Liebherr IG 1024 de handleiding

Type
de handleiding
Gebruiksaanwijzing
Diepvrieskast, integreerbaar, Deur-op-deur
030217
7086542 - 00
IG/ IGS/ EG ... LC
Inhoudsopgave
1 Het apparaat in vogelvlucht.................................. 2
1.1 Apparaten- en uitrustingsoverzicht........................... 2
1.2 Toepassingsgebied van het apparaat....................... 2
1.3 Conformiteit.............................................................. 3
1.4 Energie sparen......................................................... 3
2 Algemene veiligheidsvoorschriften..................... 3
3 Bedienings- en controle-elementen..................... 4
3.1 Bedienings- en controle-elementen.......................... 4
3.2 Temperatuurweergave.............................................. 4
4 In gebruik nemen................................................... 4
4.1 Apparaat inschakelen............................................... 4
5 Bediening................................................................ 4
5.1 Kinderbeveiliging...................................................... 4
5.2 Deuralarm................................................................. 5
5.3 Temperatuuralarm.................................................... 5
5.4 Levensmiddelen invriezen........................................ 5
5.5 Bewaartijden............................................................ 5
5.6 Levensmiddelen ontdooien...................................... 6
5.7 Temperatuur instellen............................................... 6
5.8 SuperFrost................................................................ 6
5.9 Laden....................................................................... 6
5.10 Plateaus................................................................... 6
5.11 VarioSpace............................................................... 6
5.12 IJsblokjeshouder...................................................... 7
6 Onderhoud.............................................................. 7
6.1 handmatig ontdooien................................................ 7
6.2 Apparaat reinigen..................................................... 7
6.3 Technische Dienst.................................................... 8
7 Storingen................................................................ 8
8 Uitzetten.................................................................. 9
8.1 Apparaat uitschakelen.............................................. 9
8.2 Buiten werking stellen............................................... 9
9 Apparaat afdanken................................................ 9
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling
van alle typen en modellen. Daarom vragen wij om uw begrip
voor het feit dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek
moeten voorbehouden.
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, de
instructies in deze handleiding aandachtig doorlezen a.u.b.
De handleiding geldt voor meerdere modellen, afwijkingen zijn
mogelijk. Paragrafen die alleen voor bepaalde apparaten van
toepassing zijn, zijn gekenmerkt met een sterretje (*).
Gebruiksaanwijzingen zijn gekenmerkt met een ,
gebruiksresultaten met een
.
1 Het apparaat in vogelvlucht
1.1 Apparaten- en uitrustingsoverzicht
Fig. 1
(1) Bedienings- en
controle-elementen
(4) Typeplaatje
(2) Schuiflades (5) Stelpootjes
(3) VarioSpace
Aanwijzing
u
Plateaus, schuifladen of manden zijn in de geleverde
toestand voor een optimale energie-efficiëntie ingedeeld.
1.2 Toepassingsgebied van het appa-
raat
Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is uitsluitend geschikt voor het
koelen van levensmiddelen voor huishoudelijke
of soortgelijke doeleinden. Hieronder valt bijv.
het gebruik
-
in privékeukens, ontbijtgelegenheden,
-
door gasten in landhuizen, hotels, motels en
andere accommodaties,
-
bij catering en vergelijkbare service in de
groothandel.
Alle andere toepassingen zijn niet toegestaan.
Voorzienbaar verkeerd gebruik
De volgende toepassingen zijn uitdrukkelijk
verboden:
-
Opslag en koeling van medicijnen, bloed-
plasma, laboratoriumpreparaten of vergelijk-
bare, overeenkomstig de Europese richtlijn
2007/47/EG medische hulpmiddelen, ten
grondslag liggende stoffen en producten
-
Gebruik in explosiegevaarlijke gebieden
Verkeerd gebruik van het apparaat kan tot
beschadigingen van de opgeslagen goederen
of het bederf hiervan leiden.
Klimaatklassen
Het apparaat in vogelvlucht
2 * afhankelijk van model en uitvoering
Het apparaat kan afhankelijk van de klimaat-
klasse, bij begrensde omgevingstemperaturen,
worden gebruikt. De voor uw apparaat betref-
fende klimaatklasse staat op het typeplaatje
vermeld.
Aanwijzing
u
Om een probleemloze werking te waar-
borgen, moet de aangegeven omgevingstem-
peratuur worden aangehouden.
