lager dan 3 °C moet zijn:
u
Koeltemperatuur op 3 °C instellen.
u
BioFresh-temperatuur op een waarde tussen b4 (iets
kouder) en b1 (het koudst) instellen (zie 5.5)
u
Temperatuur hoger instellen: Insteltoets Up koelgedeelte
Fig. 2 (3)
indrukken.
u
Temperatuur lager instellen: Insteltoets Down koelgedeelte
Fig. 2 (4)
indrukken.
w
Bij de eerste keer indrukken geeft de temperatuurdisplay
van het koelgedeelte de tot dusver ingestelde waarde knip-
perend aan.
u
Temperatuur in 1 °C -stappen veranderen: toets kort
indrukken.
u
Temperatuur blijvend veranderen: toets ingedrukt houden.
w
Tijdens het instellen wordt de temperatuur knipperend
aangegeven.
w
Ca. 5 s na het indrukken van de toets wordt de daadwerke-
lijke temperatuur aangegeven. De temperatuur past zich
langzaam aan de nieuwe instelling aan.
5.4.3 SuperCool
Met SuperCool schakelt u het hoogste afkoelver-
mogen in. Daarmee bereikt u lagere koeltempera-
turen. Gebruik SuperCool om grote hoeveelheiden
levensmiddelen snel af te koelen.
SuperCool heeft een iets hoger energieverbruik.
Met SuperCool koelen
u
Toets SuperCool
Fig. 2 (6)
kort indrukken.
w
Het symbool SuperCool
Fig. 2 (7)
is verlicht in de display.
w
De koeltemperatuur daalt tot op de koudste waarde.
SuperCool is ingeschakeld.
w
SuperCool schakelt na 12 uur automatisch uit. Het apparaat
werkt in de energiebesparende normale modus verder.
SuperCool voortijdig uitschakelen
u
Toets SuperCool
Fig. 2 (6)
kort indrukken.
w
Het symbool SuperCool
Fig. 2 (7)
in de display gaat uit.
w
SuperCool is uitgeschakeld.
5.4.4 Vakantieschakelaar
De vakantieschakelaar spaart energie en voorkomt
dat er een geur ontstaat, wanneer de deur van het
koelgedeelte langere tijd dicht blijft.
Het vriesgedeelte blijft in werking tijdens de vakantie-
functie.
Bediening
6 * afhankelijk van model en uitvoering