Klimaat-
klasse
voor omgevingstemperaturen
SN, N t/m 32 °C
ST t/m 38 °C
T t/m 43 °C
Een probleemloze werking van het apparaat is
gewaarborgd tot een omgevingstemperatuur
van 5 °C.
1.3 Conformiteit
Het koudemiddelcircuit is gecontroleerd op dichtheid. Het
apparaat voldoet in de inbouwtoestand aan de desbetreffende
veiligheidsvoorschriften alsmede de richtlijnen 2014/35/EU,
2014/30/EU, 2009/125/EG, 2011/65/EU en 2010/30/EU.
1.4 Energie sparen
-
Let altijd op de be- en ontluchting. Dek de ventilatieope-
ningen resp. -roosters niet af.
-
Plaats het apparaat niet naast een fornuis, verwarming of
dergelijke, en stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht.
-
Het energieverbruik is afhankelijk van de plaatsingscondities
zoals bijv. de omgevingstemperatuur (zie 1.2) . Bij een van
de normtemperatuur afwijkende omgevingstemperatuur van
25° C kan het energieverbruik veranderen.
-
Open het apparaat, indien mogelijk zo kort mogelijk.
-
Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, hoe hoger het
energieverbruik.
-
Levensmiddelen gesorteerd plaatsen (zie Het apparaat in
vogelvlucht).
-
Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt bewaren.
Condensvorming wordt voorkomen.
-
Warme gerechten plaatsen: eerst tot op kamertemperatuur
laten afkoelen.
-
Als in het apparaat een dikke ijsaanslag aanwezig is: Appa-
raat ontdooien.
2 Algemene veiligheidsvoor-
schriften
Gevaren voor de gebruiker:
-
Dit apparaat kan door kinderen alsmede door
personen met verminderde psychische,
sensorische of mentale bekwaamheden of
een gebrek aan ervaring en kennis worden
gebruikt onder toezicht van een derde of met
betrekking tot het veilige gebruik van het
apparaat zijn onderwezen en de gevaren
kennen en begrijpen. Kinderen mogen niet
met het apparaat spelen. De reiniging en het
onderhoud mag niet door kinderen zonder
toezicht worden uitgevoerd. Kinderen van 3-8
jaar mogen het apparaat inladen en uitladen.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen uit de buurt
van het apparaat te worden gehouden, als het
apparaat niet continu onder toezicht staat.
-
Als u het stroomsnoer van het apparaat uit
het stopcontact trekt, altijd bij de stekker
nemen. Niet aan het snoer trekken.
-
Trek, in geval van een storing, de stekker uit
het stopcontact of schakel de beveiliging uit.
-
Beschadig het netsnoer niet. Gebruik het
apparaat niet wanneer het netsnoer defect is.
-
Reparaties, aanpassingen aan het apparaat
en het vervangen van het netsnoer alleen
laten uitvoeren door de Technische Dienst of
ander daarvoor opgeleid vakpersoneel.
-
Het apparaat alleen conform de beschrijving
in de handleiding inbouwen, aansluiten en
afvoeren.
-
Het apparaat alleen in ingebouwde toestand
in gebruik nemen.
-
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
en geef hem eventueel aan de volgende eige-
naar door.
Brandgevaar:
-
Het gebruikte koudemiddel R 600a is milieu-
vriendelijk maar brandbaar. Uitstromend koel-
middel kan ontbranden.
Pijpleidingen van het koelcircuit niet
beschadigen.
Gebruik binnen in het apparaat nooit open
vuur of ontstekingsbronnen.
Binnen het apparaat geen elektrische
toestellen gebruiken (bijv. stoomreinigers,
verwarmingen, ijsmakers, enz.).
Als koudemiddel weglekt: Open vuur of
ontstekingsbronnen vlakbij het lek verwij-
deren. Vertrek goed ventileren. Informeer
de klantendienst.
-
Geen explosieve stoffen of spuitbussen met
brandbare drijfgassen, zoals b.v. butaan,
propaan, pentaan enz. in het apparaat
bewaren. Zulke spuitbussen zijn herkenbaar
aan de op de verpakking vermelde inhouds-
stoffen of een vlammensymbool. Eventueel
ontsnappende gassen kunnen door elektri-
sche componenten vlam vatten.
-
Alkoholische dranken of andere verpakkingen
die alcohol bevatten, mogen uitsluitend goed
afgesloten worden bewaard. Eventueel uittre-
dende alcohol kan door elektrische compo-
nenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
Algemene veiligheidsvoorschriften
* afhankelijk van model en uitvoering 3
-
Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun
of om te leunen misbruiken. Dit geldt in het
bijzonder voor kinderen.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
-
Te lang opgeslagen levensmiddelen niet meer
nuttigen.
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid
en pijn:
-
Langdurig huidcontact met koude opper-
vlakken en gekoelde of ingevroren levensmid-
delen vermijden of veiligheidsmaatregelen
treffen, b.v. handschoenen dragen.
Consumptie-ijs, met name waterijs of
ijsblokjes niet onmiddellijk en niet te koud
consumeren.
Gevaar voor verwonding en beschadiging:
-
Hete stoom kan letsel tot gevolg hebben.
Voor het ontdooien geen elektrische kachel-
tjes of stoomreinigers, open vuur of ontdoois-
pray gebruiken.
-
IJs niet met scherpe voorwerpen verwijderen.
Klemgevaar:
-
Bij het openen en sluiten van de deur niet in
het scharnier grijpen. Vingers kunnen inge-
klemd raken.
Symbolen op het apparaat:
Het symbool kan zich op de compressor
bevinden. Het heeft betrekking op de olie in de
compressor en wijst op het volgende gevaar: Kan
bij het inslikken en indringen in de luchtwegen
dodelijk zijn. Deze aanwijzing is alleen voor het
recyclingproces van belang. In de normale modus
bestaat er geen gevaar.
Neem de specifieke aanwijzingen in de
overige hoofdstukken in acht:
GEVAAR duidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel tot
gevolg kan hebben wanneer dit
gevaar niet vermeden wordt.
WAAR-
SCHUWING
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die de dood of ernstig lichamelijk
letsel tot gevolg kan hebben
wanneer dit gevaar niet vermeden
wordt.
VOOR-
ZICHTIG
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die lichamelijk letsel tot gevolg kan
hebben wanneer dit gevaar niet
vermeden wordt.
LET OP duidt een gevaarlijke situatie aan,
die materiële schade tot gevolg kan
hebben wanneer dit gevaar niet
vermeden wordt.
Aanwijzing geeft aan dat praktische aanwij-
zingen en tips gegeven worden.
3 Bedienings- en controle-
elementen
3.1 Bedienings- en controle-elementen
Fig. 2
(1) Toets On/Off (6) Toets Alarm
(2) Temperatuurdisplay (7) Symbool Alarm
(3) Toets Up/Down (8) Symbool Menu
(4) Toets SuperFrost (9) Symbool Kinderbeveili-
ging
(5) Symbool SuperFrost (10) Symbool Stroomuitval
3.2 Temperatuurweergave
In de normale modus worden:
-
de ingestelde vriestemperatuur
De temperatuurweergave knippert:
-
de temperatuurinstelling wordt veranderd;
-
na het inschakelen is de temperatuur nog niet koud genoeg;
-
de temperatuur is met meerdere graden gestegen.
De volgende weergaven wijzen op een storing. De mogelijke
oorzaken en maatregelen voor het oplossen: (zie Storingen).
-
F0 tot F9
-
Het symbool stroomuitval
knippert.
4 In gebruik nemen
4.1 Apparaat inschakelen
u
Open de deur.
u
Toets On/Off
Fig. 2 (1)
indrukken.
w
Het apparaat is ingeschakeld. Het temperatuurdisplay en
het symbool Alarm
Fig. 2 (7)
knipperen tot de temperatuur
koud genoeg is.
w
Wanneer op het display „DEMO” wordt aangegeven, is de
demonstratiemodus geactiveerd. U kunt contact opnemen
met de Technische Dienst.
5 Bediening
5.1 Kinderbeveiliging
Met de kinderbeveiliging zorgt u ervoor dat kinderen
bij het spelen het apparaat niet onbedoeld uitscha-
kelen.
Bedienings- en controle-elementen
4 * afhankelijk van model en uitvoering
5.1.1 Kinderbeveiliging instellen
Moet de functie worden ingeschakeld:
u
Instelmodus activeren: Druk de toets SuperFrost
Fig. 2 (4)
gedurende ca. 5 seconden in.
w
Op de display wordt het symbool Menu
Fig. 2 (8)
weerge-
geven.
w
Op de display knippert c.
u
Met de toets SuperFrost
Fig. 2 (4)
kort bevestigen.
w
Op het display verschijnt c1.
u
Met de toets SuperFrost
Fig. 2 (4)
kort bevestigen.
w
Het symbool Kinderbeveiliging
Fig. 2 (9)
op de
display gaat branden.
w
Op de display knippert c.
w
De functie kinderbeveiliging is ingeschakeld.
Wanneer de instelmodus moet worden beëindigd:
u
Druk de toets On/Off
Fig. 2 (1)
kort in.
-of-
u
5 min. wachten.
w
Op de temperatuurdisplay wordt weer de temperatuur weer-
gegeven.
Moet de functie worden uitgeschakeld:
u
Instelmodus activeren: Druk de toets SuperFrost
Fig. 2 (4)
gedurende ca. 5 seconden in.
w
Op de display wordt het symbool Menu
Fig. 2 (8)
weerge-
geven.
w
Op de display knippert c.
u
Met de toets SuperFrost
Fig. 2 (4)
kort bevestigen.
w
Op het display verschijnt c0 .
u
Met de toets SuperFrost
Fig. 2 (4)
kort bevestigen.
w
Het symbool Kinderbeveiliging
Fig. 2 (9)
gaat uit.
w
Op de display knippert c.
w
De functie kinderbeveiliging is uitgeschakeld.
Wanneer de instelmodus moet worden beëindigd:
u
Druk de toets On/Off
Fig. 2 (1)
kort in.
-of-
u
5 min. wachten.
w
Op de temperatuurdisplay wordt weer de temperatuur weer-
gegeven.
5.2 Deuralarm
Als de deur langer dan 60 seconden open staat,
klinkt er een geluidssignaal.
Het geluidssignaal dooft automatisch, als de deur
wordt gesloten.
5.2.1 Deuralarm deactiveren
Het akoestisch alarm kan bij geopende deur worden uitgescha-
keld. Het deactiveren werkt zolang de deur open staat.
u
Toets Alarm
Fig. 2 (6)
indrukken.
w
Het akoestisch alarm gaat uit.
5.3 Temperatuuralarm
Wanneer de vriestemperatuur niet laag genoeg is,
gaat het akoestisch alarm af.
Tegelijkertijd knipperen de temperatuurdisplay en
het symbool Alarm
Fig. 2 (7)
.
De oorzaak voor een te hoge temperatuur kan zijn:
-
warme nieuwe levensmiddelen werden in de diepvriezer
gelegd
-
bij het herindelen en verwijderen van levensmiddelen is
teveel warme kamerlucht naar binnen gestroomd.
-
de stroom is voor langere tijd uitgevallen
-
het apparaat is defect
Het akoestisch alarm stopt automatisch, het symbool Alarm
Fig. 2 (7)
gaat uit en de temperatuurdisplay houdt op met knip-
peren, wanneer de temperatuur weer laag genoeg is.
Wanneer het alarm niet uitgaat: (zie Storingen).
Aanwijzing
Wanneer de temperatuur niet laag genoeg is, kunnen levens-
middelen bederven.
u
De kwaliteit van de levensmiddelen controleren. Bedorven
levensmiddelen niet meer nuttigen.
5.3.1 Temperatuuralarm deactiveren
Het akoestisch alarm kan worden gedeactiveerd. Wanneer de
temperatuur weer laag genoeg is, is de alarmfunctie weer
actief.
u
Toets Alarm
Fig. 2 (6)
indrukken.
w
Het akoestisch alarm is gedeactiveerd.
5.4 Levensmiddelen invriezen
U kunt maximaal zo veel kilo verse levensmiddelen binnen
24 uur invriezen, als op het typeplaatje (zie Het apparaat in
vogelvlucht) onder „Invriescapaciteit ... kg/24h” is aangegeven.
De laden kunnen elk met max. 25 kg diepvriesproducten, de
plateaus elk met max. 35 kg worden belast.
Na het sluiten van de deur ontstaat er een vacuüm. Na het
sluiten ongeveer 1 min. wachten, dan is de deur gemakkelijker
te openen.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding door glasscherven!
Flessen en blikjes drinken kunnen bij het invriezen springen. Dit
geldt met name voor koolzuurhoudend drinken.
u
Flessen en blikjes met drinken niet invriezen!
Om de levenmiddelen snel door en door te laten bevriezen,
mag u de volgende hoeveelheden per verpakking niet over-
schrijden:
- fruit, groente max. 1 kg
- vlees max. 2,5 kg
u
Verdeel de levensmiddelen in porties en doe ze in diepvries-
zakjes of in herbruikbare bakjes van kunststof, metaal of
aluminium.
5.5 Bewaartijden
Richtwaardes voor de opslagduur van de verschillende
levensmiddelen:
Consumptie-ijs 2 tot 6 maanden
Worst, ham 2 tot 6 maanden
Brood en banket 2 tot 6 maanden
Wild, varkensvlees 6 tot 10 maanden
Vis, vet 2 tot 6 maanden
Vis, mager 6 tot 12 maanden
Kaas 2 tot 6 maanden
Gevogelte, rundvlees 6 tot 12 maanden
Groente, fruit 6 tot 12 maanden
De aangegeven bewaartijden zijn richtwaardes.
Bediening
* afhankelijk van model en uitvoering 5
5.6 Levensmiddelen ontdooien
- in het koelgedeelte
- in een magnetron
- in een oven/heteluchtoven
- bij kamertemperatuur
u
Neem alleen zoveel levensmiddelen als u nodig heeft.
Ontdooide levensmiddelen zo snel mogelijk verwerken.
u
Ontdooide levensmiddelen alleen bij wijze van uitzondering
weer invriezen.
5.7 Temperatuur instellen
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
-
hoe vaak de deur wordt geopend
-
de ruimtetemperatuur op de opstellocatie
-
de aard, temperatuur en hoeveelheid levensmiddelen
Aanbevolen temperatuurinstelling: -18 °C
De temperatuur kan doorlopend worden veranderd. Is de
instelling -28 °C bereikt, dan wordt weer met -15 °C begonnen.
u
Temperatuurfunctie oproepen: Eenmaal Instel-
toets
Fig. 2 (3)
indrukken.
w
Op het temperatuurdisplay wordt de tot nog toe
ingestelde waarde knipperend aangegeven.
u
Temperatuur wijzigen in stappen van 1 °C: Druk
de insteltoets
()
net zo vaak in totdat de
gewenste temperatuur op het temperatuurdis-
play oplicht.
u
Temperatuur doorlopend veranderen: insteltoets ingedrukt
houden.
w
Tijdens het instellen wordt de waarde knipperend weerge-
geven.
w
Ca. 5 seconden nadat de toets voor de laatste keer werd
ingedrukt, wordt de nieuwe instelling overgenomen en de
ingestelde temperatuur weer aangegeven. De temperatuur
in de binnenruimte past zich langzaam aan de nieuwe instel-
ling aan.
5.8 SuperFrost
Met deze functie kunt u nieuwe levensmiddelen snel
tot op de kern invriezen. Het apparaat werkt met
maximaal koelvermogen, daardoor kunnen geluiden
van het koelaggregaat tijdelijk luider zijn.
Bovendien bouwen reeds ingevroren levensmiddelen zo een
„koudereserve op”. Daardoor blijven de levensmiddelen langer
bevroren, wanneer u het apparaat ontdooit.
U kunt maximaal zoveel nieuwe levensmiddelen binnen 24 h
invriezen, als op het typeplaatje onder „invriescapaciteit ... kg/
24h” is aangegeven. De invriescapaciteit is afhankelijk van het
model en de klimaatklasse van het apparaat.
Afhankelijk van de hoeveel nieuwe levensmiddelen die worden
ingevroren, moet SuperFrost bijtijds worden ingeschakeld: bij
een kleine hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen ca. 6h, bij
de maximale hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen 24h
voordat u de levensmiddelen in de vriezer legt.
Verpak de levensmiddelen en leg ze zo breed mogelijk uit. In te
vriezen levensmiddelen niet met reeds ingevroren producten in
contact brengen om ontdooien van deze producten te voor-
komen.
SuperFrost hoeft u in de volgende gevallen niet in te schakelen:
-
wanneer u reeds ingevroren waren in de diepvriezer legt
-
bij het invriezen van max. ca. 1 kg nieuwe levensmiddelen
per dag
5.8.1 Met SuperFrost invriezen
u
Toets SuperFrost
Fig. 2 (4)
eenmaal kort indrukken.
w
Het symbool SuperFrost
Fig. 2 (5)
is verlicht.
w
De temperatuur daalt, het apparaat werkt met maximale
koeling.
Bij een kleine hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen:
u
Ca. 6 u wachten.
u
Verpakte levensmiddelen in de onderste laden leggen.
Bij de maximale hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen:
u
Ca. 24 u wachten.
u
Onderste lade uitschuiven en de levensmiddelen direct in
het apparaat leggen, zodat ze contact met de bodem of de
zijwanden hebben.
w
SuperFrost schakelt na 65 uur automatisch uit.
w
Het symbool SuperFrost
Fig. 2 (5)
gaat uit, wanneer het
invriezen is afgesloten.
u
Levensmiddelen in de lade leggen en deze weer inschuiven.
w
Het apparaat werkt in de energiebesparende normale
modus verder.
5.9 Laden
u
Om diepvriesproducten direct op de draagplateaus te
bewaren: trek de schuiflade naar voren en haal de lade uit.
5.10 Plateaus
u
Plateau uitnemen: vooraan
optillen en uittrekken.
u
Plateau terugplaatsen: tot
aanslag inschuiven.
5.11 VarioSpace
Naast de schuifladen kunt u
tevens de plateaus verwijderen.
Zo creëert u plaats voor levens-
middelen van groot formaat.
Gevogelte, vlees, groot wild en
hoog gebak kunnen geheel en
al worden ingevroren en later
verder verwerkt.
u
De laden kunnen elk met
max. 25 kg diepvriespro-
ducten, de plateaus elk met
max. 35 kg worden belast.
Bediening
6 * afhankelijk van model en uitvoering
5.12 IJsblokjeshouder
Fig. 3
Als het water is bevroren:
u
IJsblokjesbakje kort onder warm water houden.
u
Deksel eraf halen.
u
Beide uiteinden van de ijsblokjeshouder licht in tegenge-
stelde richting draaien en de ijsblokjes eruit halen.
IJsblokjeshouder uit elkaar halen
Fig. 4
u
De ijsblokjeshouder kan voor het reinigen uit elkaar worden
gehaald.
6 Onderhoud
6.1 handmatig ontdooien
In het apparaat vormt zich na langere gebruiksduur een rijp-
resp. ijslaag.
De vorming van een rijp- resp. ijslaag wordt in de hand gewerkt
door vaak de deur te openen of door warme levensmiddelen in
te leggen. Een dikkere ijslaag verhoogt echter het energiever-
bruik. Daarom moet u het apparaat regelmatig ontdooien.
IJs tegen bovenwand in het apparaat verwijderen:
In het midden van de bovenwand van het apparaat vormt
zich een ijslaag. Dit komt door de fysische omstandigheden
in het apparaat.
u
Het ijs regelmatig met een ijskrabber verwijderen. Het appa-
raat hoeft daarvoor niet te worden ontdooid.
Ontdooiprocedure:
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding en beschadiging
u
Geen mechanische hulpmiddelen of andere middelen
gebruiken die niet door de fabrikant werden aanbevolen, om
het ontdooien te versnellen.
u
Voor het ontdooien geen elektrische kacheltjes of stoomrei-
nigers, open vuur of ontdooispray gebruiken.
u
IJs niet met scherpe voorwerpen verwijderen.
u
De buisleidingen van het koudemiddelcircuit niet bescha-
digen.
u
Schakel één dag voor het ontdooien de SuperFrost-functie
in.
w
De diepvriesproducten krijgen een „koudereserve”.
u
Schakel het apparaat uit.
w
De temperatuurdisplay gaat uit.
w
Als de temperatuurdisplay niet uitgaat, dan is de kinderbe-
veiliging (zie 5.1) geactiveerd.
u
Trek de stekker uit of schakel de beveiliging uit.
u
Bewaar de ingevroren levensmiddelen evt. in een diepvries-
lade, en in kranten of dekens gewikkeld, op een koele
plaats.
u
Plaats een pan met heet, niet kokend
water op een plateau in het midden.
-of-
u
De twee onderste lades half met
handwarm water vullen en in het
apparaat plaatsen.
w
Het ontdooien wordt versneld.
w
Dooiwater wordt in de lades opgevangen.
u
Laat tijdens het ontdooien de deur van het apparaat open
staan.
u
Losgeraakte ijsstukken uitnemen.
u
Let er op dat er geen dooiwater in de ombouw van het appa-
raat terecht komt.
u
Dooiwater evt. meerdere keren met een spons of doek
opnemen.
u
Het apparaat reinigen (zie 6.2) en afdrogen.
6.2 Apparaat reinigen
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
Hete stoom kan brandwonden veroorzaken en de opper-
vlakken beschadigen.
u
Gebruik geen stoomreinigers!
LET OP
Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!
u
Gebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm.
u
Gebruik geen schurende of krassende sponsjes of staalwol.
u
Geen scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuurhoudende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
u
Gebruik geen chemische oplosmiddelen.
u
Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant
van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Technische
Dienst.
u
Kabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of
beschadigen.
u
Laat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatier-
oosters en elektrische delen terecht komen.
u
Gebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger met een
neutrale pH-waarde.
u
Gebruik in de binnenruimte van het apparaat alleen levens-
middelenvriendelijke reinigings- en onderhoudsproducten.
u
Apparaat uitruimen.
u
Trek de stekker uit.
u
Luchttoe- en -afvoerroosters regelmatig reinigen.
w
Stof verhoogt het energieverbruik.
u
Uit- en inwendige oppervlaktes van kunststof met lauw-
warm water en een beetje afwasmiddel met de hand
reinigen.
u
Onderdelen met lauwwarm water en een beetje afwas-
middel met de hand reinigen.
Na het reinigen:
u
Apparaat en onderdelen droogwrijven.
u
Apparaat weer aansluiten en inschakelen.
u
SuperFrost inschakelen (zie 5.8) .
Onderhoud
* afhankelijk van model en uitvoering 7
Wanneer de temperatuur voldoende koud is:
u
de levensmiddelen er weer in leggen.
6.3 Technische Dienst
Probeer eerst of u de storing zelf kunt verhelpen (zie
Storingen). Mocht dit niet het geval zijn, neem dan contact op
met de Technische Dienst. Het adres vindt u in het bijgevoegd
overzicht.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door onvakkundige reparatie!
u
Reparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroomaan-
sluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden (zie Onder-
houd), uitsluitend door de Technische Dienst laten
uitvoeren.
u
Apparaataanduiding
Fig. 5 (1)
, service-nr.
Fig. 5 (2)
en serie-nr.
Fig. 5 (3)
van het
typeplaatje aflezen.
Het typeplaatje
bevindt zich aan de
linkerkant binnen in
het apparaat.
Fig. 5
u
Contact opnemen met de Technische Dienst en het
probleem, apparaataanduiding
Fig. 5 (1)
, service-nr.
Fig. 5 (2)
en serie-nr.
Fig. 5 (3)
mededelen.
w
Dit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk.
u
Het apparaat gesloten laten, totdat de Technische Dienst
komt.
w
De levensmiddelen blijven langer koel.
u
Trek de stekker uit het stopcontact (daarbij niet aan het
snoer trekken) of de draai de zekering uit.
7 Storingen
Uw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veilige
werking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht er
desondanks een storing optreden, dan svp eerst controleren of
de storing door een bedieningsfout werd veroorzaakt. In dit
geval moeten wij de ontstane kosten ook in de garantieperiode
in rekening brengen. Volgende storingen kunt u zelf verhelpen:
Het apparaat functioneert niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
u
Apparaat inschakelen.
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
u
Stekker controleren.
De zekering van het stopcontact is niet in orde.
u
Zekering controleren.
De compressor blijft lopen.
De compressor schakelt bij een verminderde koudebe-
hoefte over op een lager toerental. Hoewel de looptijd daar-
door langer is, wordt energie bespaard.
u
Dat is bij energiebesparende modellen normaal.
SuperFrost is ingeschakeld.
u
Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
compressor langer. Dit is normaal.
Een LED onder aan de achterkant van het apparaat (bij de
compressor) knippert regelmatig om de 5 seconden*.
Het betreft een storing.
u
Neem contact op met de Technische Dienst (zie Onder-
houd).
Geluiden zijn te luid.
Toerentalgeregelde* compressoren kunnen naar aanleiding
van de verschillende draaisnelheden verschillende geluiden
veroorzaken.
u
Het geluid is normaal.
Een borrelen en klateren
Dit geluid komt van het koelmiddel, dat door het koelcircuit
stroomt.
u
Het geluid is normaal.
Een zacht klikken
Het geluid ontstaat bij het automatisch in- en uitschakelen
van het koelaggregaat (de motor).
u
Het geluid is normaal.
Een brommend geluid. Kan voor korte tijd iets luider zijn,
wanneer het koelaggregaat (de motor) inschakelt.
Bij ingeschakelde SuperFrost, nieuw opgeslagen levens-
middelen of na lang geopende deur wordt het koelver-
mogen automatisch verhoogd.
u
Het geluid is normaal.
De omgevingstemperatuur is te hoog.
u
Oplossing: (zie 1.2)
Trilgeluiden
Het apparaat staat niet vast op de vloer. Daardoor gaan
voorwerpen en meubels in de buurt van het lopende
koelaggregaat trillen.
u
De inbouw controleren en eventueel het apparaat opnieuw
uitlijnen.
u
Flessen en bakken uit elkaar drukken.
In de temperatuurdisplay wordt aangegeven: F0 tot F9
Het betreft een storing.
u
Neem contact op met de Technische Dienst (zie Onder-
houd).
Het symbool SuperFrost
Fig. 2 (5)
knippert tegelijkertijd met
de temperatuurdisplay.
Het betreft een storing.
u
Neem contact op met de Technische Dienst (zie Onder-
houd).
Op het temperatuurdisplay knippert stroomuitval . Op
het temperatuurdisplay wordt de warmste temperatuur
weergegeven, die tijdens de stroomuitval werd bereikt.
De vriestemperatuur was door stroomuitval of een stroom-
onderbreking in de afgelopen uren of dagen te hoog. Zodra
de stroomonderbreking voorbij is, werkt het apparaat weer
verder met de laatste temperatuurinstelling.
u
Aanduiding van de warmste temperatuur wissen: toets
Alarm
Fig. 2 (6)
indrukken.
u
De kwaliteit van de levensmiddelen controleren. Bedorven
levensmiddelen niet meer nuttigen. Ontdooide levensmid-
delen niet meer opnieuw invriezen.
In de temperatuurdisplay brandt DEMO.
De demonstratie-modus is geactiveerd.
u
Neem contact op met de Technische Dienst (zie Onder-
houd).
Het apparaat is aan de buitenkant warm*.
De warmte van het koelmiddelcircuit wordt gebruikt om
condenswater te voorkomen.
u
Dit is normaal.
Temperatuur is niet laag genoeg.
De deur is niet goed gesloten.
u
Deur van het apparaat sluiten.
Niet voldoende be- en ontluchting.
u
Ventilatieroosters vrijmaken en reinigen.
De omgevingstemperatuur is te hoog.
u
Oplossing: (zie 1.2) .
Het apparaat werd te vaak of te lang geopend.
Storingen
8 * afhankelijk van model en uitvoering
u
Afwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf wordt
bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Technische
Dienst (zie Onderhoud).
U heeft teveel nieuwe levensmiddelen zonder SuperFrost
opgeslagen.
u
Oplossing: (zie 5.8)
De temperatuur is verkeerd ingesteld.
u
Stel de temperatuur lager in en controleer deze na 24 uur.
Het apparaat staat te dicht bij een warmtebron (fornuis,
verwarming enz.).
u
Verander de standplaats van het apparaat of van de warm-
tebron.
Het apparaat werd niet juist in de nis ingebouwd.
u
Controleer of het apparaat juist is ingebouwd en de deur
goed sluit.
Geconcentreerde ijsvorming in het midden van de boven-
wand in het apparaat.
Deze ijsvorming is normaal. Op basis van de fysische
omstandigheden vormt het ijs zich geconcentreerd tegen
de bovenwand van het apparaat.
u
Het ijs met een ijskrabber verwijderen.
8 Uitzetten
8.1 Apparaat uitschakelen
u
Toets On/Off
Fig. 2 (1)
indrukken, totdat het display donker
wordt. Toets loslaten.
w
Wanneer het apparaat niet kan worden uitgeschakeld, is de
kinderbeveiliging actief (zie 5.1) .
8.2 Buiten werking stellen
u
Apparaat leegmaken.
u
Apparaat uitschakelen (zie Uitzetten).
u
Netstekker eruit halen.
u
Apparaat reinigen (zie 6.2) .
u
Laat de deuren een stukje open staan zodat er geen onaan-
gename geuren kunnen ontstaan.
9 Apparaat afdanken
Het apparaat bevat nog waardevolle materialen en
mag niet met het gewoon huis- of grofvuil worden
meegegeven. Het recyclen van afgedankte appa-
raten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig de
plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
Let erop dat bij het afvoeren van het afgedankte apparaat het
koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd, zodat het koelmiddel
(informatie op het typeplaatje) of de olie erin niet ongewild vrij-
komen.
u
Apparaat onbruikbaar maken.
u
Trek de stekker uit.
u
Snijd het aansluitsnoer door.
Uitzetten
* afhankelijk van model en uitvoering 9
Liebherr-Hausgeräte Ochsenhausen GmbH
Memminger Straße 77-79
88416 Ochsenhausen
Deutschland
home.liebherr.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10

Liebherr IG 1024 de handleiding

Type
de handleiding